OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE Geestelijke Gezondheidszorg OPDRACHTENBOEK

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE Geestelijke Gezondheidszorg OPDRACHTENBOEK"

Transcriptie

1 OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE Geestelijke Gezondheidszorg OPDRACHTENBOEK inclusief ondersteuningsmagazijn en toetsen beroepsopdrachten Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Schooljaar crebo 93 Versie: augustus 2012 Fase: Startbekwaam Naam Student:

2 2

3 Inhoudsopgave Blz. Inleiding 5 POP en werkplanning beroepsgerichte leerdoelen 7 POP en werkplanning persoonlijke leerdoelen 9 Instructie feedbackformulier 11 Begrippenlijst 13 Leerplan en leerlijn 15 Beroepstaak B: Verlenen van verpleegkundige zorg Beroepsopdracht (praktijk) 19 Feedbackformulier 23 Ondersteuningsmagazijn school/praktijk 29 - B.start.1 Van opname tot.. Een casusanalyse schrijven en uitvoeren - B.start.2 Laatste levensfase - B.start.3 Crisis- of risicovolle situaties en/of onvoorziene omstandigheden Beroepstaak C: Ondersteunen bij begeleiden Beroepsopdracht (praktijk) 43 Feedbackformulier 47 Ondersteuningsmagazijn school/praktijk 55 - C.start.1:GVO /psycho-educatie Verschillende methoden individueel of aan een groep - C.start.2:Begeleiden Onderdeel A : diverse gesprekstechnieken / vormen Onderdeel B : begeleiden in een specifieke situatie - C.start.3:Omgaan met groepsprocessen Beroepstaak D: Verpleegtechnische handelingen 73 Beroepsopdracht D verplicht 75 Beroepsopdracht D met keuze 77 Beroepsopdracht startbekwaam 79 Feedbackformulier 81 Ondersteuningsmagazijn school/praktijk 85 Voorbehouden handelingen - Inbrengen van perifeer infuus - Venapunctie - Intraveneus injecteren Voorbehouden handelingen (met keuze) - Toedienen van vloeistoffen via centraal infuus - Controleren en verzorgen van een centraal infuus - Uitvoeren van transfusie - Zelftest parenteraal toedienen van vloeistoffen en transfusie Beoordelingsformulier D 99 Overzichtslijst van verpleegtechnische handelingen 103 3

4 Inhoudsopgave Blz. Beroepstaak E: Uitvoeren van organisatie en professiegebonden taken Beroepsopdracht (praktijk) 107 Feedbackformulier 111 Ondersteuningsmagazijn school/praktijk E.start.1 Deskundigheidsbevordering en professionalisering 1.1 Zorgpaden 1.2 Ketenzorg 1.3 Marktwerking in de zorg - E.start. 2 Deskundigheidsbevordering en professionalisering: Coördinatie van zorg : oudste van dienst - E.start. 3 Deskundigheidsbevordering en professionalisering: actuele ontwikkelingen: Nieuwe uitgangspunten en/ of ontwikkelingen in de zorg GGZ - E.start.4 Kwaliteitszorg Knelpunten en kwaliteitsinstrumenten - E.start.5 Werkbegeleiding geven Werkbegeleiding geven Toetsen beroepsopdrachten Algemene instructie toets beroepsopdracht voor studenten en beoordelaars 147 Toets beroepsopdracht B 153 Toets beroepsopdracht C 161 Toets beroepsopdracht D 169 Toets beroepsopdracht E 177 4

5 Inleiding De laatste fase van je opleiding tot verpleegkundige niveau 4 is aangebroken. In dit opdrachtenboek zijn de startbekwame-activiteiten en beroepsopdrachten met de beoordelingscriteria opgenomen die je uitvoert in de startbekwame fase. Van beroepstaak D zit in dit opdrachtenboek de beginner-gevorderde en startbekwame beroepsopdracht. Bij deze beroepstaak vind je een aftekenlijst met de vaardigheden, die je kunt afronden voor beroepstaak D. Wanneer je al vaardigheden hebt afgerond op school en/of de praktijk, voeg dan je aftekenlijst toe in dit opdrachtenboek of laat ze door de docent overnemen op het nieuwe overzichtsformulierformulier uit dit opdrachtenboek De activiteiten van de startbekwame fase zijn verplicht, mits anders aangegeven. Zij dienen als voorbereiding op de beroepsopdrachten in de praktijk, de Proeve en het Bewust Bekwaam Gesprek (BBG) De activiteiten zijn dusdanig geschreven dat je je kunt voorbereiden op het Bewust Bekwaam Gesprek. De activiteiten zijn geschreven voor theorie én praktijk en hebben samenhang met elkaar. Maak daarom duidelijke afspraken met (werk) begeleiders, praktijkopleiders en docenten/coaches en zorg ervoor dat iedereen op de hoogte is van je voortgang. Je POP en werkplanning is daarbij hét hulpmiddel. Deze formulieren kun je voorin het opdrachtenboek vinden. Tijdens het werken aan deze activiteiten zal onderstaande vraag regelmatig worden gesteld door jezelf of door je begeleiders. Zijn de praktijksituaties die gekozen worden voor de opdrachten van de start bekwame fase complex genoeg? Deze vraag is het best te beantwoorden door te kijken naar onderstaande twee richtlijnen: 1. Onderzoek wat in je eigen instelling onder complexe zorg wordt verstaan 2. Ga op zoek naar zogenaamde kritische beroepssituaties. Een kritische beroepssituatie is een situatie waarin de beroepsbeoefenaar zich gesteld ziet voor een professioneel probleem of dilemma. Deze dilemma s kunnen gaan over : het vinden van een goede balans tussen betrokkenheid en distantie in relatie tot de Zorgvrager. het afwegen of je als verpleegkundige vasthoudt aan de afspraken in het verpleegplan versus flexibel omgaan met veranderende behoefte van de zorgvrager. het vinden van een evenwicht in het omgaan met normen en waarden van de zorgvrager en/of mantelzorger en/of naasten versus de eigen normen en waarden. het maken van een afweging tussen de mate van begeleiden van de zorgvrager bij het uitvoeren van taken en het overnemen van die taken en verantwoordelijkheden. het maken van een afweging of je als verpleegkundige zelf de werkzaamheden zal uitvoeren of anderen zal consulteren. het omgaan met de belangen van de zorgvrager en de mantelzorger en/of naasten versus beleid en mogelijkheden van de organisatie. het vinden van een evenwicht tussen het betrekken van mantelzorgers en/of naasten en vrijwilligers bij de zorg of het inschakelen van professionele hulp. het vinden van een goede balans tussen de kwaliteit van de verpleegkundige zorg versus de eisen van doelmatigheid die worden gesteld vanuit de organisatie. 5

6 6

7 POP en werkplanning Naam student:. Groep:.. Datum: Beroepsgericht leerdoel Leerdoel: Planning van activiteiten Activiteiten: omdat: Begeleiding: Beroepstaak, beroepsproduct: Planning Werkprocessen, competenties: Bewijsvoering en evaluatie: 7

8 8

9 POP en werkplanning Naam student:. Groep:.. Datum: Persoonlijk leerdoel Leerdoel: Planning van activiteiten Activiteiten: omdat: Begeleiding: Planning: Bewijsvoering en evaluatie: 9

10 10

11 Instructie Feedbackformulier Inleiding Tijdens het leren kun je een beroepsopdracht, of delen daarvan meerdere keren uitvoeren. Dit met het doel feedback te verzamelen met betrekking tot je handelen, zodat je het uitvoeren van de opdracht steeds verder kunt verbeteren. Instructie voor de student Er zijn verschillende mogelijkheden om het feedbackformulier te gebruiken. Enkele suggesties: - Probeer een goed beeld te krijgen van de competenties en werkprocessen waarvan men verwacht dat je die laat zien. Praat erover met collega s, met je werkbegeleider etc. Let op hoe anderen het werk uitvoeren en wat jij daarvan kan leren. - Ga na welke competenties je al goed beheerst en met welke competenties je nog moeite hebt. Vraag collega s, werkbegeleiders om je op specifieke onderdelen, competenties/prestatie-indicatoren, feedback te geven. Dit kan door middel van een gesprek, een gerichte observatie etc. - Voer de opdracht meerdere keren uit en vraag verschillende werkbegeleiders het feedbackformulier in te vullen. Bespreek de uitkomsten met je eigen werkbegeleider. - Kruis een paar competenties/werkprocessen aan waar je extra aandacht aan wil schenken. Beschrijf zelf hoe je vindt dat je deze uitvoert en vergelijk je eigen mening met die van collega s. - Zorg ervoor dat je voldoende feedback hebt verzameld en voeg de formulieren als bewijslast toe aan je portfolio. Gebruik de formulieren in gesprekken met je SLB-er en bijvoorbeeld tijdens voortgangsgesprekken. Zorg er wel steeds voor dat datum, naam en paraaf van de werkbegeleider op het formulier staan. Instructie voor de werkbegeleider Er zijn verschillende mogelijkheden om het feedbackformulier te gebruiken. Enkele suggesties: - Samen met de student bekijkt u de inhoud van de opdracht, neemt u de werkprocessen, de competenties en prestatie-indicatoren door. Samen scherpt u het beeld aan van wat er verwacht wordt van de student en de betekenis daarvan voor uw praktijksituatie. - Samen met de student neemt u het feedbackformulier door. De student vertelt wat hij daarin moeilijk vindt, goed vindt gaan etc. U vertelt de student wat uw bevindingen zijn. Een dergelijk gesprek levert informatie op voor het leren en begeleiden van de student. Er kan een keuze gemaakt worden om de komende tijd extra aandacht te hebben voor bepaalde werkprocessen/competenties. (feedforward) - U vindt dat de student al veel geoefend heeft met onderdelen van de beroepstaak. Volgens u is de student in staat de totale zorg voor bijv. 1 zorgvrager uit te voeren. U gebruikt het feedbackformulier om de student van informatie te voorzien over zijn handelen - U vindt dat de student voldoende geleerd heeft om de opdracht uit te voeren en met behulp van feedback zijn handelen te vervolmaken. U maakt een planning met hem welke zorgvragers hij wanneer gaat verzorgen en gebruikt het feedbackformulier om de student van feedback te voorzien. NB: Bij het geven van feedback is het van belang dat u het gedrag van de student (prestatieindicator) altijd bekijkt in het totaal van de opdracht en de werkprocessen. Gebruik hiervoor naast de opdracht altijd het overzicht van de werkprocessen, competenties en prestatieindicatoren 11

12 12

13 Begrippenlijst Om dit opdrachtenboek goed te kunnen lezen worden eerst begrippen uitgelegd die gebruikt worden. Begrip Assessor Beroepsopdracht Beroepsproduct Beroepstaak BPV Casustoets Competentie Feedbackinstrumenten IJkmoment Kwalificatiedossier Uitleg Waardeert op de ijkmomenten het portfolio en geeft advies aan de sub examencommissie of de student verder mag gaan met de opleiding. Een beroepstaak die een student uitvoert op het niveau van beginner, gevorderd en/of start bekwaam niveau. Deze opdracht meet het niveau van de student en kan in de praktijk of op school worden afgenomen. Dit staat omschreven in de opdracht. Een door de beroepsbeoefenaar te leveren dienst (immaterieel) of product (materieel) in de context van het beroep. Een beroepstaak is herkenbare taak / onderdeel in het werk (beroep) en bevat een cluster van werkprocessen uit het kwalificatiedossier. Beroepspraktijkvorming (praktijk/stage) Een toets waarmee gemeten wordt of studenten in staat zijn om voor de beroepstaak specifieke kennis en inzicht in te zetten om specifieke problemen binnen die beroepstaak te analyseren en op te lossen. Een vermogen dat kennis (wat je moet weten), houding (gedrag) en vaardigheden (wat je moet kunnen uitvoeren) omvat, om in een concrete beroepssituatie doelen te kunnen bereiken. Instrumenten die vanuit verschillende invalshoeken feedback geven aan de student zoals een zelftest of observatielijst. Moment waarop vastgesteld wordt waar de student zich bevindt in het leerproces en of hij/zij verder mag gaan: go/no go. Beschrijft wat de student aan het einde van de opleiding moet kennen en kunnen. 13

14 Begrip Ondersteuningsmagazijn PAP POP Portfolio Prestatie-indicatoren Studieloopbaanbegeleider (SLB) Werkproces Zorgsetting Uitleg Een gestructureerde verzameling van middelen om het leren van de student te ondersteunen zowel op school als in de praktijk. Persoonlijk Activiteiten Plan Persoonlijk Ontwikkel Plan Een map met bewijzen die laat zien hoe ver de student is in de opleiding Indicatie om te bepalen of het gewenste resultaat van de opdracht is behaald. Deze zijn beschreven in het kwalificatiedossier. De student krijgt tijdens zijn opleiding begeleiding van een SLB. Deze begeleiding betreft het leerproces en de loopbaan van de student. Beschrijving van activiteiten die van een beroepsbeoefenaar verwacht worden. Deze zijn beschreven in het kwalificatiedossier. Een organisatie waar zorg wordt verleend: verpleeghuis/verzorgingshuis/thuiszorg, gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg en Ziekenhuis (Klinische zorg) 14

15 Leerplan 15

16 16

17 17

18 18

19 OPLEIDING tot MBO - VERPLEEGKUNDIGE Geestelijke Gezondheidszorg BEROEPSTAAK B Ondersteunen van verpleegkundige basiszorg Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Schooljaar / crebo 93 Versie: augustus 2012 Fase: Startbekwaam Naam Student: 19

20 20

21 Beroepsopdracht Beroepstaak B Startbekwaam Verlenen van verpleegkundige (basis) zorg Toelichting: Deze beroepsopdracht is om te leren. Vraag feedback met behulp van het feedbackformulier. Let op: als je gaat toetsen maak je gebruik van het beoordelingsformulier achter in het opdrachtenboek Beroepsopdracht 1 : Je werkt als leerling-verpleegkundige op een afdeling in een psychiatrisch ziekenhuis. Je leidinggevende geeft je de opdracht om, gedurende een aantal dag en/of avonddiensten zelfstandig verpleegkundige zorg en ondersteuning te verlenen aan zorgvragers in complexe zorgsituaties. Je stelt het aantal zorgvragers vast volgens de afspraken van de afdeling en in overleg met je werkbegeleider Je voert de opdracht zelfstandig uit en de eventuele voor of - nabespreking gebeurt op jouw initiatief. Je geeft zelf sturing aan het leerproces en laat een pro-actieve leerhouding zien. Wat moet je doen? Met je werkbegeleider kies je de zorgvragers uit voor deze opdracht. Gebruik het verpleegplan om vast te stellen welke zorg deze zorgvragers nodig hebben. Soms kan het nodig zijn het verpleegplan bij te stellen. Je laat zien dat je verpleegkundige zorg en ondersteuning kunt geven aan deze zorgvragers. Je gebruikt hiervoor het verpleegplan. Je houdt rekening met de mogelijkheden en zelfstandigheid van de zorgvragers. Alle verleende zorg evalueer je met de zorgvrager en je werkbegeleider. Je observeert tijdens het uitvoeren van de zorg de gezondheidstoestand van de zorgvrager op somatisch en psychosociaal gebied en je rapporteert je bevindingen in het verpleegkundig dossier. 1 Indien de student deze beroepsopdracht uitvoert, werkt hij tevens aan taal en rekentaken 21

22 22

23 FEEDBACKFORMULIER Beroepsopdracht B Naam student: Datum: Opleiding: MBOverpleegkundige Niveau: Startbekwaam Werkprocessen Beroepstaak B Startbekwaam Niveau 1.1 De mbo-verpleegkundige heeft, op basis van de verpleegkundige diagnose het verpleegplan opgesteld van de zorgvrager, en dit besproken met hem en betrokkenen (D-H-J-K-M) 1.2 De mbo-verpleegkundige in de GGZ heeft de ondersteuning bij de persoonlijke basiszorg is op een professionele wijze uitgevoerd.(f,k,r) 1.3. De palliatieve zorg en ondersteuning is volgens professionele standaarden uitgevoerd en zoveel mogelijk afgestemd op de wensen van de zorgvrager en naasten en is met respect voor alle betrokkenen uitgevoerd. ( E-F-V). 1.5 De monitoring is op adequate wijze uitgevoerd en gerapporteerd. De in gang gezette acties hebben tot het gewenste resultaat geleid.(j,n) 1.7. De mbo-verpleegkundige pakt een crisissituatie of een onvoorziene situatie professioneel aan. Ze volgt de geldende procedures en regelgeving (A-T-V) 1.8 De mbo-verpleegkundige voert branche specifieke werkzaamheden uit om de verpleegkundige zorg en ondersteuning op maat te kunnen geven in één van de branches: Ziekenhuis, Verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg, Geestelijke gezondheidszorg, Gehandicaptenzorg (A-I-K-R-X). 2.1 De zorgvrager behoudt zoveel mogelijk zijn zelfstandigheid en de regie over zijn leven. De mboverpleegkundige heeft op passende wijze de mantelzorger en/of naasten begeleid. (C,D) 2.5 De mbo-verpleegkundige voert branche specifieke werkzaamheden uit om de verpleegkundige begeleiding op maat te kunnen geven in één van de branches: Ziekenhuis, Verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg, Geestelijke gezondheidszorg, Gehandicaptenzorg ( D, G). Feedback 23

24 Vervolg FEEDBACKFORMULIER Beroepsopdracht B Naam student: Datum: Opleiding: MBOverpleegkundige Niveau: Startbekwaam Werkprocessen Beroepstaak B Startbekwaam Niveau 3.5 De zorgverlening is regelmatig en zorgvuldig geëvalueerd en het verpleegplan is zonodig bijgesteld en er is een (eind)rapportage opgesteld. van dit werkproces (D-J-M) Feedback Argumentatie Feedback(verplicht invullen) (maak bij de argumentaties van de beoordeling gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende bladzijde) Naam werkbegeleider/pr. opleider: Paraaf: Naam Student: Paraaf Student: Stempel praktijkorganisatie* *paraaf door stempel 24

25 Overzicht : beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatieindicatoren Beroepstaak B Beroepsproducten Werkprocessen B. Verpleegkundige zorg B.1 plannen van verpleegkundige 1.1,1.8, 2.5, 3.5 zorg B.2 basis zorg 1.2,1.3, 1.5,1.8, 2.1, 2.5, 3.5 B.3 crisissituaties 1.7, 1.8, 2.5 Competenties A, C, D, E, F, G, H, I, J, K, M, N, R, T, V, X. Competenties in de werkprocessen A Beslissen en activiteiten initiëren C Begeleiden D Aandacht en begrip tonen. E Samenwerken en overleggen F Ethisch en integer handelen G Relaties bouwen en netwerken Prestatie-indicatoren Leidt de ontstane situatie snel in goede banen en voorkomt escalatie. Neemt zelfstandig, zonodig in overleg met behandelaar, op tijd de nodige beslissingen in hoog complexe zorgsituaties. Maakt zelfstandig een afweging van de risico s.. Zorgt ervoor dat veiligheid en gezondheid van de zorgvrager en anderen niet in gevaar komen. Stimuleert en motiveert de zelfredzaamheid van de zorgvrager en benadrukt het belang hiervan. Adviseert de mantelzorger/naasten over hun draaglast en draagkracht Toont interesse in de gezondheidssituatie en leefomstandigheden van de zorgvrager en zijn naasten/ mantelzorgers. Doet moeite om gevoelens te begrijpen. Toont betrokkenheid op gepaste wijze. Neemt de benodigde tijd om over de verkregen informatie na te denken zodat deze op de juiste wijze kan worden verwerkt. Behandelt de zorgvrager met respect en geduld ter vergroting van zelfredzaamheid. Let op het fysieke en mentale welzijn van mantelzorger en naasten en stimuleert hen om overbelasting te voorkomen Schakelt zonodig andere zorgverleners in. Informeert en overlegt met alle betrokkenen. Meldt tijdig belangrijk zaken. Handelt volgens ethische maatstaven van de beroepsgroep (beroepscode). Toont zich eerlijk en betrouwbaar. Respecteert vertrouwelijkheid. Accepteert verschillen tussen zorgvragers in normen en waarden, seksuele voorkeur, culturele achtergrond en levensbeschouwing. Behandelt de zorgvrager met respect Handelt volgens de ethische maatstaven van de organisatie, de beroepsgroep en de maatschappij. Gaat discreet om met gevoelige zaken. Legt contacten met bedrijven, opleidingen of verenigingen en onderhoud deze. Toont proactieve houding in het benutten van contacten voor de zorgvrager. 25

26 Competenties in de werkprocessen H Overtuigen en beïnvloeden. I Presenteren. J Formuleren en rapporteren K Vakdeskundigheid toepassen M Analyseren N Onderzoeken R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten T Instructies en procedures opvolgen Prestatie-indicatoren Leidt het anamnesegesprek met de zorgvrager aan de hand van een standaard vragenlijst in goede banen. Kijkt naar de verschillende belangen en mogelijkheden m.b.t. de verpleegkundige diagnose. Inventariseert reële mogelijkheden. Streeft overeenstemming na door te zoeken naar duidelijke win- win situatie. Geeft duidelijk informatie en adviezen die zijn afgestemd op de zorgvrager(s) met hoog complexe problematiek en hun naasten. Straalt deskundigheid en betrouwbaarheid uit. Controleert regelmatig of de informatie duidelijk is overgekomen Verwerkt gegevens nauwkeurig en volledig. Formuleert voor betrokkenen een duidelijk en inzichtelijk verpleegplan Rapporteert correct en doelmatig op juiste wijze de actuele gezondheidstoestand. Onderscheid hoofd en bijzaken. Past haar kennis over stoornissen, beperkingen, functioneringsproblemen, en gezondheidsproblemen van verschillende zorgcategorieën toe. Gebruikt de beperkingen en mogelijkheden van de zorgvrager voor het opstellen van de verpleegkundige diagnose en verantwoorde doelen Gebruikt vaardigheden gericht op de doelgroep. Werkt en handelt precies. Werkt ergonomisch Analyseert grondig de verkregen gegevens van zorgvrager en betrokkenen. Trekt logische conclusies uit verkregen gegevens. Trekt logische gevolgtrekkingen uit deze informatie. Lost problemen op zodat het verpleegplan verantwoord bijgesteld wordt. Levert verbetering van de zorg zodat die op passende wijze wordt afgesloten. Signaleert snel veranderingen in de gezondheidstoestand. Interpreteert de veranderingen op juiste wijze. Zet actuele informatie om in gerichte vervolgstappen. Geeft de zorgvrager op maat ondersteuning bij de persoonlijke basiszorg. Houdt zich aan gemaakte afspraken. Checkt regelmatig of de zorgvrager nog tevreden is zodat ondersteuning aansluit bij de verwachtingen en wensen. Houd zich aan voorgeschreven procedures. Kent de wettelijke richtlijnen en past deze toe. Handelt adequaat in onvoorziene / crisissituaties. 26

27 Competenties in de werkprocessen V Met druk en tegenslag omgaan X Ondernemend en commercieel handelen Prestatie-indicatoren Is tijdens stressvolle situaties gericht op het werk en zaken die gedaan moeten worden. Hanteert eigen gevoelens zodat effectief en professioneel blijft handelen Kent eigen grenzen. Biedt professionele zorg onder emotionele omstandigheden Is alert op de zakelijke aspect van de zorgverlening. Stelt zich professioneel en zelfstandig op als beroepsbeoefenaar en werknemer. Meld mogelijke zakelijke kansen bij leidinggevende zodat je jouw grenzen kan stellen bij de uitvoering van werkzaamheden. 27

28 28

29 Ondersteuningsmagazijn School/Praktijk Beroepstaak B Startbekwaam Activiteiten Alle activiteiten zijn verplicht B.start.1 Van opname tot.. Een casusanalyse schrijven en uitvoeren B.start.2 Laatste levensfase (alleen schoolactiviteit tenzij er zich een situatie voordoet in de praktijk) B.start.3 Crisis- of risicovolle situaties en/of onvoorziene omstandigheden datum paraaf 29

30 30

31 1. B. start. 1 GGZ Een casusanalyse schrijven en verpleegkundige zorg uitvoeren. Van opname tot.. Resultaat De student heeft de verpleegkundige zorg uitgevoerd aan de hand van een vooraf geschreven casusanalyse. De student heeft naar aanleiding van de uitgevoerde zorg op school geoefend met een BBG ( bewust bekwaam gesprek). Werkprocessen en competenties op startbekwaam niveau KD Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan 1.2 Ondersteunt bij verpleegkundige basiszorg 1.5 Monitort de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied 1.7 Hanteert crisissituaties 1.8 Verleent verpleegkundige zorg in een specifieke branche 2.1 Begeleidt een zorgvrager bij zelfredzaamheid 2.5 Biedt verpleegkundige begeleiding in een specifieke branche 3.5 Evalueert de zorgverlening A, C, D, F, G, H, I, J, K, M, N, R, T, V KD Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden 1.4 Begeleidt een zorgvrager 1.7 Hanteert crisissituaties 1.9 Evalueert de zorgverlening A, C, D, E, F, H, J, K, M, R, V Activiteit : Je gaat een casusanalyse schrijven over een zorgvrager uit een bepaalde zorgcategorie. In de praktijk ga je bij deze zorgvrager de verpleegkundige zorg uitvoeren volgens de door jou geformuleerde interventies. Ter afsluiting van de activiteit oefen je op school met het BBG( bewust bekwaam gesprek) Je verdiept je de komende weken verdiepen in een zorgvrager uit een zorgcategorie. Deze zorgvrager is uitgangspunt voor het schrijven van de casusanalyse. Je kunt hiervoor een zorgvrager kiezen in de periode vanaf opname tot ontslag of je kiest een met de begeleider afgesproken periode gedurende de behandeling. Deze activiteit wordt voornamelijk in de praktijk uitgevoerd. Aan het einde van een periode van maximaal 20 weken wordt de activiteit afgesloten met een bewust bekwaam gesprek( BBG) op school. Dit is een oefening ter voorbereiding op het BBG als onderdeel van de proeve aan het einde van de startbekwame fase. 31

32 Praktijk : Kies in overleg met jouw werkbegeleider een casus waarbij sprake is van een complexe zorgsituatie. Bespreek met jouw werkbegeleider waarom jij vindt dat de casus voldoet aan de criteria van een complexe zorgsituatie. ( maak hierbij gebruik van bijlage 2) Als de werkbegeleider accoord is kun je starten met het schrijven van de casusanalyse. In bijlage 1 kun je terugvinden welke items er aan de orde moeten komen. Bespreek de casusanalyse met je werkbegeleider. Voer de zorg uit aan de hand van de casusanalyse gedurende een afgesproken periode. Criteria praktijk: Je hebt de casusanalyse volgens de criteria geschreven en besproken. Je hebt feedback gekregen naar aanleiding van de door jou uitgevoerde zorg. Je hebt aangetoond dat je het klinisch redeneren beheerst en om kunt gaan met complexe zorgsituaties. Evalueren : Product : Bespreek de casusanalyse met je begeleider met behulp van bijlage 1 Proces: Evalueer de uitgevoerde zorg met je begeleider met behulp van het feedbackformulier. School: Tijdens het werken aan de casusanalyse bespreek je je voortgang met de docent en vraag je feedback. Indien nodig maak je een afspraak met een vakdocent. Ter afsluiting van de gehele activiteit maak je een afspraak met de begeleidend docent en een groepje medestudenten om de activiteit na te bespreken in de vorm van een BBG. (bewust bekwaam gesprek, zie bijlage 3). Criteria school: Je hebt een BBG voorbereid en uitgevoerd. Je hebt feedback gekregen van de docent en medestudenten. Je hebt het reflectieverslag besproken met de docent. Reflecteren: Je schrijf een reflectieverslag over de gehele activiteit. 32

33 Bijlage 1 De casusanalyse Naam : Groep : datum :. Nagekeken door:.. Handtekening: Algemeen Het verslag ziet er netjes verzorgd uit Het verslag bevat: Titelblad met: naam student, adres student, groepsnaam, begeleidend docent, datum - Lettertype Arial 11 - Pagina nummering - Bronnen theorie: Evidence based bronnen praktijk - Inhoudsopgave Inhoud De beschrijving van de zorgcategorie en mate van complexiteit. De casus - Persoonlijke gegevens - Opname indicatie - Gezondheidstoestand Voorgeschiedenis Huidige situatie Verloop van de opname - Situatie bij ontslag of na afronden periode Beschrijving van het ziektebeeld Beschrijving diagnostische fase De uitgevoerde onderzoeken De reden van de onderzoeken Beschrijving van de behandeling De behandeling van de zorgvrager uit de casus Het doel van deze behandeling De prognose Beschrijving van relevante en actuele ontwikkelingen, welke van invloed zijn op de zorg aan de gekozen zorgvrager Voldaan 33

34 Algemeen Visie van de afdeling m.b.t. de zorgcategorie Beschrijving van de visie van de afdeling 2 voorbeelden van verpleegkundige zorg vanuit deze visie Organisatievorm en de voordelen hiervan voor de zorgvrager ( minimaal 2 voordelen) Wetgeving : Naam en rol van de wetgeving bij behandeling of opname Invloed op het verpleegkundig handelen Beschrijving van de Ketenzorg bij deze casus en de rol van de verpleegkundige Beschrijving indicatiestelling. ( zorgzwaartepakket/ DBC) Verpleegkundige zorg Verpleegplan: Maak hierbij gebruik van het verpleegdossier en de aanwezige verpleegplannen of de gehanteerde beschrijving van de verpleegkundige zorg van de afdeling. ( begeleidingsplan/ zorgplan/ actieplan etc.) : - Actuele en potentiele verpleegproblemen volgens PES - Korte en lange termijn doelen - Evidence based interventies - Beschrijving van de evaluatie Voldaan 34

35 B.start.2 Laatste levensfase GGZ Resultaat Werkprocessen Competenties op startbekwaam niveau De student heeft een actuele ontwikkeling in de zorg rondom de laatste levensfase bestudeerd. Naar aanleiding van deze bevindingen heeft de student een vraagstelling geformuleerd, deze onderzocht in de praktijk en conclusies geformuleerd. KD biedt palliatief-terminale zorg KD Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden 1.4 begeleidt een zorgvrager Competenties: E, F, V Competenties : E, F, J, K, R, V Activiteit Je gaat een ontwikkeling bestuderen rondom de zorg in de laatste levensfase en een vraagstelling formuleren. Je gaat met deze vraagstelling in de praktijk een onderzoek doen en conclusies formuleren. School : (verplicht) 1. Maak een keuze uit de volgende onderwerpen of kies in overleg met de docent een eigen onderwerp gerelateerd aan de zorg in de laatste levensfase. Het onderwerp moet passen bij de branche waarin je stage loopt. 2. Maak leervragen, wat wil je te weten komen? Bespreek je leervragen met de docent. Werk je leervragen schriftelijk uit. Belangrijk bij de schriftelijke uitwerking is jouw visie als verpleegkundige op dit onderwerp. Gebruik minimaal 3 bronnen. 3. Bespreek jouw bevindingen en jouw visie op het onderwerp met een groep medestudenten onder begeleiding van de docent. Criteria school: Je hebt een verslag geschreven Je hebt je bevindingen en visie besproken met medestudenten. Praktijk : (indien mogelijk) 1. Formuleer naar aanleiding van jouw theorieonderzoek een vraagstelling. Bijvoorbeeld : Hoe kun je de zorg, of een aspect hiervan, volgens de door jouw bestudeerde theorie inzetten op jouw afdeling? Maak een vergelijking tussen theorie en praktijk. 2. Bespreek jouw vraagstelling met jouw werkbegeleider. Bespreek hoe je het praktijk onderzoek op de afdeling gaat uitvoeren, van welke bronnen ga je gebruik maken, wie je kunt interviewen. 35

36 3. Schrijf een verslag met jouw conclusies en aanbevelingen en bespreek dit met jouw werkbegeleider. Criteria praktijk: Je hebt een verslag geschreven over het praktijkonderzoek met conclusies en aanbevelingen( max. 3 A 4) Je hebt een ingevuld feedbackformulier van de werkbegeleider. Reflecteren Schrijf een individueel reflectieverslag naar aanleiding van jouw onderzoek. Evalueren met de begeleider Product : Bespreek met je werkbegeleider je conclusies en aanbevelingen met behulp van het feedbackformulier. Proces : Bespreek je reflectieverslag met je werkbegeleider. 36

37 Waar kun je aan denken bij de laatste levensfase? Doodswens( uitingsvormen) Verzoek euthanasie Ouderdom Ernstige somatiek als gevolg van langdurig medicatiegebruik Wetgeving Chronische depressie Balans opmaken Warme zorg Laatste levensfase Ongezonde leefstijl Uitbehandeld Lijdensdruk Verloren levensjaren Palliatieve zorg Complementaire zorg 37

38 38

39 B.start.3 Crisis- of risicovolle situaties en/of onvoorziene omstandigheden GGZ Resultaat Werkprocessen en competenties op startbekwaam niveau De student heeft de verschillende vormen van risicogedrag bestudeerd en zich verdiept in regelgeving en landelijke richtlijnen. De student laat zien tijdens de uitvoering van de zorg dat hij professioneel kan handelen bij risicogedrag en in onvoorziene omstandigheden. KD Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op 1.2 Ondersteunt bij verpleegkundige basiszorg 1.5 Monitort de gezondheidstoestand op somatisch en psycho-sociaal gebied 1.7 Hanteert crisissituaties 1.8 Verleent verpleegkundige zorg en ondersteuning in een specifieke branche 2.1 Begeleidt een zorgvrager bij zelfredzaamheid 2.5 Biedt verpleegkundige begeleiding in een specifieke branche 3.5 Evalueert de zorgverlening KD Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden 1.4 Begeleidt een zorgvrager 1.7 Hanteert crisis- of risicovolle situaties en onvoorziene situaties 1.9 Evalueert de zorgverlening A, C, D, E, F, H, J, K, M, N, R,T,V A, C, D, E, F, H, J, K, M, R,T,V Activiteit Je gaat de interne en externe factoren onderzoeken en beschrijven die kunnen leiden tot een crisis- of risicovolle situatie en/of een onvoorziene omstandigheid. Je schrijft voor een zorgvrager met risicogedrag een verpleegplan/ signaleringsplan/ begeleidingsplan en voert vervolgens de zorg uit. School: 1. Kies een vorm van risicogedrag of een onvoorziene situatie die kan voorkomen bij de zorgvragers van de zorgcategorie waarmee jij werkt. Maak voor jezelf een mindmap waarin je uitwerkt welke kennis je al hebt. Bespreek deze mindmap met een medestudent. 2. Vervolgens werk je de volgende items schriftelijk uit: Beschrijf de definities van risicogedrag en onvoorziene omstandigheden. Beschrijf welke vormen van risicogedrag er voor kunnen komen bij de doelgroep waarmee je werkt. Beschrijf de oorzaken voor het ontstaan van dit gedrag ( interne en externe factoren, aanleidingen, mogelijk hulpverlenergebonden factoren etc.) Schrijf op hoe je als hulpverlener het risicogedrag het beste kunt 39

40 signaleren en hoe je een risicoanalyse kunt maken. Beschrijf de hulpmiddelen die je hier voor kunt gebruiken. Zoek uit welke landelijke richtlijnen er zijn m.b.t. deze vorm van risicogedrag. Zoek uit of er binnen jouw instelling richtlijnen of protocollen zijn. Beschrijf per risicogedrag de belangrijkste interventies, wanneer je ingrijpt en ook de preventieve maatregelen. Geef ook aan hoe je omgaat met de eigen verantwoordelijkheid van de zorgvrager. 3. Lever jouw schriftelijke uitwerking in bij de docent, deze kijkt of de items voldoende zijn uitwerkt. Criteria school : Je hebt een verslag geschreven van minimaal 2 A 4 en er moeten minimaal 2 bronnen vermeld zijn. Praktijk: 1.Spreek met je begeleider af hoe je deze activiteit gevolg gaat geven in de praktijk. 2. Observeer en beschrijf : - de verschillende vormen van risicogedrag of onvoorziene omstandigheden bij 3 verschillende zorgvragers - eventuele observatiemethoden - een risicoanalyse van de door jou geobserveerde zorgvragers, maak hierbij eventueel gebruik van een op de afdeling gehanteerd model. - de verschillende interventies die ingezet worden door de verpleegkundigen - wat het effect is van de interventies. Is dit voldoende of moeten er nog andere interventies ingezet worden? 3. Vergelijk de uitgevoerde interventies met de theorie en beschrijf de overeenkomsten of de verschillen. 4. Maak in overleg met jouw werkbegeleider een keuze voor een zorgvrager met een bepaalde vorm van risicogedrag. 5.Schrijf een verpleegplan/signaleringsplan/begeleidingsplan voor het begeleiden van de zorgvrager met risicogedrag en bespreek dit met jouw werkbegeleider 6.Voer de verpleegkundige zorg gedurende twee weken uit volgens het beschreven plan. Wat is het effect van jouw handelen op de zorgvrager? Criteria praktijk : Je hebt een verslag geschreven over jouw bevindingen in de praktijk Je hebt een door de werkbegeleider goed gekeurd plan van aanpak Je hebt een ingevuld feedbackformulier van de werkbegeleider Je hebt een reflectieverslag geschreven. Reflecteren : Schrijf een reflectieverslag over de uitgevoerde zorg. Evalueren: Product : Bespreek met jouw werkbegeleider het uitgewerkte verpleegplan/signaleringsplan/begeleidingsplan. Proces : Bespreek de uitgevoerde zorg met behulp van het reflectieverslag. 40

41 Waar kun je aan denken bij risicovolle situaties? Agressie Middelengebruik Therapieontrouw Signaleringsplan Suicidaliteit De-escalerend werken Separeren Crisis- of risicovolle situaties en/of onvoorziene omstandigheden Automutilatie Comfortroom Dwang en drang Richtlijnen GGZ mbt crisissituaties Landelijke methodieken agressie regulatie 41

42 42

43 OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE Geestelijke Gezondheidszorg BEROEPSTAAK C Ondersteunen bij begeleiding Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Schooljaar : /crebo 93 Versie: augustus 2012 Fase: Startbekwaam Naam Student: 43

44 44

45 Beroepsopdracht Beroepstaak C Startbekwaam Toelichting: Deze beroepsopdracht is om te leren. Vraag feedback met behulp van het feedbackformulier. Let op: als je gaat toetsen maak je gebruik van het beoordelingsformulier achter in het opdrachtenboek Beroepsopdracht 2 : Je werkt als startbekwaam leerling verpleegkundige in een psychiatrisch ziekenhuis. Je leidinggevende geeft je de opdracht om zelfstandig aan zorgvragers advies, instructie en voorlichting te geven. Dit doe je vanuit de individuele zorgbehoefte. Je stelt het aantal zorgvragers vast volgens de afspraken van de afdeling en in overleg met je werkbegeleider Je ondersteunt en begeleidt de zorgvrager op psychosociaal gebied, zowel individueel als in de groep, gedurende een aantal dag en/of avonddiensten. Wat moet je doen? Met je werkbegeleider kies je een aantal zorgvragers uit waarbij je bovenstaande opdracht kunt uitvoeren. Ga na aan de hand van het verpleegplan( zorgplan) na wat de gevolgen zijn van de gezondheidsproblemen. Je laat zien dat je de zorgvragers advies, instructie en voorlichting kunt geven en kunt begeleiden op psychosociaal gebied. Je observeert hoe de zorgvrager reageert op jouw advies, instructie en voorlichting en gaat na of de informatie begrepen is. Daarnaast besteed je aandacht aan het behouden van de eigen regie door de zorgvrager en hebt aandacht voor zingevingsvragen. Je rapporteert zelfstandig je bevindingen in het verpleegkundig dossier. Daarnaast kan het voorkomen dat je ook advies, voorlichting en instructie en psychosociale begeleiding geeft aan een groep zorgvragers en besteed je aandacht aan het groepsproces. Tijdens het uitvoeren van de zorg werk je zelfstandig, daarbij overleg je bij onvoorziene omstandigheden zonodig met je werkbegeleider. 2 Indien de student deze beroepsopdracht uitvoert, werkt hij tevens aan taal en rekentaken 45

46 46

47 FEEDBACK FORMULIER Beroepsopdracht C Naam student: Datum: MBO-Verpleegkundige Niveau: Startbekwaam Werkprocessen Beroepstaak C Startbekwaam niveau 1.1 De mbo-verpleegkundige stelt onder begeleiding op afstand het verpleegplan op, op basis van de verpleegkundige diagnose, en bespreekt dit met de zorgvrager en andere betrokkenen. (D-H-J-K-M) Feedback 1.3 De mbo-verpleegkundige geeft ondersteuning bij het bieden van palliatieve zorg, waarbij zij rekening houdt met professionele standaarden en de wensen van de zorgvrager en naasten. De gevorderde werkt hierbij vanuit het zorgplan, waarbij sprake is van vastgestelde procedures. De gevorderde stemt af met de verpleegkundige. (E-F-V). 1.6 De mbo-verpleegkundige kan 2 tot 4 zorgvragers selecteren en deze advies, instructie en voorlichting geven over therapieën, behandelmethoden en mogelijkheden om met beperkingen ten gevolge van hun problematiek om te gaan en checkt of de informatie begrepen is. (I - L) 1.7 De mbo-verpleegkundige signaleert en handelt onder begeleiding op afstand bij onvoorziene- en crisissituaties die het gevolg zijn van gedragsproblemen of problemen van somatische aard. Zij reageert volgens geldende procedures en regelgeving. Zij roept de hulp in van haar begeleider en/of collega s of andere disciplines wanneer hij/zij de problemen zelf niet kan oplossen.(a-t-v-x) 1.8 De mbo-verpleegkundige verleent verpleegkundige zorg en ondersteuning in een specifieke branche (A-I-K-R-X). 47

48 VERVOLG FEEDBACKFORMULIER BEROEPSOPDRACHT C Naam student: Datum: MBO-Verpleegkundige Niveau: Startbekwaam Werkprocessen Beroepstaak C Startbekwaam niveau 2.1 De mbo- verpleegkundige begeleidt de zorgvrager bij het handhaven en vergroten van zijn zelfredzaamheid door de zorgvrager te stimuleren en te motiveren de regie over zijn eigen leven te voeren. Daarnaast begeleidt zij de mantelzorger /naasten en let op de signalen van overbelasting (C-D) 2.2 De mbo-verpleegkundige begeleidt de zorgvrager bij verwerking en hantering van de gevolgen van de ziekte of beperking en bij therapie of behandeling, daarbij schenkt zij ook aandacht aan zingevingvragen.(d). 2.3 De mbo-verpleegkundige begeleidt de zorgvrager bij het omgaan met de gevolgen van de beperkingen op sociaal maatschappelijk gebied door middel van het ondersteunen bij het onderhouden van contacten of het versterken van het sociale netwerk. (C-G-R) 2.4 De mbo-verpleegkundige kan onder begeleiding op afstand een groep zorgvragers begeleiden op een behandelafdeling binnen een psychiatrische zorginstelling, om voor hen een zo optimaal mogelijke omgeving te creëren. Zij besteedt aandacht aan het groepsproces en signaleert opvallende zaken m.b.t. het functioneren in de groep ( C, U). 2.5 De mbo-verpleegkundige biedt verpleegkundige begeleiding in een specifieke branche* ( D, G). Feedback 3.5 De mbo-verpleegkundige evalueert onder begeleiding op afstand de zorgverlening met de betrokken partijen. Zij bespreekt haar schriftelijke eindrapportages t.a.v. de uitgevoerde zorg met de verpleegkundige.(c-j- M) 48

49 VERVOLG FEEDBACKFORMULIER BEROEPSOPDRACHT C Naam student: Datum: MBO-Verpleegkundige Niveau: Startbekwaam Argumentatie Feedback (verplicht invullen) (maak bij de argumentatie van de feedback gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende bladzijde) Naam werkbegeleider/pr. opleider: Paraaf: Naam Student: Paraaf Student: Stempel praktijkorganisatie* *paraaf door stempel 49

50 50

51 Overzicht Beroepstaak C Overzicht : beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie-indicatoren Beroepstaak C Beroepsproducten Werkprocessen Begeleiden C1: Advies, instructie en voorlichting 1.1, 1.6, 2.3, 3.5 C2: Psychosociale begeleiding 1.1, 1.3, 1.7,1.8, 2.1, 2.2, 2.3, 3.5 C3: Groepsbegeleiding 1.6, 2.4, 3.5 Competenties: A, C, D, E, F, G, H, I, J, K, L, M, R, T, U, V,X Competenties in de werkprocessen A Beslissen en activiteiten initiëren C Begeleiden D Aandacht en begrip tonen. E Samenwerken en overleggen F Ethisch en integer handelen G Relaties bouwen en netwerken Prestatie-indicatoren Leidt de ontstane situatie snel in goede banen en voorkomt escalatie. Neemt zelfstandig, zonodig in overleg met behandelaar, op tijd de nodige beslissingen in hoog complexe zorgsituaties. Maakt zelfstandig een afweging van de risico s.. Zorgt ervoor dat veiligheid en gezondheid van de zorgvrager en anderen niet in gevaar komen. Stimuleert en motiveert de zelfredzaamheid van de zorgvrager en benadrukt het belang hiervan. Adviseert de mantelzorger/naasten over hun draaglast en draagkracht Toont interesse in de gezondheidssituatie en leefomstandigheden van de zorgvrager en zijn naasten/ mantelzorgers. Doet moeite om gevoelens te begrijpen. Toont betrokkenheid op gepaste wijze. Neemt de benodigde tijd om over de verkregen informatie na te denken zodat deze op de juiste wijze kan worden verwerkt. Behandelt de zorgvrager met respect en geduld ter vergroting van zelfredzaamheid. Let op het fysieke en mentale welzijn van mantelzorger en naasten en stimuleert hen om overbelasting te voorkomen Schakelt zo nodig andere zorgverleners in. Informeert en overlegt met alle betrokkenen. Meldt tijdig belangrijk zaken. Handelt volgens ethische maatstaven van de beroepsgroep (beroepscode). Toont zich eerlijk en betrouwbaar. Respecteert vertrouwelijkheid. Accepteert verschillen tussen zorgvragers in normen en waarden, seksuele voorkeur, culturele achtergrond en levensbeschouwing. Behandelt de zorgvrager met respect Handelt volgens de ethische maatstaven van de organisatie, de beroepsgroep en de maatschappij. Gaat discreet om met gevoelige zaken. Legt contacten met bedrijven, opleidingen of verenigingen en onderhoud deze. Toont proactieve houding in het benutten van contacten voor de zorgvrager. 51

52 Competenties in de werkprocessen H Overtuigen en beïnvloeden. I Presenteren. J Formuleren en rapporteren K Vakdeskundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten M. Analyseren R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten Prestatie-indicatoren Leidt het anamnesegesprek met de zorgvrager aan de hand van een standaard vragenlijst in goede banen. Kijkt naar de verschillende belangen en mogelijkheden m.b.t. de verpleegkundige diagnose. Inventariseert reële mogelijkheden. Streeft overeenstemming na door te zoeken naar duidelijke win- win situatie. Geeft duidelijk informatie en adviezen die zijn afgestemd op de zorgvrager(s) met hoog complexe problematiek en hun naasten. Straalt deskundigheid en betrouwbaarheid uit. Controleert regelmatig of de informatie duidelijk Verwerkt gegevens nauwkeurig en volledig. Formuleert voor betrokkenen een duidelijk en inzichtelijk verpleegplan Rapporteert correct en doelmatig op juiste wijze de actuele gezondheidstoestand. Onderscheid hoofd en bijzaken. Past haar kennis over stoornissen, beperkingen, functioneringsproblemen, en gezondheidsproblemen van verschillende zorgcategorieën toe. Gebruikt de beperkingen en mogelijkheden van de zorgvrager voor het opstellen van de verpleegkundige diagnose en verantwoorde doelen Gebruikt vaardigheden gericht op de doelgroep. Werkt en handelt precies. Werkt ergonomisch. Kiest en gebruikt gericht de voorlichtingsmaterialen, hulpmiddelen of instructiematerialen. Houdt rekening met mogelijkheden, beschikbaarheid en bijbehorende kosten. Zet op juiste wijze materialen en middelen in om voorlichting en advies aan zorgvrager te verhelderen. Bevordert zelfredzaamheid door ondersteuning van materialen en middelen gericht in te zetten. Analyseert grondig de verkregen gegevens van zorgvrager en betrokkenen. Trekt logische conclusies uit verkregen gegevens. Trekt logische gevolgtrekkingen uit deze informatie. Lost problemen op zodat het verpleegplan verantwoord bijgesteld wordt. Levert verbetering van de zorg zodat die op passende wijze wordt afgesloten. Geeft de zorgvrager op maat ondersteuning bij de persoonlijke basiszorg. Houdt zich aan gemaakte afspraken. Checkt regelmatig of de zorgvrager nog tevreden is zodat ondersteuning aansluit bij de verwachtingen en wensen. 52

53 Competenties in de werkprocessen T Instructies en procedures opvolgen U Omgaan met veranderingen en aanpassen V. Met druk en tegenslag omgaan X Ondernemend en commercieel handelen Prestatie-indicatoren Houd zich aan voorgeschreven procedures. Kent de wettelijke richtlijnen en past deze toe. Handelt adequaat in onvoorziene / crisissituaties Begeleidt op professionele wijze een groep met verschillende achtergronden, sekse, cultuur en gezindheid. Past haar communicatie, gedrag en begeleidingsvormen aan op de groepsleden waardoor ze zich op passende wijze behandeld voelen. Is tijdens stressvolle situaties gericht op het werk en zaken die gedaan moeten worden. Hanteert eigen gevoelens zodat effectief en professioneel blijft handelen Kent eigen grenzen. Biedt professionele zorg onder emotionele omstandigheden Is alert op de zakelijke aspect van de zorgverlening. Stelt zich professioneel en zelfstandig op als beroepsbeoefenaar en werknemer. Meld mogelijke zakelijke kansen bij leidinggevende zodat je jouw grenzen kan stellen bij de uitvoering van werkzaamheden. 53

54 54

55 Ondersteuningsmagazijn School/Praktijk Beroepstaak C Startbekwaam Activiteiten Alle activiteiten zijn verplicht C.start.1 GVO /Psycho-educatie: Verschillende methoden individueel of aan een groep C.start.2 Begeleiden van de zorgvrager Onderdeel A : diverse gesprekstechnieken /vormen Onderdeel B: begeleiden in een specifieke situatie datum paraaf C.start.3 3 Omgaan met groepsprocessen 3 Nvt voor ziekenhuis 55

56 56

57 C.start.1 Psychoeducatie, verschillende methoden individueel of aan een groep Resultaat De student heeft 3 verschillende methoden van psycho-educatie/ voorlichting bestudeerd en heeft in de praktijk een onderdeel hiervan uitgevoerd Werkprocessen/competenties op startbekwaam niveau KS Geeft voorlichting, advies en instructie 2.4 Begeleidt een groep zorgvragers op sociaal en maatschappelijk gebied Competenties C, I, L, U KD Begeleidt een groep zorgvragers 1.6 geeft voorlichting, advies en instructie Competenties C, D, I, L Activiteit : Je gaat je verdiepen in 3 verschillende methoden van voorlichting / psycho-educatie die er zijn binnen de psychiatrie, dit zijn methodes voor een specifieke doelgroep of over een specifiek thema. Jouw bevindingen werk je schriftelijk uit en presenteer je aan medestudenten. In de praktijk maak je een keuze voor een voor jouw afdeling vernieuwende methode en voert in de praktijk hiervan een onderdeel uit. School: 1. Sluit je aan bij een groepje medestudenten.( max 4) Kies 3 methoden uit en brainstorm met elkaar over wat jullie al weten over de verschillende voorlichtingsmethoden. Maak een mindmap en bespreek deze met de docent. 2. Maak een werkplan en bespreek dit ter goedkeuring met de docent. In het werkplan komen de volgende items naar voren : Beschrijf het doel wat je wilt bereiken. Wat wil je te weten komen? Maak leervragen, individueel of met de subgroep. Welke bronnen gaan jullie gebruiken? Maak een keuze voor een werkvorm om je bevindingen te presenteren: een les aan ( jongere jaars) studenten een tijdschrift met een korte presentatie een workshop een demonstratie van de methoden aan medestudenten eigen keuze in overleg met de docent Een planning en een taakverdeling 3. Maak een schriftelijke uitwerking van de onderzochte theorie ( de 3 voorlichtingsmethoden) waarbij het belangrijk is te beschrijven wat de rol en taak is van de verpleegkundige. Lever jouw uitwerking ter beoordeling in bij de begeleidende docent. 57

58 4. Voer de activiteit volgens het werkplan uit. Vraag van 4 medestudenten en de docent een feedbackformulier. Criteria school: Je hebt een schriftelijke uitwerking van de theorie gemaakt (minimaal 3 A 4) Je hebt 4 ingevulde feedbackformulieren van medestudenten en 1 van de docent Praktijk: Verdiep je in een ( vernieuwde) bestaande gestandaardiseerde voorlichtingsmethode/ psycho-educatie, die het meest passend is bij de doelgroep zorgvragers van de betreffende afdeling waar je de BPV volgt. Oriënteer je op welk onderdeel binnen deze methode jij als verpleegkundige een bijdrage moet/ kan leveren. Bespreek met jouw werkbegeleider welk onderdeel jij gaat uitvoeren. Van dit onderdeel maak je een plan van aanpak. Voer het betreffende onderdeel uit volgens dit plan van aanpak Evalueer dit onderdeel eventueel met de aanwezige werkbegeleider/collega en/of cotrainer. Ga na waarom jouw plan van aanpak goed heeft gewerkt of waarom niet. In beide gevallen moet je dit kunnen beargumenteren. Vervolgens ga je na wat de rol van de verpleegkundige is als de zorgvrager naar een van de voorlichtingsbijeenkomsten gaat en terug is op de afdeling. Waar moet je rekening mee houden, hoe stimuleer of ondersteun je de zorgvragers?. Voer dit ook uit. Evalueer met je werkbegeleider hoe de uitvoering verliep. Wat er goed gewerkt heeft of wat niet. In beide gevallen moet je dit kunnen beargumenteren. Het kan in de praktijk voorkomen dat je op een afdeling stage loopt waar het niet gebruikelijk is dat een (leerling) verpleegkundige een onderdeel mag/kan verzorgen van een van de voorlichtingsmethodes. In een dergelijk geval beschrijf je wat de rol van de (leerling) verpleegkundige is in deze methode. Vervolgens ga je na wat de rol van de verpleegkundige is als de zorgvrager naar een van de voorlichtingsbijeenkomsten gaat en terug is op de afdeling. Waar moet je rekening mee houden, hoe stimuleer of ondersteun je de zorgvragers?. Maak hier een plan van aanpak voor en voer dit uit. Evalueer dit plan van aanpak met jouw werkbegeleider. Ga na waarom je plan van aanpak goed heeft gewerkt of waarom niet. In beide gevallen moet je dit kunnen beargumenteren. Criteria praktijk: Je hebt de plannen van aanpak geschreven. Je hebt een ingevuld feedback formulier. Je hebt een reflectie verslag geschreven over de uitvoering van de activiteit. Evalueren met begeleider: Product: bespreek de plannen van aanpak met je werkbegeleider. Proces: bespreek het reflectieverslag met je werkbegeleider 58

59 Waar kun je aan denken bij psycho-educatie? Goldstein Libermann Health 4 you KOPP Psychoeducatie Voorlichting therapieen Sociale vaardigheden aanleren/behouden CRA Voorlichting ziektebeelden Leefstijltraining 59

60 60

61 C. start. 2 Begeleiden van de zorgvrager onderdeel A : diverse gesprekstechnieken /vormen Resultaat De student kan diverse gesprekstechnieken/vormen hanteren en kan dit toepassen in de praktijk bij een zorgvrager ( indien mogelijk ) uit de beschreven casusanalyse bij B Werkprocessen en competenties KD Stelt een diagnose en het verpleegplan op 1.3 Biedt palliatief terminale zorg 1.7 Hanteert crisissituaties 2.1 Begeleidt een zorgvrager bij zelfredzaamheid 2.2 Begeleidt een zorgvrager op psychosociaal gebied 2.3 Begeleidt een zorgvrager op sociaal maatschappelijk gebied 3.5 Evalueert de zorgverlening 1.8 en 2.5 A, D, H, E, G, H, J,K, M,T, V KD Stelt een diagnose en het verpleegplan op 1.4 Begeleidt een zorgvrager 1.9 Evalueert de zorgverlening A, C, D, H, J, K, M, R Activiteit : Je gaat oefenen met gesprekstechnieken/ vormen en formuleert een leerdoel voor de praktijk. Je past de gesprekstechnieken/ vormen toe in de praktijk. School: Werk in een subgroep van 3 studenten. Indien mogelijk werk je met een acteur, indien dit niet mogelijk is werk je met medestudenten. Verdiep je nogmaals in de theorie met betrekking tot de verschillende gesprekstechnieken en het soort gesprek dat je kunt voeren met een zorgvrager.(vorm) In dit gesprek gebruik je de motiverende gesprekstechnieken. Vanuit de door jou gekozen zorgcategorie ( zie casusanalyse voor B ) beschrijf je een casus waarmee je gaat oefenen. Beschrijf deze situatie zó, dat de acteur/of een medestudent zich goed kan verplaatsen in de rol van de zorgvrager. Je kunt kiezen uit de volgende soorten gespreksvormen: Begeleidend gesprek Helpend gesprek Slecht nieuws gesprek 61

62 Adviesgesprek Informatief gesprek Gesprekstechnieken: Motiverende gesprekstechnieken Omgaan met verbale agressie ( oa. geweldloze communicatie) Voer de activiteit uit en laat feedbackformulieren invullen door de docent en 3 medestudenten. Vooraf aan het gesprek geef je aan wat je wilt oefenen. Nadat je voldoende geoefend hebt formuleer je een leerdoel voor de praktijk. Criteria school : Je hebt 4 ingevulde feedbackformulieren, 1 van docent en 3 medestudenten of meer Je hebt leerdoel voor de praktijk geformuleerd. Praktijk: Bespreek met jouw werkbegeleider jouw leerdoel. - Selecteer (indien mogelijk*) zorgvragers met wie je een gesprek gaat voeren. - Zorg ervoor dat je verschillende gesprekken uit kunt voeren en dat je verschillende technieken gebruikt. Kies minimaal 4 soorten gesprekkenen/of technieken. - De motiverende gesprekstechnieken zijn verplicht. De overige 3 soorten gesprekken en/of technieken kun je kiezen. - Voor de motiverende gesprekstechieken en van minimaal 1 gespreksvorm maak je een plan van aanpak. Deze bespreek je met jouw werkbegeleider. - Laat jouw begeleider vooraf weten op welke competenties jij feedback wilt ontvangen. - Bespreek met jouw werkbegeleider of zij bij het gesprek aanwezig is, of dat je een reflectie ter beoordeling schrijft over deze activiteit. Bij minimaal 2 gespreksvormen/technieken moet de werkbegeleider aanwezig zijn. - Evalueer zo snel mogelijk na het gesprek met jouw begeleider en vraag hem/haar een feedbackformulier in te vullen. *Gesprekken zijn niet altijd vooraf in te plannen. Als een gesprek onverwachts plaatsvindt, (B.v. bij onverwachte emoties) kun je ervoor kiezen om hierover een reflectieverslag te schrijven aan de hand van competenties, zodat je jouw acties kunt verantwoorden. Let op : dit geldt niet voor de motiverende gesprekstechnieken, deze zal je moeten toepassen bij een gepland gesprek, omdat er nog niet in voldoende mate ervaring is in deze technieken om deze onverwacht te kunnen toepassen. Criteria praktijk Je hebt de gekozen praktijksituaties voor deze activiteit laten goedkeuren door jouw werkbegeleider. Je hebt samen vast gesteld of het om een praktijksituatie gaat, behorend bij de fase van de opleiding ( is de situatie voldoende complex?) Je hebt een plan van aanpak m.b.t de motiverende gesprekstechnieken geschreven. Je hebt een plan van aanpak van minimaal 1 gespreksvorm geschreven. Je hebt minimaal 4 gesprekken en/ of technieken ( waaronder de motiverende gesprekstechnieken) in de praktijk gevoerd en jouw begeleider hierover geïnformeerd Je hebt een ingevuld feedback formulier Evalueren met begeleider: 62

63 Product: door middel van het feedbackformulier en de criteria Proces: aan de hand van het reflectieverslagen Reflecteren: Schrijf twee een reflectieverslagen; - 1 over de gehele activiteit aan de hand van de te ontwikkelen competenties behorende bij deze opdracht. - 1 over de motiverende gesprekstechnieken. Je kunt ook kiezen voor één reflectie per gesprek en/of techniek 63

64 Onderdeel A : Begeleiden : Diverse gespreksvormen en technieken Waar kun je aan denken bij gespreksvormen en technieken? Begeleidend gesprek Helpend gesprek Omgaan met verbale agressie gespreksvormen en technieken Informatief gesprek Slecht nieuwsgesprek Geweldloze communicatie Motiverende gesprekstechnieken Adviesgesprek 64

65 C. start.2 Onderdeel B Begeleiden in een specifieke situatie Resultaat De student heeft een of meerdere zorgvragers in een specifieke situatie of bij een ethisch dilemma begeleid De student kan benoemen op welke manier presentie benadering tot uiting kan komen tijdens het begeleiden van de zorgvrager De student kan aangeven welke interventies ingezet kunnen worden om de zorgvrager te verplegen, rekening houdend met de verschillende culturen en communicatiestijlen. ( ik-systeem versus wij-systeem) Werkprocessen/competenties Zie deel A Activiteit Je begeleidt een of meerdere zorgvragers in een specifieke situatie. School: Begeleiden van een zorgvrager kan op velerlei wijzen vorm worden gegeven. De wijze die jij kiest hangt onder andere af van de context waarin je de zorgvrager ontmoet en natuurlijk jouw eigen kennis en kunde. Kies met jouw subgroep( max.4 personen) twee begeleidingswijzen. (uit je werkpraktijk of die je wilt gaan onderzoeken ) Een begeleidingswijze staat niet op zichzelf maar is meestal een praktische vertaling van een stroming of een visie in de gezondheidszorg. In een stroming of visie kun je meestal meerdere uitgangspunten onderscheiden. Voordat je begint aan het inhoudelijk uitwerken van de gekozen begeleidingswijze neem je eerst de definities door van de begrippen: Visie ;stroming; model ; theorie; ethisch dilemma Vervolgens beschrijf je vanuit een patiëntensituatie hoe de begeleidingswijze er uit ziet. Daarbij betrek je de volgende vragen: Om welke achterliggende visie gaat het bij deze begeleiding? Welke betekenis heeft deze begeleidingswijze voor de zorgvrager? Wat betekent deze manier van begeleiden voor jouw rol als verpleegkundige Welke interventies heb je hierdoor uit te voeren? Aan welke voorwaarden moet binnen de zorg worden voldaan om een zorgvrager zo te begeleiden? Kun je iets zeggen over de maatschappelijke betekenis van deze manier van begeleiden? Presenteer ( 30 min) 1 begeleidingswijze voor jouw lesgroep. Volg de lessen over: - Transactionele analyse TA - Presentie theorie - Transculturele hulpverlening. Voor je aan deze lessen deelneemt kun je alvast de volgende voorbereidingen treffen: 65

66 T.A: doornemen literatuur, deelnemen aan de spelvormen( rollenspellen met acteur) Presentietheorie: Ga naar Website Stichting Presentie Op deze site kun je vinden wat de presentietheorie inhoudt. Neem een situatie vanuit jouw eigen praktijk waarin je presentiebenadering hebt gezien. Beschrijf deze korte en benoem waarom jij dacht dat er sprake was van presentie. Transculturele hulpverlening: Zet op papier welke extra interventies jij als verpleegkundige uitvoert om de hulp aan allochtone zorgvragers zo goed mogelijk te laten verlopen. Bedenk daarbij welke mogelijkheden je door de instelling geboden wordt. Criteria school : Je hebt een ingevuld feedbackformulier n.a.v. de presentatie van een begeleidingsvorm. Praktijk. Ga na op welke specifieke wijze begeleiden vorm wordt gegeven op jouw afdeling / cluster en wie ( mogelijk andere disciplines) daar bij betrokken zijn. Je kunt, in overleg met jouw werkbegeleider, ook kiezen voor een voor jouw afdeling vernieuwende begeleidingswijze. Je beschrijft wat de verpleegkundige rol/taken/verantwoordelijkheden hierin zijn. Maak een plan van aanpak hoe jij een van deze begeleidingswijzen vorm gaat geven, verbeteren of hoe jij een bijdrage kan leveren. Je voert jouw plan van aanpak uit, reflecteert hierop en bespreekt het met jouw werkbegeleider na. Criteria praktijk: Je hebt een plan van aanpak geschreven. Je hebt een ingevuld feedbackformulier van de werkbegeleider. Je hebt een reflectieverslag geschreven over de uitgevoerde zorg. Evalueren: Product: bespreek het plan van aanpak met jouw werkbegeleider. Proces : bespreek je reflectieverslag met je werkbegeleider. - 66

67 Onderdeel B Begeleiden in een specifieke situatie Waar kun je aan denken bij begeleiden? Presentie Prochaska di Climente Empowerment Begeleiden Partnergesprek toekomstperspectief Geweldloze communicatie Transactionele analyse Zingeving met CR Rehabilitatie Transculturele hulpverlening 67

68 68

69 C. start.3 Omgaan met groepsprocessen Resultaat De student heeft verschillende manieren om naar groepen en groepsprocessen te kijken bestudeerd. De student heeft tijdens het werken met groepen in de praktijk deze kennis toegepast. Werkprocessen/competenties KD Geeft voorlichting, instructie en advies aan de zorgvrager(s) 2.3 Begeleidt een groep zorgvragers op sociaal maatschappelijk gebied G, R KD Begeleidt een groep zorgvragers 1.6 Geeft voorlichting, instructie en advies aan de zorgvrager(s) C, D Activiteit : Je gaat verschillende manieren bestuderen om naar de processen in een groep te kijken. Je gaat dit toepassen tijdens het werken met groepen zorgvragers en/of familieleden. Ter voorbereiding van de klassikale besprekingen werk je de volgende items uit in duo s. Jullie uitwerking wissel je uit met een ander duo, vergelijk de overeenkomsten en verschillen. 1. Deelnemen aan een groep kan therapeutisch werken voor de zorgvrager, bijvoorbeeld door het ervaren van steun van anderen, maar ook door het aangesproken worden op gedrag door een medegroepslid. Bestudeer uit Werken in een therapeutisch milieu van Janzing en Kerstens H 5.2 : de therapeutische ( genezende ) factoren van een groep. Werk vervolgens in tweetallen de volgende items uit: Beschrijf 5 groepen waarmee in de praktijk gewerkt wordt (vermeld werkwijze en doelgroep) Ga voor elk van de groepen na wat de genezende factoren zijn. Vul het schema in en geef ook een ordening van de therapeutische factoren ( welke zijn meer belangrijk dan andere voor de beschreven groep) Schema : - Omschrijving van de groep - Aanvaarding - Besef van algemeenheid problemen - Altruïsme - Geven van hoop - Begeleiding - Leren van elkaar - Begrijpen van zichzelf, inzicht - Leren door wisselwerking met anderen - Zelfonthulling - Catharsis 69

70 Bespreek met elkaar hoe je deze bevindingen in kunt zetten tijdens het werken met een groep zorgvragers en /of familieleden. 2. Lees de onderstaande tekst over de systeemtheorie: De systeemtheorie: Kort gezegd gaat de systeemtheorie er van uit dat de mens pas werkelijk begrepen kan worden in de context van zijn relaties. Ondanks dat we vaak denken dat iemand een vaststaand karakter heeft, zien we mensen zich in verschillende contexten steeds anders gedragen. Ze zijn anders op het werk dan thuis, anders bij hun moeder dan bij hun schoonmoeder en ook weer anders bij hun sportclub dan met hun kinderen. Mensen hebben een groot gedragsrepertoire en schakelen steeds per situatie over op ander gedrag (aanpassing). Mensen zijn dus erg contextgevoelig. Ook specifieke, individuele problematiek krijgen hun werkelijke betekenis pas in de relaties van een persoon met zijn omgeving. Voor de ene heeft een bepaalde diagnose andere consequenties, een andere betekenis dan voor een ander. Sommige relaties zijn bijv. beter bestand tegen stress of zit meer structuur waardoor de consequenties van een diagnose anders zijn. Dat betekent dat de hulpverlening niet alleen aandacht moet hebben voor de individuele consequenties van een diagnose, maar ook voor de omgeving die met het individu in relatie staat. De context heeft dus invloed op individuele problematiek, maar ook omgekeerd beïnvloed de context de individuele problematiek weer (circulaire causaliteit). Om die reden dienen beide aspecten steeds in hun onderlinge samenhang beoordeeld worden. Beschrijf de volgende begrippen uit de systeemtheorie: : totaliteit, homeostase, feedback, open en gesloten systeem, flexibel en rigide systeem, zondebokfenomeen. Beantwoord in 2 tallen de volgende vragen: - Welke rollen kun je hebben als begeleider van een groep? Geef voorbeelden. - De groep waarin de zorgvrager begeleid wordt is ook een systeem. Hoe kun je als groepsbegeleider te maken krijgen met de aspecten uit de systeemtheorie? - Hoe ga je om met afwezigheid of te laat komen? - Wat is de invloed daarvan op de groep? - Hoe creëer je veiligheid en een open sfeer? - Hoe zorg je ervoor dat de zorgvrager inzicht krijgt in zijn gedrag en het effect voor anderen in de groep? geef voorbeelden. - Hoe kun je de zorgvrager begeleiden bij het onderhouden of weer opbouwen van contacten met familie/vrienden? Wissel jullie antwoorden uit met een ander duo. 3. Probleemoplossende - versus oplossingsgerichte benadering. - Zoek uit wat het verschil is tussen deze twee visies. Bedenk voorbeelden. - Wat wordt bedoeld met de wondervraag? - Geef je mening over de volgende uitspraken : Communicatie in een groep is een wederzijds proces van beïnvloeding Communicatie in de groep is een meervoudig proces van beïnvloeding Lees de casus : Henk, een zorgvrager met schizofrenie, neemt deel aan een module psycho-educatie Omgaan met schizofrenie. Het is voor alle groepsleden belangrijk dat hij bij iedere bijeenkomst aanwezig is. Bij de eerste 2 bijeenkomsten is hij aanwezig maar hij is een half uur te laat. De andere groepsleden vinden het vervelend, maar spreken hem niet rechtstreeks aan. Je hoort dit in de koffiepauze. De volgende keer is hij afwezig zonder zich afgemeld te hebben. 70

71 Je besluit het de volgende keer met hem te gaan bespreken. Henk geeft aan wel aanwezig zijn bij de bijeenkomsten. Uit dit gesprek blijkt dat Henk de psycho-educatie erg confronterend vindt en er gespannen van raakt. Op deze momenten krijgt hij last van stemmen in zijn hoofd en vindt hij het moeilijk om de gehele bijeenkomst vol te houden. Wat is jouw aanpak vanuit de oplossingsgerichte benadering? Hoe bespreek je dit in de groep? 4. Ter afronding van de activiteit formuleer je voor jezelf aandachtspunten voor de praktijk. Criteria voor deze activiteit : Je hebt de vragen uitgewerkt. Je hebt aandachtspunten voor de praktijk geformuleerd.. Praktijk. Oriëntatie: Ga na welke overeenkomsten je ziet in ziektebeelden, geuite symptomen en persoonlijkheidseigenschappen bij de groep zorgvragers waar je stage loopt. Beschrijf de doelstelling van de stage afdeling en geef aan hoe deze doelstelling te zien is in de groepsactiviteiten. Beschrijf van de diverse groepsactiviteiten die i.v.m. de behandeling georganiseerd zijn; - Doel van de activiteit - Wie zijn er bij betrokken, WAT doen deze personen, HOE geven ze het vorm en WAAROM. Beschrijf ook de informele groepsactiviteiten en wat volgens jou hier het doel van is. ( denk aan; tv kijken, wandelen, ontspanningsactiviteiten, bakken, enz.) Beschrijf op welke wijze het aangaan van groepscontacten wordt bevorderd door de verpleegkundige zowel binnen de behandelingsgerichte als de informele groepsactiviteiten. Uitvoering: Kies 2 zorgvragers uit en ga na welke contacten zij hebben in de groep zorgvragers. Ga na of dit bij de behandelgerichte en informele activiteiten anders is. Ga ook na op welke wijze het contact verloopt met de familie, vrienden, groepsgenoten e.d. Van 1 zorgvrager beschrijf je hoe dit contact verloopt in een behandelgerichte groepsactiviteit en van de 2 e zorgvrager beschrijf je hoe het contact verloopt met de familie, vrienden en/of groepsgenoten. Je beschrijft in beide situaties een contact dat niet volgens de behoefte/ wens van de zorgvrager verloopt en hoe je deze kan ondersteunen om te gaan met dit contact. Bespreek met de zorgvrager een plan van aanpak, voer dit uit en evalueer het verloop met de zorgvrager. Indien nodig pas je het plan van aanpak aan. Criteria praktijk Je hebt een verslag geschreven van de oriëntatie. Je hebt de situaties van de 2 zorgvragers beschreven. Je hebt het plan van aanpak met de zorgvrager besproken en uitgevoerd. Je hebt een ingevuld feedbackformulier van de werkbegeleider. Je hebt een reflectieverslag geschreven. Evaluatie: Product: bespreek met je werkbegeleider de uitgewerkte verslagen. Proces: bespreek met je werkbegeleider het reflectieverslag. 71

72 Waar kun je aan denken bij het omgaan met groepsprocessen? Probleemgericht versus oplossingsgericht Familieparticipatie Systeemtheorie Leefstijltraining Organiseren voorlichtings bijeenkomsten Werk Vrijwilligerswerk Organiseren van familie bijeenkomsten Groepsprocessen Groepsnormen waarden Verenigingen Begeleiden bij aangaan sociale contacten (vriendengroep) Verzorgen module Psycho-educatie Begeleiden cliënt en naasten Lotgenoten groepen 72

73 OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE Geestelijke Gezondheidszorg BEROEPSTAAK D Verpleegtechnisch handelen Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Schooljaar : /crebo 93 Versie: augustus 2012 Fase: Startbekwaam Naam Student: 73

74 74

75 Beroepstaak D Verpleegtechnische handelingen Verplicht Aanleren van de verplichte verpleegtechnische handelingen Op school/ skillslab Leer de verpleegtechnische handelingen, die in de startbekwame fase van de opleiding aan bod komen aan, door het uitvoeren van de activiteiten uit het ondersteuningsmagazijn voor school (zowel kennis als vaardigheden) 4 Oefen de handelingen in het skillslab en gebruik hiervoor de ondersteuning van de docent of de praktijkinstructeur Na een aantal afgesproken handelingen vraag je de docent om de opdracht vaardigheidstoetsing waarbij je uit een selectie van 3-5 verpleegtechnische handelingen op één handelingen getoetst wordt. Deze handelingen voer je uit volgens protocol. Na de toetsing laat je de aangeleerde verpleegtechnische handelingen, door de docent, aftekenen op de overzichtslijst.. In de Praktijk Na de toetsing van de selectie aangeleerde verpleegtechnische handelingen kun je deze handelingen oefenen in de praktijk. Hiervoor gebruik je de praktijkactiviteiten Vraag je werkbegeleider om feedback en laat een feedbackformulier invullen Wanneer je de verpleegtechnische handeling beheerst laat je het uitvoeren van de verpleegtechnische handeling beoordelen met het beoordelingsformulier. Na een goede beoordeling laat je de verpleegtechnische handeling aftekenen op de overzichtslijst Je verzamelt de beoordelingsformulieren in je portfolio ten behoeve van de startbekwame beroepsopdracht Verplichte verpleegtechnische handelingen die in de startbekwame fase aan bod komen: Alle voorbehouden handelingen 1. Vloeistoffen via perifeer infuus toedienen 2. Venapunctie uitvoeren 3. Intraveneus injecteren 4 Wanneer een vaardigheid in de praktijk voorkomt, die in je aan kan en mag leren vraag je aan de SLB de activiteiten voor het aanleren voor die handeling 75

76 76

77 Beroepstaak D Verpleegtechnische handelingen met keuze Aanleren van de verpleegtechnische handelingen met keuze Op school/ skillslab Leer de verpleegtechnische handelingen, die in de gevorderde 2 fase van de opleiding aan bod komen aan, door het uitvoeren van de activiteiten uit het ondersteuningsmagazijn voor school (zowel kennis als vaardigheden).* Leer de verpleegtechnische handelingen aan door het uitvoeren van de activiteiten uit het ondersteuningsmagazijn voor school (zowel kennis als vaardigheden). Oefen de handelingen in het skillslab en gebruik hiervoor de ondersteuning van de docent of de praktijkinstructeur Na een aantal afgesproken handelingenvraag je de docent om de opdracht vaardigheidstoetsing waarbij je uit een selectie van 3-5 verpleegtechnische handelingen op één handeling getoetst wordt. Deze handeling voer je uit volgens protocol. Na de toetsing laat je de aangeleerde verpleegtechnische handelingen, door de docent, aftekenen op de overzichtslijst.. In de BPV Na de toetsing van de selectie aangeleerde verpleegtechnische handelingen kun je deze handelingen oefenen in de praktijk. Hiervoor gebruik je de praktijkactiviteiten Vraag je werkbegeleider om feedback en laat een feedbackformulier invullen Wanneer je de verpleegtechnische handeling beheerst laat je het uitvoeren van de verpleegtechnische handeling beoordelen met het beoordelingsformulier Na een goede beoordeling laat je de verpleegtechnische handeling aftekenen op de overzichtslijst Je verzamelt de beoordelingsformulieren in je portfolio ten behoeve van de startbekwame beroepsopdracht Verpleegtechnische handelingen met keuze die in de startbekwame fase aan bod komen: Voorkomend in de setting ZH VVT GGZ GHZ Vloeistoffen toedienen via centraal infuus x x Een centraal infuus controleren x x Transfusie x Rekentaken Voorgeschreven medicatie, vloeistoffen: - hoeveelheden berekenen en bereiden 77

78 78

79 Beroepsopdracht Beroepstaak D Startbekwaam Kun jij de verpleegtechnische handelingen zelfstandig uitvoeren? In de afgelopen periode heb je op school alle verplichte verpleegtechnische handelingen en alle verpleegtechnische handelingen met keuze uitgevoerd. Je hebt deze verpleegtechnische handelingen getoetst op school en/of in de BPV en de verpleegtechnische handelingen zijn afgetekend op de aftekenlijsten. Misschien heb je in de BPV niet alle verpleegtechnische handelingen kunnen aftoetsen en kunnen aftekenen. Voor het behalen van je diploma moet je alle verplichte verpleegtechnische handelingen en de voor de setting bepaalde verpleegtechnische handelingen met keuze hebben afgetekend. De verpleegtechnische handelingen die je niet hebt kunnen aftekenen in de praktijk kun je op school in een simulatie in het skillslab alsnog aftoetsen. De startbekwame beroepsopdracht luidt dan ook: Laat in de BPV zien dat je de verpleegtechnische handelingen zelfstandig kunt uitvoeren? Mocht dit niet mogelijk zijn dan luidt de startbekwame opdracht: Laat je SLB zien dat je verpleegtechnische handelingen in een simulatie in het skillslab kunt uitvoeren? Je SLB mag hierbij het volgende van je verwachten aan bewijslast: Alle verplichte verpleegtechnische vaardigheden zijn afgetekend door de docent op school op de overzichtslijst Alle verpleegtechnische vaardigheden naar keuze zijn afgetekend door de docent op school op de overzichtslijst. De getoetste vaardigheden in de praktijk zijn afgetekend op de overzichtslijsten door je begeleider in de praktijk. Je hebt alle beoordelingsformulieren van de getoetste vaardigheden in de praktijk verzameld. Criteria: Alle verplichte verpleegtechnische vaardigheden en de vaardigheden naar keuze (en voorkomen in de setting), zijn getoetst in de praktijk. Als dat niet het geval is, dan worden de ontbrekende vaardigheden in het skills lab met een simulatie afgetoetst.. 79

80 80

81 FEEDBACKFORMULIER Beroepsopdracht D Naam student: Datum: Opleiding: MBOverpleegkundige Niveau: Startbekwaam Werkprocessen Beroepstaak D Startbekwaam Niveau 1.1 De verpleegkundige verzamelt systematisch gegevens vanuit het verpleegplan van de zorgvrager (de casus in het zorgdossier) (D-H-J-K-M) 1.4 De verpleegkundige voert de verpleegtechnische handelingen uit op een professionele manier volgens geldende protocollen, en wet- en regelgeving (K-L-T) Feedback 1.5 De verpleegkundige monitort de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied (J-N) 1.6 De verpleegkundige geeft duidelijke voorlichting, advies en instructie aan de zorgvrager in de oefensituatie over de verpleegtechnische handelingen (I L) 1.7 De verpleegkundige kan, in een oefensituatie, een crisissituatie of onvoorziene situatie professioneel aanpakken volgens de geldende procedures en regelgeving ( A-T-V) 1.8 Verleent verpleegkundige zorg en ondersteuning in een specifieke branche (A, I, K, R) 2.1 De verpleegkundige begeleidt de zorgvrager bij zelfredzaamheid (C, D) 2.5 Biedt verpleegkundige begeleiding in een specifieke branche (D, G) 3.5 De verpleegkundige evalueert regelmatig en zorgvuldig de uitgevoerde verpleegtechnische handelingen met de zorgvrager, de mede studenten en de docent en rapporteert haar bevindingen in het zorgdossier. (C, J, M) 81

82 Vervolg FEEDBACKFORMULIER BEROEPSOPDRACHT D Naam student: Datum: Opleiding: MBOverpleegkundige Niveau: Startbekwaam Argumentatie feedback (verplicht invullen) (maak bij de argumentaties van de beoordeling gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende bladzijde) Afspraak: Naam beoordelaar: Paraaf beoordelaar: Paraaf student: Stempel praktijkorganisatie* *paraaf door stempe 82

83 Overzicht : beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie indicatoren Beroepstaak D Beroepsproducten Werkprocessen Ondersteunen bij verpleegtechnische handelingen D.1 Voorbehouden handelingen D2: Verpleegtechnische handelingen 1.1, 1.4, 1.5, 1.6, 2.1, 3.5, 1.7, 1.8, , 1.4, 1.5, 1.6, 2.1, 3.5, 1.7, 1.8, 2.5 Competenties: D3: Verpleegtechnische handelingen met keuze A, C,D, H, I, J, K, L, M, N,T,V 1.1, 1.4, 1.5, 1.6, 2.1, 3.5, 1.7, 1.8, 2.5 Competenties in de werkprocessen A Beslissingen en activiteiten initiëren. C Begeleiden D Aandacht en begrip tonen. H. Overtuigen en beïnvloeden I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen Prestatie-indicatoren Observeert acute situaties en benoemt de genomen beslissingen. Roept gerichte hulp in. Handelt in opdracht van begeleider. Observeert en benoemt Verwoord het belang van de zelfredzaamheid van de zorgvrager aan begeleider. Schat de draagkracht en draaglast van een mantelzorger in en benoemt dit. Luistert actief en toont respect en bespreekt dit. Observeert de zorgvrager op het fysieke en mentale welzijn en bespreekt dit met de zorgvrager en begeleider. Observeert en bespreekt gevoelens en problemen van de zorgvrager met begeleider. Toont inlevend vermogen. Observeert de zorgvrager op het fysieke en mentale welzijn en bespreekt dit met de zorgvrager en begeleider. Stelt vragen om zoveel mogelijk informatie te verkrijgen. Herkent en benoemt de toegepaste gespreksvaardigheden. Woont anamnesegesprekken bij en bespreekt dit na. Oefent in het uitvoeren van anamnesegesprekken. Stelt een verpleegplan op en bespreekt dit met begeleider. Legt duidelijk uit Presenteert met overtuiging. Gaat na of de informatie overgekomen is. Stelt onder begeleiding de doelen en activiteiten van het verpleegplan op. Rapporteert onder toezicht. Rapporteert verkregen observaties onder begeleiding. Schrijft in begrijpelijke taal en bespreekt dit met begeleider. Benoemt de beperkingen en mogelijkheden van de zorgvrager.. Oefent in het gebruik van de ziekteleer (pathologie) van de doelgroep met begeleider Voert handelingen op juiste wijze uit onder begeleiding. Oefent met medisch rekenen passend bij de handeling. Benoemt de anatomie passend bij de handeling 83

84 Competenties in de werkprocessen L. Materialen en middelen inzetten M. Analyseren N. Onderzoeken T. Instructies en procedures opvolgen V. Met druk en tegenslag omgaan Prestatie-indicatoren Benoemt gericht de voorlichtingsmaterialen, hulpmiddelen of instructiematerialen. Signaleert en bespreekt de mogelijkheden, beschikbaarheid en bijbehorende kosten. Geeft uitleg aan begeleider om zelfredzaamheid van de zorgvrager te bevorderen met behulp van materialen en middelen Verzamelt onder begeleiding gegevens en gebruikt de methodiek. Legt verbanden tussen de gegevens en bespreekt dit met werkbegeleider. Bespreekt mogelijke aandachtspunten uit de evaluatie gegevens. Benoemt en controleert met werkbegeleider de oplossingen voor de knelpunten. Oefent in het interpreteren van veranderingen. Benoemt de genomen vervolgstappen en motiveert waarom deze genomen zijn. Observeert verpleegtechnische handelingen aan de hand van protocollen. Achterhaalt de wettelijke richtlijnen en vertelt hoe zij deze toe gaat passen. Handelt in opdracht professioneel en bespreekt de effecten na Herkent en bespreekt eigen gevoelens met de werkbegeleiding. Oefent in het stellen van prioriteiten en vertelt waarom. 84

85 Ondersteuningsmagazijn School/praktijk Beroepstaak D D1 Voorbehouden handelingen Startbekwaam Activiteiten Inbrengen van een perifeer infuus (vaardigheid) Venapunctie (vaardigheid) Intraveneus injecteren (vaardigheid) datum paraaf Protocollen (Vilans) Inbrengen perifere canule voor infuus (toedieningssysteem) Assisteren bij inbrengen perifere canule voor infuus Bloed afnemen perifeer (venapunctie) Toedienen medicatie via perifeer infuus Ondersteuningsmagazijn School/praktijk Beroepstaak D D3 Verpleegtechnische handelingen (met keuze) Startbekwaam Activiteiten Toedienen van vloeistoffen via centraal infuus Controleren en verzorgen van centraal infuus Uitvoeren van een transfusie Zelftest Parenteraal toedienen van vloeistoffen en bloedtransfusie datum paraaf Protocollen (Vilans) Toedienen bloed perifeer infuus. Verwisselen infuusslang centraal veneuze katheter Verzorgen centraal veneuze katheter Verzorgen van de huidpoort bij patiënt met CAPD Aankoppelen infuusslang aan poortsysteemnaald in veneus poortsysteem Inbrengen subcutaan infuus en toedienen subclavia mbv spuitenpomp 85

86 86

87 Inbrengen van een perifeer infuus Voorbehouden handelingen Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie Verplicht/keuze De student kan benoemen hoe volgens protocol een perifeer infuus ingebracht wordt en toont dit in een oefensituatie. Zorg dat je beschikking hebt over studieboek Zorg dat je een PC bij de hand hebt. Zoek een filmpje op internet of een DVD over het inbrengen van een perifeer infuus. Print de protocollen: Vilans Inbrengen perifere canule voor infuus(toedieningssysteem) Assisteren bij inbrengen perifere canule voor infuus Stem af met welke klasgenoten je de vaardigheid gaat oefenen in het praktijklokaal (maximaal 3 personen). Boek verpleegtechnische handelingen. Thema: Medicijnen toedienen, onderdeel medicijnen toedienen per infuus. ;paragraaf; het inbrengen van een perifeer infuus. Praktijklokaal/school/thuis Evalueer activiteit 2 met de docent in de klas. 1.4 K: Vakdeskundigheid toepassen T: instructies en procedures opvolgen Verplicht Activiteit 1: (keuze) Bekijk het filmpje dat je hebt gevonden op internet of de DVD. Activiteit 2: Discussieer met je medestudenten over de vraag bij Praktijk 1 van thema: Medicijnen toedienen, onderdeel medicijnen toedienen per infuus. Activiteit 3: Voer de samenwerkingsopdracht uit van thema: Medicijnen toedienen, onderdeel medicijnen toedienen per infuus. Activiteit 4: Oefen de vaardigheden volgens protocol.(vilans) 87

88 Venapunctie Voorbehouden handelingen Resultaat De student kan benoemen hoe een venapunctie wordt uitgevoerd volgens protocol en toont dit aan in een oefensituatie. Praktische Zorg dat je het boek verpleegtechnische handelingen bij de hand hebt. voorbereiding Zorg dat je een Pc bij de hand hebt Print het protocol (Vilans): Bloed afnemen perifeer (venapunctie) Stem af met welke klasgenoten je de vaardigheid gaat oefenen in het praktijklokaal (maximaal 3 personen). Zoek een filmpje op internet of een DVD over het uitvoeren van een venapunctie. Zoek op internet informatie over venapunctie (Vilans site) Theorie Boek verpleegtechnische handelingen. Thema: Puncties verrichten, onderdeel Venapunctie toepassen. Locatie Praktijklokaal/ school/ thuis Evaluatie.Evalueer met je klasgenoten hoe de uitvoering van de vaardigheid is gegaan. Vraag aan de docent of het resultaat voldoende is. Werkproces 1.4 competentie K: Vakdeskundigheid toepassen T: instructies en procedures opvolgen Verplicht/keuze Verplicht Activiteit 1: Bekijk het filmpje dat je op internet hebt gevonden of bekijk de DVD Activiteit 2: Zoek de informatie op via internet( Vilans site) en beantwoord de volgende vragen: 1. Welke 2 systemen zijn er ten behoeve van venapunctie? 2. Op basis van welke gegevens kies je de aanprikplaats? 3. Welke complicaties kunnen optreden en hoe kunnen deze voorkomen worden en welke interventies pleeg je? 4. Waarom moet bij bloedafname voor kweek de huid gedesinfecteerd worden? Activiteit 3: Maak de kennisopdracht van thema: Puncties verrichten, onderdeel Venapunctie toepassen. Activiteit 4: Voer de samenwerkingsopdracht uit van thema: Puncties verrichten, onderdeel Venapunctie toepassen. Activiteit 5: Oefen de vaardigheid: Uitvoeren van een venapunctie volgens protocol. 88

89 Intraveneus injecteren Voorbehouden handelingen Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie Verplicht/keuze De student kan benoemen hoe volgens protocol intraveneus medicatie wordt toegediend en toont dit in een oefensituatie Zorg dat je beschikking hebt over studieboek verpleegtechnische handelingen en het farmaceutisch kompas. Zorg dat je een PC bij de hand hebt. Print het protocol: Toedienen medicatie via perifeer infuus ( Vilans) Stem af met welke klasgenoten je de vaardigheid gaat oefenen in het praktijklokaal (maximaal 3 personen). Zoek een artikel in een vaktijdschrift over fouten bij het intraveneus injecteren.. Boek verpleegtechnische handelingen. Thema: Medicijnen toedienen, onderdeel medicijnen toedienen per injectie. Richt je op het gedeelte dat gaat over intraveneus injecteren. Het farmaceutisch kompas. internet; Vilans site School/thuis De inhoud van de presentatie wordt beoordeeld door de docent. Evalueer de presentatie aan de hand van een evaluatie formulier. Evalueer met je klasgenoten hoe de uitvoering van de vaardigheid is gegaan. Vraag aan de docent of het resultaat voldoende is. 1.4 K: Vakdeskundigheid toepassen T: instructies en procedures opvolgen Verplicht Activiteit1: Maak van de kennisopdracht vraag 8 van het thema: Medicijnen toedienen, onderdeel medicijnen toedienen per injectie. Activiteit 2: Bereid een PowerPoint presentatie voor over het toedienen van per intraveneuze injectie. In de presentatie moet in ieder geval de volgende items aanbod komen: Welke medicatie wordt gebruikt voor het toedienen via intraveneuze injectie.. Waarom wordt er gekozen voor het toedienen van medicatie per intraveneuze injectie? Werk tenminste 3 verschillende medicatie uit die vaak gebruikt worden voor toedienen per intraveneuze injectie. Geef aan wat de indicatie en contra indicaties zijn, welke controles er dienen plaats te vinden en welke complicaties er kunnen optreden met de bijhorende interventies. Geef aan hoe je de zorgvrager voorlicht. Gevolgen van fouten bij het toedienen van medicatie per intraveneuze injectie, ondersteund door een artikel waarin een specifieke casus wordt beschreven. Mening t.a.v. de inhoud van het artikel Activiteit 3: Oefen de vaardigheid: Toedienen medicatie via perifeer infuus ( Vilans) 89

90 Toedienen van vloeistoffen via centraal infuus Verpleegtechnische handelingen (met keuze) Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie Verplicht/keuze De student kan benoemen hoe volgens de richtlijnen vloeistof wordt toegediend via het centraal infuus. Zorg dat je beschikking hebt over studieboek verpleegtechnische handelingen. Zorg dat je een PC bij de hand hebt. Boek verpleegtechnische handelingen. Thema: Vloeistoffen parenteraal toedienen onderdeel; parenteraal toedienen van vloeistoffen. Internet; Vilans site School/thuis Evalueer activiteit 2 aan de hand van een evaluatieformulier. Bespreek activiteit 3 na met de docent in de klas. Lever het verslag in ter beoordeling van de docent. 1.4 K: Vakdeskundigheid toepassen T: instructies en procedures opvolgen Keuze Activiteit 1: Maak van de kennisopdracht vraag 3, 4 en 5 van Thema: Vloeistoffen parenteraal toedienen onderdeel; parenteraal toedienen van vloeistoffen. Activiteit 2: Voer de samenwerkingsopdracht uit van Thema: Vloeistoffen parenteraal toedienen onderdeel; parenteraal toedienen van vloeistoffen Activiteit 3: Maak de vragen van praktijk 2 van Thema: Vloeistoffen parenteraal toedienen onderdeel; parenteraal toedienen van vloeistoffen. Activiteit 4: Maak een verslag over het centraal infuus. In het verslag komen minimaal de volgende zaken aan de orde: Beschrijf de verschillende soorten die er zijn. Wat zijn de voor en nadelen van de verschillende soorten. Op welke plaatsen van het lichaam kan een centraal infuus ingebracht worden. Waar moet je opletten bij het toedienen van vloeistoffen via centraal infuus? Welke complicaties kunnen optreden bij het toedienen van vloeistoffen via centraal infuus. 90

91 Controleren en verzorgen van centraal infuus Verpleegtechnische handelingen (met keuze) Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie Verplicht/keuze De student kan benoemen op welke wijze volgens protocol het controleren en verzorgen van centraal infuus wordt uitgevoerd. De student heeft deze vaardigheden t.a.v. controleren en verzorgen van centraal infuus geoefend volgens protocol. Zorg dat je beschikking hebt over studieboek verpleegtechnische handelingen. Zorg dat je een PC bij de hand hebt. Print de protocollen: ( Vilans) Verwisselen infuusslang centraal veneuze katheter Verzorgen centraal veneuze katheter Verzorgen van de huidpoort bij patiënt met CAPD Aankoppelen infuusslang aan poortsysteemnaald in veneus poortsysteem Inbrengen subcutaan infuus en toedienen subcuvia mbv spuitenpomp Zoek een filmpje op internet of een DVD over bovenstaande onderwerpen Stem af met welke klasgenoten je de vaardigheid gaat oefenen in het praktijklokaal (maximaal 3 personen). Stem af welke vaardigheden je kunt oefenen in het praktijklokaal. Boek verpleegtechnische handelingen. Thema: Vloeistoffen parenteraal toedienen onderdeel; parenteraal toedienen van vloeistoffen.. paragraaf: Complicaties. Internet; Vilans site School/praktijklokaal/thuis Beoordeel de vaardigheden met behulp van de protocollen Evalueer met je klasgenoten hoe de uitvoering van de vaardigheid is gegaan. Vraag aan de docent of het resultaat voldoende is. 1.4 K: Vakdeskundigheid toepassen T: instructies en procedures opvolgen keuze Activiteit; 1 Bekijk de filmpjes die je hebt gevonden op internet of de Dvd s Activiteit: 2 Beantwoord de volgende vragen: 1. Waarom is het belangrijk dat een C.V.K. goed gefixeerd wordt na inbrengen? 2. Hoe kun je controleren of de C.V.K. nog goed gefixeerd is? 91

92 Een zorgvrager krijgt verschillende medicijnen toegediend via centraal infuus, De zorgvrager vertoont shock verschijnselen. 3. Welke verschijnselen kun je observeren bij deze zorgvrager? 4. Om wat voor een shock kan het hier gaan? 5. Noem tenminste drie acties die de verpleegkundige moet ondernemen in deze situatie. 6. Leg uit waarom het belangrijk is vitale functies te controleren bij het inbrengen van een C.V.K. 7. Aan welke complicaties denk je als een zorgvrager in shock raakt tijdens het inbrengen van een C.V.K. 8. Welke kweken moeten afgenomen worden bij een zorgvrager met centraal infuus die septisch is. 9. Welke verschijnselen kun je observeren bij een zorgvrager die septisch is. Activiteit3 : Oefen de gekozen vaardigheden volgens protocol (Vilans) 92

93 Uitvoeren van een transfusie Verpleegtechnische handelingen (met keuze) Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie Verplicht/keuze De student kan benoemen op welke wijze volgens protocol het toedienen van een transfusie wordt uitgevoerd, en toont dit in een oefensituatie. Zorg dat je beschikking hebt over studieboek verpleegtechnische handelingen. Zorg dat je een PC bij de hand hebt. Print het protocol: Toedienen bloed perifeer infuus. (Vilans) Stem af met welke klasgenoten je de vaardigheid gaat oefenen in het praktijklokaal (maximaal 3 personen). Zoek informatie over bloedtransfusie op internet( Vilans site) of een boek interne geneeskunde voor verpleegkundigen. Zoek een artikel in een vaktijdschrift over fouten bij het toedienen van bloedtransfusie Boek verpleegtechnische handelingen. Thema: Vloeistoffen parenteraal toedienen onderdeel; Een transfusie toedienen School/praktijklokaal/thuis Bespreek de activiteiten zonodig na met de docent in de klas. Beoordeel de vaardigheden met behulp van de protocollen Evalueer met je klasgenoten hoe de uitvoering van de vaardigheid is gegaan. Vraag aan de docent of het resultaat voldoende is. 1.4 K: Vakdeskundigheid toepassen T: instructies en procedures opvolgen Keuze Activiteit1: Maak van de kennisopdracht Thema: Vloeistoffen parenteraal toedienen onderdeel; Een transfusie toedienen. Activiteit 2: Voer de samenwerkingsopdracht uit van Thema: Vloeistoffen parenteraal toedienen onderdeel; Een transfusie toedienen. Activiteit 3: Maak de vragen van praktijk 1 van Thema: Vloeistoffen parenteraal toedienen onderdeel; Een transfusie toedienen. Activiteit 4: Maak een verslag over bloedtransfusie, dit verslag moet minimaal de volgende items bevatten: Uitleg van het ABO- bloedgroepen systeem Indicaties van bloedtransfusie Contra indicaties voor bloedtransfusie Normale lichamelijke reacties tijdens en na een bloedtransfusie 93

94 Complicaties tijdens en na bloedtransfusie en de bijhorende interventies Uitleg van de kruisproef Veiligheidsvoorschriften o.a. dubbelcheck Gevolgen van fouten bij bloedtransfusie, ondersteund door een artikel waarin een specifieke casus wordt beschreven. Mening t.a.v. de inhoud van het artikel Activiteit 5 Oefen de vaardigheid: Het starten van bloedtransfusie volgens protocol 94

95 Zelftest Parenteraal toedienen van vloeistoffen en bloedtransfusie Verpleegtechnische handelingen (met keuze) Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie Verplicht/keuze De student heeft de zelftest gemaakt met een voldoende Zorg voor een rustige ruimte Basisboek 4 verpleegtechnische handelingen Op school Aan de hand van het antwoordmodel en met de docent in de klas 1.4. K: Vakdeskundigheid toepassen keuze Activiteit: Maak de zelftest Normering: Vraag 1: 32 punten. Vraag 2: 4 punten.(a=2,b=2) Vraag 3: 1 punt. Vraag 4: 1 punt. Vraag 5: 2 punten. Vraag 6: 5 punten. Vraag 7: 3 punten (A=1,B=2) Vraag 8: 10 punten. Vraag 9: 3 punten. (A=1,B=2) Vraag 10: 2 punten. Vraag 11: 5 punten. Vraag 12: 12 punten Vraag 13: 20 punten. (A=3,B=10,C=7) Het totaal is 100 punten. 60 punten= 5.5 als cijfer, dus voldoende. 95

96 Vragen: 1. Zowel een perifeer infuus als een centraal infuus kan complicaties geven. Beschrijf bij iedere genoemde complicatie: a. Wat het is, b. Waardoor het kan ontstaan; c. Hoe kan je het als verpleegkundige observeren; d. Welke interventies onderneem je als verpleegkundige? A. Flebitis en tromboflebitis: Wat is het? (begrip) Waardoor kan het ontstaan? 3 oorzaken Hoe kan jij het observeren? (Symptomen) Waar bestaan jouw verpleegkundige interventies uit? B. Sepsis: Wat is het? (begrip) Waardoor kan het ontstaan? Hoe kan jij het observeren? (Symptomen) Waar bestaan jou verpleegkundige interventies uit? C. Allergische reacties. Wat is het? (begrip) Waardoor kan het ontstaan? Hoe kan jij het observeren? (Symptomen) Waar bestaan jou verpleegkundige interventies uit? D. Overvulling. Wat is het? (begrip) Waardoor kan het ontstaan? Hoe kan jij het observeren? (Symptomen)Waar bestaan jou verpleegkundige interventies uit? 2. Als jij een infuus moet gaan inbrengen zorg je ervoor dat je alles bij de hand heb om goed efficiënt te werken en de zorgvrager zo min mogelijk te belasten. Een van die materialen die je klaarzet is een goed gevuld infuussysteem wat a-septisch zodat je het gelijk kan aansluiten als de venflon goed zit. Bij het aansluiten zie je dat er nog wat lucht in het systeem zit. A. Welke acties neem je hierop? Let op!: De venflon zit dus al in de vene bij de zorgvrager! B. Beargumenteer uitgebreid jouw acties en waarom! 96

97 3. Wat wordt er verstaan onder de hematocriet waarde? 4. Vul in! Bloedserum blijft over als uit het.. verwijderd is. 5. Wat wordt er verstaan onder het begrip rhesusfactor? 6. Uit volbloed van een donor worden verschillende bloedproducten gehaald. Benoem deze 5 verschillende bloedproducten. 7. A. Geef uitleg over wat er verstaan wordt onder de Kruisproef? B. Wat voor grote betekenis heeft deze kruisproef bij een parenterale toediening van bloed of bloedproducten? 8. Naast de gegevens die je van de zorgvrager moet controleren moet je ook het bloed of bloedproduct controleren. Benoem de 5 specifieke controle punten van het bloed of bloedproduct en beschrijf uitgebreid het WAAROM erbij! 9. Als je alles gecontroleerd heb en je bent helemaal zeker van je zaak, mag je dan het bloed gaan aanhangen? A: Ja/Neen. B: Beargumenteer je antwoord. 10. Als je een transfusie gaat uitvoeren ga je volgens je protocol te werk. Een van die punten van het protocol is het opnemen van de vitale functies. Pols, RR, en temperatuur van te voren en na 30 minuten weer. En het bloed op kamer temperatuur brengen. A. Beargumenteer uitgebreid het waarom van je handelen met betrekking tot het meten van de vitale functies. B. Op welke wijze breng jij het zakje bloed op kamertemperatuur? 97

98 11. Zorgvragers kunnen verschillend reageren op de transfusie van bloed of bloedproducten. Elke reactie heeft een eigen oorzaak en bij elke reactie passen andere maatregelen. Sommige zijn onschuldig van aard, zijn meer of minder gebruikelijk, andere zijn levensbedreigend en vereisen onmiddellijk ingrijpen. Benoem 3 transfusie reacties naast de acute hemolytische transfusie reactie. (Deze laatste telt dus niet mee in het rijtje van 3!!) 12. Kies uit je antwoorden op vraag 11, 2 transfusie reacties. Beschrijf hiervan uitgebreid: - De oorzaken van de transfusie reactie, - De verschijnselen bij de zorgvrager - Welke verpleegkundige interventie je onderneemt. Mijn gekozen transfusie reactie nummer 1 is: Oorzaak/ oorzaken zijn: Verschijnselen bij de zorgvrager zijn: Mijn verpleegkundige interventie(s) zijn: Mijn gekozen transfusie reactie nummer 2 is:.. Oorzaak/ oorzaken zijn: Verschijnselen bij de zorgvrager zijn: Mijn verpleegkundige interventie(s) hierbij zijn: 13. Op jouw afdeling ligt dhr. Jansen, met 1 s. Hij is opgenomen na een maag- en slokdarm bloeding. Het bloeden is inmiddels gestopt maar dhr., voelt zich erg slap en ziet zwarte vlekken voor zijn ogen als hij opstaat. Ook is hij snel duizelig en is erg snel moe. Per order arts is er bloed geprikt en het blijkt dat dhr. zijn HB erg laag is. Te laag om met ijzerpreparaten, oraal, omhoog te brengen. Dus heeft de arts besloten tot een bloedtransfusie. Hij krijgt 3 zakjes bloed en om uur moet de eerste aanhangen. Je collega draagt hier de zorg voor. Om uur wordt er gebeld en een mede zorgvrager, dhr. Janssen, komt de kamer uit en roept om hulp. Jou collega gaat er direct op af en vraagt of jij ook mee wil komen. Op de kamer zie jij een onrustige heer Amsterdam die het erg koud heeft. Je collega zegt direct dat je de arts moet gaan bellen i.v.m. een waarschijnlijke acute hemolytische transfusie reactie bij dhr. en dat je terug moet komen. A. Wat kunnen de oorzaken van een acute hemolytische transfusiereactie? Benoem er minstens 2. B. Welke verschijnselen horen bij deze reactie? Benoem er minstens 10. C. Welke interventies moet je collega verder direct toepassen in deze situatie, nu de arts al gewaarschuwd is? 98

99 BEOORDELINGSFORMULIER Beroepsopdracht D Naam student: Datum: Opleiding: MBOverpleegkundige Niveau: Startbekwaam Werkprocessen Beroepstaak D Startbekwaam Niveau 1.1 De verpleegkundige verzamelt systematisch gegevens vanuit het verpleegplan van de zorgvrager (de casus in het zorgdossier) (D-H-J- K-M) 1.4 De verpleegkundige voert de verpleegtechnische handelingen uit op een professionele manier volgens geldende protocollen, en wet- en regelgeving (K-L-T) 1.5 De verpleegkundige monitort de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied (J-N) 1.6 De verpleegkundige geeft duidelijke voorlichting, advies en instructie aan de zorgvrager in de oefensituatie over de verpleegtechnische handelingen (I L) 1.7 De verpleegkundige kan een crisissituatie of onvoorziene situatie professioneel aanpakken volgens de geldende procedures en regelgeving (A-T-V) 1.8 De verpleegkundige verleent verpleegkundige zorg en ondersteuning in een specifieke branche (A, I, K, R) 2.1 De verpleegkundige begeleidt de zorgvrager bij zelfredzaamheid (C, D) 1.5 Biedt verpleegkundige begeleiding in een specifieke branche (D, G) 3.5 De verpleegkundige evalueert regelmatig en zorgvuldig de uitgevoerde verpleegtechnische handelingen met de zorgvrager, de mede studenten en de docent en rapporteert haar bevindingen in het zorgdossier. (C, J, M) O V Totaal Oordeel Beroepsopdracht D Voldoende Onvoldoende Argumentatie beoordeling (verplicht invullen) (maak bij de argumentaties van de beoordeling gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de vorige bladzijde) 99

100 Vervolg BEOORDELINGSFORMULIER BEROEPSOPDRACHT D Naam student: Datum: Opleiding: MBOverpleegkundige Niveau: Startbekwaam Afspraak: Naam beoordelaar: Paraaf beoordelaar: Paraaf student: Stempel praktijkorganisatie* *paraaf door stempel 100

101 Beroepstaak D Verplichte verpleegtechnische handelingen Overzichtslijst Verpleegtechnische handelingen waaronder voorbehouden handelingen D1: Voorbehouden handelingen Subcutaan injecteren Paraaf docent Datum Paraaf begeleider praktijk Datum Intramusculair injecteren Intraveneus injecteren Een perifeer infuus inbrengen Geneesmiddelen in opgeloste vorm toedienen via een infuussysteem (Pomp, kolf of zakje) Een maagsonde inbrengen Katheteriseren van de blaas bij vrouwen Katheteriseren van de blaas bij mannen Venapunctie uitvoeren Hielprik bij neonaten D2: Verpleegtechnische handelingen Medicijnen checken, registeren, distribueren Medicijnen toedienen: oraal Medicijnen toedienen rectaal Medicijnen toedienen vaginaal Medicijnen toedienen via de huid Medicijnen toedienen via de luchtwegen Medicijnen toedienen via de slijmvliezen Toedienen van zuurstof Vloeistoffen via perifeer infuus toedienen 101

102 Sondevoeding toedienen Verpleegtechnische handelingen waaronder voorbehouden handelingen D2: Verpleegtechnische handelingen Stoma verzorgen Paraaf docent Datum Paraaf begeleider praktijk Datum Een suprabubisch katheter verzorgen Een infuuspomp en een spuitpomp verzorgen Verzorgen van wonden: Rode wond Gele wond Zwarte wond Wonden met hechtingen Maagsonde verzorgen Blaaskatheter verzorgen Zwachteltechnieken toepassen Hechtingen en tampons verwijderen Blaasspoeling uitvoeren via een gesloten systeem Blaasspoeling geven via een open systeem Mond-en keelholte uitzuigen Sondevoeding toedienen Voedingspomp bedienen Verzamelen van monsters tbv de diagnostiek: - Steriel - Niet-steriel Lichaamstemperatuur regelen door middel van warmte- en koude EHBO, crisisinterventie Eerste hulp ( somatisch) verlenen bij: o verwondingen o vergiftigingen o verstikking o verslikken o bij ademstilstand o bij circulatiestilstand 102

103 Beroepstaak D Verpleegtechnische handelingen met keuze Overzichtslijst Verpleegtechnische handelingen met keuze Wonden met drains verzorgen Wonddrain verwijderen Vloeistoffen toedienen via centraal infuus Een centraal infuus controleren Transfusie Maagspoeling uitvoeren Darmspoeling uitvoeren Vagina irrigeren Stoma irrigeren Tracheacanule en tracheastoma verzorgen Assisteren bij of verrichten van diagnostische onderzoeken/behandelingen in verband met chirurgische behandeling Assisteren bij of verrichten van diagnostische onderzoeken/behandelingen in verband met neurologische behandeling Assisteren bij of verrichten van diagnostische onderzoeken/behandelingen in verband met bevalling of geboorte Paraaf docent Datum Paraaf begeleider praktijk Datum 103

104 104

105 OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE Geestelijke Gezondheidszorg BEROEPSTAAK E Organisatie en professiegebonden taken Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Schooljaar / crebo 93 Versie: augustus 2012 Fase: Startbekwaam Naam Student:.. 105

106 106

107 Beroepsopdracht Beroepstaak E Startbekwaam Toelichting: Deze beroepsopdracht is om te leren. Vraag feedback met behulp van het feedbackformulier. Let op: het beoordelingsformulier bevindt zich achter in het opdrachtenboek. Beroepsopdracht 5 : Zorg ervoor dat je van je leidinggevende de opdracht krijgt om de zorg te coördineren van een aantal zorgvragers gedurende een vooraf afgesproken periode, in het werkveld waar je op dit moment stage loopt. Je stelt het aantal patiënten vast volgens de afspraken van de afdeling en in overleg met je werkbegeleider. Zorg er tevens voor dat je van je leidinggevende de opdracht krijgt om actief aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep te werken. 5 Indien de student deze beroepsopdracht uitvoert, werkt hij tevens aan taal en rekentaken 107

108 108

109 FEEDBACKFORMULIER BEROEPSOPDRACHT E Naam student: Datum: MBOverpleegkundige Niveau: Startbekwaam Werkprocessen Beroepstaak E Startbekwaam Niveau 1.1 De mbo-verpleegkundige heeft, op basis van de verpleegkundige diagnose het verpleegplan opgesteld van de zorgvrager, en dit besproken met hem en betrokkenen (D-H-J-K-M) 1.8 De mbo-verpleegkundige voert branche specifieke werkzaamheden uit om de verpleegkundige zorg en ondersteuning op maat te kunnen geven in één van de branches: Ziekenhuis, Verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg, Geestelijke gezondheidszorg, Gehandicaptenzorg (A-I-K-R-X). 3.1 De mbo-verpleegkundige werkt aan het bevorderen van haar deskundigheid, geeft uitvoering aan haar persoonlijk ontwikkelplan en draagt bij aan de professionalisering van het beroep.(k,p) 3.2 De mbo-verpleegkundige heeft haar deskundigheid doelbewust aangewend om de kwaliteit van de werkzaamheden te verbeteren.(s,t) 3.3 De mbo-verpleegkundige heeft de zorgverlening gecoördineerd en besproken met alle betrokkenen, ze heeft collega's geconsulteerd en deelgenomen aan overlegsituaties, waardoor de continuïteit van de zorgverlening gewaarborgd is. Ze heeft nieuwe collega's, stagiaires en studenten passende (werk)begeleiding gegeven (B,C,E,Q,U) 3.4 De mbo-verpleegkundige heeft de juiste activiteiten ontplooid om een bijdrage te leveren aan het beleid van de organisatie. De beleidsmatige taken zijn volgens de afspraken uitgevoerd.(h) 3.5 De zorgverlening is regelmatig en zorgvuldig geëvalueerd en het verpleegplan is zo nodig bijgesteld en er is een (eind)rapportage opgesteld van dit werkproces (D-J-M) Feedback 109

110 Vervolg FEEDBACKFORMULIER BEROEPSOPDRACHT E Naam student: Datum: MBOverpleegkundige Niveau: Startbekwaam Argumentatie Feedback (verplicht invullen) (maak bij de argumentatie van de feedback gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende bladzijde) Naam werkbegeleider/pr. opleider: Paraaf: Naam Student: Paraaf Student: Stempel praktijkorganisatie* *paraaf door stempel 110

111 Overzicht : beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie indicatoren Beroepstaak E Beroepsproducten Werkprocessen Uitvoering van organisatie- en professie gebonden taken E.1 Opname 1.1,1.8,3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5 E.2 Ontslag 1.1,1.8, 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5 E.3 Overplaatsing + E5, E.6 - E.8, - E.7 1.8, 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5 Competenties: B, C, D, E, H,J, K, M, P, Q, R, S, T, U Competenties A Beslissen en activiteiten initiëren B. Aansturen C. Begeleiden. D. Aandacht en begrip tonen. E. Samenwerken en overleggen. H. Overtuigen en beïnvloeden I Presenteren. Prestatie-indicatoren Leidt de ontstane situatie snel in goede banen en voorkomt escalatie. Neemt zelfstandig, zonodig in overleg met behandelaar, op tijd de nodige beslissingen in hoog complexe zorgsituaties. Maakt zelfstandig een afweging van de risico s.. Zorgt ervoor dat veiligheid en gezondheid van de zorgvrager en anderen niet in gevaar komen. Stimuleert collega s zodanig dat zij weten wat de doelen en prioriteiten zijn. Benoemt ieders rol in het team. Verduidelijkt helder aanpak van een bepaalde taak Zorgt voor duidelijke informatie/ instructie aan collega s / stagiaires Stimuleert en motiveert de zelfredzaamheid van de zorgvrager en benadrukt het belang hiervan. Adviseert de mantelzorger/naasten over hun draaglast en Toont interesse in de gezondheidssituatie en leefomstandigheden van de zorgvrager en zijn naasten/ mantelzorgers. Luistert actief en aandachtig. Doet moeite om gevoelens te begrijpen. Toont betrokkenheid op gepaste wijze. Schakelt zo nodig andere zorgverleners in. Informeert en overlegt met alle betrokkenen. Meldt tijdig belangrijk zaken Leidt het anamnesegesprek met de zorgvrager aan de hand van een standaard vragenlijst in goede banen. Kijkt naar de verschillende belangen en mogelijkheden m.b.t. de verpleegkundige diagnose. Inventariseert reële mogelijkheden. Streeft overeenstemming na door te zoeken naar duidelijke winwin situatie Geeft duidelijk informatie en adviezen die zijn afgestemd op de zorgvrager(s) met hoog complexe problematiek en hun naasten. Straalt deskundigheid en betrouwbaarheid uit. Controleert regelmatig of de informatie duidelijk 111

112 Competenties Prestatie-indicatoren K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren P. leren R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten T. Instructies en procedures opvolgen. Q. Plannen en organiseren U. Omgaan met veranderingen en aanpassen X Ondernemend en commercieel handelen Past haar kennis over stoornissen, beperkingen, functioneringsproblemen, en gezondheidsproblemen van verschillende zorgcategorieën toe. Gebruikt de beperkingen en mogelijkheden van de zorgvrager voor het opstellen van de verpleegkundige diagnose en verantwoorde doelen Gebruikt vaardigheden gericht op de doelgroep. Analyseert grondig de verkregen gegevens van zorgvrager en betrokkenen. Trekt logische conclusies uit verkregen gegevens. Trekt logische gevolgtrekkingen uit deze informatie. Lost problemen op zodat het verpleegplan verantwoord bijgesteld wordt. Levert verbetering van de zorg zodat die op passende wijze wordt afgesloten Gebruikt feedback om te leren. Houdt vakkennis en vaardigheden bij om eigen functioneren te verbeteren. Stelt zich toetsbaar op. Stelt concrete doelen op t.a.v. persoonlijke ontwikkeling. Toont pro-actieve houding. Geeft de zorgvrager op maat ondersteuning bij de persoonlijke basiszorg. Houdt zich aan gemaakte afspraken. Checkt regelmatig of de zorgvrager nog tevreden is zodat ondersteuning aansluit bij de verwachtingen en wensen. Houd zich aan voorgeschreven procedures. Kent de wettelijke richtlijnen en past deze toe. Handelt adequaat in onvoorziene / crisissituaties Formuleert duidelijke en concrete doelen. Plant en regelt de werkzaamheden voor de zorgverlening. Geeft prioriteiten aan. Stemt werkzaamheden goed op elkaar af. Plant werkzaamheden in een logische volgorde met realistische tijdsplanning zodat de te verlenen zorg uitgevoerd wordt. Begeleidt op professionele wijze een groep met verschillende achtergronden, sekse, cultuur en gezindheid. Past haar communicatie, gedrag en begeleidingsvormen aan op de groepsleden waardoor ze zich Is alert op de zakelijke aspect van de zorgverlening. Stelt zich professioneel en zelfstandig op als beroepsbeoefenaar en werknemer. Meld mogelijke zakelijke kansen bij leidinggevende zodat je jouw grenzen kan stellen bij de uitvoering van werkzaamheden. 112

113 Ondersteuningsmagazijn School/ Praktijk Beroepstaak E Startbekwaam Activiteiten Alle activiteiten zijn verplicht E. start.1 Deskundigheidsbevordering en professionalisering 1.1 Zorgpaden 1.2. Ketenzorg 1.3 Marktwerking in de gezondheidszorg datum paraaf E.start.2 Deskundigheidsbevordering en professionalisering Coördinatie van zorg : oudste van dienst E.start. 3 Deskundigheidsbevordering en professionalisering: actuele ontwikkelingen Nieuwe uitgangspunten en / of ontwikkelingen in de zorg GGZ E.start.4 Kwaliteitszorg Knelpunten en kwaliteitsinstrumenten E.start.5 Werkbegeleiding geven Werkbegeleiding geven Let op: De activiteiten 1.1, 2, 3, 4 en 5, zijn verplicht, zowel op school als in de praktijk. Bij activiteit 1.2 en 1.3 bestaat er een keuzemogelijkheid. Je dient er verplicht één te kiezen om in de praktijk uit te voeren. De schoolonderdelen van activiteit 1.2 en 1.3 zijn wel beiden verplicht. ( Je mag natuurlijk 2 en 3 ook allebei in de praktijk uitvoeren..!) 113

114 114

115 E.start.1.1 Deskundigheidsbevordering en professionalisering Activiteit 1 : Zorgpaden Resultaat De student kan een bijdrage leveren aan het opzetten en uitvoeren van een zorgpad. De student beschrijft aan de hand van een cliëntensituatie, vanaf opname, wat het werken met een zorgpad inhoud en benoemt daarin de gevolgen voor het verpleegkundig handelen. Werkproces Competenties op startbekwaam niveau KD Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep Competentie K KD Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep Competentie K Elke zorgvrager legt een bepaalde route af door de zorginstelling: hij of zij komt ergens binnen, heeft met diverse disciplines te maken en zal, nadat aan bepaalde voorwaarden is voldaan, de zorginstelling verlaten. We noemen dit een zorgtraject. Er is sprake van een zorgpad wanneer er een gestandaardiseerd proces door instellingen heen is ontworpen voor een groep zorgvragers met een afgebakende hulpvraag. Met andere woorden: Een zorgpad is de verzameling van methoden en hulpmiddelen om de leden van het multidisciplinair en inter-professioneel team op elkaar af te stemmen en taakafspraken te maken voor een specifieke patiëntenpopulatie. Activiteit Onderzoek of er in jouw instelling wordt gewerkt met zorgpaden. Ga na aan de hand van een cliëntensituatie, vanaf opname, wat het werken volgens een zorgpad inhoudt. Beschrijf dit in een verslag. Benoem tevens wat de gevolgen zijn van deze werkwijze en wat dit betekent voor jouw verpleegkundig handelen. Wanneer er nog niet gewerkt wordt met zorgpaden, kun je deze activiteit uitvoeren door te beschrijven welke route de cliënt binnen het zorgtraject aflegt van binnenkomst tot aan ontslag. School: Bereid aan de hand van de volgende vragen het praktijkgedeelte van deze activiteit voor. 1. Wat is een zorgpad? Welke instrumenten kunnen worden ingezet om het juiste pad of de juiste route in het traject te kunnen bepalen? 2. Hoe kun je participeren in de diagnostiek van de cliënt? 3. Op welke manier kun je de cliënt begeleiden tijdens zijn route? Welke overdrachtssituaties kom je tegen? 4. Welke instellingen werken met zorgpaden? 5. Zijn er voordelen voor het werken met zorgpaden? 115

116 6. Zijn er nadelen voor het werken met zorgpaden? 7. Welke disciplines kunnen er allemaal betrokken zijn bij een zorgpad? 8. Wat is jouw mening over het instellen van zorgpaden? Praktijk: Maak een keuze: Er wordt gewerkt met zorgpaden op jouw afdeling: Kies in overleg met je werkbegeleider een zorgpad uit en verdiep je in het stroomdiagram. Geef aan welke stations onderdeel zijn van dit pad. Welke afspraken zijn er gemaakt tussen de verschillende onderdelen van het zorgpad? Bereid interviews voor met medewerkers van verschillende onderdelen van het zorgpad en met twee zorgvragers die ervaring met dit zorgpad hebben. Probeer te achterhalen waar men (medewerkers en zorgvragers) tevreden over is met dit zorgpad en waar men aangeeft dat er nog verbeteringen mogelijk zijn. Geef aan wat er nodig zou zijn om die verbeteringen in praktijk te brengen. Er zijn (nog) geen zorgpaden op jouw afdeling; Je beschrijft de afgelegde route van de cliënt. Overleg met je werkbegeleider van welke zorgvrager je de hele route, van binnenkomst tot en met het ontslag, in kaart gaat brengen. Welke afzonderlijke onderdelen kan je in die route aanwijzen? Welk onderdeel (of resultaat van dat onderdeel) is voorwaarde om verder te kunnen in de route? Hoe lang heeft jouw zorgvrager op de verschillende onderdelen moeten wachten voordat hij of zij verder kon? Zijn er binnen jouw instelling afspraken over de snelheid waarmee verschillende disciplines voor elkaar werken? Wie is verantwoordelijk voor het verloop van de route? Analyseer je gegevens: Op welk punt heeft de route langer geduurd dan strikt noodzakelijk was voor het behandelen van deze zorgvrager? Wat is ervoor nodig om een dergelijke stagnatie in het traject te voorkomen? Wat zijn de voordelen voor alle betrokken partijen? Zie je ook nadelen? Motiveer je antwoord. Criteria voor deze activiteit De student: - Heeft de resultaten in een verslag weergegeven (max 3 A4); - Heeft de zorgverlening binnen een bepaald zorgpad of zorgtraject besproken met collega s en deskundigen van andere disciplines; - Heeft daarbij benoemd welke eventuele knelpunten door hem zijn gesignaleerd en welke mogelijke oplossingen hij daarvoor zag. Reflecteren Kijk terug op (een onderdeel van) het werken aan deze activiteit, doe dat aan de hand van de STARR-methode of een andere reflectiemethode. Evalueren met werkbegeleider Bespreek met je werkbegeleider je verslag en je reflectie. 116

117 Waaraan kun je denken bij een zorgpad? Overdracht Ontslag Overplaatsing Consultaanvraag zorgpaden Tracé Symptomen Diagnostiek Exit Ketenzorg Behandelwijze 117

118 1.2 Deskundigheidsbevordering en professionalisering Activiteit 2: Ketenzorg Resultaat De student heeft zich verdiept in ketenzorg. De student kan vertellen welke rol de verpleegkundige in de keten heeft. Werkprocessen Competenties op startbekwaam niveau KD Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep Competentie K KD Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep Competentie K Activiteit: Je hebt je verdiept in ketenzorg bij een bepaalde doelgroep of in een bepaald leefgebied en kan dit vertalen naar praktijksituaties. Toelichting bij deze activiteit In de gevorderde fase 2 heb je wellicht al kennis gemaakt met het begrip ketenzorg. Deze activiteit in de startbekwame fase richt zich op de wijze waarop deze zorg is georganiseerd voor de verschillende doelgroepen of beter gezegd leefgebieden. Wat is ketenzorg? Ketenzorg is een samenwerkingsverband tussen de verschillende instellingen. Het gaat om zorgverlening waarbij de achtereenvolgende onderdelen van de zorg goed op elkaar aansluiten en afgestemd zijn, zegt Van Dale. Een andere definitie luidt: 'zorgverlening waarbij verschillende partijen met verschillende doelstellingen hun krachten bundelen om de kwaliteit van leven van een groep zorgvragers te verbeteren uitgaande van 118

119 een nieuwe, gezamenlijke doelstelling.' Om dit te bereiken is overleg nodig en de bereidheid van alle partijen het belang van de zorgvrager boven dat van de organisatie te stellen. School: Je gaat met 4 studenten op zoek naar informatie over de wijze waarop ketenzorg is georganiseerd rond een doelgroep of leefgebied naar keuze. Je maakt een presentatie en je presenteert het resultaat voor je medestudenten. Gebruik bij de presentatie zoveel mogelijk eigen woorden, geef voorbeelden ter ondersteuning van de theorie; Maak gebruik van hulpmiddelen (flap over,sheets, PPP, filmpjes e.d.); Maak een keuze voor welke doelgroep je de presentatie wilt houden (enkele voorbeelden van doelgroepen of leefgebieden waarbij ketenzorg bestaat zijn: psychiatrie, middelengebruik, sociaal functioneren); Hou de volgende vragen als richtlijn aan voor de opbouw van je presentatie: 1. Wie (instellingen) vormen de door jou gekozen keten? 2. Welke doelen zijn er geformuleerd? 3. Welke disciplines zijn erbij betrokken? 4. Geef het verschil aan tussen interdisciplinaire diagnostiek en multidisciplinaire diagnostiek; 5. Wat is het voordeel/meerwaarde van de keten voor de zorgvrager en de hulpverlener? 6. Welke overdrachtsmomenten zijn er? 7. Wat is jouw aandeel als verpleegkundige in zo n keten? 8. Ervaren de verschillende partijen knelpunten? Zo ja, welke en wat zou eraan te doen zijn? 9. Is een stap terug in de keten ook mogelijk? 10. Zijn er ook nadelen verbonden aan het werken met vaste partijen? Criteria voor deze activiteit: De school activiteit is schriftelijk uitgewerkt. De presentatie is gehouden voor de hele groep. De presentatie wordt beoordeeld op inhoud en proces volgens het formulier: observatiecriteria presentatie ketenzorg. Praktijk: Kies een doelgroep, leefgebied t.a.v. ketenzorg, voorkomend op je werkplek. Onderzoek hoe de zorg georganiseerd is. Schrijf een verslag ( Max 2 A4) over een zorgvrager in deze keten. Geef daarbij antwoord op de volgende vragen: 1. Wie coördineert de zorgketen? 2. Welke organisaties zijn erbij betrokken? 3. Hoe is de zorg financieel geregeld? 4. Hoe is de ICT bij de keten en de verleende zorg betrokken? 5. Hoe en door wie wordt de verleende gemonitord? Evalueren met werkbegeleider: Bespreek je verslag met je werkbegeleider en beoordeel samen of je voldoende kennis hebt opgedaan over dit onderwerp. 119

120 Waaraan kun je denken bij ketenzorg? 120

OPLEIDING tot MBO - VERPLEEGKUNDIGE TOETS BEROEPSOPDRACHT. Ondersteunen bij begeleiden. Beroepstaak C. Niveau Gevorderd 2

OPLEIDING tot MBO - VERPLEEGKUNDIGE TOETS BEROEPSOPDRACHT. Ondersteunen bij begeleiden. Beroepstaak C. Niveau Gevorderd 2 OPLEIDING tot MBO - VERPLEEGKUNDIGE TOETS BEROEPSOPDRACHT Ondersteunen bij begeleiden Beroepstaak C Niveau Gevorderd 2 Datum: Juni 2012 Cohort: 2012-2013 KD: 2009-2010 INLEIDING Binnenkort ga je de toets

Nadere informatie

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT. voor. Studenten en Beoordelaars

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT. voor. Studenten en Beoordelaars ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT voor Studenten en Beoordelaars KD 2012 Albeda College Branche Gezondheidszorg 2 ALGEMENE INLEIDING Elke beroepstaak bestaat uit een aantal beroepsopdrachten die

Nadere informatie

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Opdrachtenboek startbekwame fase ZIEKENHUIS

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Opdrachtenboek startbekwame fase ZIEKENHUIS OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE Opdrachtenboek startbekwame fase Inclusief ondersteuningsmagazijn en toetsen beroepsopdrachten ZIEKENHUIS Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4

Nadere informatie

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT VOOR STUDENTEN EN BEOORDELAARS Datum: AUG 2014 Crebo: 95 ALGEMENE INLEIDING Elke beroepstaak bestaat uit een aantal beroepsopdrachten die de student geacht wordt

Nadere informatie

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE BEROEPSTAAK D, DEEL 7

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE BEROEPSTAAK D, DEEL 7 OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE BEROEPSTAAK D, DEEL 7 Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Crebo 95 Versie: juni 2013 Fase: Gevorderd 2 Naam deelnemer:. 2 Inhoudsopgave Beroepsopdracht

Nadere informatie

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT. voor. Studenten en Beoordelaars

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT. voor. Studenten en Beoordelaars ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT voor Studenten en Beoordelaars KD 2012 KRAAM KD 2012 Cohort: 2012-2013 1 Albeda College Branche Gezondheidszorg 2 ALGEMENE INLEIDING Elke beroepstaak bestaat uit

Nadere informatie

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT. voor. Studenten en Beoordelaars

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT. voor. Studenten en Beoordelaars ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT voor Studenten en Beoordelaars KD 2012 KD 2012 Cohort: 2012-2013 1 Albeda College Branche Gezondheidszorg 2 ALGEMENE INLEIDING Elke beroepstaak bestaat uit een

Nadere informatie

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT. voor. Studenten en Beoordelaars KD 2012

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT. voor. Studenten en Beoordelaars KD 2012 ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT voor Studenten en Beoordelaars KD 2012 Albeda College Branche Gezondheidszorg Kwalificatieniveau 3 Cohort: 2012-2013 KD 2012-2013 Crebo 95530 Versie 1.0 Albeda

Nadere informatie

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL)

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL) ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL) VOOR STUDENTEN EN BEOORDELAARS Datum: AUG 2015 Crebo 95 ALGEMENE INLEIDING Elke beroepstaak bestaat uit een aantal beroepsopdrachten dat de student

Nadere informatie

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT KD 2012

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT KD 2012 ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT VOOR STUDENTEN EN BEOORDELAARS KD 2012 Albeda College Branche Gezondheidszorg Kwalificatieniveau 3 Crebo:95530 Versie 1.0 KD 2012 ALGEMENE INLEIDING Elke beroepstaak

Nadere informatie

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Opdrachtenboek startbekwame fase GEESTELIJKE GEZONDHEIDZORG

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Opdrachtenboek startbekwame fase GEESTELIJKE GEZONDHEIDZORG OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE Opdrachtenboek startbekwame fase Inclusief ondersteuningsmagazijn en toetsen beroepsopdrachten GEESTELIJKE GEZONDHEIDZORG Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau

Nadere informatie

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMEN BEROEPSOPDRACHT. voor. Studenten en Beoordelaars KD 2012

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMEN BEROEPSOPDRACHT. voor. Studenten en Beoordelaars KD 2012 ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMEN BEROEPSOPDRACHT voor Studenten en Beoordelaars KD 2012 Albeda College Branche Gezondheidszorg Kwalificatieniveau 3 Cohort: 2015-2016 KD 2012-2013 Crebo 95530 Albeda College Branche

Nadere informatie

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Opdrachtenboek startbekwame fase. Verpleeghuis, verzorgingshuis en thuiszorg

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Opdrachtenboek startbekwame fase. Verpleeghuis, verzorgingshuis en thuiszorg OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE Opdrachtenboek startbekwame fase Inclusief ondersteuningsmagazijn en toetsen beroepsopdrachten Verpleeghuis, verzorgingshuis en thuiszorg Albeda college Branche gezondheidszorg

Nadere informatie

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE BEROEPSTAAK D, DEEL 8

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE BEROEPSTAAK D, DEEL 8 OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE BEROEPSTAAK D, DEEL 8 Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Crebo 95 Versie: juni 2013 Fase: Startbekwaam Naam deelnemer:. 2 Inhoudsopgave Beroepsopdracht

Nadere informatie

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT. voor. Studenten en Beoordelaars

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT. voor. Studenten en Beoordelaars ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT voor Studenten en Beoordelaars KD 2012 KD 2012 Cohort: 2015-2016 1 Albeda College Branche Gezondheidszorg 2 ALGEMENE INLEIDING Elke beroepstaak bestaat uit een

Nadere informatie

Beroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager

Beroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager Beroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager 1 Werkprocessen en competenties gericht op het verpleegplan 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op. A: Beslissen en activiteiten initiëren

Nadere informatie

GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG OPLEIDING tot MBO VERPLEEGKUNDIGE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG OPDRACHTENBOEK Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 KD 2012 Crebo 95 Versie: jan 2014 Fase: gevorderd 1 verkort Naam

Nadere informatie

Naam student: Naam loopbaanbegeleider:

Naam student: Naam loopbaanbegeleider: Naam student: Naam loopbaanbegeleider: 1 2 Handleiding voor het gebruiken van het CE 2 portfolio ondersteunen bij begeleiding. Beste student(e), Voor je ligt het portfolio van het opleidingsonderdeel Ondersteunen

Nadere informatie

OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE TOETS BEROEPSOPDRACHT. Ondersteunen bij Verpleegkundige (Basis)zorg. Beroepstaak B Verpleegkundige (Basis)zorg

OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE TOETS BEROEPSOPDRACHT. Ondersteunen bij Verpleegkundige (Basis)zorg. Beroepstaak B Verpleegkundige (Basis)zorg OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE TOETS BEROEPSOPDRACHT Ondersteunen bij Verpleegkundige (Basis)zorg Beroepstaak B Verpleegkundige (Basis)zorg Niveau Beginner Datum: mei 2012 Cohort: 2012-2013 INLEIDING

Nadere informatie

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT VOOR STUDENTEN EN BEOORDELAARS Datum: AUG.2014 Crebo 95 Algemene inleiding Elke beroepstaak bestaat uit een aantal beroepsopdrachten dat de student geacht wordt

Nadere informatie

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT Uitvoeren van activiteiten met zorgvragers (Verpleeg- en verzorgingshuiszorg & thuiszorg) Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten Niveau

Nadere informatie

OPLEIDING tot MBO - VERPLEEGKUNDIGE TOETS BEROEPSOPDRACHT. Uitvoeren van organisatie en professiegebonden taken. Beroepstaak E. Niveau Gevorderd 2

OPLEIDING tot MBO - VERPLEEGKUNDIGE TOETS BEROEPSOPDRACHT. Uitvoeren van organisatie en professiegebonden taken. Beroepstaak E. Niveau Gevorderd 2 OPLEIDING tot MBO - VERPLEEGKUNDIGE TOETS BEROEPSOPDRACHT Uitvoeren van organisatie en professiegebonden taken Beroepstaak E Niveau Gevorderd 2 Datum: Juni 2012 Cohort: 2012-2013 KD: 2009-2010 INLEIDING

Nadere informatie

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Opdrachtenboek startbekwame fase. Verpleeghuis, verzorgingshuis en thuiszorg

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Opdrachtenboek startbekwame fase. Verpleeghuis, verzorgingshuis en thuiszorg OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE Opdrachtenboek startbekwame fase Inclusief ondersteuningsmagazijn en toetsen beroepsopdrachten Verpleeghuis, verzorgingshuis en thuiszorg Albeda college Branche gezondheidszorg

Nadere informatie

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT KD 2012

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT KD 2012 1 ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT VOOR STUDENTEN EN BEOORDELAARS KD 2012 KD 2012 Cohort: 2015-2016 INLEIDING Elke beroepstaak bestaat uit beroepsopdrachten waarmee de student getoetst wordt op

Nadere informatie

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Startbekwaam

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Startbekwaam OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT Uitvoeren van groepsactiviteiten met zorgvragers (Verpleeg- en verzorgingshuiszorg & thuiszorg) Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten

Nadere informatie

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT (Thuiszorg) Beroepstaak B Helpen bij de persoonlijke zorg/ ADL Niveau Startbekwaam Toets beroepstaak B Helpende startbekwaam Thuiszorg 08-2011 Beroepsopdracht

Nadere informatie

OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE OPDRACHTENBOEK

OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE OPDRACHTENBOEK OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE OPDRACHTENBOEK ZIEKENHUIS Gevorderd 2 Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Crebo 95 Versie: ODB G2 ZH 1415 Fase: Gevorderd 2 Naam Student. Albeda

Nadere informatie

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT VOOR STUDENTEN EN BEOORDELAARS Datum: AUG 2014 Crebo 95 ALGEMENE INLEIDING Elke beroepstaak bestaat uit een aantal beroepsopdrachten dat de student geacht wordt

Nadere informatie

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT VOOR STUDENTEN EN BEOORDELAARS Datum: April 2011 Cohort: 2011-2012 2 ALGEMENE INLEIDING Elke beroepstaak bestaat uit een aantal beroepsopdrachten die de student

Nadere informatie

OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE VERKORTE OPLEIDING BBL OPDRACHTENBOEK. Gevorderd 1

OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE VERKORTE OPLEIDING BBL OPDRACHTENBOEK. Gevorderd 1 OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE VERKORTE OPLEIDING BBL OPDRACHTENBOEK Gevorderd 1 Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Crebo: 95 Versie: ODB G1 VERKORT Datum: Februari 2016 Fase:

Nadere informatie

Beroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven

Beroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven l Beroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven Pagina 1 van16 Werkprocessen en competenties gericht op het verpleegplan 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan

Nadere informatie

OPLEIDING Verzorgende-IG PORTFOLIO

OPLEIDING Verzorgende-IG PORTFOLIO OPLEIDING Verzorgende-IG SPW4-VIG PORTFOLIO KD2012 Kwalificatieniveau 3 Cohort: 2012-2013 Versie: 1.0 KD: 2012 Crebo: 95530 Naam student:. Groep: Albeda College Branche Gezondheidszorg 2 Inhoudsopgave

Nadere informatie

OPLEIDING MBO VERPLEEGKUNDIGE PORTFOLIO

OPLEIDING MBO VERPLEEGKUNDIGE PORTFOLIO OPLEIDING MBO VERPLEEGKUNDIGE PORTFOLIO Kwalificatieniveau 4 Cohort: 2012-2013 Versie: 1.0 Naam Student:. Groep: INHOUD Inleiding Overzicht alle ijkmomenten Portfolio Gegevens: Student School Praktijkorganisatie

Nadere informatie

Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg

Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg Werkproces VZ-IG 1.1 Stelt (mede) het zorgplan op De verzorgende-ig verzamelt gegevens om de

Nadere informatie

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE BEROEPSTAAK D, DEEL 3

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE BEROEPSTAAK D, DEEL 3 OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE BEROEPSTAAK D, DEEL 3 Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Crebo 95 Versie: juni 2013 Fase: Gevorderd 1 Naam deelnemer:. 2 Inhoudsopgave Beroepsopdracht

Nadere informatie

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT Zien waar hulp nodig is! (Thuiszorg) Beroepstaak B Helpen bij de persoonlijke zorg/ ADL Niveau Toets beroepstaak B Helpende gevorderd Thuiszorg

Nadere informatie

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3* Competentiekaart verzorgende IG (de eisen ten aanzien van loopbaan en de burgerschapsdimensies zijn in de kaart verwerkt, behalve de politiek-juridische dimensie die geheel op school wordt behandeld) Competentiekaart

Nadere informatie

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE BEROEPSTAAK D, DEEL 3

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE BEROEPSTAAK D, DEEL 3 OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE BEROEPSTAAK D, DEEL 3 Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Crebo 95 Versie: juni 2013 Fase: Gevorderd 1 Naam deelnemer:. 2 Inhoudsopgave Beroepsopdracht

Nadere informatie

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Crebonummer 95530 en 95520 Opleiding Verzorgende IG Kwalificatieniveau 3 MBO Verpleegkundige Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Nadere informatie

OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE. VERKORTE OPLEIDING BOL en BBL OPDRACHTENBOEK. Gevorderd 1

OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE. VERKORTE OPLEIDING BOL en BBL OPDRACHTENBOEK. Gevorderd 1 OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE VERKORTE OPLEIDING BOL en BBL OPDRACHTENBOEK Gevorderd 1 Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Crebo: 95 Versie: ODB G1 VERKORT 1516 Datum: Augustus

Nadere informatie

OPLEIDING Verzorgende-IG & Medewerker Maatschappelijke Zorg PORTFOLIO

OPLEIDING Verzorgende-IG & Medewerker Maatschappelijke Zorg PORTFOLIO OPLEIDING Verzorgende-IG & Medewerker Maatschappelijke Zorg PORTFOLIO KD2012 Kwalificatieniveau 3 Versie: 1.1 Crebo: 95530 en 92650 Naam Student:. Groep: Albeda College Branche Gezondheidszorg 2 Inhoudsopgave

Nadere informatie

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT Dat we er maar weer netjes bijzitten.! ( Verpleeg- en verzorgingshuiszorg) Beroepstaak A Helpen bij huishouding, wonen en recreëren. Niveau Startbekwaam

Nadere informatie

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Naam: Klas: praktijkbegeleider: Werkplek: Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Gedurende de opleiding werken de studenten in de praktijk aan praktijkopdrachten. Een schooljaar

Nadere informatie

OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT

OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT Huishoudelijke zorg op maat. (Verpleeg- en verzorgingshuiszorg) Beroepstaak A Hulp bij huishouden en wonen. Niveau Startbekwaam Toets BT A STB Zorghulp V en V 02-2012

Nadere informatie

OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE

OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE Activiteiten Praklijkleren BBL regulier Beginner week 1-20 Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Crebo 95 Datum: Februari 2016 Fase: Beginner BBL

Nadere informatie

PROEVE VAN BEKWAAMHEID

PROEVE VAN BEKWAAMHEID PROEVE VAN BEKWAAMHEID Inleiding Doel van deze opdracht is het methodisch werken te bevorderen en toe te passen. Het is een methode die moet leiden tot het vaststellen van de meest geschikte verpleegkundige

Nadere informatie

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn gevorderd 1 BEROEPSTAAK E

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn gevorderd 1 BEROEPSTAAK E OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE Ondersteuningsmagazijn gevorderd 1 BEROEPSTAAK E Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Cohort: 2009-2010 Versie: 3 Fase: Gevorderd 1 Naam Student:.

Nadere informatie

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk 2010-2013 volgens het kwalificatiedossier Jeugdzorg 2011. 1=startniveau, 2= aardig eindje op weg 3= beginnend beroepsbeoefenaar Kerntaak

Nadere informatie

OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak A Hulp bij huishouden en wonen. Niveau Gevorderd

OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak A Hulp bij huishouden en wonen. Niveau Gevorderd OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT Huishoudelijke zorg op maat. (Thuiszorg) Beroepstaak A Hulp bij huishouden en wonen. Niveau Gevorderd Toets BT A gevorderd Zorghulp Thz 08-2011 Albeda College Branche

Nadere informatie

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Naam: Klas: praktijkbegeleider: Werkplek: Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Het werken aan en en de relatie daarvan met de voortgangsrapportage Gedurende de verdiepingsfase

Nadere informatie

OPLEIDING Verzorgende-IG

OPLEIDING Verzorgende-IG OPLEIDING Verzorgende-IG PORTFOLIO KD2012 Kwalificatieniveau 3 Versie: 3.0 (vanaf september 2015) KD: 2012 Crebo: 95530 Naam Student:. Groep: Albeda College Branche Gezondheidszorg 2 Inhoud Inleiding...

Nadere informatie

Beroepstaak C Helpende Startbekwaam niveau

Beroepstaak C Helpende Startbekwaam niveau Beroepsopdracht Beroepstaak C Helpende Startbekwaam niveau Toelichting: Deze beroepsopdracht is om te leren, vraag feedback met behulp van het feedbackformulier. NB. Beroepstaak C heeft 2 niveaus! Uitvoeren

Nadere informatie

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE BEROEPSTAAK D, DEEL 3

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE BEROEPSTAAK D, DEEL 3 OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE BEROEPSTAAK D, DEEL 3 Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Crebo 95 Versie: november 2014 Fase: Gevorderd 1 Naam deelnemer:. 2 Inhoudsopgave Beroepsopdracht

Nadere informatie

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT Helpen waar het nodig is! (Thuiszorg) Beroepstaak B Helpen bij de persoonlijke zorg/ ADL Niveau Beginner Toets beroepstaak B beginner Helpende Thuiszorg

Nadere informatie

OPLEIDING Verzorgende-IG B-VIG PORTFOLIO

OPLEIDING Verzorgende-IG B-VIG PORTFOLIO OPLEIDING Verzorgende-IG B-VIG PORTFOLIO KD2012 Kwalificatieniveau 3 Cohort: 2012-2013 Versie: 1.0 KD: 2012 Naam Student:. Groep: Albeda College Branche Gezondheidszorg 2 Inhoudsopgave Inleiding 5 POP

Nadere informatie

Opleiding Verzorgende IG PROEVE

Opleiding Verzorgende IG PROEVE Opleiding Verzorgende IG PROEVE Uitleg Albeda College Branche Gezondheidszorg Kwalificatieniveau 3 Cohort: 2015-2016 Crebocode: 95530 Februari 2015 Naam student: Proeve Cohort 2012-2013 verzorgende IG

Nadere informatie

Specificaties. Medewerker maatschappelijke zorg. Verdieping doelgroepen

Specificaties. Medewerker maatschappelijke zorg. Verdieping doelgroepen Specificaties Medewerker maatschappelijke zorg Titel Soort Werksituatie Verdieping doelgroepen Cursus Medewerkers maatschappelijke zorg zijn werkzaam in instellingen voor wonen, dagbesteding en vrije tijd

Nadere informatie

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer 91370. Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer 91370. Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Leg het fundament Crebonummer 91370 Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 2 Inhoudsopgave Inleiding 3 Opdrachten

Nadere informatie

2. Hoe ga je aan de slag met beroepsprestaties + aanmeldformulier beoordeling beroepsprestatie aanmeldformulier beoordeling reflectieverslag

2. Hoe ga je aan de slag met beroepsprestaties + aanmeldformulier beoordeling beroepsprestatie aanmeldformulier beoordeling reflectieverslag INHOUDSOPGAVE : 1. Het BPV-gesprek 2. Hoe ga je aan de slag met beroepsprestaties + aanmeldformulier beoordeling beroepsprestatie aanmeldformulier beoordeling reflectieverslag 3. Overzicht van de beroepsprestaties

Nadere informatie

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Leg het fundament Crebonummer 91370 Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 1 e herziene druk: november 2013 ISBN:

Nadere informatie

OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE OPDRACHTENBOEK BEGINNER

OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE OPDRACHTENBOEK BEGINNER OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE OPDRACHTENBOEK BEGINNER Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Crebo 95 Versie: juni 2013 Fase: beginner Naam student:. 2 Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Crebonummer 95530 en 95520 Opleiding Verzorgende IG Kwalificatieniveau 3 MBO Verpleegkundige Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Nadere informatie

PROEVE VAN BEKWAAMHEID

PROEVE VAN BEKWAAMHEID PROEVE VAN BEKWAAMHEID Inleiding Doel van deze opdracht is het methodisch werken te bevorderen en toe te passen. Het is een methode die moet leiden tot het vaststellen van de meest geschikte zorgproblemen

Nadere informatie

Inzoomen op de cliënt en zijn omgeving

Inzoomen op de cliënt en zijn omgeving Beoordelingseenheid B Proeve van Bekwaamheid Inzoomen op de cliënt en zijn omgeving Crebonummer: 92661 en 92662 Opleiding Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen

Nadere informatie

OPLEIDING Verzorgende-IG kraam PORTFOLIO

OPLEIDING Verzorgende-IG kraam PORTFOLIO OPLEIDING Verzorgende-IG kraam PORTFOLIO KD2012 Kwalificatieniveau 3 Cohort: 2012-2013 KD: 2012 Naam Student:. Albeda College Branche Gezondheidszorg 2 Inhoudsopgave Inleiding 5 POP en PAP/werkplanning

Nadere informatie

Portfolio opleiding Helpende Zorg en Welzijn

Portfolio opleiding Helpende Zorg en Welzijn Portfolio opleiding Helpende Zorg en Welzijn Naam student:.. Groep:.. Praktijkorganisatie:. 2 Inhoudsopgave portfolio Helpende Zorg en Welzijn 1 Gegevens student, school en praktijkorganisatie 2 Planning

Nadere informatie

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak E Beginner

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak E Beginner OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE Ondersteuningsmagazijn Beroepstaak E Beginner Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Crebo 95 Versie: Juli 2013 Fase: beginner Naam deelnemer:. 2

Nadere informatie

Kennisbundels in relatie tot kwalificatiedossiers

Kennisbundels in relatie tot kwalificatiedossiers Vergelijkingsdocument Kennisbundels in relatie tot kwalificatiedossiers Zorg en welzijn l KENNISCENTRUM VOOR LEREN IN DE PRAKTIJK IN ZORG, WELZIJN EN SPORT 1 Inhoud Kennisbundels in relatie tot kwalificatiedossiers...

Nadere informatie

T: Instructies en procedures opvolgen. 1.2.Bereidt de uitvoering

T: Instructies en procedures opvolgen. 1.2.Bereidt de uitvoering VOORTGANGSRAPPORTAGE Onderwijsassistent BOL leerjaar 2 in 2011-2012 Verdiepingsfase OAS praktijk 2011-2013 volgens het Kwalificatiedossier 2010. naam: klas: Loopbaanbegeleider: 1= startniveau 2=aardig

Nadere informatie

Opdracht 1: Oefen het op- of bijstellen van het zorgplan

Opdracht 1: Oefen het op- of bijstellen van het zorgplan VZ-B1-K1-WP3-C Stelt (mede) het zorgplan op Verzorgende IG basisdeel kerntaak 1 werkproces 3 oefenopdracht C In deze opdracht ga je ter voorbereiding van het examen oefenen met het opstellen van het zorgplan.

Nadere informatie

GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG OPDRACHTENBOEK Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Schooljaar: 2014-2015 KD 2012 Crebo 95 Versie: 2 juli 2014 Fase: gevorderd 2 Naam student:. 1 Versie

Nadere informatie

OPLEIDING VERZORGENDE-IG OPDRACHTENBOEK. Fase: Startbekwaam EXAMEN KD 2012

OPLEIDING VERZORGENDE-IG OPDRACHTENBOEK. Fase: Startbekwaam EXAMEN KD 2012 OPLEIDING VERZORGENDE-IG OPDRACHTENBOEK Fase: Startbekwaam EXAMEN KD 2012 Beroepstaak B Startbekwaam Beroepstaak C Startbekwaam Beroepstaak E Startbekwaam Albeda College Branche Gezondheidszorg Kwalificatieniveau

Nadere informatie

Opleiding Verzorgende IG PROEVE

Opleiding Verzorgende IG PROEVE Opleiding Verzorgende IG PROEVE Albeda College Branche Gezondheidszorg Kwalificatieniveau 3 Cohort: 2012 2013 Crebocode: 94830 en 95530 Naam student: Proeve Cohort 2012-2013 verzorgende IG Inhoudsopgave

Nadere informatie

Het maken van een casus is een onderdeel van beroepsprestatie 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties

Het maken van een casus is een onderdeel van beroepsprestatie 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties Docenthandleiding. Inleiding opdracht 1: schrijven van een casus. Het maken van een casus is een onderdeel van beroepsprestatie 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties Voor de leerlingen is

Nadere informatie

Body of Knowledge. Kwalificatiedossier Verpleegkundige mbo. Werkversie 0.1. 1/12 Verpleegkundige mbo v0.1

Body of Knowledge. Kwalificatiedossier Verpleegkundige mbo. Werkversie 0.1. 1/12 Verpleegkundige mbo v0.1 Body of Knowledge Kwalificatiedossier Verpleegkundige mbo Werkversie 0.1 1/12 Verpleegkundige mbo v0.1 Inhoud 1 Verpleegkundige MBO basis... 3 1.1 Menselijk functioneren... 3 1.2 Methodisch handelen...

Nadere informatie

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Crebonummer 94830 en 93510 Opleiding Verzorgende IG Kwalificatieniveau 3 MBO Verpleegkundige Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Nadere informatie

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Crebonummer 95530 en 95520 Opleiding Verzorgende IG Kwalificatieniveau 3 MBO Verpleegkundige Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Nadere informatie

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak E Beginner

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak E Beginner OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE Ondersteuningsmagazijn Beroepstaak E Beginner Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Crebo 95 Versie: E BEGINNER 1516 Fase: beginner Naam deelnemer:.

Nadere informatie

Bewijsmap Vaardigheden/Verpleegtechnische handelingen

Bewijsmap Vaardigheden/Verpleegtechnische handelingen Scholen voor Zorg Kwalificatiedossier 2012 Exameneenheid 6 Bewijsmap Vaardigheden/Verpleegtechnische handelingen bestaat uit de volgende 3 delen die apart worden uitgereikt: Deel A: Basisvaardigheden Deel

Nadere informatie

gestructureerd activiteitenprogramma, zodat dit goed leesbaar en hanteerbaar is.

gestructureerd activiteitenprogramma, zodat dit goed leesbaar en hanteerbaar is. VOORTGANGSRAPPORTAGE Praktijk PW 4 Jeugdzorg 2009-2011 naam: klas: loopbaanbegeleider: 1=startniveau, 2= aardig eindje onderweg 3= beginnend beroepsbeoefenaar Kerntaak 1 Opstellen van een activiteitenprogramma

Nadere informatie

Beroepsopdracht Beroepstaak C Helpende Gevorderd niveau

Beroepsopdracht Beroepstaak C Helpende Gevorderd niveau Beroepsopdracht Beroepstaak C Helpende Gevorderd niveau Toelichting: Deze beroepsopdracht is om te leren, vraag feedback met behulp van het feedbackformulier. NB. Beroepstaak C heeft 2 niveaus! Uitvoeren

Nadere informatie

OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT

OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT Zien waar hulp nodig is! (Verpleeg- en verzorgingshuiszorg) Beroepstaak B Hulp bij dagelijkse bezigheden Niveau Startbekwaam Toets Beroepstaak B startbekwaam Zorghulp

Nadere informatie

Veranderdocument Kwalificatiedossier Mbo-Verpleegkundige 2011-2012 ten opzichte van VP 2010-2011

Veranderdocument Kwalificatiedossier Mbo-Verpleegkundige 2011-2012 ten opzichte van VP 2010-2011 Veranderdocument Kwalificatiedossier Mbo-Verpleegkundige 2011-2012 ten opzichte van VP 2010-2011 Deel A - Tekst is gewijzigd, meer op de ontvanger gericht. Foto s zijn verwijderd; vertegenwoordigen niet

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137 Keuzedeel mbo Zorg en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0137 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2015

Nadere informatie

Een verslag van coachende begeleidingsgesprekken met een klasgenoot over de leerdoelen en leerpunten tijdens de stage.

Een verslag van coachende begeleidingsgesprekken met een klasgenoot over de leerdoelen en leerpunten tijdens de stage. Specificaties Medewerker maatschappelijke zorg Titel: Soort: Werksituatie: Eindproduct: Coachend begeleiden en sociaal activeren Cursus Gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg,

Nadere informatie

Beroepsprestatie 1.5 Zorg voor veiligheid in onverwachte situaties.

Beroepsprestatie 1.5 Zorg voor veiligheid in onverwachte situaties. Beroepsprestatie 1.5 Zorg voor veiligheid in onverwachte situaties. Werkproces: 1.1 Schrijft een casus met hierin 10 EHBO vaardigheden. 1.2 Schrijft een rollenspel en voert deze uit 1.3 Neemt kennis van

Nadere informatie

Proeve van Bekwaamheid. Onderzoeken en presenteren. Crebonummer 93500. Opleiding Onderwijsassistent Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Proeve van Bekwaamheid. Onderzoeken en presenteren. Crebonummer 93500. Opleiding Onderwijsassistent Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL Proeve van Bekwaamheid Onderzoeken en presenteren Crebonummer 93500 Opleiding Onderwijsassistent Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE Kwalificatiedossier 2012-2013 Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

OPLEIDING VERZORGENDE-IG OPDRACHTENBOEK. Fase: Startbekwaam

OPLEIDING VERZORGENDE-IG OPDRACHTENBOEK. Fase: Startbekwaam OPLEIDING VERZORGENDE-IG OPDRACHTENBOEK Fase: Startbekwaam KD 2012 Beroepstaak B Startbekwaam Beroepstaak C Startbekwaam Beroepstaak E Startbekwaam Albeda College Branche Gezondheidszorg Kwalificatieniveau

Nadere informatie

In de praktijk wat kan, op school wat moet

In de praktijk wat kan, op school wat moet Els Grijmans Docent verpleegkunde HVA Lynette Menting, Claudia Bronner Klinisch Verpleegkundig Opleider OLVG In de praktijk wat kan, op school wat moet Nieuw HBOV duaal curriculum HVA AMC OLVG Programma

Nadere informatie

OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE OPDRACHTENBOEK

OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE OPDRACHTENBOEK OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE OPDRACHTENBOEK Verzorgings-verpleegtehuis en thuiszorg GEVORDERD 2 Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Crebo 95 Versie: AUGUSTUS 2016 Fase: Gevorderd

Nadere informatie

Mensen met licht verstandelijke beperking met moeilijk verstaanbaar gedrag

Mensen met licht verstandelijke beperking met moeilijk verstaanbaar gedrag Keuzedeel mbo Mensen met licht verstandelijke beperking met moeilijk verstaanbaar gedrag behorend bij één of meerdere kwalificaties mbo Op dit moment is een wijziging van de WEB in voorbereiding waarmee

Nadere informatie

Praktijkopdracht: Je stelt twee verpleegplannen op

Praktijkopdracht: Je stelt twee verpleegplannen op Praktijkopdracht: Je stelt twee verpleegplannen op Omschrijving Door middel van deze praktijkopdracht laat je zien dat je in staat bent om verpleegplannen te maken voor (laag) complexe zorgvragers. In

Nadere informatie

beschrijft op welke wijze zij rekening houdt met het fysieke en mentale welzijn van de zorgvrager

beschrijft op welke wijze zij rekening houdt met het fysieke en mentale welzijn van de zorgvrager Examen 3, deel 1. Begeleiden bij het sociaal functioneren Handleiding werkproces 1.5 Begeleidt een zorgvrager Bewijsstuk: Een toegelicht begeleidingsplan voor de zelfredzaamheid op psychosociaal en maatschappelijk

Nadere informatie

Beroepsopdracht Beroepstaak B Startbekwaam

Beroepsopdracht Beroepstaak B Startbekwaam Beroepsopdracht Beroepstaak B Startbekwaam Toelichting: Deze beroepsopdracht is om te leren, vraag feedback met behulp van het feedbackformulier. NB. Beroepstaak B heeft 2 niveaus! En dan wordt het gezellig.!

Nadere informatie

Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten

Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten Kerntaak 1 Organiseert het leerproces van de (lerende) medewerker in de praktijk Werkproces Prestatie-indicator Examenproduct

Nadere informatie

proeven bij fase: certificeren

proeven bij fase: certificeren proeven bij fase: oriënteren proeven bij fase: certificeren proeven bij fase: diplomeren EXAMEN OVERZICHT: VERZORGENDE - IG OP BASIS VAN HET DOSSIER 2011-2012 Ondersteunen bij en wonen Ondersteunen bij

Nadere informatie

Exameneenheid 4 Bieden van zorg en begeleiding in het verpleegkundig proces (Gehandicaptenzorg) Beginners Deel 1 Praktijktoets

Exameneenheid 4 Bieden van zorg en begeleiding in het verpleegkundig proces (Gehandicaptenzorg) Beginners Deel 1 Praktijktoets Exameneenheid 4 Bieden van zorg en begeleiding in het verpleegkundig proces (Gehandicaptenzorg) Beginners Deel 1 Praktijktoets Opleiding verpleegkundige MBO Opleiding Verpleegkundige BOL Crebonummer 95520

Nadere informatie

OVERZICHT OPLEIDING VERZORGENDE-IG

OVERZICHT OPLEIDING VERZORGENDE-IG Werkproces: Van kwalificatiedossier Verzorgende-IG, versie vanaf augustus 2012: KERNTAAK 1: BIEDEN VAN ZORG EN BEGELEIDING IN HET VERPLEEGKUNDIG PROCES 1.1 Stelt (mede) het zorgplan op Als verzorgende-ig

Nadere informatie

Trajectlijn keuzedeel Zorginnovaties en technologie Code K SBU - niveau 4 Gekoppeld aan MBO - Verpleegkundige (4) en Maatschappelijke Zorg (4)

Trajectlijn keuzedeel Zorginnovaties en technologie Code K SBU - niveau 4 Gekoppeld aan MBO - Verpleegkundige (4) en Maatschappelijke Zorg (4) Trajectlijn keuzedeel Zorginnovaties en technologie Code K0138 480 SBU - niveau 4 Gekoppeld aan MBO - Verpleegkundige (4) en Maatschappelijke Zorg (4) D1 K1 Multidisciplinair samenwerken m.b.t. de inzet

Nadere informatie

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning Voorwoord Voor u ligt een proeve van bekwaamheid voor de opleiding Helpende Zorg & Welzijn, niveau 2, voor de kerntaak 1: Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning Deze proeve sluit

Nadere informatie