Implementatiemonitor DURP/RO-Online gemeenten. Eindrapport

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Implementatiemonitor DURP/RO-Online gemeenten. Eindrapport"

Transcriptie

1 Implementatiemonitor DURP/RO-Online gemeenten Eindrapport

2

3 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Research voor Beleid. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van Research voor Beleid. Research voor Beleid aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. 2

4 Voorwoord 1 juli 2008 treedt de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening (nwro) in werking. De invoering van deze wet en bijkomende verplichtingen vergt van gemeenten een aantal ingrijpende organisatorische en technische aanpassingen in hun werkwijzen. Voor het programma DURP van het ministerie van VROM is het van belang het proces dat gemeenten hiervoor doorlopen te monitoren en zo goed mogelijk te ondersteunen. Deze implementatiemonitor heeft daarom in kaart gebracht wat de stand van zaken is bij gemeenten, hoe het digitaliseringsproces binnen de gemeentelijke organisatie is ingebed en of huidige ondersteuningsinstrumenten voldoen aan de behoeften van gemeenten. Tijdens de uitvoering van het onderzoek heeft drie maal een bijeenkomst plaatsgevonden met een klankbordgroep. De klankbordgroep bestond uit: Dhr. H. Genee Ministerie van VROM Dhr. H. Petter Ministerie van VROM Mw. A. Kramer- van Kraaij Provincie Gelderland Dhr. J. M. van Vugt Provincie Zuid Holland Dhr. P. van Teeffelen VNG Dhr. P. C. N. Nieuwlaat Gemeente Breda Dhr. B. Huijbers Gemeente Zeist Dhr. J. Huisman Gemeente Tytsjerkeradiel Tijdens de eerste bijeenkomst is input geleverd voor de vragenlijst. In de tweede bijeenkomst zijn de eerste (voorlopige) uitkomsten van het onderzoek gepresenteerd en is besproken in hoeverre deze aansluiten bij de ervaringen van de experts. In de laatste bijeenkomst is het rapport besproken. Onze dank gaat uit naar alle leden van de klankbordgroep voor hun input. Daarnaast willen we de deelnemende gemeenten hartelijk danken voor het invullen van de vragenlijst. Dankzij hen is er nu een representatief beeld van de stand van zaken met betrekking tot het digitaliseringsproces en van hun ondersteuningsbehoeften. Jaap Wils Projectleider 3

5 4

6 Inhoudsopgave Samenvatting, conclusies en aanbevelingen 7 1 Achtergrond De nieuwe WRO en de digitaliseringsverplichting DURP Aanleiding voor het onderzoek Onderzoeksuitvoering Respons Leeswijzer 19 2 DURP binnen de gemeentelijke organisatie Voorbereiding op de nwro Randvoorwaarden Knelpunten Conclusie 29 3 Stand van zaken Digitalisering Beschikbaar stellen Conclusie 38 4 Ondersteuning Gebruik Oordeel over bestaande instrumenten Verbetersuggesties bestaande ondersteuning Ondersteuningsbehoeften Conclusie 47 Bijlage 1 Vragenlijst 49 5

7 6

8 Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Samenvatting Achtergrond en uitvoering van de implementatiemonitor In juli 2008 treedt de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (nwro) in werking. Deze nieuwe wet heeft een aantal directe gevolgen voor de werkwijzen van gemeenten m.b.t. ruimtelijke plannen. Met de komst van de nwro geldt een digitaliseringsverplichting voor nieuwe ruimtelijke plannen. Deze moeten per 1 juli 2008 digitaal worden vervaardigd, beheerd, gebruikt en beschikbaar gesteld. Het digitaliseringsproces betekent een omvangrijke en complexe exercitie die veel van de gemeenten vraagt. Er moeten ICT-voorzieningen worden ingericht, werkprocessen moeten worden aangepast en betrokkenen op verschillende niveaus dienen vertrouwd te raken met een nieuwe werkwijze. Een adequate en gerichte begeleiding en ondersteuning zijn hierbij onontbeerlijk. Het Ministerie van VROM wil weten wat de stand van zaken bij gemeenten is en vraagt zich af of het huidige aanbod aan ondersteuning aansluit op de ondersteuningsbehoeften. Om deze reden is een implementatiemonitor uitgevoerd. De implementatiemonitor bestond uit een internetenquête onder alle Nederlandse gemeenten en de stadsdelen van Amsterdam 1. In totaal hebben 310 gemeenten en 6 stadsdelen van Amsterdam deelgenomen aan het onderzoek. Dit komt neer op een totale respons van 69%. DURP binnen de gemeentelijke organisatie Veel gemeenten zijn druk bezig met de invoering van de nwro. Een meerderheid van hen is goed op de hoogte van hetgeen de digitaliseringsverplichting inhoudt en heeft verschillende voorbereidingen getroffen. De meest voorkomende voorbereidingsacties zijn het bezoeken van informatiebijeenkomsten, het instellen van een projectgroep en het aangaan van contacten met externe partijen. Zo n tweederde van alle gemeenten heeft bovendien een plan van aanpak voor het actualiseren van ruimtelijke plannen. Eén derde heeft een plan van aanpak voor het implementeren van DURP. Er zijn wel verschillen in wijze en mate van voorbereiding tussen gemeenten. Over het algemeen zijn gemeenten beter op de hoogte van de digitaliseringsverplichting naarmate ze groter zijn. Het instellen van een projectgroep, het installeren van IT-applicaties, het uitwisselen van kennis en het opstellen van een plan voor het implementeren van DURP gebeurt vaker naarmate een gemeente groter is. Kleinere gemeenten (< inwoners) bereiden zich daarentegen wat vaker voor door (onder meer) afspraken te maken met externe partijen zoals stedenbouwkundige bureaus. 1 In eerste instantie zijn ook de deelgemeenten van Rotterdam benaderd. De deelgemeenten bleken echter niet verantwoordelijk te zijn voor het digitaliseren van ruimtelijke plannen en konden derhalve de vragenlijst niet goed invullen. De deelgemeenten zijn daarom uit de analyse gehaald en de centrale gemeente Rotterdam is gevraagd deel te nemen aan het onderzoek. In Amsterdam hebben de stadsdelen wel verantwoordelijkheid met betrekking tot het digitaliseringsproces. Deze zijn daarom wel in de analyses opgenomen. 7

9 Grote, middelgrote en kleine gemeenten verschillen weinig in de mate waarin er sprake is van bestuurlijk en ambtelijk draagvlak. Ambtelijk draagvlak is nagenoeg bij alle gemeenten aanwezig. Ook het bestuur ondersteunt bij de grote meerderheid het digitaal (laten) vervaardigen van digitale ruimtelijke plannen. Ondanks de reeds getroffen voorbereidingen en de ruimschoots aanwezige bestuurlijke en ambtelijke steun heeft één derde van alle gemeenten (waarschijnlijk) niet voldoende tijd om de benodigde voorbereidingen te treffen voor het inwerktreden van de nwro. Van de grootste categorie gemeenten (> ) heeft 10% niet voldoende tijd. Bij de gemeenten met minder inwoners is dit percentage aanzienlijk hoger. Heeft uw gemeente nog genoeg tijd voor de voorbereidingen op inwerkingtreding van de nieuwe Wro per 1 juli 2008? Stadsdelen Amsterdam (aantal = 6) < (aantal= 127) (aantal= 135) > Totaal (aantal= 27) (aantal= 21) (aantal= 316) Zeker 33% 9% 8% 7% 29% 10% Waarschijnlijk wel 50% 53% 59% 67% 62% 57% Waarschijnlijk niet 17% 32% 30% 22% 10% 29% Zeker niet 0% 6% 3% 4% 0% 4% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% De grootste belemmeringen voor het voorbereiden op de inwerktreding van de nwro is de organisatorische en de technische aanpak, alsmede het gebrek aan menskracht binnen de gemeente. Bij kleinere gemeenten speelt daarnaast dat er weinig kennis is binnen de organisatie en dat men doorgaans over minder financiële middelen beschikt dan grotere gemeenten. Bij grotere gemeenten zijn de veranderende wetgeving en het beheer van ruimtelijke plannen relatief vaak een knelpunt. Percentage gemeenten dat aangeeft over voldoende van onderstaande randvoorwaarden te beschikken Stadsdelen < > Amsterdam (aantal = 6) (aantal= 127) (aantal= 135) (aantal= 27) (aantal= 21) Totaal (aantal= 316) Kennis 67% 35% 50% 70% 90% 49% Menskracht 50% 28% 30% 44% 38% 32% Financiële middelen 67% 43% 54% 63% 62% 51% Kortom, aan de ene kant zijn reeds veel voorbereidingen getroffen en is er draagvlak voor het digitaliseren van ruimtelijke plannen. Aan de andere kant worden veel knelpunten ervaren. Eén derde van de gemeenten verwacht niet klaar te zijn met de voorbereidingen voor de invoering van de nieuwe wet op 1 juli Stand van zaken Het grootste deel van de vigerende bestemmingsplannen in Nederland is nog niet volgens de digitale standaarden beschikbaar. Gemeenten hebben hun bestemmingsplannen voornamelijk in analoge vorm (gemiddeld 71% van de vigerende bestemmingsplannen) of in 8

10 pdf/gescand (20%). Slechts een klein deel (9%) is op dit moment in IMRO2003 of IM- RO2006 beschikbaar. Grotere gemeenten hebben doorgaans wel een groter deel van hun vigerende bestemmingplannen in digitale vorm, maar niet veel vaker zijn hun vigerende plannen conform IMRO. Gemiddelde verdeling van vigerende bestemmingsplannen Stadsdelen < > Totaal % 20% 40% 60% 80% 100% Analoog Digitaal (niet volgens standaarden) IMRO 2003 IMRO 2006 Meer dan de helft van alle vigerende bestemmingsplannen is op de peildatum 1 juli 2008 tien jaar of ouder en moet nog worden herzien wil de gemeente er leges over kunnen heffen. Hoewel de vigerende bestemmingsplannen over het algemeen nog niet conform de standaarden zijn, worden wijzigingsplannen en partiële herzieningen wel veelal volgens de standaarden aangebracht. Bij zo n 40% van alle gemeenten gebeurt dit bij alle vigerende bestemmingsplannen. Van de gemeenten met inwoners gebeurt dit zelfs bij 63%. Ook nieuwe bestemmingsplannen komen in grote getale in IMRO2003 of IMRO2006 beschikbaar. Dit geldt voor zo n 80% van alle nieuwe bestemmingsplannen. Opvallend is wel dat bij de grootste gemeenten (> ) een kleiner deel (59%) van de nieuw te vervaardigen plannen in IMRO2003 of IMRO2006 beschikbaar komt. Er zijn grote verschillen tussen gemeenten als het gaat om de mate waarin het vervaardigen van digitale bestemmingsplannen wordt uitbesteed. Gemeenten met minder inwoners laten deze taak vaker over aan één of meerdere stedenbouwkundige bureaus. Gemeenten met minder dan inwoners vervaardigen nagenoeg nooit volledig zelf de digitale plannen. Van de grotere gemeenten vervaardigt de meerderheid (62%) de digitale plannen volledig zelf en de rest doet dit deels zelf (38%). 9

11 De mate waarin de gemeente zelf de digitale plannen vervaardigt of kiest voor uitbesteding, heeft invloed op de aanwezige kennis met betrekking tot digitalisering. Van gemeenten die het digitaliseren volledig uitbesteden beschikt 44% over voldoende kennis. Bij gemeenten die alles in eigen beheer doen is dit het dubbele (88%). De mate van uitbesteding heeft ook invloed op de IT-applicaties die een gemeente in huis heeft. We zien dat van de gemeenten die uitbesteden 65% (volledig of deels) over de juiste IT-applicaties beschikt. Bij de gemeenten die slechts een deel uitbesteden of alles in eigen beheer doen is dit percentage beduidend hoger (respectievelijk 88% en 100%). Een verplichting die voortvloeit uit de nwro is dat gemeenten hun digitale plannen beschikbaar moeten stellen voor derden. Gemeenten hebben over het algemeen een ambitieus streven wat deze verplichting betreft. Naast het voldoen aan de wet (74% van de gemeenten) streven zij ernaar digitale plannen toepasbaar te maken in de eigen werkprocessen (55%) of om plannen raadpleegbaar te maken voor burgers en andere overheden (80%). Slechts 46 gemeenten hebben louter de ambitie om aan de wet te voldoen. Ondanks het streven van veel gemeenten om digitale ruimtelijke plannen voor een grote groep raadpleegbaar te maken, heeft op dit moment 38% van de gemeenten nog geen bestemmingsplannen op intranet of internet staan. Grotere gemeenten hebben vaker plannen beschikbaar gesteld. Opvallend is dat het relatief weinig voorkomt dat plannen alleen op intranet staan. Percentage gemeenten dat digitale plannen op intranet en/of internet beschikbaar stelt Stadsdelen Amsterdam (aantal = 6) < (aantal= 127) (aantal= 135) > (aantal= 27) (aantal= 21) Totaal (aantal= 316) Op intranet 0% 14% 20% 19% 24% 17% Op internet 17% 22% 26% 19% 24% 23% Op intranet en internet 33% 14% 23% 37% 33% 22% Op geen van beide 50% 50% 31% 26% 19% 38% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% Van de vigerende bestemmingsplannen staat gemiddeld 30% op intranet en 20% op internet. Ook hier lopen de grotere gemeenten over het algemeen voorop, in de zin dat ze een groter deel van hun digitale plannen op deze wijzen beschikbaar stellen. Op dit moment raadpleegt zo n driekwart van alle gemeenten wel eens plannen van andere overheden. Dit is over het algemeen wel iets incidenteels. Gemeenten met tot inwoners raadplegen het vaakst plannen van andere overheden. Wellicht dat met de komst van de tijdelijke versie van RO-Online, de aangewezen plaats voor het beschikbaar stellen en raadplegen van ruimtelijke plannen, meer gemeenten elkaars plannen gaan raadplegen. Ongeveer één derde is van plan van de tijdelijke versie gebruik te maken. Ruim de helft van de gemeenten weet dit nog niet. Ruim één tiende is dit niet van plan. 10

12 Ondersteuning Het programma DURP van het ministerie van VROM ondersteunt gemeenten bij het digitaliseringsproces. Dit gebeurt middels: de Helpdesk DURP ( Handreikingen Informatiebijeenkomsten (zoals BOE-toer van VNG-IPO en VROM-bijeenkomsten) Technische tools die via beschikbaar zijn, zoals de validatie- en conversiesoftware Veel gemeenten maken gebruik van deze bestaande ondersteuningsinstrumenten, hoewel het gebruik over het algemeen vrij incidenteel van aard is. Dit geldt met name voor de Helpdesk DURP. De handreikingen worden wat regelmatiger gebruikt en ook de informatiebijeenkomsten worden door veel gemeenten regelmatig of zelf vaak bezocht. De technische tools worden relatief weinig gebruikt. Gebruik ondersteuningsinstrumenten Helpdesk DURP Handreikingen Technische tools Informatiebijeenkomsten (aantal = 316) (aantal = 316) (aantal = 316) (aantal = 316) Vaak 1% 6% 2% 11% Regelmatig 18% 28% 5% 31% Een enkele keer 50% 44% 11% 47% Nooit 23% 14% 52% 7% Weet niet/geen mening 7% 8% 30% 3% Totaal 100% 100% 100% 100% Gemeenten zijn over het algemeen positief over de kwaliteit van de bestaande ondersteuning. Men vindt de informatie die beschikbaar is doorgaans bruikbaar. Met name de informatie uit de handreikingen wordt door een relatief groot deel van de gemeenten als zeer bruikbaar aangeduid. Grotere gemeenten maken meer gebruik van de bestaande ondersteuningsinstrumenten, met name van de helpdesk DURP. Ook gemeenten die het digitaliseren in eigen beheer doen (dus niet uitbesteden) maken iets meer gebruik van de ondersteuning dan gemeenten die deze taak overlaten aan stedenbouwkundige bureaus. De suggesties die gemeenten doen ter verbetering van de bestaande ondersteuning hebben veelal betrekking op het concretiseren en minder algemeen maken van de informatie. Ongeveer één derde van de gemeenten heeft naast de bestaande ondersteuning behoefte aan andere vormen van ondersteuning. Genoemd zijn persoonlijke begeleiding, concrete voorbeelden en formats, ondersteuning met betrekking tot de benodigde software, provinciale ondersteuning en extra financiële middelen. 11

13 Hoofdconclusies DURP leeft bij gemeenten, maar er moeten nog knelpunten overwonnen worden Nagenoeg alle gemeenten zijn bezig met het treffen van voorbereidingen met betrekking tot de digitaliseringsverplichting die voortvloeit uit de nieuwe Wro. Er is voldoende ambtelijk en bestuurlijk draagvlak binnen gemeentelijke organisaties. Kortom, DURP leeft. Er worden echter door bijna alle gemeenten wel meerdere knelpunten ervaren. Met name bij de organisatorische en technische aanpak. Ook het gebrek aan menskracht is een facet dat bij veel gemeenten speelt. De knelpunten zijn dusdanig dat één derde van de gemeenten zeker of waarschijnlijk niet klaar zal zijn voor de inwerktreding van de nieuwe wet op 1 juli Ondanks de aandacht die het digitaliseringsproces binnen gemeentelijke organisaties krijgt, vergt het nog een forse inspanning van zowel kleine als grotere gemeenten om volledig voorbereid te zijn op de komst van de nieuwe wet. Verschil in knelpunten hangt samen met de mate van uitbesteding Verschillen tussen gemeenten zijn er met name in de type voorbereidingen die zijn getroffen. De kleinste gemeenten besteden het digitaal maken van plannen over het algemeen volledig uit aan stedenbouwkundige bureaus, terwijl grotere gemeenten dit deels uitbesteden en de grootste gemeenten het digitaliseren juist volledig zelf doen. Als een gevolg hiervan is de voorbereiding van kleinere gemeenten ook vaker toegespitst op het afspraken maken met stedenbouwkundig bureaus. Gemeenten die hun plannen zelf digitaal maken bereiden zich voor door IT-applicaties aan te schaffen. Het verschil in benadering is terug te zien in het kennisniveau. Kleinere gemeenten kampen door het accent te leggen op de uitbesteding ook vaker met gebrek aan kennis dan grotere gemeenten (die de plannen zelf digitaal maken). Gemeenten concentreren zich op het digitaliseren van nieuwe (en te actualiseren) plannen Gemeenten richten zich vooral op het digitaliseren van nieuwe (en te actualiseren) plannen. Immers, wijzigingsplannen en partiële herzieningen worden veelal volgens de standaarden aangebracht. Ook nieuwe bestemmingsplannen komen in grote getale in IMRO2003 of IM- RO2006 beschikbaar. Bij tweederde van de gemeenten worden alle nieuwe plannen conform standaarden vervaardigd. Gemeenten zijn over het algemeen nog niet bezig met het digitaal (volgens de standaarden) maken van vigerende bestemmingsplannen. Op dit moment is meer dan 90% nog niet volgens de standaarden beschikbaar. Ook met betrekking tot de andere verplichting die voortvloeit uit de nwro, het beschikbaar stellen van ruimtelijke plannen, zijn gemeenten nog niet gereed. Ondanks het streven van veel gemeenten om de plannen raadpleegbaar te maken voor derden, staat op dit moment nog maar een deel van de vigerende plannen op internet (20%). Een iets groter deel staat op intranet (30%). De meeste plannen zijn immers nog in analoge vorm. Gezien de bereidheid van gemeenten om gebruik te maken van de tijdelijke versie van RO- Online zal de uitwisseling van ruimtelijke plannen mogelijk een stimulans krijgen op het moment dat RO-Online de lucht ingaat. 12

14 De huidige ondersteuning vanuit het programma DURP bereikt veel gemeenten en voldoet grotendeels aan de wensen van gebruikers. De huidige ondersteuning bereikt een grote meerderheid van de gemeenten. Met name de informatiebijeenkomsten hebben een groot bereik (90% van alle gemeenten heeft deze wel eens bezocht). De technische tools worden door minder gemeenten gebruikt. Grotere gemeenten maken meer gebruik maken van de bestaande ondersteuningsinstrumenten, met name van de helpdesk DURP. Dit is mede te verklaren doordat kleinere gemeenten steunen op de expertise van ingeschakelde externen. Hoewel veel gemeenten de ondersteuningsinstrumenten benutten, is het gebruik ervan over het algemeen vrij incidenteel van aard. Dit neemt niet weg dat de informatie die middels het pallet aan huidige ondersteuning verspreid wordt, voldoet aan de behoeften van gemeenten. Men vindt de informatie doorgaans bruikbaar. Met name de informatie uit de handreikingen wordt door een relatief groot deel van de gemeenten als zeer bruikbaar beoordeeld. De positieve houding over de ondersteuning blijkt ook uit het beperkte aantal suggesties voor verbetering. De suggesties die gedaan zijn, hebben veelal betrekking op het concretiseren en minder algemeen maken van de informatie. Aanbevelingen voor het programma DURP Overweeg een meer doelgroepspecifieke wijze van ondersteuning Een aanbeveling van de onderzoekers voor het programma DURP is het hanteren van een meer doelgroepspecifieke benadering. Gemeenten bevinden zich vaak in zeer verschillende situaties. De monitor laat zien dat er verschillen zijn in de wijze van voorbereiding tussen uitbestedende en niet uitbestedende gemeenten. Dit kenmerk overlapt deels met gemeentegrootte. De kleinere gemeenten besteden veel uit aan stedenbouwkundige bureaus, terwijl de grotere gemeenten veel meer in eigen beheer doen. Dit vereist een ander soort kennis, een andere wijze van voorbereiding en dus ook wellicht een andere ondersteuning vanuit het programma DURP. Daarnaast is er ook een verschil tussen koplopers en achterblijvers. Dit overlapt tevens deels met de gemeentegrootte. Toch zijn er bij zowel grote als kleine gemeenten koplopers en achterblijvers te identificeren. Een gemeente die zich in een vergevorderd stadium van het digitaliseringsproces bevindt, heeft andere behoeften dan een gemeente die net start met het digitaal maken van plannen. Een kleine gemeente heeft daarbij waarschijnlijk weinig aan voorbeelden van een koploper uit de groep grote gemeenten. Andersom geldt hetzelfde. Kortom, gemeenten hebben verschillende uitgangssituaties, dienen zich op verschillende wijzen voor te bereiden op de nieuwe wet en hebben een andere ondersteuningsbehoefte. Een typologie van gemeenten en een hierop aangepaste informatievoorziening valt daarom te overwegen. 13

15 Maak meer gebruik van concrete bestaande praktijkvoorbeelden De verbetersuggesties die zijn gedaan, hebben veelal betrekking op het minder generiek maken van de informatie en het toespitsen van de ondersteuning op de gemeentespecifieke situatie. Het is niet haalbaar persoonlijke adviseurs in te schakelen die per gemeente ondersteuning op maat bieden. In het verlengde van de hierboven voorgestelde doelgroepbenadering is een tweede aanbeveling van de onderzoekers voor het programma DURP (nog) meer aandacht te besteden aan concrete bestaande (niet fictieve) praktijkvoorbeelden. Bestaande plannen van koplopers kunnen als best practice worden gebruikt door achterblijvers. Hierbij wordt idealiter rekening gehouden met de verschillende typologieën zoals hierboven beschreven. De op gemeentetype afgestemde beste practices kunnen een impuls geven aan het digitaliseringsproces. 14

16 1 Achtergrond 1.1 De nieuwe WRO en de digitaliseringsverplichting In juli 2008 treedt de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (nwro) in werking. Deze nieuwe wet heeft een aantal directe gevolgen voor de werkwijzen van gemeenten m.b.t. ruimtelijke plannen. Met de komst van de nwro geldt een digitaliseringsverplichting voor nieuwe ruimtelijke plannen. Deze moeten per 1 juli 2008 digitaal worden vervaardigd, beheerd, gebruikt en beschikbaar gesteld. Wat is een digitaal ruimtelijk plan? Een digitaal ruimtelijk plan voldoet aan de volgende kenmerken: het bestaat uit (individuele) planobjecten, dat wil zeggen uit vlakken en niet uit losse lijntjes; de objecten zijn gebaseerd op het nationale coördinatenstelsel (RD-stelsel); er wordt een koppeling gelegd tussen geografische gegevens en administratieve gegevens (bij een bestemmingsplan de bestemmingsplanvoorschriften en toelichting). Digitale ruimtelijke plannen zijn geen doel op zich, maar zijn een middel om de ruimtelijke ordeningsketen effectiever en efficiënter te laten zijn en om de duidelijkheid richting burgers en bedrijven te verbeteren. Het voordeel van landelijk uniforme (en dus vergelijkbare) digitale plannen is dat het eenvoudiger wordt om betrouwbare en actuele ruimtelijke informatie te verschaffen. Wijzigingen kunnen sneller worden aangebracht en zijn meteen zichtbaar. Concreet betekent dit dat de invoering van de nwro en de digitaliseringsverplichting die hieruit volgt de volgende eisen stelt aan gemeenten: De (digitale) plannen moeten worden vervaardigd en beschikbaar gesteld worden met het pakket DURP 2008 standaarden De wettelijke ruimtelijke procedures maken gebruik van digitale plannen De ruimtelijke plannen moeten digitaal via een webadres ter beschikking worden gesteld aan derden (middels een standaard voor toegankelijkheid) Dit webadres moet via de gemeentelijke website kenbaar worden gemaakt. Het webadres mag ook de eigen gemeentelijke website zijn. 1.2 DURP Het uitvoerings- en stimuleringsprogramma Digitaal Uitwisselbare Ruimtelijke Processen (DURP) is opgezet door het Ministerie van VROM in samenwerking met onder andere het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Het programma dient Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen te stimuleren en te ondersteunen in het digitaliseren van hun ruimtelijke plannen en deze geschikt te maken voor uitwisseling. 15

17 Voorgeschiedenis DURP Het huidige DURP-programma bouwt voort op het stimuleringsprogramma DURP In deze periode lag het accent op het stimuleren van gemeenten, provincies en waterschappen hun ruimtelijke plannen digitaal toegankelijk te maken en uit te wisselen. Dit programma werd afgesloten met een eindmeting onder alle gemeenten, uitgevoerd door Research voor Beleid. De belangrijkste conclusie van dit onderzoek was dat het programma DURP de bekendheid onder de betrokken organisaties sterk heeft weten te vergroten en dat vele van deze organisaties de ambities van het DURP-programma hebben overgenomen. Het daadwerkelijk vervaardigen en uitwisselbaar maken van digitale plannen vond echter nog op kleine schaal plaats en vaak in het kader van een proef. Vooral kleine gemeenten bleek het te ontbreken aan de nodige ervaring. Uit deze conclusie volgde het advies om het stimuleringsprogramma DURP voort te zetten, waarbij het accent niet alleen op stimuleren, maar vooral ook op implementeren komt te liggen: van woorden naar daden. Het huidige DURP programma Vanaf 1 januari 2005 is het programma DURP doorgegaan als implementatie- en stimuleringsprogramma. Doel van het huidige programma is om in tien jaar tijd alle ruimtelijke plannen in Nederland digitaal, uitwisselbaar, vergelijkbaar en beschikbaar te maken voor burgers, overheden en bedrijven. Dit zal een aanmerkelijke verbetering van de dienstverlening aan burgers en bedrijven betekenen. Bovendien stelt het de overheden in staat effectiever en efficiënter samen te werken. Ook kan hiermee de handhaving van het ruimtelijke beleid worden verbeterd. De doelstelling geldt voor alle ruimtelijke plannen zoals omschreven in de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening (Wro/Bro). Het digitaliseren, uitwisselbaar en vergelijkbaar maken van de plannen stelt specifieke eisen. Digitaliseren betekent dat de plannen dienen te bestaan uit vlakken en niet uit losse lijntjes en gebaseerd zijn op het nationale coördinatenstelsel. Ook betekent dit dat koppelingen gemaakt worden tussen geografische en administratieve gegevens. Uitwisselbaarheid tussen verschillende hard- en software betekent dat de plannen voorzien moeten zijn van IMRO-codes. Vergelijkbaarheid betekent dat de plannen voldoen aan de ontwikkelde standaarden waarin opbouw- en vormgevingsaspecten zijn vastgelegd. Het stimulerings- en implementatieprogramma DURP is opgezet om dit proces te begeleiden. Voor ondersteuning bij implementatie worden handreikingen, draaiboeken en stappenplannen ontwikkeld en aangeboden waarmee overheden aan de slag kunnen. Daarnaast worden verdiepingsbijeenkomsten, cursussen, thematische en regionale bijeenkomsten aangeboden waar ervaringen kunnen worden uitgewisseld. Verder is informatie beschikbaar op websites en via een maandelijkse nieuwsbrief. Ook worden contacten onderhouden met IT-bedrijven. DURP biedt tevens standaarden met richtlijnen aan die zijn te raadplegen op de website van de helpdesk DURP. Voor het beschikbaar stellen van de ruimtelijke plannen wordt per 1 juli 2008 de website RO-Online opengesteld. RO-Online, dat staat voor Ruimtelijke Ordening Online, is een website van de overheid waarop burgers, bedrijven en overheden ruimtelijke plannen kunnen raadplegen. Op 1 januari 2008 gaat een tijdelijke versie van RO-Online de lucht in. Deze site zal geen rechtsgeldige plannen bevatten, maar geeft gemeenten de mogelijkheid ervaring op te doen met het op internet beschikbaar stellen van hun ruimtelijke plannen. 16

18 1.3 Aanleiding voor het onderzoek Het digitaliseringsproces betekent een omvangrijke en complexe exercitie die veel van de gemeenten vraagt. Er moeten ICT-voorzieningen worden ingericht, werkprocessen moeten worden aangepast en betrokkenen op verschillende niveaus dienen vertrouwd te raken met een nieuwe werkwijze. Een adequate en gerichte begeleiding en ondersteuning zijn hierbij onontbeerlijk. Het Ministerie van VROM wil een vinger aan de pols houden door het uitvoeren van een implementatiemonitor. Enerzijds is van belang te weten wat de stand van zaken bij de gemeenten op dit moment is. Anderzijds is een beter inzicht nodig in de ondersteuningsbehoefte vanuit gemeenten, zowel in het algemeen als op individueel niveau. Dit stelt het programma DURP tijdig in staat om eventueel bij te sturen en de ondersteuning beter af te stemmen op individuele en algemeen gevoelde behoeften. Het onderzoek richt zich op drie hoofdthema s met een aantal subthema s: De plaats van DURP binnen de gemeentelijke organisatie Draagvlak Randvoorwaarden (kennis, menskracht, financiële middelen, IT-applicaties) Voorbereidende maatregelen De stand van zaken Digitaliseren Beschikbaar stellen Ondersteuning Gebruik en oordeel bestaande instrumenten Ondersteuningsbehoefte 1.4 Onderzoeksuitvoering Internetenquête Voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen is een internetenquête uitgevoerd, onder alle gemeenten in Nederland, inclusief de stadsdelen van Amsterdam. In eerste instantie zijn ook de deelgemeenten van Rotterdam apart benaderd. De deelgemeenten bleken echter geen verantwoordelijkheid te hebben als het gaat om het digitaliseren van ruimtelijke plannen en konden derhalve de vragenlijst niet goed invullen. De deelgemeenten zijn daarom uit de analyse gehaald en de centrale gemeente Rotterdam is gevraagd deel te nemen aan het onderzoek. In Amsterdam hebben de stadsdelen wel verantwoordelijkheid met betrekking tot het digitaliseringsproces. Deze zijn daarom wel in de analyses opgenomen. De dataverzameling bestond uit drie onderdelen: In eerste instantie is gebeld naar het centrale nummer van de gemeenten en is gevraagd naar het hoofd van de afdeling Ruimtelijke Ordening. Via deze weg is gevraagd wie verantwoordelijk is voor DURP (of het digitaliseren van ruimtelijke plannen) binnen de gemeente. Vervolgens zijn contactgegevens genoteerd en is een verzonden naar de betreffende persoon met daarin een hyperlink naar de vragenlijst. Na ongeveer anderhalve week zijn de contactpersonen van de gemeenten van wie nog geen vragenlijst ingevuld was telefonisch benaderd om hen te herinneren aan de deadline en hen te verzoeken alsnog de vragenlijst in te vullen. 17

19 1.5 Respons In totaal hebben 310 gemeenten en 6 stadsdelen van Amsterdam deelgenomen aan het onderzoek. Dit komt neer op een totale respons van 69% 1. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de verdeling van alle gemeenten in Nederland over de verschillende grootteklassen (inwonertal) en de behaalde respons naar gemeentegrootte. Tabel 1.1 Populatie- en responsverdeling naar inwonertal Inwonertal Verdeling populatie % Verdeling respons % < ,7 41, ,4 43, ,3 8,7 > ,6 6,8 Totaal 100% (=443 gemeenten) 100% (= 310 gemeenten) We zien dat de verdeling van de responderende gemeenten goed overeenkomt met de verdeling van het totaal aantal gemeenten in Nederland. Dit betekent dat er wat betreft inwonertal geen sprake is van over- of ondervertegenwoordiging van bepaalde categorieën. Van de respondenten is 87% werkzaam op het terrein Ruimtelijke Ordening. Een klein deel respondenten is werkzaam op Geo-informatie en Bouw- en woningtoezicht. De responsverdeling naar provincie ziet er als volgt uit. Tabel 1.2 Respons naar provincie Provincie Responspercentage per provincie Drenthe 58% Flevoland 100% Friesland 68% Gelderland 68% Groningen 56% Limburg 78% Noord-Brabant 66% Noord-Holland 74% Overijssel 60% Utrecht 69% Zeeland 77% Zuid-Holland 75% We zien dat in Flevoland alle gemeenten hebben deelgenomen. In Limburg, Zeeland en Noord- en Zuid Holland heeft ongeveer driekwart van de gemeenten deelgenomen aan het onderzoek. De provincies Drenthe en Groningen blijven qua respons iets achter. Hier heeft ruim de helft van de gemeenten deelgenomen. 1 Het populatiebestand bestond uit 457 gemeenten en stadsdelen (443 gemeenten en 14 stadsdelen van Amsterdam). 18

20 Gezien de hoge totale respons en de verdeling van de respons over de verschillende grootteklassen en provincies zijn de resultaten zoals in dit rapport gepresenteerd representatief voor de gemeenten in Nederland. 1.6 Leeswijzer Het volgende hoofdstuk gaat in op de positie van DURP (of het digitaliseringsproces) binnen de gemeentelijke organisatie. In het derde hoofdstuk komt de feitelijke stand van zaken met betrekking tot het digitaliseren en beschikbaar stellen van ruimtelijke plannen aan bod. Het oordeel over de huidige ondersteuning en de ondersteuningbehoeften van gemeenten komen in het vierde hoofdstuk aan de orde. In de bijlage is de gehanteerde vragenlijst opgenomen. 19

21 20

22 2 DURP binnen de gemeentelijke organisatie Gemeenten moeten een forse inspanning leveren om zich organisatorisch en technisch voor te bereiden op de nieuwe Wro. In dit hoofdstuk concentreren we ons op de wijze waarop DURP binnen de gemeentelijke organisatie vorm krijgt. Het gaat daarbij om de voorbereidingen die de gemeenten hebben getroffen, de mate waarin randvoorwaarden aanwezig zijn en de eventueel ondervonden knelpunten. Hierbij kijken we voor zover dit zinnige inzichten oplevert naar verschillen tussen gemeenten van verschillende grootte (inwonertal) Voorbereiding op de nwro Een gemeente kan zich op verschillende wijzen voorbereiden op de inwerktreding van de nieuwe Wro en de digitaliseringsverplichting die de nieuwe wet met zich meebrengt. Bekendheid met de digitaliseringsverplichting In eerste instantie moet men op de hoogte zijn van hetgeen de digitaliseringsverplichting inhoudt. Tabel 2.1 In welke mate is uw gemeente op de hoogte van wat de digitaliseringsverplichting van ruimtelijke besluiten inhoudt? (vraag 1) Stadsdelen < > Totaal Amsterdam (aantal = 6) (aantal= 127) (aantal= 135) (aantal= 27) (aantal= 21) (aantal= 316) Goed 67% 45% 62% 67% 90% 58% Redelijk 33% 48% 35% 33% 10% 38% Nauwelijks 0% 7% 3% 0% 0% 4% Niet 0% 0% 0% 0% 0% 0% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% We zien dat een meerderheid van alle gemeenten aangeeft goed op de hoogte te zijn. Ruim één derde van alle gemeenten geeft aan redelijk op de hoogte te zijn. De rest geeft aan nauwelijks op de hoogte te zijn. Deze 4% bestaat louter uit gemeenten met minder dan inwoners. Het zijn met name betrokken medewerkers van afdelingen als Ruimtelijke Ordening, ICT, Geo-informatie die bekend zijn met de digitaliseringsverplichting. Van alle gemeenten geeft 92% aan dat deze groep hier bekend mee is. Het betrokken management is bij 83% en het bestuur bij 70% van alle gemeenten bekend met de digitale verplichting. De doelgroepen bestuur en management zijn bij de grootste gemeenten (> inwoner) vaker op de hoogte dan bij kleinere gemeenten. 1 Overigens zijn ook 6 stadsdelen van Amsterdam in de analyses opgenomen. Voor het gemak wordt in dit hoofdstuk gesproken over gemeenten, maar hiermee worden tevens de stadsdelen bedoeld. Gezien het gering aantal stadsdelen moet echter voorzichtig worden omgesprongen met het interpreteren van de getoonde percentages. 21

23 Plannen van aanpak Eén concrete voorbereidingsactie is het opstellen van een plan van aanpak voor de actualisatie van ruimtelijke plannen én voor het implementeren van DURP binnen de gemeentelijke organisatie. Van alle gemeenten heeft zo n tweederde een plan van aanpak voor de actualisatie van ruimtelijke plannen. De verschillen tussen kleine, middelgrote en grote gemeenten zijn klein. Een plan van aanpak voor het implementeren van DURP heeft echter tweederde niet. Figuur 2.1 Is er een plan van aanpak voor het implementeren van DURP binnen de organisatie? (vraag 3) 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% Ja, er is een plan van aanpak Nee, (nog) niet weet niet/geen mening 30% 20% 10% 0% tot tot tot en meer stadsdelen Totaal Hier constateren we wel een verschil tussen gemeenten van verschillende grootte. Grotere gemeenten hebben vaker een dergelijk plan, zie figuur 2.1. Gemeenten die het digitaliseren van ruimtelijk plannen volledig uitbesteden aan stedenbouwkundige bureaus hebben minder vaak een plan van aanpak voor het implementeren van DURP. Van hen heeft ongeveer één derde een plan van aanpak. Gemeenten die het digitaliseren in eigen beheer doen, beschikken in tweederde van de gevallen over een plan van aanpak voor het implementeren van DURP. Overigens is er een overlap tussen de mate van uitbesteden en gemeentegrootte (gemeenten die uitbesteden zijn vaak kleine gemeenten), zie hiervoor ook paragraaf 3.1. Andere voorbereidingen Andere voorbereidingen die een gemeente kan treffen zijn bijvoorbeeld het instellen van een DURP-projectgroep of het installeren van IT-applicaties. In onderstaande tabel is te zien welke voorbereidingen door gemeenten naast eventuele plannen van aanpak getroffen zijn. 22

24 Tabel 2.2 Welke voorbereidingen zijn door de gemeente getroffen? (vraag 4) Meerdere antwoorden mogelijk Stadsdelen < > Totaal Amsterdam (aantal = 6) (aantal= 127) (aantal= 135) (aantal= 27) (aantal= 21) (aantal= 316) Projectgroep/projectleider 67% 44% 53% 63% 86% 53% Afspraken externe partijen 83% 57% 56% 41% 43% 54% Informatiebijeenkomsten 100% 66% 81% 63% 95% 75% Uitwisseling kennis/ervaringen 50% 39% 47% 56% 81% 47% IT-applicaties (geïnstalleerd) 67% 31% 42% 67% 81% 43% Geen voorbereidingen 0% 5% 2% 0% 0% 3% Anders 17% 8% 13% 4% 24% 11% Weet niet 0% 0% 1% 0% 0% 0% Driekwart van de gemeenten heeft zich (onder meer) voorbereid door het bezoeken van een voorlichtingsbijeenkomst. Ook is door ruim de helft van alle gemeenten een projectgroep en/of projectleider aangewezen en afspraken gemaakt met externe partijen, zoals stedenbouwkundig bureaus. Verschil tussen kleine, middelgrote en grote gemeenten zien we bij het aanwijzen van een projectgroep/projectleider, het uitwisselen van kennis en ervaringen en het installeren van IT-applicaties. Hier is sprake van een stijgende lijn naarmate de gemeente meer inwoners heeft. Ruim 80% van de grote gemeenten (> ) heeft zich op één of meerdere van deze wijzen voorbereid, terwijl van de kleine gemeenten (<50.000) de helft of minder deze voorbereidingen heeft getroffen. Het installeren van IT-applicaties is bij kleinere gemeenten minder nodig, aangezien zij het digitaliseren van ruimtelijke plannen vaak uitbesteden. Dit verklaart tevens waarom gemeenten met minder dan inwoners vaker dan grotere gemeenten afspraken hebben gemaakt met externe partijen. Onderstaande tabel illustreert dit. Tabel 2.3 Uitbesteding en verschillende typen voorbereiding. Percentage gemeenten dat betreffende voorbereiding heeft getroffen 1 (vraag 4, vraag 19) Gemeente besteedt niet uit (aantal gemeenten= 16) Gemeente besteedt deels uit (aantal =42) Gemeente besteedt volledig uit (aantal = 131) Afspraken met externe partijen 25% 43% 69% Gemeente heeft IT-applicaties geïnstalleerd 88% 71% 40% Gemeenten (grotere iets vaker dan kleinere) hebben over het algemeen veel voorbereidingen getroffen. Dit beeld wordt bevestigd door de open antwoorden. Hierin wordt regelmatig aangegeven dat men als voorbereiding bezig is met het omzetten naar IMRO-standaarden of dat men bezig is met of werkt aan één van bovenstaande voorbereidingen. De citaten hieronder illustreren dit. 1 De gemeenten die nog geen IMRO-gecodeerde plannen hebben, hebben de vraag of men digitalisering uitbesteed niet gekregen. Vandaar dat de tabel niet het totaal aantal gemeenten bevat. 23

25 Plan van aanpak en implementatievoorstel worden momenteel opgesteld in samenspraak met een extern bureau. Op korte termijn worden IT-applicaties aangeschaft, zodat wij zelf knowhow in huis hebben. 2.2 Randvoorwaarden Het treffen van de juiste voorbereidingen en het uiteindelijk kunnen voldoen aan de digitaliseringsverplichting vereist een aantal randvoorwaarden zoals voldoende kennis, financiële middelen en menskracht, alsmede voldoende tijd. Binnen de gemeentelijke organisatie moet er daarnaast sprake zijn van bestuurlijk en ambtelijk draagvlak. Kennis, financiële middelen, menskracht Bij de helft van alle gemeenten is er voldoende kennis en zijn er voldoende financiële middelen aanwezig om ruimtelijke plannen digitaal en uitwisselbaar te maken. Aan menskracht heeft slechts één derde voldoende. In onderstaande figuur is weergegeven in welke mate gemeenten over voldoende kennis, financiële middelen en menskracht beschikken. Opvallend is dat een behoorlijk deel niet weet of er voldoende kennis, menskracht of financiële middelen aanwezig zijn. Mogelijk hebben deze gemeenten weinig inzicht in hetgeen nodig is voor het digitaliseringsproces. Figuur 2.2 Beschikt de gemeente op dit moment over voldoende kennis, menskracht en financiële middelen?(vraag 5) 100% 90% 80% 14% 16% 27% 70% 60% 50% 40% 38% 52% 22% weet niet nee ja 30% 20% 10% 49% 32% 51% 0% Kennis Menskracht Financiële middelen De hierboven besproken randvoorwaarden zijn vaker bij grotere gemeenten aanwezig dan bij de kleinere, zie tabel

26 Tabel 2.4 Is er binnen de gemeente op dit moment voldoende kennis, financiële middelen en menskracht aanwezig voor het digitaal en uitwisselbaar maken van ruimtelijke plannen? (vraag 5) Percentage dat ja antwoordt. Stadsdelen < > Totaal Amsterdam (aantal = 6) (aantal= 127) (aantal= 135) (aantal= 27) (aantal= 21) (aantal= 316) Kennis 67% 35% 50% 70% 90% 49% Menskracht 50% 28% 30% 44% 38% 32% Financiële middelen 67% 43% 54% 63% 62% 51% Opvallend is dat kleine en grote gemeenten met name verschillen als het gaat om het hebben van voldoende kennis. Een verklaring hiervoor is dat het met name de kleinere gemeenten zijn die het feitelijk digitaliseren van ruimtelijke plannen volledig uitbesteden (zie ook paragraaf 3.1). Zij hoeven zelf over minder kennis te beschikken. Onderstaande tabel toont dat gemeenten die uitbesteden inderdaad minder vaak over voldoende kennis beschikken. Tabel 2.5 Uitbesteding en kennis. Percentage gemeenten dat aangeeft over voldoende kennis te beschikken 1 (vraag 5, vraag 19) Gemeente besteedt niet uit (aantal gemeenten= 16) Gemeente besteedt deels uit (aantal =42) Gemeente besteedt volledig uit (aantal = 131) Voldoende kennis 88% 76% 44% Menskracht is een randvoorwaarde waar grotere gemeenten niet opvallend vaker over beschikken dan kleinere gemeenten. Blijkbaar speelt het gebrek hieraan in meer of mindere mate bij alle gemeenten. Tweederde van de gemeenten met meer dan inwoners heeft voldoende financiële middelen voor het digitaliseren en uitwisselbaar maken van ruimtelijke plannen. Van de gemeenten met tot inwoners is dit ruim de helft. Van de kleinste gemeenten beschikt 43% over voldoende financiële middelen voor digitalisering. We zien verder dat de stadsdelen over relatief veel menskracht en financiële middelen beschikken. Opvallend is verder dat gemeenten met minder dan inwoners vaker niet weten of de betreffende randvoorwaarde aanwezig is. 1 De gemeenten die nog geen IMRO-gecodeerde plannen hebben, hebben de vraag of men digitalisering uitbesteed niet gekregen. Vandaar dat de tabel niet het totaal aantal gemeenten bevat. 25

27 IT-applicaties Het hebben van de juiste IT-applicaties is een randvoorwaarde die met name voor gemeenten van toepassing is die plannen in eigen beheer digitaal maken (en niet uitbesteden aan een stedenbouwkundig bureau). Tabel 2.6 Uitbesteding en mate waarin gemeenten over de juiste IT-applicaties beschikken (vraag 6, vraag 19) Juiste IT-applicaties Gemeente besteedt niet uit (aantal gemeenten= 16) Gemeente besteedt deels uit (aantal =42) Gemeente besteedt volledig uit (aantal = 131) Volledig 50% 48% 16% Deels 50% 40% 49% Nee 0% 10% 27% Weet niet 0% 2% 8% Totaal 100% 100% 100% We zien dat van de gemeenten die uitbesteden 65% (volledig of deels) over de juiste ITapplicaties beschikt. Bij de gemeenten die slechts een deel uitbesteden of alles in eigen beheer doen is dit percentage beduidend hoger (respectievelijk 88% en 100%). Tijd De voorbereiding van de gemeente op de digitaliseringsverplichting kost tijd. Eén derde van de gemeenten geeft aan niet voldoende tijd te hebben om op 1 juli 2008 aan de verplichting te voldoen. Tabel 2.7 Heeft uw gemeente nog genoeg tijd voor de voorbereidingen op inwerktreding van de nieuwe Wro per 1 juli 2008? (vraag 10) Stadsdelen < > Totaal Amsterdam (aantal = 6) (aantal= 127) (aantal= 135) (aantal= 27) (aantal= 21) (aantal= 316) Zeker 33% 9% 8% 7% 29% 10% Waarschijnlijk wel 50% 53% 59% 67% 62% 57% Waarschijnlijk niet 17% 32% 30% 22% 10% 29% Zeker niet 0% 6% 3% 4% 0% 4% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% Het is aannemelijk dat de gemeenten die aangeven waarschijnlijk genoeg tijd te hebben niet in alle gevallen deze deadline ook werkelijk kunnen halen. Een gemeente die nog weinig zicht heeft op de voorbereidingen die men moet treffen kan ook moeilijk een inschatting geven van de tijd die men hiervoor nodig heeft. Aangezien er geen optie was om weet niet te kiezen is in een dergelijk geval naar verwachting relatief vaak voor de categorie waarschijnlijk gekozen. We zagen al dat grote gemeenten vaker beschikken over voldoende kennis en financiën dan kleinere gemeenten. Ook blijkt dat met name de grootste categorie gemeenten (met meer dan inwoners) voldoende voorbereidingstijd heeft. Van deze groep geeft bijna één 26

28 derde (29%) aan zeker voldoende voorbereidingstijd te hebben. Van de kleinere gemeenten (de categorieën met minder dan inwoners) is dit tussen de 7% en de 9%. Onderstaand kader illustreert enkele toelichtingen die zijn gegeven op de vraag of men genoeg tijd heeft. We werken naar deze datum toe, maar of het ook daadwerkelijk wordt gehaald is altijd afwachten. De voorbereidingen en implementatie verkeren in een dusdanige fase dat wij er op dit moment vertrouwen in hebben tijdig over digitale plannen te beschikken. Niet alle ruimtelijke plannen moeten ineens beschikbaar zijn. Dat geeft ruimte. Ik zie het niet gebeuren dat wij voor 1 juli a.s. hier klaar voor zijn. Daarvoor ontbreekt het aan de juiste personen. Draagvlak Nagenoeg alle gemeenten geven aan dat zowel het bestuur als het ambtelijk apparaat het (laten) vervaardigen van digitale en/of uitwisselbare ruimtelijke plannen steunt. Gemeenten konden met ja of nee (en categorie weet niet/geen mening ) aangeven of er sprake is van dergelijk steun binnen de organisatie. Figuur 2.3 Percentage gemeenten dat aangeeft dat het bestuur en/of het ambtelijk apparaat het (laten) vervaardigen van digitale en/of uitwisselbare plannen steunt (vraag 7, vraag 8) 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Ambtelijk draagvlak Bestuurlijk draagvlak Stadsdelen < > Totaal Over het ambtelijk draagvlak lijkt bij geen van de groottecategorieën twijfel te bestaan. Bij het bestuurlijk draagvlak zien we iets meer variatie in antwoorden. De gemeenten met inwoners zijn het meest overtuigd van de bestuurlijke steun. De andere categorieën antwoorden iets voorzichtiger. Overigens geeft bijna geen enkele gemeente aan dat er geen steun is. Degenen die niet antwoorden dat er steun is, geven aan dat zij het niet weten/geen mening hebben. 27

29 Uit de open antwoorden blijkt dat bij een enkele gemeente het (ambtelijk en bestuurlijk) draagvlak echter niet vanzelfsprekend is. Beleidsambtenaren zijn al overstag. Uitvoerende ambtenaren/plantoetsers zijn huiverig. Een belangrijke reden dat de gemeente nog niet verder is in het DURP proces is het feit dat het simpelweg geen prioriteit heeft. Omdat er belangrijkere zaken spelen, maar ook omdat er nog steeds wijzigingen in standaarden plaatsvinden. Een en ander is afhankelijk van de prioriteiten en draagvlak t.a.v. de werkzaamheden Het draagvlak is groeiende. 2.3 Knelpunten De getroffen voorbereidingen en bestuurlijk en ambtelijk draagvlak dat bij bijna alle gemeenten aanwezig is, schetst een positief beeld van de positie van DURP binnen de gemeentelijke organisatie. Het betekent echter zeker niet dat er geen knelpunten worden ervaren door gemeenten. Slechts 3% van alle gemeenten ervaart (nog) geen knelpunten. Dat betekent dat zo goed als alle gemeenten één of meer knelpunten ervaren. Onderstaande tabel toont de top 5 van meest genoemde knelpunten. Het percentage verwijst naar de gemeenten die aangeven het betreffende knelpunt te ervaren. Tabel 2.8 Top 5 Knelpunten bij het digitaliseren en/of uitwisselbaar maken van ruimtelijke plannen (vraag 9) Meerdere antwoorden mogelijk Knelpunt % gemeenten Organisatorische aanpak 60% Technische aanpak 59% Gebrek aan menskracht 53% Gebrek aan tijd 53% Beheer van ruimtelijke plannen 51% Bovenstaande knelpunten worden door ruim de helft van alle gemeenten aangewezen als zijnde aspecten waar de gemeente op dit moment mee kampt. Zo n 60% van de gemeenten ervaart de organisatorische en technische aanpak als een knelpunt. In de vragenlijst zijn procedures, inbedding in de organisatie, interne afstemming en verdeling van taken als voorbeelden genoemd voor de organisatorische aanpak. Implementatie van hardware/software en uitwisseling zijn voorbeelden die genoemd zijn ter verduidelijking van technische aanpak. In de vorige paragraaf kwam al naar voren dat gebrek aan menskracht bij ruim de helft van de gemeenten speelt. Dit wordt bevestigd doordat het tevens een veel genoemd knelpunt is. Hoewel tweederde van de gemeenten inschat waarschijnlijk tot zeker voldoende tijd te hebben voor de voorbereiding op de nwro (zie vorige paragraaf), zien we in bovenstaande opsomming dat gebrek aan tijd wel bij ruim de helft van de gemeenten een knelpunt is. Dit geeft aan dat het nog inspanning vergt om voldoende voorbereid te zijn op de komst van de nieuwe wet. 28

Periodieke monitor Digitale verplichtingen Wro bij gemeenten

Periodieke monitor Digitale verplichtingen Wro bij gemeenten Periodieke monitor Digitale verplichtingen Wro bij gemeenten Resultaten eerste meting Een onderzoek in opdracht van het ministerie van VROM J. Wils Projectnummer: B3490 Zoetermeer, 27 oktober 2008 De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen? Samenvatting Aanleiding en onderzoeksvragen ICT en elektriciteit spelen een steeds grotere rol bij het dagelijks functioneren van de maatschappij. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: Ministerie

Nadere informatie

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3 Rapportage Burgerpanel meting 3: Juni 2013 In opdracht van: Contactpersoon: Gemeente Horst aan de Maas Dhr. F. Geurts Utrecht, juli 2013 DUO Market Research drs. Aart van Grootheest drs. Marjan den Ouden

Nadere informatie

Stand van zaken gemeentelijke woonvisies

Stand van zaken gemeentelijke woonvisies Stand van zaken gemeentelijke woonvisies Colofon Teksten Jeroen de Leede (VNG) Dataverwerking Marieke de Haan (VNG Informatiecentrum) Opmaak Chris Koning (VNG) Januari 2016 2 Vereniging van Nederlandse

Nadere informatie

ICT IN HET BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS SCHOOLJAAR 2007/2008 TECHNISCH RAPPORT

ICT IN HET BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS SCHOOLJAAR 2007/2008 TECHNISCH RAPPORT ICT IN HET BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS SCHOOLJAAR 2007/2008 TECHNISCH RAPPORT Utrecht, maart 2008 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding en probleemstelling 5 2 Resultaten basisonderwijs 7 2.1 Representativiteit

Nadere informatie

Stand van zaken en vooruitblik DURP nationaal

Stand van zaken en vooruitblik DURP nationaal DURP Stand van zaken en vooruitblik DURP nationaal Gerrie Fenten Programmamanager DURP Ministerie van VROM/DG Ruimte 1 Onderwerpen DURP standaarden 2006: waarom? RO Online Nieuwe wet ruimtelijke ordening

Nadere informatie

Invoering Omgevingswet

Invoering Omgevingswet Invoering Omgevingswet Projectplan Versie 1.2 Datum: 19-09-2016 Opsteller: Linda Roeterink Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Projectomschrijving... 2 2.1. Aanleiding... 2 2.2. Totstandkoming projectplan... 2

Nadere informatie

Onderzoek Passend Onderwijs

Onderzoek Passend Onderwijs Rapportage Onderzoek passend onderwijs In samenwerking met: Algemeen Dagblad Contactpersoon: Ellen van Gaalen Utrecht, augustus 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Liesbeth van der Woud drs. Tanya Beliaeva

Nadere informatie

Als eerste is gevraagd in hoeverre de Cito Eindtoets Basisonderwijs een reëel beeld oplevert van

Als eerste is gevraagd in hoeverre de Cito Eindtoets Basisonderwijs een reëel beeld oplevert van Onderzoek Cito Eindtoets Basisonderwijs Methode en deelname Van 16 tot en met 24 januari 2013 heeft een online survey over de Cito Eindtoets Basisonderwijs opengestaan voor het Basisonderwijs. De vragen

Nadere informatie

Mandatering waarmerken digitale Wro-instrumenten

Mandatering waarmerken digitale Wro-instrumenten College Mandatering waarmerken digitale Wro-instrumenten Samenvatting: Inleiding: Ingevolge de Wet ruimtelijke ordening is het vanaf 1 januari 2010 wettelijk verplicht dat alle Wro-instrumenten digitaal

Nadere informatie

ICT in het basis- en voortgezet onderwijs. Schooljaar

ICT in het basis- en voortgezet onderwijs. Schooljaar ICT in het basis- en voortgezet onderwijs Schooljaar 2007-2008 Technisch Rapport Versie 0.1 Maart 2008 Inspectie van het Onderwijs Afdeling Kennis Wietske Idema TR ICT Maart 2008.doc Pagina 1 van 21 Gemaakt

Nadere informatie

Inhoud. 1. Inleiding Doorstroming Wegwerkzaamheden Informatie Aangeven maximumsnelheid Goede en slechte voorbeelden 16

Inhoud. 1. Inleiding Doorstroming Wegwerkzaamheden Informatie Aangeven maximumsnelheid Goede en slechte voorbeelden 16 Gemeenschappelijk onderzoek provincies en Rijkswaterstaat: aanvullende analyses Augustus 2013 Inhoud 1. Inleiding 4 2. Doorstroming 5 3. Wegwerkzaamheden 7 4. Informatie 11 5. Aangeven maximumsnelheid

Nadere informatie

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer)

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer) Vergadering: 11 december 2012 Agendanummer: 12 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der

Nadere informatie

Online enquête Kennisplein Omgevingsvergunning

Online enquête Kennisplein Omgevingsvergunning Ministerie van VROM Kennisplein Omgevingsvergunning Online enquête Kennisplein Omgevingsvergunning Rijnstraat 8 Postbus 30945 2500 GX Den Haag Interne postcode IPC 660 http://omgevingsvergunning.vrom.nl

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1 Voorwoord 3. 2 Achtergrond onderzoek 4. 3 Onderzoeksopzet 5. 4 Resultaten 7. 5 Bijlagen 16. Verdeling respons 16

Inhoudsopgave. 1 Voorwoord 3. 2 Achtergrond onderzoek 4. 3 Onderzoeksopzet 5. 4 Resultaten 7. 5 Bijlagen 16. Verdeling respons 16 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 3 2 Achtergrond onderzoek 4 3 Onderzoeksopzet 5 4 Resultaten 7 5 Bijlagen 16 Verdeling respons 16 Nauwkeurigheid resultaten 18 2 1 Voorwoord De afdelingen Burgerzaken van gemeenten

Nadere informatie

StemWijzer in de provincie

StemWijzer in de provincie StemWijzer in de provincie Verslag van een enquête onder gebruikers van de provinciale StemWijzers bij de Provinciale Statenverkiezingen van 7 maart 2007. April 2007 Dr. M. Boogers TILBURGSE SCHOOL VOOR

Nadere informatie

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Veel gemeenten zijn inmiddels actief op sociale media kanalen, zoals ook blijkt uit het onderzoek dat is beschreven in hoofdstuk 1. Maar

Nadere informatie

Steeds minder startersleningen beschikbaar

Steeds minder startersleningen beschikbaar RAPPORT Starterslening in Nederland Steeds minder startersleningen beschikbaar Uitgevoerd in opdracht van www.starteasy.nl INHOUD Starterslening in Nederland Steeds minder startersleningen beschikbaar

Nadere informatie

Tenzij anders staat aangegeven, bevat het rapport gemiddelde scores (schoolcijfer).

Tenzij anders staat aangegeven, bevat het rapport gemiddelde scores (schoolcijfer). Instelling: (45) Stadsarchief Amsterdam Toelichting op het rapport Dit rapport bestaat uit 3 onderdelen. Deel 1 Resultaten Dit deel bevat de actuele resultaten van uw instelling. Indien eerder aan de Kwaliteitsmonitor

Nadere informatie

Klanttevredenheid Informatiepunt Duurzaam Veilig Verkeer

Klanttevredenheid Informatiepunt Duurzaam Veilig Verkeer Klanttevredenheid Informatiepunt Duurzaam Veilig Verkeer Kianttevredenheid Informatiepunt Duurzaam Veilig Verkeer november 2001 Colofon Samenstelling drs. N.W. Gerritsen drs. T.T.J. Gelissen Vormgeving

Nadere informatie

De aanvullende tandzorgverzekering Samenvatting Bijna iedereen heeft een aanvullende verzekering Aanvullend verzekerd voor: 2006 2007

De aanvullende tandzorgverzekering Samenvatting Bijna iedereen heeft een aanvullende verzekering Aanvullend verzekerd voor: 2006 2007 Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Judith de Jong, Marloes Loermans, Marjan van der Maat, De aanvullende tandzorgverzekering, NIVEL, 2008) worden gebruikt.u

Nadere informatie

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012 SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012 Utrecht, januari 2013 INHOUD Samenvatting 4 Inleiding 6 1 Trends en wetenswaardigheden 8 1.1 Inleiding 8 1.2 Trends 8 1.3 Wetenswaardigheden 11 2 Wet-

Nadere informatie

Voortgangsonderzoek invoering Omgevingswet (4e kwartaal 2017)

Voortgangsonderzoek invoering Omgevingswet (4e kwartaal 2017) Voortgangsonderzoek invoering Omgevingswet (4e kwartaal 2017) 1 Voortgangsonderzoek invoering Omgevingswet (Derde ronde, 4 e kwartaal 2017) In opdracht van: Uitgevoerd door: Statisfact Computerweg 8 3542

Nadere informatie

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL Veldwerk Optimaal B.V. 's-hertogenbosch, september 2013 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. ONDERZOEKSVERANTWOORDING 2

Nadere informatie

Het Digipanel over het nieuwe Keuzemenu voor 14 076 Rapportage

Het Digipanel over het nieuwe Keuzemenu voor 14 076 Rapportage Het Digipanel over het nieuwe Keuzemenu voor 14 076 Rapportage Samenvatting De gemeente Breda werkt met één centraal nummer waarnaar gebeld kan worden voor het maken van afspraken, vragen, meldingen en

Nadere informatie

Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs

Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs Van 24 t/m 28 maart vond de Week van Passend Onderwijs plaats. De Week is een initiatief van het ministerie van OCW en 22 onderwijsorganisaties,

Nadere informatie

Factsheet Competenties Ambtenaren

Factsheet Competenties Ambtenaren i-thorbecke Factsheet Competenties Ambtenaren Competenties van gemeenteambtenaren - nu en in de toekomst kennis en bedrijf Gemeenten werken steeds meer integraal en probleemgestuurd aan maatschappelijke

Nadere informatie

Evaluatie EvenementAssistent

Evaluatie EvenementAssistent Evaluatie EvenementAssistent Praktijktest oktober 2011 tot en met december 2011 1 pilot EvenementAssistent De EvenementAssistent is tijdens een pilot getest door zowel organisatoren als vergunningverleners

Nadere informatie

Bedrijfsarchitectuur sterker door opleiding

Bedrijfsarchitectuur sterker door opleiding Onderzoek naar het effect van de Novius Architectuur Academy Bedrijfsarchitectuur sterker door opleiding Door met meerdere collega s deel te nemen aan een opleiding voor bedrijfsarchitecten, werden mooie

Nadere informatie

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003 Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003 Inleiding In het arboconvenant Sociale Werkvoorziening is bepaald dat jaarlijks een vergelijkend onderzoek naar de hoogte van het ziekteverzuim

Nadere informatie

Samen geven we richting aan de koers van de NKC

Samen geven we richting aan de koers van de NKC Samen geven we richting aan de koers van de NKC ₀ ₀ ₀ In de aanloop naar de klimaattop in Parijs is eind 2014 de Nederlandse Klimaatcoalitie van start gegaan om CO2 reductie bij bedrijven en andere organisaties

Nadere informatie

Ontwikkeling leerlingaantallen

Ontwikkeling leerlingaantallen Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Tevredenheidsonderzoek Heliomare Tevredenheidsonderzoek Heliomare Naar Werk Meetjaar 2017/2018 Zoetermeer, 4-5-2018 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

maart H.A. Doelman-van Geest, P. Maas, J.P. de Wit Tympaan Instituut

maart H.A. Doelman-van Geest, P. Maas, J.P. de Wit Tympaan Instituut maart 2014 - H.A. Doelman-van Geest, P. Maas, J.P. de Wit Tympaan Instituut Inhoud blz 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1 1.2 Vraagstelling 1 1.3 Aanpak 2 1.4 Leeswijzer 2 2 Resultaten van de enquête 2.1 Respons

Nadere informatie

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds Nieuwe verdeelmodel provinciefonds vertaling ijkpunten naar inclusief actualisering Eindrapport Cebeon, 24 mei 2011 I Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Bestuur... 4 3 Verkeer en vervoer... 6 4 Water en

Nadere informatie

Onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs

Onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs Onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs Technisch Rapport Versie 1.0-17 maart 2006 Interne notitie Inspectie van het onderwijs Afdeling Kennis Joke Kordes 1. Inleiding

Nadere informatie

Resultaten BTO. Belanghebbenden Tevredenheids Onderzoek. BRZO inspectiejaar Dit rapport is opgesteld door de werkgroep Monitoring

Resultaten BTO. Belanghebbenden Tevredenheids Onderzoek. BRZO inspectiejaar Dit rapport is opgesteld door de werkgroep Monitoring Resultaten BTO Belanghebbenden Tevredenheids Onderzoek BRZO inspectiejaar 11 Colofon Dit rapport is opgesteld door de werkgroep Monitoring Datum 4 juli 12 Status Eindversie Samenvatting De aanpak van LAT

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN Klanttevredenheidsonderzoek Schoonmaakdienst gemeente Haren Colofon Opdrachtgever Gemeente Haren Datum December 2016 Auteurs Tessa Schoot Uiterkamp

Nadere informatie

Resultaten enquête gemeenten en openbare oplaadpunten

Resultaten enquête gemeenten en openbare oplaadpunten Resultaten enquête gemeenten en openbare oplaadpunten Uitgevoerd door: 1 Colofon Uitgave Programma Elektrisch rijden Natuur&Milieu Postbus 1578 3500 BN Utrecht Hamburgerstraat 28a 3512 NS Utrecht Uitgevoerd

Nadere informatie

Rapportage onderzoek lidmaatschap een onderzoek onder klanten naar verschillende aspecten van het lidmaatschap van de bibliotheek en van BiebPanel

Rapportage onderzoek lidmaatschap een onderzoek onder klanten naar verschillende aspecten van het lidmaatschap van de bibliotheek en van BiebPanel Rapportage onderzoek lidmaatschap een onderzoek onder klanten naar verschillende aspecten van het lidmaatschap van de bibliotheek en van BiebPanel Algemeen rapport Inhoud Samenvatting onderzoeksresultaten

Nadere informatie

Mensen en Natuur PLANNEN MET NATUUR! Inleiding

Mensen en Natuur PLANNEN MET NATUUR! Inleiding alterra lei landbouw, natuur en voedselkwaliteit PLANNEN MET NATUUR! Groene wet- en regelgeving en decentrale overheden Inleiding De veranderende natuurwetgeving heeft grote gevolgen voor gemeenten en

Nadere informatie

Rapportage BMKO Panelonderzoek Internetgebruik op de BSO. april 2009. Drs. M. Jongsma R. H. Rijnks BSc. Paterswolde, april 2009

Rapportage BMKO Panelonderzoek Internetgebruik op de BSO. april 2009. Drs. M. Jongsma R. H. Rijnks BSc. Paterswolde, april 2009 Rapportage BMKO Panelonderzoek Internetgebruik op de BSO april 2009 Drs. M. Jongsma R. H. Rijnks BSc Paterswolde, april 2009 Postbus 312 9700 AH Groningen Pr. Irenelaan 1a 9765 AL Paterswolde telefoon:

Nadere informatie

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. De Jeugdmonitor Zeeland De Jeugdmonitor Zeeland is een plek waar allerlei informatie bij

Nadere informatie

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012 Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 0/0 Stichting Personeelspensioenfonds Cordares (PPF) Astrid Currie, communicatieadviseur Maart 0 versie.0 Pagina versie.0 Inleiding Op initiatief

Nadere informatie

Digitale Plannen en de nieuwe WRO

Digitale Plannen en de nieuwe WRO Digitale Plannen en de nieuwe WRO Afstemming tussen Geo-Informatiemodellen Paul Janssen, Geonovum Presentatie Wie is Geonovum? Wat is een geo-informatiemodel? Rol van een geo-informatiemodel Stelsel van

Nadere informatie

Rapport Onderzoek Toegang Wmo 2015

Rapport Onderzoek Toegang Wmo 2015 Z Rapport Onderzoek Toegang Wmo 2015 Maart 2015 In opdracht van het Transitiebureau Wmo Team Kennisnetwerk Wmo Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Over het onderzoek 3 3. De resultaten 4 3.1 Omvang deelnemende

Nadere informatie

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018 Basisscholen in krimpgebieden in 2017/2018 In welke provincies sluiten de meeste basisscholen? Aan het begin van 2017/2018 zijn in Groningen, Zeeland, Limburg en Flevoland rond 2% van de basisscholen gesloten

Nadere informatie

Onderzoek klanttevredenheid Proces klachtbehandeling 2011... Antidiscriminatievoorziening Limburg

Onderzoek klanttevredenheid Proces klachtbehandeling 2011... Antidiscriminatievoorziening Limburg Proces klachtbehandeling 2011................................................................... Antidiscriminatievoorziening Limburg Mei 2012...................................................................

Nadere informatie

Online enquête Kennisplein Omgevingsvergunning

Online enquête Kennisplein Omgevingsvergunning Ministerie van VROM Kennisplein Omgevingsvergunning Online enquête Kennisplein Omgevingsvergunning Rijnstraat 8 Postbus 30945 2500 GX Den Haag Interne postcode IPC 660 http://omgevingsvergunning.vrom.nl

Nadere informatie

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee). Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk

Nadere informatie

StudentenBureau Stagemonitor

StudentenBureau Stagemonitor StudentenBureau Stagemonitor Rapportage Mei 2011 1 SAMENVATTING... 3 ERVARINGEN... 3 INLEIDING... 4 ONDERZOEKSMETHODE... 5 RESPONDENTEN... 5 PROCEDURE... 5 METING... 5 DEEL I ANALYSE... 6 1. STAGE EN ZOEKGEDRAG...

Nadere informatie

Quickscan leerlingendaling PO en VO Schoolbesturen, gemeenten, provincies

Quickscan leerlingendaling PO en VO Schoolbesturen, gemeenten, provincies Quickscan leerlingendaling PO en VO Schoolbesturen, gemeenten, provincies Frank Scholten Janneke Huizenga Quickscan leerlingendaling PO en VO 2016 3 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Schoolbesturen PO...

Nadere informatie

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 Definitieve rapportage 4 augustus 2016 DATUM 4 augustus 2016 TITEL Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 ONDERTITEL

Nadere informatie

Onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs in het schooljaar

Onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs in het schooljaar Onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs in het schooljaar 2006-2007 Technisch Rapport Versie 0.1-7 maart 2007 Interne notitie Inspectie van het onderwijs Afdeling Kennis

Nadere informatie

Provincies, natuurlijk doen! Aanvulling BBL-oud-grond

Provincies, natuurlijk doen! Aanvulling BBL-oud-grond Provincies, natuurlijk doen! Aanvulling BBL-oud-grond Aanvullend advies aan het Interprovinciaal Overleg over de verdelingsvraagstukken samenhangend met de BBL-oud-grond Juni 2013 Inhoud 1 Inleiding 2

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Financiering in het MKB

Financiering in het MKB M201004 Financiering in het MKB Onderzoek naar de financieringsbehoefte per provincie Johan Snoei Abdelfatah Ichou Zoetermeer, maart 2010 Financiering in het MKB Financieringsbehoefte in het MKB verschilt

Nadere informatie

De intermediair voor verantwoord lenen. Leef met je hart, leen met verstand.

De intermediair voor verantwoord lenen. Leef met je hart, leen met verstand. De intermediair voor verantwoord lenen. Leef met je hart, leen met verstand. Nationaal Leenonderzoek Analyse van tienduizenden lening aanvragen in 2015 Onlangs is door Geldshop een grootschalig onderzoek

Nadere informatie

Ontwikkelingen in Ict-samenwerking in het primair onderwijs

Ontwikkelingen in Ict-samenwerking in het primair onderwijs Ontwikkelingen in Ict-samenwerking in het primair onderwijs Ontwikkelingen in ICT-samenwerking in het primair onderwijs Opdrachtgever: Ict op School Utrecht, januari 2006 Oberon Postbus 1423 3500 BK Utrecht

Nadere informatie

Inventarisatie shisha lounges 2015

Inventarisatie shisha lounges 2015 Inventarisatie shisha lounges 215 A. Kruize M. Sijtstra B. Bieleman 1. Inleiding Binnen de horeca geldt een rookverbod voor het roken van tabaksproducten. Het rookverbod bestaat voor producten die, al

Nadere informatie

Wmo prestatieveld 4? Goed voor Elkaar!

Wmo prestatieveld 4? Goed voor Elkaar! Wmo prestatieveld 4? Goed voor Elkaar! Waarom Goed voor Elkaar? In de Wmo (Wet Maatschappelijke Ontwikkeling) is in prestatieveld 4 vastgelegd dat u als gemeente verantwoordelijk bent voor de ondersteuning

Nadere informatie

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Oktober 2013 Samenvatting Provinciebreed wordt er in 2012 met 91% van de medewerkers een planningsgesprek gevoerd, met 81% een voortgangsgesprek en met

Nadere informatie

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg Invoering van de meldcode in de jeugdzorg Inspectie Jeugdzorg Utrecht, april 2013 Samenvatting Eind december 2012 heeft de Inspectie Jeugdzorg via een digitale vragenlijst een inventariserend onderzoek

Nadere informatie

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland Utrecht, januari 2010 Buitenhek Management & Consult Winthontlaan 200 Postbus 85183 3508 AD Utrecht T +030 287 59 59 F +030 287 59 60 info@buitenhek.nl

Nadere informatie

De HuisartsenOmnibus van oktober 2013

De HuisartsenOmnibus van oktober 2013 De HuisartsenOmnibus van oktober 2013 een online omnibusonderzoek bij 200 huisartsen De Hart&Vaatgroep Cardiovasculair risicomanagement Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding en verantwoording 3 1.1 Het bureau

Nadere informatie

Verkiezing en methode

Verkiezing en methode Verkiezingsuitslag Verkiezing en methode Het Leukste uitje van het Jaar wordt bepaald op basis van een onderzoek onder ANWB leden. Dit onderzoek bestaat uit twee rondes, namelijk een nominatieronde en

Nadere informatie

Hoe denkt de zorgsector over een BTW-compensatiefonds?

Hoe denkt de zorgsector over een BTW-compensatiefonds? Hoe denkt de zorgsector over een BTW-compensatiefonds? Eindrapport Een onderzoek in opdracht van het ministerie van VWS en het ministerie van Financiën Marieke Hollander Marjon Diepenhorst Projectnummer:

Nadere informatie

Werkend leren in de jeugdhulpverlening

Werkend leren in de jeugdhulpverlening Werkend leren in de jeugdhulpverlening en welzijnssector Nulmeting Samenvatting Een onderzoek in opdracht van Sectorfonds Welzijn Bernadette Holmes-Wijnker Jaap Bouwmeester B2796 Leiden, 1 oktober 2003

Nadere informatie

Begrote gemeentelijke uitgaven aan openbare bibliotheken

Begrote gemeentelijke uitgaven aan openbare bibliotheken Begrote gemeentelijke uitgaven aan openbare bibliotheken 2004-2005 Maart 2005 Colofon Samenstelling drs. K.A.P.W. (Karianne) Smeets Vormgeving binnenwerk V. Loppies Druk Sector Document Processing, VNG

Nadere informatie

SERVICECODE AMSTERDAM

SERVICECODE AMSTERDAM SERVICECODE AMSTERDAM Inleiding Stadsdeel Zuidoost heeft de ambitie om tot de top drie van stadsdelen met de beste publieke dienstverlening van Amsterdam te horen. Aan deze ambitie wil het stadsdeel vorm

Nadere informatie

Adviesgroep Informatievoorziening. Omgevingswet. Erna Roosendaal

Adviesgroep Informatievoorziening. Omgevingswet. Erna Roosendaal Adviesgroep Informatievoorziening Omgevingswet Erna Roosendaal Inhoud De Omgevingswet Impact gemeenten Governance model Omgevingsplan versus bestemmingsplan Invoeringsondersteuning Eerste resultaten impactanalyse

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage. Verklaring Omtrent Gedrag voor vrijwilligers. Onderzoek Verklaring Omtrent Gedrag

Onderzoeksrapportage. Verklaring Omtrent Gedrag voor vrijwilligers. Onderzoek Verklaring Omtrent Gedrag Onderzoeksrapportage Verklaring Omtrent Gedrag voor vrijwilligers Project: Onderzoek Verklaring Omtrent Gedrag Datum: Januari 2017 Resultaten onderzoek naar Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) 182 vrijwilligersorganisaties

Nadere informatie

Sessie 1 Workshop Bestuurlijke aspecten Workshopleidster: Mariska Vink-van Oostveen van de gemeente Amersfoort

Sessie 1 Workshop Bestuurlijke aspecten Workshopleidster: Mariska Vink-van Oostveen van de gemeente Amersfoort Bijeenkomst nieuwe Wet ruimtelijke ordening VNG afdeling Utrecht 12 december 2007 Sessie 1 Workshop Bestuurlijke aspecten Workshopleidster: Mariska Vink-van Oostveen van de gemeente Amersfoort - Voorstelronde

Nadere informatie

Tevredenheid over MEE. Brancherapport 2011. Een onderzoek in opdracht van MEE Nederland. Marieke Hollander Betty Noordhuizen BA3913

Tevredenheid over MEE. Brancherapport 2011. Een onderzoek in opdracht van MEE Nederland. Marieke Hollander Betty Noordhuizen BA3913 Tevredenheid over MEE Brancherapport 2011 Een onderzoek in opdracht van MEE Nederland Marieke Hollander Betty Noordhuizen BA3913 Zoetermeer, 21 december 2011 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie

Professionalisering van de vastgoedinformatievoorziening. Startnotitie. Versie: 19 juni 2006. Albert van Tuil Reinout Schaatsbergen

Professionalisering van de vastgoedinformatievoorziening. Startnotitie. Versie: 19 juni 2006. Albert van Tuil Reinout Schaatsbergen Professionalisering van de vastgoedinformatievoorziening Startnotitie Versie: 19 juni 2006 Albert van Tuil Reinout Schaatsbergen Inleiding Zoals in een memo van 7 maart 2006 aan het MT van de gemeente

Nadere informatie

Resultaten Kwaliteitsmonitor Dienstverlening Archieven Instelling: (17) Regionaal Archief Leiden

Resultaten Kwaliteitsmonitor Dienstverlening Archieven Instelling: (17) Regionaal Archief Leiden Instelling: (17) Regionaal Archief Leiden Toelichting op het rapport Dit rapport bevat een samenvatting van de belangrijkste resultaten van de 2007-meting van de Kwaliteitsmonitor Dienstverlening Archieven.

Nadere informatie

vervolgstappen Vooruitlopend op dit besluit zijn reeds stappen gezet om tot uitvoering van deze wettelijke taken te komen.

vervolgstappen Vooruitlopend op dit besluit zijn reeds stappen gezet om tot uitvoering van deze wettelijke taken te komen. Collegevoorstel Inleiding: Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening (nwro) van kracht geworden. Vanaf 1 januari 2010 wordt het deel van de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening (Wro)

Nadere informatie

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL Veldwerk Optimaal B.V. 's-hertogenbosch, januari 2011 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. ONDERZOEKSVERANTWOORDING 2 1.1

Nadere informatie

Peiling vermoedens kindermishandeling Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Ministerie van Justitie en Veiligheid

Peiling vermoedens kindermishandeling Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Ministerie van Justitie en Veiligheid Peiling vermoedens kindermishandeling Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Ministerie van Justitie en Veiligheid januari 2019 Contact: Maaike Jongsma T: 050-3171777 E: maaikejongsma@kienonderzoek.nl

Nadere informatie

Woningbouw Het plan maakt de ontwikkeling van twee woningen aan het Landaspad mogelijk. Tegen deze ontwikkeling hebben wij geen bezwaar.

Woningbouw Het plan maakt de ontwikkeling van twee woningen aan het Landaspad mogelijk. Tegen deze ontwikkeling hebben wij geen bezwaar. Bestaande overcapaciteit aan bedrijventerreinen In de stadsregio Arnhem-Nijmegen bestaat een groot overaanbod aan bedrijventerreinen. Voor de periode 2016-2025 bedraagt dit minstens 150 ha. Van het bestaande

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek achterban Stomavereniging

Tevredenheidsonderzoek achterban Stomavereniging achterban Stomavereniging Mei 2018 244405243 Sabine Hooijmans Suzanne Plantinga Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Belangrijkste conclusies 5 3 Reputatie van de Stomavereniging en tevredenheid over generieke

Nadere informatie

Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO. schoolbesturen, gemeenten en provincies

Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO. schoolbesturen, gemeenten en provincies Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO schoolbesturen, gemeenten en provincies Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO schoolbesturen, gemeenten en provincies Opdrachtgever: Ministerie

Nadere informatie

Toerisme en recreatie in zicht. Toeristisch-recreatief beleid gemeenten, tweede meting (2010)

Toerisme en recreatie in zicht. Toeristisch-recreatief beleid gemeenten, tweede meting (2010) Toerisme en recreatie in zicht Toeristisch-recreatief beleid gemeenten, tweede meting (2010) Colofon Uitgever: Kronenburgsingel 525 Postbus 9292 6800 KZ Arnhem internet: www.arnhem.kvk.nl Auteurs: Drs.

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, 2007

Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, 2007 Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, 2007 24-06-2008, Bussum Etienne Lemmens, Orbis Inleiding Vergelijking Respons Regionale spreiding In de CAO voor de sector SW is opgenomen dat de verzuimbenchmark,

Nadere informatie

UITKOMSTEN ENQUÊTE POH-GGZ VOOR JEUGD

UITKOMSTEN ENQUÊTE POH-GGZ VOOR JEUGD UITKOMSTEN ENQUÊTE POH-GGZ VOOR JEUGD 1 Inleiding Vanaf 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor een groot deel van de zorg voor jeugd tot 18 jaar. Tegelijk bieden huisartsenpraktijken ook zorg aan

Nadere informatie

Burgerpanel. voor uw gemeente

Burgerpanel. voor uw gemeente Burgerpanel Burgerpanel voor uw gemeente Gebruik maken van de ideeën en denkkracht van de inwoners van uw gemeente Exclusief voor uw gemeente Kostenbesparend Waarom een Burgerpanel? Welke voordelen biedt

Nadere informatie

Voortgang invoering Omgevingswet. Marcel Hoogwout Bijeenkomst invoeringstrekkers veiligheidsregio s, Veenendaal, 4 juni 2018

Voortgang invoering Omgevingswet. Marcel Hoogwout Bijeenkomst invoeringstrekkers veiligheidsregio s, Veenendaal, 4 juni 2018 Voortgang invoering Omgevingswet Marcel Hoogwout Bijeenkomst invoeringstrekkers veiligheidsregio s, Veenendaal, 4 juni Monitoring Invoering Omgevingswet Doel is beantwoording drie hoofdvragen: - Doet programma

Nadere informatie

Hondenbeleid Deventer Eindmeting

Hondenbeleid Deventer Eindmeting Hondenbeleid Deventer Eindmeting Januari 2011 Uitgave : Team Kennis en Verkenning Naam : Jasper Baks Telefoonnummer : 694229 Mail : jr.baks@deventer.nl Strategische Ontwikkeling 1 Inhoud Algemene samenvatting

Nadere informatie

Woonwagenstandplaatsen in Nederland. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 10 oktober Eindrapportage

Woonwagenstandplaatsen in Nederland. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 10 oktober Eindrapportage Woonwagenstandplaatsen in Nederland Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 10 oktober Eindrapportage DATUM 10 oktober TITEL Woonwagenstandplaatsen in Nederland ONDERTITEL Stand van zaken

Nadere informatie

Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V.

Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V. Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V. Opdrachtgever: Uitvoerder: Plaats: Versie: Fictivia B.V. Junior Consult Groningen Fictief 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Directieoverzicht 4 Leiderschap.7

Nadere informatie

Internetpanel Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Resultaten peiling 30: Communicatie nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Internetpanel Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Resultaten peiling 30: Communicatie nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Internetpanel Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Resultaten peiling 30: Communicatie nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 1. Inleiding Vanaf 2015 verandert het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (vanaf

Nadere informatie

RUZIE OVER DE FUSIE?

RUZIE OVER DE FUSIE? RUZIE OVER DE FUSIE? resultaten van een enquête onder gemeentebestuurders en raadsleden in Noord-Holland, Utrecht en Flevoland Amsterdam, november 2011 Projectnummer: 1578 ERGO: BUREAU VOOR MARKT- EN BELEIDSONDERZOEK

Nadere informatie

Uitkomst vragenlijst Behoefte Bezinningshuis

Uitkomst vragenlijst Behoefte Bezinningshuis Uitkomst vragenlijst Behoefte Bezinningshuis 1 Analyse kwantitatief onderzoek Stichting Het Bezinningshuis Er heeft een kwantitatief onderzoek plaatsgevonden in mei 2017. Er zijn 29 respondenten. Dit betreft

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Studiecentrum Talen Eindhoven bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Stappen zetten met DURP

Stappen zetten met DURP Stappen zetten met DURP Stappen zetten met DURP Inhoudsopgave Digitale plannen 03 Wettelijk kader 05 Processen en procedures 09 Standaarden 13 Actuele planologische situatie 17 Beschikbaar stellen en

Nadere informatie

Draagvlakonderzoek Eurocircuit Gemeente Valkenswaard, augustus 2018

Draagvlakonderzoek Eurocircuit Gemeente Valkenswaard, augustus 2018 Draagvlakonderzoek Eurocircuit Gemeente Valkenswaard, augustus 2018 INLEIDING AANLEIDING ONDERZOEK De gemeente Valkenswaard werkt aan de actualisering van het bestemmingsplan Eurocircuit. De rallycrossvereniging

Nadere informatie

Persoonlijke gegevens raadsleden

Persoonlijke gegevens raadsleden Persoonlijke gegevens raadsleden Dit document bevat de volgende gegevens van raadsleden: Aantal raadsleden naar gemeentegrootte 1998-2016. Aantal raadsleden naar politieke partij 1998-2016. Aandeel vrouwelijke

Nadere informatie

UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Brederode Wonen

UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Brederode Wonen UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Brederode Wonen Over het onderzoek Brederode Wonen heeft in juni 2017 deelgenomen aan het imago-onderzoek dat KWH uitvoerde voor s. Dit imago-onderzoek

Nadere informatie

2 3 MEI 28H. uw kenmerk. ons kenmerk. Lbr. 14/042

2 3 MEI 28H. uw kenmerk. ons kenmerk. Lbr. 14/042 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad 2 3 MEI 28H Vereniging van Nederlandse Gemeenten informatiecentrum tel. (070) 373 8393 uw kenmerk bījlage(n) betreft Voortgang Informatieveiligheid ons

Nadere informatie