UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR Financiële stabiliteit en bijziendheid van economische agenten: een simulatie Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de algemene economie Daan Depaepe onder leiding van Prof. Koen Schoors

2 "

3 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR Financiële stabiliteit en bijziendheid van economische agenten: een simulatie Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de algemene economie Daan Depaepe onder leiding van Prof. Koen Schoors #

4 PERMISSION Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of gereproduceerd worden, mits bronvermelding. Daan Depaepe $

5 Woord vooraf Ik wil eerst en vooral een bedanking geven aan mijn promotor, prof. Koen Schoors, voor de hulp en het advies bij het tot stand komen van deze masterproef. Daarnaast wil ik ook mijn moeder bedanken om de tekst na te lezen. Ook nog een bedankje aan Jonas, Kenneth, Annelien en Marian om mij op reis niet te veel lastig te vallen toen ik mijn masterproef aan het afwerken was. %

6 "#$%&'$()*+, "#$%&'&#()))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))* +&,-,.%/0123&-)))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))* 42'%$0%.5.13%-6.&7-))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))) 58 9%,:$.-.%#))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))) 5; <2#6$:,&%))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))) 5* =%/>&?#&#(%#02'%$0%.5.13%-6.&7-))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))) AB&.-(%#.%#)))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))) '()*+,-,(. /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 01 A#'2(%#% -6.:-$ ))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))) ;C '()*+,-,(. /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// "& A#'2(%%#0-D%# -6.:-$E-$.%/#-.&%> ))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))) Resultaten ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// #2 <2#6$:,&%))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))) GF 42'%$0%.;.13%,-6.&7-))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))) GG 9%,:$.-.%#))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))) GH <2#6$:,&%))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))) C* I$(%0%#%<2#6$:,&%)))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))) J&K$&2(/->&% )))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))) *8 &

7 "-,.&.")/ Uit de financiële crisis van en ook uit vorige crisissen blijkt dat het financiële systeem gekenmerkt wordt door schokken op regelmatige tijdstippen. Deze crisissen komen grotendeels op dezelfde manier tot stand. Een stijging van de prijs van de activa wordt gevoed door een expansie van de kredietverlening. Hierdoor ontstaat een algemeen gevoel van overoptimisme dat leidt tot de verlaging van de risicostandaarden. Na een macro-economische schok die een initiële correctie veroorzaakt ontstaat meestal, als gevolg van psychologische effecten, een sterke daling van de activaprijzen (Vander Vennet, 2009). De focus van deze masterproef is gericht op de evolutie van de risicostandaarden en de mogelijke gevolgen die deze kunnen hebben op het ontstaan van financiële crisissen. Disaster myopia In traditionele financiële modellen wordt uitgegaan van een rationele economische agent. In de praktijk blijkt deze veronderstelling echter niet volledig op te gaan. Om hieraan een antwoord te bieden is 'behavioural finance' ontstaan. In deze modellen wordt ervan uitgegaan dat de economische agenten niet volledig rationeel zijn; ze proberen deze irrationaliteit te beschrijven en te modelleren (Barberis & Thaler, 2002). Een aantal van deze theorieën behandelt de bijziendheid of 'myopia' van economische agenten. Zo zullen managers zich myopisch of bijziend gedragen in het nemen van beslissingen om zo te proberen de aandeelmarkt te misleiden en de aandelenprijzen de hoogte in te duwen (Stein, 1989). Ook blijken irrationele economische agenten onderhevig aan 'myopic loss aversion': ze hebben een grotere gevoeligheid voor verliezen dan voor winst (Thaler, Tversky, Kahneman, Schwartz, 1997). Het model dat hieronder beschreven wordt, is grotendeels gebaseerd op de theorie van 'disaster myopia', die er van uitgaat dat economische agenten bij het inschatten van risico s aan bijziendheid lijden. Bij het inschatten van weinig voorkomende, zeer ernstige gebeurtenissen zijn economische agenten niet in staat hier op een rationele manier mee om te gaan (Herring, 1999). Uit onderzoek blijkt dat het gedrag van de agenten gekarakteriseerd wordt door twee heuristieken, namelijk de 'Availability' heuristiek en de 'Threshold' heuristiek (Herring, 1999). 'De Availability' heuristiek beschrijft dat bij het schatten van probabiliteit mensen zich gemakkelijker de gebeurtenissen herinneren in het nabije verleden dan in het verre verleden (Tversky & Kahneman, 1973). Op een bepaald punt zal - volgens de 'Threshold' heuristiek - de subjectieve kans op een gebeurtenis zelfs op 0 vallen (Simon, 1978). Dit leidt tot de hypothese 3

8 van 'disaster myopia': naarmate de tijd vordert zal de ingeschatte kans op weinig voorkomende gebeurtenissen (crisissen, rampen) steeds kleiner worden en zelfs op 0 vallen, ondanks het feit dat de werkelijke kans dezelfde blijft. Als gevolg van onzekerheid en bijziendheid worden economische agenten gedreven tot een foute inschatting van de kansen op een ramp, en dus tot het nemen van steeds grotere risico s. Figure 1 Disaster Myopia (Herring, 1999) 1 Daarnaast worden economische agenten ook gekenmerkt door zogenaamd 'kuddegedrag'. De agenten hebben de incentive om aan activiteiten deel te nemen die ervoor zorgen dat hun risicopositie hoog correleert met de andere agenten (Ergungor & Thomson, 2005). Een bijkomend gevolg is dat steeds meer agenten hetzelfde risicovolle gedrag gaan vertonen. Dit is een gevolg van het feit dat rationele, voorzichtige agenten - die wel de juiste risicopremies aanrekenen dreigen klanten te verliezen en mogelijk uit de markt weggeconcurreerd zullen worden, waardoor ze gedwongen worden om ook meer risico s te nemen (Guttentag, 1984). Dit leidt tot een zelfversterkend proces dat algemeen resulteert in het nemen van steeds grotere risico s. 2

9 Om het tot stand komen en de implicaties van 'disaster myopia' te simuleren, is er nood aan een formeel model. De basis van het hieronder beschreven model is gebaseerd op het werk van De Langhe en Greiff, Hierin beschrijven en simuleren de auteurs een 'onzichtbare hand'-model dat de distributie van arbeid in de wetenschap beschrijft. In het model worden N agenten ingedeeld in J concurrerende clusters. De keuze tot welke cluster een agent behoort, wordt enerzijds bepaald door de persoonlijke voorkeur en anderzijds door de invloed van de andere agenten (De Langhe & Greiff, 2009). Dit model wordt als basis genomen voor het beschrijven van myopia en kuddegedrag van economische agenten. In het eerste deel wordt een model beschreven waarbij er maar één type activa voorkomt en waarbij verondersteld wordt dat alle agenten myopisch zijn. Daarna wordt dit uitgebreid tot een model met twee types van activa waarbij zowel myopische als rationele agenten voorkomen. 1

10 0$&,-/1,2/3/24(,/*52.+*/ In een eerste fase wordt een model beschreven waarin er slechts één type activa bestaat, die een bepaalde risicopositie inhoudt. Er wordt ook verondersteld dat alle economische agenten myopisch, en dus niet rationeel, zijn. We gaan uit van een populatie van N (myopische) economische agenten. De populatie wordt als homogeen beschouwd, er wordt dus geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende agenten. Beschouw daarnaast J clusters. Elke cluster n stelt een groep van 'risicoinschattingen' voor. Met 'risico-inschatting' wordt de inschatting door een economisch agent op de probabiliteit van het voorkomen van een ramp ('disaster') bedoeld. Er bestaan dus J dergelijke clusters ( 0, 1... J-1 ). De economische agent zal bij het nemen van een beslissing telkens één risico-inschatting maken, behorend tot één cluster. Stel dat n (t) de cluster is waaraan agent n op tijdstip t de voorkeur geeft. In elke tijdstap maakt de agent een nieuwe inschatting. Er wordt ook verondersteld dat hoe lager de index is van n, hoe lager de inschatting van de probabiliteit is. 0 stelt dan de cluster voor waarbij de ingeschatte kans op een ramp gelijk is aan 0. Zoals vermeld, leiden de economische agenten aan bijziendheid of 'disaster myopia' (Herring, 1999). De inschattingen van de probabiliteit op een ramp die door de economische agenten gemaakt worden, zullen niet overeenkomen met de werkelijke probabiliteit. De werkelijke probabiliteit op een ramp wordt voorgesteld als actual en deze wordt om te beginnen verondersteld constant te zijn. Bij latere verfijningen van het model zal actual een endogene variabele worden. De ingeschatte, subjectieve probabiliteit n (t) is zoals hier boven vermeld niet constant in de tijd. Daarnaast worden ook n,event en threshold gedefinieerd. n,event is de probabiliteit op een ramp die agent n inschat, juist nadat een ramp voorgevallen is ( n,event wordt op voorhand gekozen uit een verdeling rond een exogene variabele event ). In het model wordt er vanuit gegaan dat er juist voor tijdstip t = 0 een ramp heeft plaatsgevonden. Met andere woorden n (0) = n,event. threshold is de grens waaronder - volgens de 'Threshold' heuristiek (Simon, 1978) - de ingeschatte subjectieve probabiliteit op een ramp op 0 valt. Er wordt verondersteld dat deze constant is en identiek voor alle agenten. Ten slotte wordt na elke tijdstap een random trekking gedaan op het effectief voor komen van een ramp met kans actual. 04

11 De agent zal een persoonlijke voorkeur p n (t) = (p 0n (t), p 1n (t)... p J-1n (t)) hebben voor een bepaalde cluster, en deze voorkeur zal onderhevig zijn aan 'disaster myopia'. Dit wordt gemodelleerd als een binaire vector waarbij p jn (t) gelijk is aan 1 voor de cluster die de voorkeur geniet en gelijk is aan 0 voor alle andere clusters. De cluster die de voorkeur geniet wordt als volgt gevonden: n = n (t-1) a n als n (t-1) > threshold = 0 als n (t-1) <= threshold Hierbij stelt de parameter a n de mate van 'bijziendheid' of 'myopia' voor. a n wordt gedefineerd als een positief getal; met andere woorden wordt er dus verondersteld dat de ingeschatte probabiliteit op een ramp dalend is naarmate de tijd vordert. Er wordt vanuit gegaan dat elke agent een verschillende graad van bijziendheid heeft. Elke agent heeft dus een parameter a n, die de persoonlijke graad van bijziendheid voorstelt. Deze parameter a n wordt in het model willekeurig gekozen uit een normale verdeling in het begin van de simulatie, en blijft constant voor de agent doorheen de tijd. Zoals hierboven vermeld wordt er vanuit gegaan dat er zich juist voor tijdstip t=0 een ramp heeft voorgedaan, dus dat n (0) = n,event. Bij het inschatten van de probabiliteit laat agent n zich ook beïnvloeden door de risicoinschattingen van andere agenten (Guttentag, 1984). Dit wordt voorgesteld door een vector E(t) = (E 0 (t), E 1 (t)... E J-1 (t)), waarbij het j-de element het aantal agenten voorstelt dat de strategie j volgt. Deze vector wordt dan genormaliseerd naar waarden tussen 0 en 1, en voorgesteld door Ê(t). De uiteindelijke voorkeur van agent n voor elk van de verschillende clusters wordt als volgt weergegeven: p n(t) = p n (t) + c* Ê(t) De volgende beslissingsregel wordt gedefinieerd: het element met de grootste voorkeur uit de vector p n(t) = (p n0(t), p n1(t)... p nj-1(t) ) wordt gekozen voor n (t). De parameter c drukt uit hoe groot de invloed van de andere agenten is. Bij het optreden van een ramp wordt hier verondersteld dat alle agenten de ramp overleven maar hun subjectieve inschatting n (t) wordt terug gelijk aan n,event. 00

12 Het model bevat dus de volgende parameters: a: graad van 'bijziendheid'; als a = 0 is er geen bijziendheid. Het ingeschatte risico blijft hetzelfde als in de vorige tijdstap, de tijd heeft dus geen invloed. c: graad van invloed van andere agenten; als c = 0 is er geen invloed op de beslissing van andere agenten, enkel de eigen risico-inschatting is van belang. t: frequentie van de evaluatie risico-inschatting N: het aantal economische agenten J: het aantal clusters Resultaten Bij de volgende simulaties wordt aangenomen dat het aantal agenten N gelijk is aan 10000, en dat het aantal clusters J gelijk is aan 20. Het verloop wordt bekeken over tijdstappen. Er kan bijvoorbeeld gesteld worden dat elke tijdstap 1 dag is en er dus gekeken wordt naar een periode van ongeveer 27 jaar. Om de resultaten eenvoudiger te kunnen vergelijken komen de rampen niet willekeurig voor, maar komt 1 ramp voor op tijdstip t = Als resultaat wordt enerzijds het aandeel van elk van de 20 clusters over de tijd weergegeven; anderzijds wordt een representatieve subset (50 agenten) van de ingeschatte subjectieve probabiliteit op een ramp weergegeven. De rode verticale stippellijn geeft aan op welke tijdstippen een ramp is voorgekomen, die zich zoals hierboven vermeld in de simulatie voordoet op tijdstip t=5000. De eerste simulatie toont het geval waarbij de economische agenten niet myopisch zijn, met andere woorden het geval waarbij a n = 0. Doorheen de tijd blijven de agenten dezelfde subjectieve probabiliteit inschatten en hierdoor blijft het aandeel van elke cluster ook hetzelfde. 0"

13 clusterverdeling subjectieve probabiliteit De tweede simulatie veronderstelt dat de agenten wel myopisch zijn. Als parameter wordt voor event een normale verdeling met als verwachtingswaarde 0,001 en standaardafwijking 0,0002 0#

14 genomen. Voor de graad van bijziendheid a wordt een normale verdeling met als verwachtingswaarde 0, en standaardafwijking 0, aangenomen. De resultaten worden weergegeven voor verschillende waarden van c, beginnend bij c = 0 (geen invloed door andere agenten op de risico-inschatting) gaande tot c = 1,25. Zoals verwacht gaan alle agenten een steeds lagere risico-inschatting maken, en dit aan een verschillend tempo, afhankelijk van hun a n. Als eenmaal de 'threshold' waarde bereikt is, valt de inschatting op 0. Naarmate de tijd vordert schatten dus meer en meer agenten hun risico op een ramp in op 0. Dit is ook te zien aan het aandeel van de cluster 0, die 1 benadert. Op tijdstip t = 5000 komt een ramp voor en begint het proces opnieuw. Naarmate c groter wordt, en dus de invloed van de agenten vergroot, zullen agenten sneller een lagere risico-inschatting maken. Op een bepaald ogenblik zal de invloed van de cluster 0 zo groot worden, dat alle agenten ook diegenen die een lage graad van bijziendheid hebben hun risico-inschatting op 0 zetten. Hoe groter c, hoe sneller dit voorkomt. 0$

15 c clusterverdeling subjectieve probabiliteit 0,00 1,05

16 c clusterverdeling subjectieve probabiliteit 1,10 1,25 "#

17 Ter verduidelijking wordt ook nog eens apart het verloop van het aandeel van één cluster getoond (bij c= 1,05), namelijk van de 'middelste' cluster 10. Juist na een event is het aandeel beperkt, aangezien de meeste agenten in clusters 'boven' 10 zitten ( 11 tot 20 ). Naarmate de tijd vordert groeit het aandeel eerst om vervolgens terug te dalen en uiteindelijk 0 te worden. Dit komt omdat de agenten door de clusters stromen, namelijk agenten die in hogere clusters zitten zullen door hun myopisch gedrag steeds in lagere clusters terecht komen om uiteindelijk te eindigen in de cluster 0. Na verloop van tijd zullen alle agenten terecht komen in 0 en zullen alle andere clusters leeg zijn. Conclusie Er kan worden geconcludeerd dat in dit eenvoudig model alle agenten uiteindelijk in cluster 0 terecht komen en ze dus na verloop van tijd inschatten dat de kans op een ramp gelijk is aan 0. De agenten evolueren hier sneller naartoe naarmate c, en dus de invloed van de andere agenten, groter wordt.

18 "#$%&'%'("')*+,"-)*".)/).01")23.%42) Exit agenten In het bovenstaande model blijven alle economische agenten bestaan, ook na het voorkomen van een ramp. Ondanks het nemen van te grote risico s en het voorkomen van rampen bestaat er toch geen kans op een faling of op het ingrijpen door een regulator. Om het model realistischer te maken wordt het daarom mogelijk gemaakt dat economische agenten falen of dat een regulator ingrijpt, door bijvoorbeeld de licentie van de agent af te nemen. Met andere woorden geen enkele agent is nog 'too big to fail'. Bij het nemen van te grote risico s bestaat de kans dat de agent verdwijnt. Er wordt veronderstelt dat elke agent een vooraf bepaalde kans op een exit (faling of ingrijpen regulator) heeft, en dat deze exit zich op elk tijdstip kan voordoen. Er wordt evenwel van uit gegaan dat bij het voorkomen van een ramp de kans op exit vergroot volgens een bepaalde factor. Dus in tegenstelling tot het basismodel, kunnen bij het optreden van een ramp agenten nu wel falen of gedwongen worden te stoppen door een regulator. De meeste agenten zullen dus bij een ramp hun subjectieve inschatting terug bijstellen tot n,event, maar sommige agenten zullen verdwijnen. In de veronderstelling dat de agenten die het meest bijziend zijn sneller risico nemen, zullen deze agenten een grotere kans hebben om te verdwijnen. Dit wordt eenvoudig gemodelleerd als: p(exit) = a n * " met " een exogene parameter, deze parameter bepaalt dus de kans op exit. Als een agent verdwijnt, wordt hij vervangen door een nieuwe economische agent. Er wordt vanuit gegaan de nieuwe agent geen overdreven risico s neemt bij zijn introductie, en begint in de cluster n,event. Er wordt ook vanuit gegaan dat de nieuwe agenten geleerd hebben van de fouten van hun verdwenen voorgangers, en dat zij minder myopisch zullen zijn, met andere woorden de parameter a n van de nieuwe agent zal kleiner zijn dan die van de gefaalde agent. ) "#

19 5"67-.2."') Bij de simulatie worden weer dezelfde beginvoorwaarden verondersteld, namelijk N = 10000, J = 20, event een normale verdeling met als verwachtingswaarde 0,001 en standaardafwijking 0,0002, de graad van bijziendheid a heeft een normale verdeling met als verwachtingswaarde 0, en standaardafwijking 0, De tijdsperiode bevat tijdstappen, met een ramp op tijdstap Ter illustratie wordt eerst de invloed van " op a n getoond. Onderstaande grafiek geeft de evolutie van de gemiddelde a n over de tijd voor verschillende " weer. Het is duidelijk dat naarmate " groter is, de bijziendheid van de economische agenten sterker daalt. Dit komt omdat na het verdwijnen van een agent een nieuwe agent in de plaats komt die minder myopisch is. "$

20 In de eerste grafieken worden de clusterverdeling en een representatieve subset (50 agenten) van de ingeschatte subjectieve probabiliteit weergegeven. Hierbij is c = 1,05 en worden de resultaten getoond voor verschillend ". De rode verticale stippellijn geeft aan op welke tijdstippen een ramp is voorgekomen, zoals hierboven vermeld komt deze in de simulatie voor op tijdstip t=5000. Naarmate " groter wordt, verloopt de ingeschatte subjectieve probabiliteit meer 'grillig' en daalt de subjectieve probabiliteit trager. Dit valt te verwachten omdat op random tijdstippen een agent kan verdwijnen en de nieuwe agent ontstaat die terug op n,event begint en minder myopisch zal zijn. De dominantie op de clusterverdeling door één cluster, namelijk cluster 0, wordt ook kleiner naarmate " groter is. Door de mogelijkheid op een exit ontstaat meer spreiding in de clusters en zal dus minder snel één cluster de 'overmacht' krijgen. %&

21 clusterverdeling subjectieve probabiliteit 0 10

22 clusterverdeling subjectieve probabiliteit 100 ""

23 In de tweede grafiek wordt opnieuw de clusterverdeling getoond, voor verschillende c en waarden. Hierbij valt opnieuw op dat naarmate groter wordt, de invloed van één cluster kleiner wordt. Naarmate meer agenten verdwijnen, beginnen de nieuwe agenten meer invloed uit te oefenen op de 'oude' agenten. De invloed van c wordt kleiner bij grotere omdat de agenten meer over de verschillende clusters verspreid zijn. Aangezien elke cluster dus minder agenten bevat, zal de invloed hiervan op de keuze van de cluster die de uiteindelijke voorkeur geniet van de agent kleiner zijn.

24 c = 0,00 c = 1,05 c = 1,

25 c = 0,00 c = 1,05 c = 1, "#

26 Endogene actual In het huidige model wordt verondersteld dat actual een exogene variabele is. Het gedrag van de economische agenten heeft hier dus geen invloed op. Dit is natuurlijk geen realistische veronderstelling. Om het model realistischer te maken, wordt actual een endogene variabele gemaakt. Met andere woorden, de kans op een ramp is niet langer constant, maar hangt af van het gedrag van de economische agenten. Algemeen kan dus worden gesteld dat: actual (t) = f(e 0 (t), 0 (t), E 1 (t), 1 (t),... E J-1 (t), J-1 (t)) Voor de eenvoud wordt deze functie gedefinieerd als: actual (t) = [aantal agenten in clusters onder actual (t-1)/ N]* " waarbij " een exogene variabele is, met 0 < " < 1 Dit geeft een waarde tussen 0 en ". Als de risico-inschatting bij alle agenten boven actual is, is de kans op een ramp 0. Omgekeerd als bij alle agenten de risico-inschatting beneden actual is, is de kans op een ramp ". "#$%&'('#) Onderstaande grafieken zetten de werkelijke kans op een ramp actual (t) uit in de tijd, voor verschillende waarden van # bij een simulatie over een tijdsperiode van tijdstappen. Om de vergelijking te vereenvoudigen komen er rampen voor op 4 vaste tijdstippen (t=0, 5000, en 15000), in plaats van met de werkelijke kans actual (t). De overige parameters zijn dezelfde als bij de simulaties hierboven. De simulatie wordt uitgevoerd voor # = 0 (geen exits van agenten), # = 10 en # = 100. Elke grafiek geeft 3 maal actual (t) weer, eens voor elke waarde van #.

27 Na elke ramp valt de werkelijke kans actual (t) op 0, waarna deze een stijging vertoont. Naarmate de kans groter wordt dat een agent verdwijnt door faling of door het toedoen van een regulator, met andere woorden naarmate # groter wordt, daalt de werkelijke kans op een ramp actual (t). Dit komt omdat er steeds een aantal agenten verdwijnen, de nieuwe agenten minder myopisch zijn en zij dus minder risico nemen. Naarmate de tijd vordert, en er zich dus meer rampen hebben voorgedaan, daalt ook de kans waar naartoe actual (t) evolueert. Dit komt opnieuw omdat in het model ervan uitgegaan wordt dat de nieuwe agenten die ontstaan na een exit minder myopisch zullen zijn, en dus minder risico zullen nemen. De evolutie van actual (t) wordt meer grillig naarmate c groter wordt. Dit wordt veroorzaakt door de grotere invloed van andere agenten, waardoor de nieuwe minder myopische agenten ook invloed beginnen uit te oefenen op de oudere agenten en omgekeerd. "#

28 c 0.00 actual (t)

29 c actual (t) 1.05 "#

30 c 1.10 actual (t) $%

31 Hieronder wordt ook een 'uitvergroting' weergegeven van de eerste 1000 tijdstappen, en van tijdstap tot (juist na de 3de ramp). c t = t =

32 c t = t = $"

33 Uit de grafieken valt af te leiden dat in de beginperiode (eerste 1000 tijdstappen) er een heel sterke stijging is van actual, en dat deze weinig verschilt voor de verschillende ". Na een langere periode (en enkele rampen) wordt de stijging minder sterk, zeker bij een hogere ". Dit komt opnieuw door het feit dat bij hogere " er meer agenten verdwijnen en vervangen worden door minder myopische agenten, wat op zijn beurt invloed heeft op de evolutie van actual. Er wordt ook gekeken naar de evolutie van het model waarbij de rampen random voorkomen (met probabiliteit actual (t)). Hierbij wordt de clusterverdeling en een representatieve subset (50 agenten) van de ingeschatte subjectieve probabiliteit weergegeven over een zeer lange periode, namelijk over een periode van 400 jaar. De parameters werden aangepast zodat één tijdstap overeenkomt met 1 jaar (in de veronderstelling dat bij de vorige simulaties één tijdstap gelijk was aan 1 dag). De parameters zijn de volgende: de graad van bijziendheid a is een normale verdeling met als verwachtingswaarde 0,0365 en standaardafwijking 0, event heeft een normale verdeling met als verwachtingswaarde 0,365 en standaardafwijking 0,073. Daarnaast zijn actual (0) = 0,1095, # = 0,365, treshold = 0,0365 en c = 1,05. De resultaten worden voor verschillende " weergegeven. Opnieuw duiden de rode verticale stippellijnen aan wanneer een ramp is voorgekomen. Er valt op dat er duidelijk minder rampen voorkomen naarmate " hoger is, zelfs bij 'lage' " = 2. Dit komt omdat naarmate er meer exits van agenten zijn, de nieuwe agenten minder myopisch zijn, wat een invloed heeft op actual (t). Naarmate de agenten minder myopisch worden komen er dus minder rampen voor, en dit wordt sterker bij een hogere ". De verdeling over de clusters wordt ook steeds stabieler, omdat de agenten minder myopisch worden en dus minder snel 'verspringen' naar andere clusters. De grafieken met de subjectieve probabiliteit tonen duidelijk aan dat de agenten steeds minder myopisch zijn (de subjectieve probabiliteit daalt minder snel).

34 clusterverdeling subjectieve probabiliteit

35 clusterverdeling subjectieve probabiliteit 2.0 "#

36 Hieronder wordt het voorkomen van het aantal rampen weergegeven voor verschillende parameters. De simulatie wordt telkens 100 maal uitgevoerd en het gemiddelde hiervan wordt weergegeven. Onderstaande tabel toont het gemiddelde aantal rampen over volledige periode (met tussen haakjes de variantie): 0,0 0,5 1,0 1,5 2,0 c = 0,00 38,38 (3,09) 20,85 (1,16) 13,77 (1,57) 9,63 (1,55) 7,00 (1,27) c = 1,05 38,02 (5,05) 21,10 (1,51) 13,66 (0,93) 9,67 (0,89) 6,83 (1,03) c =1,10 38,68 (6,22) 21,04 (1,35) 13,51 (1,40) 9,66 (1,40) 7,10 (1,16) c = 2,00 38,89 (4,40) 21,02 (1,13) 13,65 (0,92) 9,61 (1,05) 6,83 (1,23) c = 4,00 39,61 (6,10) 22,10 (1,69) 14,38 (1,31) 10,17 (1,13) 7,76 (1,21) Daarnaast wordt ook de evolutie van gemiddeld aantal rampen getoond, in 10 tijdsintervallen ingedeeld. De grafieken zetten voor de tijdsperioden t= 0-40, het gemiddeld aantal rampen in die tijdsperiode uit. c = 0,00

37 c = 2,00 Naarmate hoger is, zal het aantal rampen per tijdsinterval sneller afnemen. Als = 0 (en er dus geen agenten verdwijnen) blijft het aantal rampen constant. "#

38 Endogeen maken " actual : alternatief " actual (t) zou ook op alternatieve wijze kunnen gedefinieerd worden. Als er van uitgegaan wordt dat " actual (t) afhankelijk is zowel van een globale component (het aantal agenten dat de werkelijke kans hebben onderschat) als van een individuele component (gebaseerd op de individuele kans op een exit van de agenten), is een mogelijkheid: " actual (t) = b * [aantal agenten in clusters onder " actual (t-1)/ N]* # + (1-b) (($ p(exit) agent n ) / N) met b % [0,1] Er wordt dus verondersteld dat " actual (t) afhankelijk is van 2 invloeden: een globaal risico, net als in de vorige definitie van " actual (t) dat wordt bepaald door het aantal agenten dat het risico heeft onderschat, vermenigvuldigt met een factor # 1. een gewogen som van individuele risico's, waarbij het individueel risico wordt bepaald door de kans op exit van de agenten, dat op zijn beurt afhankelijk is van de graad van bijziendheid a. Resultaten De onderstaande grafieken tonen de invloed van b op het verloop van" actual bij verschillende waarden van (elke grafiek geeft 3 maal " actual (t) weer, eens voor elke waarde van ). De resultaten worden getoond voor c = 0,00. Voor b = 1,00 is de situatie identiek (en dus de resultaten identiek) aan die van de vorige definitie van " actual (t). Als b kleiner wordt zal naarmate de tijd vordert de " actual (t) sneller dalen. Dit valt te verklaren door het feit dat de individuele component sterker wordt. Aangezien deze dalend is in de tijd (zoals te zien is bij b = 0,00), zal " actual (t) dus ook sterker dalen. Voor b = 0,00 wordt " actual volledig bepaald door de gewogen som van individuele kansen op exit van de agenten. Omdat, als meer en meer agenten verdwijnen, de nieuwe agenten minder myopisch worden en dus minder kans op exit hebben (aangezien p(exit) = a n * ), is te zien dat " actual (t) daalt naarmate de tijd vordert. Dit effect is groter voor een grotere. "$

39 b 1.00 actual (t) 0.75

40 b 0.50 actual (t) 0.00 "#

41 Er wordt ook gekeken naar het gemiddeld aantal rampen over een lange periode (met tussen haakjes de variantie), en dit voor verschillende waarden van en b. 0,0 0,5 1,0 1,5 2,0 b = 1,00 38,39 (5,65) 21,08 (1,33) 13,73 (1,15) 9,74 (1,14) 7,38 (1,31) b = 0,75 32,01 (3,08) 18,83 (1,62) 12,40 (1,50) 8,88 (1,23) 6,50 (1,17) b = 0,50 27,12 (3,19) 16,57 (1,78) 11,14 (2,34) 8,22 (2,57) 6,38 (1,85) b = 0,25 18,7 (3,40) 13,00 (4,72) 9,00 (3,15) 7,00 (4,06) 5,38 (2,64) b = 0,00 0,14 (0,12) 2,99 (3,10) 4,13 (4,70) 3,63 (3,22) 3,76 (3,49) Daarnaast wordt ook de evolutie van gemiddeld aantal rampen gegeven, ingedeeld in 10 tijdsintervallen. De grafieken zetten voor de tijdsperioden t= 0-40, het gemiddeld aantal rampen in die tijdsperiode uit. b 1,00

42 b 0,75 0,50 "#

43 b 0,00 Naarmate b groter is, en " actual (t) dus meer afhankelijk is van het globaal risico, komen er meer rampen voor. Hierbij moet wel duidelijk worden vermeld dat dit grotendeels afhankelijk is van de definitie van " actual (t). Een andere definitie kan leiden tot verschillende resultaten. Conclusie De verfijningen van het model tonen aan dat als er toegestaan wordt dat er exits van agenten zijn, ofwel door een faling ofwel door het ingrijpen van een regulator, dit een grote invloed heeft op de ingeschatte kansen op een ramp door de agenten en op " actual (t). Bij grotere waarden%&', en dus meer exits, worden de agenten sneller minder myopisch, en daalt de werkelijke kans op een ramp " actual (t) sneller, wat natuurlijk resulteert in het minder voorkomen van rampen. Als economische agenten dus worden toegestaan te falen of als een regulator strenger ingrijpt bij agenten die te veel risico nemen, zal na verloop van tijd het aantal rampen/crisissen afnemen. Dit in de veronderstelling dat de nieuwe agenten leren van de fouten van hun verdwenen voorgangers en minder myopisch zullen zijn. De invloed van andere agenten wordt ook kleiner naarmate groter wordt, omdat de agenten meer verspreid zullen zijn over de verschillende clusters. "$

44 "#$%&'$(&)&(*+$,&-.(/0-& In het bovenstaande model werd er vanuit gegaan dat de economische agenten maar één type activa kunnen kiezen en dat zij allen myopisch zijn. Om het model realistischer te maken wordt hieronder een complexer model beschreven: Er wordt uitgegaan van de situatie dat elke agent de keuze heeft tussen 2 types van activa, namelijk 'veilige activa', en 'risicovolle activa', elk met een verschillende te verwachten return ( expected return ) en een verschillend risico: Veilige activa: A S met return R S en risico " S Risicovolle activa: A R met return R R en risico " R Waarbij R S < R R en " S < " R Bij het maken van de keuze moet de agent dus twee risico-inschattingen " S en " R maken. Daarnaast wordt verondersteld dat er 2 soorten economische agenten zijn (in een populatie van N agenten), namelijk X rationele agenten en N-X bijziende agenten. Beide types agenten maken hun keuze gebaseerd op de verwachte return. Hij kiest namelijk voor het activa met de hoogste verwachte return: E(R) S = (1-" S ) R S E(R) R = (1-" R )R R De agenten worden net zoals in het simpele model beïnvloed door het gedrag van andere agenten. De myopische agenten verschillen van de rationele in het feit dat zij onderhevig zijn aan 'disaster myopia'. De rationele agenten maken telkens wel een correcte inschatting van de werkelijke kans op een ramp. Het maken van een beslissing bestaat uit 2 stappen: 1. Het maken van risico-inschatting voor zowel de veilige als de risicovolle activa. 2. Het maken van een keuze tussen de twee activa A S en A R, gebaseerd op de verwachte return. ""

45 Het model is als volgt: Net zoals bij het model met één type activa wordt verondersteld dat een economische agent de keuze heeft tussen J clusters van risico-inschattingen, maar nu moet hij een keuze maken tussen J clusters voor zowel A S als voor A R. Er zijn dus twee maal J clusters (" S 0, " S 1... " S J-1 ) en (" R 0, " R 1... " R J-1 ). Weer wordt verondersteld dat elke agent een persoonlijke voorkeur p n (t) heeft voor een bepaalde cluster, en dit voor elke activa. Dit wordt gemodelleerd als twee binaire vectoren: p S n (t) = (p S 0n (t), p S 1n (t)... p S J-1n (t)) p R n (t) = (p R 0n (t), p R 1n (t)... p R J-1n (t)) De werkelijke kans op het voorvallen van een ramp wordt voorgesteld door " S actual (t) en " R actual (t). Opnieuw worden " S n,event en " R n,event gedefinieerd als de probabiliteit op een ramp die agent n inschat, juist nadat een ramp voorgevallen is. In het model wordt verondersteld dat er juist voor tijdstip t = 0 een ramp heeft plaatsgevonden, met andere woorden " S n (0) = " S n,event en " R n (0) = " R n,event. Rationele agenten: De rationele agent zal een juiste inschatting van het risico maken. De ingeschatte probabiliteit op een ramp is dus gelijk aan de effectieve kans: p n S (t) = 1 voor de cluster die gelijk is aan " actual S (t) = 0 voor alle andere clusters p n R (t) = 1 voor de cluster die gelijk is aan " actual R (t) = 0 voor alle andere clusters De agent wordt ook beïnvloedt door andere agenten. Dit wordt voorgesteld door 2 vectoren: E S (t) = (E S 0 (t), E S 1 (t)... E S J-1 (t)) waarbij het j-de element het aantal agenten voorstelt dat de strategie " S j volgt, en ook effectief het veilige activa A S heeft gekozen. Met andere woorden, als een andere agent voor A S een bepaalde risico-inschatting heeft gemaakt, maar dan voor de risicovolle activa A R heeft gekozen, heeft dit geen invloed op de andere agenten. E R (t) = (E R 0 (t), E R 1 (t)... E R J-1 (t)) "(

46 waarbij hier ook het j-de element het aantal agenten voorstelt dat de strategie " R j volgt, en ook effectief het risicovolle activa A R heeft gekozen. Beide vectoren worden weer genormaliseerd naar waarden tussen 0 en 1, en worden voorgesteld door Ê S (t) en Ê R (t) De uiteindelijke voorkeur van agent n voor de verschillende clusters wordt als volgt voorgesteld: p n S (t) = p S n (t) + c * Ê S (t) p n R (t) = p R n (t) + c * Ê R (t) De volgende beslissingsregel wordt gedefinieerd: het element met de grootste voorkeur uit de vector p n S (t) = (p n0 S (t), p n1 S (t)... p nj-1 S (t) ) wordt gekozen voor " S n (t). Idem voor " R n (t). De parameter c drukt opnieuw uit hoe groot de invloed van de andere agenten is. Na het maken van de risico-inschattingen moet de agent de keuze maken tussen de A S en A R, hij doet dit zoals hierboven vermeld door te kiezen voor de activa met de grootste verwachte return E(R) S of E(R) R. Myopische agenten: Bij myopische agenten wordt er vanuit gegaan dat ze onderhevig zijn aan bijziendheid. De modellering is bijna volledig analoog aan die van de rationele agent behalve bij het inschatten van de probabiliteit op een ramp p S n (t) en p R n (t). De cluster die de voorkeur geniet wordt namelijk: " n S = " n S (t-1) a n S als " n S (t-1) > " threshold = 0 als " n S (t-1) < " threshold " n R = " n R (t-1) a n R als " n R (t-1) > " threshold = 0 als " n R (t-1) < " threshold Net zoals bij het model met één activa stellen a S en a R de 'graad van bijziendheid' voor, voor zowel het veilige als voor het risicovolle activa. " threshold is opnieuw de grens waaronder - volgens de 'Threshold' heuristiek (Simon, 1978) - de ingeschatte subjectieve probabiliteit op een ramp op 0 valt. ")

47 Voor het overige blijft het model hetzelfde als bij de rationele agent; hij ondervindt dus ook invloed van andere agenten, en kiest voor het activa met de grootste verwachte return. Exit agenten en endogene actual Net zoals bij de uitbreiding van het model met één activa, heeft een agent de mogelijkheid dat hij verdwijnt, ofwel door een faling ofwel door het ingrijpen van een regulator. Dit wordt eenvoudig gemodelleerd als: p(exit) = a n S * als het veilige activa gekozen werd in de vorige tijdstap = a n R * als het risicovolle activa gekozen werd in de vorige tijdstap. met een exogene parameter, deze parameter bepaalt dus de kans op exit Aangezien rationele agenten niet myopisch zijn kan p(exit) voor hen niet op deze manier gedefinieerd worden. De rationele agenten hebben daarom een vaste kans op exit (exogeen). Als een agent verdwijnt, wordt hij vervangen door een nieuwe economische agent. Een rationele agent wordt vervangen door een nieuwe rationele agent. Aangezien een rationele agent een juiste subjectieve inschatting maakt verschilt de nieuwe agent in wezen niets van de oude. Bij myopische agenten wordt verondersteld dat de nieuwe agent geen overdreven risico s neemt bij zijn introductie, en begint in de cluster " S n,event (t) en " R n,event (t). Er wordt ook vanuit gegaan dat de nieuwe (myopische) agenten geleerd hebben van de fouten van hun gefaalde voorgangers, en dat zij minder myopisch zullen zijn. Er wordt ook opnieuw verondersteld dat de effectieve kans op een ramp afhankelijk is van het gedrag van de economische agenten. Omdat hier twee verschillende types activa worden verondersteld, is de kans voor elk type verschillend. Algemeen geldt dus: " S actual (t) = f(e S 0 (t), " S 0 (t), E S 1 (t), " S 1 (t),... E S J-1 (t), " S J-1 (t)) " actual R (t) = f(e 0 R (t), " 0 R (t), E 1 R (t), " 1 R (t),... E J-1 R (t), " J-1 R (t)) "*

48 Voor de eenvoud worden deze functies gedefinieerd als: " actual S (t) = [aantal agenten in clusters onder " actual S (t-1) / N S ]* # S waarbij # S een exogene variabele is, met 0 < # S < 1 en N S het aantal agenten is dat A S gekozen heeft. " actual R (t) = [aantal agenten in clusters onder " actual R (t-1)/ N R ]* # R waarbij # R een exogene variabele is, met 0 < # R < 1 en N R het aantal agenten is dat A R gekozen heeft. In de simulaties wordt voor de eenvoud verondersteld dat # S = # R. Het model bevat dus de volgende parameters: a S en a R : graad van bijziendheid voor zowel het veilige als de risicovolle activa; als a = 0 is er geen bijziendheid. Het ingeschatte risico blijft hetzelfde als in de vorige tijdstap, de tijd heeft hier dus geen invloed op. R S en R R : return van zowel de veilige als van de risicovolle activa. c: graad van invloed van andere agenten; als c=0 is er geen invloed op de beslissing van andere agenten, enkel de eigen risico-inschatting is van belang. # S en # R : factor die bepaald hoe zwaar de fractie agenten die het risico onderschat weegt op " S actual (t) en " R actual (t). : factor die bepaald hoe groot de kans is op exit van een agent. t: frequentie van de evaluatie risico-inschatting N: het totaal aantal economische agenten X: het aantal rationele agenten, er zijn dus N-X myopische agenten J: het aantal clusters "+

49 Resultaten Eerst wordt enkel naar resultaten gekeken waarbij telkens maar één type activa, namelijk het veilige activa, wordt gekozen. Onderstaande grafieken geven " S actual (t) weer voor verschillende waarden van, en dit ook voor verschillende X, gaande van 0 (enkel myopische agenten) tot 1000 (enkel rationele agenten). Elke grafiek geeft voor 3 maal " S actual (t), telkens voor = 0, 10 en 100. Enkel " S actual (t) wordt getoond omdat bij de gekozen parameters alle agenten steeds voor het veilige activa kozen, en " R actual (t) dus niet relevant is. Bij de simulatie gelden de volgende beginvoorwaarden: N = 10000, J = 20, R S = 100, R R R = 0; er zal dus altijd voor het veilige activa gekozen worden. " event wordt gekozen uit een normale verdeling met als verwachtingswaarde 0,001 en S standaardafwijking 0,0002. " event wordt gekozen uit een normale verdeling met als verwachtingswaarde 0,00075 en standaardafwijking 0, De graad bijziendheid a R en a S worden beiden gekozen uit een normale verdeling met als verwachtingswaarde 0, en standaardafwijking 0, Om eenvoudiger vergelijkingen te kunnen maken komen er op 4 vaste tijdstippen een ramp voor (t = 0,2500,5000,7500). Verondersteld wordt dat c = 1,05. Uit de grafieken valt af te leiden dat naarmate er meer rationele agenten zijn en dus X groter is, de kans op " S actual (t) kleiner wordt. Als alle agenten rationeel zijn wordt dit zelfs 0, als gevolg van de wijze waarop " S actual (t) gedefinieerd is. Aangezien alle agenten de werkelijke probabiliteit correct inschatten kiest geen enkel rationele agent een cluster onder " S actual (t-1), en wordt " S actual (t) dus gelijk aan 0. Net zoals bij het model met één activa, is te zien dat naarmate de tijd vordert de werkelijke kans op een ramp daalt, als groter dan 0 is. Dit komt omdat als een agent verdwijnt, de nieuwe agent die in zijn plaats komt minder myopisch is. Deze daling wordt minder sterk na meerdere rampen als gevolg van het feit dat bij een ramp meer agenten verdwijnen en dus vervangen worden door minder myopische agenten. Hierdoor zullen ook steeds minder agenten verdwijnen, aangezien de kans op een exit afhankelijk is van de graad van bijziendheid. ",

50 X c = 1, (-

51 X c = 1, (.

52 X c = 1, (#

53 Opnieuw wordt ook gekeken naar de evolutie van het model waarbij de rampen random voorkomen (met probabiliteit " actual ). Hierbij wordt de clusterverdeling en een representatieve subset (50 agenten) van de ingeschatte subjectieve probabiliteit weergegeven over een zeer lange periode, namelijk over een periode van 400 jaar. De parameters werden aangepast zodat één tijdstap overeenkomt met 1 jaar (in de veronderstelling dat bij de vorige simulaties één tijdstap gelijk was aan 1 dag). De parameters zijn de volgende: de graad van bijziendheid a S en a R is een normale verdeling is met als verwachtingswaarde 0,0365 en standaardafwijking 0, " R event heeft een normale verdeling met als verwachtingswaarde 0,365 en standaardafwijking 0,073. " S event heeft een normale verdeling met als verwachtingswaarde 0,273 en standaardafwijking 0,0547. Daarnaast zijn " R actual (0) = 0,1095, " S actual (0) = 0,0821, # = 0,365, " treshold = 0,0365 en c = 1,05. De resultaten worden voor verschillende weergegeven. Opnieuw duiden de rode verticale stippellijnen aan wanneer een ramp is voorgekomen. ($

54 clusterverdeling X = 0,00 = 1,

55 clusterverdeling X = 0,00 = 1, ""

56 subjectieve probabiliteit X = 0,00 = 1, "#

57 subjectieve probabiliteit X = 0,00 = 1, "$

58 Uit de grafieken kan worden geconcludeerd dat het aantal rampen vermindert naarmate het aantal rationele agenten X groter wordt en naarmate groter is. Hieronder wordt ook het voorkomen van het aantal rampen weergegeven voor verschillende waarden van X en. De simulatie word telkens 100 maal uitgevoerd en het gemiddelde hiervan word berekend. Onderstaande tabel toont het gemiddelde aantal rampen over de volledige periode (met tussen haakjes de variantie): 0,0 0,5 1,0 1,5 2,0 X = 0 138,92 (80,0) 9,16 (2,74) 4,78 (1,72) 2,92 (1,10) 2,12 (0,84) X = ,76 (5,33) 7,10 (2,01) 3,58 (1,02) 2,58 (1,10) 1,72 (0,65) X = ,14 (4,49) 5,28 (2,20) 2,66 (1,13) 1,54 (0,82) 1,44 (0,58) X = ,82 (8,48) 3,20 (1,80) 1,56 (0,86) 0,98 (0,79) 0,62 (0,32) X = ,08 (0,09) 0,10 (0,09) 0,06 (0,05) 0,08 (0,08) 0,04 (0,04) Daarnaast wordt ook de evolutie van gemiddeld aantal rampen getoond voor verschillende waarden van, in 10 tijdsintervallen ingedeeld. De grafieken zetten dus voor de tijdsperioden t= 0-40, het gemiddeld aantal rampen in die tijdsperiode uit. Er dient opgemerkt dat de schaal op de vertikale as verschilt per grafiek. X = 0

59 X = 250 X = 500 "#

60 X = 750 X = 1000 Uit de tabel en grafieken valt opnieuw duidelijk af te leiden dat naarmate er meer rationele agenten zijn, er zich minder rampen voordoen. Dit valt te verklaren uit de manier waarop " S actual (t) is gedefinieerd, aangezien de rationele agenten steeds de correcte kans op een ramp inschatten, waardoor ze nooit in een cluster onder " S actual (t-1) komen te liggen. Als alle agenten $%

61 rationeel zijn, komt er toch nog een heel klein aantal rampen voor in het eerste interval t=0-20, wat kan verklaard worden uit het feit dat in de eerste tijdstap de kans op een ramp exogeen gegeven wordt, en dus toch groter dan 0 kan zijn. Vanaf de tweede tijdstap valt de kans op 0 en komen er dus geen rampen meer voor. Net zoals bij het model met enkel myopische agenten, komen er minder rampen voor bij grotere, en daalt het aantal rampen sneller. Om af te sluiten wordt ook eens gekeken naar de situatie waarbij er interactie bestaat tussen de 2 types activa. De agenten zullen hun voorkeur in het type van activa over de tijd wijzigen, naarmate de risico-inschatting voor elk van de types verandert. De parameters zijn als volgt: de return van het veilige activa R S = 90, dat van het risicovolle activa R R = 100. Er wordt van uitgegaan dat alle agenten myopisch zijn, dus dat X = 0. Daarnaast wordt verondersteld dat = 0,5 en c = 1,05. Om de resultaten eenvoudiger te kunnen interpreteren komen er op vaste tijdstippen rampen voor, voor de veilige activa gebeurt dit op t=0,100,200,300; voor de risicovolle activa op t=0,50,150,250,350. Alle overige parameters zijn identiek aan de simulaties hierboven. $&

62 verdeling over risicovolle en veilige activa, voor zowel myopische als rationele agenten " actual S en " actual R $'

63 Hieruit valt te concluderen dat ook de evolutie van de werkelijke en ingeschatte kans op een ramp van het ander type activa een invloed kan uitoefenen. Op tijdstip 100 bijvoorbeeld komt een ramp voor bij het veilige activa waardoor de ingeschatte probabiliteit van de agenten stijgt (tot " n,event ) en een groot aandeel van het aantal agenten zijn keuze van het veilige activa naar het risicovolle verschuift. Hierdoor is er een plotse sterke daling in " S actual (t). Op t = 175 komt het omgekeerde voor, een groot deel van het aantal agenten stapt terug over naar het veilige activa waardoor " R actual (t) sterk daalt. Net zoals bij het geval waar maar één type activa voorkomt dalen " S actual (t) en " R actual (t) in de tijd omdat de populatie van agenten minder myopisch wordt als er meer en meer exits voorkomen. Er wordt ook gekeken naar het geval waarbij er niet enkel myopische, maar ook rationele agenten voorkomen. Hierbij wordt verondersteld dat X = 500. In onderstaande simulaties geldt ook dat c=1,5. Alle overige parameters zijn identiek aan de simulatie hierboven. $(

64 verdeling over risicovolle en veilige activa, voor zowel myopische als rationele agenten " actual S en " actual R Opnieuw kan dezelfde conclusie worden getrokken: een ramp van de veilige activa leidt tot een verschuiving van de keuze van de veilige naar de risicovolle activa voor sommige agenten, $)

65 zoals bijvoorbeeld te zien is op t = 150. Ook de rationele agenten ondervinden soms invloed van de andere agenten. Zo verschuiven ze op tijdstip 10 hun keuze naar de risicovolle activa omdat door het gedrag van de myopische agenten " actual S (t) gestegen is. Tenslotte wordt ook de situatie getoond waarbij de rampen random voorkomen. Als parameters geldt dat c= 1,05, = 1,00 en X=250. $"

66 verdeling over risicovolle en veilige activa, voor zowel myopische als rationele agenten " actual S en " actual R $$

67 Net zoals bij de situatie waarbij de rampen op vaste tijdstippen voorkomen, hebben rampen in de andere activa ook een invloed op de risicopositie van de andere activa. In deze simulatie komen rampen voor in de veilige activa op tijdstip 7 en 13; voor de risicovolle activa komen er rampen voor op tijdstip 10, 26 en 38. Opnieuw is te zien dat de ramp van de veilige activa leidt tot een verschuiving in de keuze naar de risicovolle activa (zowel voor de rationele als myopische agenten). Dit zorgt er voor dat de risicopositie van de risicovolle activa stijgt waardoor op tijdstip 10 zich een ramp voordoet van de risicovolle activa en het omgekeerde gebeurt. Opvallend is ook dat niet enkel een ramp er voor kan zorgen dat de agenten hun keuze van type activa veranderen. Vastgesteld wordt dat een groot deel van de myopische agenten op tijdstip 100 hun keuze verschuift van de veilige activa naar de risicovolle wat te verklaren valt door het feit dat de verwachte returns van beide activa in deze situatie dicht bij elkaar liggen. Een kleine verschuiving in de risico-inschatting van de myopische agenten leidt er dan toe dat de keuze tussen de activa plots omslaat. Conclusie Uit het model met twee types activa en zowel rationele als myopische agenten kan geconcludeerd worden dat naarmate er meer rationele agenten voorkomen, de kans op een ramp kleiner wordt. Omdat de werkelijke kans op een ramp " actual (t) berekend wordt aan de hand van het aantal agenten dat de kans op een ramp lager inschat dan de werkelijke kans (bij de definitie van " actual (t) die in dit model gebruikt wordt), zorgt het feit dat de rationele agenten de kans altijd exact inschatten er voor dat " actual lager wordt naarmate er meer rationele agenten zijn. In de situatie waar er enkel rationele agenten zijn, valt hierdoor de kans zelfs op 0. Net zoals bij het model met één activa, speelt een grote rol bij de frequentie van rampen. Omdat bij een hogere de populatie van agenten minder myopisch wordt naarmate de tijd vordert, daalt het aantal rampen dat voorkomt in de tijd. Daarnaast heeft ook de evolutie van het ander type activa een invloed. Zo hebben rampen in het ander type activa een sterke invloed op de risicopositie van een activa. Als bijvoorbeeld een ramp voorkomt bij het veilige activa, zorgt dit voor een verschuiving naar het risicovolle activa waardoor de risicopositie van het risicovolle activa sterk stijgt. Op zijn beurt heeft dit tot gevolg dat er in het risicovolle activa sneller een ramp zal voorkomen. Waarna er weer een beweging in de andere richting waar te nemen is. $*

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Griepepidemie. Modelleren B. Javiér Sijen. Janine Sinke

Griepepidemie. Modelleren B. Javiér Sijen. Janine Sinke Javiér Sijen Janine Sinke Griepepidemie Modelleren B Om de uitbraak van een epidemie te voorspellen, wordt de verspreiding van een griepvirus gemodelleerd. Hierbij wordt zowel een detailbenadering als

Nadere informatie

De dynamica van een hertenpopulatie. Verslag 1 Modellen en Simulatie

De dynamica van een hertenpopulatie. Verslag 1 Modellen en Simulatie De dynamica van een hertenpopulatie Verslag Modellen en Simulatie 8 februari 04 Inleiding Om de groei van een populatie te beschrijven, kunnen vele verschillende modellen worden gebruikt, en welke meer

Nadere informatie

Wat is de levenskwaliteit bij mensen die een EOT-traject volgen? Hoe evolueert deze levenskwaliteit in de eerste 30 maanden?

Wat is de levenskwaliteit bij mensen die een EOT-traject volgen? Hoe evolueert deze levenskwaliteit in de eerste 30 maanden? Wat is de levenskwaliteit bij mensen die een EOT-traject volgen? Hoe evolueert deze levenskwaliteit in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Met als doel de

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De

Nadere informatie

Programmeren A. Genetisch Programma voor het Partitie Probleem. begeleiding:

Programmeren A. Genetisch Programma voor het Partitie Probleem. begeleiding: Programmeren A Genetisch Programma voor het Partitie Probleem begeleiding: Inleiding Het Partitie Probleem luidt als volgt: Gegeven een verzameling van n positieve integers, vindt twee disjuncte deelverzamelingen

Nadere informatie

Migrerende euromunten

Migrerende euromunten Migrerende euromunten Inleiding Op 1 januari 2002 werden in vijftien Europese landen (twaalf grote en drie heel kleine) euromunten en - biljetten in omloop gebracht. Wat de munten betreft, ging het in

Nadere informatie

Figuur 1. Schematisch overzicht van de structuur van het twee-stadia recourse model.

Figuur 1. Schematisch overzicht van de structuur van het twee-stadia recourse model. Samenvatting In dit proefschrift worden planningsproblemen op het gebied van routering en roostering bestudeerd met behulp van wiskundige modellen en (numerieke) optimalisatie. Kenmerkend voor de bestudeerde

Nadere informatie

HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE

HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE 1 DOEL VAN REGRESSIE ANALYSE De relatie te bestuderen tussen een response variabele en een verzameling verklarende variabelen 1. LINEAIRE REGRESSIE Veronderstel dat gegevens

Nadere informatie

De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling

De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling VIVES BRIEFING 2018/05 De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling Relatief verlies, absolute winst voor werknemers Yannick Bormans KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen,

Nadere informatie

Deel 2. Basiskennis wiskunde

Deel 2. Basiskennis wiskunde Deel 2. Basiskennis wiskunde Vraag 26 Definieer de functie f : R R : 7 cos(2 ). Bepaal de afgeleide van de functie f in het punt 2π/2. (A) f 0 ( 2π/2) = π (B) f 0 ( 2π/2) = 2π (C) f 0 ( 2π/2) = 2π (D)

Nadere informatie

VERGELIJKENDE STUDIE VAN ALTERNATIEVE ONTWERPWAARDE SCHATTINGEN VAN SIGNIFICANTE GOLFHOOGTE

VERGELIJKENDE STUDIE VAN ALTERNATIEVE ONTWERPWAARDE SCHATTINGEN VAN SIGNIFICANTE GOLFHOOGTE Rapport aan isterie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu en Infrastructuur Administratie Waterwegen en Zeewezen AFDELING WATERWEGEN KUST VERGELIJKENDE STUDIE VAN ALTERNATIEVE ONTWERPWAARDE

Nadere informatie

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB 1 Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB (Nationale Bank van België) hebben gepubliceerd. Ondernemingen

Nadere informatie

HET COBB-DOUGLAS MODEL ALS MODEL VOOR DE NUTSFUNCTIE IN DE ARBEIDSTHEORIE. 1. Inleiding

HET COBB-DOUGLAS MODEL ALS MODEL VOOR DE NUTSFUNCTIE IN DE ARBEIDSTHEORIE. 1. Inleiding HET COBB-DOUGLAS MODEL ALS MODEL VOOR DE NUTSFUNCTIE IN DE ARBEIDSTHEORIE IGNACE VAN DE WOESTYNE. Inleiding In zowel de theorie van het consumentengedrag als in de arbeidstheorie, beiden gesitueerd in

Nadere informatie

Summary in Dutch 179

Summary in Dutch 179 Samenvatting Een belangrijke reden voor het uitvoeren van marktonderzoek is het proberen te achterhalen wat de wensen en ideeën van consumenten zijn met betrekking tot een produkt. De conjuncte analyse

Nadere informatie

Kantoorruimte is simpelweg te duur om verloren te laten gaan aan ongebruikte toiletten technische studie Kurt Van Hautegem Wouter Rogiest

Kantoorruimte is simpelweg te duur om verloren te laten gaan aan ongebruikte toiletten technische studie Kurt Van Hautegem Wouter Rogiest Kantoorruimte is simpelweg te duur om verloren te laten gaan aan ongebruikte toiletten technische studie Kurt Van Hautegem Wouter Rogiest In dit document geven we een korte toelichting bij de aannames

Nadere informatie

Simulink. Deel1. Figuur 1 Model van het zonnepaneel in Simulink.

Simulink. Deel1. Figuur 1 Model van het zonnepaneel in Simulink. Simulink Deel1 In dit deel van het ontwerp simuleren we het gedrag van onze zonnepanneel bij weerstanden tussen 10 Ohm en 100 Ohm. Een beeld van hoe het model in Simulink is opgesteld is in figuur 1 opgenomen.

Nadere informatie

Exponentiële Functie: Toepassingen

Exponentiële Functie: Toepassingen Exponentiële Functie: Toepassingen 1 Overgang tussen exponentiële functies en lineaire functies Wanneer we werken met de exponentiële functie is deze niet altijd gemakkelijk te herkennen. Daarom proberen

Nadere informatie

De klantwaardering over onze basis dienstverlening heeft een plafond bij het rapportcijfer 7

De klantwaardering over onze basis dienstverlening heeft een plafond bij het rapportcijfer 7 Pagina 2/7 De klantwaardering over onze basis dienstverlening heeft een plafond bij het rapportcijfer 7 De meeste klantoordelen uit het vervoerplan zijn zogenaamde dissatisfiers. Een dissatisfier gaat

Nadere informatie

Machten, exponenten en logaritmen

Machten, exponenten en logaritmen Machten, eponenten en logaritmen Machten, eponenten en logaritmen Macht, eponent en grondtal Eponenten en logaritmen hebben alles met machtsverheffen te maken. Een macht als 4 is niets anders dan de herhaalde

Nadere informatie

Oefeningen Producentengedrag

Oefeningen Producentengedrag Oefeningen Producentengedrag Oefening 1: Bij een productie van 10.000 eenheden bedragen de totale kosten van een bedrijf 90.000 EUR. Bij een productie van 12.500 bedragen de totale kosten 96.000 EUR. De

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Netwerkdiagram voor een project. AOA: Activities On Arrows - activiteiten op de pijlen.

Netwerkdiagram voor een project. AOA: Activities On Arrows - activiteiten op de pijlen. Netwerkdiagram voor een project. AOA: Activities On Arrows - activiteiten op de pijlen. Opmerking vooraf. Een netwerk is een structuur die is opgebouwd met pijlen en knooppunten. Bij het opstellen van

Nadere informatie

We illustreren deze werkwijze opnieuw a.h.v. de steekproef van de geboortegewichten

We illustreren deze werkwijze opnieuw a.h.v. de steekproef van de geboortegewichten Hoofdstuk 8 Betrouwbaarheidsintervallen In het vorige hoofdstuk lieten we zien hoe het mogelijk is om over een ongekende karakteristiek van een populatie hypothesen te formuleren. Een andere manier van

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen 1 Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen Peter van der Meer Samenvatting In dit onderzoek is geprobeerd antwoord te geven op de vraag in hoeverre het mogelijk is verschillen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Noord-Gelderland datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Drenthe / Overijssel

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Drenthe / Overijssel De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Drenthe / Overijssel datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

2. Simulatie van de impact van een "centen i.p.v. procenten"-systeem

2. Simulatie van de impact van een centen i.p.v. procenten-systeem Bijlage/Annexe 15 DEPARTEMENT STUDIËN Impact van een indexering in centen i.p.v. procenten 1. Inleiding Op regelmatige tijdstippen wordt vanuit verschillende bronnen gesuggereerd om het huidige indexeringssysteem

Nadere informatie

Opdracht 3: Baanintegratie: Planeet in een dubbelstersysteem

Opdracht 3: Baanintegratie: Planeet in een dubbelstersysteem PLANETENSTELSELS - WERKCOLLEGE 3 EN 4 Opdracht 3: Baanintegratie: Planeet in een dubbelstersysteem In de vorige werkcolleges heb je je pythonkennis opgefrist. Je hebt een aantal fysische constanten ingelezen,

Nadere informatie

De besparing voor een gemeente als er iemand uit de bijstand stroomt

De besparing voor een gemeente als er iemand uit de bijstand stroomt De besparing voor een gemeente als er iemand uit de bijstand stroomt Als er in een gemeente iemand uit de bijstand stroomt, hoeft de gemeente één bijstandsuitkering minder te betalen. Gemeenten gaan er

Nadere informatie

Implementations of Tests on the Exogeneity of Selected Variables and Their Performance in Practice M. Pleus

Implementations of Tests on the Exogeneity of Selected Variables and Their Performance in Practice M. Pleus Implementations of Tests on the Exogeneity of Selected Variables and Their Performance in Practice M. Pleus Dat economie in essentie geen experimentele wetenschap is maakt de econometrie tot een onmisbaar

Nadere informatie

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 1: Kansrekening

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 1: Kansrekening Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 1: Kansrekening Inleveren: 12 januari 2011, VOOR het college Afspraken Serie 1 mag gemaakt en ingeleverd worden in tweetallen. Schrijf duidelijk je naam, e-mail

Nadere informatie

Praktische opdracht Wiskunde som van de ogen van drie dobbelstenen

Praktische opdracht Wiskunde som van de ogen van drie dobbelstenen Praktische opdracht Wiskunde som van de ogen van drie dobbelstenen Praktische-opdracht door een scholier 918 woorden 17 maart 2002 4,9 60 keer beoordeeld Vak Wiskunde Inleiding Wij hebben gekozen voor

Nadere informatie

Meten en experimenteren

Meten en experimenteren Meten en experimenteren Statistische verwerking van gegevens Een korte inleiding 3 oktober 006 Deel I Toevallige veranderlijken Steekproef Beschrijving van gegevens Histogram Gemiddelde en standaarddeviatie

Nadere informatie

Hoofdstuk 6: Investeringsbeslissingregels

Hoofdstuk 6: Investeringsbeslissingregels Hoofdstuk 6: Investeringsbeslissingregels Een bedrijf moet alleen tot acquisitie overgaan als het een positieve netto contante waarde heeft. Hoewel de NCW investeringsregel de waarde van het bedrijf maximaliseert,

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting In financiële markten spelen verwachtingen een bijzonder belangrijke rol. Het gedrag dat personen vertonen die deelnemen aan financiële markten, de zogenaamde marktparticipanten,

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Zuid- en Oost-Gelderland datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Macro-economie voor AEO (225P05) Voortgangstoets

Macro-economie voor AEO (225P05) Voortgangstoets Faculteit Economie en Bedrijfskunde Universiteit van Amsterdam Macro-economie voor AEO (225P05) Voortgangstoets December 2008 1. Zorg dat er niets op je tafel ligt behalve deze vragenbundel (plus een lijst

Nadere informatie

Extra opgaven hoofdstuk 11

Extra opgaven hoofdstuk 11 Extra opgaven hoofdstuk Opgave Van een landbouwbedrijf zijn de input- en outputrelaties in onderstaande tabel weergegeven. We veronderstellen dat alleen de productiefactor arbeid varieert. Verder is gegeven

Nadere informatie

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten)

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten) VERSIE 1 DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten) 1. Veronderstel een economie waar drie goederen worden geproduceerd. Alles wat in een

Nadere informatie

SECTIE NULGELEIDER BIJ ASYMMETRISCH BELASTE EN VERVUILDE NETTEN

SECTIE NULGELEIDER BIJ ASYMMETRISCH BELASTE EN VERVUILDE NETTEN TECHNOLOGIEWACHT: ENERGIE SECTIE NULGELEIDER BIJ ASYMMETRISCH BELASTE EN VERVUILDE NETTEN FOCUS: In een driefasig symmetrisch belast net leveren alle fasen even grote sinusvormige stromen die onderling

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zeeland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zeeland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

HOOFDSTUK I - INLEIDENDE BEGRIPPEN

HOOFDSTUK I - INLEIDENDE BEGRIPPEN HOOFDSTUK I - INLEIDENDE BEGRIPPEN 1.2 Kansveranderlijken en verdelingen 1 Veranderlijken Beschouw een toevallig experiment met uitkomstenverzameling V (eindig of oneindig), de verzameling van alle gebeurtenissen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Limburg datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets

Nadere informatie

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Verschillende factoren bepalen het aantal arbeidsongevallen. Sommige van die factoren zijn meetbaar. Denken we daarbij

Nadere informatie

Les 1: Waarschijnlijkheidrekening

Les 1: Waarschijnlijkheidrekening Les 1: Waarschijnlijkheidrekening A Men neemt een steekproef van 1000 appelen. Deze worden ingedeeld volgens gewicht en volgens symptomen van een bepaalde schimmel: geen, mild, gematigd of ernstig. Het

Nadere informatie

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1

Nadere informatie

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN 11 januari 2019 De CREG houdt in het kader van haar algemene monitoringtaken gegevensbanken bij met de prijzen van elektriciteit

Nadere informatie

Feedback proefexamen Statistiek I 2009 2010

Feedback proefexamen Statistiek I 2009 2010 Feedback proefexamen Statistiek I 2009 2010 Het correcte antwoord wordt aangeduid door een sterretje. 1 Een steekproef van 400 personen bestaat uit 270 mannen en 130 vrouwen. Een derde van de mannen is

Nadere informatie

Kansrekening en Statistiek

Kansrekening en Statistiek Kansrekening en Statistiek College 13 Dinsdag 26 Oktober 1 / 24 2 Statistiek Indeling: Hypothese toetsen Filosofie 2 / 24 Hypothese toetsen 3 / 24 Hypothese toetsen: toepassingen Vb. Een medicijn wordt

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Utrecht

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Utrecht De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

De basiselementen van Markov-ketens zijn:

De basiselementen van Markov-ketens zijn: Contact Dit document is samengesteld door onderwijsbureau Bijles en Training. Wij zijn DE expert op het gebied van bijlessen en trainingen in de exacte vakken, van VMBO tot universiteit. Zowel voor individuele

Nadere informatie

Functies. Verdieping. 6N-3p 2013-2014 gghm

Functies. Verdieping. 6N-3p 2013-2014 gghm Functies Verdieping 6N-p 01-014 gghm Standaardfuncties Hieronder is telkens een standaard functie gegeven. Maak steeds een schets van de bijbehorende grafiek. Je mag de GRM hierbij gebruiken. Y f ( x)

Nadere informatie

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten)

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten) VERSIE DEEL : Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 8 punten). Veronderstel een economie waar drie goederen worden geproduceerd. Alles wat in een jaar

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Faculteit Wiskunde en Informatica

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Faculteit Wiskunde en Informatica TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Kansrekening (2WS2, Vrijdag 23 januari 25, om 9:-2:. Dit is een tentamen met gesloten boek. De uitwerkingen van de opgaven dienen

Nadere informatie

Prof. dr. Stijn Goeminne, Faculteit Economie & Bedrijfskunde, Universiteit Gent

Prof. dr. Stijn Goeminne, Faculteit Economie & Bedrijfskunde, Universiteit Gent De boekhoudkundige verwerking van uitgestelde belastingen bij gerealiseerde meerwaarden waarvoor de uitgestelde belastingregeling geldt en bij kapitaalsubsidies Prof. dr. Stijn Goeminne, Faculteit Economie

Nadere informatie

FOCUS : TOEKENNINGSDUUR

FOCUS : TOEKENNINGSDUUR FOCUS : TOEKENNINGSDUUR 2013.2 1 De toekenningsduur: een nieuwe variabele van de POD Maatschappelijke Integratie 1. INLEIDING Onderzoek naar toekenningsduur binnen de Belgische bijstand werd eerder door

Nadere informatie

Onderzoeksrapport Herverdelingseffecten van verschillende projectierentes in verbeterde premieregelingen

Onderzoeksrapport Herverdelingseffecten van verschillende projectierentes in verbeterde premieregelingen Onderzoeksrapport Herverdelingseffecten van verschillende projectierentes in verbeterde premieregelingen Johan Bonekamp, Lans Bovenberg, Theo Nijman en Bas Werker 1 Oktober 2016 Samenvatting Het gebruik

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

De eigen vermogens voor de fusie zullen opgeteld worden in het eigen vermogen na de fusie.

De eigen vermogens voor de fusie zullen opgeteld worden in het eigen vermogen na de fusie. Fusies en absorpties SigmaConso llen White Principieel kan een fusie van twee vennootschappen van dezelfde consolidatiekring geen impact hebben op de geconsolideerde rekeningen. Economisch gezien, wat

Nadere informatie

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Aanmelding voor opleidingen tot vo docent steeds vroeger, pabo trekt steeds minder late aanmelders juni 2009 Inleiding Om de (toekomstige) leraartekorten

Nadere informatie

Kansrekening en Statistiek

Kansrekening en Statistiek Kansrekening en Statistiek College 12 Donderdag 21 Oktober 1 / 38 2 Statistiek Indeling: Stochast en populatie Experimenten herhalen Wet van de Grote Getallen Centrale Limietstelling 2 / 38 Deductieve

Nadere informatie

Bijlage 1 Toelichting kwantitatieve analyse ACM van de loterijmarkt

Bijlage 1 Toelichting kwantitatieve analyse ACM van de loterijmarkt Bijlage 1 Toelichting kwantitatieve analyse ACM van de loterijmarkt 1 Aanpak analyse van de loterijmarkt 1. In het kader van de voorgenomen fusie tussen SENS (o.a. Staatsloterij en Miljoenenspel) en SNS

Nadere informatie

Oefeningen: Soorten marktvormen + Vraag en Aanbod + Marktevenwicht bij volkomen concurrentie

Oefeningen: Soorten marktvormen + Vraag en Aanbod + Marktevenwicht bij volkomen concurrentie Oefeningen: Soorten marktvormen + Vraag en Aanbod + Marktevenwicht bij volkomen concurrentie Oefening 1: Geef grafisch weer welke wijziging de vraag- en/of aanbodcurve zal ondergaan in volgende gevallen

Nadere informatie

Statistiek: Spreiding en dispersie 6/12/2013. dr. Brenda Casteleyn

Statistiek: Spreiding en dispersie 6/12/2013. dr. Brenda Casteleyn Statistiek: Spreiding en dispersie 6/12/2013 dr. Brenda Casteleyn dr. Brenda Casteleyn www.keu6.be Page 2 1. Theorie Met spreiding willen we in één getal uitdrukken hoe verspreid de gegevens zijn: in hoeveel

Nadere informatie

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Monitoring Rapport: Mei 212 Jan van Nispen Inleiding De start van de financiële crisis ligt nu al enkele jaren achter ons, maar in 211 voelden we nog steeds de

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Friesland

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Friesland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

Statistiek voor A.I. College 6. Donderdag 27 September

Statistiek voor A.I. College 6. Donderdag 27 September Statistiek voor A.I. College 6 Donderdag 27 September 1 / 1 2 Deductieve statistiek Kansrekening 2 / 1 Vraag: Afghanistan In het leger wordt uit een groep van 6 vrouwelijke en 14 mannelijke soldaten een

Nadere informatie

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996 Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met

Nadere informatie

Les 7 & 8: MSW Logo Mieke Depaemelaere

Les 7 & 8: MSW Logo Mieke Depaemelaere Faculteit Psychologische en Pedagogische Wetenschappen ACADEMISCHE INITIËLE LERARENOPLEIDING Academiejaar 2001-2002 Vakdidactiek informatica : praktijkgerichte seminaries Lesgevers : Prof. A. Hoogewijs

Nadere informatie

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Aantal vooraanmeldingen voor 2 e graads opleiding stijgt, 1 e graads daalt en pabo blijft gelijk juni 2010 Inleiding Om de (toekomstige) leraartekorten

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Haaglanden en Rijn Gouwe

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Haaglanden en Rijn Gouwe De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio en datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2005-I

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2005-I Eindeamen wiskunde B vwo 5-I Inademen Bij controlemetingen aan de ademhaling wordt men gevraagd om diep uit te ademen en vervolgens gedurende vijf seconden zo diep mogelijk in te ademen. Tijdens het inademen

Nadere informatie

Combinatoriek groep 1 & 2: Recursie

Combinatoriek groep 1 & 2: Recursie Combinatoriek groep 1 & : Recursie Trainingsweek juni 008 Inleiding Bij een recursieve definitie van een rij wordt elke volgende term berekend uit de vorige. Een voorbeeld van zo n recursieve definitie

Nadere informatie

Examen Statistiek I Feedback

Examen Statistiek I Feedback Examen Statistiek I Feedback Bij elke vraag is alternatief A correct. Bij de trekking van een persoon uit een populatie beschouwt men de gebeurtenissen A (met bril), B (hooggeschoold) en C (mannelijk).

Nadere informatie

Kritische bedenkingen over de vooruitzichten van de budgettaire kosten van de vergrijzing Gert Peersman Frederick Van Gysegem

Kritische bedenkingen over de vooruitzichten van de budgettaire kosten van de vergrijzing Gert Peersman Frederick Van Gysegem Kritische bedenkingen over de vooruitzichten van de budgettaire kosten van de vergrijzing Gert Peersman Frederick Van Gysegem Universiteit Gent Analyse Bedenkingen over de vooruitzichten van de budgettaire

Nadere informatie

Hoofdstuk 10: Kapitaalmarkten en de prijs van risico

Hoofdstuk 10: Kapitaalmarkten en de prijs van risico Hoofdstuk 10: Kapitaalmarkten en de prijs van risico In dit hoofdstuk wordt een theorie ontwikkeld die de relatie tussen het gemiddelde rendement en de variabiliteit van rendementen uitlegt en daarbij

Nadere informatie

Kansrekening en Statistiek

Kansrekening en Statistiek Kansrekening en Statistiek College 13 Dinsdag 1 November 1 / 26 2 Statistiek Vandaag: Power Grootte steekproef Filosofie 2 / 26 Power 3 / 26 Power Def. De power (kracht) van een hypothese toets is (1 β),

Nadere informatie

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test Werkboek 2013-2014 ANCOVA Covariantie analyse bestaat uit regressieanalyse en variantieanalyse. Er wordt een afhankelijke variabele (intervalniveau) voorspeld uit meerdere onafhankelijke variabelen. De

Nadere informatie

Geert Goeyvaerts & Erik Buyst

Geert Goeyvaerts & Erik Buyst VIVES BRIEFING 2019/01 De impact van de btwverlaging naar 6% op sloop en heropbouw Geert Goeyvaerts & Erik Buyst KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, Steunpunt Wonen KU Leuven, Faculteit

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Juli 2015 Statistisch verslag van de arbeidsongevallen van 2014 - Privésector 1 De arbeidsongevallen in 2014: Daling met 4,4 % op de arbeidsplaats Daling met 13,1 % op de weg

Nadere informatie

1. De productiemogelijkhedencurve van een land verschuift naar boven. Waardoor kan dit verklaard worden?

1. De productiemogelijkhedencurve van een land verschuift naar boven. Waardoor kan dit verklaard worden? 1. De productiemogelijkhedencurve van een land verschuift naar boven. Waardoor kan dit verklaard worden?. een daling van het aantal werklozen B. een toename van de emigratie uit het betreffende land. de

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld. Inhoudsopgave 1. Verzuim naar geslacht 2. Tijdreeks verzuimcijfers 3. Verzuim naar grootteklasse 4. Verzuim en meldingsfrequentie naar leeftijd 5. Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie 6.

Nadere informatie

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 5 februari 2009 Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal 2008 - Het hoeft geen

Nadere informatie

VOOR HET SECUNDAIR ONDERWIJS

VOOR HET SECUNDAIR ONDERWIJS VOOR HET SECUNDAIR ONDERWIJS Steekproefmodellen en normaal verdeelde steekproefgrootheden 5. Werktekst voor de leerling Prof. dr. Herman Callaert Hans Bekaert Cecile Goethals Lies Provoost Marc Vancaudenberg

Nadere informatie

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg Overzicht uitgeschreven huisartsen 1990-2015 NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg ISBN 978-94-6122-424-8 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax 030 2 729 729

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Noord-Holland

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Noord-Holland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Noord-Holland datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Groundbreaking Innovative Financing of Training in a European Dimension. Final GIFTED Model May 2013

Groundbreaking Innovative Financing of Training in a European Dimension. Final GIFTED Model May 2013 Groundbreaking Innovative Financing of Training in a European Dimension Final GIFTED Model May 2013 Project Reference no. 517624-LLP-1-2011-1-AT-GRUNDTVIG-GMP Workpackage no. WP 3 Test and Validation Deliverable

Nadere informatie

UWV Kennisverslag

UWV Kennisverslag UWV Kennisverslag 2016-8 Marcel Spijkerman DE DALENDE ARBEIDSPARTICIPATIE VAN WGA ERS VERKLAARD Over de invloed van vergrijzing en uitkeringsduur Kenniscentrum UWV September 2016 Het UWV Kennisverslag

Nadere informatie

Artikelen. Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten. Maarten Alders en Han Nicolaas

Artikelen. Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten. Maarten Alders en Han Nicolaas Artikelen Huishoudensprognose 2 25: belangrijkste uitkomsten Maarten Alders en Han Nicolaas Het aantal huishoudens neemt de komende jaren toe, van 7,1 miljoen in 25 tot 8,1 miljoen in 25. Dit blijkt uit

Nadere informatie

IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback

IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback IJkingstoets burgerlijk ingenieur 30 juni 2014 - reeks 1 - p. 1 IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback In totaal namen 716 studenten deel aan de ijkingstoets burgerlijk ingenieur

Nadere informatie

Hoofdstuk 5: De Consument

Hoofdstuk 5: De Consument Economie, een Inleiding Hoofdstuk 5: De Consument 1 De Consument Gedrag verklaren Van consumenten (gezinnen) Op goederenmarkt Algemeen kader: Maximaliseren van doelstellingsfunctie Onder beperkingen 2

Nadere informatie

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten)

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten) DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten) 1. De grafiek hieronder geeft de participatiegraad voor Nederland, de V.S. en de 12 kernlanden

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008 Katholieke Universiteit Leuven September 008 Algebraïsch rekenen (versie 7 juni 008) Inleiding In deze module worden een aantal basisrekentechnieken herhaald. De nadruk ligt vooral op het symbolisch rekenen.

Nadere informatie

Hoofdstuk 5: Steekproevendistributies

Hoofdstuk 5: Steekproevendistributies Hoofdstuk 5: Steekproevendistributies Inleiding Statistische gevolgtrekkingen worden gebruikt om conclusies over een populatie of proces te trekken op basis van data. Deze data wordt samengevat door middel

Nadere informatie

Toegepaste Wiskunde 2: Het Kalman-filter

Toegepaste Wiskunde 2: Het Kalman-filter Toegepaste Wiskunde 2: Het Kalman-filter 25 februari, 2008 Hans Maassen 1. Inleiding Het Kalman filter schat de toestand van een systeem op basis van een reeks, door ruis verstoorde waarnemingen. Een meer

Nadere informatie

Het geheugenverlies van de kiezer en het effect daarvan op de peilingen

Het geheugenverlies van de kiezer en het effect daarvan op de peilingen Het geheugenverlies van de kiezer en het effect daarvan op de peilingen Bij ieder steekproefonderzoek is de mate van representativiteit een probleem. Gelden de uitspraken die gedaan worden op basis van

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B1

Examen VWO. wiskunde B1 wiskunde B Eamen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak Dinsdag 3 mei 3.3 6.3 uur 5 Voor dit eamen zijn maimaal 87 punten te behalen; het eamen bestaat uit vragen. Voor elk vraagnummer is

Nadere informatie