MJA-Sectorrapport 2015 Rubber- en kunststofindustrie

Transcriptie

1 MJA-Sectorrapport 2015 Rubber- en kunststofindustrie

2

3 Colofon Projectnaam: MJA-monitoring 2015 Sector: Rubber- en kunststofindustrie Datum: 28 juni 2016 Status: Definitief Kenmerk: /JB/ Locatie: Utrecht Contactpersoon: Jeroen Bremmer Ondersteunend adviesbureau: IEE/Arcadis

4 Inhoud Hoofdstuk 1. Inleiding... 1 Hoofdstuk 2. Overzicht ontwikkeling energieverbruik... 1 Hoofdstuk 3. Verklaring verandering energieverbruik... 2 Hoofdstuk 4. Spiegeling aan het MJP... 3 Hoofdstuk 5. Resultaten per pijler... 4 Hoofdstuk 6. Tabellen... 6

5 Samenvatting Kerngegevens Sectorgegevens Rubber- en kunststofindustrie Aantal MJA-deelnemers in Aantal beschouwde bedrijven voor 2015 in dit rapport 96 Aantal toetreders in Aantal uittreders in Werkelijk energieverbruik 2015 (TJ) ,8 Effecten van maatregelen 2015 t.o.v t.o.v Procesefficiencyverbetering 1,0% 16,1% Besparing in de keten [TJ] 375, ,7 Duurzame energie [TJ] 22,8-200,8 Resultaten Energieverbruik Het totale werkelijke energieverbruik van de sector bedroeg ,8 TJ in Dit is ongeveer 1,9% hoger dan in Deze toename heeft vooral te maken met een lichte productiestijging en een bedrijf dat in 2015 voor het eerst zijn energiegebruik heeft gerapporteerd. Uitvoering van het meerjarenplan van de sector In het meerjarenplan (MJP) heeft de sector toegezegd maatregelen te treffen die in 2016 tot een jaarlijkse besparing van 2.670,1 TJ leiden. Na drie jaar bedraagt het jaarlijkse effect van maatregelen 1.813,5 TJ. Hiermee is 68 % van de MJP-doelstelling gerealiseerd. Energiebesparing in het proces Procesmaatregelen in 2015 hebben een besparing van 106 TJ opgeleverd. De belangrijkste procesmaatregelen zijn: Energiezuinige extruder; Installeren energiemonitoringssysteem, reduceren nullast; Oude productie pers gestopt, doordat nieuwere persen zijn geïnstalleerd; Energiebesparing in de keten Ketenmaatregelen hebben in 2015 een totale besparing van 2.433,7 TJ opgeleverd. De belangrijkste ketenmaatregelen zijn: Verlengen levensduur van staalkabels door toepassen kunststof katrollen, waardoor bespaard wordt op de productie van staal. Dematerialisatie door terugbrengen dikte van de folie. Verbeteren grondstof voor productie isolatiemateriaal. Inzet duurzame energie De totale inzet van duurzame energie in de sector bedraagt 214,7 TJ in Dit ligt in lijn met voorgaande jaren en bestaat vrijwel volledig uit de inkoop van groene stroom. Opgemerkt dient te worden dat maar een klein deel van de bedrijven (10) duurzame energie opwekken of I

6 inkopen. Ten opzichte van 2005 is de inkoop van duurzame energie iets toegenomen, de het opwekken van duurzame energie is afgenomen. Vooruitblik Algemene ontwikkelingen De rubber- en kunststofindustrie heeft zich in 2015 opnieuw positief ontwikkeld en de ondernemers zijn positief gestemd over de ontwikkelingen in In alle deelsectoren worden topwaarden gescoord in de NRK Trend Index. De totale omzet groeide verder tot 8,6 miljard euro (2014) mede door de sterke groei van de export en het aantrekken van de Nederlandse consumptie. Het herstel uit zich ook in nieuwe investeringen en in meer banen: zowel in 2015 als in 2016 verwachten de bedrijven een stijging van zowel het aantal vaste- als flexibele werknemers. Zorgpunt voor de bedrijven is dat ze moeite hebben om voldoende gekwalificeerd personeel aan te nemen. Daarbij is er een grote scholingsbehoefte bij het huidige personeel. De sector maakt blijft zich zorgen maken over de schommelende kunststofprijzen en over de beschikbaarheid van grondstoffen. Al sinds voorjaar 2015 schommelen de prijzen van grondstoffen sterk en zijn er problemen met de verkrijgbaarheid van grondstoffen, waarbij de producenten zich deels beroepen op overmacht. Ketensamenwerking gericht op duurzame innovatie Een belangrijke ontwikkeling die zich verder doorzet is de toename van projecten waarbij innovatie in de keten centraal staat. NRK bedrijven werken samen met de grondstofleveranciers en klanten aan nieuwe slimme en duurzame producten. Veelal zijn in de projecten ook bedrijven betrokken die kunststof inzamelen en recyclen, en weer op de markt brengen als grondstof. Op deze wijze is de hele kunststof waardecirkel aanwezig en wordt er in de hele keten samengewerkt om duurzame producten te ontwikkelen en de grondstofcirkels te sluiten. Convenantactiviteiten De realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de Kansenkaart voor de bedrijven in de Rubber- en Kunststofindustrie is ook in 2015 met volle kracht voortgezet. In het kort is deze doelstelling als volgt te omschrijven: Door hergebruik, inzet van biomassa en recyclaat, duurzame producten en energiebesparing draagt de Rubber- en Kunststofindustrie bij aan de circulaire economie en bespaart in 2030 twee keer het eigen energieverbruik. Er is een agenda uitgevoerd met projecten op het gebied van energiezorg, gebruikersgroepen, circulaire economie, methoden en technieken en keten innovatieprojecten, waarbij de deelname en inbreng van de bedrijven centraal staat. In 2015 is tevens een regelhulp ontwikkeld ( Operation Clean Sweep ) waardoor binnen de good house keeping bedrijven het buiten het bedrijf verspreiden van zwerfafval voorkomen. Met een digitale vraagboom stellen de bedrijven vast welke maatregelen nodig zijn. Die maatregelen worden ingelezen in het Ondernemingsdossier zodat bedrijven hun acties op eenvoudige wijze kunnen plannen, uitvoeren en beheren. Een andere actie was het invoeren van alle MJA maatregelen en erkende energiebesparende maatregelen in het NRK milieu- en energiewerkboek. Dit stelt de bedrijven in staat al de geselecteerde maatregelen voor het EEP in het Ondernemingsdossier in te lezen en de II

7 uitvoering te plannen. Dit helpt hen vervolgens weer bij juist rapporteren in het kader van de monitoring MJA. Daarnaast is door de NRK een plan gemaakt voor de opzet van de NRK CE Academy (waarbij de CE verwijst naar Circulaire Economy). Doel van dit initiatief is de ervaringen die onze sector heeft met ketensamenwerking vast te leggen en te delen met andere bedrijven en branches en het initiëren van nieuwe ketenprojecten waarbij de toepassing de enabler is om energie- en duurzaamheidsvoordelen over de totale levensduur van producten te realiseren. Dit moet resulteren in de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten met een minimale ecovoetafdruk en zo bijdrage aan de doelstellingen van het convenant. In 2016 zal NRK actie nemen om de deelnemende bedrijven collectief te ondersteunen bij het ontwikkelen van hun nieuwe EEP voor de periode In samenwerking met enkele consultants zal een collectieve aanpak worden ontwikkeld. Doel hierbij is kwalitatief goede en ambitieuze EEPs te realiseren en tegelijkertijd de administratieve lasten van de bedrijven te beperken. Daarnaast zullen in 2016 minimaal 12 MJA ondersteunende projecten worden uitgevoerd waarbij nauw wordt samengewerkt met de partijen van (Kamer van Koophandel, RVO.nl, DPI Value Centre, InnovatieLink, hogescholen Windesheim en Stenden PRE, Saxion, Polymer Science Park en SPE met de NRK en branches) en onafhankelijke consultants die veel ervaring hebben met innovatie- en energieadvisering in onze industrie. III

8 Energieverbruik [TJ primair] Hoofdstuk 1. Inleiding Dit rapport bevat de resultaten van uw sector in het kader van het MJA3-convenant. De grafieken in hoofdstuk 2 tot en met 5 geven u overzichten van: De ontwikkeling van het energieverbruik van uw sector vanaf De verklaring van de verandering in energieverbruik ten opzichte van vorig jaar. De spiegeling ten opzichte van het meerjarenplan (MJP) van uw sector. De ontwikkeling van het effect van de PE-, KE- en DE-maatregelen vanaf 2009, waarbij alle relevante gegevens vanaf 2005 zijn meegenomen. Hoofdstuk 6 geeft de achterliggende informatie weer in tabellen. Dit sectorrapport is opgesteld op basis van de door bedrijven aangeleverde gegevens in het kader van de jaarlijkse MJA-monitoring. De berekeningen in dit rapport zijn gebaseerd op de methodiek energie-efficiency zoals die is afgesproken in het MJA3-convenant. Details over de methodiek kunt u vinden in de Handreiking Monitoring op de website van RVO.nl. Hoofdstuk 2. Overzicht ontwikkeling energieverbruik Onderstaande grafiek laat het jaarlijkse energieverbruik van uw sector vanaf 2009 zien Jaarlijks primaire-energieverbruik Elektriciteitsverbruik Aardgasverbruik Verbruik overige brandstoffen Warmteverbruik Concept MJA-Sectorrapport 2015 Rubber- en kunststofindustrie Pagina 1 van 8

9 Energie [TJ primair] Energieverbruik ,0 PE-maatregelen (besparend) - 105,9 Volume-effect (verhogend) 202,5 Overige invloedsfactoren (ontsparend) 156,0 Onverklaard (besparend) - 63,8 Energieverbruik ,8 Hoofdstuk 3. Verklaring verandering energieverbruik Onderstaande grafiek geeft aan in welke mate verschillende factoren de verandering in het energieverbruik tussen het verslagjaar en het jaar daarvóór verklaren Verklaring verandering energieverbruik 2015 t.o.v Maatregelen in het proces (PE-maatregelen) hebben een efficiency verhogend effect tot doel (het relatieve energieverbruik wordt minder). Het Volume-effect (effect door verschil in productiehoeveelheid) is verhogend (meer energieverbruik) bij hogere productie of verlagend bij lagere productie. In 2015 was er een lichte productiestijging te zien. Deze heeft geresulteerd in een volume effect van 203 TJ. Een klein deel hiervan komt door een bedrijf wat in 2015 voor het eerst heeft gerapporteerd. Het deel Overige invloedsfactoren is de optelsom van alle invloedsfactoren die de sector heeft gerapporteerd, zoals hogere/lagere capaciteitsbezetting ten opzichte van vorig jaar of gunstige/ongunstige weersomstandigheden ten opzichte van vorig jaar. Deze optelsom kan uiteindelijk besparend of ontsparend zijn. De post Onverklaard is de restpost. Deze restpost is besparend wanneer het berekende energieverbruik in het monitoringjaar (de optelsom van de eerste vier posten in de grafiek) hoger is dan het werkelijke energieverbruik. De restpost is ontsparend wanneer het berekende energieverbruik lager is dan het werkelijke energieverbruik. Hoe kleiner de restpost, des te beter het werkelijke energieverbruik in de sector is verklaard. In 2015 is deze restpost 64 TJ besparen, wat neerkomt op 0,6%. Een deel hiervan wordt veroorzaakt door één uittreder en één bedrijf wat niet heeft gerapporteerd over Concept MJA-Sectorrapport 2015 Rubber- en kunststofindustrie Pagina 2 van 8

10 Aandeel van energieverbruik Hoofdstuk 4. Spiegeling aan het MJP Onderstaande grafiek geeft de jaarlijkse ontwikkeling aan van het effect van de getroffen EEPmaatregelen binnen de sector ten opzichte van 2012, het jaar voorafgaand aan de beschouwde EEP-periode. De horizontale gestippelde lijn is de maximaal voorgenomen besparing voor 2016 op basis van zekere en voorwaardelijke maatregelen. De doorgetrokken horizontale lijn is de minimaal voorgenomen besparingen voor 2016 op basis van de zekere maatregelen. 35,0% Voortschrijdend resultaat versus MJP-doelstelling maximaal voorgenomen besparing 30,0% 25,0% 20,0% 15,0% 10,0% 5,0% 0,0% De MJA3 kent drie pijlers: procesefficiency, ketenefficiency en duurzame energie. Ketenefficiency kan nog worden onderverdeeld in twee categorieën: deelketen productie en deelketen product. Voor duurzame energie is eveneens een splitsing mogelijk: inkoop en (eigen) opwekking. Uitsplitsing van de resultaten naar de verschillende pijlers levert onderstaande grafiek op. Ook hier worden de jaarlijkse cijfers gepresenteerd ten opzichte van Concept MJA-Sectorrapport 2015 Rubber- en kunststofindustrie Pagina 3 van 8

11 KE-besparing PE-besparing Hoofdstuk 5. Resultaten per pijler Het MJA3-convenant kent drie pijlers: procesefficiency, ketenefficiency en duurzame energie. De grafieken geven de jaarlijkse effecten per pijler vanaf 2009 weer, met de kanttekening dat alle relevante gegevens vanaf 2005 in berekeningen van de resultaten zijn verwerkt. Deze resultaten zijn aangegeven als percentage van het energieverbruik van de sector. 18,0% 16,0% PE-maatregelen (cumulatief berekend vanaf 2006) 14,0% 12,0% 10,0% 8,0% 6,0% 4,0% 2,0% 0,0% De efficiencyverbetering door procesefficiencyverbetering maatregelen bedraagt in ,0%. Dit is lager dan vorig jaar. Over de hele periode vanaf 2005 is nu een efficiencyverbetering van ruim 16% zichtbaar. KE-maatregelen (jaarlijks effect ten opzichte van 2005) 25,0% Productieketen Productketen 20,0% 15,0% 10,0% 5,0% 0,0% -5,0% De efficiencyverbetering door ketenprojecten is in 2015 fors toegenomen ten opzichte van Concept MJA-Sectorrapport 2015 Rubber- en kunststofindustrie Pagina 4 van 8

12 Aandeel van energieverbruik Aandeel DE DE-maatregelen (jaarlijks effect ten opzichte van 2005) 1,0% Inkoop Opwekking 0,0% -1,0% ,0% -3,0% -4,0% -5,0% De toepassing van duurzame energie ligt ongeveer op hetzelfde niveau als vorig jaar, hoewel de besparing nog steeds onder het niveau van 2005 ligt, vooral omdat de opwekking van duurzame energie lager is dan in Het betreft hier overigens slechts een gering aantal projecten: het grootste deel van duurzame energie maatregelen bestaat uit het inkopen van duurzame energie. Tenslotte zijn in onderstaande figuur de resultaten over de totale periode van het MJA3- convenant weergegeven ten opzichte van de doelstellingen uit de Meerjarenplannen voor resp , en De opeenvolgende doelstellingen zijn afgezet op het resultaat dat is bereikt in het jaar vóór de nieuwe MJP-periode. In de periode bleef het resultaat sterk achter bij de doelstelling voor die periode, voornamelijk vanwege lagere besparingen door ketenprojecten (door lagere afzet van producten) en minder inkoop van duurzame energie. Daarom ligt de voorgenomen besparing voor 2016 lager dan die voor De voorgenomen besparingslijnen zijn gebaseerd op de maximaal voorgenomen besparing, d.w.z. zekere + voorwaardelijke maatregelen. Naast het totaalresultaat is ook het resultaat door procesefficiency weergegeven. Voortschrijdend resultaat versus voorgenomen besparing MJP MJP MJP MJP Resultaat totaal Resultaat PE 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Concept MJA-Sectorrapport 2015 Rubber- en kunststofindustrie Pagina 5 van 8

13 Tabellen De eerste tabel hieronder bevat de gerapporteerde gegevens over het jaarlijkse energieverbruik en de uitgevoerde maatregelen vanaf De tweede tabel geeft een overzicht van het effect van geplande en gerealiseerde maatregelen op jaarbasis ten opzichte van Er is daarbij niet gecorrigeerd voor gewijzigde omstandigheden (bijvoorbeeld het productieniveau). Alle waarden in tabel 1 en 2 zijn in TJ primair per jaar. De derde tabel geeft een overzicht van alle bedrijven die vanaf 2005 hebben gerapporteerd. Van deze bedrijven zijn alle beschikbare cijfers vanaf 2005 tot en met 2015 in het sectorrapport verwerkt. In de derde kolom is per bedrijf aangegeven of de gegevens over 2015 in dit rapport zijn meegenomen. Tabel 1 Energie- en besparingscijfers. Resultaten per jaar [TJ] Werkelijk energieverbruik Besparing door PE-maatregelen KE-besparing in de productieketen KE-besparing in de productketen Inkoop van duurzame energie Opwekking van duurzame energie Tabel 2 Effecten van uitgevoerde maatregelen in Categorie Procesefficiency Ketenefficiency Duurzame energie Subcategorie Effect [TJ] ten opzichte van 2012 Verwacht eindresultaat in 2016 (MJP) Gerealiseerd jaarlijks effect t/m verslagjaar Procesmaatregelen 249,3 233,2 Installaties en gebouwen 221,4 133,1 Energiezorg en gedragsmaatregelen 191,9 104,2 Strategische projecten 35,3 24,6 Subtotaal procesefficiency 698,0 495,0 Maatregelen in de productieketen 1.682, ,2 Maatregelen in de productketen 120,0 23,4 Subtotaal ketenefficiency 1.805, ,7 Inkoop van duurzame energie 208,1 126,4 Opwekking van duurzame energie 16,1-4,7 Subtotaal duurzame energie 224,1 121,8 Totaal 2.670, ,5 Concept MJA-Sectorrapport 2015 Rubber- en kunststofindustrie Pagina 6 van 8

14 Tabel 3a Deelnemende bedrijven binnen de sector inclusief (historische) uittreders. Bedrijfsnaam Status in 2015 Meegenomen in 2015? 4 PET Recycling BV Deelnemer Ja Acodeq Kunststoffen Industrie BV Deelnemer Ja Addcomp Holland B.V. Deelnemer Ja Advanced Medical Solutions BV Deelnemer Ja AFP Holland BV Deelnemer Ja Alkor Draka BV Deelnemer Ja Apollo Vredestein BV Deelnemer Ja BASF Nederland B.V. Deelnemer Ja Bema Kunststoffen BV Deelnemer Ja Berdal Rubber & Plastics Twentse rubber & plastics Deelnemer Ja BN International BV Deelnemer Ja BPI Indupac BV Deelnemer Ja Caligen Europe BV Deelnemer Ja Carlisle Construction Materials BV Deelnemer Ja Cedo Recycling BV Deelnemer Ja CurTec Nederland bv Deelnemer Ja Draka Interfoam Deelnemer Ja DS Plastics BV Deelnemer Ja Dunlop Conveyor Belting Deelnemer Ja Dyka Deelnemer Ja Eagle Simrax BV Deelnemer Ja Ertecee BV Deelnemer Ja Essentra Extrusion BV Deelnemer Ja Euro Mouldings BV Deelnemer Ja Fardem Packaging bv Deelnemer Ja Flestic BV Deelnemer Ja Flevo Rubber Compounding Deelnemer Ja Flevo Rubber Extrusion B.V. Deelnemer Ja Folietechniek International BV Deelnemer Ja Forbo-Novilon B.V. Deelnemer Ja Future Pipe Industries BV Deelnemer Ja Haval Disposables BV Deelnemer Ja Helvoet Rubber & Plastic Technologies B.V. Deelnemer Ja HK Plastics BV Deelnemer Ja Holonite BV (Tholen) Deelnemer Ja Hordijk Spuitgiet Verpakkingen Deelnemer Ja Hordijk Verpakkingsindustrie BV Deelnemer Ja Hordijk Verpakkingsindustrie BV Verpakkingen en Isolatieprodukten Deelnemer Ja Howden Netherlands BV Deelnemer Ja Industrie & Handelmij. Rivièra BV Deelnemer Ja Jindal Films Europe Kerkrade B.V. Deelnemer Ja Kivo Plastic Verpakkingen Deelnemer Ja Koninklijke Verpakkingsindustrie Stempher BV ( folie ) Deelnemer Ja Krehalon Industrie B.V. Deelnemer Ja Kunststoffen Industrie Waalwijk BV Deelnemer Ja Mauser Benelux BV Deelnemer Ja Moens Mouldings Deelnemer Ja Oerlemans Plastics BV (Giessen) Deelnemer Ja Oerlemans Plastics BV / Oerlemans Packaging BV Deelnemer Ja Omefa Deelnemer Ja Pekago Kunststoffen BV Deelnemer Ja Perfon BV / Oerlemans Packaging BV Deelnemer Ja Phillips Medisize Netherlands B.V. Deelnemer Ja Pipelife Nederland BV Deelnemer Ja Plasthill BV Deelnemer Ja Plastic Herverwerking Brabant BV Deelnemer Ja Concept MJA-Sectorrapport 2015 Rubber- en kunststofindustrie Pagina 7 van 8

15 Bedrijfsnaam Status in 2015 Meegenomen in 2015? Plastic Herverwerking Brabant BV Deelnemer Ja Plastic Industrie Twente BV Deelnemer Ja Plasticon The Netherlands BV Deelnemer Ja Poly Products BV Deelnemer Ja Polycomp BV Deelnemer Ja Polytec Plastics NL B.V. Deelnemer Ja POLYTEC-COMPOSITES NL B.V. Deelnemer Ja Profextru BV Deelnemer Ja Promens Zevenaar b.v. Deelnemer Ja QEW Engineered Rubber B.V. Deelnemer Ja Quadrant EPP Nederland BV Deelnemer Ja Recticel BV (Kesteren) Deelnemer Ja Renolit Nederland BV Deelnemer Ja Reobijn BV Deelnemer Ja RPC Bebo Deventer BV Deelnemer Ja RPC Packaging Kerkrade BV Deelnemer Ja Rubber Resources BV Deelnemer Ja Ruma Holding BV Deelnemer Ja Schoeller Allibert Deelnemer Ja Sekisui Alveo BV Deelnemer Ja Sekisui Jushi Strapping BV Deelnemer Ja Snelcore BV Deelnemer Ja Sonoco Plastics BV Deelnemer Ja SPHERE Nederland BV Deelnemer Ja Stramit BV Deelnemer Ja Sylvaphane Plastics BV Deelnemer Ja Synbra Technology BV Deelnemer Ja Synprodo Produktie BV Deelnemer Ja Timmerije BV Deelnemer Ja TN Plastics BV Deelnemer Ja TPP Technische Profielen Produktie BV Deelnemer Ja Trelleborg Ridderkerk BV Deelnemer Ja Trespa International BV Deelnemer Ja Veolia Polymers NL B.V. Deelnemer Ja Vernay Europa BV Deelnemer Ja Verpakkingsindustrie Velsen BV Deelnemer Ja Wavin Nederland BV Deelnemer Ja Wisa BV Deelnemer Ja Witcom Engineering Plastics BV Deelnemer Ja Wittenburg b.v. Deelnemer Ja Kunststofplus BV Deelnemer Nee Genap BV Deelnemer (toetreder) Nee Paardekooper Beuningen BV Deelnemer (toetreder) Nee Paardekooper Verpakkingen BV Deelnemer (toetreder) Nee Oosterwolde Plastic Industrie (OPI) Deelnemer (toetreder) Nee Oltshoorn Verpakkingen (paardekooper) Deelnemer (toetreder) Nee De Wit Plastic B.V. Deelnemer (toetreder) Nee Else Plastic Industrie B.V. Deelnemer (toetreder) Nee Proproduct B.V. Deelnemer (toetreder) Nee Vand der Windt Deelnemer (toetreder) Nee *** Concept MJA-Sectorrapport 2015 Rubber- en kunststofindustrie Pagina 8 van 8