Uitvoeringsnotitie onvrijwillige overplaatsing

Transcriptie

1 Uitvoeringsnotitie onvrijwillige Oktober 2016 Postbus AX Amersfoort Tel

2 1. Inleiding Medewerkers van KPOA hebben een bestuursaanstelling, dit betekent dat van hen verwacht kan worden dat zij breed inzetbaar zijn. Bij krimp van leerlingen op de ene school en groei van leerlingen op de andere school kan (onvrijwillige) aan de orde komen. Overplaatsing is aan de orde wanneer er een begrotingstekort is op schoolniveau t.a.v. de personeelslast. De omvang van dit begrotingstekort wordt vertaald in werktijdfactor door het tekort te delen door de gemiddelde personeelslast (GPL voor de dan landelijk geldende periode) Deze regeling voorziet in een stappenplan op basis waarvan besloten kan worden welke medewerker voor in aanmerking komt. Deze uitvoeringsnotitie is opgesteld in samenwerking met directeuren, rekening houdend met de ervaringen van de laatste drie jaren en ter informatie voorgelegd aan de GMR. Dit voorgestelde beleid is verder ontwikkeld in navolging van de CAO PO Artikel 10.2: regeling werkgelegenheidsbeleid Artikel 10.6, lid 2a: Voor de eenduidigheid wordt in deze uitvoeringsnotitie gesproken over de medewerker. 2. Overplaatsing In de CAO wordt in artikel 10.6 gesproken over de regels voor van medewerkers van de ene school binnen de stichting naar de andere. In dit artikel worden de voorwaarden hiervoor geschetst. Er staat echter niet beschreven wie van de teamleden, bij een formatietekort, van school moet wisselen. Gelet op de ontwikkelingen binnen de stichting in het kader van het bestuursformatieplan is het noodzakelijk hiervoor nadere richtlijnen vast te stellen, rekening houdend met belangen van de betreffende scholen en de individuele medewerker. 3. Procedure interne mobiliteit Fase 1: bespreken toekomstverwachtingen school met teamleden De directeur van een school geeft aan de teamleden van die school aan, wat de toekomstverwachting is van de betreffende school en geeft aan wat daarin de verwachte gevolgen op het personele vlak zullen zijn. Hierin geeft de directeur ook de verwachte grootte van het formatietekort/formatieruimte aan. Op basis van de gegevens die op dat moment bekend zijn. De directeur van de school bespreekt dit met het team voor 1 december Fase 2: wensen medewerkers en vrijwillige mobiliteit Vrijwillige mobiliteit geniet de voorkeur en gestreefd zal worden naar een zo groot mogelijke slagingskans. Medewerkers wordt gevraagd hun individuele wensen met betrekking tot een vrijwillige mobiliteit bij de directeur kenbaar te maken. Dit geeft de directeur een beeld van de wensen en behoeften binnen zijn team. Medewerkers die in aanmerking willen komen voor vrijwillige mobiliteit vullen het belangstellingsformulier in. In de uitvoeringsnotitie vrijwillige mobiliteit staat beschreven op welke wijze dit proces uitgevoerd wordt. Fase 3: criteria onvrijwillige t.g.v. formatieterugloop Onderstaande criteria worden in onderstaande volgorde toegepast. 1. Alleen een medewerker die voldoende functioneert komt in aanmerking voor onvrijwillige in het kader van formatietekort. 2

3 2. De directeur wordt niet onvrijwillig overgeplaatst. 3. Medewerkers met een specifieke functie (zie functiehuis) kunnen niet overgeplaatst worden middels deze uitvoeringsnotitie. Als er een knelpunt is m.b.t. een andere functiecategorie als leerkracht en er is een formatietekort kan de school artikel 10.6.van de CAO-PO toepassen. 4. Medewerkers met een tijdelijk dienstverband komen het eerst in aanmerking voor als sprake is van terugloop van de formatie van de school. 5. Medewerkers die op schooljaren voor hun AOW gerechtigde leeftijd zijn worden niet onvrijwillig overgeplaatst 6. Afspiegelingsbeginsel m.b.t. leeftijdsgroepen Gelet op de visie van KPOA en de keuze van werkgelegenheidsbeleid heeft het bestuur gekozen voor het afspiegelingsbeginsel. Hiermee wordt bedoeld dat er gestreefd zal worden naar gelijke verhoudingen binnen de hieronder genoemde leeftijdscategorieën. In de leeftijdscategorie met de meeste medewerkers zal als eerste gekeken/geselecteerd worden. De volgende leeftijdsgroepen worden gehanteerd (peildatum 1 augustus van het komende schooljaar): o Tot 25 jaar o 25 tot 35 jaar o 35 tot 45 jaar o 45 tot 55 jaar o 55 jaar en ouder 7. Uitzonderingen - Indien er in het lopende schooljaar sprake is geweest van langdurige ziekte of ziekte n.a.v. zwangerschap/bevalling, wordt betrokkene niet onvrijwillig overgeplaatst. Met langdurige ziekte wordt bedoeld een periode van 3 maanden of langer tussen en Bij onvoorziene situaties t.a.v. langdurig ziekte zal advies worden ingewonnen bij de bedrijfsarts t.a.v. re-integratie alvorens wordt besloten tot. - Een medewerker die van school gewisseld is wordt binnen drie schooljaren niet opnieuw overgeplaatst. 8. Schoolspecifieke criteria en inzetbaarheid De directeur bepaalt criteria die de continuïteit- en kwaliteitsbelangen binnen de school garanderen. Elk schooljaar bepaalt de directeur deze criteria opnieuw in samenspraak met zijn managementteam. Deze criteria worden besproken met het bestuur. Vervolgens heeft de personeelsgeleding van de MR van de betreffende school instemmingsrecht. De oudergeleding adviesrecht. Deze fase is uiterlijk 1 februari 2017 afgerond. Vanaf schooljaar zijn de schoolspecifieke criteria opgenomen in het formatieplan van de school. Bij krimp wordt nadrukkelijk gekeken naar welke medewerkers ingezet kunnen worden om de voortgang van het onderwijs op de betreffende school het best te kunnen waarborgen. Deze medewerkers worden bij voorkeur niet overgeplaatst. 9. In de geselecteerde leeftijdsgroep zal gezocht worden naar de medewerker wiens werktijdfactor (peildatum ) het meest overeenkomt met de noodzakelijke krimp. 3

4 Fase 4: bepalen medewerker(s) die in aanmerking komt(komen) voor onvrijwillige Indien op een school een medewerker moet worden overgeplaatst en dit kan niet op vrijwillige basis, dan is het de directeur van de school (namens de werkgever) die aangeeft wie daarvoor in aanmerking komt. Hij weegt hiervoor zijn medewerkers af aan de gestelde criteria. Vervolgens neemt de schooldirecteur een voorgenomen besluit en legt dit voor aan de beleidsmedewerker personeel. Dit gebeurt uiterlijk voor 1 maart Fase 5: mededelen onvrijwillige aan betreffende medewerker Na akkoord van de beleidsmedewerker personeel treedt de directeur in overleg met de medewerker die voor in aanmerking komt. De directeur geeft in dat gesprek aan welke argumenten en overwegingen hebben geleid tot deze keuze. De directeur legt eventueel gemaakte afspraken met de medewerker vast in het dossier van de medewerker. Indien noodzakelijk plant de directeur direct een vervolgafspraak om verdere detailafspraken te bespreken. Indien de medewerker na overleg niet instemt met de en/of voorwaarden waaronder de zal geschieden wordt de medewerker uitgenodigd door de beleidsmedewerker personeel, of iemand anders namens het bestuur, om hem/haar in de gelegenheid te stellen zijn/haar bezwaren nader toe te lichten. Na overleg met de medewerker neemt het College van Bestuur een definitief besluit. Het College van Bestuur geeft in haar besluit aan op welke wijze de werkgever de belangen van de werkgever en de medewerker heeft afgewogen (art. 10.6, lid 5). Deze fase is uiterlijk 1 april 2017 afgerond. Fase 6: de directeur roept het team bijeen om hen te informeren wie overgeplaatst wordt naar een andere school binnen KPOA. Fase 7: in het gehele traject van zal de directeur de medewerker begeleiden en ondersteunen. Fase 8: Ongeveer 6 weken na de zomervakantie is er een evaluatie met betrokken medewerker en de leidinggevende van de school. Resumé tijdpad Datum / deadline activiteit Voor Directeur bespreekt in zijn team de verwachte formatieruimte en eventuele personele gevolgen. Kan doorlopend, doch uiterlijk Personeelsleden geven bij hun directeur aan wat hun wensen voor zijn voor Schoolspecifieke criteria zijn bekend en besproken in MR. Kan doorlopend, Inleveren van belangstellingsformulier voor schooljaar Alle vacatureruimte op scholen wordt gemeld bij de beleidsmedewerker personeel, voor zover dit reeds bekend is. vacatureruimte die na 1 maart bekend is, wordt z.s.m. gemeld Directeur geeft bij beleidsmedewerker personeel aan wie voor onvrijwillige in aanmerking komt CvB heeft definitief besluit genomen m.b.t. onvrijwillige 4

5 Na Zes weken na de zomervakantie Directeur informeert zijn team, of zo nodig eerder als CvB een besluit heeft genomen. Evaluatie met betrokken medewerker en leidinggevende PDCA-cyclus Check Evaluatie Overplaatsingsbeleid 2015 KPOA café Plan Herziene uitvoeringsnotitie Oktober 2016 onvrijwillige Jaarlijks Act Uitvoeren uitvoeringsnotitie Tussen en onvrijwillige Check Evaluatie Uitvoeringsnotitie onvrijwillige KPOA-café augustus 2017 Aldus vastgesteld Datum: oktober 2016 W.W. Roelofs Voorzitter CvB 5