HET GEBRUIK VAN GROEIREGULATOREN EN FUNGICIDEN BID HERFSTAUBERGINES Invloed spuitfrequentie, bespuitingsperiode en middelen

Transcriptie

1 PREFSJ A X N_y R_iyiNB Uy _NDER_GL AS_"TE_NA A LDU J ]< - ô ^. 5" ' -. S ~"''i! i(l n, i /l, 2. ^ ^ ^ HET GEBRUK VAN GREREGULATREN EN FUNGCDEN BD HERFSTAUBERGNES nvled spuitfrequentie, bespuitingsperide en middelen U. van Ravestijn ntern verslag n. 6 98? Z t j

2 Het gebruik van greiregulatren in fungiciden bij herstaubergines. nvled spuitfrequentie, bespuitingsperide en middelen. Prjeet : C-4 Tijd : juli - nvember 98 Plaats : C2 - kap 3 Uitvering : Philmeen de Vreede Prefneemster : Wil van Ravestijn. nleiding n deze pref is vrnamelijk de spuitfrequentie nderzcht. De spuitfrequentie hangt nauw samen met de bleiduur van de blemen. Het is niet uitgeslten, dat de verschillende seizenen, verschillende spuitfrequenties vragen. Verder met vrkmen wrden te frequent te spuiten ( ksten van arbeid + wellicht iets grtere kans p meer kleine vruchten) f te weinig keren te spuiten ( gstreductie dr nvldende zetting). n een herfstteelt begint de blei in een peride, waarbij natuurlijke zetting geen prblemen geeft. Daarm is in deze pref bij een deel van de planten later in het najaar met spuiten begnnen. Tensltte zijn ng enkele middelen nderzcht. 2 Prefpzet Gebruikt is het ras Adna. De planten zijn p juli gept. De pref is in vier-vud uitgeverd. Elk_veldie hestnd uit-één rij van 9 planten. De vlgende behandelingen zijn vergeleken.. nbehandeld. 2. Tmattne ml/ -lx per week ( maandag). 3. Tmattne ml/ - 2 x per week ( ma. + d.). 4. Tmattne ml/ -lx per dagen ( ma. + vlgende week d.). 2,t/m 4 beginnen met spuiten zdra de eerste blemen bleien. 5 t/m 7 als 2 t/m 4 maar met spuiten beginnen p september GÄ ^ mg/ D 2.5 mg/ - x per week (ma.). 9. Lycset.6 ml/ (= lage cnc.) -lx per week (ma.).. Lycset.25 ml/ (= hge cnc.) -lx per week (ma.). 8 t/m beginnen met spuiten zdra de eerste blemen bleien. Alle spuitvleistffen bevatten tevens g/ Rvral. De plattegrnd is in bijlage pgenmen. Een samenvatting van de temperatuurgegevens geeft bijlage 2. Het spuitschema is in bijlage 3 pgenmen evenals de verbruikte heveelheden.

3 2 3. Resultaten 3. Vruchtrt (bijlage 4, 4a en 4b). Vruchtrt is in deze (krtdurende) teelt weinig pgetreden ( 75 vruchten per planten). Het gebruik van greistf met een fungicide reduceert in deze pref het ptreden van vruchtrt als vanaf het begin van de blei wrdt gespten. Hierbij (dus vreg met spuiten beginnen) geeft x in de dagen spuiten iets meer vruchtrt dan frequenter spuiten (dus f 2 x in de week). Wrdt vanaf spetember met spuiten begnnen, dan is de mate van vruchtrt aantasting ngeveer gelijk als bij nbehandeld. De verschillen tussen de diverse middelen is niet grt t..v. het ptreden van vruchtrt. Alleen behandeling 9 (Lycset "laag") maakt hierp een uitzndering dr in 't geheel geen vruchtrt te geven. Echter, bij deze behandeling was de cncentratie van greistf laag, zdat dat de verklaring kan zijn pbrengst (bijlage 5) Aantal vruchten (bijlage 5a, 5b). Het aantal vruchten is duidelijk grter als vanaf het begin van de blei gespten wrdt t..v. nbehandeld. Hewel de invled van de spuitfrequentie niet grt is, blijft één maal in de dagen spuiten achter in prduktie; t..v. frequenter spuiten. Het verschil tussen f 2 x in de week spuiten is gering en valt zelfs uit ten gunste van x per week spuiten. Wrdt later ( september) met spuiten begnnen, dan ligt de pbrengst tt 25 september ngeveer gelijk aan die van nbehandeld. Vanaf 6 ktber wrdt het greistf effect zichtbaar aan een tenemende prduktie. k hierbij (laat beginnen met spuiten) is het verschil tussen de diverse spuitfrequenties niet grt. Mgelijk blijft de laagste frequentie ( x per dagen) iets achter t..v. frequenter spuiten. Het effect van de diverse middelen is gering. pmerkelijk is echter, dat de prduktie bij de beide Lycset behandelingen p 24 ktber stagneert. GA daarentegen geeft juist tegen het eind van de teelt meer vruchten, mgelijk mdat dit middel vral de parthencarpie bevrdert, terwijl de verige stffen het wellicht meer van een "sink-effect" meten hebben Gewicht aan vruchten (5b, 5c). Dezelfde tendens als bij het aantal vruchten det zich vr bij de gewichten. Dus spuiten is beter dan niet spuiten, vreg spuiten is beter dan later met spuiten beginnen en f 2 x per week spuiten verschillen nauwelijks, maar x in de dagen spuiten blijft iets achter t..v. frequenter spuiten. Alle gebruikte middelen vlden ged, maar Lycset blijft achter in prduktie, vral de lage cncentratie.

4 Gemiddeld vruchtgewicht (bijlage 5d, 5e). Wrdt vanaf het begin van de blei met greistf gespten, dan wrden hierbij \ aanvankelijk duidelijk zwaardere vruchten gevrmd dan bij nbehandeld. Tegen het eind van de pref is er echter geen duidelijk verschil meer aanwezig tussen de welen niet met greistf bespten grepen, zdat relatief gesprken, de latere gstperide minder zware vruchten bij de greistf behandelingen heeft gegeven. De rzaak is zeer vermedelijk het grtere aantal vruchten bij de bespten grepen, als vanaf 't begin van de blei wrdt gespten. De spuitfrequentie kmt hierbij (vreg met spuiten beginnen) niet tt uiting in het gemiddelde vruchtgewicht. Wrdt pas vanaf september met greistfspuiten begnnen dan is er glbaal genmen geen verschil te zien tussen de wel en niet bespten grepen. Een uitzndering hierp maakt 2 x in de week spuiten vral tussen 25 september en 24 ktber. Mgelijk is dit een tevalskwestie, want frequent spuiten geeft juist meer kans p een grter aantal wat minder zware vruchten. De invled van de middelen is aanvankelijk wel belangrijk. Vral Tmattne geeft zwaardere vruchten, gevlgd dr GA 4 +7 met 2.4 D f Lycset de hge cncentratie. Tegen het eind van de pref zijn de verschillen klein. Alle greistffen geven iets lagere gemiddelde vruchtgewichten. Bij Tmattne is het verschil t..v. nbehandeld te verwaarlzen en bij Lycset (lage cnc.) is het verschil 't grtst Het percentage kleine vruchten (bijlage 5e, 5f). Wrdt vanaf het begin van de blei gespten, dan verhgt 2 x in de week spuiten duidelijk de kans p meer kleine vruchten t..v. nbehandeld en het minder frequent spuiten. Tegen het eind van de pref geeft greistf een fractineel hger percentage kleine vruchten dan nbehandeld. Wrdt vanaf september gespten dan geeft juist de minst frequente bespuiting uiteindelijk de meeste kleine vruchten. Bij de vergelijking tussen de diverse middelen springt vral GA 4 +^ met 2.4 D gemengd eruit, dr naar verhuding gedurende de gehele gstperide een hg percentage kleine vruchten te geven. Tegen het eind van de gst geeft k de lage cncentratie Lycset veel kleine vruchten Financiëel resultaat (bijlage 6). De waarde per plant is berekend dr de pbrengst per plant in grammen per week te vermenigvuldigen met de gemiddelde waarde in guldens per kg van die betreffende week (dus zelfde weeknummer) van veiling "Nrd" ver de jaren 979 en 98. Hieruit blijkt, dat vr nbehandeld een waarde per plant geldt van F. 6,, vr Tmattne vanaf de blei gespten ( x per week spuiten)

5 4 van F. 8,36, vr Tmattne vanaf sept, bespten (k x per week) F. 7,49 en vr Tmattne vanaf het begin van de blei gespten lx per dagen F. 7,86. De waarde per plant vr GA 4 +y me t 2.4 D is F Hierbij is de pbrengst * t hgst. Met de vruchtkwaliteit (grtte) is in geen enkel geval rekening gehuden. n prcenten geeft grestf tegepast x per week en vanaf 't begin van de blei gespten, een waardeverbetering van ngeveer 4% (39-45%). Wrdt vanaf september gespten ( x per week) dan is de waardeverbetering dr greistf 25%, wrdt gedurende de blei x in de dagen gespten dan is de waardeverbetering 3%. Hewel dus minder spuiten minder pbrengst geeft, is 't beter minder frequent te spuiten gedurende de gehele bleiperiden dan later met] spuiten te beginnen en dan frequenter spuiten. 4. Samenvatting en cnclusie. n deze pref is de spuitfrequentie nagegaan dr f 2 maal in de week te spuiten f m de dagen te spuiten. De spuitperide variëerde. Er is gespten vanaf het begin van de blei (24 juli) f vanaf september. Tevens zijn in deze pref * enkele middelen vergeleken ( Tmattn^ Lycset in 2 cncentraties en een mengel van GA^+^ met 2.4 D). Aan alle spuitvleistffen is Rvral tegevegd. Alleen de blemen zijn bespten. n deze pref heeft het beste vldaan:. Eén maal in de week spuiten (2 maal in de week is niet ndig en x per dagen is minder effectief). Dit kmt tt uiting in het aantal en het gewicht van de gegste vruchten t..v. nbehandeld. 2. Vanaf het begin van de blei spuiten. Dit geeft minder vruchtrt en een betere pbrengst (aantal en gewicht) t..v. nbehandeld. 3. GA^+^gemengd met 2.4 D en Tmattne. Het mengsel van GA^+y met 2.4 D geeft de hgste pbrengst, maar de kans p een hger percentage kleine vruchten neemt hiermee te t..v. nbehandeld en Tmattne De waarde per plant van enkel behandelingen is als vlgt: % aantal heveelheid besp. vleist.p/ml nbehandeld ƒ 6, Tmattne x per week vanaf 24/7 ƒ 8, X 36.3 Tmattne x per ldagen v.a.24/7 ƒ 7, X 24.2 Tmattne x per week v.a. /9 ƒ 7, X 9.6 GA^+^ D x per week v.a. 24/7 ƒ 8, X 35.4

6 Hergstaubergines C2- kap 3 98 cv Adna Bijlage \ > Par. D C 6 2 < > Par. C <D Wl a 39! S 5 < C ) * Par. B c ) 4J W D jq E 4 3 X < > Par. A x 3" 33 x x 2 7 x 2 x 5 x x zijn paden» één plant pm.: Bij alle greistffen g/ Rvral nbehandeld Traattne ral/, x pw week, vanaf aug. ral/, 2 x p. week, vanaf aug. V,, /ml/l, x p. dagen, vanaf aug. V,, ml/, x p. week,»anaf sept. V,, ml/, 2 x p. week, vanaf sept. V,, ml/, x p. dagen, vanaf sept. V GA ^ mg/ D 2,5 mg/, x p. week, vanaf aug. X Lycset.6 ml/, x p. week, vanaf aug. X Lycset,25 ml/, x p. week, vanaf aug.

7 Bijlage 2 Gemiddelde temperaturen per decade in C. decade maand max. min. 9 uur 4 uur 3e dec. juli le 9 9 aug e e le dec. sept e e le dec. kt e t» t! e > t t t le dec. nv. 9.4 r

8 Bijlage 3, bl.l. Spuitgegevens. Tmattne bevat 2 g/ 4 chlrfenxyazijnzuur. Gespten is met ml/. Dit is 2 mg/ a.st. GA^+^ bevat + 99% a.st. Gespten is met 99 mg/ a.st. Vr 2.4 D is uitgegaan van % zuiver 2.4. dichlrfenxyazijnzuur. Gespten is met 2.5 mg/ a.st. Lycset bevat 8 mg/ CFM (chlrflurenl). Gespten is resp. met.48 mg/ en. mg/ a.st. Rvral bevat 5% glycfeen-iprdin. Gespten is met 5 mg/ a.st. beh. 24/7 28/7 3/7 4/8 7/8 /8 4/8 8/8 2/8 25/8 28/8 /9 4/9 8/9 / d. ma. d. ma. d. ma. d. ma. d ma. d. ma. d. ma. d. 2 X X X X X X X 3 X X X X ii X X X X X X X X X X X 4 X X X X X 5 X X 6 X X X X 7 X 8 X X 9 X X Vervlg spuitschema: - \ beh. 5/9 8/9 22/9 25/9 29/9 2/ 6/ / 3/ 6/ 2/ 23/ ma. d. ma. d. ma. d. ma. vrii. ma. d. ma. d. 2 X X X X X X 3 X X X X X X X X X X X X 4 X X X X 5 X X X X X X 6 X X X X X X X X X X X X 7 X X X X 8 X X X X X X 9 X X X X X X X X X X X X X X

9 Bijlage 3, bl.2 Verspten heveelheden. Dat. : Behandelinqn.: Weertype + tijd: 24/ Znnig, warm, vchtigv; -.5 u 28/ ^ : Znnig, warm, vchtig; u 3/ Znnig, warm; + 9 u 4/ Znnig, warm; - u 3/ Bewlkt, warm; u / Bewlkt, warm; / Znnig, warm; u 8/ Liéht bewlkt, warm; / Regen, licht bewlkt; u 25/ , -' Licht bewlkt; / Bewlkt; u / Licht bewlkt; / ~ - Bewlkt; / Znnig, warm;.3- u / Bewlkt; u 5/ Bewlkt;.3- u 8/ Licht bewlkt; u 22/ Licht bewlkt;.3- u 25/ Bewlkt; u 29/ Znnig; / Bewlkt;.45- u 6/ Bewlkt; -.45 u / Znnig;.45- u 3/ Znnig; / Bewlkt; u 2/ Licht bewlkt;.3-.2 i 23/ Bewlkt; u Tt. : ml per 36 planten. pi. : ml per plant aan t. besp Heveelheid spuitvleistf per plant per keer: , Min. per keer 2/36 =.55 ml/pl. Max. per keer 26/36 = 6. ml/..

10 Bijlage 4. bl.l. Aantal rtte vruchten ttaal gesmmeerd per vak en gesmmeerd per planten. 2/8 28/8 4/9 /9 8/9 25/9 2/ / 7/ 23/ 3/* nbehandeld tt , per pl tt w *» " tt., V tt V tt

11 Bijlage 4, bi 2. 2/8 28/8 4/9 /9 8/9 25/9 2/ / 7/ 23/ 3/ V tt V tt * V : ; ; ; : " i tt X 9 _ _ ttaal: /36 = tt. X tt

12 * ) r A) -4 M c S cl! * r* ü H ir> C ït X G <) <L> CT> f i tl 4 'C > ï C U U H J < 9 * JZ p4 ) Û4 X X X X c r- H N H V in - sr m c " - m L c a dj ) _ cn D nt ai» 4. a u c c ca V * c p c KJ H ft u Cu c CD M.C a t D > <u x: U dl P X M (Q -U C 5 M. M A JM» Cv M ih * C a> " ih 5» i i c u U u ta JZ CU ft ft X r» X X X é rh rl! i C c in <N m in. /v. * tn. 8- C <

13 M > 4J h C» D * a a H <U <a <D C H C V + 4J m a> C 4-> r» a> ra + JQ g c < >i EH a -4 l! : t *» a u 5H 4

14 Bijlage 5. bl.l. pbrengst per plant Herfstteelt 98 Beh. 26/8-8 aant. gew. Vr. gew. % klein t/m 2/9 aant. gew. Vr. gew. % klein t t/m 9/9 t/m 7/ ,7 ~ t/m 25/9 t/m 6/

15 Bijlage 5. bl.2.' pbrengst per plant Herfstteelt 98 Beh. 24/-8 Vr. % t/m 2/ Vr. % aant, gew. gew. klein aant. gew. qew. klein & nbehandeld 2 Tmattne x per week spuiten, gehele teelt. / 3 Tmattne 2 x per week spuiten, gehele teelt. 4 Tmattne x per dagen spuiten, gehele teelt. 5 Tmattne x per week spuiten, einde teelt. 6 Tmattne 2 x per week spuiten, einde teelt. 7 Tmattne x per dagen spuiten, einde teelt. 8 GÄ D x per week, gehele teelt. 9 Lycset, laag, x per week, gehele teelt. Lycset,hg, x.per week, gehele teelt.

16 Bijlage 6. Berekening waarde per plant. Gegevens van veiling "Nrd" ver de jaren 979 en 98. Week Gem. 79/8 Beh. g. prijs Beh. g- 2 prijs Beh. g. 5 prijs Beh. g. 4 prijs , , , ,277 4,737 5, Per plant afgernd: ƒ 6. ƒ 8.36 ƒ 7.49 ƒ 7.86 Winst in % 39% r 25% 3% Week Gem. 79/8 Beh. 8 g. prijs 35 Zie bven , Per plant afgernd: ƒ 8-7 Winst in % : 45%

17 JÄ» U CU >4 dt <D ( )» c rl. u ft c *> x: 3 U f» -5 *> C m s + 4J.. JS rh»» " CU CU G J X X JS <U H X c W c > <9 CU X vj CD cn L cn ) +» JS ai H ia ' cr>» r-. -r C in C je m Qi u sr V > 4J g H CU u Cu c SS 4J g^ -p CS. X»» < CU CU g X X g H CS X) s JP tri CU X M *)» (B a> ir> a> S s +» J3 H XJ '. C7> C-- c t vt C c

18 J3 m ) er» H m n j* % m 8. M M CP ^r CD 23 tr> U. *t Si H» rl 4J S» h & u a > +» ft u t ë U x: w H - *i 4J C + < < *> X A M a ( a> xx vt r-4 H \ \ th 6 rr tn m S M rl - c rl g 3 + ^ P r- a) J3 4J ca S + Q w V S H > t» a GA Ly H Cl CD S H : j! i i : i td " c en en c CD en t 23 a <7> c>» T CD in C CD

19 m s H n

20 * in S H & H & & & * H & c H N H < 4J.c. eu ai X B u H H H!! i * ri m ad r». ( a> X çj) L CT) en a c t 4J U a»»4 s c Ji V J +» JG vl - JS X CD c > >-l >»» & CU X X X H M H C 4J s g ÊH! i i c c -U 4J 4J -P <a ns Ë t fr M w* Ci t * si- Ci eu m xt *4" C " >4- c c CD C (B >4- (D (7> L A 9 h H H S i D CD NÎ C <r r "3" C CD CT) CT) CD

21

22 L -4= c c»i