Mobiliteitsbeleid. Binnen interne mobiliteit onderscheiden we twee categorieën:

Transcriptie

1 Mobiliteitsbeleid Als gevolg van diverse demografische ontwikkelingen, in combinatie met ontwikkelingen in het personeelsbestand, zullen de komende jaren personele verschuivingen meer dan voorheen noodzakelijk zijn. Flexibiliteit en brede inzetbaarheid zijn vereist. De werknemers moeten erop kunnen rekenen dat werkgelegenheid zoveel mogelijk gewaarborgd blijft. Dat betekent dat getracht zal worden gedwongen ontslag voor personeel in een dienstverband te voorkomen. Het mobiliteitsbeleid en het Sociaal Statuut zijn erop gericht zo nodig in overleg met vakbonden in het DGO - dat mogelijk te maken. Van werknemers wordt verwacht dat ze bereid zijn mee te werken aan mobiliteit en loopbaanontwikkeling. Het mobiliteitsbeleid en het Sociaal Statuut moeten er toe leiden, dat alle daartoe noodzakelijke instrumenten zullen worden ingezet om - binnen de kaders van de continuïteit en de onderwijskundige doelstellingen van de Stichting Onderwijs Midden-Limburg (hierna te noemen: SOML ) - een zo effectief mogelijk werkgelegenheidsbeleid te voeren. Hoewel vrijwillige overplaatsing de voorkeur heeft en zoveel mogelijk zal worden gestimuleerd, valt gedwongen overplaatsing mogelijk niet te voorkomen. Dit alles met het oog op het streven naar het behoud van werkgelegenheid binnen SOML. Slechts in een uiterste geval, als vrijwillige en gedwongen overplaatsing niet heeft geleid tot de noodzakelijke verschuivingen, zal gedwongen ontslag aan de orde zijn. Het bevorderen van mobiliteit van het personeel maakt onderdeel uit van het personeelsbeleid van SOML, ook als er geen sprake is van overformatie of een reorganisatie. In geval zich overformatie en/of een reorganisatie voordoet, kunnen de aanwezige maatregelen worden geïntensiveerd en aangevuld. Binnen interne mobiliteit onderscheiden we twee categorieën: 1. Vrijwillige interne mobiliteit. Alle werknemers kunnen op vrijwillige basis aangeven dat zij in aanmerking willen komen voor overplaatsing binnen SOML. Indien zij dit wensen, worden zij opgenomen op de interne mobiliteitslijst. Deze ontstaat bijvoorbeeld door een combinatie van verschillende factoren, zoals bijvoorbeeld verbetering woon/werksituatie, verbetering carrièremogelijkheden en jobrotation. 2. Verplichte interne mobiliteit. Redenen voor een onvrijwillige overplaatsing worden in artikel 18.4 lid 2 van de CAO- VO 2014/2015 genoemd, zoals overformatie, disfunctioneren, op advies van de bedrijfsarts en indien er sprake is van een conflictsituatie. In het geval van overformatie binnen een school kan een werknemer verplicht worden overgeplaatst binnen SOML naar eenzelfde functie bij een andere school. Uitgangspunt is dat de best mogelijke match wordt gemaakt tussen overplaatsingskandidaten en beschikbare vacatures. De ontvangende school bepaalt wat de beste match is op grond van een vooraf opgesteld profiel. Indien een instemming PGMR /8

2 medewerker die werkzaam is in een functie waar sprake is van overformatie niet kan worden overgeplaatst op grond van een zwaarwegend en objectief vast te stellen schoolbelang, dient de voorzitter Centrale Directie hiervan het College van Bestuur schriftelijk op de hoogte te stellen waarom een medewerker niet voor overplaatsing in aanmerking kan komen. Het College van Bestuur neemt op grond hiervan een besluit of betrokkene al dan niet in aanmerking kan komen voor een overplaatsing. Verplichte interne mobiliteit gaat voor op vrijwillige interne mobiliteit, tenzij de vrijwillige mobiliteit ook overformatie verhelpt. Dan heeft vrijwillige mobiliteit de voorkeur. Met behulp van mobiliteitsbevorderende maatregelen wordt getracht eventuele gedwongen overplaatsing te voorkomen, dan wel te verminderen. In principe kunnen alle werknemers op vrijwillige basis gebruik maken van de mobiliteitsbevorderende maatregelen, mits het gebruik ervan bijdraagt aan de oplossing van de overformatie. Begripsbepalingen a Een Sociaal Statuut is het geheel van afspraken tussen werkgever en de vakbonden ten aanzien van arbeidsvoorwaardelijke aangelegenheden voortvloeiend uit een overformatie of reorganisatie. b Er is sprake van overformatie als er in een bepaalde functie en/of vakgebied binnen een school te hoge personele lasten zijn ten opzichte van de beschikbare formatieruimte/het beschikbare formatiebudget. Dit blijkt uit een met instemming van de PMR vastgesteld formatieplan. c Er is sprake van een reorganisatie bij een planmatige wijziging van een of meer organisatorische eenheden of delen daarvan, dat gepaard gaat met personele gevolgen, waarbij sprake is van mogelijk gedwongen ontslag van werknemers. d Een werknemer, is degene die krachtens een arbeidsovereenkomst werkzaam is binnen SOML. e Met het begrip school, ook wel instelling genoemd, wordt bedoeld een school ressorterend onder het bevoegd gezag van SOML. f Er is sprake van verdwijnen van werkgelegenheid bij terugloop van formatie, al of niet samenhangend met reorganisatie. g Een overplaatsingskandidaat is een werknemer die op grond van overformatie binnen een school verplicht kan worden overgeplaatst binnen SOML naar een andere functie. h Van boventalligheid is sprake wanneer op basis van het formatieplan is vastgesteld dat de feitelijke bezetting naar aard, niveau en omvang de vastgestelde formatie structureel overschrijdt op bestuursniveau. i j k In fase II van het Sociaal Statuut wordt gesproken van boventallige werknemers. Boventallige werknemers zijn werknemers die met ontslag worden bedreigd. Onder functie wordt verstaan een samenstel van feitelijk opgedragen taken en/of werkzaamheden, waarmee een werknemer is belast. Van opheffing van een functie is sprake indien het samenstel van de feitelijk opgedragen taken en/of werkzaamheden in zijn geheel wordt opgeheven. instemming PGMR /8

3 l Uitwisselbare functies zijn functies die naar functie-inhoud, vereiste kennis en vaardigheden en vereiste competenties vergelijkbaar en naar niveau en beloning gelijkwaardig zijn. m Een functie is gelijkwaardig als de ene functie naar inhoud, competenties, niveau en beloning overeenkomt met de andere functie. n Als een passende functie wordt beschouwd elke functie waarvan: - kennis en vaardigheden van de werknemer binnen 6 maanden door middel van onder meer scholing in overeenstemming gebracht kunnen worden met de functie-eisen; - het functieniveau niet meer dan 2 schalen lager is dan het actuele functieniveau van de werknemer. o Als een geschikte functie wordt beschouwd een functie die niet valt onder het begrip van passende functie maar die de medewerker bereid is te vervullen, in de salarisschaal die bij de functie hoort. p Onder overplaatsing wordt verstaan de aanwijzing van een andere school c.q. scholen waaraan de werknemer werkzaamheden zal verrichten. q Formatieplan: het plan als bedoeld in artikel 18.2 van de CAO-VO 2014/2015. r Meerjarenformatieplan: dit plan geeft een overzicht van de verwachte beschikbare formatie (het totaal beschikbare budget voor personele doeleinden), de beoogde organisatiestructuur en de onderscheiden functies naar aantal, aard en niveau voor de komende vier kalenderjaren. instemming PGMR /8

4 Procedures bij interne mobiliteit en vacaturevervulling betreffende OP en OOP Interne vacatures Scholen melden structurele of vervangings-vacatures bij de Stafdienst. Doelgroep: alle interne werknemers Publicatie: via Kandidaten: sturen hun sollicitatie naar de school Interne werving is regel, externe werving is uitzondering. Dit betekent dat externe werving slechts plaatsvindt nadat is aangetoond dat er intern geen geschikte of geschikt te maken kandidaten zijn. Externe vacatures Onvervulde structurele of vervangings-vacatures die eerder intern gepubliceerd zijn, worden gepubliceerd op de website. Vacatures waarop men bij interne publicatie weinig of geen reacties verwacht worden tegelijkertijd op de website gepubliceerd. Geïnteresseerden sturen hun sollicitatie rechtstreeks naar de betreffende school. Voorrang in kandidatuur (bij structurele formatie, minimaal voor de duur van 4 jaar): De voorrangsboom is als volgt te definiëren: 1. werknemers in vaste dienst die werkzaam zijn in een functie waar sprake is van overformatie 2. werknemers tijdelijk benoemd langer dan 1 jaar in dienst die werkzaam zijn in een functie waar sprake is van overformatie 3. werknemers tijdelijk als vervanger benoemd langer dan 1 jaar in dienst die werkzaam zijn in een functie waar sprake is van overformatie 4. werknemers tijdelijk benoemd korter dan 1 jaar c.q. 1 jaar in dienst die werkzaam zijn in een functie waar sprake is van overformatie 5. personeelsleden tijdelijk benoemd ter vervanging voor 6 tot en met 12 maanden 6. leraren in een LB functie die in dienst zijn van SOML en benoembaar zijn voor een LC functie 7. parttimers die kenbaar hebben gemaakt uitbreiding van uren te wensen 8. overige personeelsleden die in dienst zijn van SOML 9. kandidaten die niet in dienst zijn van SOML. Vacature-invulling bij overformatie Overformatie ontstaat en wordt aangemerkt op het niveau van het BRIN nummer (= school), maar vanuit goed werkgeverschap dragen de scholen en de Stafdienst gezamenlijke verantwoordelijkheid en plegen zij gezamenlijke inspanning om overformatie binnen het bestuur op te lossen. De ontvangende school mag geen geschikte werknemer weigeren voor een passende vacature indien deze werkzaam is in een functie waar sprake is van overformatie. Dat kan alleen bij zwaarwegende redenen die schriftelijk aan het College van Bestuur kenbaar worden gemaakt en die worden beoordeeld door het College van Bestuur. Indien er sprake is van twijfel over een goede match op de nieuwe locatie kan desgewenst inzet van de betreffende werknemer op deze locatie worden afgesproken voor maximaal 1 schooljaar. In december van het betreffende schooljaar vindt er een tussentijdse evaluatie plaats en in maart krijgt de betreffende werknemer en de voormalige locatie duidelijkheid over het al dan niet definitief overplaatsen. Indien er meerdere werknemers zijn aangewezen die in aanmerking willen c.q. kunnen komen voor een overplaatsing en die werkzaam zijn in een functie waar sprake is van overformatie, dan beslist de ontvangende school wie het beste matcht op de vacature. instemming PGMR /8

5 Het proces van de keuze voor een overformatieve medewerker gaat als volgt: a. De ontvangende school stelt een profiel op van de gewenste kandidaat voor de vacature. In het profiel worden de volgende zaken opgenomen: - Vereiste kennis (bij OP-formatie het vakgebied en de gewenste graad van bevoegdheid). - Gewenste aantoonbare kwaliteiten gelet op de samenstelling van het team. - Gewenste competenties en vaardigheden gelet op de specifieke verantwoordelijkheden die gegeven gaan worden aan de betreffende werknemer. b. De vacature en het bijbehorende profiel wordt voorgelegd aan de werknemers die werkzaam zijn in de functie waar sprake is van overformatie. c. Werknemers die op vrijwillige basis in aanmerking willen komen voor de vacature en passen in het voorgelegde profiel gaan op gesprek bij de ontvangende school. Indien dit leidt tot een vrijwillige overplaatsing komt de betreffende medewerker de eerste 4 jaar niet meer in aanmerking voor een verplichte overplaatsing tenzij er opnieuw sprake is van overformatie én er geen andere geschikte kandidaten zijn die in aanmerking kunnen komen voor een passende vacature. Tevens ontvangt de betreffende medewerker een eenmalige beloning van 1.500,= bruto mits de hoofdaanstelling wijzigt (de hoofdaanstelling betreft de school waar de medewerker de meeste uren werkzaam is). d. Indien er geen vrijwillige kandidaten zijn of een vrijwillige kandidaat wordt niet geschikt geacht door de ontvangende school (dit dient goed onderbouwd te worden) worden de best geschikt geachte kandidaten (te bepalen door de leverende locatie) voor een gesprek uitgenodigd. Indien er voldoende kandidaten beschikbaar zijn, gaan er 3 kandidaten op gesprek. Zowel richting de kandidaat als richting de ontvangende school wordt door de leverende locatie gemotiveerd waarom gekozen is voor de betreffende voordracht van de kandidaat c.q. kandidaten. e. De ontvangende school bepaalt wie er wordt benoemd op de vacature. Na het gesprek op de ontvangende school wordt zowel aan de kandidaat als aan de leverende school gemotiveerd waarom de kandidaat is afgewezen dan wel benoemd. f. De medewerker die vanuit een situatie van overformatie verplicht van school is veranderd komt de eerste 3 jaar niet meer in aanmerking voor een verplichte overplaatsing tenzij er opnieuw sprake is van overformatie én er geen andere geschikte kandidaten zijn die in aanmerking kunnen komen voor een passende vacature. Gespreksvoering De leiding van de school voert met interne kandidaten altijd een gesprek. Een afwijzing wordt schriftelijk binnen één week aan de kandidaat gemotiveerd en persoonlijk toegelicht aan de betrokken werknemer. De leiding is verantwoordelijk voor de werving- en selectieprocedure in de eigen school. Tijdpad mobiliteit en overplaatsingen: december: inventarisatie deelnemers vrijwillige interne mobiliteit januari: aanlevering actuele lijst van deelnemers vrijwillige en verplichte interne mobiliteit januari/februari: eerste inventarisatie vacatures komende augustus en opgave fricties maart/april: klikgesprekken met kandidaten april: evaluatie en terugkoppeling naar CvB, tevens overleg knelpunten april/mei: werving van openstaande vacatures waarvoor intern geen sollicitanten zijn juni: geen onderlinge mobiliteit meer tussen de scholen behoudens goedkeuring CvB instemming PGMR /8

6 Salarisgarantie. Bij interne herplaatsing in een gelijkwaardige of passende functie, waarvan de maximumschaal lager is dan die behorend bij de door werknemer vervulde functie, garandeert SOML het actuele salaris (volgens schaal en regelnummer). Coördinatie werkgelegenheidsbeleid De Stafdienst van SOML coördineert de uitvoering van het werkgelegenheidsbeleid en heeft daarbij de volgende taken: a Het beheer van de mobiliteitslijst waarop zowel de overplaatsingskandidaten c.q. boventallige werknemers staan als werknemers die vrijwillig overgeplaatst willen worden. b Het up to date houden van een intern vacaturebestand. c Het beheer van het bestand (potentiële) eigen wachtgelders en de bewaking van de eigen wachtgeldersbepaling. d Het beheer van belangstellingsregistratie van de werknemers om in aanmerking te komen voor een overplaatsing (o.a. voortvloeiend uit de functioneringsgesprekken). e Advisering over mogelijke overplaatsing. f Belanghebbenden inzicht verschaffen in potentiële interne overplaatsingsmogelijkheden. Bij verplaatsing van een functie Bij de verplaatsing van een functie naar een andere locatie, volgt de functiehouder in principe de functie. Bij de verplaatsing van een functie naar een andere locatie, waarbij in principe in de oorspronkelijke locatie(s) meerdere functiehouders zijn, volgt in principe die functiehouder de functie die zich daarvoor vrijwillig aanmeldt. Zijn er meerdere vrijwilligers onder deze functiehouders, dan wordt op basis van een sollicitatieprocedure de meest geschikte functiehouder gekozen. Mobiliteitsbevorderende maatregelen De mobiliteitsbevorderende maatregelen zijn van toepassing op medewerkers die als gevolg van overformatie op organisatie- c.q. instellingsniveau dan wel vrijwillig dan wel verplicht zijn c.q. worden overgeplaatst, tenzij in het betreffende lid anders is vermeld. In principe vindt er geen cumulatie plaats van onderstaande mobiliteitsbevorderende maatregelen regelingen plaats. Bij een combinatie van bepaalde regelingen met een vertrekpremie worden de gemaakte kosten van de andere regelingen in mindering gebracht op de vertrekpremie. 1. Om-, her- en bijscholing Het beleid is erop gericht werknemers die werkzaam zijn in een functie waar sprake is van overformatie, indien mogelijk, door scholing geschikt te maken voor een andere functie binnen of buiten SOML. De hieruit voortvloeiende reis- en studiekosten worden volledig vergoed. De cursustijd (inclusief reistijd) die valt binnen ingeplande lesgevende en nietlesgevende taken, wordt aangemerkt als werktijd. Nadere afspraken over de door de werknemer te volgen scholing worden door werkgever en werknemer vastgelegd in een studieovereenkomst. 2. Kwijtschelding studiekosten Als de werknemer die werkzaam is in een functie waar sprake is van overformatie ontslag neemt, worden de gemaakte studiekosten (gedeeltelijk) kwijtgescholden. 3. Stage/detachering/onbezoldigd buitengewoon verlof Als een andere werkgever dan SOML en een werknemer voornemens zijn een arbeidscontract met elkaar aan te gaan, maar er redenen zijn om zich eerst op elkaar te oriënteren, dan kan de werknemer een stage volgen, dit in onderling overleg met SOML eventueel met behoud van salaris mits dit bijdraagt aan het reduceren van overformatie. instemming PGMR /8

7 In geval van detachering van de betreffende werknemer bij een andere werkgever, betreft de duur van een detacheringsovereenkomst maximaal één jaar. De werknemer kan, in onderling overleg met SOML, worden vrijgesteld van werkzaamheden bij SOML, dan wel kan hem/haar voor de periode van maximaal twee jaar onbezoldigd buitengewoon verlof worden verleend. Gedurende fase I van het Sociaal Statuut heeft de werknemer recht op een terugkeergarantie en neemt het College van Bestuur - bij de variant van onbezoldigd buitengewoon verlof - de volledige doorbetaling van de pensioenpremie voor haar rekening. 4. Sollicitatieverlof Aan werknemers - die extern solliciteren - zal op verzoek van de betreffende werknemer en in onderling overleg met SOML buitengewoon verlof met behoud van salaris worden verleend mits dit bijdraagt aan het reduceren van de overformatie. 5. Korte(re) opzegtermijn Indien een werknemer een baan buiten SOML gevonden heeft, is SOML bereid op verzoek van de betreffende werknemer een kortere dan de wettelijk geldende opzegtermijn in acht te nemen, zodat werknemer eerder kan starten aan zijn/haar nieuwe baan mits dit bijdraagt aan het reduceren van overformatie. 6. Tegemoetkoming verhuiskosten en/of loonsuppletie Per geval wordt bezien of betrokken werknemer in aanmerking komt voor een tegemoetkoming in verhuiskosten en /of loonsuppletie. Uitgangspunt voor de vaststelling van de verhuiskostenvergoeding is de regeling in de vigerende CAO-VO. 7. Tegemoetkoming extra reiskosten Werknemers die werkzaam zijn in een functie waar sprake is van overformatie bij wie de afstand tussen woning en werk groter wordt als gevolg van een overplaatsing binnen SOML krijgen voor zover de enkele reisafstand meer dan vijf kilometer bedraagt voor de extra kilometers die zij dienen te reizen gedurende maximaal 2 jaar een extra vergoeding van 0,16 per extra kilometer naast de reguliere woon-werkvergoeding (conform CAO-VO). Op basis van de fiscale wetgeving wordt deze extra vergoeding gedeeltelijk onbelast en gedeeltelijk belast. Werknemers die werkzaam zijn in een functie waar sprake is van overformatie, die elders buiten SOML een betrekking aanvaarden en als gevolg daarvan meer reiskosten hebben, kunnen - gedurende een periode van twee jaar - de meerkosten vergoed krijgen. Dit wordt per geval beoordeeld. 8. Tegemoetkoming reistijd 1 Werknemers die werkzaam zijn in een functie waar sprake is van overformatie die vrijwillig dan wel verplicht worden overgeplaatst binnen SOML en als gevolg hiervan extra reistijd hebben, worden hiervoor gedurende 2 jaar gecompenseerd. Extra reistijd wordt het eerste jaar volledig verdisconteerd in de taakbelasting (reistijd = werktijd) en het tweede jaar voor 50% verdisconteerd in de taakbelasting. Extra reistijd wordt berekend aan de hand van routenet.nl op basis van de optimaal-route. 1 In het taakbeleid van SOML is een compensatieregeling opgenomen voor pendelaars (werknemers die op een en dezelfde dag lesgeven op twee of meer scholen van de Stichting). instemming PGMR /8

8 9. Eenmalige beloning vrijwillige mobiliteit bij overformatie Indien een medewerker die werkzaam is in een functie waar sprake is van overformatie vrijwillig wordt overgeplaatst 2 naar een andere school ontvangt hij/zij een eenmalige beloning van 1.500,= bruto mits de hoofdaanstelling wijzigt. 10. Loopbaanadvies/outplacementbegeleiding Indien dat reële mogelijkheden biedt tot het verwerven van een andere passende werkkring heeft een werknemer, in onderling overleg met SOML, recht op loopbaanadvies of outplacementbegeleiding mits dit bijdraagt aan het reduceren van overformatie. 11. Vertrekpremie Om de werknemers die werkzaam zijn in een functie waar sprake is van overformatie te stimuleren buiten SOML een werkkring te aanvaarden, kan bij vertrek een premie worden toegekend. Voorwaarde is, dat de overformatie aantoonbaar en evenredig wordt verminderd. Bovenstaande opsomming is niet limitatief. Al naar gelang de situatie kunnen ook andere middelen ter bevordering van de mobiliteit worden ingezet. De in te zetten middelen moeten in verhouding staan tot de bijdrage aan het oplossen van de overformatie. 2 De intentie om overgeplaatst te willen worden bij overformatie is hierbij relevant. Dit betekent dat wanneer een medewerker eerst op proef wordt geplaatst hij/zij op dit moment reeds de eenmalige beloning ontvangt en hierop niet hoeft te wachten tot een definitieve overplaatsing is gerealiseerd. instemming PGMR /8