MEDEDELING M VERLOF OF AFWEZIGHEID VOOR VERMINDERDE PRESTATIES (VVP OF AVP)

Transcriptie

1 Vlaams Verbond van het Katholiek Buitengewoon Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 BRUSSEL MEDEDELING M BRUSSEL, KLASSEMENT: BESTEMD VOOR: BuBaO en BuSO CONTACT: Lode De Geyter TREFWOORDEN: lode PERS/Verloven Verloven Afwezigheid Verminderde prestaties VERLOF OF AFWEZIGHEID VOOR VERMINDERDE PRESTATIES (VVP OF AVP) Geachte De mededeling desbetreffend van 15 februari 2009 wordt aangevuld in punt 9.1 en dit m.b.t. specifieke berekeningswijze voor opname van VVP-SF voor moeilijkheden overkomen aan personeelsleden. Met vriendelijke groeten Karel Casaer Secretaris-generaal Tel Fax vvkbuo@vsko.be

2 1 RECHTHEBBENDEN De verschillende soorten verloven of afwezigheden voor verminderde prestaties zijn in principe van toepassing op alle personeelsleden. Nochtans kan de statutaire toestand waarin personeelsleden zich bevinden, de keuze van de stelsels beïnvloeden en beperken. 1.1 Aanstelling als vastbenoemd personeelslid Alle vastbenoemde personeelsleden, met inbegrip van de vastbenoemde pedagogische adviseurs, die de opdracht waarvoor zij een verlofstelsel aanvragen als hoofdambt uitoefenen, kunnen de volgende vormen van vermindering bekomen: - Het verlof voor verminderde prestaties gewettigd door sociale of familiale redenen (VVPSFROMP / VVPSFR50+ / VVPSFR2K-14); - De afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid (AVPPAVP / AVPPA50+ / AVPPA2K-14). 1.2 Aanstelling als tijdelijk personeelslid Een tijdelijk personeelslid komt, indien het voldoet aan de voorwaarden, alleen in aanmerking om het verlof voor verminderde prestaties gewettigd door sociale of familiale redenen op te nemen. De afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid, ongeacht het stelsel, kan niet worden opgenomen. Naast de gewone toekenningsvoorwaarden (zie punt 2), moeten de tijdelijke personeelsleden bijkomend voldoen aan een aantal specifieke voorwaarden: Aanstelling voor een volledig schooljaar in een of meer vacante of niet-vacante betrekkingen Het tijdelijk personeelslid moet voor een volledig schooljaar in dezelfde betrekking zijn aangesteld. Dit betekent dat alleen personeelsleden met één of meer opeenvolgende tijdelijke arbeidsovereenkomsten (TADD of TABD1) afgesloten voor de periode van 1 september tot en met einde schooljaar, een verlof voor verminderde prestaties kunnen opnemen. Aanstelling in een of meer betrekkingen die voor hun geheel niet vatbaar zijn voor reaffectatie of wedertewerkstelling Aan deze voorwaarde is voldaan vanaf 1 september van het betrokken schooljaar indien het personeelslid een dienstanciënniteit heeft van ten minste 720 dagen in hoofdambt gespreid over ten minste drie schooljaren. Deze dienstanciënniteit moet bereikt zijn op: - 31 augustus van het voorafgaande schooljaar voor administratief medewerkers; - 30 juni van het voorafgaande schooljaar voor de andere personeelsleden. Zodra deze voorwaarden in hoofde van het personeelslid zijn vervuld, blijven deze bepalingen geldig over de schooljaren heen. PERS/Verloven 2

3 1.3 Gelijktijdige aanstelling als vastbenoemd en als tijdelijk personeelslid Een personeelslid dat gelijktijdig diensten presteert als vastbenoemde en als tijdelijke kan gebruik maken van zowel de afwezigheid als van het verlof voor verminderde prestaties. Afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid Aangezien een afwezigheid voor verminderde prestaties alleen kan worden genomen voor het vastbenoemd gedeelte van de opdracht, mogen de tijdelijke uren niet meetellen voor het bepalen van de vermindering. De tijdelijke opdracht van het personeelslid moet bijgevolg volledig liggen binnen het effectief te presteren gedeelte. Voorbeeld Een personeelslid fungeert als vastbenoemde voor 16/22 en is tevens als tijdelijke aangesteld voor 6/22. Dit personeelslid wenst een AVPPAVP. Het wil halftijds blijven presteren. De enige mogelijke combinatie is de volgende: - AVPPAVP: 11/22 als vastbenoemde; - In dienst : 5/22 als vastbenoemde + 6/22 als tijdelijke Verlof voor verminderde prestaties gewettigd door sociale of familiale redenen Een personeelslid dat gelijktijdig diensten presteert als vastbenoemde en als tijdelijke mag het verlof voor verminderde prestaties nemen: - voor de opdracht(en) waarvoor het vastbenoemd is; - voor de opdracht(en) waarvoor het tijdelijk aangesteld is; - voor de combinatie van beide opdrachten. Voorbeeld Een personeelslid is als vastbenoemde voor 12/22 in school A en voor 10/22 als tijdelijke in school B voor het volledige schooljaar aangesteld. Dit personeelslid wenst een VVPSFROMP voor 4/22. Mogelijkheden : - 4/22 verlof in school B als tijdelijk personeelslid; - 4/22 verlof in school A als vastbenoemd personeelslid; - 2/22 verlof in school A als vastbenoemd en 2/22 verlof in school B als tijdelijk personeelslid (binnen deze mogelijkheid zijn andere combinaties mogelijk). 1.4 Aanstelling als tijdelijk personeelslid tengevolge van TAO-gebruik Een vastbenoemd personeelslid dat tijdelijk is aangesteld als gevolg van het gebruik van het verlof TAO kan sinds 1 september 2008 voor deze tijdelijke aanstelling een PERS/Verloven 3

4 verlofaanvraag indienen. Hierdoor wordt het mogelijk dat het personeelslid in een TAO een verlof voor verminderde prestaties (VVP) opneemt indien het als tijdelijk aangesteld personeelslid aan alle specifieke voorwaarden voldoet om op dit verlof recht te hebben (zie punt 1.2). Een afwezigheid voor verminderde prestaties (AVP) kan nooit worden opgenomen binnen een verlof TAO aangezien deze dienstonderbreking is voorbehouden voor vastbenoemde personeelsleden. Indien een personeelslid dat met een TAO belast is een AVP zou wensen te nemen, dient het de TAO stop te zetten en de AVP aan te vragen in zijn opdracht als vastbenoemde. Voorbeelden - Een vastbenoemd opvoeder (GLSO) vervangt sinds verschillende schooljaren een collega in haar lesopdracht 21/21. Zij maakt hiervoor gebruik van het verlof TAO. Dit personeelslid wenst in de tijdelijke betrekking van leraar gedurende drie maanden gebruik te maken van een VVPSFROMP. Het schoolbestuur kan op deze vraag ingaan. - Een vastbenoemde leraar neemt vanaf 1 september een verlof voor TAO om te worden aangesteld als vervanger van een adjunct-directeur, wiens ziekteverlof voorlopig is geattesteerd tot 31 december, maar vermoedelijk zal worden verlengd tot het einde van het schooljaar. De tijdelijke adjunct-directeur wenst omwille van familiale redenen gedurende een korte periode een verlof voor verminderde prestaties (VVPSFR) op te nemen. Voor een VVP is echter een van de vereisten dat het personeelslid voor een volledig schooljaar is aangesteld. Zolang de aanstelling van de adjunct-directeur als tijdelijke (in de TAO) niet verzekerd is van 1 september tot 30 juni, kan hij geen VVP nemen. 1.5 Aanstelling in een niet-organieke betrekking als terbeschikkinggesteld personeelslid wegens ontstentenis van betrekking De personeelsleden die in hun scholengemeenschap geen reaffectatie/wedertewerkstelling in een organieke betrekking krijgen voor het volledige volume van hun TBS OB, worden door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap toegewezen in een niet-organieke betrekking in het ambt waarin ze TBS OB zijn gesteld (tenzij zij een reaffectatie aanvragen door de Vlaamse reaffectatiecommissie). Deze personeelsleden worden beschouwd als zijnde gereaffecteerd in een niet-vacante betrekking hetgeen o.m. impliceert dat zij ook in aanmerking komen om gebruik te maken van de regelmatige verlofstelsels. Het is dus mogelijk om deeltijds in deze nietorganieke betrekking te werken door een verlof of een afwezigheid voor verminderde prestaties te nemen. Gelet op het niet-organieke karakter van de betrekking is een vervanging niet mogelijk. 2 TOEKENNINGSVOORWAARDEN 2.1 Verminderd werken wegens sociale, familiale of persoonlijke redenen Er zijn geen toekenningsvoorwaarden vastgelegd ingeval het gaat om een verlof voor verminderde prestaties wegens sociale of familiale redenen (VVPSFROMP) of om een PERS/Verloven 4

5 afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheden op verzoek van het personeelslid (AVPPAVP). Voor de andere vormen van verminderde prestaties moet aan een aantal specifieke toekenningsvoorwaarden zijn voldaan. 2.2 Verminderd werken vanaf de leeftijd van 50 jaar Om het verlof of de afwezigheid vanaf de leeftijd van 50 jaar te bekomen, moet het personeelslid de leeftijd van 50 jaar bereikt hebben op het ogenblik dat het verlofstelsel ingaat. Het bereiken van de leeftijd van 50 jaar in de loop van het schooljaar, is onvoldoende. 2.3 Verminderd werken wegens twee kinderen ten laste niet ouder dan 14 jaar Om in aanmerking te komen voor het verlof of de afwezigheid 2K-14, moet het personeelslid twee kinderen ten laste hebben niet ouder dan 14 jaar. Het volstaat dat het personeelslid twee kinderen heeft die deel uitmaken van het gezin, de kinderen moeten fiscaal niet ten laste zijn van het personeelslid dat zijn opdracht vermindert. Bij aanvang van het verlofstelsel moet deze voorwaarde zijn vervuld. Het verlof of de afwezigheid, eindigt pas op het einde van het schooljaar (31/08) ook wanneer niet langer is voldaan aan de voorwaarde 2K-14. Een verlenging op 1 september daaropvolgend zal dan niet meer mogelijk zijn. 3 AANVRAAG VAN HET PERSONEELSLID 3.1 Termijn De aanvraag tot het bekomen van een verlof of een afwezigheid voor verminderde prestaties wordt tijdig (vooraf) en schriftelijk gericht aan het schoolbestuur (zie punt 3.3). Deze aanvraag moet in bepaalde gevallen worden gemotiveerd (zie punt 3.2.). Voor de voorzienbare verloven bepaalt het schoolbestuur binnen welke termijn de personeelsleden deze aanvragen indienen. In functie van voorzienbare verloven naar het volgende schooljaar zou het schoolbestuur bijvoorbeeld de datum 15 mei kunnen hanteren. De personeelsleden moeten met deze datum bij hun aanvraag rekening houden. Deze datum wordt in het lokaal onderhandelingscomité vastgelegd. Het vaststellen van algemene criteria en algemeen beleid inzake het toekennen van verloven behoort immers tot de onderhandelingsbevoegdheid van dit overlegorgaan. Indien men na onderhandeling komt tot een akkoord, betekent dit dat de datum die wordt voorgesteld, vastligt. Indien over de voorgestelde datum geen akkoord wordt bereikt, neemt het schoolbestuur de beslissing. Het is ook mogelijk om voor de scholengemeenschap een uniforme datum te zoeken. Voor aanvragen om onverwachte sociale of familiale redenen die het personeelslid voorafgaandelijk niet kent, zal het schoolbestuur een redelijke aanvraagtermijn hanteren. De termijn wordt beoordeeld naargelang de aard van de omstandigheden. Dit PERS/Verloven 5

6 kan betekenen dat ingeval van dringende omstandigheden de aanvraagtermijn tot nul dagen kan worden herleid. De aanvragen ingediend na de uiterste aanvraagdatum die het schoolbestuur voorstelt, blijven ontvankelijk. Het schoolbestuur is verplicht ook deze aanvragen te behandelen. Het is juridisch niet correct om een verlof of een afwezigheid te weigeren enkel en alleen omdat de afgesproken datum niet gerespecteerd werd. 3.2 Motivering Motivering vereist De aanvraag tot het bekomen van een verlof voor verminderde prestaties gewettigd door sociale of familiale redenen (VVPSFROMP) wordt door het personeelslid gericht aan het schoolbestuur, deze moet gemotiveerd zijn en vergezeld gaan van alle nuttige bewijzen. Deze aanvraag kan slechts worden ingewilligd wanneer het verlof bedoeld is om een oplossing te bieden voor moeilijkheden die zijn overkomen: - aan het personeelslid zelf; - aan zijn (haar) echtgenote (echtgenoot); - aan de persoon met wie hij (zij) samenleeft; - aan zijn (haar) kinderen of die van zijn (haar) echtgenote (echtgenoot); - aan het kind dat hij (zij) of zijn (haar) echtgenote (echtgenoot) geadopteerd heeft; - aan het kind waarvan hij (zij) of zijn (haar) echtgenote (echtgenoot) pleegvoogd is; - aan de bloed- en aanverwanten, ongeacht de graad van verwantschap, die onder hetzelfde dak als het personeelslid wonen of te zijnen (haren) laste zijn; - aan de ascendenten in de eerste graad van het personeelslid of van zijn (haar) echtgenote (echtgenoot), alsook aan de broers en zusters van het personeelslid - aan het kind dat in een gezin wordt opgenomen met het oog op zijn adoptie of de uitoefening van een pleegvoogdij; - aan het kind waarvan het personeelslid of zijn (haar) echtgenote (echtgenoot) als voogd is aangewezen; - aan het kind waarvan het toezicht is toevertrouwd aan het personeelslid of zijn (haar) echtgenote (echtgenoot) die als toeziende voogd is aangewezen; - aan de curandus waarvan het toezicht is toevertrouwd aan het personeelslid of zijn (haar) echtgenote (echtgenoot) die als voogd is aangewezen. De verantwoordingstukken dienen in de school aanwezig te zijn. Het Departement Onderwijs kan steeds deze verantwoordingsstukken ter inzage opvragen Geen motivering vereist De stelsels VVPSFR2K-14, VVPSFR50+, AVPPA2K-14, AVPPA50+ moeten niet worden gemotiveerd. Het personeelslid vraagt deze verloven aan op grond van een persoonlijke reden. PERS/Verloven 6

7 3.3 Aanvraag De aanvraag van het verlof gebeurt, afhankelijk van het aanvraagmotief, in functie van een bepaalde datum of schooljaar. Voor de personeelsleden die reeds genieten van verloven of afwezigheden voor verminderde prestaties van onbepaalde duur, is het aangewezen dat zij jaarlijks de verlofaanvraag bevestigen of meedelen als zij het verlof wensen te beëindigen. Het personeelslid zal in de aanvraag tot verlof duidelijk vermelden voor welk volume van zijn opdracht het een verlofstelsel wenst te bekomen. 4 TOESTEMMING VAN HET SCHOOLBESTUUR 4.1 Personeelsleden aangesteld in wervingambten De toestemming van het schoolbestuur is vereist. Het schoolbestuur maakt haar beslissing bekend aan het personeelslid binnen de vijftien dagen te rekenen vanaf de ontvangst van de aanvraag. Alleen de eisen van de goede werking van de instelling kunnen ingeroepen worden om het verlofstelsel te weigeren. Het schoolbestuur moet de dagelijkse continuïteit en stabiliteit van het schoolgebeuren blijven garanderen. Indien deze zekerheden in het gedrang komen, kan het schoolbestuur de weigering van het verlof overwegen. Deze weigering wordt omstandig en schriftelijk gemotiveerd tegenover het personeelslid. Bijvoorbeeld het niet vinden van een vervanger waardoor de leerlingen dreigen zonder leraar te vallen, is een afdoende reden om het verlof te weigeren. Tot het herschikken van opdrachten van vastbenoemde en tijdelijke personeelsleden om ruimte te creëren voor het toestaan van verloven is het schoolbestuur niet verplicht. Het schoolbestuur is tevens bevoegd om de omvang van het verlof mee te bepalen (zie punt 6.1.). Wanneer de aanvraag slechts gedeeltelijk wordt ingewilligd door het schoolbestuur, wordt ook deze beslissing gemotiveerd. Het personeelslid kan niet bepaalde dagen van de week opeisen waarop het verlof wil hebben. Er kan wel een voorkeur worden uitgedrukt. Het schoolbestuur overweegt deze voorkeur maar beslist rekening houdend met de belangen van de school (leerlingen, leerkrachtenteam, uurroosters, vervangingsmogelijkheden, verplichte clustering, zie daartoe onze mededeling Clusteren van een onvolledige opdracht van 15/09/05 geklasseerd onder ADM/BuO/Prestaties) 4.2 Personeelsleden aangesteld in selectie- en bevorderingsambten Het schoolbestuur dient ook de toestemming te geven tot het bekomen van het verlofstelsel wanneer het wordt aangevraagd door de titularissen van een selectie- of bevorderingsambt. Het schoolbestuur zal dus moeten uitmaken of het pedagogisch en organisatorisch verantwoord is een deeltijdse opdracht toe te staan in het ambt van directeur, onderdirecteur, TAC, TA. 4.3 Terbeschikkinggestelde personeelsleden De terbeschikkinggestelde personeelsleden worden geacht in dienstactiviteit te zijn vanaf de datum waarop zij de betrekking opnemen (toewijzing). PERS/Verloven 7

8 Er is dan sprake van een reaffectatie of een wedertewerkstelling. Het toegewezen personeelslid treedt administratief in dienst. Een administratieve indiensttreding impliceert niet automatisch dat de betrokkenen onmiddellijk effectieve prestaties leveren. Dit is het geval bij de toekenning van verlofstelsels. Bij opname van een verlof of een afwezigheid is ook voor hen de toestemming van het schoolbestuur nodig. Drie situaties kunnen zich voordoen: - Verloven die reeds zijn ingegaan op de datum van de toewijzing (toegekend door het schoolbestuur van de terbeschikkingstelling), worden automatisch verder gezet bij de toegewezen instelling of schoolbestuur. Er is geen nieuwe toestemming nodig van het schoolbestuur waarbij de reaffectatie/wedertewerkstelling ingaat. Het lopende verlofstelsel wordt overgenomen. - Verloven die nog niet zijn ingegaan, maar wel zijn toegestaan door het schoolbestuur van terbeschikkingstelling, worden geacht toegestaan te zijn door het schoolbestuur van reaffectatie. Er is geen nieuwe toestemming nodig. De reeds gegeven toestemming wordt overgenomen. - Verloven die nieuw worden aangevraagd na de toewijzing (indiensttreding), worden toegestaan door het schoolbestuur van toewijzing. Het schoolbestuur zal de aanvraag beoordelen en beantwoorden. 5 AANVANGSDATUM 5.1 Verlof voor verminderde prestaties sociale of familiale redenen (VVPSFROMP) Het verlof kan op gelijk welke datum ingaan en op gelijk welke datum eindigen. Vermits het tegemoet komt aan onverwachte sociale of familiale gebeurtenissen, wordt het verlof aangevraagd op het ogenblik dat de noodzaak zich voordoet. Begin- en einddatum zullen blijken uit de overeenkomst tussen het personeelslid en het schoolbestuur. Verlenging van het verlofstelsel is mogelijk, op voorwaarde dat een nieuwe aanvraag wordt ingediend en dat het schoolbestuur met de verlenging instemt. 5.2 Andere verloven en afwezigheden voor verminderde prestaties (VVPSFR2K-14, VVPSFR50+, AVPPAVP, AVPPA2K-14, AVPPA50+) Deze verloven kunnen ingaan op vastgestelde data: - 1 september - 1 oktober - 1 januari - 1 april. PERS/Verloven 8

9 Een wijziging aan het volume van de opdracht kan zich alleen voordoen bij het begin van een nieuw schooljaar. Het volume van het verlof of de afwezigheid voor verminderde prestaties kan gedurende het betrokken schooljaar niet wijzigen. 6 OMVANG 6.1 Geen boven- en ondergrens meer Het personeelslid dat een verlof of een afwezigheid voor verminderde prestaties bekomt, blijft een minimumopdracht uitoefenen waarvan de wekelijkse prestaties ten minste een volledige prestatie-eenheid bedragen. Vanaf het schooljaar is dit de enige grens die nog geldt. De vroegere bovengrens (80%) en de ondergrens (50 %) vallen weg. Dit betekent één lesuur (voor het onderwijzend personeel) of 1 uur (voor het paramedisch personeel of het beleids- en ondersteunend personeel). De wekelijks nog te verrichten prestaties dienen afgerond te worden naar een volledig lesuur of een volledig uur. Alvorens een verlofaanvraag toe te staan waarbij het personeelslid nog voor een klein volume effectieve prestaties wenst te verrichten, zal het schoolbestuur degelijk overwegen of dit strookt met de pedagogische belangen, en of bijvoorbeeld de affiniteit met het schoolgebeuren nog voldoende verzekerd is. Indien dit niet het geval is, kan een weigering van de verlofaanvraag voor dit betreffend volume door het schoolbestuur worden overwogen. De weigering dient in deze zin gemotiveerd te worden. 6.2 Minimumopdracht ingeval van terbeschikkinggestelde personeelsleden Indien tijdens het verlof of de afwezigheid de betrekking van het vastbenoemd personeelslid gedeeltelijk of volledig wordt afgeschaft, wordt het personeelslid wegens ontstentenis van betrekking ter beschikking gesteld. Om het aangevraagde verlof of de afwezigheid voor verminderde prestaties te kunnen bekomen of behouden, moet het personeelslid voor minstens één uur in dienst zijn. Dit betekent dat een ter beschikking gesteld personeelslid een minimumopdracht van één uur werkelijk moet presteren. Als aan deze voorwaarde is voldaan bij de start van een verlof of een afwezigheid voor verminderde prestaties hoeft het overige gedeelte van de terbeschikkingstelling op dat ogenblik niet noodzakelijk, bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, opgelost te zijn. Dit betekent echter niet dat voor de ter beschikking gestelde personeelsleden in een latere fase de reaffectatieverplichtingen (op de verschillende reaffectatieniveaus) niet dienen uitgevoerd te worden. De uren waarvoor het personeelslid ter beschikking is gesteld wegens ontstentenis van betrekking en waarvoor het niet werd gereaffecteerd of wedertewerkgesteld, kunnen bijgevolg nooit in het effectief gedeelte liggen. Zij dienen gelegd te worden in het verlof. PERS/Verloven 9

10 Voorbeelden - Een vastbenoemd kleuteronderwijzer ASV wordt op 1 september volledig ter beschikking gesteld. Zij geniet sinds enkele schooljaren een AVPPA2K-14. Dit stelsel is aangevraagd en loopt voor onbepaalde duur. Zij kan helemaal niet gereaffecteerd of wedertewerkgesteld worden. Aangezien zij bij het begin van het schooljaar geen betrekking heeft waarvan de minimumopdracht één effectief uur bedraagt, eindigt haar verlof op 31 augustus voorafgaand aan de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking. Indien een betrekking (minstens één prestatie-eenheid) wordt toegewezen door een reaffectatieniveau, wordt de minimumopdracht bereikt en kan de afwezigheid AVPPA2K-14 vanaf dat ogenblik worden verder gezet. - Een vastbenoemd personeelslid is voor 11/22 vastbenoemd als onderwijzer ASV en voor 11/22 als kleuteronderwijzer ASV. Op 1 september wordt zij opnieuw aangesteld voor 8/22 en voor 9/22. Voor haar overige uren wordt zij ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking. Maar er is een ad interim reaffectatie mogelijk voor 3/22. Betrokkene wenst voor een halve opdracht een VVPSFR2K-14 te bekomen. Dit verlofstelsel kan worden toegestaan. De uren waarvoor betrokkene een verlof wenst te nemen, dienen eerst geput te worden uit het pakket van de ter beschikkinggestelde uren waaraan geen toewijzing is gekoppeld. Vervolgens wordt geput uit de effectieve uren. 6.3 Minimumopdracht ingeval van terbeschikkinggestelde personeelsleden die op het niveau scholengemeenschap toegewezen worden in een niet-organieke betrekking De personeelsleden die op het niveau van de scholengemeenschap gereaffecteerd worden in een niet-organieke betrekking omdat een organieke reaffectatie/wedertewerkstelling onmogelijk is kunnen gebruik maken van de verloven en de afwezigheden voor verminderde prestaties. Alleen de minimumopdracht van één prestatie-eenheid moet worden bewaakt. 7 WEKELIJKSE PRESTATIES 7.1 Effectieve prestaties binnen het onderwijs De wekelijkse prestaties zijn die prestaties die het personeelslid na opname van het verlof of de afwezigheid nog wekelijks effectief blijft presteren. Voor de personeelsleden tewerkgesteld binnen het basisonderwijs gaat het over prestaties op niveau van het basisonderwijs. Maar het kan ook gaan om andere opdrachten binnen of buiten het onderwijs. De verloven en afwezigheden voor verminderde prestaties kunnen gelijktijdig gecombineerd worden met het verlof Tijdelijk Andere Opdracht (TAO). Het verlof TAO wordt toegestaan in de nog te presteren uren, na toekenning van het verlofstelsel voor verminderde prestaties. 7.2 Worden eveneens in aanmerking genomen Voor het bepalen van de wekelijkse prestaties die moeten verricht blijven worden eveneens in aanmerking genomen: PERS/Verloven 10

11 1 De prestaties versterkt door personeelsleden met verlof wegens bijzondere opdracht of verlof wegens opdracht, zoals bedoeld in artikel 51 quater, 2 3 van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding. 2 De prestaties verstrekt door de personeelsleden met verlof wegens vakbondsopdracht, zoals bedoeld in artikel 17 van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel en artikel 77 van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. 3 De prestaties verstrekt in het kader van de begeleiding en ondersteuning van de scholen en de centra voor leerlingenbegeleiding bij de implementatie van het decreet van 28 juni 2002 betreffende gelijke onderwijskansen I, zoals bedoeld in artikel VI.21 van dit decreet. 4 De prestaties verstrekt ten behoeve van in de wetgevende vergaderingen van de Staat en van de Gemeenschappen of de Gewesten erkende politieke groepen, respectievelijk ten behoeve van de voorzitters van die groepen, zoals bedoeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 19 december 1991 betreffende het verlof dat aan de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding wordt verleend voor het verrichten van bepaalde prestaties ten behoeve van in de wetgevende vergaderingen van de Staat en van de Gemeenschappen of de Gewesten erkende politieke groepen, respectievelijk ten behoeve van de voorzitters van die groepen. 5 De prestaties verstrekt door de personeelsleden met verlof, zoals bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 21 november 1980 betreffende het verlof toegekend aan bepaalde, ter beschikking van de Koning gestelde personeelsleden van de Rijksdiensten. 6 De prestaties verstrekt door de personeelsleden in een ministerieel kabinet van een lid van een Gemeenschaps- of Gewestregering, van een lid van de federale regering of van een gewestelijk staatssecretaris, en bij een secretariaat, de cel algemene beleidscoördinatie en een cel algemeen beleid bij een lid van de federale regering, zoals bedoeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juli 1995 betreffende het verlof om een ambt uit te oefenen in een ministerieel kabinet van een lid van een Gemeenschaps- of Gewestregering, van een lid van de federale regering of van een gewestelijk staatssecretaris, en bij een secretariaat, de cel algemene beleidscoördinatie en een cel algemeen beleid bij een lid van de federale regering door personeelsleden van het onderwijs en van de centra voor leerlingenbegeleiding. 7 De prestaties verstrekt door personeelsleden als adviseur en/of uitvoerend personeelslid door een regeringslid ter beschikking gesteld van zijn voorganger, zoals bedoeld in artikel 6 van het koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende de samenstelling en de werking van de federale ministeriële kabinetten en betreffende het personeel van de ministeries aangewezen om van het kabinet van een lid van een Regering of van een College van een Gemeenschap of een Gewest deel uit te maken. 8 De prestaties verstrekt voor een personeelslid ter ondersteuning van het College van commissarissen van de Vlaamse Regering bij de hogescholen, zoals bedoeld in artikel 245, 2 van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap. PERS/Verloven 11

12 9 De prestaties verstekt door de personeelsleden met verlof zoals bedoeld in artikel 166, 1 van het Decreet basisonderwijs van 25 februari De prestaties verstrekt door de personeelsleden met verlof zoals bedoeld in artikel 53 van het Decreet van 5 april 1995 tot oprichting van de onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs. 11 De prestaties verstrekt door de personeelsleden met verlof zoals bedoeld in artikel 156 van het decreet van 14 juli 1998 houdende diverse maatregelen met betrekking tot het secundair onderwijs en tot wijziging van het decreet van 25 februari 1997 betreffende het basisonderwijs. 12 De prestaties verstrekt door personeelsleden belast met een opdracht aan een hogeschool, zoals bedoeld in artikel 2, 39 van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse gemeenschap. 8 CLUSTERING VAN DE WEKELIJKSE PRESTATIES Voor de personeelsleden belast met een deeltijdse opdracht als gevolg van de opname van een verlofstelsel, worden de overblijvende prestaties door het schoolbestuur geclusterd. Op deze manier wordt van een personeelslid met een deeltijdse opdracht geen fulltime aanwezigheid vereist op de school. (zie decreet rechtspositie van 27/03/1991-art. 5, 12 én onze mededeling Clusteren van een onvolledige opdracht van 15/09/05 geklasseerd onder ADM/BuO/Prestaties). Het schoolbestuur verdeelt de nog te presteren prestaties van een deeltijds werkend personeelslid over een proportioneel aantal halve dagen per week. Vermits de woensdagnamiddag lesvrij is, betekent dit 9 halve werkdagen per week. Voorbeelden - Een voltijds aangestelde tijdelijk kleuteronderwijzer ASV neemt een verlof VVPSFROMP en werkt halftijds. Haar effectieve opdracht spreidt zich over 5 halve dagen (9 x ½= 4,5 = 5 halve dagen). - Een voltijds vastbenoemde onderwijzer ASV neemt een AVPPAVP voor 3/5 van zijn fulltime opdracht om een winstgevende activiteit uit te oefenen als zelfstandige. Zijn opdracht in de school van 2/5 vereist twee volledige dagen aanwezigheid (9 x 2/5= 3,6 - afgerond 4 halve dagen). In afspraak met het schoolbestuur wordt overeengekomen dat hij op donderdag en vrijdag zal werken in de school. 9 DUUR 9.1 Verloven voor verminderde prestaties De groep van de verloven voor verminderde prestaties moeten naar duur ingedeeld worden in twee groepen. - Wanneer het gaat om een verlof voor verminderde prestaties gewettigd door sociale of familiale redenen (VVPSFROMP) kan het verlof variëren tussen 1 dag en vijf jaar. Het verlof is in dit geval niet gebonden aan een minimumduur. Het kan op gelijk welk ogenblik starten en eindigen. PERS/Verloven 12

13 - De twee andere vormen van verlof voor verminderde prestaties (VVPSFR50+, VVPFR2K-14) worden aangevraagd voor onbepaalde duur, zonder een einddatum vast te stellen. Deze stelsels lopen, indien zij niet worden beëindigd, over de schooljaren heen We raden aan van een jaarlijkse herbevestiging te vragen. Voor het geheel van de loopbaan mag de totale duur van alle perioden voor verminderde prestaties (VVPSFROMP en VVPSFR50+ en VVPSFR2K-14) niet meer bedragen dan vijf jaar, te rekenen vanaf 1 juli Specifieke berekeningswijze voor het verlof voor verminderde prestaties gewettigd door sociale of familiale redenen om een oplossing te bieden voor moeilijkheden overkomen aan de personeelsleden (VVSFROMP) VVPSFROMP aangevraagd voor een bepaalde termijn in de periode van 1 september tot 30 juni Alleen de effectief aangevraagde dagen in de periode van 1 september tot 30 juni worden aangerekend op het maximum recht van 60 maanden verlof (bv. 30 dagen, 5 dagen, ) VVPSFROMP aangevraagd voor de volledige periode van 1 september tot 30 juni Voor de berekening van de 60 maanden verlof voor verminderde prestaties gewettigd door sociale of familiale redenen, worden enkel de dagen van 1 september tot 30 juni in rekening gebracht (= 10 maanden of 300 dagen). De zomervakantie wordt niet meegeteld als verlof voor verminderde prestaties gewettigd door sociale of familiale redenen VVPSFROMP aangevraagd voor het volledige schooljaar van 1 september tot 31 augustus Voor de berekening van de 60 maanden verlof voor verminderde prestaties gewettigd door sociale of familiale redenen tellen de dagen van de zomervakantie wel mee als verlof voor verminderde prestaties gewettigd door sociale of familiale redenen (= 12 maanden of 360 dagen). 9.2 Afwezigheden voor verminderde prestaties Alle vormen van afwezigheid voor verminderde prestaties worden aangevraagd voor onbepaalde duur, zonder een einddatum vast te stellen. Het gekozen verlofstelsel loopt, indien het niet wordt beëindigd, over de schooljaren heen. We raden aan van een jaarlijkse herbevestiging te vragen. PERS/Verloven 13

14 10 EINDE 10.1 Verlof voor verminderde prestaties sociale of familiale redenen (VVPSFROMP) Einde door contractbepaling Bij opname van het verlof voor verminderde prestaties wegens sociale of familiale redenen om een oplossing te bieden voor moeilijkheden overkomen aan de personeelsleden (VVPSFROMP) wordt het einde van het verlof bepaald bij contract. Het gaat immers om een verlofstelsel afgesloten voor een bepaalde duur. De overeenkomst opgemaakt tussen het personeelslid en het schoolbestuur voorziet in een artikel waarin duidelijk wordt overeengekomen voor welke periode dit verlofstelsel wordt afgesloten. Dit betekent dat de overeenkomst zowel de begin- als de einddatum vermeldt. Beide data worden in samenspraak tussen het personeelslid en het schoolbestuur vastgelegd. Modellen van contracten betreffende VVP of AVP zijn terug te vinden in ons Personeelsdossier en Bijlagen van 15/05/06 op onze website rubriek Mededelingen. De einddatum kan samenvallen met een schooldag gelegen in de loop van het schooljaar of met het einde van het schooljaar Voortijdige beëindiging Voor de perioden van verloven gewettigd door sociale of familiale redenen waarvan de duur de 45 kalenderdagen overschrijdt, is de mogelijkheid voorzien om het verlof vroegtijdig te beëindigen. Elke partij kan vóór de in het contract bepaalde datum een einde maken aan het verlof voor verminderde prestaties gewettigd door sociale of familiale redenen mits ze een opzeggingstermijn van 45 kalenderdagen in acht neemt. Na 15 mei van het schooljaar is vroegtijdige beëindiging niet meer mogelijk. De aanstellingen voor een VVPSFROMP die korter zijn dan 45 kalenderdagen, kunnen niet vroegtijdig worden beëindigd via deze opzegprocedure maar alleen na onderling akkoord Voorbeeld Met ingang van 1 september wordt aan het personeelslid voor één schooljaar een verlof voor verminderde prestaties wegens sociale of familiale redenen toegestaan. Het contract voorziet een einddatum op 31 augustus. Omwille van een gewijzigde gezinssituatie en de financiële problemen die daaruit voortvloeien, vraagt het personeelslid tijdens de maand februari om haar opdracht opnieuw volledig uit te oefenen. Rekeninghoudend met de opzegtermijn van 45 kalenderdagen wordt het verlof VVPSFROMP met ingang van 1 april van het schooljaar beëindigd. PERS/Verloven 14

15 10.2 Andere verloven en afwezigheden voor verminderde prestaties (VVPSFR2K-14, VVPSFR50+, AVPPAVP, AVPPA2K-14, AVPPA50+) Ook voor deze vormen van verloven en afwezigheden wordt een contract afgesloten maar omdat het gaat om verlofstelsels die voor onbepaalde duur worden toegekend, wordt in tegenstelling tot het verlof VVPSFROMP geen einddatum vastgelegd. U vindt modellen van overeenkomst in ons Personeelsdossier en Bijlagen van 15/05/06 op onze website rubriek Mededelingen. Toch moet rekening gehouden worden met de volgende wettelijke bepalingen Einde ingeval van tijdelijke aanstelling van bepaalde duur Voor de personeelsleden aangesteld met een tijdelijk contract van bepaalde duur (TABD) eindigt het verlof in elk geval bij het einde van de tijdelijke aanstelling. Het verlofstelsel kan bij opeenvolgende tijdelijke aanstellingen niet lopen over de schooljaren heen Einde ingeval van tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur of aanstelling als vastbenoemd personeelslid Voor de personeelsleden aangesteld met een tijdelijk contract voor doorlopende duur (TADD) en voor de vastbenoemde personeelsleden loopt de duur van het verlof over de schooljaren heen. Met dit principe van onbepaalde duur moet met enige voorzichtigheid worden omgegaan. Zowel het schoolbestuur als het betrokken personeelslid zullen waakzaam moeten zijn. Er zal een permanente controle moeten gebeuren met betrekking tot het recht op behoud van het verlofstelsel. De toekenningsvoorwaarden, de minimumopdracht, de duur van het verlofstelsel zullen systematisch bij het begin van ieder schooljaar moeten nagegaan worden. Is niet langer meer voldaan aan deze voorwaarden dan betekent dit het einde van het verlofstelsel op 31 augustus voorafgaand aan 1 september. Het is niet mogelijk om van deze groep van verloven en afwezigheden stelsels van bepaalde duur te maken door bijvoorbeeld voorafgaandelijk reeds de einddatum van 31 augustus te vermelden. De wetgever bepaalt dat deze verloven steeds worden afgesloten voor onbepaalde duur. De mogelijkheid tot beëindiging van de overeenkomst wordt wel voorzien door de beide partijen. Zie volgend punt Einde op 31 augustus (einde schooljaar) Indien aan het verlofstelsel een einde zou worden gesteld, dan kan dit gebeuren door het schoolbestuur of door het betrokken personeelslid. Ongeacht wie het initiatief tot beëindiging neemt, zal het einde van het verlofstelsel steeds samenvallen met het einde van het schooljaar. Dit wil zeggen 31 augustus, zomervakantie inbegrepen. Indien het schoolbestuur een einde stelt aan het verlofstelsel bij het verstrijken van het schooljaar dan zal het zijn beslissing daartoe omstandig en schriftelijk motiveren aan het personeelslid uiterlijk op 30 juni. Indien het personeelslid een einde stelt aan het verlofstelsel dan gebeurt dit evenzeer op het einde van het schooljaar, zomervakantie inbegrepen en op voorwaarde dat het een opzeggingstermijn van 45 kalenderdagen in acht neemt die uiterlijk begint te lopen op 15 mei van het schooljaar tijdens het welk de opzegging gegeven wordt. PERS/Verloven 15

16 Vroegtijdige beëindiging Door geen van beide partijen is het mogelijk vroegtijdig een einde te stellen aan het verlofstelsel in de loop van het schooljaar Beëindiging bij het wegvallen van het aanvraagmotief Aanvraagmotief van sociale en familiale aard (beperkt tot VVPSFROMP) Bij het wegvallen van de motieven gerelateerd aan sociale of familiale redenen kan, indien het personeelslid hiervoor opteert, het verlofstelsel vroegtijdig worden beëindigd. Zelfs al is de einddatum opgenomen in het contract nog niet vervallen, zou vervroegde terugkeer mogelijk zijn. Men zal dan de principes van de vroegtijdige beëindiging dienen toe te passen. Wij verwijzen hiervoor naar punt Het komt alleen toe aan het personeelslid te oordelen of het in deze situatie vervroegd wenst terug te keren. Het schoolbestuur kan deze beslissing niet nemen. Het verlofstelsel vroegtijdig beëindigen omdat de sociale of familiale redenen die aan de grondslag liggen wegvallen, kan alleen gebeuren door het personeelslid Aanvraagmotief van een andere aard (AVPPAVP, VVPSFR2K-14, AVPPA2K-14) Bij het wegvallen van de motieven die te maken hebben met persoonlijke redenen of omwille van 2 kinderen niet ouder dan 14 jaar, is vroegtijdige beëindiging in de loop van het schooljaar niet mogelijk. Het verlofstelsel voor verminderde prestaties toegekend aan een personeelslid dat op het ogenblik van de machtiging een persoonlijke reden heeft of twee kinderen ten laste heeft niet ouder dan 14 jaar en dat in de loop van het schooljaar deze voorwaarde niet meer vervult, neemt slechts een einde bij het verstrijken van het betrokken schooljaar, zomervakantie inbegrepen. In dit geval worden de principes van beëindiging einde schooljaar toegepast. (zie punt ) Beëindiging na het verstrijken van de maximumduur van vijf jaar De verloven voor verminderde prestaties ongeacht de reden van aanvraag worden beëindigd op het ogenblik dat de totale som van de verloven voor verminderde prestaties, de duur van de toegelaten vijf jaar bereikt. Het bereiken van de maximumduur kan afhankelijk van de manier waarop deze werd opgebouwd, samenvallen met het einde van het schooljaar of met een andere datum gelegen in het schooljaar. Voor de berekening van deze vijf jaar worden de perioden van afwezigheden niet mee gerekend. PERS/Verloven 16

17 10.5 Beëindiging tengevolge van een ontslag Los van het tijdstip waarop dit gebeurt, wordt door het ontslag van het personeelslid aan elk stelsel voor verminderde prestaties een einde gesteld. De reden of de aanleiding tot het ontslag is van ondergeschikt belang. Voorbeelden zijn: de oppensioenstelling, het vrijwillig ontslag, de terbeschikkingstelling voorafgaand aan het rustpensioen, mutatie Beëindiging door het wegvallen van de betrekking Indien de betrekking van een vastbenoemd personeelslid bij het begin van het schooljaar volledig wordt afgeschaft, wordt het personeelslid ter beschikking gesteld wegens volledige ontstentenis van betrekking en neemt het verlofstelsel een einde. Zolang het personeelslid niet voor minstens één prestatie-eenheid wordt gereaffecteerd/wedertewerkgesteld, blijft een verlofstelsel voor verminderde prestaties onmogelijk. Voor de vastbenoemde personeelsleden die hun opdracht gedeeltelijk verliezen is er in principe geen probleem om het verlofstelsel te behouden. De minimumopdracht van één prestatie-eenheid is in dit geval verzekerd. 11 WINSTGEVENDE ACTIVITEIT 11.1 Winstgevende activiteit tijdens de verloven voor verminderde prestaties Algemeen principe Tijdens de verloven voor verminderde prestaties gewettigd door sociale of familiale redenen mag het personeelslid geen vervangende nevenactiviteit uitoefenen. Het is niet toegelaten om tijdens dit verlof een nieuwe winstgevende activiteit te ontwikkelen van welke aard dan ook. Dit geldt zowel binnen als buiten het onderwijs Afwijking De winstgevende activiteiten die het personeelslid al uitoefende vóór de start van het verlofstelsel mogen verder behouden blijven. Dit betekent dat alle nevenactiviteiten die vooraf werden gecombineerd met een aanstelling in het onderwijs kunnen behouden blijven tijdens het verlof. Deze vooraf gecombineerde activiteiten kunnen liggen binnen of buiten het onderwijs. Zij mogen echter niet worden uitgebreid. PERS/Verloven 17

18 11.2 Winstgevende activiteit tijdens de afwezigheden voor verminderde prestaties Algemeen principe Tijdens de afwezigheden voor verminderde prestaties mag het personeelslid bepaalde winstgevende activiteiten uitoefenen Winstgevende activiteit buiten het onderwijs Tijdens alle systemen van afwezigheden voor verminderde prestaties is het toegelaten om een winstgevende activiteit uit te oefenen. De winstgevende activiteit die reeds bestond vóór de afwezigheid kan verder worden gezet of uitgebreid. Ook een nieuwe winstgevende activiteit kan worden aangevat en uitgebouwd Winstgevende activiteit binnen het onderwijs De winstgevende activiteiten binnen het onderwijs die reeds bestonden voor de toekenning van een afwezigheid voor verminderde prestaties mogen verder behouden blijven. Zij kunnen tijdens het verlofstelsel niet worden uitgebreid. Nieuwe winstgevende activiteiten in het onderwijs opstarten na het verkrijgen van een afwezigheid voor verminderde prestaties is niet mogelijk. De enige uitzondering is de toewijzing van een betrekking in het hoger onderwijs. Deze aanstelling in het hoger onderwijs kan alleen gebeuren in combinatie met een afwezigheid voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid. De afwezigheden wegens twee kinderen ten laste beneden de 14 jaar en vanaf de leeftijd van 50 jaar komen voor deze uitzondering niet in aanmerking Winstgevende activiteit als politiek mandaat Het opnemen van een politiek mandaat wordt in het kader van de verloven en afwezigheden voor verminderde prestaties soms wel, soms niet aanzien als een vervangende winstgevende activiteit. Dit betekent dat de personeelsleden die hun onderwijsopdracht gedeeltelijk verminderen met de bedoeling meer tijd vrij te maken om hun politiek mandaat uit te oefenen, zullen gebruik moeten maken van het verlof of de afwezigheid voor verminderde prestaties. De aard en de grootte van het inkomen van het politiek mandaat is bepalend voor de keuze van deze dienstonderbreking Verlof voor verminderde prestaties Er kan alleen een verlof voor verminderde prestaties gewettigd door sociale of familiale redenen verkregen worden voor het uitoefenen van een politiek mandaat met een beperkt inkomen. De volgende politieke mandaten worden niet als een vervangende winstgevende activiteit beschouwd, en kunnen derhalve worden gecombineerd met een verlof voor verminderde prestaties: PERS/Verloven 18

19 - gemeenteraadslid; - provincieraadslid; - lid van het bureau van de raad voor maatschappelijk welzijn; - lid van de raad voor maatschappelijk welzijn; - lid van de districtsraad. Het aantal inwoners van de gemeente waar het personeelslid is verkozen en wordt aangesteld, speelt bij deze politieke mandaten geen rol. Alle andere politieke mandaten worden dus wel als een vervangende winstgevende activiteit beschouwd. Er kan dus geen verlof voor verminderde prestaties gewettigd door sociale of familiale redenen worden verkregen of behouden om een ander dan de hiervoor genoemde politieke mandaten uit te oefenen. Vanaf 1 september 2006 is een personeelslid dat een politiek mandaat opneemt en die zijn wekelijkse opdracht wenst te verminderen en die niet in aanmerking komt voor een verlof voor verminderde prestaties wegens de aard van het politiek mandaat dat hij uitoefent, aangewezen op een andere vorm van dienstonderbreking (bv. AVP) of op het gebruik van het recht op een deeltijds politiek verlof. (zie daarvoor onze mededeling Politiek Verlof van 15/08/06 geklasseerd onder ADM/Pers/Verloven) Winstgevende activiteit bij het terug in actieve dienst treden Voor de personeelsleden die genieten van een verlof of een afwezigheid voor verminderde prestaties en die terug in actieve dienst treden in het ambt van leraar worden deze lesprestaties niet aanzien als een winstgevende activiteit. Het terugroepen in actieve dienst kadert in een tekort aan beschikbare vervangers. Wij verwijzen voor meer uitleg hierover naar de ministeriële omzendbrief 13CC/IF/GDH Schaarste aan onderwijsverstrekkers overwerk, bijbetrekking en opnieuw in actieve dienst treden van 06/10/ Winstgevende activiteit bij overlevingspensioen De inkomsten die een personeelslid met een verlof of een afwezigheid voor verminderde prestaties ontvangt uit het genot van een overlevingspensioen, worden niet aanzien als een winstgevende vervangende activiteit. Voorbeeld Een vastbenoemde onderwijzeres ASV is vanaf 1 maart 2006 gerechtigd op een overlevingspensioen. Om de beroepsinkomsten tijdens het burgerlijk jaar 2006 te beperken en te verminderen tot onder de grens van de toelaatbare beroepsinkomsten stapt het personeelslid in een verlof voor verminderde prestaties VVPSFR50+. In de plaats van één of meerdere perioden van volledig onbetaalde dienstonderbrekingen (TBS PA) te nemen, kiest het voor een permanente arbeidsvermindering op PERS/Verloven 19

20 jaarbasis via een verlof voor verminderde prestaties. Zij zal haar wekelijkse opdracht als onderwijzeres ASV verminderen met 2/3. Zij blijft in actieve dienst voor 7/ VERVANGING 12.1 Vervanging tijdens verloven en afwezigheden langer dan 10 opeenvolgende werkdagen De personeelsleden die gebruik maken van een verlof of een afwezigheid voor verminderde prestaties waarvan de duur de 10 opeenvolgende werkdagen bereikt, kunnen vanaf de eerste afwezige dag ad interim worden vervangen Vervanging tijdens verloven en afwezigheden korter van 10 opeenvolgende werkdagen In het geval de verloven voor verminderde prestaties gewettigd door sociale of familiale redenen worden toegekend om een oplossing te bieden voor moeilijkheden overkomen aan de personeelsleden (VVPSFROMP) bestaat de kans dat het personeelslid de opname van het verlof beperkt tot de (korte) duur van de omstandigheid die niet in alle gevallen een afwezigheid van 10 opeenvolgende werkdagen vraagt. In principe kan het schoolbestuur in geen vervanging voorzien. Twee uitzonderingen zijn hierop van toepassing Vervanging van minder dan 10 opeenvolgende werkdagen sluit aan bij een andere afwezigheid Een verlofperiode VVPSFROMP die geen 10 opeenvolgende werkdagen bevat maar die aansluit (zonder onderbreking) op een andere afwezigheid en daardoor in totaal de periode van 10 werkdagen bereikt, komt in aanmerking voor vervanging. Het beperkt zich echter wel alleen tot de uren of de opdracht die tijdens 10 werkende dagen kan worden ingevuld. Voorbeeld Een vast benoemd personeelslid 22/22 is gedurende een maand afwezig met ziekteverlof. Het wenst vooraleer fulltime te hernemen aansluitend een verlof voor verminderde prestaties VVPSFROMP voor 7 kalenderdagen (één week). Het hervat tijdens dit verlof voor 7/22. De vervanger blijft gedurende het verlof voor verminderde prestaties nog verder in dienst voor 15/ Vervanging van minder dan 10 opeenvolgende werkdagen gebeurt in het kader van een proefproject Vervanging van korte afwezigheden In het kader van het tijdelijk project betreffende de vervangingen van korte afwezigheden van personeelsleden die aangesteld zijn in een wervingsambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel in het basis- en secundair onderwijs zijn vervangingen voor afwezigheden van minder dan 10 opeenvolgende werkdagen ook mogelijk. PERS/Verloven 20

21 Een aanstelling met vervangingseenheden in een vervanging van een korte afwezigheid is enkel mogelijk in een wervingsambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel. 13 ADMINISTRATIEVE TOESTAND 13.1 Dienstactiviteit/Non-activiteit Tijdens de verloven voor verminderde prestaties (alle systemen) bevinden de personeelsleden zich in een administratieve toestand van dienstactiviteit. Dit betekent dat het volume van verlof is gelijkgesteld met een periode van actieve dienst, zelfs al worden deze prestaties niet vergoed. Tijdens de afwezigheden voor verminderde prestaties (alle systemen) bevinden de personeelsleden zich in de administratieve toestand non-activiteit. Dit betekent dat het personeelslid alleen zijn recht op titularisschap blijft behouden Titularisschap Het feit dat de personeelsleden gedurende de opname van de verloven of de afwezigheden voor verminderde prestaties titularis blijven van hun betrekking geeft voordelen aan de personeelsleden en geeft aan de schoolbesturen een aantal verplichtingen. Bij de verdeling van de opdrachten betekent dit het volgende: voor de vastbenoemde personeelsleden dient bij eventueel ambtsverlies in de school, in het kader van de reglementering inzake de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, met hen rekening te worden gehouden alsof zij effectief in dienst zijn (elk jaar opnieuw na te gaan per 1 september). De tijdelijke personeelsleden met recht op een aanstelling van doorlopende duur blijven aangesteld in een aanstelling die niet eindigt op het einde van het voorafgaande schooljaar (vacante betrekking of niet-vacante betrekking waarvan de titularis afwezig blijft). Indien hun aanstelling eindigt op het einde van het voorafgaande schooljaar, worden zij in elk geval aangesteld indien het schoolbestuur geen andere keuzemogelijkheden heeft. Voorbeeld Een kleuterleidster ASV is aangesteld als tijdelijke van doorlopende duur voor 22/22, waarvan voor 11/22 ter vervanging van een titularis die omwille van een GLBO50+ afwezig blijft en voor 11/22 in een definitief vacante betrekking (ATO 2). Zij heeft twee jonge kinderen en vraagt op 15 mei een VVPSFR2K-14 om bij de start van het nieuwe schooljaar nog slechts 18/22 effectief te presteren. Het schoolbestuur stemt hierin toe. Bij de start van het nieuwe schooljaar blijft de titularis die ze vervangt afwezig en ook de 11 uren in ATO 2 zijn nog steeds beschikbaar. Dit personeelslid blijft aangesteld voor 11/22 (ATO 1) + 11/22 (ATO 2), neemt een dienstonderbreking VVPSFR2K-14 en wordt op haar beurt vervangen voor 4/22. Het schoolbestuur kan de dienstonderbreking niet aangrijpen om de aanstelling met 4/22 te verminderen. PERS/Verloven 21