Bijlage 5.1 Tweede Tussenrapportage 2014

Transcriptie

1 Bijlage 5.1 Tweede Tussenrapportage Inleiding De Tweede Tussenrapportage 2014 gaat in op de financiële wijzigingen in de Begroting 2014 ten opzichte van de stand Kadernota 2015 / Eerste Tussenrapportage Vanwege de financiële situatie zijn de ramingsaanpassingen kritisch beschouwd. Alleen mutaties die onvoorzien, onvermijdbaar en onuitstelbaar zijn worden in de Tweede Tussenrapportage 2014 opgenomen. De Tweede Tussenrapportage 2014 wordt gelijktijdig met de Begroting 2015 aan uw Raad voorgelegd. Beide stukken zijn in financieel opzicht met elkaar verbonden: de structurele doorwerking van de mutaties in de Tweede Tussenrapportage 2014 wordt meegenomen in de Begroting 2015 en de Meerjarenraming In paragraaf 2 wordt het actuele financiële beeld geschetst. De mutaties worden in paragraaf 3 nader toegelicht. De beslispunten zijn opgenomen in het Raadsbesluit bij de Begroting Financieel beeld Tweede Tussenrapportage 2014 Onderstaande tabel geeft een overzicht van de mutaties per programma. Mutaties Tweede Tussenrapportage 2014 (bedragen in ) Bestuur Burgerdiensten Openbare orde en veiligheid Openbare ruimte Economie Onderwijs en kinderopvang Cultuur, recreatie en sport Inkomensvoorzieningen Zorgvoorzieningen Milieu Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Totaal (+ = voordeel / - = nadeel) Het forse effect van de Tweede Tussenrapportage op het begrotingssaldo 2014 heeft enkele duidelijk aanwijsbare en onontkoombare (niet-beïnvloedbare) oorzaken, namelijk de daling van de uitkeringen uit het gemeentefonds ( ); de onvermijdelijke kosten voor voormalig personeel ( ); de neerwaartse bijstelling van de raming van de opbrengsten van de bouwleges ( ); en de extra lasten in verband met inhuur ( ). Deze vier mutaties leiden opgeteld tot een neerwaarts effect van

2 De mutaties in de Tweede Tussenrapportage 2014 hebben per saldo dus een forse verslechtering van het saldo van baten en lasten in 2014 tot gevolg. Dit saldo wordt betrokken bij de opstelling van de Jaarrekening Een deel van de mutaties heeft tevens een doorwerking naar 2015 en verdere jaren. Deze doorwerking wordt meegenomen in het financieel perspectief zoals dat geschetst wordt in de Begroting 2015 (zie Aanbiedingsbrief bij de Begroting 2015). 3. Toelichting per programma Onderstaand worden per programma worden de mutaties op functieniveau toegelicht. Programma 1. Bestuur 001 Bestuursorganen Totaal Lasten Bestuursorganen Totaal Baten Saldo van lasten en baten voor bestemming Storting in reserves programma 1 Onttrekking aan reserves programma 1 Saldo mutaties reserves programma Saldo van lasten en baten na bestemming De mutatie op programma 1 heeft betrekking op de pensioenvoorzieningen van voormalige wethouders. Met een aantal voormalig wethouders is afgesproken hun pensioen af te kopen (in plaats van maandelijkse afdracht jarenlang). Dit heeft geleid tot incidenteel hogere lasten van Hier staat aan de batenkant een onttrekking aan de daarvoor bedoelde voorziening van tegenover. Gelet op prognose van reguliere lasten in verband met de pensioenvoorziening van voormalige wethouders wordt de raming van de lasten op functie 001 vanaf 2015 structureel met verhoogd. Programma 2. Burgerdiensten De raming van de lasten en baten op programma 2 wordt in de Tweede Tussenrapportage 2014 niet aangepast.

3 Programma 3. Openbare orde en veiligheid 160 Opsporing en ruiming conventionele explosieven Totaal Lasten Geen mutaties Totaal Baten Saldo van lasten en baten voor bestemming Storting in reserves programma 3 Onttrekking aan reserves programma 3 Saldo mutaties reserves programma Saldo van lasten en baten na bestemming De mutatie op programma 3 betreft hogere lasten in verband met de opsporing en ruiming van explosieven binnen de gemeentegrenzen. Tegenover deze hogere lastenraming staat de ontvangst van extra baten uit het gemeentefonds voor dit doel. Deze extra baten zijn verwerkt op functie 921 (Algemene uitkering) op programma 12. Voor het totale begrotingssaldo heeft deze mutaties per saldo dus geen effect. Programma 4. Openbare ruimte 210 Wegen, straten, pleinen en verkeersmaatregelen Totaal Lasten Wegen, straten, pleinen en verkeersmaatregelen Totaal Baten Saldo van lasten en baten voor bestemming Storting in reserves programma 4 Onttrekking aan reserves programma 4 Saldo mutaties reserves programma Saldo van lasten en baten na bestemming

4 Op programma 4 doet zich een aantal mutaties voor, die per saldo geen effect hebben op het totale begrotingssaldo. Het project Ontpoldering Noordwaard loopt door tot 31 oktober Voor het voltooien van dit project wordt tot die datum een projectleider ingehuurd. De lasten die hiermee samenhangen worden gedekt uit de voorziening Onderhoud infrastructuur Noordwaard. Het gaat om een bedrag van in 2014 en in Bij de overname van bruggen in het plan ontpoldering Noordwaard moeten regelmatig bruggen worden geïnspecteerd. Omdat de gemeente hiervoor geen specialist in dienst heeft wordt deze ingehuurd bij een adviesbureau. Dit heeft in de en in hogere lasten tot gevolg. Deze hogere lasten worden gedekt uit de voorziening Onderhoud infrastructuur Noordwaard. In verband met het vervangen van de waterleiding in de Zandsteeg is het niet mogelijk de geplande werkzaamheden in 2014 uit te voeren, waardoor een bedrag van in 2014 niet tot besteding zal komen (lagere lasten). Dit bedrag wordt in voorziening Financiering reconstructies wegen gestort (hogere lasten). In 2015 worden de kosten voor het herstraten (reconstructie) van de Zandsteeg geheel gedekt uit deze voorziening. Programma 5. Economie 561 Openlucht recreatie Totaal Lasten Geen mutaties Totaal Baten Saldo van lasten en baten voor bestemming Storting in reserves programma 5 Onttrekking aan reserves programma 5 Saldo mutaties reserves programma Saldo van lasten en baten na bestemming Gemiddeld genomen is de afgelopen vijf jaar op functie uitgegeven aan elektriciteit van gebouwen en terreinen. Per jaar fluctueert het sterk. Voor 2014 wordt een overschrijding van verwacht. Met Enexis zullen de diverse kasten beoordeeld worden op het vermogen om zo nodig aangepast te worden. Verwachting is een reductie van de vastrechtvergoeding en daarmee een minder grote overschrijding vanaf 2015.

5 Programma 6. Onderwijs en kinderopvang 480 Gemeenschappelijke lasten en baten onderwijs Totaal Lasten Gemeenschappelijke lasten en baten onderwijs Totaal Baten Saldo van lasten en baten voor bestemming Storting in reserves programma Onttrekking aan reserves programma 6 Saldo mutaties reserves programma Saldo van lasten en baten na bestemming Op programma 6 doen zich op functie 480 de volgende twee mutaties voor. De maatschappelijke stage is vanaf schooljaar niet meer verplicht. De middelen die gemeenten en scholen nu nog van het Rijk ontvangen, worden vanaf dat schooljaar beëindigd. De gemeente Werkendam wil de maatschappelijke stage vanaf genoemd schooljaar voortzetten. Op basis van het Collegebesluit van 12 augustus 2014 terzake wordt vanaf 2014 de lastenraming voor maatschappelijke stage structureel met verhoogd. Conform het Collegebesluit van 26 augustus 2014 wordt het ongebruikte restant van de voorziening Onderhoud schoolgebouwen toegevoegd aan de reserve Huisvesting MFA's. Met ingang van 1 januari 2015 worden schoolbesturen voor primair onderwijs financieel verantwoordelijk voor het gehele gebouwonderhoud van hun scholen. Zij kunnen dan geen beroep meer doen op de gemeente. De Voorziening onderhoud schoolgebouwen valt daardoor vrij. Door toevoeging van het restant van deze voorziening wordt de toekomstige noodzakelijke verhoging van de jaarlijkse storting in de Reserve Huisvesting MFA's gemitigeerd. Programma 7. Cultuur, recreatie en sport 630 Sociaal Cultureel Werk Totaal Lasten

6 Geen mutaties Totaal Baten Saldo van lasten en baten voor bestemming Storting in reserves programma 7 Onttrekking aan reserves programma Saldo mutaties reserves programma Saldo van lasten en baten na bestemming De mutatie op programma 7 heeft betrekking op hogere lasten in 2014 in verband met het buitenschilderwerk van de Stichting Buurthuis De Burcht ( 3.600) en de verhuizing van Shantykoor De Biesbosch naar Flambouw ( 1.000). Dekking van deze lasten vindt conform het collegebesluit van 26 augustus 2014 plaats ten laste van de reserve Kapitaalwerken. Per saldo hebben deze mutaties geen effect op het begrotingssaldo. Programma 8. Inkomensvoorzieningen 610 Bijstandsverlening Gemeentelijk minimabeleid Participatiebudget 0 Totaal Lasten Bijstandsverlening Totaal Baten Saldo van lasten en baten voor bestemming Storting in reserves programma 8 Onttrekking aan reserves programma 8 Saldo mutaties reserves programma Saldo van lasten en baten na bestemming De hogere lasten op functie 610 (Bijstandsverlening) hebben in 2014 met name te maken met meer aanvragen voor een uitkering in het kader van de Bbz (bijstandsverlening voor zelfstandigen). Het gaat om meer aanvragen voor het om niet zetten van Bbz-leningen ( ) en meer aanvragen voor Bbz-bedrijfskapitaal ( ). Vanaf 2015 wordt de hogere lastenraming veroorzaakt door meer verwachte aanvragen voor loonkostensubsidies ( ) en meer aanvragen voor het om niet zetten van Bbz-leningen ( ). De hogere baten op functie 610 hebben betrekking op de uitkeringen van het Rijk voor het inkomensdeel WWB en de Bbz-regeling (met name 2014).

7 In de Tweede Tussenrapportage 2014 is geen cijfermatige vertaling gemaakt van de verwachting van hogere lasten die samenhangen met meer beroep op de bijstand (WWB). Een eerste inschatting wijst op een tekort op het inkomensdeel WWB van De mogelijkheid bestaat een aanvullende uitkering van het Rijk aan te vragen van maximaal Het tekort over 2014 zou dan bedragen. Een dergelijke omvang van overschrijding van het budget komt overeen met de overschrijding die in de Jaarrekening 2013 is gemeld. Op functie 614 (Gemeentelijk minimabeleid) is 2014 sprake van hogere lasten van in verband met de koopkrachttegemoetkoming (Septembercirculaire 2014). Huishoudens met een inkomen tot 110% van het sociaal minimum hebben in 2014 recht op een koopkrachttegemoetkoming. De uitvoering van deze maatregel wordt belegd bij de gemeenten en voor een beperkte doelgroep bij de Sociale Verzekeringsbank. Voor de uitkeringslasten en uitvoeringslasten van deze maatregelen ontvangt de gemeente in 2014 een decentralisatie-uitkering uit het gemeentefonds (zie ook de toelichting bij programma 12). Verder is op functie 614 vanaf 2014 sprake van structureel hogere lasten in verband met meer aanvragen voor schuldhulpverlening. Binnen het budget voor participatie (functie 623) vinden twee mutaties plaats, die per saldo geen effect hebben op het begrotingssaldo. Enerzijds is namelijk sprake van lagere lasten in verband met lagere WIW-loonkosten door de uitstroom van één werknemer en anderzijds van hogere lasten in verband met hogere trajectkosten door het werken naar loonwaarde. Programma 9. Zorgvoorzieningen NB. Op programma 9 is in verband met de decentralisatie van de Jeugdzorg en de AWBZ naar de Wmo vanaf 2015 sprake van een nieuwe functie-indeling (661 en 662 zijn toegevoegd). 622 Huishoudelijke verzorging (Wmo) Voorziening gehandicapten Maatwerkvoorzieningen Natura materieel Wmo Maatwerkvoorzien. Natura immaterieel Wmo Openbare gezondheidszorg Jeugdgezondheidszorg uniform deel Totaal Lasten Geen mutaties Totaal Baten

8 Saldo van lasten en baten voor bestemming Storting in reserves programma 9 Onttrekking aan reserves programma 9 Saldo mutaties reserves programma Saldo van lasten en baten na bestemming Op programma 9 doen zich alleen aan de lastenkant mutaties voor. Op functie 622 (Huishoudelijke verzorging Wmo) is in 2014 per saldo sprake van lagere lasten. Dit bedrag bestaat uit structureel hogere lasten voor de Wmo-adviesraad ( 5.000, vanaf 2015 weergegeven op functie 662), lagere lasten door minder zorg in natura in verband met een toename van de verstrekkingen op basis van de PGB+-regeling ( ) en hogere lasten als gevolg van een blijvende toename van het beroep op de PGB+-regeling ( ). Er is voor gekozen de nu verwachte onderuitputting op het budget voor de huishoudelijke verzorging op dit moment niet aan de reserve Wmo toe te voegen. Bij de opstelling van de Jaarrekening 2014 zal nadrukkelijk worden gekeken of het resultaat de mogelijkheid biedt om de daadwerkelijk gerealiseerde onderuitputting op het budget voor huishoudelijke verzorging alsnog aan de reserve Wmo toe te voegen. Daarmee kan een verdere buffer gecreëerd worden voor de mogelijke financiële risico s van de decentralisatie van de AWBZ naar de Wmo. In het Zorgakkoord van 2013 is opgenomen dat de uitkering voor de huishoudelijke verzorging in het kader van de Wmo met 40% gekort zal worden. In de Meicirculaire 2014 is de uitkering vanaf 2015 met 25% neerwaarts bijgesteld. Dit is in de Begroting 2015 verwerkt (zie Aanbiedingsbrief). Over de resterende 15% korting is in de Meicirculaire 2014 en ook in de Septembercirculaire 2014 verder niets gemeld. Omdat hierover nu geen duidelijkheid bestaat is hierop in de cijfers nog niet geanticipeerd. Op het moment dat die duidelijkheid er wel is zal in de Eerste Tussenrapportage 2015 hierop teruggekomen worden. Met betrekking tot de voorzieningen voor gehandicapten (functie 652) is sprake van een totaal hogere lastenraming van De verhoging bestaat uit hogere lasten in verband met een extra aanpassing in de nieuwbouw in Sleeuwijk in verband met het scheiden van wonen en zorg. Verder vindt een aanpassing plaats van de taakstelling op collectief vervoer van Na vertraging in de besluitvorming is nu duidelijk dat de eerder overeenkomen taakstelling van in 2014 niet geheel gehaald zal worden, de in 2014 te behalen taakstelling is verlaagd naar Daarnaast is sprake van hogere lasten ad voor de verstrekking van rolstoelen. De huidige gekantelde verordening en beleidsregels geven in principe minder ruimte voor verstrekking van rolstoelen, er wordt meer verwezen naar uitleenmiddelen vanuit de Zorgverzekeringswet. In 2014 is echter jaar een aantal PGB-verstrekkingen toegekend voor rolstoelvoorzieningen die de kosten verhogen. In de toekomst nemen de kosten toe in het kader van de vergrijzing en scheiden wonen en zorg. Hiervoor wordt de lastenraming vanaf 2015 met verhoogd. Dit is weergegeven op functie 661 (Individuele voorzieningen materiaal Wmo). Op functie 662 (Ondersteuning voorzieningen immaterieel Wmo) is vanaf 2015 de eerder genoemde extra lastenraming van voor WmoWmo-adviesraad opgenomen.

9 De begroting van de GGD is over meerdere posten verspreid. In 2015 heeft de GGD voor het eerst een duidelijke onderverdeling in de begroting gemaakt tussen algemene volksgezondheid (functie 714) en jeugdgezondheidszorg (functie 715). Als gevolg daarvan moet op functie 714 de lastenraming vanaf 2015 met verlaagd en op functie 715 met verhoogd worden. Op functie 715 is verder sprake van een opwaartse bijstelling van de lastenraming van in In 2015 is sprake van een lagere lastenraming van Vanaf 2016 bedraagt de lagere lastenraming structureel De hogere lasten in 2014 hebben met name te maken met de kosten voor het CJG. Het CJG is vanaf 2015 de toegangspoort tot de jeugdzorgtaken. Om hiervoor klaar te zijn is in 2014 fors geïnvesteerd (meer personele kosten (wijkteams jeugd), meer deskundigheidsbevordering, meer coördinatie in de opstartfase, meer scholing, een doorontwikkeling van het registratiesysteem, etc.). De invoeringskosten die de gemeente hiervoor ontvangen heeft zijn niet toereikend. De te maken kosten zijn onvermijdbaar wil de gemeente op 1 januari 2015 klaar zijn voor haar taken. De lagere lastenraming vanaf 2015 hangt samen met een administratief-technische mutatie naar de nieuwe IV3-functie 761 in verband met de decentralisatie van de Jeugdzorg. De lasten op deze nieuwe functie zijn betrokken in de opstelling van de Begroting 2015 en de Meerjarenraming Opgemerkt wordt dat op het gebied van Jeugdzorg en het CJG financiële risico s worden gezien. Uit de eerste regionale begrotingen blijkt dat een fors deel van het budget voor de decentralisatie van de Jeugdzorg op zal gaan aan de specialistische jeugdzorg. Zelfs inclusief de middelen die vanuit de integratie-uitkering sociaal domein lokaal in ons CJG ingezet kunnen worden lijkt een overschrijding van het CJG-budget aannemelijk. Als er meer zicht is op de mogelijke overschrijding wordt dit betrokken bij de Eerste Tussenrapportage Programma 10. Milieu 721 Afvalverwijdering en -verwerking Riolering Milieubeheer Totaal Lasten Afvalverwijdering en - verwerking Milieubeheer Baten reinigingsrechten en afvalstoffenheffing Baten rioolheffing Totaal Baten

10 Saldo van lasten en baten voor bestemming Storting in reserves programma Onttrekking aan reserves programma 10 Saldo mutaties reserves programma Saldo van lasten en baten na bestemming De ramingen van de lasten en baten inzake afvalverwijdering en -verwerking (functie 721) zijn op basis van de verwachtingen ten aanzien van de afvalstromen geactualiseerd. Vanaf 2015 is tevens een raming opgenomen van voor de verwachte bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling Nazorg stortplaats. Op functie 722 (Riolering) is de lastenraming met verlaagd in verband met lagere dan geraamde kosten voor het vervangen van huis- en kolkaansluitingen. Op functie 725 (Baten reinigingsrechten en afvalstoffenheffing) zijn de baten op basis van actualisatie van gegevens met structureel verlaagd. De verlaging van de baten op functie 726 (Baten rioolheffing) is het gevolg van minder dan geraamde baten uit rioolrechten van woningen en niet-woningen volgens opgave van SVHW. De ramingen van de baten en lasten op functie 721, 722, 725 en 726 zijn conform de geldende systematiek geëgaliseerd via de reserve egalisatie afvalstoffenheffing respectievelijk riolering. Per saldo hebben deze mutaties geen invloed op het totale begrotingssaldo. De hogere raming van de lasten van op functie 723 (Milieubeheer) betreft ten eerste de verwerking van het Collegebesluit van 26 augustus 2014 om de door de gemeente Werkendam ontvangen SLoK-gelden ad (zie ook de batenkant) in te zetten voor PV-installaties op gemeentelijke gebouwen. Verder is sprake van een neerwaartse bijstelling van van de raming van de bijdrage aan de Omgevingsdienst. Per 1 januari 2014 heeft de gemeente een bedrag van extra ontvangen in het gemeentefonds in verband met de overdracht van provinciale taken ten aanzien van milieu-inrichtingen. Dit bedrag is in eerste instantie één-op-één als uitgave geraamd. Er loopt een intensieve discussie met de Omgevingsdienst over de hoogte van het bedrag waar zij recht op hebben. Het wachten is nog op een uitvoeringsprogramma. Tot op heden is een eerste voorstel door de Omgevingsdienst ingediend. Met de daaruit resulterende lagere bijdrage aan de Omgevingsdienst is in deze Tweede Tussenrapportage 2014 gerekend. 11. Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Geen mutaties Totaal Lasten Ruimtelijke ordening Bouwvergunningen Totaal Baten

11 Saldo van lasten en baten voor bestemming Storting in reserves programma 11 Onttrekking aan reserves programma 11 Saldo mutaties reserves programma Saldo van lasten en baten na bestemming Op functie 810 is in 2014 sprake van meer baten uit legesinkomsten dan geraamd. De baten uit leges voor bouwvergunningen (functie 823) blijven in 2014 achter bij de raming. De afgelopen twee jaar hebben vergunningaanvragen van de Noordwaard en van diverse andere grote projecten (Nieuwe Es e.d.) de mindere baten uit bouwleges als gevolg van de crisis kunnen mitigeren. Inmiddels zijn de vergunningen voor deze grote projecten nu vrijwel allemaal verleend. Voor de resterende maanden van 2014 worden geen grote projecten meer verwacht. Daarnaast zijn door de inwerkingtreding van de Wabo steeds meer bouwwerken vergunningsvrij. Om deze redenen wordt de raming van de baten uit bouwleges voor 2014 met naar beneden bijgesteld. 12. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 960 Saldo van kostenplaatsen Totaal Lasten Algemene uitkering Baten onroerendezaakbelasting gebruikers Baten onroerendezaakbelasting eigenaren Totaal Baten Saldo van lasten en baten voor bestemming Storting in reserves programma 12 Onttrekking aan reserves programma 12 Saldo mutaties reserves programma Saldo van lasten en baten na bestemming De bijstellingen van de lasten (zowel positief als negatief) die samenhangen met de bedrijfsvoering zijn verwerkt op functie 960 (Saldo kostenplaatsen). De volgende mutaties zijn op deze functie verwerkt:

12 Overschrijding inhuur Facilitaire kosten Voormalig personeel Woon-werkvergoedingen E-HRM Totaal Inhuur in verband met ziekte, vacatures of piekbelasting die niet kan worden opgevangen door de overige medewerkers vindt plaats ten laste van het vacaturebudget. Dit budget bestaat enerzijds uit een structureel in de begroting aanwezig bedrag van en wordt anderzijds gevoed door vrijvallende middelen ten gevolge van aanwezige vacatures. De omvang van het vacaturebudget fluctueert gedurende het jaar, aangezien deze afhankelijk is van de ontstane vacatures. Uit de meest recente confrontatie van budget en verwachte uitgaven blijkt dat op basis van de geprognotiseerde uitgaven voor 2014 uitgegaan moet worden van een overschrijding van het budget met Gelet op de noodzaak van continuering van een goede bedrijfsvoering wordt deze overschrijding in deze Tussenrapportage aan de Raad gemeld. Voor diverse facilitaire kosten is de lastenraming verhoogd. Het gaat daarbij om: o structureel hogere lasten van voor bureau-, schrijf- en tekenbehoeften; o structureel hogere lasten van voor het onderhoud van vervoermiddelen en installaties (de installaties zijn inmiddels meer dan tien jaar oud, waardoor structureel meer reparatie en vervanging nodig blijkt); o incidenteel hogere lasten in 2014 van voor kopieerapparatuur (het voordeel van de nieuwe aanbesteding is al verwerkt in de raming van 2014, maar de huidige printers worden pas eind van dit jaar vervangen, dan moeten gelijk de printopdrachten van de huidige printers worden afgerekend); o incidenteel hogere lasten in 2014 van voor porto- en vrachtkosten (kosten nemen toe, onder andere door tariefverhoging, hetgeen niet voldoende gecompenseerd wordt door een afname van het aantal poststukken). In 2008 is aan een aantal medewerkers gevraagd of zij -in het belang van de organisatiegebruik wilden maken van een seniorenregeling. Met deze regeling zijn zij gecompenseerd voor het feit dat zij eerder dan de pensioengerechtigde leeftijd zijn gestopt met werken. Voor hen is een compensatieplan afgesloten bij Loyalis. Een onderdeel van het compensatieplan was een aanvulling op het ouderdomspensioen, zijnde 50% van het verschil tussen het ouderdomspensioen op 65-jarige leeftijd en het ouderdomspensioen op de ontslagdatum. In 2014 werd duidelijk dat deze medewerkers wel zijn gecompenseerd voor het verlies aan pensioenjaren (alle jaren die voor het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd liggen), maar niet voor de financiële waarde van het pensioen (het bedrag aan pensioen dat zou zijn opgebouwd als de medewerker tot 65 jaar in dienst was gebleven). Dit was wel de bedoeling en is ook toegezegd. Reparatie heeft inmiddels plaatsgevonden, met als gevolg dat er in 2014 sprake is van hogere lasten dan geraamd.

13 Doordat personeel steeds minder uit de nabije regio komt zijn de afgelopen jaren de reiskosten woon-werk steeds verder gestegen, waardoor het budget diverse malen is overschreden. Om deze reden wordt de raming van de lasten op dit budget vanaf 2014 structureel met verhoogd. Gelet op uitbesteding van diverse specialistische werkzaamheden (kosten E-HRM systeem, begeleiding professionalisering PSA/E-HRM, juridische advisering en de deskundige begeleiding Functiewaarderingstrajecten) is vanaf 2015 sprake van hogere lasten van voor uitbesteed werk. Verder is de lastenraming voor 2015 met verhoogd in verband met het in dat jaar te organiseren Medewerkertevredenheidsonderzoek. Op functie 960 worden ook de lasten verantwoord die samenhangen een aantal investeringen. De Raad wordt gevraagd een krediet van beschikbaar te stellen voor de aanschaf van een nieuw toegangsregistratiesysteem. De hiermee samenhangende kapitaallasten zijn reeds eerder in de Eerste Tussenrapportage 2014 verwerkt. Daarnaast wordt de Raad gevraagd bovenop het in het Investeringsplan opgenomen krediet van een aanvullend krediet van beschikbaar te stellen voor de aanschaf van een tractor en twee kiepkarren. Daarbij wordt de Raad tevens voorgesteld de afschrijvingstermijn voor de tractor en de twee kiepkarren vanwege de zeer degelijke kwaliteit en de aard van de werkzaamheden vast te stellen op 25 jaar, dit in afwijking van de in de Nota Activerings-, Reserve- en Voorzieningenbeleid opgenomen afschrijvingstermijn van 8 jaar. Aan de batenkant is in 2014 van een aantal mutaties. De aanpassing van de uitkering uit het gemeentefonds (functie 921) bestaat uit drie mutaties. Op basis van de Meicirculaire en de Septembercirculaire 2014 is de raming van de baten in 2014 per saldo met neerwaarts bijgesteld. De bijstelling van de uitkering over oudere jaren bedraagt negatief. Daarnaast is sprake van een extra uitkering uit het gemeentefonds voor de opsporing en ontruiming van explosieven van (zie ook de toelichting bij programma 3) en voor een eenmalige koopkrachttegemoetkoming 2014 van (zie ook de toelichting bij programma 8). Op basis van opgave van SVHW komt in 2014 voor een bedrag van minder baten uit de onroerendzaakbelasting dan geraamd binnen. De verklaring van SVHW hiervoor is gelegen in meer bezwaarschriften, nieuwe jurisprudentie voor verzorgingshuizen en een verschuiving van niet-woningen naar woningen. Opgemerkt wordt dat op dit moment de toeristenbelasting onderwerp van discussie met SVHW is. De invoering van de Werkkostenregeling per 1 januari 2015 heeft voor de gemeente Werkendam mogelijk nadelige financiële consequenties. Gegeven het uitgangspunt dat regelingen voor het personeel niet aangepast worden leidt de invoering van de Werkkostenregeling in 2015 naar verwachting tot een financieel nadeel. De omvang hiervan is op dit moment niet in te schatten. Dat geldt ook voor de invoering van de vennootschapsbelasting voor gemeenten per 1 januari Daarvoor zullen in 2015 voorbereidende werkzaamheden verricht moeten worden, zoals het aanpassen van de totale financiële administratie. De kosten daarvan zijn op voorhand niet in te schatten. Vooralsnog wordt voor beide onderwerpen daarom nu het nadeel wel aangekondigd, maar vindt de financiële verwerking dan in de Eerste Tussenrapportage 2015.

14 4. Samenvatting en voorstel De mutaties uit hoofde van de Tweede Tussenrapportage 2014 leiden tot het volgende totaalbeeld. Mutaties Tweede Tussenrapportage 2014 (bedragen in ) Bestuur Burgerdiensten Openbare orde en veiligheid Openbare ruimte Economie Onderwijs en kinderopvang Cultuur, recreatie en sport Inkomensvoorzieningen Zorgvoorzieningen Milieu Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Totaal (+ = voordeel / - = nadeel) Bovenstaande mutaties hebben per saldo in 2014 een forse verslechtering van het saldo van baten en lasten tot gevolg. De mutaties hebben een licht positieve doorwerking naar 2015 en verdere jaren. Deze doorwerking wordt meegenomen in de opstelling van de Begroting 2015 en de Meerjarenraming, zoals ook verwoord in de Aanbiedingsbrief bij de Begroting De Raad wordt ten aanzien van de Tweede Tussenrapportage 2014 voorgesteld: de Tweede Tussenrapportage 2014 en de structurele doorwerking daarvan naar de Begroting 2015 en de Meerjarenraming vast te stellen; het saldo 2014 van de Tweede Tussenrapportage 2014 te betrekken bij de opstelling van de Jaarrekening 2014; een krediet van beschikbaar te stellen voor de aanschaf van een nieuw toegangsregistratiesysteem (de hiermee samenhangende kapitaallasten zijn in de Eerste Tussenrapportage 2014 verwerkt; een aanvullend krediet van beschikbaar te stellen voor de aanschaf van een tractor en twee kiepkarren; vanwege de zeer degelijke kwaliteit en de aard van de werkzaamheden de afschrijvingstermijn van de tractor en de twee kiepkarren vast te stellen op 25 jaar, dit in afwijking van de in de Nota Activerings-, Reserve- en Voorzieningenbeleid opgenomen afschrijvingstermijn van 8 jaar.