Uitvoeringsnotitie vrijwillige mobiliteit

Transcriptie

1 Uitvoeringsnotitie vrijwillige mobiliteit Versie Postbus AX Amersfoort t e. 1

2 Inhoud 1. Inleiding Onze visie op mobiliteit Doelstellingen van KPOA t.a.v. mobiliteit Doelstellingen voor de werknemer Hoe zorgen we ervoor dat medewerkers zicht hebben op de mogelijkheden van mobiliteit? Proces vrijwillige mobiliteit

3 1. Inleiding Deze notitie is onderdeel van het loopbaanbeleid van stichting KPOA e.o. In deze uitvoeringsnotitie gaan we nader in op de vrijwillige mobiliteit. Mobiliteit is het vermogen van medewerkers om zich mentaal, functioneel en geografisch te willen verplaatsen ten behoeve van zichzelf en ten behoeve van de organisatie. Er is een belangrijk verschil tussen verplichte mobiliteit en vrijwillige mobiliteit. T.a.v. de verplichte mobiliteit verwijzen wij naar het overplaatsingsbeleid dat KPOA hanteert. Daarnaast zijn er een aantal zaken relevant die in relatie staan tot het benoemingsbeleid wat KPOA hanteert. Dit beleid is ook te vinden in het vademecum. 3

4 2. Onze visie op mobiliteit Mobiliteit is op zichzelf geen doel. Mobiliteit vanwege de mobiliteit heeft geen zin en kent als zodanig geen toegevoegde waarde. Vanuit het eerste leidende principe voor loopbaanbeleid: personeelsleden zijn eigenaar van hun eigen ontwikkel en leerproces bieden wij graag de mogelijkheid om een nieuwe uitdaging aan te gaan op een andere school van KPOA. KPOA vindt het voor de persoonlijke ontwikkeling van medewerkers van belang dat zij na maximaal 7 jaren doorstromen naar een andere school van KPOA. In de gesprekkencyclus van medewerkers in alle fasen van loopbaanbeleid, is mobiliteit continue onderwerp van gesprek. Daarbij hoort het onderzoeken of het tijd is voor mobiliteit binnen de eigen school, binnen KPOA of daarbuiten. KPOA wil met deze vorm van gesprekken voeren een mindset ontwikkelen waarbij medewerkers zich verantwoordelijk voelen voor hun eigen loopbaan. Baanzekerheid verschuift naar werkzekerheid en ontwikkelingen volgen elkaar razendsnel op. Dit vraagt om flexibiliteit en zelfredzaamheid. Verandering van werkomgeving hoort daarbij. Het is belangrijk om flexibel te zijn en te blijven. KPOA streeft ernaar om mobiliteit als een blijvend en positief element in het personeelsbeleid te verankeren. 3. Doelstellingen van KPOA t.a.v. mobiliteit Ons hoger doel: kwaliteit van ons onderwijs continue hooghouden en waarborgen; goed onderwijs voor elk kind! Voor KPOA geldt dat de volgende vijf doelen ten grondslag liggen aan het streven naar een flexibel personeelsbestand met het mobiliteitsbeleid als middel om dat te bereiken. Het bevorderen van een flexibele en zichzelf ontwikkelende arbeidsorganisatie. Scholen krijgen meer en meer te maken met een snel veranderende vraag naar diversiteit in competenties en kennis. Om hierop in te spelen is het van belang dat de binnen KPOA aanwezige expertise daar ingezet kan worden waar de behoefte hieraan het grootst c.q. het meest urgent is. Personeelsleden voelen zich uitgedaagd om hun kwaliteiten in te zetten. Zij moeten kansen krijgen zich persoonlijk te ontwikkelen waarbij persoonlijke ambities moeten worden afgestemd op de schoolontwikkeling. Het tegemoetkomen aan het ontwikkelingsperspectief van personeelsleden. Mobiliteit biedt de mogelijkheid tot afwisseling in werkomgeving en geeft personeelsleden zodoende de kans om nieuwe uitdagingen aan te gaan, afwisseling in het werk wordt mogelijk en het loopbaanperspectief wordt verbeterd. Hierdoor kan bereikt worden dat vastgeroeste patronen worden voorkomen c.q. worden doorbroken. Het voorkomen van gedwongen ontslag c.q. werkloosheid. Scholen en daarmee besturen hebben in de afgelopen jaren steeds meer verantwoordelijkheden gekregen om de instroom in de wachtgeldregeling te voorkomen. In dit kader is tevens de invoering van de bestuursaanstelling van groot belang geweest. Dit alles heeft ertoe geleid dat met behulp van mobiliteit de werkgelegenheid voor het personeel in vaste dienst zo veel mogelijk kan worden gegarandeerd. Het bewerkstelligen van een zo optimaal mogelijke personeelssamenstelling. Mobiliteit kan bevorderen dat de onderwijsteams van KPOA qua sekse, leeftijd en culturele achtergrond zo optimaal mogelijk van samenstelling blijven/worden. Daar waar sprake is van 4

5 een onevenwichtige personeelsopbouw kan de mobiliteit van die categorieën personeel die over- of ondervertegenwoordigd zijn worden gestimuleerd. 4. Doelstellingen voor de werknemer Als werknemer kan je ook een persoonlijk doel hebben om op een andere KPOA school te willen werken: het opdoen van nieuwe ervaringen; het leren kennen van nieuwe collegae; het anders tegen bepaalde zaken aankijken; het geven van een nieuwe stimulans aan een andere school; Een nieuwe medewerker heeft nieuwe inzichten en zet mogelijk vraagtekens bij gewoontes in een team. het gebruik (kunnen) maken van specifieke deskundigheden; het benutten van persoonlijke groeimogelijkheden; het leren omgaan met verschillen in schoolbevolking 5. Hoe zorgen we ervoor dat medewerkers zicht hebben op de mogelijkheden van mobiliteit? - Het is belangrijk dat leidinggevende en medewerker continue het gesprek hebben over de persoonlijke ontwikkeling. Daarmee willen we realiseren dat mobiliteit vanuit intrinsieke motivatie komt. Hiervoor is het volgende noodzakelijk: Leidinggevenden moeten de visie op een leven lang leren uitdragen Kennis over het belang van mobiliteit blijven genereren Directeuren moeten de andere scholen goed kennen en medewerkers tips kunnen geven over welke school bij hen past - Het is belangrijk dat er laagdrempelige manieren zijn om voor medewerkers andere scholen te leren kennen, bijvoorbeeld: Gluren bij de buren. Vragenkaarten/project via InSite Filmpje van iedere school Scholenmarkt met ruimte voor persoonlijke gesprekken Nieuwsbrief met verhalen over resultaten over persoonlijke ontwikkeling door bijvoorbeeld mobiliteit 5

6 6. Proces vrijwillige mobiliteit Voor managementfuncties geldt een andere procedure, deze wordt opgenomen in de sollicitatieprocedure managementteamleden. Stap 1 Gesprekkencyclus Persoonlijke ontwikkeling is continue onderwerp van gesprek in de gesprekkencyclus. Daardoor is de aandacht voor vrijwillige mobiliteit binnen of buiten de eigen school een jaarrond thema. Uitgangspunt is wisseling van school per , maar er kunnen uitzonderingen zijn mits de kwaliteit van het onderwijs voldoende gewaarborgd wordt op zowel de ontvangende als de vertrekkende school. Bij tegenstrijdige belangen beslist het CvB. Stap 2 Belangstelling aangeven, de KPOA belangstellingspool De medewerker vult het belangstellingformulier, via InSite. Medewerkers kunnen hun belangstelling voor een andere school, functie of specialiteit aangeven. Dit kan het hele jaar door. Alle belangstellingsformulieren vormen samen een belangstellingspool. Managementleden hebben toegang in Insite om de belangstellingspool te bekijken. Het is van belang dat ook op de vertrekkende school de kwaliteit van onderwijs gegarandeerd blijft. Stel dat een medewerker een specialisme heeft dan heeft de school een voorbereidingstijd nodig van invulling vanwege het vertrekkende specialisme. Een voldoende beoordeling is een eis om je aan te melden voor de belangstellingspool. Stap 3 De KPOA vacaturebank Alle vacatures worden geplaatst in InSite, dit vormt een KPOA-vacaturebank. Alle medewerkers van KPOA hebben toegang tot deze vacaturebank. De school doet een vacaturemelding. De intentie van alle KPOA scholen bij een vacaturemelding is dat de vacature zodanig wordt geformuleerd dat er ruimte is voor interne kandidaten om te reageren, tegelijkertijd biedt de advertentie duidelijkheid over de vraag die de school stelt en bijvoorbeeld over de benodigde expertise/specialisme. Het is van belang dat scholen snel acteren als zij weten dat er vacatureruimte ontstaat en een vacature plaatsen. Er zijn diverse manieren om de KPOA vacaturebank te benutten: Een medewerker die een belangstellingsformulier heeft ingevuld reageert zelf op een vacature en schrijft een motivatiebrief naar de school. Het kan ook zo zijn dat een directeur een medewerker ziet in de belangstellingspool waar hij mogelijk een ruil met zijn/haar medewerker kan bewerkstelligen die wel of niet het belangstellingsformulier heeft ingevuld. Directeuren benaderen elkaar om dit proces dan op gang te brengen. De procedure van matching wordt wel op de zelfde manier uitgevoerd zoals hieronder beschreven. Een medewerker ziet een vacature, maar heeft nog geen belangstellingformulier ingevuld. Deze medewerker gaat eerst in gesprek met zijn/haar leidinggevende en kan daarna alsnog het formulier invullen in Insite. En daarna een motivatiebrief sturen naar de school die een vacature heeft geplaatst. 6

7 Stap 4 Procedure van matching Nadat de motivatiebrief is opgestuurd door de medewerker krijgt deze een uitnodiging van de school voor een matchingsgesprek. Er is collegiaal overleg tussen leidinggevende van zowel vertrekkende als ontvangende school, inhoud van dit gesprek zijn de kwaliteiten en ontwikkelpunten van de medewerker te bespreken. Het matchingsgesprek zal met maximaal 2 personen en de medewerker gevoerd worden. Na het matchingsgesprek wordt er aangegeven door beide partijen of er een kans kan zijn op een match. Na dit gesprek zal de medewerker een dag meedraaien. Aan het eind van deze dag is er een afrondend gesprek tussen leidinggevende en medewerker. En aan het eind van dit gesprek zal er een beoordeling zijn of de match daadwerkelijk goed genoeg is om de kwaliteit van onderwijs te garanderen. Een optie in de procedure van matching: In overleg met de leerkracht een dag(deel) lesgeven, doel daarvan is de match met de populatie van de school te leren kennen. GEEN beoordeling van de leerkracht, maar wederzijds onderzoek of de leerkracht past binnen de school en het team. Stap 5 Afronding mobiliteitsproces Als er een match is dan zal er een zorgvuldige overdracht zijn van het dossier. De school waar de medewerker vertrekt zorgt ervoor dat het personeelsdossier is doorgesproken met de medewerker. De medewerker tekent ervoor dat het dossier is ingezien en op de hoogte is van de inhoud. De ontvangende school zorgt dat het dossier goed wordt opgeslagen. Mocht er sprake zijn van een digitaal dossier zal er accordering plaats vinden in Insite. De ontvangende school meldt de match aan de beleidsmedewerker P&O en de mutatie wordt door leidinggevende gedaan in InSite. 7