H.B.G. Ganzeboom* I. Inleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "H.B.G. Ganzeboom* I. Inleiding"

Transcriptie

1 I v I Cultuurdeelname als verwerking van infrmatie f. verwerving van status. Een cnfrntatie van twee alternatieve verklarende therieen aan de hand van reeds verdcht nderzek H.B.G. Ganzebm* Summary L In this article tw theries are develped explaining differential participatin in high cultural activities. The first ne, the 'infrmatin thery', is an elabratin f the prgrammatic statement that differential participatin in cultural events between individuals must be explained by the difference in infrmatin prucessing capacities f persns, and that differences in participatin rates between events can be explained accrding t the cmplexity f the infrmatin prcessed. The secnd ne, the 'status thery', is an elabratin f the prgrammatic statement that participatin in cultural events is afunctin f the status a persn wants t have, and that differences in participatin rates between events are related t the status rendering characteristics f these events. In assessing the relative empirical value f the tw cmpeteting ex planatry theries, we review results frm (mainly) Dutch research n leisure and cultural cnsumptin. It is cncluded that the infrmatin thery gives a smewhat better accunt f these results, but that the status thery cannt be discarded. I. Inleiding In dit artikel wrdt het prbleem aan de rde gesteld waarm smmige mensen frequent deelnemen aan culturele activiteiten en andere niet, f in mindere mate. Na een krte begripsbepaling zullen ter beantwrding van dit prbleem twee alternatieve verklarende therieen wrden uitgewerkt. Aan de hand van resultaten van reeds verricht nderzek naar cultuurdeelname zul- I j r ( De alliellr is werklaam bij de Vakgrep Theric en MClhdlgie van de Scilgic Ie Ulrc,hl. Dil arlikcl is een bewerking van Ct.'n IC/ing gehllden vr de Werkgcmeen~l'hap Vcr klarende Scilgic, mei Mens en Maalschappij n. 4 jrg

2 len we vr 10 aspecten van het cultuurparticipatieprces bespreken welke vrspeilingen uit elk van beide therieen kunnen wrden afgeleid, en in heverre deze vereenkmen met de resultaten van dit nderzek.' J. J. Begripsbepaling Onder 'cultuur' wrd! hier 'Cultuur' verstaan, het terrein van de '(schne) kunsten' f 'high culture'. We gebruiken deze term dus in zijn alledaagse betekenis, niet in zijn scilgische veralgemening. Welke activiteiten we precies nder cultuur zuben rekenen, laten we nafgegrensd. Ter bepaling van de gedachten zij het vldende theater, film, cncert, musea en tentnstellingen, beeldende kunst, en beken en tijdschriften te nemen. Verder zuben we de vlgende equivalente termen gebruiken: cultuurparticipatie, cultuurcnsumptie, cultuurdeelname, culturele activiteit(en) en varianten daarvan. Al deze termen zijn namen vr gedragingen van persn en, en wei het bezeken van culturele evenementen f het gebruik maken van culturele faciliteiten en instellingen. We hanteren niet het nderscheid tussen passieve (bezek) en actieve (zelf den) cultuurparticipatie. 'Passieve' culturele cnsumptie heet hier dus culturele activiteit. J.2. Twee theretische gezichtspunlen De twee theretische gezichtspunten p cultuurdeelname zijn de infrmatie (verwerkings)therie en de status (verwervings)therie. Beide kunnen wrden teruggevnden in cmmn sense-ideeen ver cultuur, en hebben daarnaast een uitgewerkte wetenschappelijke achtergrnd. Vr wat betreft de infrmatieverwerkingstherie kan deze wrden gevnden in het psychlgisch werk van Mles (1958), Berlyne (1974), Berlyne & Madsen (1973) en Eysenck (I %7, 1968). Het uitgangspunt wrdt hierbij gevrmd dr hypthesen en experimenten ver de verwerking van en waardering vr artist ieke stimuli. Deze nderzekstraditie der 'infrmatie-esthetica' is besprken in Ganzebm (l982a). De achtergrnd van de statusverwervingstherie is meer scilgisch van aard. De rsprng kan gevnden wrden in Veblens (1899) therie ver de 'leisure class' en haar 'cnspicuus cnsumptin', en Weber~ (1921) invering van he! 'stand'-begrip en de daarbij behrende levensstijl. Recent zijn de bijdragen van Hmans (1974) en Cllins (1975, 1979) van belang. J.2. J. De injrmatieverwerkingstherie De infrmatieverwerkingstherie van cultuurparticipatie is een uitwerking van de gedachte dat culturele cnsumptie een vrm is van verwerking van (cmplexe) infrmatie, en dat verschillen in cnsumptie tussen persnen verklaard kunnen wrden uit verschillen in infrmatieverwerkingscapaciteit tussen persnen. Verschillen in mate van cnsumptie tussen cultuurvrmen kunnen verklaard wrden met verschillen in cmplexiteit van infrmatiea~nbd. daarbij.. Uitgangspunt is dat mensen het ver het algemeen prettig vmden mfrmatte te verwerken. Een plezierige ervaring ntstaat wanneer icmand telkens pnieuw gecnfrnleerd wrdt met een nieuw prbleem en er in slaagt dat prbleem tt een plssing te brengen. Er bestaat even wei k de mgelijkheid dat infrmatie-aanbd te cmplex is, als chatisch wrdt ervaren en negatieve gevelens wekt. Culturele stimuli kunnen gekarakteriseerd wrden als een eindelze brn van nieuwe infrmatie, die men tt p zekere hgte naar eigen vrkeur, vermgen en temp kan verwerken. Vandaar (lnt veel mensen het leuk vinden m p de een f andere manier en p het een 0: andere terrein cultuur te cnsumeren. In smmige gevallen is de culturele inturmatie echter te cmplex en wekt geen pleziergevelens. Er zijn drie individuele kenmerkc'1, die iemand beter geschikt maken m infrmatie te verwerken: een grter ermgen infrmatie te verwerken kenni~ van/gewenning aan de gebden infrmatie en vrkeur vr cm~lexitelt. Een eerste individuele differentier ende factr p het gebicd van infrma I~:vcrwcrking is het vermgen tl he verwerken van injrmalie. Een belangf1jke vrm hiervan is intelligent ie, lader te mschrijven als het vermgen cgnitieve infrmatie te verwerken. Intelligente mensen verwerken cmplexe vrmen van cgnitieve infrmatie gemakkelijker dan minder intelligente mensen en zullen dus meer plezier beleven aan cmplexe infrmatie. Intelligentie is een kenmerk waarvan de werking kan ptreden in een grt aantal uiteenlpende vrmen van cultuurparticipatie. Dat is belangrijk, mdat intelligentie scherp samenhangt met lidmaatschap van een maatschappelijk aanwijsbare grep, namelijk die van de hger pgeleiden. OpJeidin6 is cen schifting van individuen naar talenten p cgnitief gebied. Het is mgelijk dat k p andere gebieden vermgens zullen bestaan die infrmatie p dat gebied beter verwerkbaar maken vr een persn. Hier vah te denken aan specifie1<e vermgens p he! gebied van waarneming van ruimtelijke en beeldende vrstellingen, maar in het bijznder aan muzikalileit. Er is weinig reden aan te nemen dat muzikaliteit met intelligentie verband hudt, nch dat het nderwijsstelsel een schifting p andere vermgens dan intelligentie teweeg brengt. Een Iweede individueel differentierende factr p het gebied van infrmalieverwerking is de kennis en ejening die men wat betreft de aangebden in- 342 M~lIs ell Maalschappij n. 4 jrg J4J

3 frmatie al heeft. Iemand die al vertruwd is met een culturele uiting f p de verwerking van deze infrmatie bijznder getraind is, zal gemakkelijker cmplexe infrmatie verwerken en daaraan meer plezier beleven. Zals bij de vermgens tt infrmatieverwerking is er hier weer een sterke relatie tussen de genten pleiding en kennis en vaardigheid wat betreft intellectuele, cgnitieve cultuurvrmen. Een tweede brn van kennis en efening kan gelegen zijn in de training in het uderlijk gezin en een derde in zelfwerkzaamheid p dit gebied. De derde individueel differentierende factr p het gebied van infrmatieverwerking is vrkeur vr cmplexiteit. Dit wrdt in de psychlgie extraversie genemd, de tegenpl intrversie. Intrverten 2 zijn mensen die een vrkeur hebben vr weinig stimulering van buitenaf. Zij zeken deze dan k niet en hebben een negatieve waardering vr een vervled aan infrmatie. Extraverten zijn daarentegen mensen die een vrkeur hebben vr veel stimulering van buitenaf. Zij zeken deze en hebben eerder een negatieve waardering vr gebrek aan infrmatie. Derhalve zullen mensen die hg scren p een extraversieschaal meer aan culturele activiteiten meeden en een vrkeur hebben vr cmplexere vrmen daarvan. De waarde van deze vrspelling is zuiver theretisch. Intrverten en extraverten zijn niet aanwezig in een maatschappelij k aanwijsbare grep, dus is de praktische waarde van deze vrspelling waarschijnlijk vrij beperkt. We bekijken haar tch, mdat zij een verschtgehalte van de infrmatieverwerkingstherie geeft, en bevestiging een uniek argument geeft dat cultuurparticipatie een zaak van infrmatieverwerking is. Vanuit de infrmatieverwerkingstherie is vrts het idee van belang dat cultuurvrmen kunnen wrden geschaald naar cmplexiteit en dat meilijkere vrmen meer plezier zullen verschaffen bij hen die dr vermgens, kennis f vrkeur beter geschikt zijn cmplexere culturele infrmatie te verwerken. Wat gemakkelijk f meilijk is, kan p een aantal manieren wrden uitgemaakt. In de eerste plaats zijn hierver alledaagse ideeen in mlp. Flutrmans zijn gemakkelijker dan literaire rmans. Mzart is meilijker dan Abba. Ten Iweede kan men hypthesen ver cmplexiteit van cultuurvrmen frmllieren. Een hypthese waarvan wij gebruik zullen maken, is dat de hedendaagse, mderne en experimentele vrmen van cultuur meilijker zijn dan de udere, klassieke en traditinele vrmen van cultuur De slatusverwervingstherie De statusverwervingstherie van cultuurparticipatie is een uitwerking van de gedachte dat culturele cnsumptie een vrm is van verwerving f bekrachtiging van een hg sciaal prestige, en dat verschillen in cnsumptie tussen 344 persnen en tussen cllltuurvrmen verklaard kunnen wrden uit verschillen in status en statusnastreving tussen persnen. Verschillen tussen cultuurvrmen kunnen verklaard wrden uit verschillen in statusverlenend karakter. Uitgangspunt is dat ctrltuurparticipatie in nze samenleving wrdt gezien als behrend bij hgere statllsgrepen. Veel mensen vinden het aantrekkelijk zich een z hg mgelijke status te verwerven. Dit echter vrzver dit enigszins binnen het bereik ligt. Vr mensen vr wie de hge maatschappelijke status die met cultuurdeelname geasscieerd wrdt ten enenmale nbereikbaar is, zal het nastreven ervan frustrerend zijn. Ze zullen dit dus nalaten. Het streven van hgere grepen nl via cultuurparticipatie status te verwerven fte bevestigen, vindt derhalve een cmplement in de weerzin van lagere grepen hiertegen. Als cllltuurparticipatie geasscieerd wrdt met een hge maatschappelijke status, dan geldt dat he hger de status is van de grep waarvan iemand deel uitmaakt, des te meer men cultureel actief zal zijn. De drie belangrijke dimensies van maatschappelijke status zijn: pleiding, berep en inkmen. Van deze drie is berep de klassieke prestigedimensie. Deze is definierend vr de klasse f levensstijlgrep waarvan men deel uitmaakt. We verwachten van alle statusdimensies een psitief effect p cultuurparticipatie, maar in het bijznder van berepsprestige. Een tweede individueel differentierende factr p het gebied van stat lisverwerving is de incnsistentie van slatusjactren. Veel mensen behren niet eenduidig bij een gegeven statusgrep, maar behren f behrden tt verschillende statusgrepen. Twee gevallen hiervan zijn incnsistentie tussen pleiding en berep f tussen milieu van herkmst en huidige status. We zullen in het bijznder kijken naar het geval waarin mensen een hger berep hebben dan 'laar hun pleiding verwacht mcht wrden, en naar het geval waarin men afkmstig is uit een lager milieu dan waarvan men nu deel uitmaakl. Deze gevallen zijn analg in de zin dat de bereikte status hger is dan de status p het punt van uitgang. We vernderstellen dat nder deze twee grepen van sciale stijgers er een sterke neiging zal bestaan de bereikte status te beklemtnen en dr culturele activiteiten de lagere statusherkmst te cmpenseren. Vanuit de statusver",ervingstherie is vrts het idee van belang dat cultuurvrmen kunnen wrden ingedeeld naar mate van statusverlening en dat felatief statusverlenende vrmen meer in de belangstelling zullen staan bij grepen die dr cultuurparticipatie status willen verwerven f benadrukken. Wat statusverlenend is en wat niet f in mindere mate berust p een aantal factren. We denken dat een cultuurvrm meer statusverlenend is: - naarmate er meer representatieve aanwezigheid vereist is; Mens en Maalschappij n. 4 jrg H2 345

4 er een sterk ere nadruk Jigt p de ntmeting en cmmunicatie tussen deelnemers; - de inhud van het gebdene de kennelijke status van de aanwezigen symbliseert, althans deze niet aantast. 2. VergeJijking van de beide therieen en bekende nderzeksresultaten We willen nu tt een vergelijking van deze gezichtspunten kmen en bekijken in welke mate elk van beide met de werkelijkheid vereenkmt. Het zal duidelijk zijn dat beide therieen een aantal vrspellingen gemeen hebben. Z kan uit beide therieen verklaard wrden waarm hge statusgrepen zveel aan culturele activiteiten deelnemen. Maar belangrijker is dat de beide therieen k zeer uiteenlpende vrspellingen den. Op vrhand kunnen we al vaststellen dat geen van beide p lgische grnden de andere als afgeleid nderdeel zu kunnen bevatten. Theretisch hebben ze verschtgehalte ten pzichte van elkaar: zij den beide uitspraken die juist niet in het alternatief thuishren. Precies p deze vrspellingen dient ver de verhuding tussen de beide alternatieven beslist te wrden. We vergelijken de beide therieen in het licht van bekende resultaten van het nderzek naar cultuurparticipatie. Vraf zullen enige pmerkingen wrden gemaakt ver meilijkheden die ptreden bij het gebruiken en vergelijken van resultaten van reeds gepubliceerd nderzek. Vervlgens zal vr een tiental aspecten van het cultuurparticipatieprces een uitwerking van de twee therieen wrden gegeven. De afgeleide vrspeilingen uit de twee therieen zijn verzameld in een verzicht Keuze van nderzeksverslagen Het nderzek naar culturele activiteiten behrt tt de udere en in kwantiteit meest ntwikkelde tradities van Nederlands sciaal-wetenschappelijk nderzek. Reeds in 1955 zijn twee grte surveys (CBS, 1959; De Wlff & Hissing, ]957) gehuden, en in de zestiger en zeventiger jaren is het nderwerp regelmatig pnieuw ter hand genmen. Er zijn zwel grte verzichtssurveys als een grte heveelheicl kleinere publieksnderzekingen te vinden. Tch is het niet juist Ie denken dat dr deze relatief grte strm van empirische gegevens er een gedetailleerd en gekwantificeerd beeld van culturele 346 publieksgrepen bestaat. Integendeel, wanneer men dit terrein verziet, is het meilijk tt empirische generalisaties te kmen. De belangrijkste redenen hiervr liggen in methdlgische meilijkheden. Deze zijn: - Veel nderzekingen p dil gebied zijn publieksnderzekingen, die dr hun pzet slechts indirect Iicht kunnen werpen p de vraag wie wei en wie niet aan culturele activiteiten deelnemen, en waarm. Om deze vragen te kunnen beantwrden met men immers een zdanige drsnee van de bevlking nderzeken dat daarin een vergelijking gemaakt kan wrden tussen persnen die wei en niet deel uitmaken van een culturele publieksgrep. Gegevens van publieksnderzekingen kunnen slechts in een vergelijkend perspectief getrkken wrden als I. kenmerken van de publieksgrep vergeleken kunnen wrden met standaardgegevens ver de bevlking, f 2. binnen die publieksgrep een vergelijking wrdt gemaakt tussen persnen die weinig en veel deelnemen en tegelijkertijd verndersteld wrdt dat die vergang veellijkt p die tussen al dan niet deelnemen. Van de eerste mgelijkheid is zelden, van de tweede mgelijkheid wat vaker gebruik gemaakt. - Onderzekingen zijn slechts zelden z pgezet dat ze vergelijkbaar zijn. Er zijn p dit terrein - zals veral in de scilgie - weinig gestandaardiseerde meet instrument en vrhanden. Verschillen in steekpreftrekking, verschillen in vraagstelling, hercderingen en het gebruik maken van verschillende statistische analysetechnieken zijn er alleinaal vr een deel vr verantwrdelijk dat een exacte vergelijking van resultaten een cmplexe pgave is. - De nderzeksserie wrdt slechts in beperkte mate gekarakteriseera dr een systematisch nderzek naar dezelfde hypthesen. Vaak is er van ideeen vraf nauwelijks sprake. En als dat wei het geval is, blijven deze vaak impliciet en passen slecht bij de remltaten in vrig nderzek. Het ligt Iliet in nze bedeling de traditie van empirisch nderzek naar cul Illllrparticipatie met deze pmerkingen te diskwalificercn. We willen slechts aanduiden welke meilijkheden ptreden bij hel samenvatlen van de resliltalen van dit nderzek. Een beperking van de dr ns weer te geven nderzckslileratlll1f is dal zij vr het grl 'e deel betrekking heeft p Nederlandse nderloekingen. Wat betreft deze tl aditie is'geprbeerd de belangrijkste prjecten sinds 1955 (ten de eerste gr1e surveys zijn gehuden) bij elkaar Ie krijgen. Niet is gepgd k het bllitenlands nderzek te cveren. Hiernaar zijn slechts incidellled IJerwijzingcn pgcnmcn. Mens en Maalschappij n. 4 jrg )/!2 347

5 De vergeleken nderzeksverslagen De dr ns vergeleken nderzeksverslagen laten zich indelen naar nderzchte culturele activiteiten. Het basismateriaal vr vergelijking wrdt geleverd dr een grep nderzekingen die cultuurparticipatie in het algemeen, f meerdere culturele activiteiten (als vrm van vrijetijdsbesteding) tt nderwerp hebben. Op basis van deze nderzekingen kan het gemakkelijkst een vergelijking wrden gemaakt tussen wei en niet deelnemen. Het zijn: de vrijetijdssurveys van het CBS (1959, 1965) en de leefsituatiesurveys van het SCP (1974, 1976, 1978) en het CBS (1979). Ok De Wlff & Hissing (1957) is een zeer grt survey van udere datum. Het nderzek van WippIer (1968) is erg bepalend geweest vr de inrichting van andere vrijetijdsnderzekingen. De nderzekingen van Van Delden (1%9) en Veen (1969) zijn exacte replicaties van een aantal vragen uit dit Grnings vrijetijdsnderzek vr respectievelijk een Nederlandse steekpref en een vergelijkbare stad (Guda) 15 jaar later. Ok Kamphrst & Van Besuw (1971) hebben een aantal vragen van Wippler gerepliceerd. Stppelenburg (1979) is een recent landelijk nderzek met cultuurdeelname als hfdnderwerp. In principe biedt dit nderzek de meest recente en uitgebreide gegevens p dit terrein. De verslaggeving is echter dr een wat specifieke keus van analysetechniek (discriminantanalyse) wat meilijk p waarde te schatten. Tffler (1964), Kand (1975), Bauml& Bwen (1966), Van Mechelen (l966) en Dumazedier & Ripert (1966) bieden een uitzicht p de gang van zaken bij cultuurparticipatie in respectievelijk de Verenigde Staten, Belgie en Frankrijk. Wat betreft theaterbezek bekijken we Zweers & Welters (1970), een verzichtsstudie van een grt aantal nderzekingen naar theaterbezek in Nederland. Daarnaast Asselbergs-Neessen (1969) en Kamphrst & Van Besuw (1970), twee publieksnderzekingen (van de schuwburgen van Nijmegen, respectievelijk Utrecht), die zich nderscheiden dr een pzet, waarin naast het publiek k een cntrlegrep is ndervraagd. Vr cncertbezek hebben we Valkman & Jansen (1975, 1981), een verzicht van een grt aantal nderzekingen naar cncertbezek in Nederland. Belangrijk zijn vrts De Jager (1%7) en Overste (1973), twee nderzeken waarin evenwel niet erg zrgvuldig met de empirische gegevens wrdt mgesprngen. Met wat heranalyse (zie Valkman & Jansen) zijn er tch een paar aardige dingen uit Ie halen. Bertier (1976) en Dllase (1978) bevatten enkele interessante bevindingen ver muzikale vrkeuren. Vr dans en ballet hebben we Schrijnen-VanGastel (1974), een verzichtsstudie. Op beeldende kunstlmusea hebben betrekking: Valkman (1969) en Dij kman & Oppenhuizen (1980) ver respectievelijk het publiek van het Rijks- en Stedelijk Museum. Welters & Eykman (1976) en Welters & Eykman (1978) zijn studies ver de samenstel- 348 ling van het publiek van aankpsubsidies en arttheken. Hierin wrdt een andere methde tegepast m publieksgrepen te vergelijken met nietparticipanten: vergelijking met bekende statistische gegevens ver de bevlking. Over lezen bestaat 'Leesgedrag en biblitheekgebruik' (1975) en de 'Speurwerkbekenmnibus' ( I). Lezen is een vrm van cultuurparticipatie waaraan zveel wrdt meegedaan dat het meilijk en verbdig is een publieksnderzek te huden. Hewel we hier dus de beschikking hebben ver nderzek van een drsnee van de bevlking, en we vergelijkingen kunnen maken tussen wel- en niet-iezers, levert dit niet veel p, mdat deze nderzekingen theretisch weinig zijn nderbuwd. In Eykman (1981) wrdt wat systematischer een beeid van de lezer geschetst Samenhang tussen vrmen van culturele activiteit Als een van de 'well established facts' van cultuurparticipatie-nderzek kan gelden dat er een stevige crrelatie bestaat tussen allerlei vrmen van cultuurparticipatie. Wanneer men van iemand weet dat deze deelneemt aan een vrm van culturele activiteit, dan is er een meer dan gemiddelde kans dat die persn k deel uitmaakt van andere culturele publieksgrepen. Een lijst van bevestigingen van deze uitspraak is de vlgende. In 1%1 cnstateertln 't Veld-Langeveld dat kunstkpers vaker naar het museum gaan, vaker beken kpen en vaker tentnstellingen bezeken. In 1968 heeft Wippler een grt aantal vrijetijdsbestedingen gefactranalyseerd. De clustering van activiteiten is zeer sterk vr de vier vrmen van cultuurparticipa'ie: bezek aan biscpen, cncert, schuwburg en schilderijententnstellingen. Deze resultaten zijn gerepliceerd in de nderzekingen van Van Delden (1969), Kamphrst& Van Besuw(l971), en Veen(l981). Kamphrst& Van Besuw vinden daarnaast ng een samenhang met beken lezen. Ok uit de leefsitualiesurveys (SCP, 1974, 1978; CBS, 1979) kmt de samenhang naar vren lussen deze cultuurparticipatievrmen en andere, zals het bezek aan mnumenten en bezienswaardigheden. In 'Leesgedrag en biblitheekgebruik' (1975) wrdt een verband gecnstateerd lussen lidmaatsc~ap van biblitheken en het bezeken van tentnstellingen, theater, lezingen en musea. In hun nderzekingen van 1976 en 1978 stell en Welters & Eykman vast dat kunstkpers en kunstleners niet aileen meer naar musea, tneel en cncert en gaan dan de gemiddelde Nederlander, maar k meer dan bezekers van een aantal cultuurmanifestaties. Over het algemeen kan dus gecncludeerd wrden dat verschillende cultuurparticipatievrmen sterk met elkaar samenhangen. Incidenteel blijkt uit nderzek k wei eens dat de samenhang minder sterk is, en dat bijvr- Mens en Maalschappij n. 4 jrg

6 beeld lezen bij (rthgnale) factranalyse in een andere dimensie terecht kmt dan andere cultuurvrmen (Wippler, I %8). Maar uitdrukkelijk wijzen we erp dat we nit hebben gevnden dat activiteiten negatief met elkaar samenhangen. De bevinding van samenhang tussen cuiturele activiteiten is minder triviaal dan men z p het eerste gezicht zu den ken. Men met dit gegeven namelijk zien legen de achtergrnd van het feit dat culturele activiteiten tt de relatief tijdsintensieve vrmen van gedrag behren. Het eigene van tijdsintensieve gedragingen is dat ze ten kste van elkaar gaan, zeker wanneer we welen dat de heveelheid vrije tijd, die ieder tt zijn beschikking heeft, relatief cnstant is. Hieruit zuden we verwachten dat er een negatieve crrelatie bestaat tussen het deelnemen aan verschillende cultuurvrmen. Dat deze niet ptreedt, kan niets anders betekenen dan dat de gemeenschappelijke determinanten van culturele activiteiten een zeer sterk effect hebben. De sterke samenhang tussen de verschillende vrmen zegt verigens niet zveel ver de verklarende waarde van de dr ns geschetste therieen. Zwel binnen de statusverwervingstherie als de infrmatieverwerkingstherie kunnen we een dergelijke samenhang plaatsen (niet zzeer: verwachten). Beide wijzen immers vr aile vrmen van cuituurparticipatie dezelfde determinanten aan. Om tt een vergelijking te kmen van beide therieen met men hypthesen maken ver de mate waarin culturele activiteiten met elkaar samenhangen. Bij de infrmatieverwerkingstherie kunnen we verwachten dat met name de srten verlappen, die dezelfde kennis en vaardigheden vragen. Een vrbeeld hiervan is museumbezek en het bezichtigen van mnumenten, waarvr beide histrische kennis nuttig is. Bij de statusverwervingstherie zuden we daarentegen verwachten dat de vrmen verlappen waaraan in eenzelfde mate status kan wrden ntleend. Een mie test case vr beide therieen is de verlap tussen theater- en cncertbezek. Vanuit de infrmatieverwerkingstherie bezien, den deze een ngal verschillend berep p kennis en vaardigheden. Bezekers van tneelvrstellingen zullen daar meer plezier aan beleven wanneer hun cgnitieve en verbale vaardigheden sterk ntwikkeld zijn. Cncertbezekers hebben meer baat bij muzikale kennis en vaardigheden. Er is weinig reden m aan te nemen dat deze twet' srten kennis en vaardigheden veel met elkaar te maken hebben. Vanuit dc infrmatietherie kan dus vrspeld wrden dat de verlap tussen theater en cncertbezek gering zal zijn. Vanuit de statusverwervingstherie ziet de zelfde relatie er heel anders uit. Theater en cncert vinden vaak plaats in de zelfde accmmdatie, en in eenzelfde vrmelijke enturage. Beide activiteiten kunnen wat dit betreft, gezien wrden als extreem statusverlenend. Van- 350 uit de statusverwervingstherie kan dus vrspeld wrden dat er een grte verlap zal zijn tussen theater- en cncertbezek. In de nderzeksuitslagen vinden we vrij sterke aanwijzingen dat theateren cncertbezek sterl~ verwante cultuurvrmen zijn. Wippler (1968), Van Delden (1969) en Veen (198 I) vinden ze terug p een factr, sam en met musea en tentnstellingen. Ok uit een dr nszelf gehuden nderzek (Ganzebm, 1 982a) blijkt een zeer sterke verlap t ussen tneel- en cncertbezek, in feite de sterkste die tussen participatievrmen aanwezig is. Er is k wei enige aanwijzing dat er een sterkere verlap is tussen publieksgrepen van cultuurvrmen die een berep den p eenzelfde kennis en vaardigheden. Aanwijzingen vr een grt ere verlap tussen museum bezek en het bezichtigen van mnumenten geven Stppelenburg (1979) en Ganzebm (1982a) Status en cultuurparticiparie Zwel de infrmatieverwerkingstherie als de statusverwervingstherie den verwachten dat mensen met een hgere sciale status meer aan culture Ie activiteiten zullen deelnemen dan mensen met een lagere sciale status. Het tussenliggend mechanisme is in beide gevallen echter ngal verschillend, en deze glbale vrspelling die ze gemeenschappelijk hebben, berust p het gegeven dat in nze samenleving de statuskenmerken pleiding, berep en inkmen vrij sterk met elkaar samenhangen. Interessanter is het de beide therieen te vergelijken naar de vrspellingen die ze den ver de relatieve invled en de directheid van het effect van de verschillende statusdimensies. Ten aanzien van de meest prminente statusdimensies det de infrmatieverwerkingstherie verwachten dal de pleiding van beslissend belang zal zijn, en dat de crrelatie tussen berep/inkmen en cultuurparlicipatie vlledig verklaard kan wrden uil de samenhang van deze dimensies mel de pleiding. Binnen de statusverwervingstherie zuden we juist verwachten dal aile statusdimensies een direct effect p culturele ac (iviteit hebben, maar dat het grtste effect kmt van de dimensie die het meest bepalend is vr de statusgrep waarte men behrt: het berep. De klassieke statusdtmensies pleiding, berep en inklllen behren (t de vaak vrkmende variabelen in nderzek naar cultuurparticipatie. De bevinding dal llliturele aclivileit meer vrkmt in hgen~ statusgrepen wrdl in vrijwel elk nderzek pnieuw gedaan, al wrden niet tel kens delelfde statusdimensies gebruikt. Veel auteurs slellen zich ermee tevreden te cnstateren dat cultureel actieven nu eenmaal een maatschappelijke elite vrmen, in welke slatussrt je dat k uitdrukt. Ze geven geen multivariate M.:ns en Maalschappij n. 4 jrg

7 analyse waarin het effect van pleiding, berep en inkmen van elkaar wrden gescheiden. In studies waarin dat wei gedaan wrdt, is een vaak terugkerend resultaat dat het effect van pleiding verreweg het grtst is. Z kmi Wippler (1968) met een dr pleiding verklaarde variantie van.33, een getal dat in de vergelijkbare analyses van Kamphrst & Van Besuw (1971), Van Delden (1969) en Ganzebm (l982a) wei wat lager bjijkt te Jiggen, maar tch telkens het sterkste effect van aile nderzchte variabelen geeft. Een karakteristiek bij deze nderzekingen is verder dat het effect van berep (een variabe!e die zeer sterk met pleiding samenhangt), dat in de nulde rde meestal wat klciner is dan van pleiding (maar ng altijd aanzienlijk), bij multivariate analyse grtendee!s een schijneffect blijkt te zijn. Bij Kamphrst & Van Besuw (1971) en Ganzebm (I 982a) vah dit effect helemaal weg. Bij Wippier (1968) blijft een piepklein effect van 'sciale rangstand' ver. Hewel deze resultaten dus vrij sterk in de richting van cultuurparticipatie als infrmatieverwerking wijzen, is dit laatste tch een puntje in het vrdeel van de statusverwervingstherie. Die puntjes kunnen we k halen uit de analyse van het CBS (1959) van het udste vrijetijdssurvey. Berep is hier niet naar prestige pgededd, maar wei gjbaal. Het verband tussen berep en cultuurparticipatie is niet geheel terug te brengen tt een cntaminatie met pjeiding: wanneer cnstant gehuden wrdt p pleiding blijft er een verschil tussen Jntrekkende en risicdragende middenstand. Verder valt uit deze studie p te maken dat het verband tussen status en cultuurparticipatie niet lineair is. Mensen met aileen lager nderwijs den in het geheel niets aan cultuur, dan stijgt het niveau peens, m vervlgens geleidelijk dr te stijgen. Er vah een 'cuituurdrempel' te zien. MeeT dan 20 jaar later tnt Eykman (1981) aan dat deze wat betreft het Jezen ng steeds bestaat. Het is niet duide Jijk he dit effect verklaard kan wrden, maar een interpretatie in termen van een grepsnrm m al dan niet aan cultuur deel te nemen (en dus een status-theretische verklaring) lijkt ns meer vr de hand Jiggen dan de vernderstejling dat er een breuk in intejligentie en verwrven kennis zit tussrn de laagste en de hgere pleidingsgrepen. Vit een aantaj studies biijkt dat k inkmen een zelfstandig effect kan hebben p culturele activiteit, en wei met name p de prijzige vrmen daarvan. De 'Speurwerkbekenmnibus' (1979) laat zien dat de relatie van het kpen van beken met inkmen minstens even sterk is als met pleiding. Welters & Eykman (1978) tnen dat kunstaankp ngejijker verdeeld i\ ver inkmensgrepen dan ver pjeidingsgrepen. Deze bevinding mel verigens kritisch bekeken wrden, mdat van de kunstkpers bijna iedereen in de hgste pleidingsgrep zit en hier dus weinig differentiatie meer 352 mgejijk is. De analyse van het tweede leefsituatiesurvey (SCP, 1978) tnt dat het zelfstandig effect van inkmen behuden blijft als cnstant gehuden wrdt p lowe! pleiding als statusherkmst. Dit betrefl een sam engestelde vrm van cultuurparticipatie, niet aileen dure vrmen. Vit andere studies lou blijken dat er maar een betrekkelijk zwakke relatie bestaat tussen statusindicatren en cultuurparticipatie. Het meest uitdrukkelijk hierin is Valkman (1976) die in een nderzek naar het publiek van het Rijksmuseum p de flap cnstateert dat 'het Rijksmuseum het enige culture Ie instituut (is) dat bezcht wrdt dr een niet-e!itair publiek'. Mecht men dit interpreteren als een uitspraak waarin gezegd wrdt dat het publiek van het Rijksmuseum wat betreft sciale gelaagdheid een getruwe afspiegeling vrmt van de Nederlandse (Amsterdamse?) bevlking, dan wrdt men dr Valkman in de samenvatting al teleurgesteld met de afzwakking dat het Rijksmuseum 'waarschijnlijk het enige culturele instituut in ns land (is) waar nder de bezekers k een ruime representatie te vinden is van de lagere sciale klassen'. Hetgeen iets vlstrekt anders is. Maar he kmt Valkman tt het ene dan wei tt het andere rdeel? Hewel het merendeel van zijn bek met tabellen gevuld is, is er niet een die bijvrbeeld de pleidingsverdejing van de pubjieksgrep vermeldt. Laat staan dat deze vergeleken wrdt met de pleidingsverdeling van de bevlking. Een ander nderzek waaruit slechts in geringe mate een samenhang bjijkt te zijn tussen cultuurparticipatie en statusfactren is dat van Stppelenburg (1979). Hij vindt wei een vrij zwakke samenhang tussen pleiding en theater- en museumbezek, maar geen relatie tussen pleiding en mnumentenbezek. Stppelenburg tnt echter aileen maar multivariate tabellen en niet de nulde rde-effecten. Een interpretatie van zijn gegevens kan dus zijn dat hij er grtendeels in geslaagd is p te spren welke variabelen tussen status en cultuurparticipatie intermedieren. Helaas laten zijn tabellen niet zien he dat dan precies in elkaar,teekt. Oat k in andere landen een zeer sterke relatie bestaat tussen cultuurparticipatie en pleiding blijkt uit de nderloeksverslagen van Tmer (1964), Kand (1975), Bauml & Bwer (1966), Van Mechelen (1966), Dumazedier & Ripert (1966), Dllase (1978) en Burdieu (1964). Resumerend kunnen we stellen dat uit vrijwel aile nderzekingen een naar verhuding zeer sterk verband naar vren kmt tussen status en cultuurpanicipatie. In een grt aantal nderzekingen blijkt deze relatie grtendeels terug te brengen tt het directe effect van pleiding p cul!uurparlicipatie en de samenhang van pleiding met andere statusdimensies. Oat is cen zeer slerke aanwijzing vr de juistheid van de infrmatieverwerkingstherie van cultuurparticipalie. Vrzver inkmen een zelfslandige in- \len> t:n Maalschappij n. 4 jrg. 57 1<J1l2 353,.

8 vled p cultuurparticipatie behudt, lijkt dit eerder een effect van inkmen als bestedingsmgelijkheid te zijn dan als statusindicatr; immers het gaat drgaans p vr duurdere cultuurvrmen. Saillant is even wei dat we in een aantal gevallen hebben gezien dat pleiding het effect van berep wei grtendeels, maar niet helemaal wegverklaart. Dit is een aanwijzing dat er tch wei wat steekt in de statusverwervingstherie van cultuurparticipatie Verschillen in spreiding van cultuurvrmen Gegeven de ververtegenwrdiging van hgere statusgrepen bij culturele activiteiten, kunnen we verndersteliingen gaan maken ver verschillen in sciale spreiding van culturele activiteiten. Onze verwegingen zijn daarbij analg aan die in 2.2 gebruikt zijn ver de mate van verlap tussen de verschillende activiteiten. De belangrijkste vrspeliing uit de infrmatieverwerkingstherie is dat cultuurparticipatievrmen minder gespreid zijn ver lagere statusgrepen naarmate deelname daarvan meer een berep det p kennis en vaardigheden m de culturele infrmatie te verwerken. Een afleiding hieruit is dat udere, klassieke en traditinele vrmen van cultuur meer sciaal gespreid zijn dan hedendaagse, mderne en experimentele vrmen. De belangrijkste vrspelling uit de statusverwervingstherie is dat een cultuurparticipatievrm minder gespreid is ver lage statusgrepen, naarmate men er meer status aan kan ntlenen. Een afleiding hieruit is dat de sciale spreiding van eultuurdeelname het geringst zal zijn bij die vrmen waar een representatieve aanwezigheid gebruikelijk is, en het ntmetingsaspeet sterker p de vrgrnd staat. Een ged vrbeeld daarvan lijkt ns theateren eneertbezek, terwijl een slitaire aetiviteit, die vrnamelijk thuis gebeurt, als het lezen van beken, een vrbeeld is van een weinig statusverlenende aetiviteit is. Vrts is het mgelijk uit de statusverwervingstherie vrspellingen af te leiden ver versehillen binnen srten, wanneer we letten p de aard van de uitgedragen eulturele bdschap. Het ligt vr de hand dat hgere statusgrepen niet zveel zullen zien in eultuurvrmen waar hun status wrdt aangetast, maar juist eultuurvrmen zeken waarin hun status gesymbliseerd wrdt. Wat betreft musea en mnumenten verwaehten we dan bijvrbeeld dat de belangstelling meer sciaal gespreid zal zijn wanneer meer ailedaagse bjecten het nderwerp zijn. Wat betreft theater zal een dergelijke spreiding grter zijn bij vrmen van kritiseh f plitiek tneel. Oil laatste mag niet aileen verwaeht wrden vanwege de uitgedragen bdsehap, maar k mdat de pkmst van deze weinig traditinele tneelvrmen alm heeft geleid tt een andere enturage waarin de pvering plaatsvindl. We kmen hier een punt tegen waarp infrmatieverwerkingstherie en 354 statusverwervingstherie twee tegengestelde vrspellingen den. Terwijl de infrmatieverwerkingstherie vrspelt dat plitiek en vrmingstheater een nieuwe en daarm emplexe vrm van tneel is, en derhalve weinig sciaal gespreid, vrspelt de &Iatusverwervingstherie juist een grte sciale spreiding mdat de hge statusgrepen dr de uitgedragen bdschappen niet z erg wrden aangetrkken, en de lagere statusgrepen wei. Analge pmerkingen kunnen gemaakt wrden ver de belangstelling vr traditinele vrmen van kunst (sehilderijen, grte mnumenten) en mderne verzame Iings- en beschermingsgebieden (geschiedenis van het gewne vlk, industrieje bjeeten). Bekijken we de nderzeksverslagen p dit punt, dan valt p dat een indeling van cultuurvrmen naar cmplexiteit dr veel auteurs uitdrukkelijk wrdt gebruikt. Z begint het CBS (1959) de analyse van vrijetijdsbesteding met een indeling naar Iicht en zwaar amusement. De Jager (1967) besehuwt in zijn analyse van eneertbezek lichte en meilijke muziekvrmen. Dllase (1978) maakt een indeling naar mainstream en mderne jazz. Overste (1973) maakt en versehil naar liehte en serieuze klassieke muziek. Bernard (1973) vindt in de gegevens een pdeling naar vrkeuren vr traditinele en hedendaagse beeldende kunst. In al deze nderzekingen heeft p de een f andere manier een sehaling (meestal: tweedeling) plaatsgevnden van eultuuruitingen p een emplexiteitsdimensie. De bevinding is daarbij nveranderlijk: vrkeuf vr emplexere vrmen van cultuur wrdt steeds gevnden bij de hgere statusgrepen. Wat algemener geldl zelfs: faetren die nderseheid maken tussen niet en wei deelnemen aan eulturele aetiviteiten (zals de hiernder ng te behandelen faetren statusafkmst, eulturele scialisatie, kennis en vaardigheden en leeftijd) differentieren k steeds in de vrkeur vr cmplexere in plaats van eenvudiger vrmen van eultuur. Tegenver deze gede resultaten bij een dimensinering p grnd van infrmatie-theretisehe kenmerken kan de slatusverwervingstherie weinig zetten. Er is slechts de bevinding dat inderdaad theater en cncert de cultuursrten zijn die het minst sciaal gespreide publiek trekken. Oergelijke gegeyens leveren Stppelenburg (1979) en Ganzebm (1982a) lief verlp vall deflname tijdens heflevell I n de in frmat ieverwerk i ngst herie wrdt gezegd dat cult urcle acl i v i tei I plezieriger wrdt naarmate men er meer van weel, en er al meer tijd en geeslelijke vermgens in ge'investeerd heef!. We mgen daarm verwachten dal cullurele activileit een drlpend prees is, waarin men ziell steeds meer gaal specialiseren, en niel gemakkelijk van genre wissel!. Verder kunnen we ver- Mens en Maalschappij n. 4 jrg

9 wachten dat mensen die relatief vreg begnnen zijn (zie hiernder in 2.7) een vrsprng in kennis en vaardigheid hebben pgebuwd, en dat men daarm p latere leeftijd f na een nderbreking van de deelname niet meer gemakkelijk (pnieuw) tt deelname zal kmen. Karakteristieke cultuurparticipatie 'carrieres' zullen dus vreg beginnen en weinig nderbrekingen vertnen. Vanuit de statusverwervingstherie verwachten we juist dat culturele activiteit zal fiuctueren met de statusgrep waarin men verkeert. Wanneer men sciale!'tijging ndergaat, zal men alsng gaan deelnemen, k al heeft men dat niet eerder gedaan. Een belangrijk geval van wisseling van statusgrep kan het huwelijk zijn. Andere vrbeelden van dergelijke veranderingen kunnen zijn verhuizingen (nieuwe kennissen) en verandering van berep. Het nderwerp van cultuurparticipatie 'carrieres' is niet erg systematisch nderzcht, maar in tal van nderzekingen zijn wei aanwijzingen te vinden dat culturele activiteit reeds in de vrege scialisatiefase aanvangt, en dat deze scialisatie, thuis f p schl, blijft differentieren in het lalere cultureel gedrag. Asselbergs-Ncessen (1969) vindt dat mensen die al p jnge leeftijd naar de schuwburg gaan, dat p latere leeftijd k veel den. Schrijnen Van Gastel (1974) meent dat dit k het geval is vr belangstelling vr dans, maar verzuiml m de relevanle labellen Ie tnen. Ok Kamphrst & Van Besuw (1973) laten zien dat schuwburgbezek al in de jeugd begint en dat mensen die dr hun uders tt schuwburgbezek zijn gestimuleerd k nu ng vaker gaan. Wat belreft cncertbezek heeft De Jager (1967) vrij uilgebreid het prbleem aan de rde gesteld in welke fase van het leven dit gedrag ntstaat. Hij nderscheidt primaire scialisatie (thuis) en secundaire scialisatie (via schl f een ander kanaal). Het is uit zijn verslag meilijk p te maken welke weg belangrijker is, maar secundair telwerk leert dat cncertbezekers vr het vergrte deel reeds in hun vrege jeugd tt deze vrm van cultuurparticipatie zijn gekmen. Met een sterk resultaat kmen k Valkman & Jansen (1975) naar vren. Ze menen dat het publiek van klassieke cncert en sterk aan het veruderen is en dat het p het mment van nderzek uit dezelfde mensen bestaat als 15 jaar daarvr. Kamphrst & Van Besuw (1971) den dezelfde uitlatingen ver theaterbezekers. Deze twee bevindingen bieden het bee1d van generaties die reeds in een vrij vrege fase een vrkeur vr genres bepalen en deze gedurende hun levenslp vasthuden. Dat is typisch een verschijnsel dat ged past bij de infrmatieverwerkingstherie. Een eenmaal gedane keuze leidt erte dat men zich kennis en vaardigheden verwerft p dat gebied en steeds meer plczier daaraan beleeft. Het nderzeksmateriaal is p dit punt dus ged in vereenstemming met 356 de infrmatieverwerkingstherie. We mgen echter niet zeggen dat het erg spreekt legen de slatusverwervingstherie. Daarvr zuden we meten laten zien dat het weinig f niet vrkmt dat mensen na hun scialisaliefase, en bij wisseling van statusgrep cultureel actief wrden f van vrkeur wisselen. Aileen hel materiaal van De Jager (1967) lijkt wat aanwijzingen Ie bieden dat dil inderdaad een zelden vrkmend verschijnsel is Ver/p van (spreiding van) dee/name in de tijd Een gegeven waarte we uit ambtelijk statistisch maleriaal gemakkelijk legang hebben, is de mate van deelname van de ltale bevlking dr de jaren heen. Het CBS verzamelt deze gegevens peridiek (bijvrbeeld CBS, 1975). Een weergave van dit materiaal is k te vinden in Valkman & Jansen (1975). Wal kunnen we p grnd van nze Iherieen zeggen ver het verlp van participatie dr de jaren heen? Het lijkt erp dat we p basis van beide therieen kunnen verwachten dat deelname in de lp der jaren tegenmen is. Vr beide therieen is de beredenering van deze verwachting echter verschillend. Wal betreft de infrmatieverwerkingstherie is de belangrijkste red en het tegenmen nderwijspeil van de bevlking. Daar waar aantnbaar pleiding een zeer bel.. ngrijke determinant van culturele activiteit is (zie hierbyen 2.3) kan men verwachten dat bij een tegenmen nderwijspeil de gemiddelde deelname is gegreid. Het is ged erp te wijzen dat uit de infrmatieverwerkingstherie niet vigt dat culturele activiteil meer gespreid is geraakt ver pleidingsgrepen, dus dat lagere nderwijsgrepen actiever zuden zijn gewrden. De reden waarm we vanuit de statusverwervingstherie zuden denken dat de cultuurparticipatie dr de jaren heen is tegenmen, is gelegen in het feit dat in idelgisch pzicht nze samenleving in de afgelpen decennia gedemcratiseerd schijnt te zijn. Het is niet netjes meer am te denken in termen van rangen en standen, en prestigeverwerving. Deze ntwikkeling kan k bij uitstek p het gebied van cultuur gebserveerd wrden, waar het vrmelijk ~arakter van smmige activiteiten aan het verdwijnen is. Daarmee is het mlief van statusverwerving dat zu verrzaken dat hgere statusgrepen wei cult ureel aclief zijn en lagere stat usgrepen niet, in steeds sterkere mate vervallen. Ais cultuur tach enige aantrekkelijkheid heeft behuden, kunnen we dan een steeds sterkere spreiding van culturelc activiteit verwachten, niet aiken p de berepen- en inkmensladders, maar k ver pleidingsgrepen. Hewel uit beide therieen vigt dat culturele activiteit in de tijd zal tenemen, wijzen nderzeksgegevens (CBS, 1975; Valkman & Jansen, 1975; \lcm en Maalschappij n. 4 jrg

10 , SCP, 1978) anders uit. In de afgelpen 25 jaar is het bezek aan biscp, theater en cncert gedung en vrij sterk afgenmen, evenals het aantal verkchte beken. Tegenmen is wei het Iidmaatschap van biblitheken en bezek aan musea. Het SCP (1978) benadrukt dat de dalende trend beslist niet verklaard kan wrden uit een verlaagd aanbd. Integendeel, in dezelfde peride is zwel de accmmdatie p deze gebieden als de heveelheid daarin aangebden evenementen tegenmen. Er wrdt steeds meer gedaan vr een steeds kleiner publiek. Een verklaring die het SCP (1978) hiervr biedt, en die k wei enigszins vr de hand Iigt, is de pkmst van alternatieven: geluidsapparatuur en de pkmst van de televisie. Dat de cultuurparticipatie in de afgelpen decennia z gedaald is, kunnen we kennelijk met geen van beide therieen verklaren. lets anders is f de vrspellingen van deze therieen uitkmen wat betreft het verlp van de sciale spreiding van culturele activiteit. Hewel dit prbleem bij een aantal auteurs in het brandpunt van de belangsteiiing staat (In 't Veld-Langeveld, 1961; SCP, 1974; Knulst, 1980) is er geen systematisch nderzek naar gedaan. In een aantal gevallen is wei een wat impressinistisch antwrd gegeyen p de vraag fhet cultuurspreidingsbeleid van de verheid gelukt is. Het antwrd van het SCP (1974) en Knulst (1980) is hierp eenduidig: van het cultuurspreidingsbeleid is weinig te mer ken geweest. Recent heeft ver een krtere peride k Valkman gegevens uitgebracht (Valkman & Jansen 1981), en hieruit blijkt dat het cncertbezek vanaf 1975 niet meer gespreid is geraakt. Hewel deze auteurs vrij duidelijk zijn, meten ze wei met een grve maat. Er zijn mgelijk wei kleine veranderingen p dit gebied geweest, maar deze vallen in het niet vergeleken met het verlangen cultuur ver de lagere statusgrepen te verspreiden. Nader nderzek zal hier detailuitkmsten meten brengen. Vrlpig huden we het erp dat er weinig spreiding van activiteit is pgetreden, en de infrmatieverwerkingstherie er p dit punt wat beter afkmt dan de statusverwervingstherie Milieu van herkmsl en cullurele scialisalie Vit beidc geschetste thericcn mag verwacht wrden dat er een crrelatie lal zijn tussen dc hgte van het milieu van herkmst en deelname aan culturcle activiteiten. In beide gevallen gaat het allereerst m een indirecle causale re latie. Er bestaat immers in nze samenleving een vrij grte samenhang IlISSCIl het milieu van herkmst en het eigen milieu. Daarnaast kunnen we een zeker direct effect van milieu van herkmst verwachten, dus een invled die ver- 358 blijft na co.>tant huden p de eigen pleiding, berep en inkmen van de persn. Vit de infrmatieverwerkingstherie kunnen we z'n effect verwachten vanwege de culturele' pveding die mensen in het uderlijk huis ntvangen. Een dergelijke pveding bevrdert kennis en vaardigheid die vereist f nuttig is m van cultuur te genieten. Een nadere vrspelling is dat het directe effect van milieu van herkmst p culturele activiteit weer ge'interpreteerd kan wrden dr culturele activiteit van uders, een p cultuur gerichte scialisatie en de huidige culturele kennis en vaardigheden. Vit de statusverwervingstherie kunnen we een direct effect van uderiijk milieu p culturele participatie verwachten, als men de nrm status te verwerven via cuilurele activiteit reeds in de jeugd heef! meegekregen en ng steeds hanteert. Een andere reden waarm we p statusgrnden een effect van het uderlijk milieu kunnen krijgen, is dat het milieu van herkmst ng steeds een belangrijke cmpnent is van het huidige milieu van de persn en dat de daarin geld en de nrmen daarm des te sterker van kracht zijn. Als nadere vrspellingen kunnen we aangeven dat, vanuit de statusverwervingstherie gezien, het directe effect van milieu van herkmst p de huidige culturele activiteit ge'intermedieerd wrdt dr de mate van statusgerkhtheid van dat milieu van herkmst en de persn zelf, en de sterkte van de verbillding die bestaat tussen milieu van herkmst en de persn. Ok het milieu van herkmst en de culturele scialisatie behren tt de kenmerken die in vrij veel nderzekingen in verband wrden gebracht met de huidige culturele activiteit. Er wrdt meestal een vrij sterk verband tussell deze variabelen en het huidig cultureel gedrag gevnden. Een aantal van dele resultaten hebben we al in 2.5 besprken bij de vraag f cult urele act ivit eit altijd al vreg in het leven begint. De resultaten van Asselbergs-Neessen (1969), Kamphrst & Van Besllw (1973) en De Jager (1967) zijn p dit punt eenduidig: culturele participatie in de vrm van theater- en cm:ertbezd; wrdt in veel gevallen thuis geleerd, en dat blijft het hele verdere levcn dr verschil maken. Ok in 'Leesgedrag en biblitheekgebruik' (1975) wrdt cen vrij sterk verband gecnstateerd tussen de aanwezighcid vall beken vreger thllis en 11lIidi? leesgedrag, maar daarhij wrdf nief cnsfanf gehlldcll p cigl'1l plciding van de Jllldl'rvraagdc. Daf def k nief Oversf c (19n), die l'cil sterk Vt band COllslateert tussen hel hollden van crnstigc klassicke IllUlick (bij dit,.iljerzek de meest geldige meting van mllziekactivi!cil) en IllUlikale scialisatie. Dc Jager (1967) heeft vergelij kbare vcrbanden nderlcht tussen de muzikale scialisatie in het llderlijk gelin en de male van dcelname aall muziekmanifestaties, vrkeurcn vr mderncre en ernstiger srten van muziek, en daarbij wei cnstant gchuden p de cigen plei- \1<-11\ ln Maal'chappij jrg M2 359

11 ding van de ndervraagden. Een zelfstandig effect van muzikale scialisatie blijft dan vereind. Het SCP (1976) heeft met een hierbven (2.3) k al vermelde bevinding laten zien dat het milieu van herkmst blijft differentieren in cultuurparticipatie als cnstant gehuden wrdt p eigen pleiding en inkmen van de ndervraagde. In een eigen nderzek (Ganzebm, 1982a) hebben we gevnden dat het directe effect van uderlijk milieu ngeveer 35ltf is van het directe effect van pleiding. Bernard (1973) heeft zelfs eens gevnden dat het uderlijk milieu sterker differentieert dan de eigen statuskenmerken. AI deze nderzeksuitslagen wijzen dus p vrij sterke samenhangen tussen milieu van herkmst, daarin genten culturele scialisatie en huidig cultureel gedrag. Vrzver in de nderzekingen de vraag aan de rde is gesteld f dit effect verklaard kan wrden uit de eigen status van de ndervraagde blijkt tel kens een direct effect vereind te blijven. Overigens zijn de vermelde relaties tussen milieu van herkmst, culturele scialisatie en cuiturele activiteit ged te plaatsen binnen lowel de infrmatieverwerkingstherie als de statusverwervingstherie. In het eerste geval kunnen we verwachten dat het effect via huidige kennis en vaardigheden verlpt. In het tweede geval kunnen we verwachten dat het lpt via statusgeveligheid en de mate van integratie in de statusgrep. Er zijn incidentele aanwijzingen dat de infrmatietheretische verklaring beter is. Zwel uit de nderzekingen van De Jager (1967) als Overste (1973) blijkt namelijk dat mensen die relatief vreg gescialiseerd zijn in de klassieke muziek-cultuur, tt p de dag van vandaag daar meer verstand van hebben, en vrkeur hebben vr ernstiger en meilijker vrmen van klassieke muziek. Een dissnant kmt uit Frankrijk: Bertier (1976) heeft juist gevnden dat muzikale scialisatie geef fluit uitmaakt in huidige muzikale vrkeuren. 2.B. Statusincnsislenlie en -mbilileit We spreken van statusincnsistentie wanneer iemand p een statusladder een aanzienlijk andere psitie inneemt dan p een andere. We spreken van sciale mbiliteit wanneer mensen p een statusladder een aanzienlijk andere psitie innemen dan hun uders. We spreken van een effect van statusincnsistentie f sciale mbiliteit wanneer dr deze incnsistentie f mbiliteit meer f minder cuiturele activiteit is dan p basis van de aan deze incnsistentie f mbiliteit ten grndslag liggende kenmerken verwacht mch, wrden. De infrmatieverwerkingstherie heeft ver het effect van statusincnsistentie en sciale mbiliteit niets te zeggen. Dergelijke effecten wilen niet 360 ptreden, en cuiturele activiteit zal een additieve functie zijn van de statusdimensies, in het bijlonder pleiding. Vanuit de statusverwervingstherie vrspellen we echter dat mensen met een lage pleiding en een hg berep/inkmen, en in het analge geval van een laag milieu van herkmst en een hge pleiding/berep/inkmen extra veel aan culturele activiteit wilen den. Deze gevallen representeren het klassieke beeld van de nuveau riche/parvenu die tracht dr culturele acliviteiten de lage aanvangsstatus te cmpenseren en Ie verhullen. Naar dergelijke effecten is in de ns bekende literatuur nauwelijks nderzek gedaan. De enige aanwijzing geeft Asselbergs-Neessen (1969) die vindl dal sciale stijgers (en sciale dalers) meer de schuwburg bezeken. Omdat zij niet prbeert dit effect te isleren van dat van milieu van herkmsl en huidig milieu is het even wei niet duidelijk f we hieraan waarde meten hechten Kennis en vaardigheden Vlgens de infrmalieverwerkingstherie is de centrale determinant van cult urele activiteit het vermgen van iemand m culturele infrmalie Ie verwerken en er p die manier meer plezier aan te beleven. We kunnen denken dat dit vermgen gedeeltelijk het resultaat van aangebren aanleg is, gedeeltelijk van vreg ntwikkelde algemene (cgnitieve) vaardigheden, en gedeeltelijk van specifieke training p cultureel gebied. Mensen die al veel weten van een bepaald cultureel gebied, wilen daardr meer deelnemen dan mensen die (ng) niet loveel weten van een bepaald gebied. Men zal k een grte deelname aan culturele activiteiten aantreffen bij mensen die deze kun~tvrm lelf beefenen. Immers de grtste kennis ver een cultuurvrm treft men aan bij hen die deze zelf beheersen. Binnen de infrmatieverwerkingstherie is de vrspelling ver de invled van kennis el~ vaardigheden p deelname aan culturele activiteiten van bijlonder grt belang, zij vrmt de crux van de argumentatie. Jammer geneg is ze niet erg exciusief vr de infrmatieverwerkingstherie, wanneer als tetsing aileen r.laar gekeken wrdt naar een samenhang tussen culturcle kennis/vaardigheid en cul~urele activiteit. We kunnen namelijk een derge Iijk verband k vinden p basis van een andere causale vlgrde, waarin culturele activiteit de kennis ver de cultuurvrm bevrdert. Vanuil de infrmatietherie gezien lpt het effect dus ver en weer. In dit beeld is cultuurparticipatie een zichzelf versterkend prces van wisselwerking van deelname en infrmatieverwerking. De statusverwervingstherie det geen vrspelling ver de invled van \1~rl\ ~n Maalschappij n. 4 jrg. 57 t

12 kennis p culturele activiteit. Scherper gefrmuleerd: de statusverwervingstherie det de vrspelling dat wanneer de verige invleden van statusverwerving gelijk blijven, er geen verschil in deelname zal ntstaan tussen mensen met veel en met weinig kennis/vaardigheid. Wanneer we echter als ad hc-hypthese accepteren dat mensen dr dee Ina me tch ~et wat culturele kennis verrijkt wrden (k al nemen zij deel uit statusmheven) kunnen w.e echter k binnen de statusverwervingstherie een samenhang tussen kenms en deelname verwachten. Het bestaan van een crrelatie tussen kennis en participa.tie is vl~ens de~e redenering geen punt dat exclusief in het vrdeel van de mf?rmatlet~ene zu zijn. Het verschii tussen de beide therieen zit erin dat de mfrmatleverwerkingstherie een wisselwerking tussen kennis en dee~~~me ver~derst~lt, en de statusverwervingstherie niet. De geschetste melhjkheden hjken zich in wat mindere mate vr te den als kennis/vaardigheid wrdt afgemeten aan het zelf beefenen van een kunstvrm. Binnen de infrmatieverwerkingstherie hrt de vrspelling dat kennis/vaa~di~he~d het ver.b~nd tu~sen pleiding, milieu van herkmst en culturele sclal~sa.tje met.hujdlge actjviteit interpreteert, binnen de statusverwervingsthene IS dat met het ~ev~l. De resultaten van nderzek naar het effect van kennis en v~ardlgheld wijzen aile in de richting van een vrij sterk verband tuss~n deze van~be~en en deelname p cultureel gebied. Met name p het terrem van muzlek IS een sterk verband aangetnd. De Jager (1967) cnstateert dat cncertbezekers die zelf een muziekinstrum '!nt bespelen vaak al p vrege leeftijd cncerten gaan bezeken en daarin wat zwaardere v~keuren h.ebben. Overste (1973) heeft een uitdrukkelijke kennistest p muzlkaal gebled geh~den en ~aar kmt een sterk verband uit met het huden van serieuze klassleke muzlek. Valkman & Jansen (1975) cnstateren dat het beschikken ver afspeelapparatuur en het hebben van een gr!e platencllectie psitief crrele~rl m~1 cncertbezek. Dllase (1978) vermeldt dat liefhebbers van mdern~ Jazz (10 tegenstelling tt de eenvudiger mainstream) veel meer van hun muzleksr! weten. Een kennistest, maar dan p het gebied van de dans, is ~k gehuden dr Schrijnen-Van Gastel (1974). Ok bij haar hangt kenms sterk s.amen met bezek. Een werkelijk fantastisch resultaat kmt naar ~.ren uii publieksnderzekingen in het Stedelijk Museum Amsterdam (DIJkman & ~ppenhuizen, 1980). Van de ndervraagde bezekers blijkt bijna de helft zich te beschuwen als actief beeldend kunstenaar! Eykman (19~ ~) h~eft e~n heel nderzek gedaan naar 'actieve' en 'passieve' cultuurpartl~.lpatl~. Ult haar gegevens is echter niet meer p te maken, dan dat er ~en vr~j stevig.~,samenhang tussen die twee is, nie! he grt en p welke g~bleden tn, het. bljlonde,r. Een negatief resultaat vr de infrmatieverwerktngsthene vmden we III 362 het udere vrijetijdsbestedingsnderzek van het CBS (1965). Hierin kmt naar vren dat cultuurparticipatie veel vrkmt bij mensen die zelf pian f blkfluit spelen. Uit men zijn muzikaliteit echter p mndharmnica, gitaar f accrden (waarvan het bespelen samenhangt met televisie en vetbal kijken), da.l behrt men niet z gemakkelijk tt de cultureel actieven. He alledaags dit resultaat er k uit mag zien, het wijst zeer duidelijk naar een statusgrepeninterpretalie en zwakt de infrmalieverwerkingsinterpre_ latie af. Er is i~ de b?venvermelde nderzeksuitslagen weinig dat exciusief wijst p een dlrecte mvled van kennis/vaardigheid p activiteit, zals de infrmatieverwerkingstherie deze vrspelt. Zelfs ten aanzien van het zelf bespelen van instrumenten blijkt uit geen nderzek dat dit vrafgaat aan cncertbezek, al lou men dat p basis van de alledaagse waarneming wei vernderstellen. De enige die geprbeerd heef! f kennis het verband tussen pleiding en articipatie kan wegverklaren is Overste (1973). Hieruit blij kl dat er ng eel behrlijk effect van pleiding p 'huding legenver klassieke muziek' verblijft als je cnstant hudt p kennis van dal gebied. Ok al niet l sterk vr de infrmatieverwerkingstherie. 2. /0. Invled van waarden en nrmen Een klassieke verklaringswijze in de scilgie vr gedragingen van persnen is een verband te leggen tussen waarden, nrmen en hudingen van dele persnen en hur. handelingen. Deze verklaringswijze levert veel meilijkheden p. Een eersle is dat zij vanuil het gpunt van causale analyse meilijk letsbaar is len pzichte van de Iherie dal handelingen de hudingen etc. bepalen, en niet mgekeerd. Een Iweede meilijkheid is dal velen niel ged inzien wat nu eigenlijk de verklarende waarde is van een vereenkrnst lmsen hetgeen mensen den en helgeen ze leggen leuk Ie vinden (Hmans, 1974). Een derde meilijkheid is dat hel meesl pmerkelijke resultaat van dele nderzekstradilie is (Tazelaar, 1980) dat er vaak bijznder wcinig verband is tussen hudingen elc van subjeclen en hun handelingen. Dal geldl tclrs in gevallen dal de gemelen hudingen Clc. gedragsvrnemcns lijn. Tch is een verklarin'g in Icrmen van hudingen en dergelijke subjeclicve elemenlen bepleil dr Welters & Eykman (1978). We delcn hun verwachling dal dit vecl 7al pleveren niet. Mel name lijn we niel erg ge'interesseerd in subjeclieve c1elllenlen die 10 dilhl hij het feilelijk gedrag liggen, dal hel vcrschillussen beide nauwc1ijks nag Ie lien is. Dcrgclijke varia belen zijn mel name dr Sippelenburg (1979) gemelcn. Zijn prbleemslelling (he kmi hel dal er mensen zijn die wei willen deelnemen, maar dal niel den?) is wei "1cm I.'n Maalschappij n. 4 jrg, 57 1'J1I2 363

13 interessant, maar deze wrdt weer niet vanuit een therie ver hudingen beantwrd. Het Iijkt interessanter m hypthesen te maken ver een relatie tussen culturele participatie en meer algemene nrmen en waarden die in een samenleving f een sciale grepering daarin van kracht zijn. Het is mgelijk vanuit de beide theretische aiternatieven vrspellingen te maken ver waarden die individuen f sciale greperingen aanhangen en de mate van cuiturele participatie. Vanuit de infrmatieverwerkingstherie kunnen we verwachten dat cultuurdeelname wrdt geasscieerd met waarden die p de hgste trap van Maslws (1970) beheftenhierarchie thuishren: ntpliin.g, ntwikkeling, zelfactualisatie. Mensen die dergelijke waarden hg In hun vaandel hebben staan, zullen meer aan culturele activiteiten deelnemen. Vanuit de statusverwervingstherie kunnen we vrspellen dat cultuurdeelname geasscieerd wrdt met waarden die p de een na hgste trap van Maslw (I970) vrkmen: respect en sciale achting. In het nderzek naar culturele activiteit is betrekkelijk weinig system a tisch aandacht besteed aan het effect van waarden en nrmen. Waar dit al wei gebeurd is, wekt het de indruk dat vraf geen ideeen zijn gefrmuleerd ver de aard van de effectrijke waarden en nrmen. Z nderzekt Wippler (1968) de relatie tussen vrijetijdsgedrag en prgressiviteit, maar vindt geen verband. Een dergelijk verband is dr andere nderzekers wei gevnden. Asselbergs-Neessen (1969) cnstateert dat plitiek prgressieve mensen wat minder naar de schuwburg gaan. Dllase (1978) vindt dat mensen die mderne jazz prefereren bven mainstream vaak revlutinaire waarden aanhangen, en de gemiddelde jazz-iiefhebber wat linkser is dan de drs nee van de Westduitse bevlking. Stppelenburg (1979) heeft in zijn nderzek k ngal wat werk gemaakt van abstracte waardenrientatie {naast gedragsvrnemens}. Achtereenvlgens wrden nderzcht: hednisme, puritanisme scialisme, zelfrealisatie, vriendschap, ratinalisme, cnfrmisme en alt;uysme. Dat alles levert weinig tt geen differentiatie in culturele activiteit p. Vanuit nze therieen zuden we deze aileen verwacht hebben bij 'zelfactualisatie' en 'cnfrmisme'. Ok Kamphrst & Van Besuw (1973) hebben een aantal mtieven vr schuwburgbezek gevraagd. Items die kunnen staan vr 'ntpliing' en 'ntwikkeling' blijken hier weinig verschil te maken. Een verklaring vr cultureel gedrag p basis van waarden en nrmen heeft dus tt p heden niet veel resultaat pgeleverd Vrkeur vr cmplexe infrmalie Vanuit de infrmatieverwerkingstherie is er een persnlijkheidskenmerk dat de kans p culttturdeelname bevrdert: exlraversie f vrkeur vr cmplexe infrmalie. Exlraverlen huden van een hg stimuleringsniveau en zeken activiteiten die hieraan legemel kmen. Hun legenplen, inlrv~rten, hu~~n van een lager slimuleringsniveau en zulien dergelijke aclivitellen dus mljden. D~ statusverwervingslherie bevat geen uilspraken verextraversie/intr_ ~e~sle ~n vrspelt dus dat deze varia belen geen verschil zullen maken in par Ilclpatle.. We kennen geen cuituurparticipatie-nderzek waarin deze vernderstelhngen rechtstreeks p de pref zijn gesteld. Tch zijn er uit bestaand nderz~k ec: n aan.tal aanwijzingen te halen VOr de gedachle dat deze persnlijkheldsdlmensle een rl speeit bij culturele activiteit. Hierbven is al eens (2.1 0) vermeld dat vrkeur vr meilijke en mdernere vrmen van cultuur relatief meer vrkmt bij prgressieve mensen (DlIase,. 1978). De.lager (1967) citeert nderzek van Mikl en van Rsenberg & Zimmer! waaruit blijkt dat zulks k het geval is bij niet-autritaire mens~n.. We den ken dal prgressieve plitieke vrkeuren en nietautr~lansme vewant zijn aan extraversie. Wat directer zijn de aanwijzingen lilt een aanlal nderzekingen (Kamphrst & Van Besuw, 1973; Stppelenburg, 1979) dat culturele activiteil samenhangt met alierlei andere vrmen van sciale.tclivileil. Tmer (1964) wijsl er bij bespreking van Amcrikaans nderzek p dat cultuurcnsumenlen zich nderscheiden dr een h?ge activileit p allerlei dimensies: veellezen, stcrke vrkeur vr nieuwe dmgen en bui!e~.landse.gederen, vee I gegrafische en sciale mbiliteit. Hij v~rmeldl daarblj ~at dll verband standhudt bij cnstant huden p pleidmg. Vr v.er~ehjkbare ge~evens in Nederland kunnen we lerechl bij 'Leesg~drag en blbhlheekgebrlllk' (1975), waaruil blijkl dal veel-iczers graag llieuwe mdes vlgen, nbekende gerechten eten cn zekcn naar nieuwe dingcn in winkels. Er zij mel nadruk p gcwezen dal het verhand tussen inlrversic/cxtravcrsie en deze nderzek\bevindingcn dr OilS wrdt gc1cgd en niel dr de auteurs. Hel is echler een belekenisvl rijlje. Hel gaal hier niel m iels vr de.hand liggends. Er is immers niets dat mensen die vee1 beken lezen,?wmgt nbekende gerechlen Ie bestellen en de mde te vlgen. Dergelijke Hems zuden wei direct ntleend kunnen zijn aan gestandaardiseerde extraversietesten. 364 \1<:n.\ en Maatschappij nu. 4 jrg. 57 IlJH2 365

14 3. Overzicht en methdlgische nabeschuwing Bijgaand schema geeft een verzicht van vrspellingen die we wat betreft 10 tpics uit de twee therieen hebben afge!eid. Grafisch is een impressie gegeven in heverre uit de dr ns besprken literatuur bevestigingen, dan wei weerleggingen naar vren kmen. Het resultaat is dat vr beide therieen psitieve aanwijzingen verblijven, zij het dat ver de gehele linie genmen de infrmatieverwerkingstherie er wat beter vr schijnt te staan dan de statusverwervingstherie. Gaandeweg is de lezer zich wellicht de vraag gaan stellen f het wei juist is de infrmatieverwerkingstherie en de statusverwervingstherie als cncurrenten tegenver elkaar te stellen. Is het niet mgelijk dat zij beide tegelijkertijd waar zijn? Zijn er k niet vee! elementen vrstelbaar die in beide therieen passen? Te denken valt aan de mgelijkheid dat culturele activiteit het meest vrkmt bij hen die dr infrmatietheretische termen het meest geschikt vr zijn, en dat zij tegelijkertijd aan dit gedrag status kunnen ntlenen. Een lastig te plaatsen tussenvrm vr nze cncurrerende frmulering van de therieen is vral de tch wei realistische vernderstelling dat men in kringen van een culturele elite zich status kan verwerven met deelname aan cmplexe cultuurvrmen ('ik begreep het wei niet helemaal, maar ik ynd het tch wei erg ged'). Inderdaad is het tegenver elkaar plaatsen van de beide therieen een dr ns gemaakte cnstructie die p lgische grnden niet ndzakelij k is. Het i\ heel wei mgelijk dat status- en infrmatie-aspecten be ide een - SOlOS verschillende - werking vertnen. Het is aileen de vraag f men met een dergelijke cnstatering wat pschiet, als niet aangegeven wrdt he de beide therieen ge"integreerd meten wrden. Daarnaa,t kan men zich afvragen waarm het. tiberhaupt ndig is m van het idee van twee therieen af te kmen. Is het niet mgelijk met beide verder te werken? Om aan te tnen dat dit in smmige situaties geen bruikbaar al ternatief is, vigt het vlgende vrbeeid uit het nderzek naar belevin!! van mnumenten (Ganzebm, 1982c). In mnumentenzrg wrdt de vlgende beleidswijziging vcrwgcn. respcctievelijk uitgcverd. Tt p hcdcn wrdt hcl geld vr reslauralic\ mel name uitgegeven aan Iradilinele grte bjeclen: zeer ude bjcdcil vall de srt 'kerken en paleizcn'. Onder druk van maalschappelijke kritick gaal men er nu te ver andere bjeclen in hel mnumentenbesland p Ie nemell: nieuwere architectuur, bijvrbeeld vlkswningbuw; industriele mnllmenten en andere bjectcn uit de geschiedenis van het 'gewne vlk'. Wen, effect valt van deze beleidswijziging te verwachten? Zal de sympalhie VOOJ 366 mn~menter.zrg in de samenleving en in h " gen h,ervan (enemen? Vanuit de inl:rm. el bljz~der bij de nderste lahet tegendeel verwachlen- de nie 'h atleverwerkll1gstherie zuden we bjecten zijn 'cmple~' i~ de z' ud~ I~ et beschermingsbeleid p te nemen eventuele schnheid siecht. III a,l un cultuurhislrische waarde en hun, s 111 te zlcn vall v h van zaken. Vanuit de stalusthe ' r en met vldende kennis k ' ' nc zu men wei '. ze er III de nderste lagen van d I' een grclcnde sympathie en h e samel1 evlng ve '-h. ' sc ermen bjecten symbl',.' rwac ten, De nleuw te be- D' I" Iseren Immers III ve 1 It, IJkt nu in beginsel een typisch I e grtere mate deze grepen. thcne vrspellingen zuden Willen d!eva waar~er we p basis van een van nze therieen We hel beste z' n. AI~ we OIet eerst weten met welke eehter niet uit. n vrspelhng kunnen den, kmen we er Er,zi,~n i~ beginsel drie manieren m v " therreen die beide aanspraak maken 0 ~n de, SJluatle van cncurrerende halt~ n~ar een gezichtspunt te kmen- ~ ~OIg un~~k waarh,eids(verscht)ge_ BIJ krezen besluiten we p b'. Jezen, hjmen en IIltegreren.. as IS van een gegev " I ten (vrlplg) de vrkeur te en aanta nderzeksresulla b geven aan een d - ' - en dat hlerbven gedaan d I van e cncurrenten. We heb- 'h ' r e zeggen dat 'n -' tlet erre er ver het geheel aar nze II1druk dc infrmagenmen Wat bet " zuden deze beslissing exacter k ' er VOr schljnt te staan'. We vergelijking te maken. Een VOr ~:n~n ;~.tlveren d: ec,n kwantitatievc boool, 1983) is de beide th '.. an Iggende basis hlcrvr (Gallle, " erreen te vergel" k.. - waarll1 ZIJ bij causale mdell' I IJ en aan de hand van de male 1. errng v gens een Xl -'. crre atletabel benaderen. Willen we ec '. -cntenum de empirischc nderzek, maar van een gehele nd ht~r nlet ~~Ieen de resultaten van een ken: dan is dit een uiterst ingewikke~~~beez~tra~lile p dcze manicr vergelijmellllgen en relaties p vergeli'kbarc s _ ghel~. Hel betekent dat we aile Irefl hel Nederlands nderz k J,~halen melen rcngen, Vr wal be-,. '. e smatenaal h b Jeet III te lekmsi VOrgen (G e en we ns een dergelijk pr- B",'" men anz~bm 1982b) IJ Ijtnen klezen we VOr verschiijende '. dc besl passende Iherieen. Lijmen Ji'kl d ~el~n va,~ het,le verk/arcn prcc\ lien enaderen dan kiczcn f) ~. e werkelljkheld wat eler Ie klln-.. e vraag IS 01 d'l k Id lien. Vrzvl, dcze niet geass' d' k 1 00 ge I VOr nieuwe lerreit elecr unnen w d 1.. (e lieslaantlc sl ctllur 1..1" r cn mel rragmenlen uil ",, IIllJven We met leg.. I' d ' 11.1 IIIleRrt'r{,1I I)rOher'll' ' " 1,11\ CII IItten. ~ we ecn IIleuwe' ' f ' l11uleren " die de l."ide () d'. I.. ', en III rmallevt.'rc Iherie te fr. - ue.lsafgcleltlev I 0. pst I en liieuwc vrspellingell d d' rm )e~al, ude l1ieilijkheden \) (r d e h and liggl'ndc Weg ill d't et. I I" Ie, de letslll. g ' d rslaan. De li1e<".\1 II ' 1 geva IJkt cell kw'. " lene e maken. Van elk _ I I ",.Inlllatlel gcfrmuleerde I"k '" e eu lure c acllvllell d IJ ' 71J IS, cn van e/ke stalusdimens'. h WO:, ~ a.angegeven hc mei-, Ie III everre IIJ IIlfrmalieverwerkings_ \1l'11\ e/l Maar< ",...,l lappl) /10, 4 jig, 57 19M

15 ... vermgen, en in heverre zij statusverwervingsgedrag bevrdert. Ok hierbij is het gewenst niet aileen de resultaten van het eigen nderzek, maar k dat van uder nderzek z te behandelen. Ok dit hebben we ns vrgenmen vr een tekmstig prject (Ganzebm, 1982b). Dit alles geldt slechts vrzver men een tussentijdse balans van de nderzekstraditie wil pmaken. Vr praktische deleinden is men daarte gedwngen. Vr de ntwikkeling van de nderzekstraditie zelf is niet alleen een tussentijdse balans belangrijk, maar evenzeer het ntwikkelen van nieuwe en infrmatievere theretische alternatieven. Nlen I. Een tetsing van de hier gefrmuleerde therieen aan de hand van nieuw verzamelde gege yens wrdt p dit mment uitgeverd, en zal in de lp van 1983 wrden gepubliceerd (Ganzebm, 1983). 2. We spreken hier ver intrverlen en extraverlen alsf hettwee verschillende 'typen' zijn. Dit gebeurt m betgtechnische redenen. In feite is deze dimensie als psychisch basiskenmerk bedeld, en dus nrmaal verdeeld met meer tussenvrmen dan uitersten. Geraadpleegde IileralUur Asse1bergs-Neessen, V., Hel (mgelijke) publiek van de Nijmeegse sladsschuwburg, Scilgisch Instituut, Nijmegen, Bauml, W.J., & W.G. Bwen, Perfrming arls: Ihe ecnmic dilemma, Twentieth Century fund, New Yrk, Becker, G.S., The ecnmic apprach 10 human behavir, Chicag Press, Chicag, Bernard, Y., Psych-scilgiedu gaul en moliere de peinlure, Centre Nalinal de la Recher.:he Scientifique, Paris, Bertier, N., 'rlle!manes el musiques cnlempraines', Revue frallraise de Sci{)l!!,ie, X V II. 1976, , Ned. versie: Mens en Maalschappij, bekanevering 1980, Burdieu, P., 'Les musees el leur public', xpansisme ella recherche scienlijique, H. CBS (Centraal Bureau vr de Slalisliek), Vrijelijdsbesleding in Nederland, winler 1955/1956, De Haan, Zeisl, CBS, Vrijelijdshesleding in M'derland, 1962/1963, De Haan, Zeisl, CBS, Muziek en Thealer, Slaalsuilgeverij, Den Haag, CBS, De leefsilualie vall de Neder/andH' be\'lking 1977, Dcelll, 'Vrije lijd en vrijcliid~he\l~ ding', De Haan, Zeisl, Delden, M.H. van, Oril'nlalie p werk en.. rije lijd, een empirisch nderzek nder de Neda landse berepsbevlking, Inlern rapprt, Scilgisch Instituul, Grningen, Dllase, R., M. Riistenberg & fi.j. Slllenherg, Das Jazzpuhlikum - ~lir Szialps,vc!wl!!,lt' einer ku/tllrellen Minderheil, SChOll, Mainl, Dumazedier, J., & A. Ripen, Lu'ir 1'1 cullure, Edilins du Seuil, Paris, Dijkman, G., & R. Oppenhuizen, Publieksnderzek Sledelijk Museum Amslerdam, I.U., Amsterdam, Fyklllan, (> Amult'lirisl/sche kllnslhe{)i'.it'iiiflx_/i, Minislcrie vr ('ulluur R'. schappehjk Werk, ' euealleenmaal_ Eykrnan, c., /lei rfiet van de 1M' '.. Werk, Rijswijk: ezer, IJIlslene vr Cultuur, Recrealie en Maatschappelijk Eysenck, H., The /lilxi('al Bal'il j 1" I" '1'. E send H P'. " n.ioiia Ity, holllas, Spnngfield (III.) 1967 (j~n/eb~., erlnalily structllre and measuremenl, Rutledge, I.ndn m, II., Belevlnx \'an,..folllllllenlen I, wele 'h I".','.. IUUI, Utrechl, I 982a. s< appe Ijk verslag, S(ll'J()IOgl~dl In'li. (ianlebm, H., Cullllurpartil'ipalie ill Nederland 19~~ gisch Instiluut, Ulrechl, 1982b. '.. -19XO, nder lckwr'lcl, Scil- Ganzebm H Belevi M.,., ng van numentell-/1 wetenschappclij'kl (. lglsch Instituut, Utrecht, 1982c.,. vcrs ag IJI nlwerp), Sci. <ianzebm, H., Cullllurparticipatieen belevin \'an mn. Inslituul, Utrecht, g umenten, (III ntwerp), SOcilgisch Umans G C Scial b h.,,..,' I' avlr, I/s elemefllafl' frms ~e dr H. Jager, H. De, Ctiliullr~'erdrachll'n ('llcerlhl:'ek S; ~ f' "L' arcurt,. New Yrk, Kamphrst T J & L J M ~ "en crt-"rese, I.cldcn, 1967.,..,... van Be~uw-Van Meer De av Ih d' 1\ \'(Ilkint-!. Scilgisch Instituul, Ulrecht, 1971.' Olll esle In!!, van de Utrechl5e he amphrsl,t.j.,&l.j.m.vanbesuw_vanmeer'ich h, xedrax, SOcilgisch Insliluul, Ulrechl, " uw ur!!,hezek all V(Jrm van vrijetijdl" Kand, r., Leislire anti pplilar ('ullure..., I.uis, 1975, In transl/lon, hld,1. 5, 'Ppular culturc', M\by, SI. Knulsl, W" 'Vermanen. verheffen en verdelen ecn'" I.. pliliek en publieksbeleid in Nederland' d I hsocio gl\chc heschuwljig ver l"ultuur. III e aal~le nderd jaar' III' r'. van het tnei'i - reiten, ci)/ers, culrullr liliek 'h ' : lenjaarntwlkkelillx loek, z.p., 1980, ' P ea( ler!!,rnden, ImlJluut vur Marklnder. Lel'sgedrag en bibllolheekgebruik Nederlands Centrum VOr Markelin A. I'., ~ Slaalsuitgeverij,. Den Haag, g na ysc en Sclaal,Wclcmdlappelijk Onder/cK h.v, laslw, A., Mtl\'allOn and Per50nalilr 2e dr (1970 " Lemniscaal, ROllerdam, ,. ), Ned, MOII\'ul/(' I'n petl(}(jlllljkhl'ul, Me.(helen, F. van, (leid.), Vrijetij{/lhe.l1edlnx III Vlaand ' 1 ". SM Onlwikkeling, ('rift (. ((den), AllI\\l'rpCn, IJJlgC\criJ (her,ll', A.M., A lalsie!.;e I11I1"wk gedr k K'k I' -, ax, ellllls, memllgen, V/}()rkellrell (2 delen) NOS Afd.,:j.. en LJI\lerndcflek, HilversulIJ, '.,. S(' (S(laal Cultureel Planburea ) S.' I ' Haag, u, Ouaa en (11lll1reel Rapp(}rt 1974, Slaal\uilgevl'lij, Dell S( '1', Sciaal I'll CultureI'I Rapp 1976 S. SCI' \.. I rr, ' laalsullgcvcrij, Ikn Haag, ~"." uaa e~ Cullureel Rapprt 1978, Slaal\uilgcverij Dl'n Haag 197X l Hjllen Vall (,a\lel A {Janl' I'll JJ hi" 'k t ',. fi'/a IVljdtc' I'un hl'l ~/a';;'aaf/hod.' ~ ',1 I' Olll( I'r,(wk liaur, dc' maall/'helpiwii/ai'i'f/ ('lill/(rl'le \"'''lir''''r'' ~ I '. '1 ' IfJ e( I'r af/(, llcklllamtldllljlg, AIIJ\ICrdam 1974,, nl ~,,( I'"ef/O!/Jm JlI51,f) S. I ', , ' llc Illng 'peurwcrk betreffendc hci bck, Armterdam, Slppelenburg,I',A. 'lchterxrulli '. (2 delen) Insl'l t'., len \af/ met deelname aan (,l1/ll1l1r en recrealie in NL'der/and.,,. I uu vr ArbcldsvraagslUHen, Tilburg, I a/claar,,." Mentale incn!!,rul'nr '. I. UlJechl, us,.iouui' re.1 Ir/('/II'I, xedrux, S.:jlghch Imliluul, Trner, A., The culture cnsllmers, SI. Martim Prc\~, New Yrk, 11J64, pp Mens en Maahchappij n. 4 jrg,

16 Valkman, 0., Queuen vr de Nachlwachl, Bc:kmanstichting, Amsterdam, Valkman, 0., & T. Jansen, Muziek en Publiek, Bekmanstichting, Amsterdam, Valkman, 0., Muziek en publiek in 1980, Bekmanstichting, Amsterdam, Veblen, Th., The Thery f Ihe Leisure Class, Veen, P., e.a., Sledelijke recrealie, de belekenisen aantrekkelijkheid van vrijelijdsgedrag, Vakgrep Sciale Psychlgie, Grningen, 198L Weber, M., Wirtschaft und Gesellschaft, Welters, L.A., & c. Eykman, Geld vr kunslkpers, hetfunctineren van de Aankp Subsidie Regeling Kunslwerken, Bekmanstichting, Amsterdam, Welters, L.A., & c. Eykman, Huren van kunst, hel gebruik van uitleencentra, Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, Rijswijk. Wippler, R., Sciale determinanten van vrijetijdsgedrag, Van Grcum, Assen, Wlff, P. De, & A.C. Hissing, Open bare vermakelijkheden en publiek Ie Amsterdam, een nderzek naar het bezek aan film, tneel en cncert in de hfdstad en de facloren die daarp van invled zijn, Van Grcum, Assen, Zweers, W., & L. Welters, Tneel en Publiek in Nederland, Rlterdamse Universitaire Pers, Rtterdam, Overzichl van vrspellingen en afgeleide vrspellingen ver 10 aspecten van culluurparliripalie I. Overlap van publieksgrepen II naarmate cultuurvrmen meer een berep den p gelijksrtige kennis en vaardigheden, des te meer verlap 411 weinig verla'p tussen mu/ikalc: en intellectuele cultuurvrmen 411 veel verlap tussen mnumenten- en museumbezekers 1. tlfeclen van sttllsdimensies 41) pleiding heeft het sterkste effect p cultllllrdeeiname 41) pleiding vcrklaart het effect van andere statllsdimcmies 3. Verschillen in scia/ ',IJlreidin~ he cmplexcr een cliltuurvrm, des Ie gcrlnger tk sdalc spreiding 411 eenvudig Ihealer en cncl'n: erg gespreid 370 G C; naarmate cliltuurvrmen mcer eenlelfde slatus verlenen, des te meer verlap.. grre verlap tussen mllli~alt:. en intellec'tllele cultllllrvorlncn mel vergelijkbare slaillsdrempch berepspreslige IlCeft hel slerksle effect p cliltllurdedname.. allc slaillsdimcnsics hehben ecn lcll\landig effect.. he s/atllwerlenender een l'ul, tllurvofm, des Ie geringer dl',", dale spreiding Ihealer en coiu:ert: weinig!!e' spreid.. mdern thealer: I<'einig ge,prcld -, mnujljcl1len en VCrlamelingt:n ull dageh]ks Icvcn: weinig gc- 'prelde bejang\lelling 4, CII/Ilire/e carrieres - deelname bcginl vreg; he \ reger begn nen, des t e meer deelname deeinallle lpt lnder nderbrcking dr.. wie eenlllaal phudl, SIOPI vrged 5, I'er/l' 1'011 dee/lluli/e ill de lijd.. pleidingspeil sli;gl, dus slijglllg van IOlale deelname spreiding van deelname ver pleidingsgrepen neeml niel le 0 fi, 1I!i/it'li 1'(/fl/wrkOIl/Slell (,II/Ilire/.,,1()('/ulil'Ulie he lileer Vl'll<erving vall cul IIIrek inf"rmalil' ill \cialisalie, de, Ie Illeer deelnaml' milicu l'lihurek '" \ciali\:tlic nil I urde kennis '" '" dl'l'lname 7 \',, 1<1111 \'/11<"011 \/,1 I"'''/e,'11,\Onute II/bil/I('II!!l'CII efkclcn vrmings- en pliliek Ihealer' gespreid.., lllnumel1len en veflamclingen UII het dagelijk.s leven: gespreide heiang'lelhng del'lname begint bij inl reding III hgere sial usgrcp.. deelnaml' IlUl'lucert mel lidmaa~sl'hap hgere slatusgrepen bl] verandering van Sial usgrep (huwclijk, \'crhuiling), verandert de deelname.,~laiusm(}livatie neeml ai', dus SIlJglIIg van del'lname van lagere grepen (en l"lale deelnamc) spreiding van deelnanlt: ver stalll\grepl'n nl'ell1l le.. he IIll'l'r \1,IIU,hekknll'Hll'ndl' \L'lah\atie, de, Il' IIIl','r dl'l'lname.. milil'u '",Ial u'gel idlle OP\ edlllg deeinallle '" l'\lilurl'!e '" h'nni\.. hgl'lc,kdnaml' hij lage at l'n hgl' heleiklc,laiu\., hgen' dt:dnalllc hijlage Jlki,hng l'n hg hercp/inklllen 37/

17 11. Ke1lllis ell vaardigheden 0 $ naarmale meer!tennis van een cultuurvrm. des Ie meer deelname duraan (III naarmale meer deelname, -. meer "-ennis pleiding culturele "-ennis ~ deelname idem: naarmale meer deelname, meer!tennis.pjeiding deelname culturele!tennis 9. Wrtkn en nrmen naarmale 'zelfaclualisalie' belangrijker waarde. meer deelname (III naarmale 'sciale erkenning' belanarijker waarde, meer deelname 10. Vr/(eur llr cmplexe slimulering he exlraverler. des Ie meer dedname liaak nderzchl malig nderlchl weinig nderzchl... n~1 nderzcht geen effecl bellesl igcnde nder leksuil\lagen weerleggende nderleksuilslagen 372

Veel gestelde vragen huurbeleid 18 oktober 2012

Veel gestelde vragen huurbeleid 18 oktober 2012 Veel gestelde vragen huurbeleid 18 ktber 2012 Algemeen: 1. Waarm kmt er een nieuw huurbeleid? Een aantal ntwikkelingen heeft ervr gezrgd dat wij ns huurbeleid hebben aangepast. Deze ntwikkelingen zijn:

Nadere informatie

EVALUATIE TER STATE. Marion Matthijssen, Marn van Rhee. Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) juli 2005. In opdracht van Raad van State

EVALUATIE TER STATE. Marion Matthijssen, Marn van Rhee. Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) juli 2005. In opdracht van Raad van State EVALUATIE TER STATE Marin Matthijssen, Marn van Rhee Centrum vr Onderzek en Statistiek (COS) juli 2005 In pdracht van Raad van State Centrum vr Onderzek en Statistiek (COS) Auteur: Marin Matthijssen en

Nadere informatie

Huiswerk Informatie voor alle ouders

Huiswerk Informatie voor alle ouders Nummer 6 mei 2010 Huiswerk Infrmatie vr alle uders Huiswerk en efening Ged leren lezen en rekenen is belangrijk, want je hebt deze vaardigheden in het dagelijks leven veral ndig. Kinderen ged leren lezen

Nadere informatie

Chic, zo n gedragspatroongrafiek!

Chic, zo n gedragspatroongrafiek! Chic, z n gedragspatrngrafiek! Leerdelen: De leerlingen kunnen nder begeleiding de verwevenheid tussen ecnmische, sciale en eclgische aspecten in duurzaamheidsvraagstukken herkennen. De leerlingen krijgen

Nadere informatie

Huiswerk. Waarom geven wij op school huiswerk? Wij vinden huiswerk zinvol, omdat we denken daar het volgende mee te kunnen bereiken :

Huiswerk. Waarom geven wij op school huiswerk? Wij vinden huiswerk zinvol, omdat we denken daar het volgende mee te kunnen bereiken : Versie: ktber 2016 Huiswerk Op nze schl wrdt in diverse grepen huiswerk gegeven. Onder huiswerk verstaan we werk dat vanuit de schl meegegeven wrdt en waarvan verwacht wrdt dat het dr de kinderen thuis

Nadere informatie

Kindercoach. Jasmijn Kromhout Groep 8b

Kindercoach. Jasmijn Kromhout Groep 8b Kindercach Jasmijn Krmhut Grep 8b Inhud Vrwrd 1 Hfdstuk 1 Wat is een kindercach? 2 Hfdstuk 2 Geschiedenis 3 Hfdstuk 3 De pleiding 4 Hfdstuk 4 De prblemen 5 Hfdstuk 5 Srten kindercaches 6 Interview 7 Nawrd

Nadere informatie

Verbanden 3. Doelgroep Verbanden 3. Omschrijving Verbanden 3

Verbanden 3. Doelgroep Verbanden 3. Omschrijving Verbanden 3 Verbanden 3 Verbanden 3 besteedt aandacht aan het pstellen van tabellen, frmules en grafieken. Er zijn k uitbreidingen van de subdmeinen statistiek en rijen en reeksen. Delgrep Verbanden 3 Verbanden 3

Nadere informatie

Begeleidende tekst bij de presentatie Ieder kind heeft recht op Gedifferentieerd RekenOnderwijs.

Begeleidende tekst bij de presentatie Ieder kind heeft recht op Gedifferentieerd RekenOnderwijs. Begeleidende tekst bij de presentatie Ieder kind heeft recht p Gedifferentieerd RekenOnderwijs. Dia 1 Opmerking vr de presentatr: in het geval u tijd te krt kmt, kunt u de blauwe tekst als ptineel beschuwen

Nadere informatie

Kolom A Kolom B Kolom C Kolom D 1 Je wilt leren zeilen. Wat doe je? Ik stap direct in de boot en ik probeer te zeilen.

Kolom A Kolom B Kolom C Kolom D 1 Je wilt leren zeilen. Wat doe je? Ik stap direct in de boot en ik probeer te zeilen. Leerstijlen Iedereen heeft een vrkeur bij leren en hanteert daarbij, nbewust, een bepaalde leerstijl. Het is prettig als jij weet wat vr leerstijl jij hebt. Het is k handig als jij weet he een ander bepaalde

Nadere informatie

Kenmerken en uitkomsten van professionele echtscheidingsbemiddeling in Vlaanderen

Kenmerken en uitkomsten van professionele echtscheidingsbemiddeling in Vlaanderen Kenmerken en uitkmsten van prfessinele echtscheidingsbemiddeling in Vlaanderen 20 nvember 2015 Prf. Dr. Sfie Vanassche Dr. An Katrien Sdermans Prf. dr. Ken Matthijs Family and Ppulatin Studies, KU Leuven

Nadere informatie

Communicatie voor beleid Interactie (raadplegen, dialoog, participatie) en procescommunicatie; betrokkenheid, betere besluiten en beleid

Communicatie voor beleid Interactie (raadplegen, dialoog, participatie) en procescommunicatie; betrokkenheid, betere besluiten en beleid Samenvatting BEELDEN OVER COMMUNICATIE TEYLINGEN Bevindingen gesprekken ver Cmmunicatie, raad- en cllegeleden, rganisatie en samenleving In deze ntitie zijn de resultaten van zwel de gesprekken van 9 ktber

Nadere informatie

Getallen 1 is een programma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip).

Getallen 1 is een programma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip). Getallen 1 Getallen 1 is een prgramma vr het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip). Delgrep Rekenen en Wiskunde Getallen 1 Getallen 1 is geschikt vr grep 7 en 8 van de basisschl en de eerste

Nadere informatie

Cursussen CJG. (samenwerking tussen De Meerpaal en het onderwijs in Dronten) Voortgezet Onderwijs

Cursussen CJG. (samenwerking tussen De Meerpaal en het onderwijs in Dronten) Voortgezet Onderwijs Cursussen CJG (samenwerking tussen De Meerpaal en het nderwijs in Drnten) Vrtgezet Onderwijs 1 Faalangst (vrtgezet nderwijs) Faalangsttraining is vr jngeren die gespannen zijn en (te) veel nadenken ver

Nadere informatie

VOEL OOK DE MAGIE VAN KINDEROPVANG EN NATUUR!

VOEL OOK DE MAGIE VAN KINDEROPVANG EN NATUUR! Ontwikkeling van kinderen, stagnatie van de ntwikkeling en drverwijzen Wij prberen er vr te zrgen dat kinderen zich bij nze pvang plezierig velen en zich kunnen ntwikkelen. Om te kunnen berdelen f dit

Nadere informatie

Stap 1. Wat wil jij?

Stap 1. Wat wil jij? Stap 1. Hi Iemand heeft het idee dat jij wel wat supprt kunt gebruiken. Dat kunnen je uders zijn, een vriend/vriendin een therapeut f iemand anders die ju ged kent. Die iemand wil graag dat jij hulp krijgt

Nadere informatie

Protocol: Pestprotocol

Protocol: Pestprotocol Prtcl: Pestprtcl Inleiding Pesten kmt p iedere schl in mindere f meerdere mate vr. Het is een prbleem dat vr de betrkkenen verstrekkende gevlgen kan hebben in de lp van hun levens. Uit nderzek blijkt dat

Nadere informatie

Maak van 2015 jouw persoonlijk professionaliseringsjaar

Maak van 2015 jouw persoonlijk professionaliseringsjaar Maak van 2015 juw persnlijk prfessinaliseringsjaar en wrd Nlc erkend Register Lpbaanprfessinal (RL) Nlc erkend Register Lpbaanprfessinal (RL) Deze status wrdt bereikt na certificering dr het nafhankelijke

Nadere informatie

Rollenspel Jezus redt

Rollenspel Jezus redt Rllenspel Jezus redt Krte mschrijving prgrammanderdeel De leerlingen spelen samen een bestuursrechtzaak bij de Raad van State na. De Raad van State is de hgste bestuursrechter van Nederland. In deze rechtszaak

Nadere informatie

STUDIEVAARDIGHEID OP MAAT

STUDIEVAARDIGHEID OP MAAT STUDIEVAARDIGHEID OP MAAT Muiswerk Studievaardigheid p maat richt zich p de belangrijkste deelvaardigheden die ndig zijn vr het studeren. Delgrepen Studievaardigheid p maat Muiswerk Studievaardigheid p

Nadere informatie

Zijn in de aanvraag bijlagen genoemd en zijn die bijgevoegd? Zo ja, welke? Nummer desgewenst de bijlagen.

Zijn in de aanvraag bijlagen genoemd en zijn die bijgevoegd? Zo ja, welke? Nummer desgewenst de bijlagen. Checklist berdeling adviesaanvraag 1. De adviesaanvraag Heeft de r een adviesaanvraag gehad? Let p: een rapprt is in principe geen adviesaanvraag. Met een adviesaanvraag wrdt bedeld: het dr de ndernemer

Nadere informatie

Het Nieuwe Werken: hieperdepiep hoera? De rol van de OR bij de invoering van Het Nieuwe Werken

Het Nieuwe Werken: hieperdepiep hoera? De rol van de OR bij de invoering van Het Nieuwe Werken Het Nieuwe Werken: hieperdepiep hera? De rl van de OR bij de invering van Het Nieuwe Werken De kans is grt dat er in uw rganisatie al wrdt gesprken ver de invering van Het Nieuwe Werken. En z niet, dan

Nadere informatie

Beleidsregels voorziening jobcoaching Participatiewet 2015

Beleidsregels voorziening jobcoaching Participatiewet 2015 Beleidsregels vrziening jbcaching Participatiewet 2015 1-7-2015 Jbcaching Reginale beleidsregels jbcaching Participatiewet regi Achterhek Inleiding Jbcaching gaat ver het ndersteunen van mensen bij het

Nadere informatie

Pestprotocol basisschool Pieter Wijten

Pestprotocol basisschool Pieter Wijten Pestprtcl basisschl Pieter Wijten Basisschl Pieter Wijten werkt aan een veilig schlklimaat waarin kinderen respectvl met elkaar mgaan. Ze hanteert drie principes: Ik zrg ged vr mezelf Ik zrg ged vr de

Nadere informatie

LOGO Fontys HS xxx DELIVERABLE 1-07 VRAGENLIJST KENNISMAKEN

LOGO Fontys HS xxx DELIVERABLE 1-07 VRAGENLIJST KENNISMAKEN LOGO Fntys HS xxx DELIVERABLE 1-07 VRAGENLIJST KENNISMAKEN met Fntys Hgeschl XXX studiejaar 2009-2010 Vul de vragenlijst in en neem deze mee naar het gesprek met de dcent. 1. Persnlijke gegevens Vr- en

Nadere informatie

Alterim Arbeidsmarktindex Publicatie voorjaar 2015

Alterim Arbeidsmarktindex Publicatie voorjaar 2015 Alterim Arbeidsmarktindex Publicatie vrjaar 2015 1 Publicatie vrjaar 2015 Alterim presenteert de uitkmsten van nze peridieke Alterim Arbeidsmarkt Index. Gericht nderzek nder 716 hg pgeleide financiële

Nadere informatie

Indelen (nieuwe) groepen. Concept beleidsnotitie

Indelen (nieuwe) groepen. Concept beleidsnotitie Indelen (nieuwe) grepen Cncept beleidsntitie 25-01-2017 Inleiding Leerlingen kmen p schl wanneer ze vier jaar zijn en wrden dan p basis van de bij ns bekende gegevens ingedeeld in een bestaande grep 1/2.

Nadere informatie

HOW TO REVIEW THE LITERATURE AND CONDUCT ETHICAL STUDIES

HOW TO REVIEW THE LITERATURE AND CONDUCT ETHICAL STUDIES HOW TO REVIEW THE LITERATURE AND CONDUCT ETHICAL STUDIES The literature review Het is belangrijk m te bepalen wat anderen al ver het prbleem geleerd hebben vr je het zelf bestudeerd. Het idee van een literatuurstudie

Nadere informatie

Handreiking functionerings- en beoordelingsgesprekken griffiers

Handreiking functionerings- en beoordelingsgesprekken griffiers Handreiking functinerings- en berdelingsgesprekken griffiers September 2014 Functineringsgesprek Als de griffier is aangesteld, is het verstandig m met elkaar te blijven reflecteren p het functineren.

Nadere informatie

Godsdienstige stellingname collega

Godsdienstige stellingname collega Gdsdienstige stellingname cllega Je werkt p een penbare basisschl en hebt kinderen van verschillende natinaliteiten in je grep. Een van je cllega's draagt een hfddek. De kinderen uit haar grep scren ged

Nadere informatie

Projectaanvraag Versterking sociale infrastructuur t.b.v. burgerkracht in Fryslân

Projectaanvraag Versterking sociale infrastructuur t.b.v. burgerkracht in Fryslân 1 Prjectaanvraag Versterking sciale infrastructuur t.b.v. burgerkracht in Fryslân 1. Aanleiding Eind 2012 heeft Prvinciale Staten van de prvincie Fryslân keuzes gemaakt mtrent de 'kerntakendiscussie'.

Nadere informatie

Inleiding. Veel succes met het maken van jouw profielkeuze! S. Koningsveld, decaan Havo H. Lubberdink, decaan Vwo - 1 -

Inleiding. Veel succes met het maken van jouw profielkeuze! S. Koningsveld, decaan Havo H. Lubberdink, decaan Vwo - 1 - Inleiding Dit schljaar sta je vr een belangrijke keuze: het kiezen van je prfiel. De ervaring leert dat het maken van deze keuze niet altijd even gemakkelijk is. Het prfiel en de eventuele extra vakken

Nadere informatie

6.6.Voorbeelden van enquêtes

6.6.Voorbeelden van enquêtes 6.6.Vrbeelden van enquêtes 6.6.1.Vrbeeld 1 (brn: Van Hve, 2008) Wat het beleid betreft... (slechts één antwrd mgelijk) wil ik graag van alles p de hgte zijn. wil ik graag enkel de grte lijnen weten. heb

Nadere informatie

Evaluatierapport Scalda - Groep 3 29 januari 26 maart 2014

Evaluatierapport Scalda - Groep 3 29 januari 26 maart 2014 Evaluatierapprt Scalda - Grep 3 29 januari 26 maart 2014 1. Inleiding, deelnemers en activiteiten In dit dcument wrden de bevindingen weergegeven van begeleiders en deelnemers die betrkken waren bij de

Nadere informatie

IWI. De Gemeenteraad Postbus 11563

IWI. De Gemeenteraad Postbus 11563 Inspectie Werk en Inkmen Tezicht Gemeentelijk Dmein De Gemeenteraad Pstbus 11563 2502 AN Den Haag Prinses Beatrixlaan 82 2595 AL Den Haag Telefn (070) 304 44 44 Fax (070) 304 44 45 www.lwiweb.nl Cntactpersn

Nadere informatie

VAN OUDERCOMITÉ NAAR OUDERRAAD

VAN OUDERCOMITÉ NAAR OUDERRAAD VAN OUDERCOMITÉ NAAR OUDERRAAD Sinds 1 september 2004 kan elke schl een uderraad prichten vlgens het participatiedecreet. Het schlbestuur is verplicht m een uderraad p te richten als 10% van de uders er

Nadere informatie

CMD EVALUATIE STAGEBEDRIJVEN 2014

CMD EVALUATIE STAGEBEDRIJVEN 2014 CMD EVALUATIE STAGEBEDRIJVEN 2014 Inhud Respns... 1 Samenvatting van de resultaten... 1 Vragen ver de pleiding... 2 Vragen ver de stagiair... 3 Wat ziet u als sterke punten van de pleiding CMD?... 4 Wat

Nadere informatie

Gespreksleidraad WOII geïnteresseerden

Gespreksleidraad WOII geïnteresseerden Gespreksleidraad WOII geïnteresseerden Delstellingen Diepgaand inzicht krijgen in infrmatiebehefte m.b.t. WOII persnlijke betekenis WOII ntstaan interesse in WOII beiende/interessante thema s gebruik en

Nadere informatie

PEST PROTOCOL. Prins Willem-Alexanderschool

PEST PROTOCOL. Prins Willem-Alexanderschool PEST PROTOCOL Prins Willem-Alexanderschl Wat is een pestprtcl? Een pestprtcl is een aantal vereenkmsten ver het tegengaan van pesten. Een afspraak tussen de schl, de kinderen en de uders. Waarm een pestprtcl?

Nadere informatie

opleidingsniveau laag % % middelbaar/hoog % %

opleidingsniveau laag % % middelbaar/hoog % % Niet-werkende werkzekenden aan het werk in 2010: Wie zijn ze en waar vinden ze werk? Managementsamenvatting Oktber 2011 UWV WERKbedrijf helpt werkzekenden bij het vinden van een baan en werkgevers bij

Nadere informatie

KOOPZONDAGEN DE WINKELIER AAN HET WOORD

KOOPZONDAGEN DE WINKELIER AAN HET WOORD KOOPZONDAGEN DE WINKELIER AAN HET WOORD Onderzek van de SP Breda Oktber 2010 VOORWOORD De SP heeft nderzek gedaan nder de winkeliers in de binnenstad van Breda ver de kpzndagen. Het RetailPlatfrm Breda

Nadere informatie

BEGELEIDING LEERLINGEN MET DYSCALCULIE

BEGELEIDING LEERLINGEN MET DYSCALCULIE BEGELEIDING LEERLINGEN MET DYSCALCULIE Begeleiding van leerlingen met ernstige rekenprblemen en/f dyscalculie Delen en uitgangspunten Binnen het Veluws Cllege Crtenbsch hanteren wij het Prtcl Ernstige

Nadere informatie

Bewegen en samenleving 3.3 (Sportcultuur) Opdracht 3 Maken van een documentaire

Bewegen en samenleving 3.3 (Sportcultuur) Opdracht 3 Maken van een documentaire Bewegen en samenleving 3.3 (Sprtcultuur) Opdracht 3 Maken van een dcumentaire Klas: Dcent: Schljaar: Peride: FASE 3/4 del Activiteit / vaardigheden Omvang Samenwerking Tetsing (vrm) Berdeling weging Inzicht

Nadere informatie

Intervisiemethodes. In andermans schoenen methode. Incidentenmethode. Kernmodel intervisiemethode. Roddelmethode. Leren van elkaars succes methode

Intervisiemethodes. In andermans schoenen methode. Incidentenmethode. Kernmodel intervisiemethode. Roddelmethode. Leren van elkaars succes methode Intervisiemethdes In andermans schenen methde Incidentenmethde Kernmdel intervisiemethde Rddelmethde Leren van elkaars succes methde Vijf stappen methde In andermans schenen methde Vrwaarden: Vrdelen:

Nadere informatie

o o o BIJLAGE PEDAGOGISCHE VISIE A. Gedragsindicatoren personeel in relatie tot leerlingen (vice versa)

o o o BIJLAGE PEDAGOGISCHE VISIE A. Gedragsindicatoren personeel in relatie tot leerlingen (vice versa) PEDAGOGISCHE VISIE A. Algemeen De pedaggische visie vertelt he de schl met leerlingen, persneel en uders van leerlingen wil mgaan en wat de schl verwacht ten aanzien van de relatie tussen leerlingen en

Nadere informatie

Accountmanagers laten veel kansen liggen

Accountmanagers laten veel kansen liggen Vndelstraat 35e Accuntmanagers laten veel kansen liggen Sinds de crisis zijn de financiële markten structureel veranderd. Vr de crisis kregen de banken veel aanvragen, was het kapitaal veel gedkper en

Nadere informatie

De Ultieme Sollicitatie Gids.

De Ultieme Sollicitatie Gids. De Ultieme Sllicitatie Gids. Ha Aanstaande Superheld! Hierbij een mie verzameling met nuttige infrmatie. Lees het dr en kijk wat je eruit kunt halen. Sms staan er bepaalde tips f acties dubbel in. Dat

Nadere informatie

Muiswerk Studievaardigheid richt zich op de belangrijkste deelvaardigheden die nodig zijn voor studievaardigheid.

Muiswerk Studievaardigheid richt zich op de belangrijkste deelvaardigheden die nodig zijn voor studievaardigheid. Studievaardigheid Muiswerk Studievaardigheid richt zich p de belangrijkste deelvaardigheden die ndig zijn vr studievaardigheid. Delgrep Studievaardigheid Muiswerk Studievaardigheid is bedeld vr het vrtgezet

Nadere informatie

Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. BASISGRAMMATICA Het Muiswerkprgramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die ndig is vr het leren van de Nederlandse spelling en zinsbuw. Delgrepen Basisgrammatica Het cmputerprgramma Basisgrammatica

Nadere informatie

Succesvol samenwerken met ouders. Onderzoek Ouderbetrokkenheid. Bundel in te kijken in de leraarskamer. http://flob.sint-niklaas.

Succesvol samenwerken met ouders. Onderzoek Ouderbetrokkenheid. Bundel in te kijken in de leraarskamer. http://flob.sint-niklaas. Onderzek Ouderbetrkkenheid V.U. : Lieve Van Daele, Grte Markt 1, 9100 Sint-Niklaas Succesvl samenwerken met uders Bundel in te kijken in de leraarskamer http://flb.sint-niklaas.be ONDERZOEK GOK-PROJECT

Nadere informatie

De volgende kenmerken die betrekking hebben op de algemene ontwikkeling kunnen wijzen op een ontwikkelingsvoorsprong.

De volgende kenmerken die betrekking hebben op de algemene ontwikkeling kunnen wijzen op een ontwikkelingsvoorsprong. 1 Checklist kinderen met een ntwikkelingsvrsprng (grep 1 en 2). De vlgende kenmerken die betrekking hebben p de algemene ntwikkeling kunnen wijzen p een ntwikkelingsvrsprng. mndelinge taalvaardigheid gede

Nadere informatie

Plaatsingsrichtlijnen Dr. Nassau College

Plaatsingsrichtlijnen Dr. Nassau College Plaatsingsrichtlijnen Dr. Nassau Cllege vr schljaar 2014-2015 Plaatsingsrichtlijnen p het Dr. Nassau Cllege In de kmende jaren zal de Cit eindtets in het basisnderwijs niet meer afgenmen wrden in februari,

Nadere informatie

Privacy Statement andere betrokkenen (niet zijnde studenten of medewerkers)

Privacy Statement andere betrokkenen (niet zijnde studenten of medewerkers) Privacy Statement andere betrkkenen (niet zijnde studenten f medewerkers) Hgeschl Leiden respecteert de privacy van haar bezekers en externe cntacten en gaat zrgvuldig en vertruwelijk m met uw persnsgegevens.

Nadere informatie

beta brugklas secties 2004 2005 1 Ontwikkeling bètatechniek op het Newmancollege. 1. Inleiding

beta brugklas secties 2004 2005 1 Ontwikkeling bètatechniek op het Newmancollege. 1. Inleiding beta brugklas secties 2004 2005 1 Ontwikkeling bètatechniek p het Newmancllege. 1. Inleiding Het Newmancllege streeft naar een sterke prfilering p het gebied van de bètatechnische vakken. De argumenten

Nadere informatie

LEERVRAAG 2. - Informatie: - informeren. - observeren. - middelen zoeken. - actie ondernemen. - evalueren

LEERVRAAG 2. - Informatie: - informeren. - observeren. - middelen zoeken. - actie ondernemen. - evalueren LEERVRAAG 2 Leervraag (wat is /he kan ik vraag) He krijg ik een vllediger beeld van de hulp die Daan krijgt? Activiteiten uit stappenpla n - infrmeren - bserveren - middelen zeken - actie ndernemen - evalueren

Nadere informatie

EXPERTISESTEEKKAART. Deze activiteiten zijn tot stand gekomen in samenwerking met therapeuten van het V.O.C. Rozenweelde.

EXPERTISESTEEKKAART. Deze activiteiten zijn tot stand gekomen in samenwerking met therapeuten van het V.O.C. Rozenweelde. EXPERTISESTEEKKAART 1) Naam van de schl/dienst/vrziening: BLO Znnehart Adresgegevens: Sprtlaan 18 8211 Aartrijke 2) Dmein van expertise: Activiteiten: basale stimulatie en sensrische activiteit 3) Beschrijving

Nadere informatie

M200403. Het MKB en de BV. Achtergronden van de keuze van ondernemers. Ro Braaksma. Klaas Bangma

M200403. Het MKB en de BV. Achtergronden van de keuze van ondernemers. Ro Braaksma. Klaas Bangma M200403 Het MKB en de BV Achtergrnden van de keuze van ndernemers R Braaksma Klaas Bangma Zetermeer, 24 maart 2004 Het MKB en de BV Waarm kiezen ndernemers vr een bepaalde rechtsvrm? En in het bijznder:

Nadere informatie

Ekelmans & Meijer Advocaten (Rechten)

Ekelmans & Meijer Advocaten (Rechten) Evaluatie-rapprt STEP In-husedag bij Ekelmans & Meijer Advcaten (Rechten) -- INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE. WOORD VOORAF. RESULTATEN VAN DE ATTITUDE-METING VÓÓR DE IN-HOUSEDAG. RESULTATEN VAN DE ATTITUDE-METING

Nadere informatie

Oevers bij Cruquius mooi verbonden

Oevers bij Cruquius mooi verbonden Oevers bij Cruquius mi verbnden Opdracht O&O Blk 4 klas 2B1 Inhud 1. Prjectinfrmatie 2. Uitwerking pdracht 3. Vaktaalveld 4. Berep en pleiding 5. Organisatie 6. Afrnding prject 1 PROJECTINFORMATIE Waar

Nadere informatie

INHOUD. Hoofdstuk 1 Inleiding 2

INHOUD. Hoofdstuk 1 Inleiding 2 INHOUD Hfdstuk 1 Inleiding 2 Hfdstuk 2 Wat hudt die extra begeleiding in? 4 LWOO Praktijknderwijs Wie kmt ervr in aanmerking? Wie beslist daarver? Hfdstuk 3 Wat hudt het nderzek van het COB in? 7 Welke

Nadere informatie

Eindvaluatierapport Scalda - Groep 2 23 oktober januari 2014

Eindvaluatierapport Scalda - Groep 2 23 oktober januari 2014 Eindvaluatierapprt Scalda - Grep 2 23 ktber 2013 8 januari 2014 1. Inleiding, deelnemers en activiteiten In dit dcument wrden de bevindingen weergegeven van begeleiders en deelnemers die betrkken waren

Nadere informatie

Duurzaam inzetbaar in een vitale organisatie

Duurzaam inzetbaar in een vitale organisatie Duurzaam inzetbaar in een vitale rganisatie Vitaliteit en bevlgenheid vrmen sleutelbegrippen vr het ptimaal en duurzaam inzetten van medewerkers. Vitale medewerkers bruisen van energie, velen zich fit

Nadere informatie

Nieuwsbrief 2 31 augustus 2015

Nieuwsbrief 2 31 augustus 2015 Nieuwsbrief 2 31 augustus 2015 Inhud Schlftgraaf Graag uw hulp bij schlactiviteiten Burendag Infrmatieavnd Film Agenda Open mnumentendag Vacature: vrijwilliger in de schlbiblitheek Znneblemwedstrijd Tuinuders

Nadere informatie

Genderloopbaankloof: enkele voorzetten vanuit Persephone vzw, organisatie van vrouwen met een handicap of invaliderende chronische ziekte

Genderloopbaankloof: enkele voorzetten vanuit Persephone vzw, organisatie van vrouwen met een handicap of invaliderende chronische ziekte Genderlpbaanklf: enkele vrzetten vanuit Persephne vzw, rganisatie van vruwen met een handicap f invaliderende chrnische ziekte De genderlpbaanklf verdient aandacht van de beleidsmakers en de sciale partners.

Nadere informatie

Beleidsplan 2014 Versie Zomer 2014

Beleidsplan 2014 Versie Zomer 2014 Beleidsplan 2014 Versie Zmer 2014 Pagina 1 van 6 Beleidsplan 2014 Supprt t Cnnect Vraf Vr u ligt het beleidsplan van de Stichting SUPPORT TO CONNECT. Het plan mvat een verzicht van de delstellingen, activiteiten

Nadere informatie

1. Hoe Chemie en Samenleving tot stand kwam

1. Hoe Chemie en Samenleving tot stand kwam 1. He Chemie en Samenleving tt stand kwam Verschenen in: Chemie en Samenleving - Handleiding vr dcenten (1974) Auteur(s): L. Mlenaar en P. Kiman Literatuur: Cardwell, D.S.L., 1972. Technlgy, Science and

Nadere informatie

Tips Digiduif. 1. U logt in op digiduif met uw e-mail adres en wachtwoord.

Tips Digiduif. 1. U logt in op digiduif met uw e-mail adres en wachtwoord. Tips Digiduif 1. U lgt in p digiduif met uw e-mail adres en wachtwrd. 2. U kiest de knp instellingen. Op de vlgende pagina s kunt u allerlei zaken invullen en aanpassen die bij uw accunt hren. Tevens zit

Nadere informatie

6. Opleidingskader voor de procesopleiding Informatiemanagement

6. Opleidingskader voor de procesopleiding Informatiemanagement 6. Opleidingskader vr de prcespleiding Infrmatiemanagement In het prject GROOTER wrden nder andere een aantal pleidingskaders ntwikkeld vr prcessen nder Bevlkingszrg. Hiernder wrdt het pleidingskader vr

Nadere informatie

E-pupillen. Leeftijdskenmerken

E-pupillen. Leeftijdskenmerken E-pupillen Leeftijdskenmerken De kinderen hebben een grte speldrang. Ze den dingen vanwege het plezier van-hetden. De kinderen meten de kans krijgen allerlei vaardigheden en plssingen in spelsituaties

Nadere informatie

MedewerkerMonitor Benchmark in de Zorg

MedewerkerMonitor Benchmark in de Zorg MedewerkerMnitr Benchmark in de Zrg Telichting pzet vragenlijst en invulinstructies U heeft een inlgcde ntvangen per brief f per e-mail. Mcht u geen inlgcde ntvangen hebben, dan kunt u terecht bij de benchmarkcördinatr

Nadere informatie

VOOR AL UW VRAGEN EN PROBLEMEN KAN U IN EERSTE INSTANTIE TERECHT BIJ ONS KANTOOR.

VOOR AL UW VRAGEN EN PROBLEMEN KAN U IN EERSTE INSTANTIE TERECHT BIJ ONS KANTOOR. De Neve Advieskantr inf@deneveadvieskantr.be - Tel: 051/60 63 60 - Fax: 051/63 52 30 - www.deneveadvieskantr.be Financieel verzicht - Vragenlijst vr de cliënt ( = verzekeringnemer): Naam: Vrnaam: Vr welke

Nadere informatie

Samenvatting Deelprojecten Ouderen Samen

Samenvatting Deelprojecten Ouderen Samen Samenvatting Deelprjecten Ouderen Samen Vughtse Ouderen aan het Wrd In januari 2007 zijn dr het Prject Ouderen Samen vier bijeenkmsten gerganiseerd waarvr alle Vughtse inwners van 55 jaar en uder waren

Nadere informatie

Vergaderen Informatieblad (VP) IEV1 Bladzijde 1 van 7. Vergaderen

Vergaderen Informatieblad (VP) IEV1 Bladzijde 1 van 7. Vergaderen Vergaderen Infrmatieblad (VP) IEV1 Bladzijde 1 van 7 Vergaderen Vergaderen Infrmatieblad (VP) IEV1 Bladzijde 2 van 7 Vergaderen Elke vergadering kent een vaste structuur en een vaste vlgrde. Deze structuur

Nadere informatie

Spreken Aandacht voor een goede spreekhouding d.m.v. actieve deelname aan klasgesprekken.

Spreken Aandacht voor een goede spreekhouding d.m.v. actieve deelname aan klasgesprekken. Wat is het V-niveau? In het V-niveau f vrderingsniveau wrden kennis en vaardigheden verder ingeefend en uitgebreid. Hiervr steunt men p de verwrven basiskennis vanuit het initiatieniveau f de lagere schl.

Nadere informatie

Ace! Training E-learning module 'vragen stellen' Cursus communicatievaardigheden 1

Ace! Training E-learning module 'vragen stellen' Cursus communicatievaardigheden 1 Ace! Training E-learning mdule 'vragen stellen' Cursus cmmunicatievaardigheden 1 Gede vragen stellen Vragen stellen is een vrm van verbale cmmunicatie. Verbale cmmunicatie bestaat uit spreken en luisteren.

Nadere informatie

In de workshop is alleen een bijdrage geleverd met betrekking tot de theoretische onderbouwing/ het theoretisch kader van het curriculum.

In de workshop is alleen een bijdrage geleverd met betrekking tot de theoretische onderbouwing/ het theoretisch kader van het curriculum. Verslag wrkshp 1 en 2 : In de wrkshp is alleen een bijdrage geleverd met betrekking tt de theretische nderbuwing/ het theretisch kader van het curriculum. Een eerste reactie p de pzet van het curriculum:

Nadere informatie

Verandertrajecten voor individuele medewerkers

Verandertrajecten voor individuele medewerkers Het Sandelhut Meditatietechnieken, Caching en Training Verandertrajecten vr individuele medewerkers Lcatie: Het Beekse Bshuis Girlesedijk ngenummerd Hilvarenbeek Pst: Gildelaan 41 5081 PJ Hilvarenbeek

Nadere informatie

Stel uw inkomen zeker, sluit een arbeidsongeschiktheidsverzekering af

Stel uw inkomen zeker, sluit een arbeidsongeschiktheidsverzekering af Stel uw inkmen zeker, sluit een arbeidsngeschiktheids af Eindelijk geniet u van een heerlijke skivakantie. En natuurlijk verkmt het u niet, want u bent een ervaren skiër. Maar laat dat ngeluk nu net in

Nadere informatie

Doelgroepen Dit educatieve lespakket is bedoeld voor de groepen 5,6 en de groepen 7,8.

Doelgroepen Dit educatieve lespakket is bedoeld voor de groepen 5,6 en de groepen 7,8. Dcentenhandleiding Beleef Het Verleden met Ltte Delgrepen Dit educatieve lespakket is bedeld vr de grepen 5,6 en de grepen 7,8. Middelen Data-DVD: Inzet van filmmateriaal via digibrd. 4 afleveringen met

Nadere informatie

OUDERBLIK. Een rugzak vol ideeën voor ouders en school SCHRIFTELIJKE COMMUNICATIE MET OUDERS

OUDERBLIK. Een rugzak vol ideeën voor ouders en school SCHRIFTELIJKE COMMUNICATIE MET OUDERS OUDERBLIK Een rugzak vl ideeën vr uders en schl SCHRIFTELIJKE COMMUNICATIE MET OUDERS 2012 1. Schriftelijke cmmunicatie met anderstalige uders Schriftelijke cmmunicatie gaat ver alle cmmunicatie naar uders

Nadere informatie

Beschermd Wonen met een pgb onder verantwoordelijkheid van gemeenten

Beschermd Wonen met een pgb onder verantwoordelijkheid van gemeenten Beschermd Wnen met een pgb nder verantwrdelijkheid van gemeenten Een factsheet vr cliënten, cliëntvertegenwrdigers en familievertegenwrdigers 1 februari 2016 Sinds 1 januari 2015 valt Beschermd Wnen (vrheen

Nadere informatie

Kwaliteit van de arbeid van kamermeisjes

Kwaliteit van de arbeid van kamermeisjes HIER FOTO INVOEGEN BREEDTE 210mm x HOOGTE 99mm Kwaliteit van de arbeid van kamermeisjes Samengevat 2011 Guidea - Kenniscentrum vr Terisme en Hreca vzw Deze infrmatie werd met de grtste zrg samengesteld.

Nadere informatie

TOEZICHTKADER ACCREDITATIESTELSEL HOGER ONDERWIJS. september 2014

TOEZICHTKADER ACCREDITATIESTELSEL HOGER ONDERWIJS. september 2014 TOEZICHTKADER ACCREDITATIESTELSEL HOGER ONDERWIJS september 2014 INHOUD Inleiding 4 1 Del en uitvering van het tezicht 5 1.1 Wat willen we bereiken? 5 1.2 Werkwijze 5 1.3 Waarderingskader 7 2 Relatie met

Nadere informatie

Vlaams Audiovisueel Fonds. Prioriteitennota voor de selectie van. documentaires

Vlaams Audiovisueel Fonds. Prioriteitennota voor de selectie van. documentaires Vlaams Audivisueel Fnds Pririteitennta vr de selectie van dcumentaires 1. Inleiding Vr een ged begrip is het belangrijk deze pririteitennta ged te situeren in het parcurs dat dssiers in het Fnds drlpen:

Nadere informatie

LOGBOEK van: klas: 1

LOGBOEK van: klas: 1 LOGBOEK van: klas: 1 Inhudspgave Inleiding en inhud van het lgbek Wat is de maatschappelijke stage? Delen van de maatschappelijke stage Waar de je maatschappelijke stage? Kaders waarbinnen de maatschappelijke

Nadere informatie

BELANGENVERENIGING PENSIOENGERECHTIGDEN PFZW KEUZEMOGELIJKHEID TUSSEN LAAG-PENSIOEN

BELANGENVERENIGING PENSIOENGERECHTIGDEN PFZW KEUZEMOGELIJKHEID TUSSEN LAAG-PENSIOEN BELANGENVERENIGING PENSIOENGERECHTIGDEN PFZW KEUZEMOGELIJKHEID TUSSEN HOOG-LAAG LAAG-PENSIOEN f f LAAG -HOOG HOOG-PENSIOEN Vr pensiengerechtigden die de 65-jarige leeftijd ng niet bereikt hebben U kunt

Nadere informatie

De missie van de school

De missie van de school De missie van de schl De kern van ns nderwijs is nze identiteit. Daarnaast willen wij als schl een veilige en gebrgen mgeving bieden waarin het kind zich geaccepteerd velt en ruimte ntvangt m zich verder

Nadere informatie

1 Welke thema's spelen er op dit moment binnen de opvoeding van uw kind(eren)?

1 Welke thema's spelen er op dit moment binnen de opvoeding van uw kind(eren)? Ouderpanel Deventer Opveding 1 Welke thema's spelen er p dit mment binnen de pveding van uw kind(eren)? Welke thema's spelen er p dit mment binnen de pveding van uw kind(eren)? Ontwikkeling p schl Pesten

Nadere informatie

Goed nieuws; kinderopvangtoeslag omhoog!

Goed nieuws; kinderopvangtoeslag omhoog! Data m te nthuden December 2015 04-12 Sinterklaas p schl. Grepen 5 t/m 8 een cntinurster tt 14.00 uur. Neem je eigen lunch mee p 4 december! 13-12 Kerstmarkt vanaf 12.00 tt 18.00 uur, kinderen van De Meeander

Nadere informatie

Domeinmodel voor hypothesetoetsen Sietske 23 oktober 2015

Domeinmodel voor hypothesetoetsen Sietske 23 oktober 2015 Dmeinmdel vr hypthesetetsen Sietske 23 ktber 2015 In dit dcument wrdt een mgelijk dmeinmdel vr hypthesetetsen beschreven. Het dcument bestaat uit twee delen: het dmeinmdel zelf en de verwegingen bij het

Nadere informatie

Kwaliteitsaspecten van onderwijs. Wat vinden pedicures belangrijk aan kwaliteit van opleiders

Kwaliteitsaspecten van onderwijs. Wat vinden pedicures belangrijk aan kwaliteit van opleiders Kwaliteitsaspecten van nderwijs Wat vinden pedicures belangrijk aan kwaliteit van pleiders Clfn Titel Kwaliteitsaspecten van nderwijs. Wat vinden pedicures belangrijk aan kwaliteit van pleiders. Auteur

Nadere informatie

De tips waar niets bij staat, worden opgepakt.

De tips waar niets bij staat, worden opgepakt. Inventarisatie tips en tps De tips waar niets bij staat, wrden pgepakt. Thema: cmmunicatie Stelling: Het gebruik van digitale cmmunicatiemiddelen (Schudercm) in cmbinatie met persnlijke gesprekken zrgt

Nadere informatie

Metacognitieve Therapie

Metacognitieve Therapie Metacgnitieve Therapie MODULE 10: TERUGVALPREVENTIE 10.1 terugvalpreventie 10.2 Psychse/schizfrenie: diagnse f stigma? Het begrip psychse, respectievelijk schizfrenie, wekt bij veel mensen een verkeerde

Nadere informatie

Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands.

Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands. GEVARIEERDE SPELLING Gevarieerde Spelling is een prgramma vr het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands. Delgrep Gevarieerde Spelling Gevarieerde Spelling is bedeld vr leerlingen

Nadere informatie

Actieplan leeftijdsbewust personeelsbeleid 2013-2023

Actieplan leeftijdsbewust personeelsbeleid 2013-2023 Nvember 2013 Actieplan leeftijdsbewust persneelsbeleid 2013-2023 Actie 1: Ontwikkelen van een stagebeleid. Stagiaires zijn ptentiële nieuwe cllega s. Een stageperide kunnen we aanzien als een inwerkperide.

Nadere informatie

Bij leefbaarheid gaat het er om hoe mensen hun omgeving ervaren en beoordelen.

Bij leefbaarheid gaat het er om hoe mensen hun omgeving ervaren en beoordelen. 1 Leefbaarheid is een belangrijk, z niet hét thema van de laatste jaren. De wnmgeving wrdt vr mensen steeds belangrijker vr de ervaren wn. Ok vanuit het perspectief van sciale chesie, veiligheid en sciaal-ecnmische

Nadere informatie

Criteria Plusklassen Samenwerkingsverband WSNS Kop van Noord-Holland

Criteria Plusklassen Samenwerkingsverband WSNS Kop van Noord-Holland Criteria Plusklassen Samenwerkingsverband WSNS Kp van Nrd-Hlland Er is sprake van hgbegaafdheid, blijkens uit: Een ttale intelligentie gelijk f hger dan 130 N.B.: bij een intelligentienderzek wrdt nrmaliter

Nadere informatie

Saxionstudent.nl CE 1

Saxionstudent.nl CE 1 Thema: Marktanalyse (semester 1) Prject: Desk en Fieldresearch 56357 Vrwrd Vr u ligt het plan van aanpak vr het prject Desk en Fieldresearch, vr het thema marktanalyse van semester 1. Het is de bedeling

Nadere informatie

SIG Groene ICT & Duurzaamheid jaarverslag 2014 / jaarplan 2015

SIG Groene ICT & Duurzaamheid jaarverslag 2014 / jaarplan 2015 SIG Grene ICT & Duurzaamheid jaarverslag 2014 / jaarplan 2015 Inleiding Hiernder treft u het jaarverslag 2014 en het jaarplan 2015 van de Special Interest Grup Grene ICT & Duurzaamheid aan. Het jaarverslag

Nadere informatie

Statenvoorstel nr. PS/2014/341

Statenvoorstel nr. PS/2014/341 Statenvrstel nr. PS/2014/341 Initiatiefvrstel Cde Maatschappelijke Participatie Datum Inlichtingen bij 23 april 2014 mevruw G.J. Overmeen-Bakhuis Aan Prvinciale Staten Onderwerp Initiatiefvrstel Cde Maatschappelijke

Nadere informatie

Presentatie eisen reisweek

Presentatie eisen reisweek Presentatie eisen reisweek Beste reisadviseurs, De aftrap is genmen. We zijn begnnen aan een spannende strijd m te bepalen he nze werkweek er in juni 2013 uit zal zien. Natuurlijk lijkt het een beetje

Nadere informatie