Mobiliteitsbeleid O2A5
|
|
- Irma Claes
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Mobiliteitsbeleid O2A5 Datum: 16 november 2015 Auteur: PZ Status: t.b.v. bestuur, GMR, clusterdirecteurenoverleg en Raad van Toezicht Notitie bestemd voor Directie / Bestuur / GMR / Raad van Toezicht Route: Bespreking in staf, definitief concept (toezending uiterlijk 1 oktober 2015) Bespreking in staf; advies directeuren opnemen in beleidsnotitie 5 oktober november 2015 Voorlopige vaststelling in bestuur (toezending 18 november 2015) Instemming in GMR (toezending 10 december 2015) 26 november januari 2016 Advies in clusterdirecteurenoverleg (toezending 12 oktober 2015) 15 oktober 2015 Bespreking in Raad van Toezicht (toezending 1 maart 2016) Definitieve vaststelling in bestuur, gehoord hebbende Directieoverleg en GMR (toezending 22 maart 2016) 9 maart maart 2016 Publicatie Kenmerk: Definitief concept 16 november 2015 Versie: Inhoudsopgave Mobiliteitsbeleid O2A5 versie 16 november 2015
2 Mobiliteitsbeleid e.v. Mobiliteitsbeleid O2A5 versie 16 november
3 Inhoudsopgave 1. Inleiding Waarom hebben wij dit mobiliteitsbeleidsplan ontwikkeld? Wat verstaan wij onder mobiliteit? Wat is voor ons het doel van het mobiliteitsbeleidsplan? Welke vormen van mobiliteit onderscheiden wij? Welke categorieën mobiliteit onderscheiden wij? Welke bevorderende beleidsinstrumenten heeft O2A5 ontwikkeld? Het afspiegelingsbeginsel bij een formatieoverschot Hoe willen wij de uitvoering van dit mobiliteitsbeleidsplan organiseren? Bijlage 1. CAO Primair Onderwijs, artikel 10.6 Overplaatsing Bijlage 2. CAO Primair Onderwijs, bijlage IE Benoemingsvolgorde Bijlage 3. Formulier vrijwillige mobiliteit Mobiliteitsbeleid O2A5 versie 16 november
4 1. Inleiding Voor de stichting O2A5 is de school het uitgangspunt van handelen. De school krijgt een gezicht door de personeelsleden, die met elkaar samenwerken. O2A5 vindt het van belang dat de personeelsleden de mogelijkheid krijgen zich te ontplooien en dat zij hun ambitie kunnen verwezenlijken. Om die reden biedt O2A5 de mogelijkheid om gebruik te maken van vrijwillige mobiliteit. Daarnaast is de stichting O2A5 verantwoordelijk voor het geven van kwalitatief goed onderwijs en het garanderen van werkgelegenheid. Het werkgelegenheidsbeleid is in eerste instantie gericht op het behoud of het bevorderen van werkgelegenheid. Dit betekent dat zowel werkgever als werknemer actief meewerken aan het optimaal inzetten van instrumenten voor personeelsbeleid, zodat gedwongen ontslag voorkomen wordt. De werkgelegenheidsgarantie wordt indien mogelijk, jaarlijks op grond van het bestuursformatieplan door het bestuur voor 3 jaar afgegeven. Werkgelegenheid voor de personeelsleden moet in dienst staan van de kwaliteit van het onderwijs. Hierdoor kan het mogelijk zijn dat de stichting O2A5 in een aantal situaties moet overgaan tot onvrijwillige mobiliteit. In welke situaties dit moet worden toegepast, wordt o.a. nader uitgewerkt in hoofdstuk 5 van dit mobiliteitsbeleidsplan. Binnen O2A5 is het beleid rondom mobiliteit vastgelegd in het Mobiliteitsbeleid. In het belang van de continuïteit en de kwaliteit van het onderwijs is vrijwillige en onvrijwillige mobiliteit van personeelsleden noodzakelijk. Om die reden zijn een aantal mobiliteitsbevorderende instrumenten ontwikkeld. Deze instrumenten worden in hoofdstuk 7 van dit mobiliteitsbeleidsplan nader uitgewerkt. Voor de schoolorganisatie is het belangrijk om niet reactief maar proactief om te gaan met de wisselende behoefte aan personeel. De scholen van nu en de nabije toekomst vragen niet alleen om grotere zelfstandigheid en activiteit, maar ook om grotere flexibiliteit. Alleen door flexibilisering van de inzet van personeelsleden zal op nieuwe ontwikkelingen kunnen worden ingegaan. Dat betekent dat het individuele personeelslid ook actief gericht mag zijn op de eigen loopbaanontwikkeling. Mobiliteitsbeleid is niet iets dat door het management bedacht en opgelegd wordt aan het personeel. Als een organisatie daadwerkelijk werkgelegenheidsbeleid en daarmee mobiliteitsbeleid wil voeren, dan zal dit door de organisatie gedragen moeten worden en dat gaat niet vanzelf. Dit betekent dat bij de vormgeving en uitvoering van het mobiliteitsbeleid de voordelen voor zowel de organisatie als het individu helder moeten zijn. Ofwel waar het enerzijds een organisatorisch oplossing biedt, dient het anderzijds een gelegenheid tot professionele groei en ontwikkeling van het individuele personeelslid te zijn. Daar waar tot nu toe mobiliteit een instrument is voor o.a. krimp situaties, dient het in de toekomst meer te worden ingezet om het onderwijs in beweging te brengen, de juiste man/vrouw op de juiste plek is daarbij het uitgangspunt. Zodat personeelsleden lang plezier houden in hun werk, er ontwikkelingsperspectieven geboden worden, een evenwichtige (leeftijds-)opbouw van het personeel gerealiseerd wordt en personeelsleden op hun kwaliteit worden aangesproken en gewaardeerd. In dit mobiliteitsbeleidsplan wordt gesproken over hij. Natuurlijk dient waar hij staat ook zij te worden gelezen. Mobiliteitsbeleid O2A5 versie 16 november
5 2. Waarom hebben wij dit mobiliteitsbeleidsplan ontwikkeld? Het werkgelegenheidsbeleid is gericht op het behoud of het bevorderen van werkgelegenheid. Dit betekent dat zowel werkgever als werknemer actief meewerken aan het optimaal inzetten van instrumenten voor personeelsbeleid, zodat gedwongen ontslag voorkomen wordt. Om verwezenlijking van het doel van het werkgelegenheidsbeleid te maken, is het nodig een mobiliteitsbeleidsplan te ontwikkelen, dat is gericht op het bevorderen van mobiliteit van personeelsleden. Hierbij is het van belang een uitwerking te maken van de verschillende mobiliteitsbevorderende instrumenten, die binnen O2A5 worden gehanteerd. In dit mobiliteitsbeleidsplan zijn de mogelijkheden en/of verplichtingen opgenomen, die het voor de personeelsleden mogelijk maken om vrijwillig (of onvrijwillig) van werkplek te veranderen. Bij onvrijwillige mobiliteit is er sprake van het onvrijwillig aanwijzen van personeelsleden voor mobiliteit. Bij het opstellen van dit mobiliteitsbeleidsplan heeft O2A5 uitgebreid stilgestaan bij het principe last-in-first-out. Er is besloten om dit principe te vervangen door het afspiegelingsbeginsel. Dit betekent dat de uitwisselbare functies binnen de stichting O2A5 in leeftijdscategorieën worden ingedeeld. Hierbij worden de volgende leeftijdscategorieën gehanteerd: 15 tot 25, van 25 tot 35, van 35 tot 45, van 45 tot 55 en van 55 jaar en ouder. De verdeling van personeelsleden, die voor verplichte mobiliteit worden voorgedragen, zal gebeuren over deze leeftijdsgroepen en wel zo dat de leeftijdsopbouw na de herplaatsingen (carrousel) in verhouding zoveel mogelijk gelijk is aan de situatie voor de herplaatsingen (carrousel). Na evaluatie in het directeurenoverleg is afgesproken om het voornoemde afspiegelingsbeginsel te blijven hanteren. Mobiliteit binnen O2A5 betekent herplaatsing bestuursbreed. Als gevolg van het proces Management Anders Organiseren in 2015 wordt binnen O2A5 gewerkt in clusters. In het verlengde van de clustervorming wordt bij verplichte mobiliteit in eerste instantie gezocht naar mobiliteit binnen hetzelfde cluster. Mobiliteitsbeleid O2A5 versie 16 november
6 3. Wat verstaan wij onder mobiliteit? In de Nederlandse taal wordt onder mobiliteit verstaan: mobiel zijn. Binnen O2A5 willen wij tevens verstaan onder mobiliteit: het vermogen van medewerkers om zich mentaal, functioneel en geografisch te willen verplaatsen ten behoeve van zichzelf en/of de organisatie. Goed ontwikkelde mobiliteit leidt tot vergroting van de beschikbaarheid, kwaliteit, inzetbaarheid en tevredenheid van personeelsleden. Binnen O2A5 staat het mobiliteitsbeleid in dienst van de organisatie, de kwaliteit van het personeel en de persoonlijke ontwikkeling van het personeel. De aanleiding om van mobiliteit gebruik te maken kan verschillen. De ene keer kan het accent liggen op het bieden van loopbaankansen aan onderwijspersoneel, vanuit het oogpunt van goed personeelsbeleid. Dan is er sprake van vrijwillige mobiliteit. Een volgende keer kan het accent liggen op het oplossen van formatieoverschot en dan kan er sprake zijn van onvrijwillige mobiliteit. Binnen de CAO-PO is mobiliteit opgenomen in artikel 10 lid 6. Dit artikel richt zich op overplaatsing, zowel op vrijwillige als op onvrijwillige basis. In dit mobiliteitsbeleidsplan is dit artikel niet als zodanig opgenomen. Wel hebben wij de punten a t/m e van artikel 10.6 lid 2 nader uitgewerkt. Dit hebben wij gedaan in hoofdstuk 5. De oorspronkelijke tekst van artikel 10.6 is als bijlage toegevoegd. Mobiliteitsbeleid O2A5 versie 16 november
7 4. Wat is voor ons het doel van het mobiliteitsbeleidsplan? Het doel van het mobiliteitsbeleid van O2A5 is tweeledig. In de eerste plaats wordt nagestreefd de individuele ontplooiing en ambitie van de medewerkers te versterken; in de tweede plaats ervoor te zorgen dat de werkgelegenheid van de medewerkers niet in gevaar komt en dat de kwaliteit van het geboden onderwijs optimaal blijft. Met het hanteren van het mobiliteitsbeleid wil O2A5 de volgende doelen behalen: opvangen van formatieoverschot door krimp van het aantal leerlingen; het bieden van kansen en mogelijkheden aan personeelsleden om een frisse kijk op het werk te behouden; het verbeteren van het loopbaanperspectief van de medewerkers; een goed evenwicht creëren tussen de affiniteit van personeelsleden ten opzichte van bepaalde taken en functies; ervoor zorgen dat medewerkers tevreden zijn en plezier in hun werk hebben en houden; handhaving en verbetering van de kwaliteit van onderwijs in een omgeving, die aan verandering onderhevig is (flexibiliteit); het vergroten van een evenredige verdeling van specialismes over de stichting/clusters voorkomen van arbeidsgerelateerd ziekteverzuim; voorkomen van werkloosheid; een evenwichtige leeftijdsopbouw bevorderen; Naast de individuele ontplooiing en het versterken van de ambities van de medewerkers streeft O2A5 na de personeelsleden gezond te houden. Om die reden heeft O2A5 de visie dat personeelsleden in principe niet langer dan 15 jaar bij dezelfde school werkzaam zijn. Op directieniveau wordt hierbij gedacht aan een periode van in principe niet langer dan 10 jaar. Dit mobiliteitsbeleidsplan is geschreven voor alle personeelsleden van de scholen van O2A5. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de functiecategorie OP en OOP-functies. Mobiliteitsbeleid O2A5 versie 16 november
8 5. Welke vormen van mobiliteit onderscheiden wij? In de CAO-PO is mobiliteit opgenomen in artikel In dit artikel wordt gesproken over overplaatsing in plaats van dat er wordt gesproken over mobiliteit. In dit mobiliteitsbeleidsplan zullen wij het bovengenoemde artikel nader uitwerken. Om verwarring te voorkomen zullen wij in dit hoofdstuk de termen overplaatsing en overplaatsingbeleid gebruiken. Het overplaatsingsbeleid kent twee vormen, namelijk: de vrijwillige en de onvrijwillige overplaatsing. De overplaatsing kan betrekking hebben op de volledige betrekkingsomvang of een gedeelte daarvan. In de onderstaande uitwerking gaat het steeds om een overplaatsing in dezelfde functie. Natuurlijk kan overplaatsing ook plaatsvinden in een andere functie. Dit laten wij in onderstaande uitwerking buiten beschouwing, omdat overplaatsing in een andere functie plaatsvindt op basis van vrijwilligheid of vanwege een medische ongeschiktheid voor de bestaande functie. In dergelijk geval is er telkens sprake van ontslag en een gelijktijdige benoeming in de nieuwe functie. Een eventuele sollicitatieprocedure kan hieraan vooraf zijn gegaan Vrijwillige overplaatsing Van vrijwillige overplaatsing is sprake als dit plaatsvindt op verzoek van een personeelslid en met instemming van het bestuur. Een andere mogelijkheid is dat het verzoek plaatsvindt op verzoek van het bestuur en met instemming van het personeelslid Vrijwillige overplaatsing op verzoek van het personeelslid Een personeelslid kan om verschillende redenen overplaatsing naar een andere school ambiëren. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de volgende redenen: een nieuwe uitdaging c.q. elders een frisse start maken; carrièreplanning en/of kennisverbreding; in geval van een (dreigend) conflict op de huidige school; in geval van medische en of psychische redenen, waaronder ook het zich niet prettig voelen in de huidige omgeving; andere redenen, die een prettig functioneren op de huidige school belemmeren. Het personeelslid kan zijn wens voor overplaatsing en de redenen daarvoor kenbaar maken tijdens het functioneringsgesprek. Hij kan een mobiliteitsformulier invullen om ingeschreven te worden op de mobiliteitslijst. Het personeelslid laat dit mobiliteitsformulier ondertekenen door de clusterdirectie. Daarna zal hij het mobiliteitsformulier opsturen naar het bestuursbureau van O2A5. Bij een voorkomende vacature worden, met inachtneming van bijlage IE van de CAO-PO (de benoemingsvolgorde of aanstellingsvoorwaarde), de personeelsleden die het mobiliteitsformulier hebben ingevuld, bij voorrang geïnformeerd. Een afschrift van de vacature wordt persoonlijk aan deze personeelsleden toegezonden met de mogelijkheid om bij voorrang te solliciteren. Is bij deze personeelsleden geen interesse voor de aangeboden vacature of zijn er geen passende kandidaten beschikbaar, dan wordt de vacature beschikbaar gesteld voor alle personeelsleden van O2A5. Er wordt dus dan pas een interne sollicitatieronde gestart Door aanmelding van het personeelslid bij een formatieoverschot om onvrijwillige mobiliteit te voorkomen Een personeelslid kan zich aanmelden voor vrijwillige mobiliteit op het moment dat blijkt dat er een formatieoverschot is op zijn school vanwege terugloop van het aantal leerlingen. Het personeelslid meldt zich aan voor vrijwillige mobiliteit om onvrijwillige mobiliteit binnen de school te voorkomen. In dit geval is de aanmelding weliswaar vrijwillig, doch niet vrijblijvend. Mobiliteitsbeleid O2A5 versie 16 november
9 Daar waar bij het personeelslid de keuze heeft om al of niet een vacature op een andere school te aanvaarden, heeft het personeelslid dat zich aanmeldt voor vrijwillige mobiliteit bij een formatieoverschot zich daarmee verplicht om de school te verlaten voor een herplaatsing op een andere school binnen het bestuur. Deze consequentie wordt vooraf met het personeelslid besproken en vastgelegd. De aanmelding voor vrijwillige overplaatsing is op initiatief van de werknemer. Naar aanleiding van het verzoek van de clusterdirectie om noodzakelijke onvrijwillige mobiliteit te voorkomen. Vrijwillig is in deze situatie niet vrijblijvend Op verzoek van het bestuur Het bestuur kan om verschillende redenen personeelsleden benaderen met het verzoek mee te werken aan overplaatsing naar een andere school. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de volgende redenen: naar aanleiding van een verzoek van een ander personeelslid tot vrijwillige overplaatsing, indien de overplaatsing van een ander personeelslid gewenst of noodzakelijk is; indien de school de op grond van de Functiemix verplichte formatieruimte in de functie Leerkracht basisonderwijs LB niet ingevuld krijgt door personeel uit het bestaande eigen team; indien de school behoefte heeft aan een personeelslid met specifieke kwaliteiten, zoals bijvoorbeeld: ICT, IB of andere specialismen; indien er sprake is van een personeelslid dat binnen zijn school een onmisbare taak uitoefent, welke is vastgelegd in het schoolformatieplan; indien er sprake is van een onevenwichtige samenstelling van het team, welke is vastgelegd in het schoolformatieplan; indien er sprake is van redenen van medische aard, disfunctioneren en/of een (dreigend) conflict Onvrijwillige overplaatsing Als blijkt dat vrijwillige overplaatsing niet mogelijk is, dan kan het bestuur in een aantal situaties overgaan tot gedwongen overplaatsing. Dit kan voorkomen in de volgende situaties: A. bij een formatieoverschot op een bepaalde school (*) B. in geval van een conflictsituatie C. in geval van disfunctioneren D. op advies van de bedrijfsarts E. in andere door de werkgever m.n. genoemde zwaarwichtige omstandigheden Deze situaties zijn beschreven in artikel 10 lid 6 van de CAO-PO. Deze is als bijlage 1 toegevoegd. * Onder A: wordt ook verstaan: bij een formatieve overschrijding van de schoolformatie, door een afwijkende verhouding tussen de LA en LB functies op grond van de verplichtingen, die zijn vastgelegd in de functiemix. A. Bij een formatieoverschot op een bepaalde school Bij een formatieoverschot op een of meerdere scholen is het uitgangspunt van O2A5, dat dit niet leidt tot (gedwongen) ontslag. Het bestuur zal in de meeste gevallen besluiten tot gehele of gedeeltelijke overplaatsing van personeel naar een andere school waar voldoende formatieruimte beschikbaar is of besluiten tot gehele of gedeeltelijke overplaatsing in de vaste vervangerspool van Mobiliteitsbeleid O2A5 versie 16 november
10 O2A5. De jaarlijkse telling van 1 oktober (die de formatie voor het volgende schooljaar bepaalt) wordt hierbij als uitgangspunt genomen. Om dit mogelijk te maken kan een samenstelling van mobiliteitsbevorderende instrumenten worden ingezet. Deze worden nader uitgewerkt in hoofdstuk 7. Op basis van een goede meerjarenformatieplanning is doorgaans al geanticipeerd op deze situatie. Met een actief mobiliteitsbeleid alsmede het natuurlijk verloop worden gedwongen overplaatsingen zoveel mogelijk voorkomen. Conform het mobiliteitsbeleid zal de clusterdirectie eerst binnen zijn team informeren of er een leerkracht op een andere school binnen het cluster, dan wel het bestuur wil gaan werken, of in de vaste vervangerspool wil gaan werken. Dit is de vrijwillige mobiliteit. Is er geen vrijwilliger beschikbaar, dan ontstaat verplichte mobiliteit waarbij de clusterdirectie de taak heeft een personeelslid aan te wijzen voor onvrijwillige overplaatsing op basis van het afspiegelingsbeginsel. De procedure wordt nader uitgewerkt in hoofdstuk 8. B. In geval van een conflictsituatie Als er sprake is van een conflictsituatie op een school kan er een onwerkbare situatie ontstaan. Is er bij dit conflict sprake van onverenigbaarheid van karakters, dan is het goed mogelijk dat een betrokken personeelslid wel goed kan functioneren op een andere school van het bestuur. Overplaatsing van het betrokken personeelslid kan dan een mogelijkheid zijn om de conflictsituatie te beëindigen. Om een dergelijke overplaatsing mogelijk te maken zal het soms onvermijdelijk zijn, dat een ander personeelslid door het bestuur wordt verzocht zijn plaats te verruilen om een wisseling mogelijk te maken. Voor dit personeelslid zijn dan stimulerende mobiliteitsmaatregelen beschikbaar. In eerste instantie zal het bestuur van O2A5 hiervoor personeelsleden benaderen, die zich hebben ingeschreven op de mobiliteitslijst. In tweede instantie kunnen de overige personeelsleden hiervoor worden benaderd. Voorafgaande aan een gedwongen overplaatsing zal het bestuur van O2A5 alle mogelijkheden benutten om een dergelijke ingreep te voorkomen, bijvoorbeeld door het inzetten van externe instanties voor mediation. Als het niet lukt om tot een oplossing te komen, dan zal het bestuur overgaan tot gedwongen overplaatsing. C. In geval van disfunctioneren Het is mogelijk dat een niet goed functionerend personeelslid op een andere school met een andere cultuur en een ander onderwijsconcept wel goed kan functioneren. Met het oog op zorgvuldig personeelsbeleid zal het bestuur een dergelijk personeelslid die kans ook moeten bieden. Voorwaarde hierbij is echter wel dat andere middelen (zoals bijvoorbeeld: begeleiding, interne of externe coaching, aanvullende scholing, e.d.) niet tot het gewenste resultaat hebben geleid. Om een dergelijke overplaatsing mogelijk te maken zal het soms onvermijdelijk zijn, dat een ander personeelslid door het bestuur wordt verzocht zijn plaats te verruilen om een wisseling mogelijk te maken. Voor dit personeelslid zijn dan stimulerende mobiliteitsmaatregelen beschikbaar. Mobiliteitsbeleid O2A5 versie 16 november
11 D. Op advies van de bedrijfsarts Het kan voorkomen dat een personeelslid na een periode van ziekteverzuim niet meer kan terugkeren naar de eigen school. In dat geval kan de bedrijfsarts een tijdelijke of een structurele overplaatsing adviseren. Deze situatie kan zich voordoen als het betrokken personeelslid niet blijvend arbeidsongeschikt is, maar terugkeer naar de oude werkplek in verband met de medische (of psychische) klachten en/of het herstel niet gewenst is. Met het oog op de verantwoordelijkheid van het bestuur op het gebied van het terugdringen van het ziekteverzuim en de daarmee gemoeide financiële consequenties, kan inwilliging van het advies van de bedrijfsarts zeer gewenst zijn. Ook hierbij kan een ander personeelslid door het bestuur worden verzocht zijn plaats te verruilen om een tijdelijke of structurele wisseling mogelijk te maken. Ook voor dit personeelslid zijn dan stimulerende mobiliteitsmaatregelen beschikbaar. E. In andere door de werkgever m.n. genoemde zwaarwichtige omstandigheden Een standaard omschrijving zwaarwichtige omstandigheden is moeilijk te geven. Per situatie moet worden bekeken of de omstandigheden zwaarwichtig zijn. Een voorbeeld van zwaarwichtige omstandigheden kan zijn: gezins- of familiebetrekkingen, die binnen het team tot problemen zouden kunnen leiden. In geval van zwaarwichtige omstandigheden zal het bestuur de ontstane situatie goed moeten omschrijven. Daarbij is het ook van groot belang dat het bestuur een afweging maakt tussen de belangen van het personeelslid en de belangen van de school. Voorwaarden die van toepassing zijn van de bovengenoemde A, B, C, D en E Aan alle bovengenoemde criteria zijn een aantal voorwaarden verbonden. Als het bestuur besluit over te gaan tot onvrijwillige overplaatsing, dan zal het besluit gemotiveerd en beargumenteerd worden. Ook zal het bestuur aangeven op welke wijze de belangen van het betrokken personeelslid alsmede de belangen van het onderwijs en/of de school tegen elkaar zijn afgewogen. In alle gevallen zal het bestuur overleg voeren met degene, die onvrijwillig moet worden overgeplaatst. Het doel hiervan is te bezien onder welke condities deze overplaatsing zal plaatsvinden. De afspraken omtrent deze condities zullen schriftelijk worden vastgelegd. Ook zal het bestuur een overleg voeren met het personeelslid, dat is verzocht zijn plaats te verruilen om een wisseling mogelijk te maken. In eerste instantie zal het bestuur hiervoor personeelsleden benaderen, die zich hebben ingeschreven op de mobiliteitslijst. In tweede instantie kunnen hiervoor de overige personeelsleden worden benaderd. Met het betrokken personeelslid wordt gesproken over de stimulerende mobiliteitsinstrumenten en de eventuele verdere condities, waaronder de overplaatsing zal plaatsvinden. Ook hierbij worden de gemaakte afspraken schriftelijk vastgelegd. Het personeelslid, dat onvrijwillig wordt overgeplaatst, heeft de mogelijkheid om beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep conform het gestelde in artikel 12.1 lid 1 sub i van de CAO- PO. O2A5 is aangesloten bij Onderwijsgeschillen, Commissie van Beroep voor Primair Onderwijs te Utrecht. Mobiliteitsbeleid O2A5 versie 16 november
12 6. Welke categorieën mobiliteit onderscheiden wij? Mobiliteit kan in verschillende categorieën worden ingedeeld. Binnen O2A5 wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende categorieën: 1. mobiliteit binnen de eigen school; 2. mobiliteit binnen de stichting; 3. mobiliteit buiten de stichting. 6.1 Mobiliteit binnen de eigen school Binnen O2A5 wordt hiermee bedoeld: de mobiliteit binnen de eigen school, die ontstaat, doordat personeelsleden in een andere groep, in een andere bouw of op een andere locatie van de school (zoals een nevenvestiging) gaan werken. Ook is er sprake van mobiliteit binnen de school als personeelsleden andersoortige taken gaan uitvoeren in de lesgebonden uren, zoals bijvoorbeeld: de IB er, de ICT er of andere specialismen binnen de school. Bij mobiliteit binnen de school is er sprake van interne mobiliteit. O2A5 heeft de doelstelling om zo veel mogelijk te streven naar vrijwillige, interne mobiliteit binnen de school. Om die reden wordt hieraan ruimschoots aandacht besteed tijdens de functioneringsgesprekken en de gesprekken in het kader van de POP. De clusterdirectie van de school heeft een grote rol in het stimuleren en het ontwikkelen van interne mobiliteit. 6.2 Mobiliteit binnen stichting O2A5 Binnen O2A5 wordt hiermee bedoeld: de mobiliteit binnen het eigen bestuur, die ontstaat, doordat personeelsleden bij één van de andere scholen binnen het bestuur gaan werken. Deze mobiliteit kan gericht zijn op bijvoorbeeld: dezelfde groep, dezelfde bouw of hetzelfde takenpakket bij een andere school binnen het eigen bestuur. De mobiliteit kan juist ook gericht zijn op een andere groep, een andere bouw of een ander takenpakket bij een andere school binnen het eigen bestuur. In de toekomst zal mobiliteit binnen het cluster in toenemende mate aan de orde zijn. O2A5 heeft de doelstelling om te streven naar vrijwillige mobiliteit binnen het eigen bestuur. Om die reden is de mogelijkheid tot mobiliteit binnen het eigen bestuur een standaard onderdeel van het functioneringsgesprek. Indien een personeelslid geïnteresseerd is in mobiliteit binnen het eigen bestuur kan hij dit tijdens het functioneringsgesprek kenbaar maken. Bij deze vorm van interne mobiliteit is het van belang dat er wordt gezocht naar een goede match tussen het personeelslid en de andere school van het eigen bestuur. Dit komt, doordat iedere school een eigenheid kent, die mede bepalend kan zijn voor het tot stand komen en het slagen van een goede match. Bij een dergelijke eigenheid van een school kan bijvoorbeeld worden gedacht aan: populatie, stedelijkheid, voedingsgebied en concept en/of onderwijssysteem. Met dergelijke onderwerpen dient rekening te worden gehouden bij het zoeken naar een passende invulling match, die interne mobiliteit binnen het eigen bestuur tot een succes kan maken. Bij deze vorm van mobiliteit is er een belangrijke rol weggelegd voor de clusterdirectie en het bestuur van O2A5. Ook voor mobiliteit binnen het eigen bestuur heeft O2A5 stimulerende en mobiliteitsbevorderende instrumenten ontwikkeld. Deze worden verder uitgewerkt in hoofdstuk 7. Mobiliteitsbeleid O2A5 versie 16 november
13 6.3. Mobiliteit buiten stichting O2A Vrijwillige overplaatsing buiten stichting O2A5 Binnen O2A5 wordt hiermee bedoeld: de mobiliteit buiten het eigen bestuur, die ontstaat doordat personeelseden zich om een of andere aanwijsbare reden zich niet meer prettig voelen in hun eigen functie. Voorbeelden hiervan zijn: personeelsleden, die tegen het plafond aanlopen in hun huidige functie en personeelsleden, die last hebben van motivatieproblemen. Hierbij kan O2A5 de volgende instrumenten inzetten: overplaatsing buiten O2A5, middels bemiddelende rol van O2A5 detachering (om)scholing hulp aanbieden bij solliciteren soepel omgaan met ontslagtermijnen uitstroommogelijkheden in beeld brengen Onvrijwillige overplaatsing buiten stichting O2A5 Dit betekent dat er een personeelslid, op basis van artikel 10.6 lid 2 onder a t/m f van de CAO-PO, onvrijwillig moet worden overgeplaatst, maar dat hiervoor binnen het eigen bestuur geen mogelijkheid is. Het bestuur van O2A5 zal dan een bemiddelende rol spelen met als doel overplaatsing buiten de eigen scholen van O2A5. Mobiliteitsbeleid O2A5 versie 16 november
14 7. Welke bevorderende beleidsinstrumenten heeft O2A5 ontwikkeld? O2A5 heeft verschillende beleidsinstrumenten ontwikkeld om personeelsleden enthousiast te maken voor vrijwillige mobiliteit. In dit hoofdstuk worden de mobiliteitsbevorderende instrumenten van O2A5 puntsgewijs weergegeven. A. Mobiliteitsbevorderende instrumenten van O2A5 bij vrijwillige mobiliteit op verzoek van het personeelslid (zie par ) zijn: Bekendheid geven aan de mogelijkheden voor mobiliteit en de mobiliteitsbevorderende instrumenten bekend maken onder de personeelsleden. In verschillende gespreksvormen is mobiliteit een vast gespreksonderwerp, tijdens functioneringsgesprek, POP-gesprekken en teamgesprekken. Personeelsleden jaarlijks de mogelijkheid bieden zich in te schrijven voor mobiliteit middels het mobiliteitsformulier. Deze personeelsleden ontvangen persoonlijk en bij voorrang een afschrift van interne vacatures en krijgen voorrang op de interne sollicitatieprocedure. Tegemoetkoming bestaande uit; het beschikbaar stellen van een vaste kilometervergoeding woning- werkverkeer voor de periode van een half jaar (deze kosten komen voor rekening van de ontvangende school). B. Mobiliteitsbevorderende instrumenten van O2A5 bij vrijwillige mobiliteit op verzoek van het bestuur in de volgende situaties (zie par en par alsmede artikel 10.6 van de CAO-PO): 1. Bij formatieoverschot door terugloop van het leerlingenaantal, om onvrijwillige overplaatsing te voorkomen. 2. Om een onvrijwillige overplaatsing mogelijk te maken wanneer sprake is van een conflictsituatie of disfunctioneren of een advies van de bedrijfsarts of andere zwaarwichtige omstandigheden. Het zoeken naar een passende functie bij een andere school van het bestuur. Indien mogelijk, zoeken naar een school zo dicht mogelijk bij de woonplaats van de betrokkene. Er naar streven betrokkene op een school danwel op niet meer dan twee scholen (of twee locaties) te laten werken. Tegemoetkoming bestaande uit 1 keuze uit de volgende mogelijkheden; het beschikbaar stellen van een stimulerende mobiliteitstoelage van maximaal een half bruto maandsalaris van betrokkene bij mobiliteit voor de volledige omvang van werknemer (naar rato bij gedeeltelijke mobiliteit), of; (de lasten van de toelage komen voor de school, waar de onvrijwillige overplaatsing noodzakelijk is) het beschikbaar stellen van een vaste kilometervergoeding woon- werkverkeer voor de periode van 1 jaar (zijnde 10 maanden), of; (deze kosten komen voor rekening van de ontvangende school) Bij vrijwillige mobiliteit ondersteuning van het personeelslid aanbieden in de vorm van extra scholing of begeleiding/coaching bij doorstart op de ontvangende school (in situaties genoemd onder B). Hiervoor is een bedrag van 500,00 per personeelslid (naar rato van de wtf) beschikbaar. Dit budget is ook in te zetten voor vervangingskosten ten behoeve van collegiale consultatie bij een collega binnen de nieuwe school. De kosten komen voor rekening van de ontvangende school. Mobiliteitsbeleid O2A5 versie 16 november
15 Indien er sprake is van onvrijwillige mobiliteit zijn bij O2A5 de volgende uitgangspunten vastgesteld: C. Mobiliteitsbevorderende instrumenten van O2A5 bij onvrijwillige mobiliteit als er sprake is van een formatieoverschot door terugloop van het leerlingenaantal (zie par A) Het zoeken naar een passende functie bij een andere school van het bestuur. Indien mogelijk, zoeken naar een school zo dicht mogelijk bij de woonplaats van de betrokkene. Ernaar streven betrokkene op een school danwel op niet meer dan twee scholen (of twee locaties) te laten werken. Het verrichten van invalwerkzaamheden (evt. via de vervangerspool), zodat betrokkene de mogelijkheid krijgt zijn horizon te verbreden. Het beschikbaar stellen van een vaste kilometervergoeding woon- werkverkeer voor de periode van een half jaar. (deze kosten komen voor rekening van de ontvangende school). Bij onvrijwillige mobiliteit ondersteuning van het personeelslid aanbieden in vorm van extra scholing of begeleiding/coaching bij doorstart op de ontvangende school (in situatie genoemd onder C). Hiervoor is een bedrag van 500,00 per personeelslid (naar rato van de wtf) beschikbaar. Dit budget is ook in te zetten voor vervangingskosten ten behoeve van collegiale consultatie bij een collega binnen de nieuwe school. De kosten komen voor rekening van de ontvangende school. D. Mobiliteitsbevorderende instrumenten van O2A5 bij onvrijwillige mobiliteit als er sprake is van de punten genoemd in par. 5.2 B t/m E. alsmede artikel 10.6 lid 2 b t/m e van de CAO-PO. Zoeken naar een passende functie bij een andere school van het bestuur. Indien mogelijk, zoeken naar een school zo dicht mogelijk bij de woonplaats van de betrokkene. Ernaar streven betrokkene op een school danwel op niet meer dan twee scholen (of twee locaties) te laten werken. Het verrichten van invalwerkzaamheden (evt. via de vervangerspool), zodat betrokkene de mogelijkheid krijgt zijn horizon te verbreden. Mobiliteitsbeleid O2A5 versie 16 november
16 8. Het afspiegelingsbeginsel bij een formatieoverschot In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de manier waarop O2A5 de aanwijzing van onvrijwillige mobiliteit zoals beschreven in par lid A wil organiseren. In het geval van krimp van het aantal leerlingen op een school heeft dit tot gevolg dat er voor deze school teveel formatie aanwezig is voor het aantal leerlingen op die school, waardoor deze te maken kreeg met paragraaf 5.2 uit het mobiliteitsbeleid. In deze paragraaf staat beschreven dat bij een formatieoverschot wegens krimp eerst geïnventariseerd wordt of er personeelsleden zijn die zich beschikbaar willen stellen voor vrijwillige mobiliteit. Pas als hiervoor geen kandidaten beschikbaar zijn, zal de clusterdirectie van de betreffende school overgaan op onvrijwillige mobiliteit op basis van het afspiegelingsbeginsel Het afspiegelingsbeginsel Het afspiegelingsbeginsel is een manier om de ontslagvolgorde te bepalen, of in dit geval de volgorde van onvrijwillige mobiliteit. Het idee achter het afspiegelingsbeginsel is dat in het geval van onvrijwillige mobiliteit niet alleen de jongere medewerkers moeten vertrekken (wat het geval is bij het gangbare Last In First Out), maar dat dit meer wordt verdeeld over de leeftijdsgroepen. Vóór en ná de onvrijwillige mobiliteitsprocedure is de leeftijdsopbouw van het personeel op een school verhoudingsgewijs zoveel mogelijk gelijk Hoe wordt het toegepast? Wanneer het afspiegelingsbeginsel wordt toegepast zullen de volgende stappen gezet worden: Ten eerste moet er worden bepaald welke uitwisselbare functies in een school aanwezig zijn. Het afspiegelen wordt immers gedaan per categorie 'uitwisselbare functies'. Er is sprake van uitwisselbare functies als functies naar functie-inhoud, vereiste kennis en vaardigheden, vereiste competenties en beloning vergelijkbaar en gelijkwaardig zijn. Een voorbeeld van een dergelijke categorie is binnen O2A5 de functiecategorie OP bestaande uit de leraarsfuncties LA en LB. Onder het Onderwijs Ondersteunend Personeel (OOP) vallen bijvoorbeeld de functie van onderwijsassistent, leerkrachtondersteuner, conciërge en administratief medewerker. Deze functies zijn onderling niet vergelijkbaar en gelijkwaardig. Om die reden is er geen OOP categorie, maar worden de OOP functies apart genoemd in de cohorte overzichten van de school. Indien sprake is van krimp dient een evenredige verdeling van inkrimping plaats te vinden over de categorie OP en de OOP-functies. Wanneer de categorieën uitwisselbare functies bekend zijn, worden de personeelsleden in deze categorie ingedeeld in vijf leeftijdsgroepen (of leeftijdscohorten): 15 tot 25 jaar, 25 tot 35 jaar, 35 tot 45 jaar, 45 tot 55 jaar en van 55 jaar en ouder. Dit gebeurt dus per categorie zijnde OP en de OOP-functies die niet gelijk en uitwisselbaar zijn. Als peildatum geldt 1 augustus van het nieuwe schooljaar. Bepalen welke functiecategorie OP en/of OOP-functies wordt aangewezen voor onvrijwillige mobiliteit. Mobiliteitsbeleid O2A5 versie 16 november
17 Binnen de grootste leeftijdscohorte van de aangewezen functiecategorie OP en/of OOPfunctie wordt het personeelslid met het kortste dienstverband als eerste voor onvrijwillige mobiliteit voorgedragen De uitzonderingen Er zijn twee mogelijkheden waarin kan worden afgeweken van het afspiegelingsbeginsel. 1. De unieke functie Een unieke functie wordt slechts door één of enkele werknemer(s) ingevuld en is binnen de schoolorganisatie niet vervangbaar door een andere werknemer. De clusterdirectie kan de unieke functies binnen de school benoemen. Bijvoorbeeld de functie van conciërge, leerkrachtondersteuner, onderwijsassistent of administratief ondersteuner. De clusterdirectie kiest er bijvoorbeeld voor dat er voor de school altijd een administratief ondersteuner behouden moet blijven. Dit betekent dat de clusterdirectie ervoor kiest dat de administratief ondersteuner een unieke functie is. Wanneer het personeelslid dat deze unieke functie vervuld, door afspiegelen in aanmerking komt voor onvrijwillige mobiliteit wordt dit personeelslid gespaard. De eerstvolgende met het kortste dienstverband is dan aan de beurt. 2. De moeilijk misbare medewerker Van belang is te vermelden dat de clusterdirectie bij het beschrijven van de moeilijk misbare medewerker moet uitgaan van objectieve criteria en argumentatie. Het kan bijvoorbeeld zijn dat binnen de school een leerkracht werkt die specifieke kennis en expertise heeft in rekenen en dat rekenen een belangrijk onderdeel is in het schoolplan. Of andere redenen, zoals de IB er, RT er, de laatste kleuterleidster, de gymleerkracht, de muziekleerkracht, etc. De medewerker die vanwege deze expertise binnen de schoolorganisatie moeilijk te missen is, wordt aangemerkt als moeilijk misbare medewerker. De eerstvolgende met het kortste dienstverband is dan aan de beurt. Beide uitzonderingsgevallen moeten van tevoren door de clusterdirectie worden vastgesteld in het formatieplan als onderdeel van het jaarplan. Ieder opvolgend jaar wordt dit in het jaarplan herbevestigd. De beschrijving van de vrijwaring van over te plaatsen personeel behoeft de instemming van de personeelsgeleding van de MR Wat te doen bij gelijke leeftijdscohorten Wanneer er twee (of meer) leeftijdscohorten zijn met evenveel personeelsleden, dan wordt in principe naar beide leeftijdscohorten gekeken. De betreffende leeftijdscohorten worden samengevoegd en het personeelslid met de minste dienstjaren wordt aangewezen voor onvrijwillige mobiliteit. Is dit nog onvoldoende voor de noodzakelijke inkrimping, dan worden de leeftijdscohorten weer apart gevormd. Binnen de leeftijdscohorte die dan de meeste personeelsleden heeft, wordt het personeelslid met de minste dienstjaren aangewezen voor onvrijwillige mobiliteit. Mobiliteitsbeleid O2A5 versie 16 november
18 8.2. De procedure van uitvoering Uit evaluaties van de carrousel (de herplaatsingscyclus in het kader van krimp) in de afgelopen jaren is gebleken dat met name duidelijkheid over de onvrijwillige mobiliteitsprocedure en de stipte uitvoering van deze procedure voor personeelsleden van groot belang zijn. Ook de onderzoeksrapportage uitgevoerd door een werknemer binnen O2A5 inzake onvrijwillige mobiliteit Wat beweging teweeg brengt onderschrijft o.a. het belang van communicatie en zorgvuldigheid Stappenplan voorbereidingen voor de toepassing van het afspiegelingsbeginsel Voordat men het afspiegelingsbeginsel kan gaan toepassen, moet er administratief en formeel nog het één en ander worden afgehandeld. Onderstaand een overzicht van de handelingen die moeten worden uitgevoerd om te zorgen dat dit adequaat en efficiënt verloopt. Moment Handeling Wie Voor de zomervakantie Vaststellen van de categorieën uitwisselbare functie(s) binnen de school; OP categorie en OOP-functies. Clusterdirectie Voor de zomervakantie Voor de zomervakantie september/ oktober oktober oktober Vaststellen van de unieke functie en van de moeilijk misbare medewerker, inclusief een objectieve argumentatie op basis van de bijzondere kennis of bekwaamheden van deze medewerker. De unieke functie en de moeilijk misbare medewerker opnemen in het jaarplan en communiceren naar het team. In het jaarplan de vaststelling van de unieke functie(s) en moeilijk misbare medewerker ter instemming voorleggen aan de PMR Iedere clusterdirectie ontvangt per school een cohortenoverzicht met daarop per functiecategorie OP en OOP-functies de verdeling van de personeelsleden in de verschillende leeftijdscategorieën en de duur van het dienstverband van ieder personeelslid. Controle cohortenoverzicht; de leeftijd en vermelde duur van het dienstverband van elk personeelslid Clusterdirectie Clusterdirectie Clusterdirectie Beleidsmedewerkers personeelszaken Clusterdirectie Stappenplan aanwijzing onvrijwillige mobiliteit aan de hand van afspiegelingsbeginsel Na 1 oktober zijn de schoolbegrotingen voor het komende jaar bekend. In het overleg met de clusterdirecties wordt duidelijk of er sprake is van toename van de formatie of sprake is van een formatieoverschot. Als een school wordt geconfronteerd met formatieoverschot door krimp dan wordt de procedure in paragraaf 5.2 van het mobiliteitsbeleid O2A5 gevolgd. Wanneer er geen vrijwillige mobiliteit Mobiliteitsbeleid O2A5 versie 16 november
19 mogelijk is, gaat de clusterdirectie over tot onvrijwillige mobiliteit conform het afspiegelingsbeginsel, zoals de clusterdirectie dit heeft voorbereid en besproken met de PMR. Welke acties er dan worden uitgevoerd is in onderstaand stappenplan weergegeven. (genoemde maanden zijn streefmaanden) Moment Actie Wie oktober / november Op basis van het cohortenoverzicht stelt de clusterdirectie vast welke leeftijdscategorie(n) in aanmerking komt of komen voor onvrijwillige mobiliteit. Clusterdirectie oktober / november De clusterdirectie controleert of er binnen deze leeftijdscategorie sprake is van een unieke functie of een moeilijk misbare medewerker. Clusterdirectie oktober / november november december december/ januari februari/ maart maart/ april Zo ja, dan komt het personeelslid met de unieke functie of de moeilijk misbare medewerker niet in aanmerking voor onvrijwillige mobiliteit. De clusterdirectie bepaalt op basis van het formatieoverschot, welke medewerker(s) in aanmerking komt of komen voor onvrijwillige mobiliteit. De clusterdirectie stuurt de cohortenlijst en aanwijzing van onvrijwillige mobiliteit ter controle aan de manager personeelsbeleid De clusterdirectie doet een globale inschatting voor de personele behoefte in aard en omvang aan de manager personeelsbeleid in het formatieplaatje voor het komende schooljaar. Communiceert met team en vraagt of een teamlid vrijwillig op een andere school of in de vaste vervangerspool wil werken. Zo niet dan volgt aanwijzing van onvrijwillige mobiliteit. Bij het formatieplan geeft de clusterdirectie aan welke medewerker(s) (on)vrijwillig moet(en) mobiliseren vanwege formatieoverschot. De clusterdirectie gaat in gesprek met de medewerker(s) die in aanmerking komt of komen voor onvrijwillige mobiliteit (of evt. vrijwillige mobiliteit) vanwege formatieoverschot Het betreffende personeelslid wordt uitgenodigd voor een persoonlijk gesprek en ontvangt een schriftelijke bevestiging van het besluit tot (on)vrijwillige mobiliteit in de vorm van een aangetekende brief, een kopie wordt persoonlijk overhandigd. Tevens wordt betrokkene geïnformeerd over het verdere verloop van de procedure. Clusterdirectie Manager personeelsbeleid Clusterdirectie en manager personeelsbeleid Clusterdirectie Clusterdirectie Manager personeelsbeleid en beleidsmedewerker personeelszaken Mobiliteitsbeleid O2A5 versie 16 november
20 Conform paragraaf 9.5 van het mobiliteitsbeleid O2A5 zal binnen de plaatsingscommissie de procedure voor het herplaatsen van de medewerker(s) worden bewaakt en vindt zorgvuldige besluitvorming plaats. Aan het begin van het kalenderjaar zal de plaatsingscommissie gevormd worden. De plaatsingscommissie bestaat uit: de bestuurder, manager personeelsbeleid, beleidsmedewerker personeel en één van de clusterdireceuren. Bij het herplaatsen van de medewerkers zal de plaatsingscommissie gebruik maken van de beleidsbevorderende instrumenten, die in hoofdstuk 7 van het mobiliteitsbeleidsplan nader zijn omschreven. De volgende stappen zullen worden ondernomen door de manager personeelsbeleid en beleidsmedewerker personeel in samenwerking met de plaatsingscommissie: (genoemde maanden zijn streefmaanden) Moment Actie Wie maart De clusterdirecties zorgen voor het tijdig melden van vacatureruimte op zijn school in het aankomende schooljaar. Deze input vormt het overzicht vacatureruimte naast het overzicht onvrijwillige en vrijwillige mobiliteit Clusterdirecties en manager personeelsbeleid april/mei april/mei Het betrokken personeelslid wordt uitgenodigd voor een gesprek om wensen en mogelijkheden naast elkaar te leggen. Ook kunnen aanvullende afspraken worden gemaakt. Alle afspraken worden schriftelijk per brief bevestigd. De procedure en het tijdpad van de carrousel wordt uitgereikt. Carrousel opstarten met; - informatiebijeenkomst voor te mobiliseren personeelsleden, - het openstellen van advertenties van vacatures, - het organiseren van kennismakingsgesprekken. Manager personeelsbeleid en beleidsmedewerker personeel Manager personeelsbeleid en beleidsmedewerker personeel april/mei april/mei/juni mei/juni Aan de hand van voorkeuren van te mobiliseren personeelsleden en voorkeuren van clusterdirecties met vacatureruimte wordt een plaatsingsvoorstel gemaakt, besluitvorming ligt binnen de plaatsingscommissie. Als er sprake is van een match dan wordt de overplaatsing schriftelijk bevestigd aan het betrokken personeelslid en de clusterdirecteur. Als er in de reguliere formatie van O2A5 geen mogelijkheden zijn voor overplaatsing, dan worden de overige mogelijkheden in beeld gebracht, zoals het plaatsen in de vervangingspool, bovenschoolse plaatsing of detachering. Plaatsingscommissie Manager personeelsbeleid en beleidsmedewerker personeel Manager personeelsbeleid en beleidsmedewerker personeelszaken plaatsingscommissie Mobiliteitsbeleid O2A5 versie 16 november
21 juni/juli Introductieprogramma voor werknemers op nieuwe school! 1. Kennismaking met het team 2. Minimaal 1 dag meedraaien in de toekomstige groep 3. Kennismaken met collega die gaat dienen als maatje in de eerste periode na de zomervakantie 4. Gesprek met directeur over werkwijze, methodes e.d. en maken van afspraken over inwerkperiode. Clusterdirectie Indien er formatieruimte op één van de andere scholen gedurende het schooljaar beschikbaar komt, kan (ook) de onvrijwillige mobiliteit direct plaatsvinden. De formatieruimte op de krimpschool kan dan tijdelijk (mogelijk in payroll), tot het einde van het schooljaar, worden ingevuld. Na afloop van het schooljaar komt deze formatieruimte te vervallen. Het streven is om een personeelslid te herplaatsen op 1 school. Bij gelijke geschiktheid dient het personeelslid met een passende wtf voor de vacature benoemd te worden. Indien herplaatsing van een personeelslid op 2 scholen aan de orde is, is het noodzakelijk zorgvuldig afspraken te maken. Om te voorkomen dat het personeelslid overvraagt wordt in tijd en taken, dienen de clusterdirecteuren in een gezamenlijk overleg met het personeelslid de normjaartaak te bespreken. Mobiliteitsbeleid O2A5 versie 16 november
22 9. Hoe willen wij de uitvoering van dit mobiliteitsbeleidsplan organiseren? In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de manier waarop O2A5 de uitvoering van het mobiliteitsbeleidsplan wil organiseren. 9.1.Mobiliteitsformulier Voor een goede uitvoering van het mobiliteitsbeleidsplan is het noodzakelijk zorg te dragen voor een goede registratie. Om die reden is het mobiliteitsformulier ontwikkeld (zie bijlage 4). Middels dit formulier kunnen de personeelsleden de wensen op het gebied van mobiliteit kenbaar maken. Rondom de mobiliteitsformulieren is binnen O2A5 de volgende procedure afgesproken: 1. Het mobiliteitsformulier wordt jaarlijks in de maand november uitgereikt aan alle personeelsleden. 2. De mobiliteitsformulieren kunnen jaarlijks in de maand december, via de directie van de school, worden ingeleverd bij het bestuursbureau van O2A5. 3. In januari wordt een jaarlijks overzicht van vrijwillige mobiliteit opgesteld en ontvangen personeelsleden die zich voor vrijwillige mobiliteit hebben opgegeven een bevestiging Procedure van het mobiliteitsbeleid bij vacature(s) binnen O2A5 Hieronder wordt de procedure van het mobiliteitsbeleid bij vacatures binnen O2A5 puntsgewijs weergegeven: 1. Er ontstaat een vacature binnen O2A5. 2. De vacature wordt door de clusterdirectie doorgegeven aan het bestuursbureau van O2A5. 3. Door de personeelsmedewerkers van het bestuursbureau wordt gecontroleerd of er verplichtingen zijn op grond van Bijlage IE van de CAO-PO (benoemingsvolgorde of aanstellingsvolgorde). Deze hebben wij toegevoegd als bijlage Zijn er geen verplichtingen, dan bekijken de medewerkers personeel de mobiliteitslijst. Vervolgens zullen de medewerkers personeel de op de mobiliteitslijst genoemde personeelsleden persoonlijk en bij voorrang een afschrift van de vacature toesturen. De medewerkers personeel zullen de personeelsleden daarbij de gelegenheid bieden om binnen een termijn van 1 week (met voorrang) te solliciteren op de aangeboden vacature. 5. Als er sollicitatiebrieven worden ontvangen, dan worden de betrokken personeelsleden uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. Lukt het om een geschikte kandidaat te vinden, dan wordt de vacature opgevuld. 6. Als er geen sollicitatiebrieven worden ontvangen of het lukt niet om een geschikte kandidaat te vinden dan wordt de vacature opengesteld binnen O2A5. 7. Overigens: als er geen geschikte kandidaat wordt gevonden, dan blijven de personeelsleden, die hebben gesolliciteerd, gewoon op de mobiliteitslijst staan. Dit tenzij de personeelsleden aangeven niet langer op de mobiliteitslijst geregistreerd te willen staan. Mobiliteitsbeleid O2A5 versie 16 november
23 9.3. Procedure van het mobiliteitsbeleid bij het ontstaan van formatieoverschot binnen O2A5 Hieronder wordt de procedure van het mobiliteitsbeleid bij het ontstaan van formatieoverschot op een school binnen O2A5 puntsgewijs weergegeven: 1. Bij het vaststellen van het formatieplan voor het nieuwe schooljaar door de clusterdirectie wordt vastgesteld dat er een formatieoverschot op een school ontstaat en een personeelslid moet de school verlaten. 2. De clusterdirectie bespreekt het ontstaan van het formatieoverschot met de manager personeelsbeleid. 3. De beleidsmedewerker personeel van het bestuursbureau kijken of er personeelsleden van de betrokken school zich hebben opgegeven voor de mobiliteitslijst. Wanneer dit zo is, dan wordt de clusterdirectie verzocht het betrokken personeelslid te benaderen. 4. Als het betrokken personeelslid vrijwillig herplaatst wil worden om zo onvrijwillige mobiliteit te voorkomen (is niet vrijblijvend zie pag. 11) dan wordt er vervolgens gezocht naar een nieuwe passende werkplek voor het betrokken personeelslid. 5. Als het betrokken personeelslid niet vrijwillig herplaatst wil worden, dan zal de clusterdirectie de teamleden de ontstane situatie voorleggen. Vervolgens zal de clusterdirectie vragen of er een vrijwilliger is, die vrijwillig herplaatst wil worden. Is er een vrijwilliger beschikbaar (is niet vrijblijvend zie pag. 11), dan wordt er voor het betrokken personeelslid gezocht naar een nieuwe passende werkplek. 6. Is er geen vrijwilliger beschikbaar dan zal de clusterdirectie een personeelslid moeten aanwijzen, die onvrijwillig zal moeten worden overgeplaatst op basis van artikel 10.6 lid 2 onder a van de CAO-PO. Dit gebeurt op basis van het afspiegelingsbeginsel. In het jaarplan van iedere school zijn beleidsuitspraken gedaan over de leeftijdscategorieën, de unieke functies en de moeilijk misbare medewerkers binnen de school. Voorstaande behoeft instemming van de personeelsgeleding van de MR. In Hoofdstuk 8 is een toelichting gegeven op de toepassing van het afspiegelingsbeginsel binnen O2A Procedure van het mobiliteitsbeleid bij onvrijwillige overplaatsing Hieronder wordt de procedure van het mobiliteitsbeleid bij onvrijwillige overplaatsing (gebaseerd op artikel 10.6 lid 2 onder b t/m f van de CAO-PO), puntsgewijs weergegeven: 1. Er is sprake van onvrijwillige overplaatsing op één van de scholen van O2A5 2. De beleidsmedewerker personeel en de manager personeelsbeleid bekijken de mobiliteitslijst en onderzoeken of er een personeelslid vrijwillig wil mobiliseren, zodat er een wisseling (twee-ruil) zou kunnen worden gemaakt. 3. Als er mogelijkheden zijn voor een goede match, dan wordt het betrokken personeelslid vrijwillig overgeplaatst naar de betrokken school. Het andere personeelslid wordt dan onvrijwillig overgeplaatst naar de beschikbaar gekomen formatieplaats, zodat er een wisseling plaatsvindt. 4. Zijn er geen mogelijkheden om een goede match te maken, dan zal dit in het directieoverleg kenbaar worden gemaakt. Desondanks zal het personeelslid op basis van artikel 10.6 lid 2 worden overgeplaatst naar een andere school van stichting O2A5. Mobiliteitsbeleid O2A5 versie 16 november
Notitie Toelichting op het mobiliteitsbeleid
Notitie Toelichting op het mobiliteitsbeleid Aanleiding In het afgelopen schooljaar 2010-2011 is O2A5 geconfronteerd met een daling van het aantal leerlingen. Deze krimp had tot gevolg dat er voor één
Nadere informatieMobiliteitsbeleid. Versie: 5. Besluitvorming:
Mobiliteitsbeleid Besluitvorming: Versie: 5 Fase Door Datum D Advies Directieoverleg 13 juni 2012 C Voorgenomen besluit CvB 17 juni 2012 B Instemming GMR personeel 18 juni 2012 A Besluit CvB 19 juni 2012
Nadere informatieOnderdeel van mobilitieitsbeleid voor SKIPOS medewerkers procedures vrijwillige en gedwongen mobiliteit:
Onderdeel van mobilitieitsbeleid voor SKIPOS medewerkers procedures vrijwillige en gedwongen mobiliteit: Vrijwillige mobiliteit SKIPOS streeft ernaar om de juiste persoon op de juiste plek te krijgen.
Nadere informatieONDERWIJSPR PR1MAIR. Openbaar Primair Onderwijs Krimpenerwaard, Montfoort en Oudewater
1 Inhoudsopgave 1. Inleiding.....3 2. Wat verstaan wij onder mobiliteit... 4 3. Doelstellingen mobiliteitbeleid...6 4. Categorieën mobiliteit...8 5. Welke vormen van mobiliteit onderscheiden wij?...10
Nadere informatie7.0 Overplaatsingsbeleid Verplichte mobiliteit
7.0 Overplaatsingsbeleid Verplichte mobiliteit Verplichte mobiliteit Personeelsleden worden niet benoemd door/aan een school, maar hebben een bestuursaanstelling. Dat houdt in dat ze binnen iedere school
Nadere informatieMOBILITEITSBELEID RADAR Beleidsdocument mobiliteitsbeleid Radar Vastgesteld door GMR op 14 maart 2014.
MOBILITEITSBELEID RADAR Beleidsdocument mobiliteitsbeleid Radar Vastgesteld door GMR op 14 maart 2014. 1. Inleiding. Met het formuleren van mobiliteitsbeleid wil Radar, vereniging voor PCO Schouwen, een
Nadere informatie2. De werkgever kan het personeelslid zonder zijn instemming overplaatsen:
Waalwijk, bulletin mei 2013 In verband met het formatietekort op de meeste scholen is na een vruchtbare samenwerking met de werkgroep van de GMR het beleid aangepast. Met deze extra bulletin willen wij
Nadere informatieMobiliteitsbeleid. Inhoud: 1. Inleiding: 2. Begripsomschrijving:
Mobiliteitsbeleid. Inhoud: 1. Inleiding. 2. Begripsomschrijving. 3. Vrijwillige mobiliteit. 4. Overplaatsing. 4.1 Formatietekort op een school 4.2 Wisseling van school 4.3 Overplaatsing zonder instemming
Nadere informatieBeleid overplaatsing
Beleid overplaatsing 1 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Uitgangspunten... 3 Belangenafweging... 3 Redenen voor overplaatsing en procedure... 4 Zorgvuldigheid en communicatie... 6 Bewaking van de procedure...
Nadere informatieMOBILITEIT STICHTING INITIA maart 2014. beweegt
MOBILITEIT STICHTING INITIA maart 2014 beweegt 0 I N L E I D I N G Mobiliteit is de al dan niet vrijwillige overplaatsing van een medewerker naar een andere werkplek en/of een andere functie. Het doel
Nadere informatieWerkveld: personeel Datum: januari 2013 Instemming/Advies GMR: Vastgesteld Bestuur: Mobiliteitsbeleid VCBO Kollumerland
Werkveld: personeel Datum: januari 2013 Instemming/Advies GMR: Vastgesteld Bestuur: Mobiliteitsbeleid VCBO Kollumerland Inhoudsopgave 1. BELEIDSINHOUD 3 2. BELEIDSUITWERKING 4 2.1 Inventarisatie mobiliteit
Nadere informatieM O B I L I T E I T S B E L E ID
M O B I L I T E I T S B E L E ID 2 0 1 7 I N L E I D I N G Mobiliteit is om verschillende redenen van essentieel belang voor de organisatie. De beschikbare formatie moet zo efficiënt en effectief mogelijk
Nadere informatieVERPLAATSINGSBELEID Integraal Personeels Beleid mei 2011
VERPLAATSINGSBELEID Integraal Personeels Beleid mei 2011 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk Paragraaf Pagina Vaststelling verplaatsingsbeleid 3 1 Voorwoord 4 2 Doelstelling en categorieën verplaatsingsbeleid 5 2.1
Nadere informatieMOBILITEITSPLAN Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid-Kennemerland
MOBILITEITSPLAN Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid-Kennemerland Inleiding Mobiliteit is één van de instrumenten voor integraal personeelsbeleid. Mobiliteit geeft medewerkers mogelijkheden om op
Nadere informatieWerkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld CvB
Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld CvB Personeel Juni 2010 I 6 december 2010 3.2 Mobiliteitsbeleid Personeel/Mobiliteitsbeleid Inhoudsopgave 1. Beleidsinhoud 3 2. Beleidsuitwerking 5 2.1
Nadere informatieProcedure uitvoering mobiliteit. April 2017
Procedure uitvoering mobiliteit April 2017 Procedure uitvoering mobiliteit Stichting Initia, april 2017 ALGEMEEN Stichting Initia heeft met instemming van de personele geleding van de GMR een mobileitsbeleid
Nadere informatieMobiliteitsbeleid VCBO Kollumerland
Mobiliteitsbeleid VCBO Kollumerland Werkveld: personeel Datum: december 2012 Instemming/Advies GMR: Vastgesteld Bestuur: Inhoudsopgave 1. BELEIDSINHOUD 3 2. BELEIDSUITWERKING 4 2.1 Inventarisatie mobiliteit
Nadere informatieMobiliteit. Antoine De Saint Exupéry
Mobiliteit Wanneer je een schip wilt bouwen, breng dan geen mensen bij elkaar om hout aan te slepen, werktekeningen te maken en taken te verdelen, maar leer ze te verlangen naar de eindeloze zee. Antoine
Nadere informatieBenoeming: Iedere medewerker van Dynamiek Scholengroep heeft een benoeming bij de stichting Dynamiek Scholengroep.
Notitie invulling vacatures: Benoeming: Iedere medewerker van Dynamiek Scholengroep heeft een benoeming bij de stichting Dynamiek Scholengroep. Commissie Personeel (onderdeel van de taakgroep personeel):
Nadere informatie4.13 Mobiliteitsbeleid bij PANTA RHEI. 1. Inleiding
4.13 Mobiliteitsbeleid bij PANTA RHEI 1. Inleiding Binnen het primair onderwijs en binnen PANTA RHEI is personele mobiliteit zeker nog geen gemeengoed. Te vaak gaat het woord mobiliteit gepaard met negatieve
Nadere informatieUitvoeringsnotitie onvrijwillige overplaatsing
Uitvoeringsnotitie onvrijwillige Oktober 2016 Postbus 930 3800 AX Amersfoort Tel. 033-2570645 email: info@kpoa.nl 1 1. Inleiding Medewerkers van KPOA hebben een bestuursaanstelling, dit betekent dat van
Nadere informatieMobiliteitsbeleid Mobiliteitsbeleid, definitieve versie januari 2014
1 vereniging protestants christelijk primair onderwijs nieuwerkerk aan den ijssel Mobiliteitsbeleid 2 Inhoud Inhoudsopgave... 1 1. Inleiding... 3 2. Vormen van mobiliteit... 4 3. Vrijwillige en gedwongen
Nadere informatieMobiliteitsbeleid. Versie 2012-2. Beleidsnota nummer: P.0007
Mobiliteitsbeleid Versie 2012-2 Beleidsnota nummer: P.0007 Rol Datum Werkgroep advies September 2010 Directeurenraad advies November 2010 GMR Instemming/ 17 mei 2012 advies Raad van Bestuur besluit Raad
Nadere informatieWERVING EN SELECTIE. Definitieve versie. 29 november 2005 - versie 2.6 - definitief
WERVING EN SELECTIE Definitieve versie 29 november 2005 - versie 2.6 - definitief 1. Inleiding 1.1. De personeelsfunctionaris is verantwoordelijk voor de werving en selectie van personeel voor de alsmede
Nadere informatieMOBILITEITSBELEID. 1. Inleiding en doel
MOBILITEITSBELEID 1. Inleiding en doel Het personeel van de Basis heeft een bestuursbenoeming. Dit wil zeggen dat personeelsleden in dienst zijn van VPCO de Basis. Met de personeelsleden wordt afgesproken
Nadere informatie4.2 Inhoudsopgave mobiliteit Vooraf Mobiliteit Mobiliteit, goed voor school en personeelslid
Beleid Mobiliteit 4.2 Inhoudsopgave mobiliteit 4.2.00 Vooraf 4.2.01 Mobiliteit 4.2.02 Mobiliteit, goed voor school en personeelslid 4.2.03 Mobiliteit, goed voor de directeur 4.2.04 De directeur stimuleert
Nadere informatieWerving en selectieprocedure medewerkers
Werving en selectieprocedure medewerkers STATUS: VASTGESTELD 17 APRIL 2007 Inleiding Met deze regeling wordt invulling gegeven aan artikel 11.8 uit de CAO Primair Onderwijs 2006-2008. Dit artikel is als
Nadere informatieBeleid inzake overplaatsing
Titel Beleid inzake overplaatsing Werkveld Personele zaken Werkgroep handboek 11 januari 2012 Projectgroep PIO 11 januari 2012 ter informatie Directeurenberaad 7 februari 2012 voorgenomen besluit Bestuur/AD
Nadere informatieMobiliteitsbeleid Als voorgenomen besluit vastgesteld op 19-08-2013 GMR- DG ingestemd in periode september - december 2013 1
Mobiliteitsbeleid Als voorgenomen besluit vastgesteld op 19-08-2013 GMR- DG ingestemd in periode september - december 2013 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding. 3. 2. Vormen van mobiliteit.... 4. 2.1 Interne mobiliteit
Nadere informatieMOBILITEITSBELEID STICHTING KOM LEREN. Januari 2015
MOBILITEITSBELEID STICHTING KOM LEREN Januari 2015 1 1. Inleiding Mobiliteit is om verschillende redenen van essentieel belang voor de organisatie. Enerzijds om de beschikbare formatie zo efficiënt mogelijk
Nadere informatieSCHOLINGSBELEID PANTA RHEI
SCHOLINGSBELEID PANTA RHEI 1 Inleiding De Stichting PANTA RHEI is in april 2006 van start gegaan na een fusie van De Jakobsladder, het Openbaar Onderwijs Leidschendam-Voorburg en de Stichting Katholiek
Nadere informatieUitvoeringsnotitie vrijwillige mobiliteit
Uitvoeringsnotitie vrijwillige mobiliteit Versie 14-10-2016 Postbus 930 3800 AX Amersfoort t. 033-2570645 e. info@kpoa.nl 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Onze visie op mobiliteit... 4 3. Doelstellingen van
Nadere informatieSollicitatieprocedure Leraar basisonderwijs LB
Postbus 124 8080 AC ELBurg De Borchstee De Duif Het Octaaf De Petra De Regenboog De Wildemaet Sollicitatieprocedure Leraar basisonderwijs LB BELEIDSSTUK 43 Vaststelling door AB d.d 29 maart 2011 Instemming
Nadere informatieRegeling Werkgelegenheidsbeleid
Regeling Werkgelegenheidsbeleid Juni 2012 2 1: Participanten in de Regeling Werkgelegenheidsbeleid. Werkgever: Het Sticht. - werkgeversnummer 69447 Scholen: Het Sticht is het bevoegd gezag van: De Griffel
Nadere informatiePersoneelshandboek 7.2 Aanstellingsbeleid Stichting Lek en IJssel (versie mei 2010)
Aanstellingsbeleid Stichting Lek en IJssel Inleiding Indien er formatieruimte ontstaat vindt er in de regel een aanstelling of benoeming plaats. In dit kader is er een aantal verplichtingen waaraan moet
Nadere informatieMobiliteitsbeleid. Kwaliteitshandboek SKOPOS. Pagina 1 van
Pagina 1 van 19 201503 Mobiliteitsbeleid Als voorgenomen besluit vastgesteld op 19-08-2013 GMR ingestemd op 12-12-2013 1 Pagina 2 van 19 201503 Inhoudsopgave 1. Inleiding. 3. 2. Vormen van mobiliteit....
Nadere informatieBELEID OVERPLAATSING & AFVLOEIING STICHTING AQUILA
BELEID OVERPLAATSING & AFVLOEIING STICHTING AQUILA INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 4 2. Uitgangspunten 4 2.1. Werkgelegenheidsbeleid 4 2.2. Formatieve opbouw Stichting 4 2.3. Inzichtelijk maken en analyseren
Nadere informatie2.3 Inhoudsopgave Deeltijdbeleid Vooraf Vermindering van de werktijdfactor Uitbreiding van de werktijdfactor
eeltijdbeleid 2.3 Inhoudsopgave Deeltijdbeleid 2.3.00 Vooraf 2.3.01 Vermindering van de werktijdfactor 2.3.02 Uitbreiding van de werktijdfactor 2.3.03 Procedure aanpassing van de werktijdfactor 2.3.04
Nadere informatie3.8.1 Procedure bij sollicitaties Aves
Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld CvB P&O Januari 2017 3.8.1 Procedure bij sollicitaties Aves LB-functies P&O/Procedure bij sollicitaties Aves Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Sollicitatieprocedure
Nadere informatieReglement functioneringsgesprekken
Reglement functioneringsgesprekken 1. Inleiding Een centrale taak van het management is personeelszorg. Het functioneringsgesprek is voor het management een hulpmiddel om gestalte te geven aan personeelszorg.
Nadere informatieREGELING FUNCTIONERINGSGESPREKKEN
REGELING FUNCTIONERINGSGESPREKKEN Regeling functioneringsgesprekken Primair Onderwijs Editie december 2000 vastgesteld op 3 oktober 2001 Het bestuur van de Stichting: PCBO Baarn Soest, Postbus 3178, 3760
Nadere informatieBeoordelingsgesprek (onderdeel van de gesprekkencyclus) Stichting De Groeiling
Beoordelingsgesprek (onderdeel van de gesprekkencyclus) Stichting De Groeiling De Groeiling, stichting voor katholiek en interconfessioneel primair onderwijs Gouda en omstreken Bestuurskantoor De Groeiling
Nadere informatieMobiliteitsbeleid (INTERN)
Mobiliteitsbeleid (INTERN) Versie 2018-2019 Beleidsnota nummer: P.0007-2 Rol Datum Werkgroep advies Directeurenraad advies 22-03-2019 GMR Instemming/ 07-05-2019 advies Raad van Bestuur besluit 22-03-2019
Nadere informatieREGELING WERVING EN SELECTIE
REGELING WERVING EN SELECTIE Inleiding Bij het ontstaan van een vacature op één van de scholen stelt de desbetreffende directie de algemeen directeur hiervan in kennis. Onder diens verantwoording zal dan
Nadere informatieSollicitatieprocedures en sollicitatiecode
BELEID SKOBOS Nr... Vastgesteld: mei 2013 Sollicitatieprocedures en sollicitatiecode Toelichting: de sollicitatieprocedures en de sollicitatiecode zijn opnieuw vastgesteld. Aanleiding hiertoe is de behoefte
Nadere informatie4.1 Regeling werving en selectie van de stichting r.-k en openbaar primair onderwijs PANTA RHEI
4.1 Regeling werving en selectie van de stichting r.-k en openbaar primair onderwijs PANTA RHEI Het bestuur van de stichting r.-k en openbaar primair onderwijs PANTA RHEI gelet op de bepalingen van de
Nadere informatieStichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Hoeksche Waard. Benoemingsbeleid. Onderwijzend personeel en directie. Geschreven door: L.J..
Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Hoeksche Waard Benoemingsbeleid Onderwijzend personeel en directie Geschreven door: L.J.. van Heeren Biezenvijver 5, 3297 GK PUTTERSHOEK Telefoon: 078 6295999 E-mailadres:
Nadere informatieUITSPRAAK. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, appellante, hierna te noemen A
107607 - De overplaatsing als gevolg van boventalligheid houdt geen stand omdat de werkgever de regels die hij hiervoor heeft opgesteld niet juist heeft toegepast. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw
Nadere informatiePLAATSINGSBELEID Naar een flexibilisering van de organisatie
PLAATSINGSBELEID Naar een flexibilisering van de organisatie wijziging en aanvulling Datum RESULTAAT Concept directeur-bestuurder 02-02-2012 In hoofdlijnen besproken in bestuur. Akkoord. Bespreking in
Nadere informatieFlankerend beleid. 1 augustus 2011 tot 1 augustus 2014. Vastgesteld d.d. 18 april 2011 door het bestuur van stichting Wolderwijs
Flankerend beleid 1 augustus 2011 tot 1 augustus 2014 Vastgesteld d.d. 18 april 2011 door het bestuur van stichting Wolderwijs Flankerend beleid Stichting Wolderwijs 1 augustus 2011 tot 1 augustus 2014
Nadere informatieFormulier beoordelingsgesprek en procedure. Vertrouwelijk
Formulier beoordelingsgesprek en procedure Vertrouwelijk Naam personeelslid Functie Naam formele beoordelaar Evt. naam derde en functie Functie Datum gesprek Datum laatste functioneringsgesprek Datum vorige
Nadere informatieMobiliteitsbeleid. Binnen interne mobiliteit onderscheiden we twee categorieën:
Mobiliteitsbeleid Als gevolg van diverse demografische ontwikkelingen, in combinatie met ontwikkelingen in het personeelsbestand, zullen de komende jaren personele verschuivingen meer dan voorheen noodzakelijk
Nadere informatieKrammer 8. 3232 HE Brielle 0181-470467/68 0181-470469 WERVING & SELECTIE DIRECTEUREN
Krammer 8 3232 HE Brielle 0181-470467/68 0181-470469 WERVING & SELECTIE DIRECTEUREN 1.0 Vacatures 1.1. Vacaturemelding. Indien er een directeursvacature ontstaat, wordt dit z.s.m. schriftelijk kenbaar
Nadere informatie3.12 Notitie Vervangingspool
Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld CvB Personeel 18 januari 2012 A (P)GMR 30 januari 2012 22 februari 2012 3.12 Notitie Vervangingspool Personeel/Notitie Vervangingspool Inhoudsopgave 1.
Nadere informatiePerspectief. Leerkracht. Dit woord, waarmee uw. Veel leerkracht toegewenst! nieuwe werkervaring. Nummer 5 februari 2014
Nummer 5 februari 2014 Perspectief Nieuwsbrief van de Laurentius Stichting Veel leerkracht toegewenst! Leerkracht. Dit woord, waarmee uw beroep wordt aangeduid, heeft vele diepere betekenissen. Het gaat
Nadere informatieB&W-Aanbiedingsformulier
B&W.nr. 09.0366, d.d 14 april 2009 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp Aanpassing Arbeidsvoorwaardenregeling met name Re-integratie en/of herplaatsingsregeling. BESLUIT Behoudens advies van de commissie
Nadere informatieNota Mobiliteitsbeleid. Stichting Samenwerkingsbestuur Primair Onderwijs Maas en Waal
Nota Mobiliteitsbeleid Stichting Samenwerkingsbestuur Primair Onderwijs Maas en Waal Integraal bijgesteld: Stichting Samenwerkingsbestuur Primair Onderwijs Maas en Waal April 2004 Mobiliteitsbeleid SPOM
Nadere informatieDuurzame Inzetbaarheid in het Primair Onderwijs
Duurzame Inzetbaarheid in het Primair Onderwijs 1. Inleiding Gezonde en gemotiveerde medewerkers die met plezier werken en competent zijn, dragen bij aan de kwaliteit van onderwijs. Niet alleen nu, maar
Nadere informatieStichting Katholiek Basisonderwijs De Veenplas
Stichting Katholiek Basisonderwijs De Veenplas 6.3 Deeltijdbanen Inhoud: blz. 1. Wat is deeltijdarbeid 2 2. Deeltijdarbeidbeleid 2 3. Omvang deeltijdbanen 2 4. Voorwaarden deeltijdarbeid 3 5.1 Schoolorganisatorische
Nadere informatieWerkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld CvB
Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld CvB Personeel 31-05-2015 17-06-2015 22-06-2015 3.13 Taakbeleid Personeel/Taakbeleid Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Taakomvangsbeleid 4 3. De taak van de
Nadere informatieWees niet bang om langzaam voorwaarts te gaan, wees alleen bang om stil te staan (Chinese wijsheid)
Beleid Mobiliteit Wees niet bang om langzaam voorwaarts te gaan, wees alleen bang om stil te staan (Chinese wijsheid) Inleiding In het strategisch beleidsplan van de stichting staat als een van de vijf
Nadere informatieRegeling. beoordelingsgesprekken. leraar-la
Regeling beoordelingsgesprekken leraar-la S.K.O. Het Groene Lint Inleiding. Het opstellen van een beoordeling van het functioneren van een medewerker is geen nieuw fenomeen binnen de organisatie. Het is
Nadere informatie1. Hoofdlijn Tripartiete overeenkomst personele gevolgen passend onderwijs
Aan de besturen van de samenwerkingsverbanden WSNS en de REC s Aan de leden van de PO-raad Utrecht, 18 april 2013 De Tripartiete overeenkomst personele gevolgen passend onderwijs heeft betrekking op meerdere
Nadere informatieMobiliteitsbeleid Versie 1.4 Harrie Steenstra / Gerrit Visser, herzien september 2018
Mobiliteitsbeleid Versie 1.4 Harrie Steenstra / Gerrit Visser, herzien september 2018 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Definitie... 2 3. Doel... 3 4. Verantwoordelijkheden... 3 5. Vormen van mobiliteit...
Nadere informatieBeleid functioneringsgesprekken
Beleid functioneringsgesprekken 1 Regeling functioneringsgesprekken Deze regeling is vastgesteld door het bestuur van St. PCBO Baarn - Soest Voor akkoord: april 2012 De voorzitter van de Stichting PCBO,
Nadere informatie1. Inleiding. 2. Geldigheidsduur van het sociaal statuut. 3. Medezeggenschap
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Geldigheidsduur van het sociaal statuut 3. Medezeggenschap 4. Vakorganisaties en sociaal statuut 4.1 in welke gevallen moet er overleg met de vakorganisaties worden gevoerd?
Nadere informatie10. AFSPIEGELINGSBEGINSEL
10. AFSPIEGELINGSBEGINSEL Inleiding Het Ontslagbesluit regelt in paragraaf 4 de toetsingscriteria voor een ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen. Als eerste wordt getoetst of de bedrijfseconomische
Nadere informatieLevensfasebewust personeelsbeleid. Jong geleerd is oud gedaan, maar. nooit te oud om te leren!
Levensfasebewust personeelsbeleid Jong geleerd is oud gedaan, maar. nooit te oud om te leren! Inhoudsopgave Inleiding... 3 1. Uitgangspunten... 4 De verschillende rollen... 4 2. De leeftijdsopbouw... 5
Nadere informatieWoord vooraf. 1. Werving
Woord vooraf Sinds haar oprichting in 2009 is de ABSA Scholengroep gegroeid met bijna 800 leerlingen. Die sterke groei is er inmiddels uit. Piet Hein en Gein zitten op hun maximum aantal groepen en leerlingen,
Nadere informatieDirecteur basisschool De Albatros OPOD
Directeur basisschool De Albatros OPOD Functie omschrijving Hoofdtaken van de Schooldirecteur Onder de verantwoordelijkheid van de voorzitter College van Bestuur geeft de Schooldirecteur leiding aan de
Nadere informatieDuurzame inzetbaarheid, opvolger van de BAPO
Duurzame inzetbaarheid, opvolger van de BAPO Notitie inhoud en werkwijze duurzame inzetbaarheid binnen Radar, volgens afspraken cao. Inleiding Radar is zich er van bewust dat gezonde en gemotiveerde medewerkers
Nadere informatieINVOERINGSPLAN FUNCTIEMIX
INVOERINGSPLAN FUNCTIEMIX Inleiding Om directeuren goed te ondersteunen in het proces van de invoering functiemix is door het CPD dit document opgesteld. In dit document wordt een format gegeven voor hoe
Nadere informatieF A Q. Vraag en antwoord over de uitwerking van het Sociaal Beleid Rijk (Van- Werk- naar- Werk- beleid) voor de Belastingdienst
Vraag en antwoord over de uitwerking van het Sociaal Beleid Rijk (Van- Werk- naar- Werk- beleid) voor de Belastingdienst Waarom is er een uitwerking van het Sociaal Beleid Rijk voor de Belastingdienst?
Nadere informatieZIEKTEVERZUIMBELEIDSPLAN O2A5. (mei 2009)
ZIEKTEVERZUIMBELEIDSPLAN O2A5 (mei 2009) Voorwoord...3 1. Streven naar de landelijke norm van het ziekteverzuimpercentage...3 2. Streven naar een verlaging van het kort frequent ziekteverzuim...4 3. Verlaging
Nadere informatieHandleiding Afspiegelingsbeginsel gemeente Amsterdam
(ingangsdatum 22 november 2016 ZD2016-008173) Handleiding Afspiegelingsbeginsel gemeente Amsterdam Inleiding In het Sociaal Plan Amsterdam (artikel 16.15 NRGA) staat beschreven dat er binnen de gemeente
Nadere informatieNotitie instellen vervangingspool
Werkveld Onderwerp Datum Steller Personele zaken Vervangingspool 24 januari 2012 J. Timmermans Notitie instellen vervangingspool Januari 2012 Notitie instellen vervangingspool Inhoudsopgave 1. Notitie
Nadere informatieCommissie van Beroep PO
106405 - Bij de overplaatsing van de leerkracht heeft de werkgever een juiste belangenafweging gemaakt en zich voldoende ingespannen voor het vinden van een juiste functie. UITSPRAAK in het geding tussen:
Nadere informatie15 maart /02/19 22/02/19 15/03/19
TITEL VAN HET DOCUMENT: PERSONEELSBELEID: DRIE PROCEDURES VERSIENUMMER: DATUM: INLEIDING/AANLEIDING: 15 maart 2019 In het huidige personeelsbeleid ontbreken drie belangrijke beleidsonderwerpen die de afgelopen
Nadere informatieCommunicatie & Plan van aanpak 1.8 Veranderen met Visie. Fase 3 Augustus 2013/augustus 2016
Communicatie & Plan van aanpak 1.8 Veranderen met Visie Fase 3 Augustus /augustus 2016 Sjoerd Sol/Adrie Bolijn 4-2- 1. Inleiding Het communicatieplan beschrijft op hoofdlijnen de communicatiestrategie
Nadere informatieEvenredige verdeling man / vrouw bij het Veenplaspersoneel
Evenredige verdeling man / vrouw bij het Veenplaspersoneel Opgesteld : maart 2006 Vastgesteld : juni 2006 0 Inhoudsopgave Inleiding 2 2005 vergeleken met 1999 2 Genomen maatregelen vanaf 1999 3 Nieuwe
Nadere informatieUitgangspunt is dat er jaarlijks een gesprek plaats vindt tussen medewerker en leidinggevende(n).
Kaderregeling gesprekscyclus PRIMAIR Onderwijs en REC stelling. De CAO PO geeft aan (artikel 9.4) dat de werkgever periodiek met elke werknemer gesprekken dient te voeren over het (toekomstig) functioneren.
Nadere informatieBetreft: verzoek tot wijziging van de benoemingsomvang schooljaar
Aan: alle medewerkers van Meerderweert Weert, 1 februari 2012 Betreft: verzoek tot wijziging van de benoemingsomvang schooljaar 2012-2013 Geachte heer/mevrouw, Op bestuursniveau zijn we inmiddels gestart
Nadere informatieBegeleidingsplan Personeel
Begeleidingsplan Personeel Datum Gremium Samenvatting wijzigingen / opmerkingen Versie Status 29-05-2005 SB vastgesteld 1.0 D 22-08-2011 MT Inhoudelijk nauwelijks veranderingen. Intern begeleider vervangen
Nadere informatieNOTA M O B I L I T E I T
NOTA M O B I L I T E I T Stg. Samenwerkingsbestuur Primair Onderwijs Venray en regio september 2006/aangepast 26 april 2011 Nota mobiliteit september 2006/aangepast 26 april 2011 1 Binnen een onderwijsorganisatie
Nadere informatieFUNCTIONERINGSBELEID. Stichting R.K. Schoolbestuur Culemborg en Omstreken
FUNCTIONERINGSBELEID Stichting R.K. Schoolbestuur Culemborg en Omstreken Personeelsgesprekken Personeelsbeleid is gericht op de belangen van de individuele medewerkers en op de belangen van de organisatie
Nadere informatieVACATURES & VERVANGINGEN (alleen voor leden die leiding geven aan één school)
Tabellenboek Scholenpanel Vacatures 2013 0. Geeft u (mede) leiding aan een of meerdere scholen? (n=890) Procentueel Ik geef (mede) leiding aan 1 school 657 73,8 Ik geef (mede) leiding aan meerdere scholen
Nadere informatieKrimp in relatie tot bestuurlijke samenwerking
Krimp in relatie tot bestuurlijke samenwerking Fred Ruijling, voormalig rector, interim-manager, verandermanager, projectleider mobiliteit bij het PON (cao-onderhandelaar, belangenbehartiger VOS/ABB) 13
Nadere informatieKADERS WERKGELEGENHEIDSBELEID TALENT
KADERS WERKGELEGENHEIDSBELEID TALENT 1 juli 2013 Versie 1.1 Kaders Werkgelegenheidsbeleid Talent Pagina 1 Inhoud 1. Inleiding en samenvatting 3 2. Begripsbepalingen 3 3. Het doel van het document Kaders
Nadere informatieAannamebeleid. 1. Aannamebeleid is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
Aannamebeleid (inclusief weging) April 2016 1 Aannamebeleid 1. Aannamebeleid is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: 1. Handhaving van 17 groepen. 2. Een maximale instroom per schooljaar van getalsmatig
Nadere informatieInvoering Functiemix
Invoering Functiemix LA Convenant Leerkracht Beloning Voorwaarden Stimulans LB Inschaling Kwaliteitsinstrument Informatie voor leerkrachten 1 Beste leerkrachten van SKO De Gouw, Hierbij ontvangen jullie
Nadere informatieBIJLAGE 1, BEDOELD IN ARTIKEL B.8 VAN DE COLLECTIEVE AR- BEIDSVOORWAARDENREGELING PROVINCIES (Spelregels en flankerend beleid bij reorganisaties)
BIJLAGE 1, BEDOELD IN ARTIKEL B.8 VAN DE COLLECTIEVE AR- BEIDSVOORWAARDENREGELING PROVINCIES (Spelregels en flankerend beleid bij reorganisaties) A. PROCEDURELE KADERS BIJ REORGANISATIES 1. De provincie
Nadere informatieJaarplan Medezeggenschapsraad OBS de Weide 2015 / 2016
Jaarplan Medezeggenschapsraad OBS de Weide 2015 / 2016 Inhoudsopgave 1. Algemeen 2. Visie, uitgangspunten en werkwijze 3. Bezetting en verkiesbaarheid MR leden 4. Structurele onderwerpen 5. Vergaderdata
Nadere informatieEen klacht, wat nu? Klachtenregeling bestemd voor ouders, voogden, verzorgers en medewerkers
Een klacht, wat nu? Klachtenregeling bestemd voor ouders, voogden, verzorgers en medewerkers Vastgesteld in de vergadering van: 1 Inhoudsopgave Inleiding p. 3 Bij wie kan ik terecht? p. 4 Wie kan er klagen?
Nadere informatieWerkveld Datum Instemming (P)GMR Vastgesteld CvB
Werkveld Datum Instemming (P)GMR Vastgesteld CvB Onderwijs 30 juni 2010 22 september 2010 14 februari 2011 3.3 Scholingsbeleid Onderwijs/Scholingsbeleid Inhoudsopgave 1. Beleidsinhoud 3 1.1 Faciliteiten
Nadere informatieProcedure Groepsverdeling en -indeling Aloysiusschool
Procedure Groepsverdeling en -indeling Aloysiusschool Versie maart 2017 Inhoud Inleiding H1 Aandachtspunten voor groepsverdeling en indeling H2 Procedure en criteria H3 Bezwaren Bijlage: invulbrief leerlingen
Nadere informatieFormulier functioneringsgesprek en procedure. Vertrouwelijk. Onderdeel A
Formulier functioneringsgesprek en procedure Vertrouwelijk Naam personeelslid Functie Naam formele gesprekspartner Functie Datum functioneringsgesprek Datum doelstellingengesprek Onderdeel A Gespreksonderwerpen
Nadere informatiePersoneels- beleidsplan Stichting Brevoordt
Personeels- beleidsplan Stichting Brevoordt Versie 07-04-2016 1 Inleiding 1.1 Stichting Brevoordt De Stichting Brevoordt is een overkoepelende stichting waarbinnen acht schoolbesturen in gezamenlijkheid
Nadere informatieIncidentele Beloning. Vastgesteld op 12 oktober 2009. met het oog op het kind 1
Incidentele Beloning Vastgesteld op 12 oktober 2009 Handtekening Handtekening Bestuurder Algemeen directeur met het oog op het kind 1 Inleiding Bij de oprichting van de stichting is het beloningsbeleid
Nadere informatieRichtlijn inschaling zij-instromers
Richtlijn inschaling zij-instromers Route: Staf, d.d. Bestuur, voorlopig besluit, d.d. 4 maart 2019 Directieoverleg, d.d. 14 maart 2019 GMR, d.d. 21 maart 2019 (verzenddatum 6 weken vooraf; d.d. 8 maart
Nadere informatieBesluit Regeling van de gevolgen. Samenvoeging Sterrenschool op één locatie
Besluit Regeling van de gevolgen Samenvoeging Sterrenschool op één locatie Voorgenomen besluit 2 juni 2017 Instemming MR 2 juli 2017 Definitief besluit 2 juli 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Regeling
Nadere informatie