GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

Transcriptie

1 GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG OPDRACHTENBOEK Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Schooljaar: KD 2012 Crebo 95 Versie: 2 juli 2014 Fase: gevorderd 2 Naam student:. 1

2 Versie juni 2014 crebo 95 2

3 Inhoudsopgave Inleiding pag. 5 POP en werkplanning beroepsgericht pag. 7 POP en werkplanning persoonlijke doelen pag. 9 Instructie feedback formulier pag. 11 Beroepstaak B Ondersteunen bij de persoonlijke basiszorg pag. 13 -Gevorderd 2 Beroepsopdracht (praktijk) Feedbackformulier Ondersteuningsmagazijn praktijk pag. 19 Beroepstaak C Begeleiden pag. 47 -Gevorderd 2 Beroepsopdracht (praktijk) Feedbackformulier Ondersteuningsmagazijn praktijk pag.53 Beroepstaak E Uitvoeren van organisatie- en professie gebonden pag. 81 taken -Gevorderd 2 Beroepsopdracht (praktijk) Feedbackformulier Ondersteuningsmagazijn praktijk pag.87 Toetsen beroepsopdrachten B, C en E pag. 105 Begrippenlijst pag. 133 Leerplan pag. 135 Leerlijn pag. 137 Overzicht activiteiten school pag. 139 Overzicht taaltaken Nederlands pag. 143 Instructie taaltaken pag. 144 Aftekenlijst taaltaken pag. 145 Leren, ontwikkelen, beoordelen en ijken/assessen pag. 149 Bijlagen Instrumenten pag IJkformulieren 02.Overzicht activiteiten school 03.Overzicht beroepsopdrachten 04.Waarderingsformulier overgang / voortgang /examendossier 05. Studentresultatenkaart/rapport DSDO: - kennistoetsen - casustoetsen - beroepsopdrachten - AVO-vakken 06. Stroomschema: harde en zachte eisen 06. Stroomschema : harde en zachte eisen 07.Procedure communicatie studenten, ouders en praktijk Versie juni 2014 crebo 95 3

5 Inleiding Beste student, Je hebt nu het opdrachtenboek voor je. Hierin zit alles wat je nodig hebt om gevorderde fase 2 af te ronden. Het lesmateriaal is verdeeld in beroepstaken. Per beroepstaak zijn activiteiten beschreven die je gaat uitvoeren in overleg met de begeleider van de afdeling. De activiteiten zijn een voorbereiding op de praktijktoetsen die beroepsopdrachten worden genoemd. De beroepsopdrachten zijn toetsen die bepalen of je de werkprocessen en de competenties die behoren bij het beroep van verpleegkundige op gevorderd 2 niveau kunt uitvoeren. Natuurlijk doe je ook activiteiten op school. Deze activiteiten vind je in het ondersteuningsmagazijn gevorderd 2 ( portaal 2.0). Hierin zitten ook taal- en rekentaken die gericht zijn op het beroep en passen binnen de beroepsopdracht. De activiteiten voor de praktijk staan in dit boek in een overzichtslijst. Op deze lijst kan je ook vinden welke activiteiten verplicht zijn en wat oefenmateriaal is. Uit het oefenmateriaal kan je als deelnemer in overleg met je begeleider een keuze maken welke je wel of niet maakt. De V = verplicht en de O = oefenmateriaal. Je kunt hier op school, in de praktijk en thuis aan werken. Het is belangrijk om duidelijke afspraken te maken met (werk) begeleiders, praktijkopleiders en docenten/slb ers en zorg ervoor dat iedereen op de hoogte is van je voortgang. Je POP en werkplanning zijn hierbij een hulpmiddel. De formulieren kun je voorin dit opdrachtenboek vinden. Let op, er zijn twee formulieren, een voor een beroepsgericht leerdoel en een voor een persoonlijk leerdoel. In je POP maak je een beschrijving van ijkmoment naar ijkmoment. Je beschrijft waaraan je de komende periode gaat werken (beroepstaken, beroepscompetenties en persoonlijke leerdoelen, Nederlands, rekenen, burgerschap). Je POP ontwikkelt zich gedurende de opleiding, het is een groeidocument. In je werkplanning beschrijf je concreet welke activiteiten je gaat ondernemen om aan de beroepsopdrachten te kunnen voldoen. De SLB-er begeleid je onder andere bij het leerproces en het samenstellen van je portfolio. In het begin zal de SLB-er je hierbij meer ondersteunen dan later in de opleiding. De SLB-er heeft regelmatig een gesprek met je om de voortgang van de opleiding te bespreken. De uitgevoerde activiteiten op school teken je af op de overzichtslijsten activiteiten achterin dit opdrachtenboek. Je vult bij het onderwerp de datum in waarop je de activiteit hebt gedaan en zet een paraaf. Zo kan de praktijk zien welke activiteiten er zijn afgerond. Succes met je opleiding! Het docententeam Versie juni 2014 crebo 95 5

7 POP en werkplanning Naam student:. Groep:.. Datum: Beroepsgericht leerdoel Leerdoel: Planning van activiteiten Activiteiten: omdat: Begeleiding: Beroepstaak, beroepsproduct: Planning Werkprocessen, competenties: Bewijsvoering en evaluatie: Versie juni 2014 crebo 95 7

9 POP en werkplanning Naam student:. Groep:.. Datum: Persoonlijk leerdoel Leerdoel: Planning van activiteiten Activiteiten: omdat: Begeleiding: Planning: Bewijsvoering en evaluatie: Versie juni 2014 crebo 95 9

11 Instructie Feedbackformulier Inleiding Je gebruikt de feedbackformulieren bij alle activiteiten, de beroepsopdracht, of delen daarvan. Dit met het doel feedback te verzamelen m.b.t. je handelen. Per activiteit kruis je op het feedbackformulier aan op welk werkproces je feedback wil krijgen. Natuurlijk kruis je alleen die werkprocessen aan die van toepassing zijn op de praktijkactiviteit waar je mee bezig bent. Kijk hiervoor ook naar de prestatie-indicatoren die bij deze werkprocessen passen! Instructie voor de student Er zijn verschillende mogelijkheden om het feedbackformulier te gebruiken. Enkele suggesties: - Probeer een goed beeld te krijgen van de competenties en werkprocessen waarvan men verwacht dat je die laat zien. Praat erover met collega s, met je begeleider etc. Let op hoe anderen het werk uitvoeren en wat jij daarvan kan leren. - Ga na welke competenties je al goed beheerst en met welke competenties je nog moeite hebt. Vraag collega s, begeleiders om je op specifieke onderdelen, competenties/prestatie-indicatoren, feedback te geven. Dit kan door middel van een gesprek, een gerichte observatie etc. - Voer de activiteiten en/of delen van de beroepsopdracht meerdere keren uit en vraag verschillende begeleiders het feedbackformulier in te vullen. Bespreek de uitkomsten met je eigen begeleider op de afdeling - Kruis een paar competenties/werkprocessen aan waar je extra aandacht aan wil schenken. Beschrijf zelf hoe je vindt dat je deze uitvoert en vergelijk je eigen mening met die van collega s. - Zorg ervoor dat je voldoende feedback hebt verzameld en voeg de formulieren als bewijslast toe aan je portfolio. Gebruik de formulieren in gesprekken met je SLB-er bijvoorbeeld tijdens voortgangsgesprekken. Zorg er wel steeds voor dat datum, naam en paraaf van jouw begeleider op het formulier staan. Instructie voor de begeleider op de afdeling. Er zijn verschillende mogelijkheden om het feedbackformulier te gebruiken. Enkele suggesties: - Samen met de student bekijkt u de inhoud van de opdracht, neemt u de werkprocessen, de competenties en prestatie-indicatoren door. Samen scherpt u het beeld aan van wat er verwacht wordt van de student en de betekenis daarvan voor de praktijksituatie. - Samen met de student neemt u het feedbackformulier door. De student vertelt wat hij daarin moeilijk vindt, goed vindt gaan of wil leren. U vertelt de student wat uw bevindingen zijn. Een dergelijk gesprek levert informatie op voor het leren en begeleiden van de student. Er kan een keuze gemaakt worden om de komende tijd extra aandacht te hebben voor bepaalde werkprocessen/competenties. (feedforward) - U vindt dat de student al veel geoefend heeft met onderdelen van de beroepsopdracht. Volgens u is de student in staat de totale zorg voor bijv. 1 zorgvrager uit te voeren. U gebruikt het feedbackformulier om de student van informatie te voorzien over zijn handelen. Versie juni 2014 crebo 95 11

12 - U vindt dat de student voldoende geleerd heeft om de beroepsopdracht uit te voeren. U maakt een planning met hem welke zorgvrager hij wanneer gaat verzorgen. NB: Bij het geven van feedback is het van belang dat u het gedrag van de student (prestatie-indicator) altijd bekijkt in het totaal van de opdracht en de werkprocessen. Gebruik hiervoor naast de opdracht altijd het overzicht van de werkprocessen, competenties en prestatie-indicatoren Versie juni 2014 crebo 95 12

13 Beroepsopdracht Beroepstaak B Gevorderd 2 Bieden van verpleegkundige (basis) zorg Je werkt als leerling-verpleegkundige op een afdeling of ambulant bij een GGZ (GHZ) instelling. Je leidinggevende geeft je de opdracht om, gedurende een aantal dag en/of avonddiensten zelfstandig verpleegkundige zorg te verlenen aan zorgvragers in midden complexe zorgsituaties. Het gaat hierbij om zorgvragers met een aantal verschillende stoornissen, beperkingen of handicaps, die elkaar gedeeltelijk beïnvloeden. Je voert de opdracht zelfstandigheid uit en de voor of -nabespreking gebeurt op jouw initiatief. Je geeft zelf sturing aan jouw leerproces en laat een proactieve leerhouding zien. Wat moet je doen? Met je begeleider kies je een aantal zorgvragers uit waarbij je bovenstaande opdracht kunt uitvoeren. Ga aan de hand van het verpleegplan na wat de gevolgen zijn van de gezondheidsproblemen. Het accent ligt op het bieden van persoonlijke verzorging en het uitvoeren van verpleegtechnische handelingen. Je biedt de cliënten psychosociale begeleiding bij de voorbereiding op verschillende therapieën, behandelingen of onderzoeken. Je verzamelt gegevens over dreigende of bestaande gezondheidsproblemen, stelt op basis hiervan een verpleegplan op en bespreekt dit met de zorgvrager en betrokkenen. Je biedt op basis van het verpleegplan de verpleegkundige zorg, observeert en monitort voortdurend veranderingen in de gezondheidstoestand en het welbevinden van de zorgvrager. Je houdt daarbij rekening met de omstandigheden, wensen en behoeften van de zorgvrager. Je rapporteert verkregen gegeven in het dossier en stelt zo nodig het verpleegplan bij. Je evalueert de verleende zorg met cliënt en werkbegeleider. Je plant werkzaamheden voor de zorgverlening in een logische volgorde, stelt prioriteiten en zorgt ervoor dat betrokkenen hiervan op de hoogte zijn. Je draagt zo nodig werkzaamheden over en zorgt voor duidelijke en relevantie informatie/instructies voor collega s. Je raadpleegt indien nodig andere deskundigen en overlegt tijdig en regelmatig met hen. Daarnaast speel je een actieve rol in de coördinatie van zorg en de daarvoor relevante overlegvormen en collegiale consultatie. Je herkent crisissituaties, handelt adequaat. Jij maakt daarbij zelfstandig een afweging van de risico s zodat de juiste verpleegkundige interventies kunnen worden ingezet zo nodig in overleg met de collega s en/of de behandelaar. Taaltaken - Kan observatie- en vragenlijsten lezen - Kan voorschriften / procedures/instructies/protocollen/een planning/een overdracht/ een dossier/een verpleegplan/rapportage/vakliteratuur/leerplan lezen en interpreteren. - Kan een zorgplan bespreken en evalueren - Kan observatielijsten en vragenlijsten invullen - Kan zorgdoelen/begeleidingsdoelen/een zorgplan/een leerplan formuleren en bijhouden(wijzigingen vastleggen). Rekentaken - Heeft numerieke vaardigheden m.b.t. vochtlijst en vochtbalans - Kan ondersteunen bij bewegen en verplaatsen - Kan de weg vinden en uitleggen in een instelling Versie juni 2014 crebo 95 13

15 G2 FEEDBACKFORMULIER Beroepsopdracht B GGZ Naam student: Datum: Opleiding: MBOverpleegkundige Niveau: Gevorderd 2 Werkprocessen Beroepstaak B Feedback 1.1 De gevorderde verpleegkundige stelt het verpleegplan op of bij, op basis van de verpleegkundige diagnose, en bespreekt dit met de zorgvrager en andere betrokkenen. (A-D-H-J-K-M) 1.2 De gevorderde verpleegkundige voert de persoonlijke basiszorg en zo nodig terminale zorg uit. Monitort de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied. Hierbij houdt zij rekening met de omstandigheden van de zorgvrager en betrokkenen. Zet zo nodig vervolgstappen. (E- F-J,-K- R- V) 1.4 De gevorderde verpleegkundige begeleidt de zorgvrager bij het handhaven en vergroten van zijn zelfredzaamheid door de zorgvrager te stimuleren en te motiveren de regie over zijn eigen leven te voeren. Daarnaast begeleidt zij de mantelzorger /naasten en let op de signalen van overbelasting (C-D-R) 1.7 De gevorderde verpleegkundige pakt een crisissituatie of een onvoorziene situatie op professionele wijze aan. Zij roept bij calamiteiten de hulp in van collega s of deskundigen van andere disciplines. Zij reageert volgens geldende procedures en regelgeving en indien nodig wijkt zij af in overleg (E-T-V) Versie juni 2014 crebo 95 15

16 Werkprocessen Beroepstaak B Feedback 1.8 De gevorderde verpleegkundige maakt een planning en verdeling van de werkzaamheden, wijst werkzaamheden toe en geeft prioriteiten aan. De gevorderde heeft collega s geconsulteerd en een actieve bijdrage geleverd aan overlegsituaties, waardoor de continuïteit van de zorgverlening gewaarborgd is. (B,E,Q) 1.9 De gevorderde evalueert de zorgverlening met de betrokken partijen en maakt hiervan een schriftelijke eindrapportage t.a.v. de uitgevoerde zorg. (D-J-M) Argumentatie Feedback (verplicht invullen) (maak bij de argumentatie van de feedback gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende bladzijde) Datum: Naam begeleider in de praktijk: Naam student:. Paraaf: Paraaf:.. Versie juni 2014 crebo 95 16

17 Overzicht Beroepstaak B Overzicht : beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatieindicatoren G2 Beroepstaak B Beroepsproducten Werkprocessen B. B.1 plannen van verpleegkundige 1.1, 1.8, 1.9 Verpleegkundige zorg zorg B.2 basis zorg 1.2, 1.4, 1.8 en 1.9 B.3 crisissituaties 1.7 Competenties A-B-C-D-E- F-H-J-K-M-Q-R-T-V Competenties in de werkprocessen A Beslissen en activiteiten initiëren B. Aansturen C Begeleiden D Aandacht en begrip tonen. E Samenwerken en overleggen F Ethisch en integer handelen Prestatie-indicatoren Neemt in zorgsituaties zelfstandig beslissingen, zo nodig in overleg met andere disciplines. Voert passende palliatieve/terminale zorg uit en neemt beslissingen t.a.v. veranderingen. Maakt zelfstandig een afweging van de risico s, zodat de juiste verpleegkundige interventies kunnen worden ingezet Zorgt voor duidelijk informatie/instructies voor collega s, zodat zij concreet weten wat er van hen verwacht wordt Delegeert werkzaamheden aan collega s. Biedt een sturende, motiverende of activerende begeleiding. Biedt de zorgvrager steun bij het ontwikkelen van zelfredzaamheid en de regie voeren over het eigen leven in een leefsituatie en bespreekt dit. Maakt de draagkracht en draaglast met de mantelzorger en naasten bespreekbaar. Neemt de tijd om op het juiste moment te luisteren Luistert en kijkt aandachtig naar de gezondheidsproblemen, de zorgbehoeften en de leefomstandigheden van de zorgvrager en naasten. Kan zich inleven in de gevoelens van de zorgvrager en naasten Biedt de nodige ondersteuning aan naasten bij het uitvoeren van de zorgtaken en bespreekt dit. Toont betrokkenheid bij het fysieke en mentale welzijn van de zorgvrager. Behandelt zorgvrager en naasten met respect en geduld. Vraagt de zorgvrager en andere betrokkenen naar hun ervaringen, ideeën en gevoelens over de geboden zorg en begeleiding. Vraagt tijdens het evalueren van de zorgverlening zo nodig door. Consulteert en schakelt zo nodig andere disciplines in Informeert en overlegt met alle betrokkenen. Roept bij calamiteiten tijdig hulp in van anderen Heeft een actieve rol tijdens overlegmomenten. Stelt de belangen van zorgvrager centraal. Houdt rekening met de leefregels en gewoonten die voor de zorgvrager belangrijk zijn. Handelt volgens ethische maatstaven van de beroepsgroep [beroepscode] en de organisatie. Toont zich eerlijk en betrouwbaar en respecteert vertrouwelijkheid. Accepteert en respecteert verschillen tussen zorgvragers. Behandelt de zorgvrager respectvol. Versie juni 2014 crebo 95 17

18 Competenties in de werkprocessen H Overtuigen en beïnvloeden. J Formuleren en rapporteren K Vakdeskundigheid toepassen M Analyseren Q Plannen en organiseren R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten T Instructies en procedures opvolgen V Met druk en tegenslag omgaan Prestatie-indicatoren Past op doelgerichte wijze gesprekstechnieken toe. Voert anamnese- en ontslaggesprekken uit. Signaleert de verschillende belangen en mogelijkheden m.b.t. de verpleegkundige zorg en bespreekt deze. Streeft overeenstemming na en creëert draagvlak, zodat alle betrokkenen met het verpleegplan kunnen instemmen. Verwerkt verkregen (anamnese)gegevens correct en accuraat Stelt zelfstandig verpleegdoelen, activiteiten en interventies van het verpleegplan op en bespreekt dit met betrokkenen. Rapporteert haar bevindingen zelfstandig. Schrijft verslaglegging scherp, kernachtig en op logische gestructureerde wijze. Past haar kennis toe over stoornissen, beperkingen, functioneringsproblemen en ziektebeelden in de zorgverlening. Weet vragen te beantwoorden. Bespreekt observaties met collega s. Verzamelt met de juiste methodiek gegevens. Raadpleegt anderen over de verkregen informatie en benoemt eigen bevindingen Kan klinisch redeneren. Stelt de verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op of bij. Zorgt ervoor dat alle werkzaamheden binnen de beschikbare tijd en mogelijkheden kunnen worden uitgevoerd. Maakt een dagindeling Controleert tussentijds de dagindeling met collega s. Past indien nodig de planning aan. Stelt prioriteiten en bespreekt dit. Delegeert zo nodig. Herkent in zorgsituaties de verwachtingen en wensen van de zorgvrager en bespreekt dit met hem/haar. Bespreekt de mogelijkheden en beperkingen van de zorgverlening met de zorgvrager. Controleert of er aan de verwachtingen en wensen van de zorgvrager en de naasten wordt voldaan. Komt afspraken na. handelt volgens de voorgeschreven procedures die in de zorgverlening gelden voor onvoorziene of crisissituaties. Wijkt indien nodig af en kan dit motiveren. Kent de wettelijke richtlijnen die gelden voor onvoorziene of crisissituaties en past deze toe. Ondersteunt de collega s in onvoorziene -/ crisissituaties Herkent eigen gevoelens in zorgsituaties, ook in acute of onder emotionele omstandigheden en blijft effectief en professioneel handelen. Bespreekt en reflecteert met collega s emoties en gevoelens. Versie juni 2014 crebo 95 18

19 G2 Overzicht Beroepstaak B Ondersteuningsmagazijn Praktijk Beroepstaak B B1. Verpleegplan B2. Basiszorg B3. Crisissituaties Gevorderd 2 V=verplicht Activiteiten Gevorderd 2 V 1. Oriëntatie op de leerwerkplek Datum Paraaf V 2. Beargumenteren van de verpleegkundige zorg V 3. Zorg coördineren V V V 4. Opname of intakegesprek voeren en introductie van de zorgvrager 5. Opstellen van een verpleegplan* inclusief effectmeting 6. Ontslag/overplaatsing van een zorgvrager V 7. Risicoanalyse met een plan van aanpak Versie juni 2014 crebo 95 19

21 G2 B activiteit 1: Oriëntatie op de leerwerkplek Resultaat Verplicht/oefen Ambulant/klinisch De student heeft zich georiënteerd op de leerwerkplek zodat alle informatie is verzameld die nodig is om te kunnen functioneren als leerling/werknemer Verplicht (op elke nieuwe leerwerkplek) In beide settingen haalbaar Activiteit: Binnen de leerwerkplek heb je te maken met diverse zorgvragers, ieder met zijn eigen problematiek, ziektebeelden, karakter, gedrag, e.d. Hoe dit zich uit, is zeer verschillend en je ziet een diversiteit in de complexiteit van zorg. In deze activiteit ga je na met welke doelgroep je te maken hebt en hoe de verpleegkundige zorg is georganiseerd. Instructie: Bekijk welke problematiek/ziektebeelden veel voorkomen. In overleg met je werkbegeleider kies je 3 zorgvragers uit waarvan je gaat uitzoeken waarom er sprake is van een matige/hoge complexiteit van zorg. Maak gebruik van de theorie om je verhaal te ondersteunen. Zoek uit waar de zorgvragers waren voordat ze op deze leerwerkplek kwamen en wat het vervolgtraject is (ná deze leerwerkplek). Ga na wat de doelstelling, visie is van je leerwerkplek. Wordt er een bepaald verpleegmodel gebruikt en waar merk je dit aan? Bekijk welke disciplines betrokken zijn bij je leerwerkplek en benoem de positie die de verpleegkundige discipline heeft binnen het behandelteam. Bespreek je bevindingen met je werkbegeleider. Criteria praktijk: - Een verslag over bovenstaande punten. - Een ingevuld feedbackformulier. Versie juni 2014 crebo 95 21

23 G2 B Activiteit 2: Beargumenteren van de verpleegkundige zorg B1 Plannen van verpleegkundige zorg B2 Basiszorg Resultaat De student beargumenteert de verpleegkundige zorg en voert de zorg uit. Werkprocessen 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan* op en competenties (A, D, H, J, K, M) 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (E, F, J, K, R, V) 1.4 Begeleidt de zorgvrager (C, D, R) 1.8 Coördineert de zorgverlening (B, E, Q) 1.9 Evalueert de zorgverlening ( D, J, M) Verplicht/oefen 9 Verplicht totaal (zie onderstaand schema): - 4 in G1-5 in G2 (4 verplicht en 1 keuze uit 3) Ambulant/klinisch In beide settingen haalbaar Uitvoeren verpleegkundige zorg bij: Verplicht in G1 (als mogelijk, anders een andere kiezen) - schizofrenie en psychotische stoornissen X - combinatie psychiatrie en somatiek, eet- X Verplicht in G2 (als mogelijk, anders een andere kiezen) stoornissen, metabool syndr., palliatieve zorg - stemmingsstoornissen X - verslavingszorg X - cognitieve stoornissen, geriatrische zorgvrager X - persoonlijkheidsstoornissen X - posttraumatische stressstoornis of X dissociatieve stoornissen - angststoornissen X - ADHD - Forensisch - Verstandelijke handicap Activiteit : 1 van de 3 Binnen de leerwerkplekken waar je werkt, kom je verschillende typen zorgvragers tegen. Met deze activiteit verdiep je je steeds in een ander type zorgvrager. Je geeft blijk van jouw kennis over het type zorgvrager en zet deze kennis om in verpleegkundig handelen. Instructie: In overleg met je werkbegeleider kies je per keer de zorgvrager uit. Observeer de zorgvrager systematisch en via de stappen van het klinisch redeneren verbind je de gedragingen van de zorgvrager aan de ziekte/stoornis van de zorgvrager. Bestudeer literatuur over de ziekte/stoornis : verschijningsvorm(en), oorzaken/ verklaringsmodellen, klachten, behandelingen, coping, medicatie met bijwerkingen, consequenties voor de verpleegkundige zorg. Maak een verslag, uitgaande van het beeld van de zorgvrager via de stappen van het klinisch redeneren naar de bestudeerde literatuur. Bespreek het verslag met je werkbegeleider en schenk ook speciale aandacht aan de aandachtspunten voor de verpleegkundige zorg, inclusief de begeleiding van de naasten. Voer de zorg uit en communiceer de opgedane kennis met je collega s. Versie juni 2014 crebo 95 23

24 Criteria praktijk: - Een goedgekeurd verslag over bovenstaande punten. - Een ingevuld feedbackformulier (per keer). *Wanneer er geen verpleegplannen gebruikt worden, maak je, in overleg met je werkbegeleider, gebruik van de gehanteerde methodiek op de afdeling. Versie juni 2014 crebo 95 24

25 FEEDBACKFORMULIER Beroepsopdracht B GGZ Naam student: Datum: Opleiding: MBOverpleegkundige Niveau: Gevorderd 2 Werkprocessen Beroepstaak B Feedback 1.1 De gevorderde verpleegkundige stelt het verpleegplan op of bij, op basis van de verpleegkundige diagnose, en bespreekt dit met de zorgvrager en andere betrokkenen. (A-D-H-J-K-M) 1.2 De gevorderde verpleegkundige voert de persoonlijke basiszorg en zo nodig terminale zorg uit. Monitort de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied. Hierbij houdt zij rekening met de omstandigheden van de zorgvrager en betrokkenen. Zet zo nodig vervolgstappen. (E- F-J-K- R- V) 1.4 De gevorderde verpleegkundige begeleidt de zorgvrager bij het handhaven en vergroten van zijn zelfredzaamheid door de zorgvrager te stimuleren en te motiveren de regie over zijn eigen leven te voeren. Daarnaast begeleidt zij de mantelzorger /naasten en let op de signalen van overbelasting (C-D-R) 1.7 De gevorderde verpleegkundige pakt een crisissituatie of een onvoorziene situatie op professionele wijze aan. Zij roept bij calamiteiten de hulp in van collega s of deskundigen van andere disciplines. Zij reageert volgens geldende procedures en regelgeving en indien nodig wijkt zij af in overleg (E-T-V) Versie juni 2014 crebo 95 25

26 Werkprocessen Beroepstaak B Feedback 1.8 De gevorderde verpleegkundige maakt een planning en verdeling van de werkzaamheden, wijst werkzaamheden toe en geeft prioriteiten aan. De gevorderde heeft collega s geconsulteerd en een actieve bijdrage geleverd aan overlegsituaties, waardoor de continuïteit van de zorgverlening gewaarborgd is. (B,E,Q) 1.9 De gevorderde evalueert de zorgverlening met de betrokken partijen en maakt hiervan een schriftelijke eindrapportage t.a.v. de uitgevoerde zorg. (D-J-M) Argumentatie Feedback (verplicht invullen) (maak bij de argumentatie van de feedback gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende bladzijde) Datum: Naam begeleider in de praktijk: Naam student:. Paraaf: Paraaf: Versie juni 2014 crebo 95 26

27 G2 B Activiteit 3 : Zorg coördineren B1 B2 B3 Resultaat Werkprocessen en competenties Verplicht/oefen Plannen van verpleegkundige zorg Basiszorg Crisissituaties De student heeft minimaal drie dagen de zorg gecoördineerd voor een groep psychiatrische zorgvragers. 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan* op (A, D, H, J, K, M) 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (E, F, J, K, R, V) 1.4 Begeleidt de zorgvrager (C, D, R) 1.7 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties (E, T, V) 1.8 Coördineert de zorgverlening (B, E, Q) 1.9 Evalueert de zorgverlening ( D, J, M) Verplicht Ambulant/klinisch In de klinische setting haalbaar. In de ambulante setting wordt in overleg met de werkbegeleider bepaald hoe inhoud gegeven kan worden aan (alleen) werkproces 1.8. Plan van aanpak wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de praktijkopleider. Activiteit: Binnen de leerwerkplek moet de zorg voor een groep zorgvragers gecoördineerd worden. Bij deze activiteit maak je een planning en verdeling van de werkzaamheden op bijvoorbeeld een unit, je wijst werkzaamheden toe en geeft prioriteiten aan. De continuïteit van de zorgverlening is gewaarborgd. Instructie : Bespreek met je werkbegeleider hoe je deze activiteit gaat uitvoeren en wanneer. Zorg voor duidelijke informatie/instructie voor collega s, zodat zij concreet weten wat er van hen verwacht wordt. Maak een dagindeling en controleer tussentijds de dagindeling met collega s en pas indien nodig de planning aan. Stel prioriteiten en delegeer waar nodig werkzaamheden. Zorg dat alle werkzaamheden binnen de beschikbare tijd en mogelijkheden worden uitgevoerd. Consulteer en schakel zo nodig andere disciplines in. Tijdens de overlegmomenten heb je een actieve rol. Vraag feedback aan collega s en zorgvragers op jouw functioneren en verwerk de feedback in je verslag. Criteria praktijk: - Een verslag over de activiteit, incl. de ontvangen feedback. - Een ingevuld feedbackformulier. *Wanneer er geen verpleegplannen gebruikt worden, maak je, in overleg met je werkbegeleider, gebruik van de gehanteerde methodiek op de afdeling. Versie juni 2014 crebo 95 27

29 FEEDBACKFORMULIER Beroepsopdracht B GGZ Naam student: Datum: Opleiding: MBOverpleegkundige Niveau: Gevorderd 2 Werkprocessen Beroepstaak B Feedback 1.1 De gevorderde verpleegkundige stelt het verpleegplan op of bij, op basis van de verpleegkundige diagnose, en bespreekt dit met de zorgvrager en andere betrokkenen. (A-D-H-J-K-M) 1.2 De gevorderde verpleegkundige voert de persoonlijke basiszorg en zo nodig terminale zorg uit. Monitort de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied. Hierbij houdt zij rekening met de omstandigheden van de zorgvrager en betrokkenen. Zet zo nodig vervolgstappen. (E- F-J,-K- R- V) 1.4 De gevorderde verpleegkundige begeleidt de zorgvrager bij het handhaven en vergroten van zijn zelfredzaamheid door de zorgvrager te stimuleren en te motiveren de regie over zijn eigen leven te voeren. Daarnaast begeleidt zij de mantelzorger /naasten en let op de signalen van overbelasting (C-D-R) 1.7 De gevorderde verpleegkundige pakt een crisissituatie of een onvoorziene situatie op professionele wijze aan. Zij roept bij calamiteiten de hulp in van collega s of deskundigen van andere disciplines. Zij reageert volgens geldende procedures en regelgeving en indien nodig wijkt zij af in overleg (E-T-V) Versie juni 2014 crebo 95 29

31 G2 B Activiteit 4 : Opname- of intakegesprek voeren en introductie van de zorgvrager B1 Plannen van verpleegkundige zorg B3 Crisissituaties Resultaat De student heeft een opname - of intakegesprek gevoerd met een zorgvrager (indien mogelijk) en deze geïntroduceerd op de leerwerkplek Werkprocessen 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan* op en competenties (bij) ( A, D, H, J, K, M ) 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden ( E, F, J, K, R, V ) 1.4 Begeleidt de zorgvrager ( C, D, R ) 1.7 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties (E, T, V) 1.8 Coördineert de zorgverlening ( B, E, Q) 1.9 Evalueert zorgverlening (D, J, M) Verplicht/oefen Verplicht Ambulant/klinisch In beide settingen haalbaar Activiteit: Bij deze activiteit ga je een opname- of intakegesprek voeren. Je zorgt ervoor dat je de zorgvrager introduceert op de afdeling. Wanneer er geen nieuwe opname/intake plaatsvindt binnen je leerwerkplek, kies je in overleg met je werkbegeleider een zorgvrager uit die geschikt is om deze activiteit bij uit te voeren. In dat geval voer je het gesprek en doorloop je alle procedures die gedaan moeten worden. Instructie: Kies in overleg met je werkbegeleider een zorgvrager voor wie jij de volledige opname of intake verzorgt. Je bespreekt met de werkbegeleider de geformuleerde prestatie-indicatoren van G2 waaraan je moet voldoen Verzamel tijdens het opname- of intakegesprek systematisch gegevens ten behoeve van een verpleeg-/begeleidingsplan. Je herkent de verwachtingen en wensen van de zorgvrager en de naasten en bespreekt de mogelijkheden en beperkingen van de zorgverlening. Je voert coördinerende taken uit, zodat alle zaken geregeld worden die passen bij een opname/intake van een zorgvrager. Indien nodig worden andere disciplines ingeschakeld. Rapporteer de gegevens en gemaakte afspraken volgens de geldende richtlijnen. Criteria praktijk: - Een reflectieverslag waarbij ook aandacht wordt gegeven aan de zelfstandig genomen beslissingen in deze activiteit. - Een ingevuld feedbackformulier *Wanneer er geen verpleegplannen gebruikt worden, maak je, in overleg met je werkbegeleider, gebruik van de gehanteerde methodiek op de afdeling. Versie juni 2014 crebo 95 31

35 G2 B Activiteit 5: Opstellen van een verpleegplan* inclusief effectmeting B1 Plannen van verpleegkundige zorg B2 Basiszorg Resultaat De student heeft een verpleegplan* opgesteld voor een psychiatrische zorgvrager, de zorg uitgevoerd en het plan geëvalueerd. Werkprocessen 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan* op en competenties (A, D, H, J, K, M) 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (E, F, J, K, R, V) 1.4 Begeleidt de zorgvrager (C, D, R) 1.8 Coördineert de zorgverlening (B, E, Q) 1.9 Evalueert de zorgverlening ( D, J, M) Verplicht/oefen Verplicht Ambulant/klinisch In beide settingen haalbaar Activiteit: Binnen de leerwerkplek waar je werkt ga je zelfstandig een verpleegplan* opstellen van een midden/hoog-complexe zorgvrager. Je richt je op het handhaven en vergroten van de zelfredzaamheid door de zorgvrager te stimuleren en te motiveren regie over eigen leven te voeren. Je informeert/instrueert collega s en na een afgesproken periode evalueer je het verpleegplan. Instructie: In overleg met jouw werkbegeleider kies je een midden/ hoog-complexe zorgvrager uit en bespreek je je plan van aanpak voor deze activiteit. Beschrijf de zorgvrager op een logisch gestructureerde wijze. De verpleegdoelen worden geformuleerd volgens de RUMBA, zodat effectmeting mogelijk is. Naast de verpleegkundige interventies formuleer je ook evaluatiecriteria. Bespreek het verpleegplan met de betrokkenen en creëer draagvlak, zodat het verpleegplan uitgevoerd wordt zoals overeengekomen. Verzamel na de afgesproken periode systematisch gegevens en vorm een oordeel over de ontwikkelingen op het gebied van de verpleegproblemen, verpleegdoelen en het effect van de interventies. Evalueer na de afgesproken periode de verleende zorg d.m.v. een gesprek met de zorgvrager en evt. naasten. Let hierbij op signalen van overbelasting. Bespreek ook met de zorgvrager jouw observaties van de afgelopen periode. Bespreek jouw bevindingen over het effect van het verpleegplan (proces en product) en het gesprek met de zorgvrager met jouw werkbegeleider. Pas eventueel het verpleegplan aan. Criteria praktijk: - Een plan van aanpak - Het verpleegplan - Een ingevuld feedbackformulier *Wanneer er geen verpleegplannen gebruikt worden, maak je, in overleg met je werkbegeleider, gebruik van de gehanteerde methodiek op de afdeling. Versie juni 2014 crebo 95 35

39 G2 B Activiteit 6 : Ontslag/overplaatsing van een zorgvrager B1 B2 B3 Resultaat Werkprocessen en competenties Plannen van verpleegkundige zorg Basiszorg Crisissituaties De student heeft een volledig ontslag of een volledige overplaatsing georganiseerd voor een zorgvrager 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan* op (bij) ( A, D, H, J, K, M) 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (E, F, J, K, R, V) 1.4 Begeleidt de zorgvrager (C, D, R) 1.7 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties (E, T, V) 1.8 Coördineert de zorgverlening ( B, E, Q ) 1.9 Evalueert de zorgverlening (D, J, M) Verplicht Verplicht/oefen Ambulant/klinisch In de klinische setting haalbaar. In de ambulante setting kunnen (tijdelijke) opnames plaatsvinden. Je plaatst iemand dan over naar een afdeling. Activiteit : In deze activiteit ga je de rol van verpleegkundige bekijken in het regelen van de overplaatsing of het ontslag. Het gaat om de tijdsperiode vanaf dat de behandelverantwoordelijke besluit dat de zorgvrager met ontslag gaat tot het moment dat de zorgvrager daadwerkelijk met ontslag is gegaan. In de ambulante setting gaat het om de tijdsperiode waarin wordt besloten tot opname tot de daadwerkelijke overplaatsing naar een afdeling. Instructie: Bepaal welke zorgvrager in aanmerking komt en bespreek dit met je werkbegeleider. Inventariseer wat er allemaal geregeld moet worden voor deze zorgvrager tussen nu en de overplaatsing/ontslag. Wees zo volledig mogelijk in je inventarisatie. Maak in overleg met je werkbegeleider afspraken over welke onderdelen jij hierin uitvoert en streef hierbij naar een zo groot mogelijke zelfstandigheid. Ga op zoek naar verschillende settingen (of soorten zorg, bv. ambulant, thuiszorg of juist een klinische setting) die aansluiten en beargumenteer je keuze naar je werkbegeleider. Ga in gesprek met de zorgvrager en de naasten. Het doel van het gesprek is om na te gaan hoe de werkelijke situatie er uit ziet bij de zorgvrager na zijn ontslag/overplaatsing, welke verwachtingen de zorgvrager heeft. o Breng door middel van vragen de huidige situatie in kaart (denk aan woonomstandigheden, werk, activiteiten, sociale contacten, sociaal netwerk, financiën, bestaande en gewenste nazorg, zingeving). o Inventariseer knelpunten en maak hierover afspraken met de zorgvrager en diens naasten. Ga in gesprek met de zorgvrager en evalueer de verpleegkundige zorg van de afgelopen periode (exitgesprek), bespreek de volgende onderwerpen: o Informatievoorziening aan de zorgvrager o Inbreng en meedenken van de zorgvrager over de behandeling o Bejegening van de zorgvrager door het begeleidingsteam en andere disciplines o Resultaten van de ontvangen behandeling Versie juni 2014 crebo 95 39

40 Schrijf een verpleegkundige overdracht (scherp, kernachtig en op logische gestructureerde wijze) over de zorgvrager die wordt overplaatst/ontslagen. De overdracht is bedoeld voor de verpleegkundige die de zorg van de zorgvrager gaat overnemen. Criteria praktijk: - Een procesverslag - Een kopie van de verpleegkundige overdracht - Een ingevuld feedbackformulier *Wanneer er geen verpleegplannen gebruikt worden, maak je, in overleg met je werkbegeleider, gebruik van de gehanteerde methodiek op de afdeling. Versie juni 2014 crebo 95 40

43 G2 B Activiteit 7 : Risicoanalyse met een plan van aanpak B1 B3 Resultaat Werkprocessen en competenties Verplicht/oefen Plannen van zorg Crisissituaties De student kan een risicoanalyse maken en een plan van aanpak 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan * op (bij) (A, D, H, J, K, M) 1.7 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties (E, T, V) 1.8 Coördineert de zorgverlening (B, E, Q) 1.9 Evalueert de zorgverlening (D,J,M ) Verplicht Ambulant/klinisch In beide settingen haalbaar Activiteit Zorgvragers hebben regelmatig last van angsten en spanningen, die veelal voortkomen uit hun ziektebeeld, wat zich kan uiten in agressie of risicovol gedrag. Je gaat van twee zorgvragers een risicoanalyse maken m.b.t deze spanningen en hoe deze worden geuit. Vervolgens maak je een plan van aanpak en voert deze gedurende een afgesproken periode uit. Instructie : Het gaat hierbij om de angsten en spanningen die voortkomen uit het ziektebeeld. Houd hierbij wel rekening met omgevingsfactoren zoals de afdeling, de groep, normen en waarden etc. Houd ook rekening met de wettelijke kaders, BOPZ, M & M, WGBO, dwang en drang en manier waarop dit wordt toegepast op de afdeling en binnen de instelling. Je maakt van 2 zorgvragers een risicoanalyse m.b.t spanningen en hoe deze worden geuit. Je maakt een plan van aanpak. Bespreek je plan van aanpak met je werkbegeleider, geef blijk van kennis van de wettelijke richtlijnen en motiveer de gemaakte keuzes in je plan Na goedkeuring door je werkbegeleider voer je het plan, gedurende een afgesproken periode (minimaal twee weken), uit. Informeer en overleg met de betrokkenen en ondersteun collega s waar nodig. Je observeert en rapporteert het effect van je plan. Het kan ook voorkomen dat je je plan gedurende de periode aan moet passen. Herken eigen gevoelens in de uitvoer van deze activiteit en blijf effectief en professioneel handelen. Bespreek en reflecteer met collega s emoties en gevoelens. Criteria praktijk:. - Risicoanalyse, het plan van aanpak van 2 zorgvragers en het effect van het plan - Reflectieverslag - Ingevuld feedbackformulier *Wanneer er geen verpleegplannen gebruikt worden, maak je, in overleg met je werkbegeleider, gebruik van de gehanteerde methodiek op de afdeling. Versie juni 2014 crebo 95 43

47 BEROEPSOPDRACHT BEROEPSTAAK C GEVORDERD 2 ONDERSTEUNEN BIJ BEGELEIDING Toelichting: Voorbereidend op deze beroepsopdracht voer je de activiteiten van het ondersteuningsmagazijn uit en vraag je feedback met behulp van het feedbackformulier. Let op: als je gaat toetsen maak je gebruik van het beoordelingsformulier achter in het opdrachtenboek. Beroepsopdracht Je werkt als leerling-verpleegkundige op een verpleegafdeling of ambulant bij GGZ (GHZ) instelling. Je leidinggevende geeft je de opdracht om duidelijke en begrijpelijke voorlichting, advies en instructie te geven aan zorgvragers en/of groepen in midden complexe zorgsituaties. Dit doe je vanuit de individuele zorgbehoefte van de zorgvrager. Het gaat hierbij om zorgvragers met een aantal verschillende stoornissen, beperkingen of handicaps, die elkaar gedeeltelijk beïnvloeden Daarnaast ondersteun en begeleid je de zorgvrager op psychosociaal gebieden maatschappelijk gebied, zowel individueel als in de groep gedurende een aantal dag en/of avonddiensten. Je stelt het aantal zorgvragers en het aantal diensten vast volgens de afspraken van de afdeling en in overleg met je begeleider. Je voert de opdracht zelfstandig uit en de eventuele voor of - nabespreking gebeurt op jouw initiatief. Je geeft zelf sturing aan het leerproces en laat een pro-actieve leerhouding zien. Wat moet je doen? Met je begeleider kies je een aantal zorgvragers uit waarbij je bovenstaande opdracht kunt uitvoeren. Ga aan de hand van het verpleegplan na wat de gevolgen zijn van de gezondheidsproblemen. Je laat zien dat je aan de zorgvragers advies, instructie en voorlichting kunt geven en kunt begeleiden op psychosociaal gebied en maatschappelijk gebied. Je observeert hoe de zorgvrager reageert op jouw advies, instructie en voorlichting en gaat na of de informatie begrepen is. Daarnaast besteed je aandacht aan het behouden van de eigen regie door de zorgvrager en hebt aandacht voor zingevingsvragen. Je rapporteert zelfstandig je bevindingen in het verpleegkundig dossier. Wanneer er onvoorziene omstandigheden zijn, bijvoorbeeld bij gedragsproblemen roep je de hulp in van je begeleider of andere disciplines. Vervolgens los je de problemen zo zelfstandig mogelijk op. Taaltaken 1 -Voert een slechtnieuws gesprek -Kan feedback geven en ontvangen -Kan voorlichting geven aan een individu of een groep -Kan mantelzorgers en zorgvragers informeren -Kan existentiële vragen beantwoorden -Kan reflectiegesprekken voeren -Kan individuen/ groepen coachen/ activeren/ begeleiden/ stimuleren 1 Indien de student deze beroepsopdracht uitvoert, werkt hij tevens aan bovenstaande taaltaken Versie juni 2014 crebo 95 47

49 FEEDBACK FORMULIER Beroepsopdracht C GGZ Naam student: Datum: MBO-Verpleegkundige Niveau: Gevorderd 2 Werkprocessen Beroepstaak C Feedback 1.1 De gevorderde verpleegkundige stelt het verpleegplan op of bij, op basis van de verpleegkundige diagnose, en bespreekt dit met de zorgvrager en andere betrokkenen. (A-D-H-J-K-M) 1.4 D De gevorderde begeleidt de zorgvrager bij het handhaven en vergroten van zijn zelfredzaamheid door de zorgvrager te stimuleren en te motiveren de regie over zijn eigen leven te voeren. Daarnaast begeleidt zij de mantelzorger /naasten en let op de signalen van overbelasting. (C-D-R) 1.5 De gevorderde verpleegkundig geeft begeleiding aan een groep zorgvragers en bevordert het groepsklimaat. Zij begeleidt het groepsproces. Zij bemiddelt en grijpt in bij conflicten. (C-D) 1.6 De gevorderde verpleegkundige geeft een zorgvrager of doelgroep duidelijke en begrijpelijke voorlichting, advies en instructie (I-L) Versie juni 2014 crebo 95 49

50 FEEDBACK FORMULIER Beroepsopdracht C GGZ Naam student: Datum: MBO-Verpleegkundige Niveau: Gevorderd 2 Werkprocessen Beroepstaak C Feedback 1.9 De gevorderde evalueert de zorgverlening met de betrokken partijen en rapporteert bevindingen. (C-J-M) Argumentatie Feedback (verplicht invullen) (maak bij de argumentatie van de feedback gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende bladzijde) Datum: Naam begeleider in de praktijk:.. Paraaf:. Naam student: Paraaf:. Versie juni 2014 crebo 95 50

51 Overzicht Beroepstaak C Overzicht: beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie indicatoren G2 Beroepstaak C Beroepsproducten Werkprocessen Ondersteunen bij begeleiding C1: Voorlichting, advies en instructie 1.6 C2: Psychosociale begeleiding 1.1, 1.4, 1.9 C3: Groepsbegeleiding Competenties: A, C, D, H, I, J, K, L, M, R. Competenties in de werkprocessen A Beslissingen en activiteiten initiëren. C Begeleiden D Aandacht en begrip tonen. H Overtuigen en beïnvloeden Prestatie-indicatoren Neemt beslissingen in overleg met begeleider Maakt gericht en zelfstandig keuzes in zorgsituaties en kan deze motiveren en nabespreken met begeleider. Begeleidt de zorgvrager met het ontwikkelen van zelfredzaamheid en autonomie Maakt de draagkracht en draaglast van een zorgvrager, mantelzorger en naasten bespreekbaar Geeft begeleiding aan een groep en bevordert het groepsklimaat Begeleidt de groep zorgvragers om zich, binnen hun mogelijkheden, te ontwikkelen op sociaal-maatschappelijk gebied. Begeleidt de groep bij het omgaan met conflicten en bespreekt dit na met de begeleider. Houdt tijdens de begeleiding rekening met individuele (gezondheids)problemen, zorgbehoeften en leefomstandigheden van de zorgvrager. Toont inlevend vermogen Toont betrokkenheid Behandelt de zorgvrager met respect en geduld. Luistert aandachtig. Toont begrip voor de standpunten en houding van de zorgvragers. Maakt groepsprocessen bespreekbaar Motiveert de zorgvrager tot verandering of aanpassing van de leefstijl Bespreekt verschillende belangen en mogelijkheden met betrekking tot de zorgverlening Streeft overeenstemming na en creëert draagvlak 2 Nvt voor algemeen ziekenhuis Versie juni 2014 crebo 95 51

52 Competenties in de werkprocessen I Presenteren J Formuleren en rapporteren. K Vakdeskundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten M Analyseren R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten. Prestatie-indicatoren Legt onderwerpen duidelijk en correct uit.. Houdt met haar stijl van communiceren rekening met de doelgroep. Controleert regelmatig of de informatie goed is overgekomen. Geeft voorlichting en/of instructie met overtuiging. Stelt zelfstandig de doelen en activiteiten op, bespreekt dit met betrokkenen. Schrijft in begrijpelijke taal voor alle betrokkenen. Rapporteert zelfstandig verkregen observaties en bevindingen. Past haar kennis toe over stoornissen, beperkingen, functioneringsproblemen en ziektebeelden in de zorgverlening en bespreekt dit. Weet vragen te beantwoorden en maakt daarbij gebruik van relevant vakjargon. Kan omgaan met feedback van zorgvragers en collega s. Kiest en gebruikt voorlichtingsmaterialen, hulmiddelen en instructiematerialen die aansluiten bij het onderwerp en de doelgroep. Houdt rekening met mogelijkheden, beschikbaarheid en bijbehorende kosten. Legt verbanden tussen verzamelde gegevens over de zorgvrager. Haalt uit de evaluatiegegevens de mogelijke zorgbehoeften en aandachtspunten van de zorgvrager, eventuele naasten en betrokkenen en verwerkt dit in het verpleegplan Herkent en bespreekt de behoeften en verwachtingen van de zorgvrager. Bespreekt de mogelijkheden en beperkingen van de zorgverlening met de zorgvrager. Checkt regelmatig of de zorgvrager nog tevreden is. Houdt zich aan gemaakte afspraken. Versie juni 2014 crebo 95 52

53 Ondersteuningsmagazijn Praktijk Beroepstaak C C1. Voorlichting, advies en instructie C2. Psychosociale begeleiding C3. Groepsbegeleiding Gevorderd 2 V=verplicht Activiteiten Gevorderd 2 Datum Paraaf V V 1. Het geven van psycho-educatie aan de psychiatrische zorgvrager. 2. Het geven van psycho-educatie aan het steunsysteem van de psychiatrische zorgvrager. V 3. Het doelgericht voeren van een gesprek V 4. Het opstellen van een signaleringsplan V ( A of B) V 5. A Begeleiden van de leefgroep B Begeleiden van de zorgvrager binnen het sociale netwerk 6. Het geven van psycho-educatie aan een groep zorgvragers Versie juni 2014 crebo 95 53

55 G2 C Activiteit 1: Het geven van psycho-educatie * aan de psychiatrische zorgvrager C1 Resultaat Werkprocessen en competenties Verplicht / oefenen Ambulant/ klinisch Advies, instructie en voorlichting De student heeft psycho-educatie gegeven aan een individuele zorgvrager. 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie (I, L ) Verplicht In beide settingen haalbaar Activiteit: In gevorderde fase 1 heb je geleerd dat een leerling verpleegkundige een individuele zorgvrager voorlichting moet kunnen geven. Tijdens het herstel kan een zorgvrager te maken krijgen met nieuwe problemen in het dagelijks leven en noodzakelijke aanpassingen in de leefwijze. Jij gaat hier op in. Instructie: Kies met jouw werkbegeleiders 1 zorgvrager uit waaraan jij individueel psychoeducatie gaat geven. Stel een voorlichtingsplan op waarin jij beschrijft hoe je psycho-educatie wilt gaan geven. Zorg dat je voldoende deskundigheid bezit om psycho-educatie te kunnen geven. Verdiep je in de casuïstiek: diagnose, prognose, beloop, oorzaak, gevolg en gespecificeerde preventie bij deze zorgvrager. Welke problemen ervaart de zorgvrager door het ziektebeeld in het dagelijks leven en welke handvatten ga jij als zorgverlener aanreiken om met deze problemen om te gaan? Bespreek dit plan met jouw werkbegeleider waarin jij ook aangeeft wat jouw aandachtspunt in gevorderd 1 was, zodat er gericht feedback gegeven kan worden en voer het plan uit. Maak een reflectieverslag, waarin jij ook aangeeft wat jouw aandachtspunt in gevorderd 1 was en hoe je dit hebt aangepakt in gevorderd 2. Criteria praktijk: - Voor- en nabesprekingen met werkbegeleider over de observaties. - Een plan van aanpak en reflectieverslag. - Een ingevuld feedbackformulier. Versie juni 2014 crebo 95 55

59 G2 C Activiteit 2: Het geven van psycho-educatie* aan het steunsysteem van de psychiatrische zorgvrager C1 Resultaat Werkprocessen en competenties Verplicht / oefenen Ambulant/ klinisch Advies, instructie en voorlichting De student heeft 2 x psycho -educatie gegeven aan het steunsysteem van de zorgvrager. 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie ( I, L ) Verplicht In beide settingen haalbaar Activiteit: Als verpleegkundige ben jij ook verantwoordelijk voor het geven van advies, informatie en psycho -educatie aan het steunsysteem van de zorgvrager. Met behulp hiervan kan de belasting van het systeem verminderd worden. Tijdens deze activiteit leer jij hoe je een steunsysteem kunt benaderen en leer jij in te schatten waar het steunsysteem behoefte aan heeft. Jij beperkt je tot het geven van advies en informatie aan het steunsysteem. Instructie: Bereid je voor op de activiteit door theorie te lezen over de benadering van het steunsysteem en over het geven van advies en informatie. In overleg met jouw werkbegeleider bepaal jij aan welke 2 steunsystemen de psycho-educatie gegeven gaat worden, zodat jij 2 verschillende psychoeducaties geeft. Bespreek met jouw werkbegeleider hoe jij deze personen gaat benaderen en waar je rekening mee moet houden.( Denk hierbij ook aan aspecten als zwijgplicht etc.) Gebruik de bestudeerde theorie. Benader de gekozen personen en ga na waar ze behoefte aan hebben met betrekking tot de psycho-educatie. Stem jouw psycho-educatie af op de behoeften van het steunsysteem. Bespreek de activiteit na met jouw werkbegeleider. Criteria praktijk: - Voor- en nabesprekingen met de werkbegeleider over de observaties. - Mondelinge terugkoppeling over het advies en de informatie de gegeven is aan het steunsysteem van twee zorgvragers. - Een Ingevuld feedbackformulier. * waar psycho-educatie staat kan ook GVO gelezen worden Versie juni 2014 crebo 95 59

63 G2 C Activiteit 3: Het doelgericht voeren van een gesprek gericht op herstel. C2 Resultaat Werkprocessen en competenties Verplicht / oefenen Ambulant/ klinisch Psychosociale begeleiding De student heeft een gesprek gevoerd gericht op herstel, waarbij het gesprek ingezet wordt als therapeutisch middel. 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan* op ( A, D, H, J, K, M) 1.4 Begeleidt een zorgvrager ( C, D, R ) 1.9 Evalueert de zorgverlening ( D, J, M ) Verplicht In beide settingen haalbaar Activiteit: In gevorderde 1 heb jij geoefend met het doelgericht voeren van een gesprek. In deze activiteit ga je op de leerwerkplek onderzoeken welke doelgerichte gesprekken gericht op herstel voorkomen. Jij gaat samen met de zorgvrager de problemen en doelen bepalen waaraan deze wil gaan werken. Je kunt hierbij denken aan gesprekken gericht op het starten van een behandeling waar de zorgvrager twijfels bij heeft, of gericht op doelen tijdens het verlof, doelen ten aanzien van werk/dagbesteding etc. Hierbij zijn motiverende gesprekstechnieken te gebruiken. Instructie: Jij gaat na wat de doelgerichte gespreksvormen zijn die gericht zijn op herstel. Jij bespreekt met jouw werkbegeleider wat het doel en wat de werkwijze is van een dergelijk gesprek. Jij woont minimaal twee gesprekken bij en gaat na wat jouw leermomenten hierin zijn. In overleg met jouw werkbegeleider kies jij twee verschillende gesprektechnieken (waaronder 1x motiverende gesprekstechnieken) die jij zult oefenen. Van deze gesprekken bestudeer jij waar nodig de theorie en maak je een plan van aanpak. Jij voert deze gesprekken onder begeleiding uit en evalueert het zowel met de zorgvrager als met jouw werkbegeleider. Jij reflecteert op deze gesprekken en geeft aan wat jouw leermomenten zijn. Deze reflecties gebruik jij bij de volgende keer. Criteria praktijk: - Een plan van aanpak van de gesprekken die jij gaat voeren. - Reflectieverslag van de leermomenten voor- en na de uitvoering van de gesprekken onder begeleiding. - Een ingevuld feedbackformulier. * Wanneer er geen verpleegplannen gebruikt worden, maak je, in overleg met je werkbegeleider, gebruik van de gehanteerde methodiek op de afdeling. Versie juni 2014 crebo 95 63

67 G2 C Activiteit 4: Het opstellen van een signaleringsplan 1* C2 Resultaat Werkprocessen en competenties Verplicht / oefenen Ambulant / klinisch Psychosociale begeleiding De student heeft een signaleringsplan opgesteld. 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en het verpleegplan* op ( A, D, H, J, K, M) 1.4 Begeleidt een zorgvrager ( C, D, R ) 1.9 Evalueert de zorgverlening ( D, J, M ) Verplicht In beide settingen haalbaar Activiteit: In deze activiteit ga jij na wat een signaleringsplan is en wanneer men het op de leerwerkplek samen met een zorgvrager opstelt. In deze activiteit ga jij onder begeleiding van jouw werkbegeleider een signaleringsplan opstellen van 1 zorgvrager. Maak voor het opstellen van het signaleringsplan gebruik van de methodiek die op de leerwerkplek gehanteerd wordt. Als er op de afdeling niet wordt gewerkt met signaleringsplannen, bepaal jij in overleg met jouw werkbegeleider welke methodiek jij gaat hanteren voor deze activiteit. Instructie: Onderzoek in de literatuur wat een signaleringsplan is en waar het toe dient. Kies met jouw werkbegeleider een zorgvrager uit, die al een signaleringsplan heeft. Dit signaleringsplan ga je op de volgende punten bekijken: o Welke methodiek is er gehanteerd? o Op welke wijze is de zorgvrager betrokken bij het opstellen en uitvoeren van dit plan? o Heeft de zorgvrager ook een verpleegplan? Zo nee, achterhaal waarom niet. Zo ja, noem de verschillen tussen het verpleegplan en het signaleringsplan. Observeer de betreffende zorgvrager enkele dagen en ga na of jij bepaalde gedragingen en de signalen die daar bij horen kunt zien. Bespreek dit met jouw collega s en rapporteer jouw bevindingen. Kies daarna met jouw werkbegeleider een zorgvrager uit, die nog geen signaleringsplan heeft of die aangepast moet worden. Ga na wat volgens jou punten zijn die in het signaleringsplan terug moeten komen. Gebruik hierbij observaties, informatie uit dossier, etc. Bespreek dit met de persoonlijk begeleider van de zorgvrager. Stel een plan van aanpak op hoe je het signaleringsplan samen met de zorgvrager gaat opstellen. Stel samen met de zorgvrager het signaleringsplan op. Bespreek dit gezamenlijk opgestelde plan na met de begeleider. Als de begeleider akkoord gaat voer je het signaleringsplan in. Criteria praktijk: - Gesprek met werkbegeleider over punt 2, 3 en 4 uit de instructie, de observaties en de punten die in het signaleringsplan staan. - Plan van aanpak. - Signaleringsplan - Een ingevuld feedbackformulier. * 1 In de ambulante setting mag het opstellen, maar ook bijstellen zijn * Wanneer er geen verpleegplannen gebruikt worden, maak je, in overleg met je werkbegeleider, gebruik van de gehanteerde methodiek op de afdeling. Versie juni 2014 crebo 95 67

71 G2 C Activiteit 5 A: Begeleiden van de leefgroep C2 Psychosociale begeleiding Resultaat De student maakt een analyse van het leefklimaat en begeleidt de groep. Werkprocessen en competenties 1.4 Begeleidt een zorgvrager ( C, D, R) 1.5 Begeleidt een groep zorgvragers ( C, D ) Verplicht / oefenen Verplicht Ambulant/ klinisch Klinisch verplicht* Activiteit: Wanneer je het woord leefgroep opzoekt in het woordenboek, kom je de volgende definitie tegen: Systeem van primaire relaties dat het gezinsleven (tijdelijk) vervangt. In de psychiatrische instellingen leven de zorgvragers binnen een behandeleenheid met elkaar samen in een leefgroep. Het samenleven met elkaar en het volgen van groepstherapie kan bevorderend werken voor de individuen, maar de zorgvragers zullen ook last hebben van strubbelingen en problemen. Het leefklimaat of de sfeer heeft hier een belangrijke rol en kan worden bepaald door medewerkers, maar ook de zorgvragers zelf. In deze activiteit ga je de leefgroep van de leerwerkplek waar je werkt onder de loep nemen. Instructie: Beschrijf de leefgroep op jouw leerwerkplek met behulp van de vragen op de volgende bladzijde. Ga na welke diverse rollen de zorgvragers laten zien in de groep. Wat voor invloed heeft dit op het individu en de groep? Welke begeleidingsvaardigheden moet een verpleegkundige bezitten? Schrijf een plan van aanpak Begeleid de groep volgens de begeleidingsmethodieken: - Autonomie bevorderen - Motiveren van de groep - Stimuleren van de groep - Bekrachtigen van positief groepsgedrag - Hanteren van grenzen - Direct/ directief benaderen - Conflicthantering Maak de groepsprocessen bespreekbaar. Bespreek dit voor en na met jouw werkbegeleider. Criteria praktijk: - Een verslag van de leefgroep op jouw leerwerkplek - Een reflectieverslag over de begeleidingsmethodieken - Een ingevuld feedbackformulier * Bij ambulant wordt activiteit 5B gemaakt Versie juni 2014 crebo 95 71

72 Vragen ten aanzien van de leefgroep: 1. Wat voor invloed hebben de behandeldoelen en de behandelduur op de groep? 2a. Hoe zijn de huishoudelijke taken georganiseerd onder personeel en zorgvragers? 2b. Behouden zorgvragers hun autonomie; doen zorgvragers alles wat ze zelf kunnen, ook daadwerkelijk zelf? 2c. Beargumenteer de gevolgen. 3a. Wat zijn de regels rondom de dagindeling, vrijheden/ vrijetijdsbesteding en weekendbesteding? 3b. Hoe wordt dit aan de zorgvragers duidelijk gemaakt? 3c. Hoe worden zorgvragers gemotiveerd / gestimuleerd om deel te nemen aan de groepsmomenten? 3d. Hoe gaan de zorgvragers om met de verschillen in de vrijheden? Hoe gaan jouw collega s hiermee om? 4a. Merk je dat de zorgvragers met bepaalde ziektebeelden hun draai kunnen vinden in de leefgroep? Waar merk je dat aan? 4b. Hoe laten jouw collega s weten dat bepaald groepsgedrag gewenst is? 4c. Hoe wordt de groep positief bekrachtigd? 5a. Merk je dat zorgvragers met bepaalde ziektebeelden hun draai niet kunnen vinden in de leefgroep? Waar merk je dat aan? 6a. Wat zijn de regels rondom ongewenst gedrag? 6b. Hoe staan jouw collega s hier tegenover? 6c. Zijn er vaste afspraken over wat wel en niet ongewenst gedrag is? 6d. Hoe gaan jouw collega s om met ongewenst gedrag van de zorgvrager? Wordt er volgens vaste standaarden of methoden gereageerd op ongewenst gedrag of reageert ieder naar zijn eigen maatstaf? 6e. Wat is de invloed hiervan op de groep? 7a. Wat zijn de regels rondom escalaties? 7b. Hoe wordt er vanuit jouw collega s gereageerd? 7c. Wat is de invloed hiervan op de groep? 7d. Wat is de invloed hiervan op jouw collega s? Versie juni 2014 crebo 95 72

73 G2 C Activiteit 5 B: Begeleiden van de zorgvrager binnen het sociale netwerk C3 Psychosociale begeleiding Ambulante setting Resultaat De student maakt een analyse van het sociale netwerk en begeleidt dit netwerk evenals de zorgvrager binnen dit netwerk. Werkprocessen en competenties 1.5 Begeleidt een groep zorgvragers ( C, D ) Verplicht / oefenen Verplicht Ambulant/klinisch In ambulante setting haalbaar Activiteit: Wanneer je sociaal netwerk opzoekt, kom je de volgende definitie tegen: Een verzamelnaam voor een netwerk van betekenisvolle figuren (familie, vrienden en kennissen) dat functioneert als ondersteuningsbron voor het eigen welzijn en welbehagen en dat van de personen in het netwerk. In de ambulante setting leeft de zorgvrager met zijn sociale netwerk. Het samenleven met elkaar en het volgen van activiteiten kan bevorderend werken voor de individuen, maar de zorgvrager zal in het sociale netwerk ook last hebben van strubbelingen en problemen. Het leefklimaat of de sfeer binnen het netwerk heeft hier een belangrijke rol en kan worden bepaald door de hulpverlener, maar ook de zorgvrager zelf. In deze activiteit ga je het netwerk van de zorgvrager waar je werkt onder de loep nemen. Instructie: Beschrijf het netwerk met behulp van de vragen op de volgende bladzijde. Ga na welke diverse rollen de leden laten zien in het netwerk. Wat voor invloed heeft dit op het individu en het netwerk? Welke begeleidingsvaardigheden moet een verpleegkundige bezitten? Schrijf een plan van aanpak Begeleid de zorgvrager en eventueel het netwerk volgens de begeleidingsmethodieken: - Autonomie bevorderen - Motiveren - Stimuleren - Bekrachtigen van positief gedrag in het netwerk - Hanteren van grenzen - Direct/ directief benaderen - Conflicthantering Bespreek deze groepsprocessen met jouw werkbegeleider. Bespreek de begeleiding van de zorgvrager en zijn netwerk voor en na met jouw werkbegeleider. Criteria praktijk: - Een verslag van het netwerk - Een reflectieverslag over de begeleidingsmethodieken - Een ingevuld feedbackformulier Versie juni 2014 crebo 95 73

74 Vragen ten aanzien van het netwerk: 1. Wat voor invloed hebben de behandeldoelen en de behandelduur op het netwerk? 2a. Wat zijn de normen (omgangsvormen) binnen het netwerk? 2b. Behouden zorgvragers hun autonomie; doen zorgvragers alles wat ze zelf kunnen, ook daadwerkelijk zelf? 2c. Beargumenteer de gevolgen. 3a. Wat zijn de regelingen rondom de dagindeling, vrijetijdsbesteding en weekendbesteding? 3b. Hoe wordt de zorgvrager hiervan op de hoogte gesteld? 3c. Hoe wordt de zorgvrager gemotiveerd / gestimuleerd om deel te nemen aan de dagelijkse activiteiten? 4a. Merk je dat een zorgvrager met een bepaald ziektebeeld zijn draai kan vinden in het netwerk? Waar merk je dat aan? 4b. Hoe laat jij weten op welke wijze het netwerk bij bepaald gedrag het beste kan reageren? 4c. Hoe wordt het netwerk positief bekrachtigd in hun nieuwe benaderingswijze? 5a. Merk jij dat een zorgvrager met bepaalde ziektebeelden hun draai niet kunnen vinden in het netwerk? (denk aan zorgvragers met autisme / borderline persoonlijkheidsstoornissen) Waar merk je dat aan? 5b. Hoe laat jij weten op welke wijze het netwerk bij bepaald gedrag het beste kan reageren? 5c. Hoe wordt het netwerk positief bekrachtigd in hun nieuwe benaderingswijze? 6a. Wat zijn de (formele en informele) afspraken rondom ongewenst gedrag? 6b. Hoe gaan de leden van het netwerk om met ongewenst gedrag van de zorgvrager? Wordt er volgens vaste standaarden of methoden gereageerd op ongewenst gedrag of reageert ieder naar zijn eigen maatstaf? 6c. Wat is de invloed hiervan op de groep? 7a. Wat zijn de regels / afspraken rondom escalaties? 7b. Wat is de invloed hiervan op het netwerk? Versie juni 2014 crebo 95 74

77 G2 C Activiteit 6: Het geven van psycho-educatie aan een groep zorgvragers C3 Resultaat Werkprocessen en competenties Verplicht / oefenen Ambulant / klinisch Groepsbegeleiding De student geeft advies, instructie en voorlichting aan een groep zorgvragers of het netwerk 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie aan zorgvragers (I, L). 1.5 Begeleidt een groep zorgvragers ( C, D ) Verplicht In beide settingen haalbaar Activiteit: In gevorderde 1 heb je geleerd hoe je als leerling verpleegkundige aan een psychiatrische zorgvrager voorlichting moet kunnen geven. In de beginnersfase heb je geleerd om een groep zorgvragers te begeleiden. In deze activiteit voeg je dit samen. Gebruik de theorie over groepsprocessen (zie activiteit 5a of 5b) en de theorie over psychoeducatie. Bekijk welke vorm van groepspsycho-educatie je wilt gaan geven en welke voorlichtingsmaterialen je wilt gebruiken. Indien bij de ambulante setting waar je eventueel stage loopt geen psycho-educatie aan een groep zorgverleners gegeven kan worden, dan kan dit ook aan het netwerk. Instructie: Kies met jouw werkbegeleiders een aantal zorgvragers uit waaraan jij groepsgewijs psycho-educatie gaat geven. Stel een plan van aanpak op waarin je beschrijft hoe je de psycho-educatie wilt gaan geven en wat het doel is van jouw educatie. Zorg dat je voldoende deskundigheid bezit om groepspsycho-educatie te kunnen geven. Beschrijf welke problemen iemand door het ziektebeeld kan ervaren in het dagelijks leven en welke handvatten jij als zorgverlener kunt aanreiken om met deze problemen om te gaan. Beschrijf welke activiteiten jij de groep wilt laten uitvoeren tijdens de psycho-educatie. Bespreek dit plan van aanpak met jouw werkbegeleider en voer het plan uit. Criteria praktijk: - Het plan van aanpak - Reflectieverslag - Een ingevuld feedbackformulier Versie juni 2014 crebo 95 77

81 BEROEPSOPDRACHT BEROEPSTAAK E GEVORDERD 2 UITVOEREN VAN ORGANISATIE- EN PROFESSIEGEBONDEN TAKEN Toelichting Je gaat aan de slag met de activiteiten uit het ondersteuningsmagazijn. Je vraagt bij elke activiteit feedback met behulp van het feedbackformulier. Opdracht Je werkt als leerling verpleegkundige op een afdeling of ambulant bij een GGZ (GHZ) instelling. Je krijgt de opdracht om te werken aan het bevorderen van je deskundigheid, uitvoering te geven aan je persoonlijk ontwikkelplan en een bijdrage te leveren aan de professionalisering van het beroep. Je leest vakliteratuur en volgt en geeft klinische lessen. Je werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg door bijvoorbeeld te participeren in ontwikkel- of intervisiegroepen. Daarnaast bewaak je systematisch de kwaliteit van je werkzaamheden en signaleer je tijdig knelpunten op micro en mesoniveau. Verwacht wordt dat jij je kennis van het vakgebied inzet bij verbetertrajecten. Je geeft nieuwe collega s, studenten en/of stagiaires passende werkbegeleiding en je neemt deel aan begeleidings- en beoordelingsgesprekken. Je stelt de periode van werkbegeleiding vast volgens de afspraken van de afdeling en in overleg met je begeleider. Wat moet je doen? Bespreek met je begeleider welke activiteiten je kan uitvoeren op de afdeling op welk moment. Je voert de activiteiten zelfstandig uit en de voor of -nabespreking gebeurt op jouw initiatief. Je geeft zelf sturing aan het leerproces en laat een proactieve leerhouding zien. Dat wil zeggen dat je de opdracht voorbespreekt, zelfstandig uitvoert en evalueert met je begeleider. Beoordeling beroepsopdracht. Nadat alle activiteiten zijn afgerond maak je een reflectieverslag over de 3 werkprocessen van beroepstaak E volgens de STARR(T) methode. In het reflectieverslag beschrijf je 2 competenties waarvan jij kan aantonen dat jij afgelopen leerjaar bent gegroeid. Je bespreekt je reflectieverslag met je begeleider en laat een beoordelingsformulier invullen. Taaltaken 3 -Kan actief luisteren -Kan instructies opvolgen en opdrachten uitvoeren -Kan een gesprek met diverse disciplines met vakjargon begrijpen -Kan een klinische les volgen -Kan observatie- en vragenlijsten lezen -Kan een leidinggevende of andere disciplines waarschuwen -Kan een overdracht geven, verslag doen van gebeurtenissen 3 Indien de student deze beroepsopdracht uitvoert, werkt hij tevens aan bovenstaande taaltaken Versie juni 2014 crebo 95 81

83 FEEDBACKFORMULIER Beroepsopdracht E Naam student: Datum: MBOverpleegkundige Niveau: Gevorderd 2 Werkprocessen Beroepstaak E Gevorderd Niveau 2.1. De gevorderde leerling werkt na overleg met de begeleider aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep. Zij stelt zelfstandig een persoonlijk ontwikkelplan op en voert dit uit. De gevorderde leerling heeft aan haar deskundigheid gewerkt door het volgen en geven van klinische lessen. De gevorderde leerling houdt vakkennis en vaardigheden bij. Zij neemt deel aan inhoudelijke beroepsmatige discussies. (K) 2.2 De gevorderde leerling werkt, na overleg met de begeleider aan het bevorderen en het bewaken van kwaliteitszorg. Zij heeft de juiste activiteiten ontplooid om een bijdrage te leveren aan het beleid op micro- en mesoniveau van de afdeling (H, T) Feedback 2.3 De gevorderde leerling werkt nieuwe collega s in en geeft werkbegeleiding aan leerlingen en stagiaires. Zij sluit aan op de mogelijkheden en leerstijl van de stagiaire en stelt in overleg een geschikte wijze van begeleiden vast. Zij instrueert, geeft aanwijzingen, adviezen en coacht en begeleidt bij het ontwikkelen van een beroepshouding. Zij biedt een optimaal leer- en werkklimaat. Ze participeert in begeleidings- en beoordelingsgesprekken. (C) Versie juni 2014 crebo 95 83

84 Argumentatie Feedback (verplicht invullen) (maak bij de argumentatie van de feedback gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende bladzijde) Datum: Naam begeleider in de praktijk: Paraaf: Naam student:. Paraaf:.. Versie juni 2014 crebo 95 84

85 Overzicht : beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatieindicatoren G2 Beroepstaak E Beroepsproducten Werkprocessen Uitvoering van organisatie- en professie gebonden taken Competenties: E Deskundigheidsbevordering en professionalisering E.2 Kwaliteitszorg 2.2 E.3 Werkbegeleiding 2.3 C, H, K, T Competenties in de werkprocessen C. Begeleiden H. Overtuigen en beïnvloeden K Vakdeskundigheid toepassen Prestatie-indicatoren Sluit aan op de mogelijkheden en leerstijl van de leerling of stagiaire. Stelt in overleg met de leerling of stagiaire een geschikte wijze van begeleiden vast. Instrueert, geeft aanwijzingen, adviezen en coacht leerlingen en stagiaires. Geeft gevraagd en ongevraagd feedback op hun leeractiviteiten en beroepsmatig handelen. Begeleidt leerlingen en stagiaires bij het ontwikkelen van een beroepshouding. Biedt een optimaal leer- en werkklimaat, die leerlingen en stagiaires stimuleert zich te ontwikkelen. Stimuleert leerlingen en stagiaires de grenzen van hun mogelijkheden te verkennen. Participeert in begeleidings- en beoordelingsgesprekken van leerlingen en stagiaires. Signaleert knelpunten/klachten op micro- en meso niveau en maakt deze bespreekbaar Doet voorstellen om knelpunten/klachten op te lossen Komt met ideeën, standpunten en/of voorstellen en zorgt voor onderbouwing Gebruikt waar mogelijk informatie uit wetenschappelijk onderzoek (Evidence Based Practice). Zet kennis van het vakgebied in bij verbetertrajecten. Verwoordt binnen een werkoverleg wat de veranderingen zijn in de werkeenheid of organisatie en waarom. Houdt vakkennis en vaardigheden bij Leest vakliteratuur en praat met begeleider over actuele vakkennis Draagt de eigen kennis en expertise op begrijpelijke wijze over aan collega s en andere deskundigen Vraagt feedback over haar eigen functioneren en geeft feedback aan anderen Stelt een persoonlijk ontwikkelplan op en voert dit uit. Reflecteert op eigen ontwikkeling en past haar leerproces aan. Maakt tijdens eigen leerproces gebruik van actuele vakkennis. Neemt deel aan inhoudelijke discussies met collega's en anderen over het beroep Laat een open houding zien in vakinhoudelijke discussies Versie juni 2014 crebo 95 85

86 Competenties in de werkprocessen T. Procedures en instructies opvolgen Prestatie-indicatoren Levert een bijdrage aan visieontwikkeling van het beroep en de beroepsuitoefening en draagt deze visie ook uit aan anderen Houdt zich aan de voorgeschreven procedures rondom kwaliteitsverbetering en aan wettelijke richtlijnen. Werkt conform voorgeschreven procedures. Werkt overeenkomstig de wettelijke richtlijnen. Stimuleert anderen om zich hier ook aan te houden. Bespreekt de verschillen in procedures. Reflecteert op eigen handelen in kader van de procedures rondom kwaliteitsverbeteringen. Toont een proactieve houding. Versie juni 2014 crebo 95 86

87 Ondersteuningsmagazijn Praktijk Beroepstaak E E1. Deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep E2. Bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg E3. Geeft werkbegeleiding Gevorderd 2 V=verplicht Activiteiten Gevorderd 2 Datum Paraaf V 1. Het geven van een klinische les. V 2. Vernieuwingen in de zorg V 3. Klachtenafhandeling V 4. Werkbegeleiding geven Versie juni 2014 crebo 95 87

89 G2 E activiteit 1: Het geven van een klinische les E1 Resultaat Werkprocessen en competenties Verplicht/oefen Klinisch of ambulant Deskundigheidsbevordering en professionalisering De student heeft een klinische les gegeven die relevant is voor de leerwerkplek waar hij/zij stage loopt. 2.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep. ( K ) Verplicht In beide settingen haalbaar Activiteit: In eerdere fases heb je klinische lessen of verpleegkundige referaten gevolgd. In deze activiteit ga je zelf een klinische les voorbereiden en geven. Je gaat op zoek naar een onderwerp waarmee je laat zien dat je aan jouw eigen deskundigheid kan werken en aan de deskundigheid van jouw collega s. Het onderwerp is verpleegkundig van aard en moet relevant zijn voor de leerwerkplek. Gebruik, tijdens de uitvoering van deze activiteit, de theorie. Denk dan aan : - op welke wijze een klinische les is opgebouwd - welke verschillende soorten klinische er lessen zijn - hoe je de klinische les kan organiseren - hoe je de klinische les kan evalueren Instructie: Je bepaalt zelf een relevant onderwerp voor een klinische les. Deze moet relevant zijn voor de leerwerkplek waar je stage loopt. Je bespreekt het onderwerp met jouw werkbegeleider. Als dit akkoord is, dan maak je een concept opzet voor de klinische les. In dit concept staat de opbouw van de klinische les, het doel van de klinische les, de wijze van organiseren, hoe je collega s gaat uitnodigen en hoe je je evaluatie vorm wilt geven. Dit concept leg je ter goedkeuring voor bij jouw werkbegeleider. Afhankelijk van de feedback pas je je opzet eventueel aan. Je geeft de klinische les en evalueert deze. Je maakt een kort verslag van deze evaluatie. Geef aan wat de leerpunten / ontwikkelpunten zijn en op welke wijze je deze gaat verwerken. Criteria praktijk: - De goedgekeurde opzet van de klinische les. - Het verslag van de evaluatie en de leerpunten/ontwikkelpunten. - Een ingevuld feedbackformulier. Versie juni 2014 crebo 95 89

93 G2 E activiteit 2: Vernieuwingen in de zorg E1 Resultaat Werkprocessen en competenties Verplicht/oefen Klinisch of ambulant Deskundigheidsbevordering en professionalisering De student laat zien op de hoogte te zijn van de actuele vernieuwingen/ontwikkelingen in de zorg. En bespreekt minimaal een relevante ontwikkeling of vernieuwing in het eigen team. 2.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep. (K) Verplicht In beide settingen haalbaar Activiteit: In de zorg zie je dat regelmatig op landelijk/ regionaal/ in de eigen instelling gesproken wordt over welke vernieuwingen nodig zouden zijn om de zorg die wij bieden te optimaliseren. Dit zie je terug door vernieuwingen/ ontwikkelingen op het gebied van ambulantisering, crisisinterventie, protocollen, financiering van de zorg, van het beroep verpleegkundige, enz. In deze activiteit ga je op zoek naar een relevante vernieuwing / ontwikkeling die invloed heeft ( invloed kan hebben) op de setting waar jij werkt. Je zoekt uit wat die invloed is en wat dit betekent voor jou als verpleegkundige. Bijvoorbeeld: - door alle handelingen goed te registreren, zal de zorgverzekeraar deze handelingen ook correct financieren. - door meer ambulant te willen gaan werken, zal de klinisch opgeleide verpleegkundige meer moeten gaan leren en denken vanuit de sociale psychiatrie. - Het Trimbos instituut komt met een aanpassing/vernieuwing van bijvoorbeeld een agressie protocol. Instructie: Je gaat na via de schoolactiviteiten, internet, binnen de eigen instelling, kranten, e.d. welke vernieuwingen/ ontwikkelingen er gaande zijn. Vervolgens maak je een keuze uit deze vernieuwingen/ ontwikkelingen welke jij interessant vindt voor de setting waar je werkt. Bespreek dit met jouw werkbegeleider. Werk voor jezelf dit onderwerp uit: welke invloed heeft het op jouw verpleegkundig werk, welke voordelen zie je en welke nadelen, wie zijn er bij betrokken? Bespreek dit weer met jouw werkbegeleider en kom tevens met een voorstel hoe je dit binnen het team wilt bespreken. Geef schriftelijk weer welke vernieuwing/ ontwikkeling je wilt bespreken en waarom. Geef vervolgens weer wat jouw bijdrage was en wat de reacties binnen het eigen team zijn. Als laatste geef je aan op welke wijze men binnen jouw setting met deze vernieuwing/ ontwikkeling aan de slag zal gaan. Mocht men er voor kiezen nog niet met deze vernieuwing/ ontwikkeling aan de slag te gaan, geef dan aan wat de reden daarvoor is. Criteria praktijk: - De schriftelijke weergave zoals in de instructie beschreven - Een ingevuld feedbackformulier Versie juni 2014 crebo 95 93

97 G2 E activiteit 3: Klachtenafhandeling E2 Resultaat Werkprocessen en competenties Kwaliteitszorg De student heeft twee klachten afgehandeld 2.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg.( H en T) Verplicht/oefen Klinisch of ambulant Verplicht In beide settingen haalbaar Activiteit: In de behandeling van zorgvragers loopt het niet altijd naar ieders tevredenheid. De zorgvrager kan niet tevreden zijn, zijn familie of naasten, maar ook hulpverleners onderling zijn soms niet tevreden over de behandeling. In deze activiteit ga je na wat de procedures zijn als een zorgvrager of een familielid/ of een naaste een klacht heeft over de behandeling. Hoe is het op de leerwerkplek geregeld, hoe is het in de instelling geregeld? Als tweede ga je na welke procedures er zijn als er door hulpverleners fouten worden gemaakt, wat leidt of kan leiden tot een klacht. Denk bijvoorbeeld aan medicatiefouten, bejegening, zich niet houden aan de instellingsgebonden gedragscode, e.d. Je gaat in deze activiteit dus minimaal twee procedures volgen: - 1 is gericht op een klacht vanuit de zorgvrager of de familie/naaste - 1 is gericht op jou als hulpverlener. Instructie: Zoek uit welke soort klachten de zorgvrager of de familie/naaste kunnen uiten. Ga na welke procedures hiervoor zijn, zowel binnen je eigen leerwerkplek als binnen de instelling. Kies een klacht uit in overleg met je werkbegeleider en handel deze volgens de juiste procedure af. Ga na met welke procedures de hulpverleners te maken krijgen als er iets niet goed gegaan is. Dit kan bijvoorbeeld een agressie incident zijn, een medicatiefout, een klacht van een zorgvrager m.b.t. bejegening enz. Waar moet de hulpverlener rekening mee houden, bij wie kan hij/zij terecht, welke formulieren zijn van toepassing en wat gebeurt er mee? Schrijf een reflectie over beide situaties ( zorgvrager en hulpverlener), wat zijn jouw aandachtspunten? (kijk welke verbeterpunten jij nog hebt volgens de prestatieindicatoren van competentie T) en hoe ga je daar in de toekomst mee om?. Verwerk deze aandachtspunten in je POP. Criteria praktijk: - Een reflectie verslag over beide situaties. - Een ingevuld feedbackformulier Versie juni 2014 crebo 95 97

100 Argumentatie Feedback (verplicht invullen) (maak bij de argumentatie van de feedback gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende bladzijde) Datum: Naam begeleider in de praktijk: Paraaf: Naam student:. Paraaf:.. Versie juni 2014 crebo

101 G2 E activiteit 4: Werkbegeleiding geven E3 Resultaat Werkprocessen en competenties Verplicht/oefen Klinisch of ambulant Werkbegeleiding De student heeft een stagiaire en/of leerling begeleid. 2.3 Geeft werkbegeleiding.(c) Verplicht In de klinische setting haalbaar. In de ambulante setting wordt in overleg met de werkbegeleider bepaald hoe inhoud gegeven kan worden aan werkproces 2.3 Activiteit: In deze activiteit ga jij een stagiaire of een leerling begeleiden bij het leren op de leerwerkplek. In overleg met jouw werkbegeleider ga je een jongere jaars leerling/stagiaire begeleiden bij een praktijkactiviteit. Je begeleidt deze leerling /stagiaire bij alle onderdelen die bij werkbegeleiding horen: (voor)bespreken van de activiteit, de planning, het voeren van begeleidingsgesprekken en het beoordelen van deze activiteit. NB. jij bent niet degene die de activiteit mag aftekenen, je doet een voorstel naar de werkbegeleider en deze is verantwoordelijk voor het daadwerkelijke aftekenen. Instructie: Stem met de leerling /stagiaire en de werkbegeleiding af bij welke praktijkactiviteit jij de werkbegeleidersrol op je neemt. Neem ter voorbereiding de prestatie-indicatoren van competentie C door. Ga samen na aan welke persoonlijke leerdoelen de leerling/stagiaire ook moet werken en waar je gedurende je begeleiding rekening mee moet houden. Neem van te voren de activiteit, de feedbackformulieren en het persoonlijk leerdoel door, zodat je van te voren weet op welke punten je specifiek feedback gaat geven. Observeer hoe de leerling/stagiaire omgaat met de activiteit, spreek elkaar regelmatig zodat je tijdig feedback kan geven. Als de leerling/stagiaire zijn/haar activiteit afgerond heeft, vul dan eerst zelf het feedbackformulier in. Neem dit door met je eigen werkbegeleider. Ga met de leerling/stagiaire in gesprek en vertel deze welke feedback je hebt gegeven. Is de activiteit nog niet volledig voldaan, geef dan concreet aan, aan welke punten de leerling/stagiaire moet werken. Is de activiteit wel voldaan, geef dan concreet aan welke ontwikkelpunten jij ziet voor de komende periode. Gedurende het hele begeleidingsproces bespreek je met jouw werkbegeleider goed door wat jouw leerpunten zijn m.b.t. begeleiden. Je schrijft een reflectie op je rol als begeleider en geeft tevens je eigen leerpunten/ontwikkelpunten aan. Neem de prestatie-indicatoren van competentie C hierin mee. Verwerk de leerpunten/ontwikkelpunten in je POP. Criteria praktijk: - Een reflectie verslag van de rol als begeleider - Een ingevuld feedbackformulier Versie juni 2014 crebo

102 Versie juni 2014 crebo

103 FEEDBACKFORMULIER Beroepsopdracht E Naam student: Datum: MBOverpleegkundige Niveau: Gevorderd 2 Werkprocessen Beroepstaak E Gevorderd Niveau 2.1. De gevorderde leerling werkt na overleg met de begeleider aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep. Zij stelt zelfstandig een persoonlijk ontwikkelplan op en voert dit uit. De gevorderde leerling heeft aan haar deskundigheid gewerkt door het volgen en geven van klinische lessen. De gevorderde leerling houdt vakkennis en vaardigheden bij. Zij neemt deel aan inhoudelijke beroepsmatige discussies. (K) 2.2 De gevorderde leerling werkt, na overleg met de begeleider aan het bevorderen en het bewaken van kwaliteitszorg. Zij heeft de juiste activiteiten ontplooid om een bijdrage te leveren aan het beleid op micro- en mesoniveau van de afdeling (H, T) Feedback 2.3 De gevorderde leerling werkt nieuwe collega s in en geeft werkbegeleiding aan leerlingen en stagiaires. Zij sluit aan op de mogelijkheden en leerstijl van de stagiaire en stelt in overleg een geschikte wijze van begeleiden vast. Zij instrueert, geeft aanwijzingen, adviezen en coacht en begeleidt bij het ontwikkelen van een beroepshouding. Zij biedt een optimaal leer- en werkklimaat. Ze participeert in begeleidings- en beoordelingsgesprekken. (C) Versie juni 2014 crebo

104 Argumentatie Feedback (verplicht invullen) (maak bij de argumentatie van de feedback gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende bladzijde) Datum: Naam begeleider in de praktijk: Paraaf: Naam student:. Paraaf:.. Versie juni 2014 crebo

105 ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT VOOR STUDENTEN EN BEOORDELAARS Datum: Sept Schooljaar: Versie juni 2014 crebo

107 ALGEMENE INLEIDING Elke beroepstaak bestaat uit een aantal beroepsopdrachten die de student moet behalen gedurende de opleiding. Uiteindelijk zal de student de beroepsopdrachten op startbekwaam niveau uitoefenen. Gedurende de opleiding heeft de student geoefend met de activiteiten en/of delen van de beroepsopdrachten en heeft hij feedback verzameld en beoordelingsformulieren. In overleg met de begeleider/praktijkopleider wordt besloten of de student in staat is de beroepsopdracht als toets uit te voeren. De toets wordt uitgevoerd op een vastgesteld moment dat van te voren bij de student en de beoordelaar bekend is. De afdeling waar de toets wordt afgenomen is eveneens bekend. Op de volgende pagina s wordt een precieze en algemene instructie beschreven voor de student en de beoordelaar. De algemene instructie geldt voor alle beroepsopdrachten die als toets uitgevoerd worden. Daar waar de instructie afwijkt, zal dat per beroepsopdracht aangegeven worden. Versie juni 2014 crebo

108 INSTRUCTIE VOOR DE STUDENT Binnenkort ga je een beroepsopdracht als toets uitvoeren. Op deze pagina vind je de instructie voor het uitvoeren van de toets. Voorbereiding 1. Bereid je met behulp van de activiteiten uit het ondersteuningsmagazijn voor op het uitvoeren van de toets. 2. Verzamel de feedbackformulieren zodat je je goed kunt voorbereiden op de toets ( wat is belangrijk voor je om op te letten/wat doe je goed/waar moet je nog wat extra aandacht aan schenken voordat je de toets gaat uitvoeren etc.) Overleg hierover ook met je SLB en je begeleider in de praktijk. 3. Vraag toestemming voor het uitvoeren van de toets aan je begeleider/ praktijkopleider. 4. Maak een planning en schrijf de afspraken die je maakt voor de uitvoering en de beoordeling van de toets in het daarvoor bestemde formulier. (zie het afsprakenformulier toets beroepsopdracht hier achter in het opdrachtenboek) 5. Voeg het formulier bij het beoordelingsformulier van de toets. Uitvoering toets 1. Voer de toets uit volgens de planning Nabespreking toets 1. Bespreek de beoordeling van de toets met de beoordelaar en vraag om toelichting op de beoordeling. 2. Bij een voldoende beoordeling: vraag de beoordelaar het beoordelingsformulier af te tekenen en te voorzien van een stempel van de praktijkorganisatie. zet zelf ook je handtekening op het beoordelingsformulier Stel je POP en werkplanning zo nodig bij. Maak daarbij gebruik van de argumentatie waarop de beoordeling gebaseerd is. Bij een onvoldoende beoordeling: vraag de beoordelaar om een beschrijving van de beoordeling maak een plan voor de voorbereiding van de herkansing start opnieuw de voorbereiding van de toets Voldoende beoordeling De toets is voldoende als ALLE werkprocessen met VOLDOENDE zijn beoordeeld. Versie juni 2014 crebo

109 INSTRUCTIE VOOR DE BEOORDELAAR Binnenkort gaat u een student beoordelen die een beroepsopdracht als toets zal uitvoeren. Op deze pagina vindt u de instructie voor het beoordelen van de toets. Voorbereiding 1. Bespreek met de student de planning en leg samen met de student de afspraken voor de uitvoering en beoordeling van de toets vast in het daarvoor bestemde formulier. (zie het afsprakenformulier toets beroepsopdracht achter in het opdrachtenboek) Uitvoering en beoordeling van de toets 1. Observeer de uitvoering van de toets. 2. Beoordeel de uitgevoerde werkprocessen met voldoende/onvoldoende. 3. Vervolgens geeft u het totaal oordeel aan op het formulier. De opdracht is voldoende als alle werkprocessen met een voldoende zijn beoordeeld. 4. Beargumenteer en beschrijf uw beoordeling op het beoordelingsformulier. Maak daarbij gebruik van de competenties zoals die op het overzicht van de beroepstaak worden genoemd. 5. Nabespreking van de toets 1. Bespreek de beoordeling van de toets met de student. Bij een voldoende beoordeling: tekent u de toets af met handtekening en stempel van de organisatie laat de student eveneens het formulier tekenen ondersteunt u indien nodig de student bij het bijstellen van zijn POP en werkplanning. Bij een onvoldoende beoordeling: evalueert u uitvoerig de resultaten van de toets met de student en geeft u toelichting op de beschreven beoordeling. Maakt u met de student afspraken m.b.t. de voorbereiding en uitvoering van de herkansing Voldoende beoordeling De toets is voldoende als ALLE werkprocessen met VOLDOENDE zijn beoordeeld. Versie juni 2014 crebo

111 OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE TOETS BEROEPSOPDRACHT Ondersteunen bij de verpleegkundige basiszorg Beroepstaak B Verpleegkundige basiszorg Niveau Gevorderd 2 Datum: Juni 2013 Schooljaar : Versie juni 2014 crebo

113 INLEIDING Binnenkort ga je de toets Ondersteunen bij verpleegkundige (basis)zorg afleggen. Wat je moet doen en hoe je je kunt voorbereiden op de toets lees je in de ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT VOOR STUDENT EN BEOORDELAARS achter het tabblad toetsen van het opdrachtenboek. Wat er van de beoordelaar van de toets verwacht wordt staat ook beschreven in deze algemene instructie. Beroepsopdracht Beroepstaak B Gevorderd 2 Bieden van verpleegkundige (basis) zorg Je werkt als leerling-verpleegkundige op een afdeling of ambulant bij een GGZ (GHZ) instelling. Je leidinggevende geeft je de opdracht om, gedurende een aantal dag en/of avonddiensten zelfstandig verpleegkundige zorg te verlenen aan zorgvragers in midden complexe zorgsituaties. Het gaat hierbij om zorgvragers met een aantal verschillende stoornissen, beperkingen of handicaps, die elkaar gedeeltelijk beïnvloeden. Je voert de opdracht zelfstandigheid uit en de voor of -nabespreking gebeurt op jouw initiatief. Je geeft zelf sturing aan jouw leerproces en laat een proactieve leerhouding zien. Wat moet je doen? Met je begeleider kies je een aantal zorgvragers uit waarbij je bovenstaande opdracht kunt uitvoeren. Ga aan de hand van het verpleegplan na wat de gevolgen zijn van de gezondheidsproblemen. Het accent ligt op het bieden van persoonlijke verzorging en het uitvoeren van verpleegtechnische handelingen. Je biedt de cliënten psychosociale begeleiding bij de voorbereiding op verschillende therapieën, behandelingen of onderzoeken. Je verzamelt gegevens over dreigende of bestaande gezondheidsproblemen, stelt op basis hiervan een verpleegplan op en bespreekt dit met de zorgvrager en betrokkenen. Je biedt op basis van het verpleegplan de verpleegkundige zorg, observeert en monitort voortdurend veranderingen in de gezondheidstoestand en het welbevinden van de zorgvrager. Je houdt daarbij rekening met de omstandigheden, wensen en behoeften van de zorgvrager. Je rapporteert verkregen gegeven in het dossier en stelt zo nodig het verpleegplan bij. Je evalueert de verleende zorg met cliënt en werkbegeleider. Je plant werkzaamheden voor de zorgverlening in een logische volgorde, stelt prioriteiten en zorgt ervoor dat betrokkenen hiervan op de hoogte zijn. Je draagt zo nodig werkzaamheden over en zorgt voor duidelijke en relevantie informatie/instructies voor collega s. Je raadpleegt indien nodig andere deskundigen en overlegt tijdig en regelmatig met hen. Daarnaast speel je een actieve rol in de coördinatie van zorg en de daarvoor relevante overlegvormen en collegiale consultatie. Je herkent crisissituaties, handelt adequaat. Jij maakt daarbij zelfstandig een afweging van de risico s zodat de juiste verpleegkundige interventies kunnen worden ingezet zo nodig in overleg met de collega s en/of de behandelaar. Versie juni 2014 crebo

114 Taaltaken - Kan observatie- en vragenlijsten lezen - Kan voorschriften / procedures/instructies/protocollen/een planning/een overdracht/ een dossier/een verpleegplan/rapportage/vakliteratuur/leerplan lezen en interpreteren. - Kan een zorgplan bespreken en evalueren - Kan observatielijsten en vragenlijsten invullen - Kan zorgdoelen/begeleidingsdoelen/een zorgplan/een leerplan formuleren en bijhouden(wijzigingen vastleggen). Rekentaken - Heeft numerieke vaardigheden m.b.t. vochtlijst en vochtbalans - Kan ondersteunen bij bewegen en verplaatsen - Kan de weg vinden en uitleggen in een instelling Versie juni 2014 crebo

115 BEOORDELINGSFORMULIER Beroepsopdracht B Naam student: Datum: Opleiding: MBOverpleegkundige Niveau: Gevorderd 2 Werkprocessen Beroepstaak B O V 1.1 De gevorderde verpleegkundige stelt het verpleegplan op of bij, op basis van de verpleegkundige diagnose, en bespreekt dit met de zorgvrager en andere betrokkenen. (A-D-H-J-K-M) 1.2 De gevorderde verpleegkundige voert de persoonlijke basiszorg en zo nodig terminale zorg uit. Monitort de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied. Hierbij houdt zij rekening met de omstandigheden van de zorgvrager en betrokkenen en zet zo nodig vervolgstappen. (E-F-J-K-R-V) 1.4 De gevorderde verpleegkundige begeleidt de zorgvrager bij het handhaven en vergroten van zijn zelfredzaamheid door de zorgvrager te stimuleren en te motiveren de regie over zijn eigen leven te voeren. Daarnaast begeleidt zij de mantelzorger /naasten en let op de signalen van overbelasting (C-D-R) 1.7 De gevorderde verpleegkundige pakt een crisissituatie of een onvoorziene situatie op professionele wijze aan. Zij roept bij calamiteiten de hulp in van collega s of deskundigen van andere disciplines. Zij reageert volgens geldende procedures en regelgeving en indien nodig wijkt zij af in overleg. (E-T-V) 1.8 De gevorderde verpleegkundige maakt een planning en verdeling van de werkzaamheden, wijst werkzaamheden toe en geeft prioriteiten aan. De gevorderde heeft collega s geconsulteerd en een actieve bijdrage geleverd aan overlegsituaties, waardoor de continuïteit van de zorgverlening gewaarborgd is. (B-E-Q) 1.9 De gevorderde verpleegkundige evalueert de zorgverlening met de betrokken partijen en maakt hiervan een schriftelijke eindrapportage t.a.v.de uitgevoerde zorg. (C-J-M) Totaal Oordeel Beroepsopdracht B Voldoende Onvoldoende Versie juni 2014 crebo

116 Argumentatie beoordeling (verplicht invullen) Vervolg BEOORDELINGSFORMULIER Beroepsopdracht B Naam student: Datum: Opleiding: MBOverpleegkundige Niveau: Gevorderd 2 Afspraak: Naam beoordelaar: Paraaf beoordelaar: Paraaf student: Stempel praktijkorganisatie* *paraaf door stempel Versie juni 2014 crebo

117 AFSPRAKEN VOOR DE UITVOERING VAN DE TOETS NAAM STUDENT: : OPLEIDING :. CURSUSJAAR : DE TOETS BEROEPSOPDRACHT : A B C D E (omcirkel de beroepstaakletter) NIVEAU : BEGINNER GEVORDERD- STARTBEKWAAM (omcirkel het niveau) WORDT AFGENOMEN OP: DATUM : TIJDSTIP : VAN TOT TIJDSTIP NAGESPREK : VAN TOT AFDELING :.. NAAM BEOORDELAAR :. OVERIGE RELEVANTE AFSPRAKEN: DATUM; WERKBEGELEIDER/PRAKTIJKOPLEIDER: PARAAF: STUDENT: PARAAF: NAAM: NAAM: 117

118 STUDENTENVERSIE juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 118

119 STUDENTENVERSIE OPLEIDING tot MBO - VERPLEEGKUNDIGE TOETS BEROEPSOPDRACHT Begeleiden Beroepstaak C Niveau Gevorderd 2 Datum: Mei 2012 Schooljaar: juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 119

121 STUDENTENVERSIE INLEIDING Binnenkort ga je de toets Begeleiden afleggen. Wat je moet doen en hoe je je kunt voorbereiden op de toets lees je in de ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT VOOR STUDENT EN BEOORDELAARS achter het tabblad toetsen van het opdrachtenboek. Wat er van de beoordelaar van de toets verwacht wordt staat ook beschreven in deze algemene instructie. BEROEPSOPDRACHT BEROEPSTAAK C GEVORDERD 2 ONDERSTEUNEN BIJ BEGELEIDING Beroepsopdracht Je werkt als leerling-verpleegkundige op een verpleegafdeling of ambulant bij GGZ (GHZ) instelling. Je leidinggevende geeft je de opdracht om duidelijke en begrijpelijke voorlichting, advies en instructie te geven aan zorgvragers en/of groepen in midden complexe zorgsituaties. Dit doe je vanuit de individuele zorgbehoefte van de zorgvrager. Het gaat hierbij om zorgvragers met een aantal verschillende stoornissen, beperkingen of handicaps, die elkaar gedeeltelijk beïnvloeden Daarnaast ondersteun en begeleid je de zorgvrager op psychosociaal gebieden maatschappelijk gebied, zowel individueel als in de groep gedurende een aantal dag en/of avonddiensten. Je stelt het aantal zorgvragers en het aantal diensten vast volgens de afspraken van de afdeling en in overleg met je begeleider. Je voert de opdracht zelfstandig uit en de eventuele voor of - nabespreking gebeurt op jouw initiatief. Je geeft zelf sturing aan het leerproces en laat een pro-actieve leerhouding zien. Wat moet je doen? Met je begeleider kies je een aantal zorgvragers uit waarbij je bovenstaande opdracht kunt uitvoeren. Ga aan de hand van het verpleegplan na wat de gevolgen zijn van de gezondheidsproblemen. Je laat zien dat je aan de zorgvragers advies, instructie en voorlichting kunt geven en kunt begeleiden op psychosociaal gebied en maatschappelijk gebied. Je observeert hoe de zorgvrager reageert op jouw advies, instructie en voorlichting en gaat na of de informatie begrepen is. Daarnaast besteed je aandacht aan het behouden van de eigen regie door de zorgvrager en hebt aandacht voor zingevingsvragen. Je rapporteert zelfstandig je bevindingen in het verpleegkundig dossier. Wanneer er onvoorziene omstandigheden zijn, bijvoorbeeld bij gedragsproblemen roep je de hulp in van je begeleider of andere disciplines. Vervolgens los je de problemen zo zelfstandig mogelijk op. Taaltaken 4 -Voert een slechtnieuws gesprek -Kan feedback geven en ontvangen -Kan voorlichting geven aan een individu of een groep -Kan mantelzorgers en zorgvragers informeren 4 Indien de student deze beroepsopdracht uitvoert, werkt hij tevens aan bovenstaande taaltaken juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 121

122 STUDENTENVERSIE -Kan existentiële vragen beantwoorden -Kan reflectiegesprekken voeren -Kan individuen/ groepen coachen/ activeren/ begeleiden/ stimuleren juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 122

123 STUDENTENVERSIE BEOORDELINGSFORMULIER Beroepsopdracht C Naam student: Datum: Opleiding: MBOverpleegkundige Niveau: Gevorderd 2 Werkprocessen Beroepstaak C Beginnend Niveau 1.1 De gevorderde verpleegkundige stelt het verpleegplan op of bij, op basis van de verpleegkundige diagnose, en bespreekt dit met de zorgvrager en andere betrokkenen. (A-D-H-J-K-M) 1.4 De gevorderde verpleegkundige begeleidt de zorgvrager bij het handhaven en vergroten van zijn zelfredzaamheid door de zorgvrager te stimuleren en te motiveren de regie over zijn eigen leven te voeren. Daarnaast begeleidt zij de mantelzorger/naasten en let op de signalen van overbelasting. (C-D-R) 1.5 De gevorderde verpleegkundige geeft begeleiding aan een groep zorgvrager en bevordert het groepsklimaat. Zij begeleidt het groepsproces. Zij bemiddelt en grijpt in bij conflicten (C-D) 1.6 De gevorderde verpleegkundige geeft een zorgvrager of doelgroep duidelijke en begrijpelijke voorlichting, advies en instructie (I-L) O V 1.9 De gevorderde evalueert de zorgverlening met de betrokken partijen en rapporteert bevindingen. (C-J-M) Totaal Oordeel Beroepsopdracht C Voldoende Onvoldoende juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 123

124 STUDENTENVERSIE Vervolg BEOORDELINGSFORMULIER Beroepsopdracht C Naam student: Datum: Opleiding: MBOverpleegkundige Niveau: Gevorderd 2 Argumentatie beoordeling (verplicht invullen) Afspraak: Naam beoordelaar: Paraaf beoordelaar: Paraaf student: Stempel praktijkorganisatie* *paraaf door stempel juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 124

125 STUDENTENVERSIE OPLEIDING tot MBO - VERPLEEGKUNDIGE TOETS BEROEPSOPDRACHT Uitvoeren van organisatie- en professie gebonden taken Beroepstaak E Niveau Gevorderd 2 Datum: Mei 2012 Cohort: juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 125

126 STUDENTENVERSIE INLEIDING juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 126

127 STUDENTENVERSIE Binnenkort ga je de toets Uitvoeren van organisatie- en professie gebondentaken afleggen. Wat je moet doen en hoe je je kunt voorbereiden op de toets lees je in de ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT VOOR STUDENT EN BEOORDELAARS achter het tabblad toetsen van het opdrachtenboek. Wat er van de beoordelaar van de toets verwacht wordt staat ook beschreven in deze algemene instructie. BEROEPSOPDRACHT BEROEPSTAAK E GEVORDERD 2 UITVOEREN VAN ORGANISATIE- EN PROFESSIEGEBONDEN TAKEN Opdracht Je werkt als leerling verpleegkundige op een afdeling of ambulant bij een GGZ (GHZ) instelling. Je krijgt de opdracht om te werken aan het bevorderen van je deskundigheid, uitvoering te geven aan je persoonlijk ontwikkelplan en een bijdrage te leveren aan de professionalisering van het beroep. Je leest vakliteratuur en volgt en geeft klinische lessen. Je werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg door bijvoorbeeld te participeren in ontwikkel- of intervisiegroepen. Daarnaast bewaak je systematisch de kwaliteit van je werkzaamheden en signaleer je tijdig knelpunten op micro en mesoniveau. Verwacht wordt dat jij je kennis van het vakgebied inzet bij verbetertrajecten. Je geeft nieuwe collega s, studenten en/of stagiaires passende werkbegeleiding en je neemt deel aan begeleidings- en beoordelingsgesprekken. Je stelt de periode van werkbegeleiding vast volgens de afspraken van de afdeling en in overleg met je begeleider. Wat moet je doen? Bespreek met je begeleider welke activiteiten je kan uitvoeren op de afdeling op welk moment. Je voert de activiteiten zelfstandig uit en de voor of -nabespreking gebeurt op jouw initiatief. Je geeft zelf sturing aan het leerproces en laat een proactieve leerhouding zien. Dat wil zeggen dat je de opdracht voorbespreekt, zelfstandig uitvoert en evalueert met je begeleider. Beoordeling beroepsopdracht. Nadat alle activiteiten zijn afgerond maak je een reflectieverslag over de 3 werkprocessen van beroepstaak E volgens de STARR(T) methode. In het reflectieverslag beschrijf je 2 competenties waarvan jij kan aantonen dat jij afgelopen leerjaar bent gegroeid. Je bespreekt je reflectieverslag met je begeleider en laat een beoordelingsformulier invullen. Taaltaken 5 -Kan actief luisteren -Kan instructies opvolgen en opdrachten uitvoeren -Kan een gesprek met diverse disciplines met vakjargon begrijpen -Kan een klinische les volgen -Kan observatie- en vragenlijsten lezen -Kan een leidinggevende of andere disciplines waarschuwen -Kan een overdracht geven, verslag doen van gebeurtenissen 5 Indien de student deze beroepsopdracht uitvoert, werkt hij tevens aan bovenstaande taaltaken juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 127

129 STUDENTENVERSIE BEOORDELINGSFORMULIER Beroepsopdracht E Naam student: Datum: Opleiding: MBOverpleegkundige Niveau: Gevorderd 2 Werkprocessen Beroepstaak E O V 2.1. De gevorderde leerling-verpleegkundige werkt na overleg met de werkbegeleider aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep. Zij stelt zelfstandig een persoonlijk ontwikkelplan op en voert dit uit. De gevorderde heeft aan haar deskundigheid gewerkt door het volgen van klinische lessen. Zij houdt vakkennis en vaardigheden bij. Zij neemt deel aan inhoudelijke en beroepsmatige discussies. (K) 2.2 De gevorderde leerling werkt, na overleg met de begeleider aan het bevorderen en het bewaken van kwaliteitszorg. Zij heeft de juiste activiteiten ontplooid om een bijdrage te leveren aan het beleid op micro- en mesoniveau van de afdeling (H, T) 2.3 De gevorderde leerling werkt nieuwe collega s in en geeft werkbegeleiding aan leerlingen en stagiaires. Zij sluit aan op de mogelijkheden en leerstijl van de stagiaire en stelt in overleg een geschikte wijze van begeleiden vast. Zij instrueert, geeft aanwijzingen, adviezen en coacht en begeleidt bij het ontwikkelen van een beroepshouding. Zij biedt een optimaal leer- en werkklimaat. Ze participeert in begeleidings- en beoordelingsgesprekken. (C) Totaal Oordeel Beroepsopdracht E Voldoende Onvoldoende juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 129

130 STUDENTENVERSIE Vervolg BEOORDELINGSFORMULIER Beroepsopdracht E Naam student: Datum: Opleiding: MBOverpleegkundige Niveau: Gevorderd 2 Argumentatie beoordeling (verplicht invullen) Afspraak: Naam beoordelaar: Paraaf beoordelaar: Paraaf student: Stempel praktijkorganisatie* *paraaf door stempel juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 130

131 STUDENTENVERSIE AFSPRAKEN VOOR DE UITVOERING VAN DE TOETS NAAM STUDENT: : OPLEIDING :. CURSUSJAAR : DE TOETS BEROEPSOPDRACHT : A B C D E (omcirkel de beroepstaakletter) NIVEAU : BEGINNER GEVORDERD- STARTBEKWAAM (omcirkel het niveau) WORDT AFGENOMEN OP: DATUM : TIJDSTIP : VAN TOT TIJDSTIP NAGESPREK : VAN TOT AFDELING :.. NAAM BEOORDELAAR :. OVERIGE RELEVANTE AFSPRAKEN: DATUM; WERKBEGELEIDER/PRAKTIJKOPLEIDER: PARAAF: STUDENT: PARAAF: NAAM: NAAM: juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 131

133 STUDENTENVERSIE Begrippenlijst Om dit opdrachtenboek goed te kunnen lezen worden eerst begrippen uitgelegd die gebruikt worden. Begrip Assessor Beroepsopdracht Beroepsproduct Beroepstaak BPV Casustoets Competentie Feedbackinstrumenten IJkmoment Kwalificatiedossier Uitleg Waardeert op de ijkmomenten het portfolio en geeft advies aan de sub-examencommissie of de student verder mag gaan met de opleiding. Een beroepstaak die een student uitvoert op het niveau van beginner, gevorderd en/of startbekwaam niveau. Deze opdracht meet het niveau van de student en kan in de praktijk of op school worden afgenomen. Dit staat omschreven in de opdracht. Een door de beroepsbeoefenaar te leveren dienst (immaterieel) of product (materieel) in de context van het beroep. Een beroepstaak is herkenbare taak / onderdeel in het werk (beroep) en bevat een cluster van werkprocessen uit het kwalificatiedossier. Beroepspraktijkvorming (praktijk/stage) Een toets waarmee gemeten wordt of student in staat is om voor de beroepstaak specifieke kennis en inzicht in te zetten om specifieke problemen binnen die beroepstaak te analyseren en op te lossen. Een vermogen dat kennis (wat je moet weten), houding (gedrag) en vaardigheden (wat je moet kunnen uitvoeren) omvat, om in een concrete beroepssituatie doelen te kunnen bereiken. Instrumenten die vanuit verschillende invalshoeken feedback geven aan de student zoals een zelftest of observatielijst. Moment waarop vastgesteld wordt waar de student zich bevindt in het leerproces en of hij/zij verder mag gaan: go/no go. Beschrijft wat de student aan het einde van de opleiding moet kennen en kunnen. juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 133

134 STUDENTENVERSIE Begrip Ondersteuningsmagazijn POP en werkplanning Portfolio Prestatie-indicatoren Studieloopbaan begeleider (SLB-er) Toetsmagazijn Werkproces Zorgsetting Uitleg Een gestructureerde verzameling van middelen om het leren van de student te ondersteunen zowel op school als in de praktijk. Persoonlijk Ontwikkel Plan Een map met bewijzen die laat zien hoe ver de student is in de opleiding Indicatie om te bepalen of het gewenste resultaat van de opdracht is behaald. Deze zijn beschreven in het kwalificatiedossier. De student krijgt tijdens zijn opleiding begeleiding van een SLB-er. Deze begeleiding betreft het leerproces en de loopbaan van de student. Een gestructureerde verzameling van feedback instrumenten. Is bedoeld als evaluatie-instrument om te kunnen bekijken hoe ver iemand op een bepaald moment is. Beschrijving van activiteiten die van een beroepsbeoefenaar verwacht worden. Deze zijn beschreven in het kwalificatiedossier. Een organisatie waar zorg wordt verleend: verpleeghuis/verzorgingshuis/thuiszorg, gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg en Ziekenhuis (Klinische zorg) juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 134

139 STUDENTENVERSIE SCHOOL Overzicht planning en activiteiten gev 2 cr 95 juni 2014 V = verplicht en K = keuze B BT nr act uren V/K Periode 1 B1/2 1.0 Klinisch redeneren casuïstiek(alle perioden 0 K inzetbaar) B2 1.1 De acute opname 1 1 V 1.2 De acute opname 2 taaltaak schrijven 2 V B1/2 1.3 Opname zorgvrager met schizofrenie: dhr. 0 K Burger B3 1.4 Omgaan met agressie: verschillende soorten 2 V ombuigtechnieken en de-escalerende interventies B2 1.5 Verplegen van de zorgvrager bij suïcidaliteit 1 2 V B2 1.6 Suïcidale zorgvrager 2 casus 1 V B2 1.7 De zorgvrager met een antisociale 1 V persoonlijkheidsstoornis B2 1.8 De zorgvrager met een angststoornis 2 V B2 1.9 De zorgvrager met PTSS 1 V 1.10 De zorgvrager met dwangstoornissen OCD 1 V B De zorgvrager met Korsakov( studieactiviteit) 0 K B De zorgvrager met Korsakov 0 K B De zorgvrager met een dubbele diagnose 1 V Totaal 15 Periode 2 B2 2.0 De psychiatrische zorgvrager met somatische 2 V klachten B2 2.1 De zorgvrager met hartfalen en andere 1 V hartklachten 2.2 PAAF studieactiviteit ontstaan 0 K hartinfarct/vaatziekten B2 2.3 Oriëntatie op oncologische zorgvrager 1 K B2 2.4 De zorgvrager met darmkanker 1 V B2 2.5 Kijkopdracht oncologische zorgvrager 0 K B2 2.6 Kijkopdracht maag, darm- en 1 K leveraandoeningen 2.7 De zorgvrager met longkanker 1 V 2.8 Bijwerkingen en interventies chemokuur- 1 V radiotherapie 2.9 PAAF zelftest oncologie 0 K B De zorgvrager met levercirrose 1 V B De zorgvrager met niet- aangeboren hersenletsel 1 V Totaal 10 Periode 3 B2 3.1 Orientatie op de Kinder en jeugdpsychiatrie 1 V B2 3.2 Kinder en jeugdpsychiatrie : ontwikkelingsfasen 0 K Taaltaak spreken B2 3.3 De jeugdige zorgvrager met autisme, Asperger 2 V B2 3.4 De volwassen zorgvrager met autisme 0 K juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 139

140 STUDENTENVERSIE B2 3.5 De jeugdige zorgvrager met ADHD, ADD 2 V B2 3.6 Diverse casuistieken van de jeugdige in de 1 V psychiatrie B2 3.7 De zorgvrager met eetstoornissen taaltaak 2 V spreken B2 3.8 De zorgvrager met een aanpassingsstoornis 1 V Totaal 9 Periode 4 B1 4.1 Verpleegkundige denkmodellen taaltaak 0 K spreken B2 4.2 De verpleegkundige in de ambulante zorg ( E 1 V health) B2 4.3 De forensische zorgvrager in de psychiatrie 1 V 2 TOTAAL 36 Urenplaatje 72 Casustoets B 2 = 38 Voedingsleer VDL B nr Act. uren V/K Metabool syndroom/overvoeding 1 V Voeding en oncologie 1 V Voeding en allergieën 1 V Eetstoornissen 1 V Totaal 4 Recht B nr Act. uren V/K Forensische psychiatrie, TBS en strafrecht 2 V Tuchtrechter 2 V Marktwerking 2 V Kwaliteit en budgettering 2 V Einde van het leven 2 V Totaal 10 C BT act uren V/K Periode 1 C2 1.1 Rehabilitatie/ Strengtht/Herstel/Empowerment 2 V 1.2 Outreachende zorg en bemoeizorg 2 V 1.3 Gespreksvoering :gesprek met een zorgvrager over 2 V herstel Taaltaak gesprekken voeren 1.4 Gespreksvoering ( sturend spel) zorgvrager met 2 V BPS Taaltaak gesprekken voeren 1.5 Begeleiding van de zorgvrager bij suicidaliteit 2 V 1.6 Gespreksvoering: gesprek met een suicidale 1 V juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 140

141 STUDENTENVERSIE zorgvrager Taaltaak gesprekken voeren 1.7 Begeleiding van de zorgvrager met Korsakow 1 V Periode 2 C1 2.1 Een voorlichtingsgesprek met de oncologische 2 V zorgvrager Taaltaak gesprekken voeren C2,3 2.2 Gespreksvoering: onderhandelen met de 2 V zorgvrager en in een teamoverleg C2 2.3 Conflicthantering 2 V C2 2.4 Conflicthantering : inspringtheater 0 K C3 2.5 Gespreksvoering : Leiderschapsstijlen 2 V C2,3 2.6 Familie en naastbetrokkenen in de zorg 2 V 2.7 Leven met een handicap 0 K C2 2.8 Gespreksvoering: verdieping helpend gesprek en motiverende gesprektechnieken Periode 3 C3 3.1 Het uitvoeren van psychoeducatie aan verschillende doelgroepen Taaltaak spreken C2 3.2 Begeleiding jeugdigen en adolescenten met een autistische stoornis C2 3.3 Begeleiden van een zorgvrager met Gilles de la Tourette C2 3.4 Gespreksvoering : dagevaluatie met een zorgvrager met BPS C2 3.5 Gespreksvoering : Oplossingsgerichte gespreksvoering 4 V 2 V 2 V 0 K 2 V 10 Periode Werken met begeleidingsplannen verdieping 2 V 4.2 Rehabilitatie en herstel verdieping 3 V 4.3 Sociale inclusie 2 V 4.4 Samenwerken, roos van Leary 2 V 9 Totaal 43 Urenplaatje 45 2 uur casustoets C 45 Let op : bij E goed kijken naar de volgorde, ivm praktijkactiviteiten, met * aangegeven activiteiten hebben voorrang!!!! E BT act uren V/K 2.1 Deskundigheidsbevordering en professionalisering E Persoonlijke visievorming 2 V Ontwikkelingen van het beroep 2 K Vakinhoudelijke discussie 2 V Klinische les taaltaak spreken 4 V* juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 141

142 STUDENTENVERSIE 2.2 Kwaliteitszorg Werkklimaat 2 V EBP 4 V Kwaliteitsstandaarden 2 V* Instrumenten 2 K Werken met een signaleringsinstrument 2 V* Omgaan met klachten 2 V* 2.3 Werkbegeleiding Zicht op werkbegeleiding ( introductie) 2 V* Leerstijlen 2 V* In gesprek met de leerling taaltaak gesprekken 2 V* voeren Feedback op vaardigheden 2 V* Beroepshouding beoordelen 2 V Intervisie 2 K Totaal 30 urenplaatje 2 uur casustoets 32 juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 142

143 STUDENTENVERSIE Taaltaken in gevorderde fase 2 Toelichting: De student moet verspreid over 3 jaar 6 taaltaken beoordeeld hebben. De taaltaken luisteren en lezen liggen vast (ijk 5 en ijk 6) De keuze van de taaltaken spreken, gesprekken voeren en schrijven is vrij per ijkmoment. De student overleg met de SLB welke taaltaak hij gaat doen voor het volgend ijkmoment en bij welke activiteit. Aan het eind van gevorderde fase 2 heeft de student de volgende 6 taaltaken behaald: 1x gesprekken voeren, 1x spreken, 2x schrijven, 1x lezen, 1x luisteren Taaltaken gesprekken voeren, spreken en schrijven (keuze) Taaltaak gesprekken voeren Keuze uit: C Gesprek met de zorgvrager over herstel C Sturend spel met de zorgvrager met BPS C Gesprek met een suïcidale zorgvrager C Voorlichtingsgesprek voeren met de oncologische zorgvrager E In gesprek met de leerling Taaltaak spreken Keuze uit: B Kinder- en jeugdpsychiatrie: ontwikkelingsfasen B De zorgvrager met eetstoornissen B Verpleegkundige denkmodellen C Het uitvoeren van psycho-educatie aan verschillende doelgroepen E Klinische les Taaltaak schrijven Keuze uit: B De acute opname 2 juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 143

144 STUDENTENVERSIE Instructie taaltaken Nederlands 1. Aantal taaltaken Tijdens je opleiding dien je in totaal zes taaltaken te maken: 2 taaltaken Schrijven 1 taaltaak Gesprekken voeren 1 taaltaak Spreken 1 taaltaak Lezen 1 taaltaak Luisteren 2. Keuze taaltaken De taaltaken Lezen en Luisteren staan al vast op ijkmoment 5 en 6 en worden afgenomen door de docent Nederlands tijdens de les. Voor de ijkmomenten 2, 3, 4 en 7 is de keuze vrij en kan je kiezen uit de taaltaken Schrijven, Spreken en Gesprekken voeren. Voorwaarde is dat je aan het eind van het derde jaar twee taaltaken Schrijven, één taaltaak Spreken en één taaltaak Gesprekken voeren hebt gedaan. Kies je bijvoorbeeld voor ijkmoment 2 voor Spreken en voor ijkmoment 3 voor Gesprekken voeren, dan moet je voor de ijkmomenten 4 en 8 kiezen voor Schrijven. 3. Koppeling taaltaken aan activiteiten De taaltaken Schrijven, Spreken en Gesprekken voeren zijn geen aparte opdrachten, maar zijn gekoppeld aan activiteiten die je al moet doen voor Verpleegkunde. Op je overzichtslijst taaltaken uit je opdrachtenboek kun je zien welke activiteiten dat zijn. Je overlegt met je SLB-er/docent welke activiteit je kiest voor een bepaalde taaltaak. Je kunt bijvoorbeeld het eerste jaar de activiteit C1 patiëntenvoorlichting geven kiezen voor de taaltaak Spreken, maar ook in het derde jaar de activiteit E1 uitvoeren van een klinische les. 4. Beoordeling taaltaken De taaltaken Lezen en Luisteren worden beoordeeld door je docent Nederlands en je SLB-er beoordeelt de taaltaken Schrijven, Spreken en Gesprekken voeren aan de hand van een feedbackformulier. 5. Aftekenlijst portfolio In het opdrachtenboek zit een aftekenlijst voor alle taaltaken. Je SLB-er tekent hierop de taaltaken af. juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 144

145 STUDENTENVERSIE NAAM: GROEP: SLB-er: GESTART: AFTEKENLIJST TAALTAKEN TAALTAAK VOLDAAN. BEOORDEELD DOOR: (NAAM DOCENT) HANDTEKENING DATUM/VOOR WELK IJKMOMENT GEMAAKT? SPREKEN GESPREKKEN VOEREN LEZEN (ijk 5) BEOORDEELD DOOR DOCENT NEDERLANDS LUISTEREN (ijk 6) BEOORDEELD DOOR DOCENT NEDERLANDS SCHRIJVEN 1 SCHRIJVEN 2 Voor de reguliere opleiding geldt: alle taaltaken moeten gedurende de opleiding afgetekend worden. Lezen en luisteren op een vast moment, de andere naar eigen keuze. juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 145

147 STUDENTENVERSIE STUDENTENVERSIE Leren, ontwikkelen, beoordelen en ijken / assessment MBO Verpleegkundige Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Crebo 93 en 95 Versie: juli 2014 Naam student:. juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 147

149 STUDENTENVERSIE INHOUD Leren, ontwikkelen, beoordelen, ijken/assessments Bijlagen Instrumenten pag IJkformulieren 02.Overzicht activiteiten school 03.Overzicht beroepsopdrachten 04.Waarderingsformulier overgang / voortgang /examendossier 05. Studentresultatenkaart/rapport DSDO: - kennistoetsen - casustoetsen - beroepsopdrachten - AVO-vakken 06.Stroomschema: harde en zachte eisen 07.Procedure communicatie studenten, ouders en praktijk juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 149

151 STUDENTENVERSIE Leren, ontwikkelen, beoordelen en ijken / assessment MBO Verpleegkundige concept Toelichting In dit document wordt de beoordelings- c.q. assessment procedure in de opleiding tot MBO- Verpleegkundige beschreven. Daarnaast wordt inzicht en duidelijkheid gegeven over de organisatie, aanpak en werkwijze. Uitgangspunten Rondom het leren en beoordelen van het leerproces van de student zijn de volgende soorten gesprekken te onderscheiden: - Oriënterend gesprek - SLB gesprek - Voortgangsgesprek - Overgangsgesprek - SLB-BPV- gesprek Het monitoren van de voortgang gebeurt, gedurende de hele opleiding, met behulp van de ijkformulieren. Elke fase kent een aantal ijkmomenten. Bij elk ijkmoment wordt een waardering opgemaakt en beschreven in een waarderingsformulier. Elk gesprek vindt plaats aan de hand van de instrumenten: ijkformulieren, studentresultaatkaarten en waarderingsformulieren en is gericht op het leren, ontwikkelen en beoordelen van de voortgang. Het portfolio is het instrument waarin de student de voortgang in zijn leerproces laat zien. Hiervoor voegt hij bewijsstukken toe. Het ijkformulier geeft aan welke bewijsstukken nodig zijn voor de voortgang. Het ijkformulier beschrijft de voortgangs en overgangscriteria en geeft structuur aan het voortgangs- en overgangsgesprek. Verder vinden er in de BPV gesprekken plaats over de voorgang in het praktijkleren samen met de werkbegeleider/praktijkopleider. In het schema op de volgende bladzijde is de gesprekkencyclus met doel, instrumenten en frequentie uitgewerkt. juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 151

152 STUDENTENVERSIE Overzicht gesprekkencyclus Type gesprek Doel Wie Instrumenten Tijdstip Oriënterend gesprek afsluiting van de oriëntatiefase student en slb - ijkformulier/ waarderingsformulier - overzichtslijst activiteiten school/praktijk - POP, werkplanning en portfolio - rapportage in studentendossier/dsdo/awr SLB gesprek bespreken leren en ontwikkelen student en slb - ijkformulier - overzichtslijst activiteiten school/praktijk - POP, werkplanning en portfolio - rapportage in studentendossier/dsdo/awr Voortgangs- Gesprek stand van zaken en voortgang leerproces en te nemen acties student en slb - ijkformulier - overzichtslijst activiteiten school/praktijk - POP, werkplanning en portfolio - waarderingsformulier voortgang - rapportage in studentendossier/dsdo/awr ijk 1 tijdens slb uren in leerplan ijk juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 152

153 STUDENTENVERSIE Type gesprek Doel Wie Instrumenten Tijdstip Overgangsprocedure waarderen of aan overgangscriteria is voldaan Assessor ( SLB- kruislings zelfde groep) en OL ( lid subex.com.) - resultatenkaart student - overzicht beroepsopdrachten BPV - waarderingsformulier overgang - eventueel werkgeversbeoordeling (BBL) ijk Overgangs- gesprek meedelen of aan overgangscriteria is voldaan - waarderingsformulier - overgang Na ijk student en SLB SLB-BPVgesprek: Doorlopende gespreks-cyclus in samenspraak met de BPV: bespreken leren en ontwikkelen student en slb en BPV - waarderingsformulier ijk 2 :BBL-vlg. afspraak ijk BBL: vlg. afspraken voor BBL - BOL: vlg. afspraken voor BOL juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 153

154 STUDENTENVERSIE Schema ijkmoment en gesprekssoort per fase Oriënterend gesprek Voortgangsgesprek Overgangsgesprek Beoordeling ex. dossier Beginner ijk1 ijk 2 ijk 3 G1 ijk 4 ijk 5 G2 ijk 6 ijk 7 Startbekwaam ijk 8 overgang naar proeve Startbekwaam ijk 9 Beoordelen examendossier Startbekwaam Doel Wie Instrumenten Tijdstip Procedure Vaststellen of student het diploma kan ontvangen Assessor (SLBkruislings zelfde groep) en OL (lid sub ex.com - rapportbespreking) Examendossier: Startbekwame beroepsopdrachten en casustoetsen, BBG, TRE, Burgerschap ijk 9 Gesprek (na beoordeling examendossier) Student informeren over de beoordeling SLB - student juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 154

155 STUDENTENVERSIE Toelichting begrippen IJken en assessen: - Het ijken is een moment waarin de stand van zaken betreffende de voortgang van het leerproces van de student wordt vastgelegd - Het assessen is het waarderen van de bewijsstukken en het invullen van het waarderingsformulier - Elke fase kent een aantal ijkmomenten IJkformulier: - op een ijkformulier staat beschreven welke resultaten bij een bepaald ijkmoment behaald moeten zijn (bijlage 1) Waarderingsformulier voortgang / overgang: - het waarderingsformulier is te gebruiken voor de voortgang en overgang - een waarderingsformulier wordt gebruikt om de stand van zaken in het leerproces vast te leggen - Bij een overgangsijkmoment wordt aangeven of de student door kan naar de volgende fase. (bijlage 4) Overzicht activiteiten school/praktijk: - Overzicht van de activiteiten school en praktijk, te vinden in het opdrachtenboek; voorzien van paraaf ( bijlage 2) Overzicht beroepsopdrachten BPV: - overzicht van de beroepsopdrachten die in de praktijk afgerond zijn en die is voorzien van handtekening en stempel van de praktijk ( bijlage 3 ) Studentresultatenkaart: - overzicht van alle behaalde resultaten in een fase - behaalde resultaten van alle onderdelen in beroepsdeel en de AVO vakken (Taal, rekenen, Engels en Burgerschap) (bijlage 5) Portfolio: - persoonlijke verzamelmap waarin: o verplichte onderdelen zoals POP en werkplanning van ijkmoment naar ijkmoment o onderdelen naar keuze, waarin de student de bewijsstukken verzamelt die de voortgang in zijn leerproces bewijzen Voortgangsgesprek: - met behulp van het portfolio en het ijkformulier brengt de student samen met SLB er in kaart de stand van zaken in leerproces richting ijkmoment; - student en SLB er blikken vooruit naar volgend ijkmoment en bespreken welke activiteiten nodig zijn om te voldoen aan de overgangscriteria en vullen waarderingsformulier voortgang in Overgangsgesprek: - Vooraf aan het overgangsgesprek heeft de procedure van het invullen, waarderen en besluitneming over de overgang plaats gevonden - SLB en student bespreken het waarderingsformulier-overgang Waardering: Positief-positief onder voorwaarde-negatief: juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 155

156 STUDENTENVERSIE - Positief: alle bewijsstukken ( harde en zachte: zie stroomschema) uit het ijkformulier zijn aanwezig - Positief onder voorwaarde: alle harde bewijsstukken zijn aanwezig en van de zachte - (overige bewijsstukken) ontbreken enkele bewijsstukken - Negatief: van de harde bewijsstukken ontbreken 1 of meerdere bewijsstukken juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 156

159 STUDENTENVERSIE BIJLAGE 01. IJKFORMULIER 1 IJKMOMENT 1: afronding oriëntatiefase Datum IJkmoment: na 8 weken : Naam student: Groepscode: Naam SLB-er: Doelstelling: bepalen of de student de oriëntatieperiode met succes heeft afgesloten Gespreksonderwerp: studievoortgang en bewijsstukken bespreken Gespreksduur: 20 minuten Criteria portfolio Je gebruikt het portfolio en hanteert de volgorde van het ijkoverzicht Je levert het portfolio aan in een snelhechter Alle bewijsstukken zijn voorzien van: o voor- en achternaam, o groepscode, o datum, o paraaf SLBer Alle bewijsstukken moeten authentiek, relevant, actueel zijn. Voldaan Niet voldaan Onderdeel: Bewijsstuk Aanwezigheid minimaal 90% Algemeen rekenen Nederlands 0 uitdraai AWR 0 verslag student bij aanwezigheid lager dan 90% Doorlopende leerlijn 0 print screen van RNT 0 print screen van TNT StudieLoopBaan Portfolio 0 startprofiel 0 verslag beroepsbeeld 0 verslag opleidingsbeeld Heeft de student de oriëntatieperiode met succes afgesloten: JA / NEE Motivatie & Afspraken SLB: Handtekening SLBer: Handtekening student: juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 159

160 STUDENTENVERSIE BIJLAGE 01. IJKFORMULIER 2 t/m 8 IJKFORMULIER IJkmomentnummer: 2,4,6 Voortgang (ontwikkelingsgericht) door SLB IJkmomentnummer: 3, 5, 7 en 8 Waardering (overgang naar volgende fase) door ASSESSOR Doel ijkmoment: Het verkrijgen van een antwoord op de vraag of de student verder kan in dezelfde/ over kan naar de volgende fase. Het antwoord op deze vraag komt via StudieLoopbaanBegeleider en/of Assessor Naam Student: Groepscode: Datum: Naam SLB: Naam Assessor: Criteria portfolio Om het portfolio te kunnen beoordelen moet aan onderstaande criteria worden voldaan. Je gebruikt het portfolio en hanteert de volgorde van het ijkoverzicht. Je levert het portfolio aan in een snelhechter, samen met een actuele studentresultatenkaart/ DSDO. Beoordelingsformulieren moeten volledig ingevuld, getekend en gestempeld zijn door de BPV instelling. Alle bewijsstukken moeten voorzien zijn van je voor- en achternaam, datum, groepscode, voor-en achternaam begeleider/docent, handtekening/paraaf. Alle bewijsstukken moeten authentiek, relevant en actueel zijn. Indien een bewijsstuk ontbreekt, moet je schriftelijk aangeven wat de reden is en door middel van een extra POP en activiteitenplanning aangeven hoe je dit denkt te gaan behalen. Dit document moet met alle betrokkenen zijn besproken en getekend. Voldaan Niet voldaan juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 160

161 STUDENTENVERSIE Onderdeel Bewijsstuk TOETSING Waarderingsformulier van vorig ijkmomenten Vanuit vorig ijkmoment nog toe te voegen bewijsstukken Aanwezigheid minimaal 90% Kennistoetsen 6 ijk 2 t/m 7 Casustoetsen 7 ijk 3 t/m 8 Beroepstaak D ijk 3 t/m 8 vaardigheidstoetsen school Toegepast rekenen beroepstaak D ijk 3 t/m 8 Beroepsopdrachten B,C,E 8 (zie bijlage) ijk 3, 5, 7 en 8 op beoordelingsniveau ijk 2,4,6 op feedbackniveau Beroepsopdracht D 9 (zie bijlage) ijk 3 t/m 8 op beoordelingsniveau 0 voldaan 0 voldaan 0 uitdraai AWR 0 verslag student bij aanwezigheid lager dan 90% 0 voldoende resultaat volgens actuele studentresultatenkaart/ rapport DsDo 0 voldoende resultaat volgens actuele studentresultatenkaart/ rapport DsDo 0 voldoende resultaat volgens actuele studentresultatenkaart/ rapport DsDo 0 behaald met een 10 volgens actuele studentresultatenkaart/ rapport DsDo 0 voldoende resultaat volgens actuele studentresultatenkaart/ rapport DsDo 0 voldoende resultaat volgens actuele studentresultatenkaart/ rapport DsDo 0 voldoende resultaat volgens actuele studentresultatenkaart/ rapport DsDo 0 beoordeling aftekenlijst 0 verklaring onvoldoende werkplekleren 6 Overzicht toets-en examenplan in de studiehandleiding 7 Overzicht toets-en examenplan in de studiehandleiding 8 Overzicht toets-en examenplan in de studiehandleiding 9 Overzicht toets-en examenplan in de studiehandleiding juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 161

162 STUDENTENVERSIE Onderdeel Bewijsstuk DOORLOPENDE LEERLIJNEN AVO Taal (Nederlands): B: ijk 1; 0 Certificaat TNT B: ijk 2; 0 Feedbackformulier van docent op taaltaak 1/ keuze: schrijven, spreken of gesprekken voeren 0 Aftekenlijst taaltaken B: ijk 3; Niveau 2F of hoger: 0 Certificaat eindtoets 0 Feedbackformulier van docent op taaltaak 2/ keuze: schrijven, spreken of gesprekken voeren 0 Aftekenlijst taaltaken G1: ijk 4; 0 Feedbackformulier van docent op taaltaak 3/ keuze: schrijven, spreken of gesprekken voeren 0 Aftekenlijst taaltaken G1: ijk 5; 0 Certificaat TNT (verkort) 0 Feedbackformulier van docent op taaltaak 4 (leesvaardigheid) 0 Aftekenlijst taaltaken G2: ijk 6; 0 Feedbackformulier door docent op taaltaak 5 (luistervaardigheid) 0 Aftekenlijst taaltaken G2: ijk 7; Niveau 3F 0 Certificaat eindtoets 0 Feedbackformulier van docent op taaltaak 6 - regulier: keuze: schrijven, spreken of gesprekken voeren - verkort: schrijven 0 Aftekenlijst taaltaken 0 Centraal Examens Lezen en Luisteren (COE) SB: ijk 8; 0 Instellingsexamens Schrijven, Spreken, gesprekken voeren 0 Voldaan aan zak- slaagregeling TRE Voldaan aan zak-slaagregeling Taal/Engels/rekenen (zoals bekend in juni 2014) = harde eis: : Rekenen examen moet afgelegd maar uitslag telt niet mee voor zak/slaag. Nederlands examen minimaal een vijf en Engels (crebo 93510) 3 van de vijf vaardigheden voldoende. juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 162

163 STUDENTENVERSIE Onderdeel Bewijsstuk DOORLOPENDE LEERLIJNEN AVO Rekenen (algemeen) B: ijk 1; 0 Certificaat RNT B: ijk 2; Niveau 2F of hoger: 0 Certificaat Domein Verhoudingen B: ijk 3; Niveau 2F of hoger: 0 Certificaat Domein Getallen 0 Certificaat Domein Meten & Meetkunde 0 Certificaat Domein Verbanden G1: ijk 4; G1: ijk 5; 0 Certificaat RNT (verkort) Niveau 3F: 0 Certificaat Domein Getallen 0 Certificaat Domein Verhoudingen G2: ijk 6; Niveau 3F: 0 Certificaat Domein Meten & Meetkunde G2: ijk 7; Niveau 3F: 0 Certificaat Domein Verbanden SB: ijk 8; 0 Voldaan aan zak- slaagregeling TRE Onderdeel Bewijsstuk DOORLOPENDE LEERLIJNEN AVO Engels G1: ijk 4; 0 Certificaat LLA G1: ijk 5; 0 Certificaat LLA (verkort) Niveau B1: 0 Certificaat eindtoets unit 1 0 Certificaat eindtoets unit 2 0 Certificaat eindtoets unit 3 G2: ijk 6; 0 Certificaat LLA (regulier) G2: ijk 7; Niveau B1: 0 Certificaat eindtoets unit 4 0 Certificaat eindtoets unit 5 0 Certificaat eindtoets unit : Nederlands, rekenen en Engels minimum 5, 6, 6 (willekeurig) Uitzondering voor crebo studenten: Nederlands, rekenen minimum 5,6 (willekeurig) en Engels voldoende : Nederlands, Engels en rekenen minimum 5,6,6 (willekeurig) juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 163

164 STUDENTENVERSIE Engels SB: ijk 8; Examenonderdelen Lezen, Luisteren Schrijven, Spreken en Gesprekken voeren 0 Voldaan aan zak- slaagregeling TRE Onderdeel Bewijsstuk DOORLOPENDE LEERLIJNEN AVO Burgerschap B: ijk 3, G1: ijk5 G2: ijk7 0 afgetekende overzichtslijst activiteiten (het aftekenen hiervan gebeurt door docent Burgerschap/ via DsDo) 0 ijk 5: Nvt voor verkorte opleiding in G1 ijk 8 0 Waarderingsformulier burgerschapsgesprek Onderdeel Bewijsstuk DOORLOPENDE LEERLIJN Studie Loopbaan ijk 2,4,6, 0 Voldaan aan afspraken met SLB Eventuele opmerkingen SLB bij even ijkmoment: Handtekening SLBer: Handtekening student: juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 164

165 STUDENTENVERSIE Bijlage 1: Beroepsopdrachten ijk 2 ijk 3 ijk 4 Beginnersfase Bij BOL: per stage moet aan beide ijkmomenten worden voldaan 0 NVT i.v.m. geen BPV beroepsopdracht B 0 feedbackformulier beroepstaak B beroepsopdracht C 0 feedbackformulier beroepstaak C beroepsopdracht B beroepsopdracht C beroepsopdracht D werkgeversbeoordeling BBL beroepsopdracht B beroepsopdracht C beroepsopdracht D 0 beoordelingsformulier beroepstaak B 0 beoordelingsformulier beroepstaak C 0 beoordelingsformulier beroepstaak D 0 beoordeling aftekenlijst deel 1,2 (crebo 95) 0 verklaring onvoldoende werkplekleren 0 voldaan Gevorderd 1 Bij BOL: per stage moet aan beide ijkmomenten worden voldaan 0 NVT i.v.m. geen BPV 0 feedbackformulier beroepstaak B 0 feedbackformulier beroepstaak C 0 beoordelingsformulier beroepstaak D 0 beoordeling aftekenlijst deel 2,3,4 (crebo 95) 0 verklaring onvoldoende werkplekleren ijk 5 beroepsopdracht E Regulier BOL/BBL beroepsopdracht B beroepsopdracht C beroepsopdracht D beroepsopdracht E BOL/BBL verkort beroepsopdracht B beroepsopdracht C beroepsopdracht D beroepsopdracht E 0 feedbackformulier beroepstaak E Regulier BOL/BBL 0 beoordelingsformulier beroepstaak B 0 beoordelingsformulier beroepstaak C 0 beoordelingsformulier beroepstaak D 0 beoordeling aftekenlijst deel 2,3,4,5 (crebo 95) 0 verklaring onvoldoende werkplekleren 0 beoordelingsformulier beroepstaak E BOL/BBL verkort 0 beoordelingsformulier beroepstaak B 0 feedbackformulier beroepstaak C 0 beoordelingsformulier D 0 beoordeling aftekenlijst deel 2,3,4 (crebo 95) 0 verklaring onvoldoende werkplekleren 0 feedbackformulier beroepstaak E ijk 6 werkgeversbeoordeling BBL 0 voldaan Gevorderd 2 Bij BOL: per stage moet aan beide ijkmomenten worden voldaan 0 NVT i.v.m. geen BPV 0 feedbackformulier beroepstaak B 0 feedbackformulier beroepstaak C 0 beoordelingsformulier beroepstaak D 0 beoordeling aftekenlijst deel 5,6,7,8 (crebo 95) 0 verklaring onvoldoende werkplekleren beroepsopdracht B beroepsopdracht C beroepsopdracht D beroepsopdracht E 0 feedbackformulier beroepstaak E juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 165

166 STUDENTENVERSIE ijk 7 beroepsopdracht B beroepsopdracht C beroepsopdracht D beroepsopdracht E 0 beoordelingsformulier beroepstaak B 0 beoordelingsformulier beroepstaak C 0 beoordelingsformulier beroepstaak D 0 beoordeling aftekenlijst deel 5,6,7 (crebo 95) 0 beoordelingsformulier beroepstaak E 0 verklaring onvoldoende werkplekleren ijk 8 ijk 9 werkgeversbeoordeling BBL 0 voldaan Startbekwame fase Bij BOL: per stage moet aan beide ijkmomenten worden voldaan beroepsopdracht B beroepsopdracht C beroepsopdracht D beroepsopdracht E werkgeversbeoordeling BBL Handelingsdeel: Bewust Bekwaam Gesprek Examendossier checken: 0 beoordelingsformulier beroepstaak B 0 beoordelingsformulier beroepstaak C 0 beoordelingsformulier beroepstaak D 0 beoordeling aftekenlijst deel 1 t/m 8 (crebo 95) 0 verklaring onvoldoende werkplekleren 0 beoordelingsformulier beroepstaak E 0 voldaan Proeve van bekwaamheid 0 voldoende Bewust Bekwaam Gesprek Is in het examendossier aanwezig: 0 beoordeling beroepsopdrachten Startbekwaam 0 beoordeling uitslag BBG 0 formulier LLB 0 examenuitslag TRE 0 bij BBL; toestemmingsformulier werkgever Bijlage 2 Overzicht activiteiten theorie. Toelichting: In dit overzicht wordt aangegeven welke activiteiten de student op school aangeboden krijgt. Het overzicht wordt door de student ingevuld en moet aanwezig zijn in het portfolio bij alle soorten gesprekken. De student maakt hiermee inzichtelijk wat zij aan activiteiten heeft uitgevoerd. Naam student:.. Groep: Opleiding: Fase:. Naam SLB:.. Naam BPV instelling:... Naam Praktijkopleider:... Inhoud op pag. 141 juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 166

167 STUDENTENVERSIE BIJLAGE 03. Overzicht Beroepsopdrachten Toelichting: Dit overzicht wordt per fase door de praktijkopleider van de instelling waar de BBL-student BPV heeft, ingevuld en toegestuurd naar het Albeda College (locatie waar de student theorieonderwijs volgt). Het onderliggend bewijs zijn de beoordelingsformulieren van de beroepsopdrachten. Voor de student in de septemberweek wordt dit voor de 0-de week van de start van het nieuwe schooljaar en voor de februari studenten 2 weken vooraf aan het overgangsijkmoment. Naam student:.. Groep: Opleiding:... Fase:.. Naam BPV instelling: Naam Praktijkopleider:. Beroepsopdracht B B G1 G2 S Setting /.. Resultaat: Datum: Paraaf praktijkopleider Beroepsopdracht C Setting /.. Resultaat: Datum: Paraaf praktijkopleider Beroepsopdracht D Setting /.. Resultaat: Datum: Paraaf praktijkopleider Beroepsopdracht E Setting /.. Resultaat: Datum: Paraaf praktijkopleider: juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 167

168 STUDENTENVERSIE BIJLAGE 04. WAARDERINGSFORMULIER SLB Waarderingsformulier SLB Opleiding: Verpleegkunde Crebo: IJkmoment nummer: 2, 4, 6 Voortgang Naam student: Naam SLBer: Advies: Groep: Datum: positief / positief onder voorwaarden / negatief Afspraak SLB: Beroepsdeel: indien hieronder een onderdeel niet voldaan negatief advies Bewijsstukken vorig aanwezig/ niet aanwezig ijkmoment Aanwezigheid > 90% ja/nee < 90%= invullen percentage Het advies wordt wel/niet overgenomen door Subexamencommissie. Studentresultatenkaart/rapport DSDO Kennistoetsen Casustoetsen B/C/D/E Feedback formulieren beroepsopdrachten B/C/E voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan B/C/E voldaan/niet voldaan B/C/E Beroepstaak D: indien hieronder een onderdeel niet voldaan negatief advies Rekentoetsen voldaan/niet voldaan Vaardigheidstoetsen voldaan/niet voldaan Beoordeling voldaan/niet voldaan beroepsopdracht D Beoordeling aftekenlijst voldaan/niet voldaan gevraagde delen Verklaring onvoldoende voldaan/niet voldaan/ nvt werkplekleren Doorlopende leerlijn AVO en SLB indien hieronder een onderdeel niet voldaan positief onder voorwaarden Afspraken SLB Taal (Nederlands) Rekenen (algemeen) Engels Burgerschap voldaan/ niet voldaan voldaan/ niet voldaan voldaan/ niet voldaan voldaan/ niet voldaan voldaan/ niet voldaan Subexamencommissie (sec): Naam SLB: Naam student: Naam lid sub-com: Datum: Handtekening: Datum: Handtekening: (indien minderjarig; handtekening van de ouder/verzorger) Datum: Handtekening: juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 168

169 STUDENTENVERSIE BIJLAGE 04. WAARDERINGSFORMULIER ASSESSOR Waarderingsformulier assessor Opleiding: Verpleegkunde Crebo: 95 IJkmoment nummer: 3,5,7 Overgang Naam student: Naam SLBer: Advies: Groep: Datum: positief / positief onder voorwaarden / negatief De student gaat wel/niet over naar de volgende fase Afspraak assessor: Subexamencommissie (sec): Beroepsdeel: indien hieronder een onderdeel niet voldaan negatief advies Bewijsstukken vorig ijkmoment aanwezig/ niet aanwezig Aanwezigheid > 90% ja/nee < 90%= invullen percentage Het advies wordt wel/niet overgenomen door Subexamencommissie. Studentresultatenkaart/rapport DSDO Kennistoetsen Casustoetsen B/C/D/E voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan B/C/D/E Beoordelingsformulieren beroepsopdrachten B/C/E voldaan/niet voldaan B/C/E Beroepstaak D: indien hieronder een onderdeel niet voldaan negatief advies Rekentoetsen Vaardigheidstoetsen Beoordeling beroepsopdracht D voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan Beoordeling aftekenlijst 11 gevraagde delen voldaan/niet voldaan 11 Beroepstaak D crebo 93 D1, D2 en D3. Minimaal 34 handelingen behaald in de BPV Beroepstaak D crebo 95 deel 1 t/m 8. Minimaal 40 handelingen behaald in BPV juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 169

170 STUDENTENVERSIE Verklaring onvoldoende werkplekleren voldaan/niet voldaan/ nvt Doorlopende leerlijn AVO en SLB indien hieronder een onderdeel niet voldaan positief onder voorwaarden Taal (Nederlands) Rekenen (algemeen) Engels Burgerschap voldaan/ niet voldaan voldaan/ niet voldaan voldaan/ niet voldaan voldaan/ niet voldaan Naam SLB: Naam student: Naam lid sub-com: Datum: Datum: Datum: Handtekening: Handtekening: (indien minderjarig; handtekening van de ouder/verzorger) Handtekening: juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 170

171 STUDENTENVERSIE BIJLAGE 04. WAARDERINGSFORMULIER ASSESSOR IJK 8 Waarderingsformulier assessor Naam student: Naam SLB-er: Advies: Opleiding: Verpleegkunde Crebo: Groep: Datum: IJkmoment 8 positief / positief onder voorwaarden / negatief Opmerking Assessor: Vaststelling Subexamencommissie: Het advies wordt wel/niet overgenomen door subexamencommissie. Beroepsdeel: indien hieronder een onderdeel niet voldaan negatief advies Beroepstaak B startbekwaam Beroepstaak C startbekwaam Beroepstaak D startbekwaam Beroepstaak E startbekwaam Voldoende/niet voldoende Voldoende/niet voldoende Voldoende/niet voldoende Voldoende/niet voldoende Casustoets B startbekwaam Casustoets C startbekwaam Casustoets D startbekwaam Casustoets E startbekwaam Voldoende/niet voldoende Voldoende/niet voldoende Voldoende/niet voldoende Voldoende/niet voldoende AVO vakken: indien hieronder een onderdeel niet voldaan negatief advies Nederlands Examen Rekenen Examen Engels examen Voldoende/niet voldoende Voldoende/niet voldoende Voldoende/niet voldoende juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 171

172 STUDENTENVERSIE Burgerschap Voldoende/niet voldoende Naam assessor: Naam student: Datum: Datum: Handtekening: Naam lid sub-com: Handtekening: Handtekening: Datum: juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 172

173 STUDENTENVERSIE BIJLAGE 04. WAARDERINGSFORMULIER ASSESSOR IJK 9 Waarderingsformulier assessor Naam student: Naam SLBer: Advies: Opleiding: Verpleegkunde Crebo: Groep: Datum: IJkmoment 9 Examendossier Geslaagd/ Niet geslaagd voor het diploma MBO Verpleegkunde Opmerking Assessor: Vaststelling Subexamencommisie: Het advies wordt wel/niet overgenomen door subexamen-commissie. Beroepsdeel: indien hieronder een onderdeel niet voldaan negatief advies Proeve Bewust Bekwaam Gesprek Beroepstaak B startbekwaam Beroepstaak C startbekwaam Beroepstaak D startbekwaam Beroepstaak E startbekwaam Voldoende/niet voldoende Voldoende/niet voldoende Voldoende/niet voldoende Voldoende/niet voldoende Voldoende/niet voldoende Casustoets B startbekwaam Casustoets C startbekwaam Casustoets D startbekwaam Casustoets E startbekwaam Voldoende/niet voldoende Voldoende/niet voldoende Voldoende/niet voldoende Voldoende/niet voldoende AVO vakken: indien hieronder een onderdeel niet voldaan negatief advies Nederlands Examen Rekenen Examen Voldoende/niet voldoende Voldoende/niet voldoende juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 173

174 STUDENTENVERSIE Engels examen Burgerschap Voldoende/niet voldoende Voldoende/niet voldoende Naam assessor: Naam student: Datum: Datum: Handtekening: Handtekening: Naam lid sub-com: Handtekening: Datum: juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 174

175 STUDENTENVERSIE BIJLAGE 05. STROOMSCHEMA ASSESSOR juli2 014 Albeda College Branche gezondheidszorg 175

Nog meer weergeven