Vervangingsbeleid. naam versie datum AK 3.0 mei 2017 MvO 3.1 (redigeren/huisstijl juni 2017

Transcriptie

1 Vervangingsbeleid naam versie datum AK 3.0 mei 2017 MvO 3.1 (redigeren/huisstijl juni 2017 Archief/1 Tangent-breed/130 Beleid/13005 Vastgestelde beleidsdocumenten/2017/vervangingsbeleid P&O

2 Inhoudsopgave Informatie... 1 De CAO-PO De huidige inrichting van de Vervangingsorganisatie Tangent... 7 Evaluatie... 8 De ervaringen van directeuren en B-schillers... 8 Capaciteit en kosten... 9 Beleid Duurzame inzetbaarheid strategisch beleidsplan Tangent Doelstelling en uitgangspunten Vervangingsbeleid De organisatie van de vervanging Bijlagen 1. Omvang vervanging schooljaar Samenvattend financieel overzicht 3. Rapportage enquête B-schillers 4. CAO PO 2017 teksten m.b.t. Vervanging 5. Concept-plan van aanpak inrichting Vervangingsorganisatie 6. Concept-profiel medewerker Vervangingspool 2 /31

3 Inleiding Doel van deze notitie is om het tot nu toe gevoerde Vervangingsbeleid te evalueren en bij te stellen. De evaluatie hebben we vanuit verschillende invalshoeken aangepakt: ervaringen van directeuren en medewerkers, die de vervanging uitvoeren, de financiële kant van vervanging en de wijze waarop we de vervanging georganiseerd hebben. Informatie De notitie is opgebouwd uit een informatief deel over de uitwerking van de Wet Werk en Zekerheid in de CAO- PO en de daarbij behorende contractvormen en ketenregeling en een beschrijving van de organisatie van de vervanging in het schooljaar binnen Tangent. Evaluatie Na de informatie komt de evaluatie. De evaluatie van de huidige vervangingsregeling bestaat uit ervaringen van directeuren en medewerkers, die de vervanging uitvoeren en uit feitelijke informatie over het aantal vervangingen en de financiële middelen, die hiermee gemoeid zijn. Beoogd beleid Vanuit ons strategisch beleidsplan Tangent en een uitwerking daarvan in doelen/criteria waaraan ons Vervangingsbeleid moet bijdragen komen we tot een voorstel voor het Vervangingsbeleid De organisatie van de vervanging De inrichting van de vervanging vraagt o.i. in vergelijking met de huidige vervangingsaanpak een aantal aanpassingen. Deze staan als voorstel uitgewerkt aan het einde van de notitie. Procedure De concept notitie wordt voorgelegd aan het Directieberaad en voor instemming en advies aan de GMR van Tangent. Na vaststelling en eventuele aanpassingen gaat de invoering van start. Evaluatie en criteria We evalueren het beleid over twee jaar. De organisatie van de Vervangingspool evalueren we na driekwart jaar om waar nodig de praktische organisatie bij te stellen. De omvang van de Vervangingspool wordt elk jaar aangepast aan het verzuimcijfer van het voorgaande kalenderjaar. Criteria voor de evaluatie van het beleid zijn: de inhoudelijke invulling van de Vervanging (kwaliteit), het voorzien in de kwantitatieve vervangingsvraag, de begeleiding van vervangers en hun ervaring daarmee en de doorstroming van vervangers binnen en buiten de organisatie. 3 /31

4 Informatie De CAO-PO Vanaf 1 juli 2016 is, bij instemming van de leden op het onderhandelaarsakkoord cao PO , de cao PO van kracht. In deze cao heeft onder andere een vertaling plaatsgevonden van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) naar het primair onderwijs. Tot 1 juli 2016 Tot 1 juli 2016 konden medewerkers in tijdelijke dienst worden aangesteld op een onbepaald aantal contracten. Er was wel een maximale duur voor tijdelijke contracten, te weten 36 maanden voor vervangingen, projecten, voorziening tijdelijke vacature en dergelijke. Bij een pauze van 3 maanden plus één dag begon de keten opnieuw te tellen. Daarbij is er de maximale benoemingsduur van 12 maanden voor tijdelijke benoeming met uitzicht op vast. Deze laatste is in bijzondere gevallen met maximaal een jaar te verlengen. Tijdelijke uitbreidingen van medewerkers in vaste dienst kon onbeperkt worden gegeven. Er was hiervoor geen maximale termijn opgenomen in de cao PO. Na 1 juli 2016 Vanaf 1 juli 2016 is de frequentie en duur van de aanstellingen van tijdelijk personeel als volgt gewijzigd: Bij uitsluitend vervangingsbetrekkingen van medewerkers met les- en behandeltaken kunnen maximaal 6 contracten afgesloten worden in 36 maanden, waarbij een wachttijd van 6 maanden en 1 dag geldt, voordat deze medewerker opnieuw met een tijdelijke aanstelling (met deze frequentie binnen deze periode) gecontracteerd mag worden. De ketenverplichting vervalt voor twee jaar voor een periode van drie maanden aan het begin van een kalender jaar. Per half december 2016 is besloten dat er een uitzondering tijdens de periode januari tot en met maart in 2017 en 2018 gaat gelden. Het aantal aanstellingen mag in die periode onbeperkt zijn. Motief hiervoor is de jaarlijks terugkerende griepgolf, die vooral in deze maanden voor een groter beroep op vervangingscapaciteit doet. In alle andere gevallen mogen maximaal 3 contracten afgesloten worden in 24 maanden en geldt een wachttijd van 6 maanden en 1 dag, voordat een medewerker opnieuw voor maximaal 3 contracten in 24 maanden mag worden aangesteld. Ook tijdelijke uitbreidingen van medewerkers in vaste dienst vallen onder deze bepalingen. Er is geen overgangsrecht en dat betekent dat alle contracten die zijn gesloten vóór 1 juli 2016 meetellen in de keten (van contracten). Elk bestuur heeft de verplichting om vervangingsbeleid op te stellen. In het vervangingsbeleid wordt, op basis van de historische vervangingsbehoefte, omschreven op welke manier vervanging wordt georganiseerd en met welk type contracten. Er wordt gewerkt in de volgorde van vast, vast/flexibel naar flexibel. Vervangingsmogelijkheden In de handreiking Vervangen van afwezige leerkrachten in het primair onderwijs vanaf 1 juli 2016 van de POraad zijn de volgende vervangingsmogelijkheden opgenomen. Deze mogelijkheden houden veelal direct verband met de contractvormen die kunnen worden gehanteerd. Vervangingsmogelijkheden 1. Werkzaamheden worden door de afwezige medewerker op een later tijdstip zelf uitgevoerd (al dan niet binnen de al overeengekomen werktijd) 2. Werkzaamheden worden overgenomen door een reeds ingeroosterde medewerker 3. Werkzaamheden worden overgenomen door een medewerker die gepland verlof verzet 4. Inzet van een medewerkers voor vervangingswerk in vaste dienst vervangingspool 5. Inzet van een medewerker uit een regionale vervangingspool 4 /31

5 6. Detachering van een medewerker vanuit een ander schoolbestuur 7. Tijdelijke uitbreiding van de aanstelling c.q. benoeming van een medewerker die reeds in tijdelijke dienst is (tijdelijke taakuitbreiding) 8. Tijdelijke uitbreiding van de aanstelling c.q. benoeming van een medewerker die reeds in vaste dienst is (tijdelijke taakuitbreiding) 9. Aanstelling c.q. benoeming in een tijdelijk dienstverband met vaste einddatum t.b.v. diverse vervangingswerkzaamheden 10. Aanstelling c.q. benoeming in een tijdelijk dienstverband t.b.v. één specifieke verlofsituatie voor de duur van die verlofsituatie 11. Flexibele inzet van medewerkers 12. Inzet van een uitzendkracht 13. Inhuur van interim personeel 14. Payrolling 15. Noodmaatregelen (zoals het samenvoegen van groepen) Contractvormen We zijn als bestuur niet vrij in de volgorde, waarin we de vervangingsvraag oplossen. In de Cao is vastgelegd in welke volgorde oplossingen mogen worden ingezet. Hieronder staat in één overzicht de volgorde in de zogenaamde blokkendoos ( qua preferentie loopt deze van 1 (onderaan) op naar 7 (bovenaan). Onder het overzicht staan de contractvormen kort toegelicht en staan de voor- en nadelen van de contractvormen beschreven. Reguliere arbeid, projectarbeid en vervangingsarbeid integraal beschouwd (blokkendoos) 7. Uitzendarbeid en Payroll 6. Bindingscontracten 5. Min/max-contracten 4. Tijdelijke uitbreidingen 3. Tijdelijke contracten 2. (Boven)bestuurlijke pool 1. Medewerkers vast in dienst voor vervanging Toelichting Ad 1. Medewerkers vast in dienst voor vervanging De huidige schillenconstructie aanpassen, bijvoorbeeld door de A en B-schil samen te voegen in één gezamenlijke vervangingspool. Dit zou voor Tangent als totaal kunnen geschieden het zou ook kunnen worden aangepakt op cluster niveau. Voordelen: Eigen medewerkers, dus meer binding met organisatie. Geen beperkingen, zoals nu bij A-schil constructie, voor elke school een groter aanbod van medewerkers die de klus "kort durend verzuim" aanpakken. Nadelen: Wie het eerst komt, wie het eerst maalt (vraag en aanbod); Vraagt nodige flexibiliteit van medewerkers (wisselende scholen/klassen. Ad 2. (Boven)bestuurlijke pool Huidige C-schil via regionaal transfercentra. Handhaven huidige constructie of anders organiseren? Voordelen: Administratief proces wordt uitbesteed, zelf geen omkijken naar. Verplichtingen worden bijgehouden. Groter aanbod / grotere diversiteit. 5 /31

6 Nadelen: Medewerkers van buitenaf (wisselende gezichten voor de klas). Vraag groter dan aanbod (beschikbaarheid). Momenteel onduidelijkheid coördinatie/aansturing. Ad 3. Tijdelijke contracten Tijdelijk aanstelling voor de duur van de vervanging. Dit zal in de meeste gevallen de praktijksituatie zijn, maar wel met gevolgen voor werkgever als zij deze medewerkers hierdoor uiteindelijk in vaste dienst moet nemen. Voordelen: Vooraf overeengekomen begin- en einddatum. Zal per schooljaar bekeken moeten/kunnen worden (behoefte). Nadelen: Ketenbepaling WWZ (6 contracten in 3 jaar). Hierdoor kunnen voor werkgever verplichtingen ontstaan (vast in dienst nemen). Ad 4. Tijdelijke uitbreiding Tijdelijke uitbreiding van de aanstelling van een medewerkers die reeds in vaste of tijdelijke dienst is. Voordelen: Vooraf overeengekomen begin- en einddatum. Ketenbepaling WWZ (6 contracten in 3 jaar) is niet van toepassing. Zal per schooljaar bekeken moeten/kunnen worden (behoefte). Nadelen: Hierdoor kunnen voor werkgever verplichtingen ontstaan (vast in dienst nemen voor die urenuitbreiding). Door taakuitbreiding zal belasting voor die medewerker ook kunnen toenemen. Ad 5. Min/max-contracten Een min/max-contract wordt aangegaan voor bepaalde tijd uitsluitend ten behoeve van vervanging van tijdelijk afwezige medewerkers met de bedoeling een arbeidsovereenkomst zonder vaste betrekkingsomvang tot stand te laten komen. Voordelen: Nieuw contractvorm, biedt veel flexibiliteit zowel voor medewerker als werkgever. De minimale betrekkingsomvang van een min/max-contract is 8 uur per week (0,2 fte). De verhouding tussen de min-uren en max-uren is 1:2,5 (bijvoorbeeld 8-20 uur). Nadelen: De medewerker dient voor de overeengekomen inzet beschikbaar te zijn en gehoor te geven aan de oproep voor werk (aantal max-uren is leidend). Werkgever heeft de verplichting de medewerker op te roepen voor beschikbaar werk tot het aantal maxuren, indien er werk is en de medewerker daarvoor geschikt is. Administratieve rompslomp; bijhouden werkelijk gewerkte uren en salarisverwerking op inrichten. Ad 6. Bindingscontracten Het bindingscontract wordt overeengekomen met de bedoeling de medewerker te binden aan de organisatie. Met een betrekkingsomvang van tenminste één uur per week. Voordelen: Potentiele medewerkers binden aan organisatie. Voor specifieke doelgroep: stagiaires, lio, tijdelijke medewerkers, etc. Nadelen: Kan op basis van de huidige cao-afspraken niet aangegaan worden na 30 september De uren zoals overeengekomen zijn niet plaats- en tijdgebonden en kunnen besteed worden aan de eigen professionaliseringactiviteiten, duurzame inzetbaarheid en teamactiviteiten dus niet voor les- of behandeltaken. Relatief duur (er staat geen arbeid tegenover). 6 /31

7 Informatie De huidige inrichting van de Vervangingsorganisatie Tangent Stichting Tangent hanteert tot op heden het hieronder geschetst beleid. Bij introductie van de schillen constructie stond de volgende organisatie voor ogen: 1. De A- schil is de flexibele schil op schoolniveau waarmee alle vormen van afwezigheid kleiner dan een maand wordt opgevangen. 2. De B-schil treedt in werking als de afwezigheid van een personeelslid langer duurt dan een maand maar korter dan 1 jaar. De B-schil vormt de flexibele schil op bestuursniveau in de vorm van de vervangingspool Tangent. 3. Duurt de afwezigheid van een personeelslid langer dan 1 jaar, dan wordt deze afwezigheid opgevangen in de C-schil. De C-schil wordt gevormd door RTC Midden Brabant. De argumentatie voor indeling volgens de A, B en C -schillen ligt besloten in de wetenschap dat het (ziekte-) verlof in de meeste gevallen korter is dan een maand. Dit geldt ook voor de bijzondere verlofdagen en dagdelen dat een personeelslid een netwerkbijeenkomst bijwoont. De periode van ziekteverlof langer dan een maand en korter dan een jaar wordt opgevangen door de B en C-schil. De personen die in de B-schil zijn benoemd werken vanuit de Vervangingspool Tangent en werken in clusters van scholen. Indien zij niet ingezet zijn op vervangingswerkzaamheden kunnen zij werkzaamheden verrichten voor de scholen in het betreffend cluster. Elke vaste vervanger in de B-schil wordt gekoppeld aan een cluster van scholen waarvan één de thuisschool is. De periode van ziekteverlof langer dan een jaar wordt opgevangen door personen in de C-schil. De keuze van een jaar als kantelpunt werd ingegeven door het feit dat na één jaar ziekte een evaluatie of beoordelingsmoment aan de orde is. Op dat moment kan er een inschatting worden gemaakt hoe lang dit verlof duurt en of er sprake is van blijvende arbeidsongeschiktheid. Een consequente aanpak en planning van de opbouw van de re-integratie van arbeidsongeschikte medewerkers is een belangrijk hulpmiddel om langdurig verzuim terug te dringen. Wijze van beheer van de vervanging De verantwoordelijkheid voor de inzet van de A-schillers ligt bij de directeur van de school. De verantwoordelijkheid voor de inzet van de B-schillers is neergelegd bij een zgn. clusterdirecteur; één van de directeuren van de groep scholen waar een B-schiller aan verbonden is. De inzet van een C-schiller als vervanger is een zaak van een individuele directeur in samenspraak met collega-directeuren van het cluster en PZ. Directeuren rapporteren wijzigingen in vervangers en de inzet aan Concent het administratiekantoor. Er is geen centrale ondersteuning voor de uitvoering van de vervanging van medewerkers op scholen. Het RTC kan de registratie van de inzet van B-schillers ondersteunen en draagt C-schilkandidaten voor vervanging voor. In de vorm van de financiële kwartaaloverzichten wordt de financiële kant van de vervanging bijgehouden door Concent en het bestuursbureau. Evaluatie De ervaringen van directeuren De directeuren ervaren de verbinding van A-schilmedewerkers over het algemeen als positief. De collega s kennen de school en zijn snel inzetbaar. Als er een aparte A-schilmedewerker aan een school verbonden is, is deze vaak niet de hele week beschikbaar. Dat is een nadeel: dan moet er toch verder gezocht worden in de B- schil naar passende vervanging. Scholen die de A-schiluren verdeeld hebben over meerdere medewerkers kennen dit probleem veel minder, echter: niet elk team is daar groot genoeg voor. De inzet van B-schillers verdeeld over een groep scholen gaat in de eerste helft van het schooljaar goed. In de tweede helft van het schooljaar is vaak meer vervanging nodig en dan raakt het aantal B-schillers op. De groep B-schillers verbonden aan een cluster scholen heeft als voordeel dat zij de scholen beter kennen; nadeel is dat vervangers soms bij een ander cluster scholen harder nodig zijn. Dan zijn Tangent-breed in te zetten vervangers nodig. 7 /31

8 C-schillers worden vooral aangetrokken voor langdurige vervanging, bijvoorbeeld zwangerschaps- en bevallingsverlof of langdurige ziekte. Eén contract voor langere tijd en weinig risico op het ontstaan van een verplichting tot aanbieden van een vast contract. In de praktijk waren er weinig C-schillers beschikbaar. Verschillende teams lieten weten zelf wel in aanmerking te willen komen voor langdurige vervanging door tijdelijke uitbreiding van de deeltijdaanstelling. Langdurige vervanging is meer favoriet dan kortdurend vervanging en losse vervangingsdagen. Er is in het afgelopen schooljaar niet altijd geschikte vervanging op de scholen aanwezig geweest. Er zijn groepen samengevoegd en in een aantal gevallen zijn er groepen thuis of op de opvang ondergebracht. Vaker is er een interne oplossing bedacht door het samenvoegen van groepen, een gezamenlijke activiteit met meerdere groepen in combinatie met zelfwerkzaamheid van leerlingen en de extra dag, die een collega als invaller werkt. Weliswaar wil een deel van de directeuren de A-schil op de eigen school in stand houden, meer directeuren verwachten dat de creatie van één vervangingspool voor heel Tangent de meest effectieve en efficiënte inzet oplevert. Wel onderkent een ieder dat er behoefte is aan brede en gevarieerde kwaliteiten in de vervangerspool. De organisatie van de vervanging en bewaking van de inzet en beschikbaarheid van vervangers was onvoldoende centraal geregeld, waardoor een totaal overzicht bij tijd en wijle ontbrak. De coördinatie lag vooral bij directeuren, die de vervanging verzorgd door B-schillers binnen de eigen groep scholen regelden. Dit wordt zowel door directeuren als het College van Bestuur als onvoldoende ervaren. De bedoeling is dat het RTC overzicht houdt van de inzet van de verschillende soorten vervangers. Dat is afgelopen periode onvoldoende tot z n recht gekomen. Het RTC is als onvoldoende faciliterend ervaren; de vraag is echter ook of we als Tangent voldoende de mogelijkheden van het RTC al hebben benut. Conclusie is dat het beheer van de vervanging verbetering behoeft. Belangrijk aandachtspunt is dat de inrichting van de vervanging geen rekening houdt met benodigde (tijdelijke) extra inzet van personeel om de opgenomen ouderschapsverloven te vervangen. De bekostigingssystematiek Ouderschapsverlof op het niveau van de schoolbegroting versus Verzuim en zwangerschapsgerelateerd verlof op meerschoolsniveau heeft er aan bijgedragen dat vervangers die nodig zijn voor eerstgenoemd verlof niet meegerekend zijn voor de omvang van de vervangingscapaciteit. We schatten op basis van de huidige gegevens dat voor vervanging ten behoeve van ouderschapsverlof over zestien scholen gerekend ongeveer 3,5 TR nodig is (een kleine 2 ton). Aangezien B-schillers ingezet zijn voor de vervanging van ouderschapsverlof draagt dit bij aan een tekort aan vervangers in met name de tweede helft van het schooljaar. Evaluatie De ervaringen van B-schillers We hebben onze B-schillers benaderd met een vragenlijst om hun ervaringen te onderzoeken betreffende hun inzet, de begeleiding op de scholen, etc. De vragenlijst werd toegestuurd aan 28 medewerkers, 19 hebben deze ingevuld terugg d. Acht scholen hebben een of twee vervangers op hun school werken. De meeste vervangers hebben in de afgelopen periode op twee verschillende scholen gewerkt en in het overgrote deel van de vervangingen werken zij twee maanden (of langer) achtereen op één vervangingsplaats. Veel B-schillers (14 van de 18) hebben op één of twee scholen gewerkt en hebben dat als een stabiele werksituatie ervaren. Een klein aantal werkte op meerdere scholen en heeft dit als plezierig ervaren. Een paar medewerkers hebben het werken op meerdere scholen als onplezierig ervaren. Vooral de onbekendheid met de verschillende scholen speelt een rol. Het merendeel van de vervangers (13 van de 18) had contact met hun coördinerend directeur in de vorm van een gesprek, mail of telefonisch contact. De contacten betroffen meestal de praktische zaken rond vervanging en in een paar gevallen betrof het een vervolgaanstelling bij Tangent. In ruim driekwart (14 van de 18) van de vervangingssituaties was het helder wat de vervanging zou inhouden, lag er een programma klaar en was er een maatje. De evaluatie van de vervanging gebeurde meestal op de school zelf en de vervangers voelden zich in het overgrote deel van de gevallen opgenomen in het team. Het contact met de coördinerend directeur was 8 /31

9 er vooraf wel, maar achteraf zelden. Opmerkelijk is wel dat er enige onduidelijkheid is over wie de coördinerend directeur is. De vervangers hebben in tweederde van de gevallen (11 van de 18) wel behoefte aan scholing of coaching, maar een deel heeft daar geen behoefte aan. Aan contact met specifieke andere vervangers is weinig behoefte. Iets meer dan de helft van de vervangers heeft een functionerings- en beoordelingsgesprek gehad. Ervaren knelpunten en mogelijke oplossingen aangedragen door de ondervraagde vervangers zijn vooral de onzekerheid van het tijdelijke contract, soms onverwacht ergens anders te worden ingezet en in één situatie het gebrek aan een heldere communicatie over de inzet van deze medewerker. Goede communicatie, de voorkeur voor een vast contract en een betere voorspelling van de benodigde inzet zijn zaken, die de medewerkers als verbeterpunten aandragen. Het belang van feedback op hoe de vervanging gegaan is wordt gewaardeerd. Enkele B-schillers spreken nadrukkelijk hun waardering uit voor de kansen die ze bij Tangent gekregen hebben. De behoefte aan voldoende leerkrachten die bevoegd zijn om bewegingsonderwijs te geven, wordt als een aan te pakken knelpunt naar voren gebracht. Onze vervangers zijn in meerderheid vrouw, qua leeftijdsopbouw zijn de meesten jonger dan 35 jaar, hebben een tijdelijk dienstverband en is de omvang van de aanstelling voor het merendeel tussen de 0,6 en 1,0 WFT. Samenvattend kunnen we stellen dat de inzet van B-schillers goed is verlopen. Een meerderheid van de medewerkers is tevreden over de scholen waar ze werkten, de begeleiding en de opname in het team. Invalwerk is vaak een langdurige invalklus. Onzekerheid over het vervolg en werkzekerheid spelen een negatieve rol in de waardering, echter de variatie in scholen en het interessante karakter van de werkzaamheden een positieve rol in de waardering. Er is wel behoefte aan scholing en coaching, maar niet aan contact met andere B-schillers. Een goede communicatie met de directie en een perspectief op een werkplek op een vaste school zijn van belang. Evaluatie Capaciteit en kosten Het kalenderjaar 2016 De Vervangingspool kende in 2016 een verloop, waarbij er een overschrijding ten opzichte van de begroting van euro tot stand kwam. Belangrijke oorzaken daarvan waren de vervangingsvraag die hoger was dan verwacht, de vaste inzet van A-schillers die niet altijd vervangingswerk te doen kregen én de inzet van C-schillers waar dat achteraf door een interne (A- of B-schiller) vervanger had moeten worden opgevangen. Een enkele Tangent-school deed beroep op de C-schil maar volstond met de A-schil en deed ternauwernood beroep op de B-schil. De meeste scholen hebben naast een A-schiller een beroep op de B-schil gedaan. De omvang van de B-schil bedroeg gemiddeld ongeveer 11 TR (Tangent-Rekeneenheid). Door de sluiting van KindRijk (asielzoekersvestiging) en het verkleinen van Prinsenbos is het aantal vervangers vergroot tot ongeveer 16 TR. Deze konden over het algemeen goed geplaatst worden doordat het aantal zwangerschapsgerelateerde verloven groter was dan verwacht. Deze soorten verloven worden vergoed door de UWV en zijn daarmee vrijwel geen financieel risico. De omvang daarvan was ongeveer 5 TR. Een vergelijkbare omvang gold voor de vervanging van ouderschapsverlof (3,5 TR). Dat was ook wat hoger dan waarvan in de begroting uitgegaan werd. De huidige schillenconstructie als vervanging kent een open einde, want als er niemand intern beschikbaar is wordt er een vervanger via het Regionaal Transfer Centrum gezocht in de zogenaamde. C-schil. Hierop is soms door onvoldoende overzicht vaker een beroep op gedaan, dan achteraf noodzakelijk lijkt. Om de financiële en getalsmatige ontwikkelingen in de Vervangingsorganisatie inzichtelijker te maken zoomen we hieronder in op een voorbeeld van de vervulde vervangingsvraag in de praktijk en op het gebruik van de vervangingsmiddelen in het eerste deel van het lopende schooljaar. Een voorbeeld van een inzet gedurende het eerste half jaar 2016 Hieronder geven we een beeld van de omvang van de vervanging in de periode 1 januari - 30 september 2016: 212 maal een leerkracht voor één dag vervanging, 36 maal leerkrachten voor twee aaneengesloten dagen, 9 /31

10 9 maal zijn leerkrachten ingehuurd voor drie achtereenvolgende dagen, 4 leerkrachten werden ingehuurd voor vier achtereenvolgende dagen, 2 maal leerkrachten zijn voor vijf achtereenvolgende dagen ingehuurd, en hebben we met elkaar ook nog al eens medewerkers voor meer dan een week ingehuurd, 125 maal zijn leerkrachten ingehuurd voor perioden langer dan één week. Het tweede deel van het schooljaar In de periode oktober februari 2017 kent de vervanging die op meerdere scholen (B-schil) ingezet wordt een omvang 1 van10,9 TR (Tangent-Rekeneenheid); 9,5 TR inzet op individuele scholen (A-schil) en gemiddeld 5 RT inzet vanuit de C-schil (RTC). Een overschrijding van gemiddeld 2,5 RT. De maanden januari en februari 2017 laten een afwijkend beeld zien van het laatste kwartaal in Verschillende griepgolven, maar ook ernstige langdurige ziektegevallen maken dat in deze twee maanden de overschrijding van het budget tijdelijk opliep tot 8 à 9 TR-waarde. Naast ineffectieve inzet van de vervangingsgelden, doordat een deel van de medewerkers ander werk doet in periodes dat er geen vervanging op de eigen school gevraagd wordt, de extra vraag aan vervangers voor zwangerschapsgerelateerd- en ouderschapsverlof zijn de eerste maanden in het nieuwe kalenderjaar de grootste veroorzakers van een tekort aan beschikbare vervangers en een tijdelijke overschrijding van de begroting. Beleid Duurzame inzetbaarheid strategisch beleidsplan Stichting Tangent heeft in haar strategisch beleid haar doelstellingen voor de komende vier jaar neergelegd. Goed toekomstgericht onderwijs voor onze leerlingen vormt onze corebusiness en daarmee de kern van ons beleid. Dit vraagt duurzaam inzetbaar personeel. Medewerkers zijn gezond en vitaal, gemotiveerd, vakbekwaam en betrokken. Ze zijn vakbekwaam aan het werk en zorgen ervoor dat ze dit ook blijven. Zij blijven zich ontwikkelen en scholen. Het initiatief en de verantwoordelijkheid hiervoor nemen de medewerkers zelf vanuit eigenaarschap, zelfbewustzijn en reflectie. Stichting Tangent als werkgever neemt mede verantwoordelijkheid en faciliteert en begeleidt medewerkers daar waar van toepassing. De cao PO is het uitgangspunt. Op vrijwel alle scholen wordt doorlopend en in meer- en mindere mate vervanging ingezet. Soms is de vervanger een medewerker die al in dienst is, soms iemand van buiten de school. Teneinde de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen bekijken we op welke wijze we kunnen investeren in de inzet van vervangers. Zij bepalen immers mede de kwaliteit van het onderwijs. Ons streven met betrekking tot de rol van vervangend personeel Ons ideaalbeeld is dat vervangers niet een groep passanten is, maar bij de personeelsgroep van Tangent behoort. Meer nog: ons ideaalbeeld is ook dat medewerkers, die vervangen medewerkers zijn, die excellent functioneren en dat vervangerswerk in hoog aanzien staat. Men zal in dat geval bekend zijn met het wel en wee van Tangent, gewoonten kennen, gemakkelijk kunnen inspringen. Kortom we ontwikkelen kwaliteit door vaste Tangent medewerkers in te zetten en garanderen op een hoog plan de doorgang van lessen als de "vaste groepsleerkracht" uitvalt, want er treedt een vaste Tangent medewerker voor in de plaats. De doorgang van het onderwijs en de bijbehorende resultaten zijn een gezamenlijke verantwoordelijkheid van een directie en team, ondersteund door het bestuursbureau. Het is ons bekend dat de werkelijkheid een andere is; veel mensen in het primair onderwijs zien vervangingswerk als tweederangs en ervaren de wisselingen in werkomgeving eerder als belastend dan als een prettig onderdeel van een flexibel werkzaam leven. Dat zit met name in de kortdurende vervanging op oproepbasis. Het zou kunnen zijn dat een jaar in de vervanging werken aantrekkelijker wordt als je na dat jaar weer terug kunt naar een vaste plaats op een school. In de paragraaf over de organisatie van vervanging gaan we nader in op positionering, werving, selectie en beloning in de vervangingspool. 1 TR waarde is voor ,-- euro. Elk jaar wordt de TR-waarde opnieuw bepaald. 10 /31

11 Beleid Doelstelling en uitgangspunten Vervangingsbeleid Vanuit de Cao PO en het strategisch beleidsplan van Tangent hebben we een aantal uitgangspunten voor ons vervangingsbeleid geformuleerd. Bij het bepalen van vervangingsbeleid zoekt Stichting Tangent een oplossing voor alle vervangingsvragen, zoals vervanging voor ziekteverzuim ouderschapsverlof, zwangerschapsverlof, studieverlof, rechtspositioneel verlof (verlof o.b.v. hoofdstuk 8 Cao PO), ouderenverlof, etc. De hoofddoelstelling is dat vervanging zo georganiseerd wordt dat de lessen en onderwijsondersteunende werkzaamheden op de scholen zoveel mogelijk doorgang kunnen vinden. Dit betekent dat voor het vervangingsbeleid binnen Tangent onderstaande uitgangspunten zijn geformuleerd. Eenduidig en uitvoerbaar beleid voor alle scholen. Noodmaatregelen (zoals klassen samenvoegen, onbevoegden voor de klas, kinderen naar huis sturen) worden alleen in het uiterste geval toegepast. Voorkomen verplichtingen op basis van ketenbeding WWZ/Cao PO. Zoveel mogelijk tegemoetkomen aan vraag scholen naar weinig wisselingen in vervangers. Bij inrichting rekening houden met de gewenste managementinformatie teneinde een en ander te kunnen volgen en desgewenst te sturen. Medewerkers in een vervangingsbetrekking moeten worden gevolgd en gestimuleerd in hun ontwikkeling. Administratieve lastenvermindering scholen en bestuursniveau. Tussen wens en werkelijkheid Ons ideaal (een groep kwalitatief sterke medewerkers/vervangers, vast aan onze organisatie verbonden) is niet eenvoudig te realiseren. De meeste medewerkers met een vaste aanstelling ambiëren een vaste werkplek en geen vervangersbaan. Binnen Tangent kennen wij scholen met een uiteenlopend karakter en dus ook uiteenlopende vraag inzake hun vervangers. Jenaplanscholen zoeken vervangers die goed thuis zijn in het Jenaplanonderwijs en scholen in Tilburg-Noord zoeken vervangers die bij uitstek goed met de leerlingpopulatie in die wijk overweg kunnen. Komend schooljaar is Tangent beperkt in het vast aanstellen van personeel dat geen plaats heeft in een vaste schoolformatie. Er zijn scholen die in leerlingaantal groeien, maar er zijn evenzeer scholen die in leerlingaantal dalen. Tangent kent een stabiel aantal leerlingen. Leken we eerst te maken te krijgen met lichte daling in leerlingaantallen, nu lijkt dat mee te vallen. De ruimte voor nieuwe vaste aanstellingen blijft beperkt, omdat medewerkers in vaste dienst door de verhoogde pensioenleeftijd lang bij ons blijven werken. De opbouw van onze ideale vervangingsorganisatie, waarin een variatie aan medewerkers met verschillende kwaliteiten deelneemt, vraagt tijd. We streven er naar de medewerkers die vervangen, waar nodig gerichte ondersteuning in hun vervanger-zijn te bieden. Hiermee kunnen we de aantrekkelijkheid van het werk wellicht vergroten. Conclusies en maatregelen Kijkend naar de doelstelling van ons vervangingsbeleid en de hierbij geformuleerde uitgangspunten, dan concluderen we dat onze doelstelling zoveel mogelijk doorgang van de lessen en noodzakelijke ondersteunende werkzaamheden niet altijd gehaald wordt. Er zijn groepen samengevoegd en er zijn leerlingen naar huis of naar de opvang gegaan. Kijkend naar de uitgangspunten voor vervangingsbeleid, dan kan het volgende geconstateerd worden. Uitgangspunten Eenduidig en uitvoerbaar beleid voor alle scholen Noodmaatregelen (zoals klassen samenvoegen, onbevoegden voor de klas, kinderen naar huis sturen) passen we alleen in het uiterste geval toe Ervaringen tot nu toe Er is eenduidig beleid voor alle scholen. Er zijn wel verschillen in uitvoering tussen scholen Wordt door directies in het uiterste geval toegepast. Echter we hebben geen definitie van wat een uiterste noodgeval is en we laten het aan de beoordeling van directies over en de specifieke situatie op de school 11 /31

12 Voorkomen verplichtingen op basis van ketenbeding WWZ/cao PO Zoveel mogelijk tegemoet komen aan vraag scholen naar weinig wisselingen in vervangers Bij inrichting rekening houden met de gewenste managementinformatie teneinde een en ander te kunnen volgen en desgewenst sturen Medewerkers in een vervangingsbetrekking moeten worden gevolgd en gestimuleerd in hun ontwikkeling Administratieve lastenvermindering scholen en bestuursniveau Vervanging binnen vastgesteld beschikbaar budget uitvoeren Dit is niet gelukt. Enerzijds door onvoldoende centraal overzicht, anderzijds door dat er geen andere vervanger beschikbaar was en doordat er al opgebouwde verplichtingen voor 1 juli 2016 waren, die onvoldoende bekend waren Daar is niet overal aan tegemoet gekomen. Wel is het één van de zwaarwegende criteria geweest in gevallen waarin een afweging gemaakt moest worden tussen continuïteit van vervanging vs. het risico van opgebouwde verplichtingen Er is meer managementinformatie achteraf verzameld dan dat dit vooraf geregeld was. Daardoor was vooraf sturen lastig. Veel vervangers behoren tot de groep die zich ontwikkelt van start- naar basis-bekwaam en in dat kader intervisie, coaching etc.. wordt aangeboden. Er moet worden nagegaan wat voor andere vervangers nodig/wenselijk is. Het vervangingsbeleid kent een lichte organisatievorm, het is de vraag of het werkelijk leidt tot administratieve lastenverlichting als zaken achteraf in beeld gebracht moeten worden. De vervangingskosten overschrijden de begroting in 2016 met ongeveer 2 ton. De eerste bestuursrapportage 2017 zal inzicht geven in de kosten van de vervanging in het eerste kwartaal Samenvattend: willen we inzet van de vervangers op onze scholen verbeteren, dan vraagt dit een beter ingerichte vervangingsorganisatie. Hierin wordt zowel de inzet, de passendheid op een school en de financiële bewaking effectiever georganiseerd. Dit gaat niet zonder een extra investering in deskundig personeel van minimaal 0,3 fte. De inrichting van onder andere de werkprocessen kan meegenomen worden in de aanpak herinrichting bestuursbureau. De kosten van een vervangingsmanager zijn op het moment van schrijven nog niet bekend. Hieronder wordt in een voorstel uitgewerkt hoe de vervangingsorganisatie ingericht moet worden. De organisatie van de vervanging Inrichting Op basis van de evaluatie kiezen we er voor één interne vervangingspool in te richten. Deze vervangingspool bestaat uit een aantal medewerkers die op alle Tangent-scholen kunnen worden ingezet. Er is geen onderscheid meer tussen A- en B-schillers 2. Mochten er geen vervangers meer in de eigen pool zitten, dan doen we in het uiterste geval een beroep op het Regionaal Transfer Centrum. De matching van de vervangingsvraag en de plaatsing van vervangers wordt zoveel mogelijk ondersteund door een Vervangingstool. Nader onderzoek leert dat de Vervangingsmanager van Driessen hiervoor niet geschikt is 3. Willen we zo optimaal mogelijk profijt hebben van de inzet van een vervangingstool en dan vraagt dit de inzet van een medewerker, die gemiddeld 2 uur per morgen/dag de matching ondersteund. Alternatief is om naast de inkoop van een vervangingstool een aantal uren planner in te kopen. In principe ondersteunt het systeem vraag en aanbod tussen de directeur van een school en de vervangend medewerker. Echter: de inzet 2 Met uitzondering van een enkele school, die een overgangsperiode heeft gekregen van één schooljaar. 3 Er bestaat een aantal zogenaamde Vervangingstools, die we op geschiktheid zullen onderzoeken. 12 /31

13 behoeft een toetsing inzake de opbouw van verplichtingen in het kader van de Wet Werk en Zekerheid. Dit willen we óf welbewust aangaan óf welbewust voorkomen. Een en ander betekent dat het een medewerker moet zijn, die voldoende kennis van de CAO, WWZ en de juridische toetsing daarvan in praktijksituaties kan opdoen. Ons voorstel is te onderzoeken op welke wijze we dat met inzet van de huidige medewerkers op het bestuursbureau kunnen realiseren, dan wel externe plannersuren inkopen. Beheer en beheersing Zoals in de evaluatie van de vervangingsorganisatie tot nu toe naar voren komt, valt er in het beheer en de beheersing van de omvang van vervanging een en ander te verbeteren. Naast een beschrijving van wie doet wat (directies, beheerder Vervangingspool en Concent) helpen werkprocesbeschrijvingen ook om de organisatie van vervanging zo goed mogelijk te laten verlopen. Dit wordt zo goed mogelijk ingericht, waarbij duidelijkere codering door Concent in Insite een wezenlijke randvoorwaarde is. Kwaliteiten medewerkers en vorm van contracten Tangent kent globaal drie soorten scholen: Jenaplan-scholen; scholen in de Tilburgse wijken Noord en Oud-Noord; scholen in (forensen-) dorpen. We streven er naar om de Vervangingspool zodanig in te richten dat daarin medewerkers werkzaam zijn met een Jenaplan-achtergrond, ervaring in het omgaan met leerlingen uit Tilburg-Noord en die op een gemiddelde basisschool goed onderwijs kunnen geven. De Vervangingspool heeft medewerkers nodig die breed inzetbaar zijn en in ieder geval een mix vormen van medewerkers, die in de onder-, midden- en bovenbouw kunnen werken. Qua omvang van de aanstelling is het belangrijk dat we medewerkers hebben, die minimaal twee dagen ( 0,4 fte) inzetbaar zijn en bij voorkeur voor 0,8 tot 1,0 fte. We stellen voor plaatsen in de Vervangingspool een kort profiel op, waarin naast bovenstaande aspecten, ook competenties genoemd worden als flexibiliteit, snel verbinding met een groep leerlingen en ouders kunnen leggen en in staat zijn met een beperkte overdracht de lessen te verzorgen. Elke school is blij met een vervanger, maar een vervanger en de school hebben meer plezier van elkaar als de vervanger goed uit de voeten kan met de schoolpopulatie, het onderwijssysteem en wat er verder bij het lesgeven komt kijken. In de Vervangingspool kunnen medewerkers met een vast dienstverband, een dienstverband voor bepaalde tijd en tijdelijke contracten worden geplaatst. Tijdelijke uitbreidingen en min-max contract behoren ook tot de mogelijkheden. Elke medewerker die in de Vervangingspool werkt heeft een zogenaamde thuisschool, zodat zij of hij ergens thuis hoort, een verantwoordelijk leidinggevende heeft en - in geval er vervangingscapaciteit over is - er een werkplek met bijbehorende taken heeft. Werving en selectie, functioneren en beoordelen, coaching, begeleiding en intervisie We zullen de werving en selectie van medewerkers voor de Vervangingspool gelijk op laten lopen met de vervulling van (eventuele) vacatures op scholen. Directeuren vanuit verschillende soorten scholen toetsen in hoeverre de kandidaat voldoet aan het profiel en bespreken wat een vervanger nodig heeft aan begeleiding, coaching of intervisie. Een deel van de medewerkers zal het traject Van Start- naar Basisbekwaam volgen, waarin deze ontwikkelactiviteiten een onderdeel van zijn. Elke vervanger heeft in de loop van het schooljaar een functionerings- en beoordelingsgesprek. De beheerder van de Vervangingspool nodigt directeuren waar de vervanger langer werkzaam is uit om deze gesprekken te voeren en de verslagen in een dossier op te nemen. Vaststelling omvang Vervangingspool Het verzuimcijfer in het voorgaand kalenderjaar en de schatting van zwangerschaps- en bevallingsverloven (op basis van een gemiddelde in het voorgaande jaar) vormen de basis voor de bepaling van de omvang van de Vervangingspool in relatie tot de totale personeelsomvang. 13 /31

14 Scholen, die hun vervanging binnen de staande formatie opvangen kunnen daarvoor een vergoeding ontvangen. Deze regeling wordt concreet uitgewerkt. Bijlagen 1. Omvang vervanging schooljaar Samenvattend financiële overzicht 3. Rapportage enquête B-schillers 4. Cao-PO 2017 teksten m.b.t. Vervanging 5. Concept-plan van aanpak inrichting Vervangingsorganisatie 6. Concept-profiel medewerker Vervangingspool 14 /31

15 Bijlage 1 Omvang vervanging schooljaar Voor het schooljaar gaan we uit van 5 RT TR zwangerschapsgerelateerde vervanging. Hier staat vergoeding vanuit UWV tegenover. Voor kortdurende vervanging ten gevolge van ziekte e.a. gaan we uit van 10 TR die we van tevoren invullen met medewerkers. Daarnaast houden we 4 TR ofwel ruim 2 ton aan euro s achter de hand voor uitbreiding in de vervangingsbehoefte of in geval van calamiteiten. Personeel in vaste dienst kan een tijdelijke uitbreiding krijgen t.b.v. vervanging, zonder dat dat een extra verplichting geeft aan die medewerker. Indien een vervanging op deze manier ingevuld wordt, kunnen de kosten dus ten laste van meerschools gebracht worden. Met betrekking tot de vervanging van medewerkers, die met ouderschapsverlof zijn ramen we ongeveer 3,5 RT TR aan benodigde vervangingscapaciteit. De dekking daarvan moet apart worden geregistreerd in de lopende begroting. De kosten voor inzet t.b.v. vervanging ouderschapsverlof komen t.l.v. de school, aangezien het gedeelte ouderschapsverlof van de medewerker al t.l.v. meerschools wordt gebracht. Voor de begroting 2018 e.v. zullen we bekijken hoe dit het beste kan worden geraamd. De Vervangingspool en de zwangerschapsgerelateerde vervanging wordt zoveel mogelijk ingevuld met medewerkers met een tijdelijke aanstelling, waarmee we geen verplichtingen tot in dienst name opbouwen. Dat zal niet helemaal te voorkomen zijn, omdat we nu al aan een aantal medewerkers in de pool met verplichtingen hebben in de pool ( conform de CAO) daarin moeten plaatsen. Bijlage 1

16 Bijlage 2 Samenvattend financieel overzicht schooljaren t/m verwachting Beschikbaar volgens begroting TR totaal 23, , ,5095 TR zonder zwangerschapsgerelateerd 18, , ,5095 TR exclusief DI 15, , ,5065 TR exclusief verlof 12, , ,0040 Begroting Vervanging A-schil Vervanging B-schil Vervanging C-schil (= Vervanging A-schil Vervanging exclusief zwangerschap Situatie in 2016 Beschikbaar voor vervanging ziekte excl zw., DI en verof: Bapo 2016: ,00 3,4483 TR Verzuim% scholen 2016: 3,59 % Ouderschapsverlof ,00 2,5862 TR TR OP scholen 2016: 284 TR 6,0345 TR (minus Bapo en OV) verbruik t.b. ziekteverzuim : 3,59% x 284 TR = 10,1944 TR ,00 Toebedeeld in begroting: 12,0882 TR ,79 rekenkundig overschot 1,8939 TR ,79 Naast vervanging ziekte beschikbaar (en besteed): Rekenkundig overschot op de scholen: 1,8939 TR ,79 Beschikbaar voor DI op schoolniveau (binnen flex A): 3,0870 TR ,00 Beschikbaar voor vervanging verlof op schoolniveau (binnen flex A): 2,5725 TR ,00 Beschikbaar voor zwangerschapsgerelateerd verzuim (binnen flex B en C): 5,0000 TR ,00 (kosten = baten UWV) 12,5534 TR ,79 Bijlage 2

17 Bijlage 3 Rapportage enquête B-schillers Bijlage 3

18 Bijlage 3

19 In ieder geval vier vervangers geven aan geen contact te hebben gehad met hun coördinerend directeur, maar dat alle afspraken gelopen zijn via de directeur van de school waar ze vervangen. Binnen een cluster wordt niet zichtbaar gecoördineerd, daar gaat alles in overleg tussen directeuren en beschikbare vervangers. De meeste contacten tussen een vervanger en een coördinerend directeur betreffen praktische zaken, zoals op welke school de vervanging plaats vindt, de duur van de vervanging en de wens om langdurige vervangingen in te vullen. In een enkel geval ging het over de afstemming met het RTC/Driessen. Bijlage 3

20 Bijlage 3

21 Bijlage 3

22 Bijlage 3

23 Degene die op één school ingezet zijn vonden dat prettig. Vervangers, die op meerdere scholen ingezet zijn geven aan blij te zijn van waarde te zijn geweest en zeggen dat zij blij zijn met de verscheidenheid in werkervaring. Mensen hebben niet het gevoel van de ene plek naar de ander te zijn gestuurd. Een enkele vervanger heeft vaak op verschillende scholen ingevallen en ziet na een langere periode vervangen uit naar een werkplek op een vaste school. Een andere individuele vervanger is op onverwachte wijze in de vervanging gekomen en vindt dat vervelend, maar is op één school wel op een prettige wijze ingezet. Knelpunten, die naar voren worden gebracht zijn de oproep s morgens vroeg en de korte en kort van te voren aangekondigde vervangingen, waardoor de vervanger zich niet kan voorbereiden op de groep en op de lessen die dag. Bij korte vervangingen kan de vervanger een project bijvoorbeeld niet zelf afronden. In een enkel geval werd een vervanger èn door de coördinerend directeur èn door Driessen benaderd en dat gaf verwarring. Gebrek aan afstemming. De onzekerheid over een vaste aanstelling wordt verschillende malen als knelpunt benoemd Bijlage 3

24 Knelpunten, die naar voren worden gebracht zijn de oproep s morgens vroeg en de korte en kort van te voren aangekondigde vervangingen, waardoor de vervanger zich niet kan voorbereiden op de groep en op de lessen die dag. Bij korte vervangingen kan de vervanger een project bijvoorbeeld niet zelf afronden. In een enkel geval werd een vervanger èn door de coördinerend directeur èn door Driessen benaderd en dat gaf verwarring. Gebrek aan afstemming. De onzekerheid over een vaste aanstelling wordt verschillende malen als knelpunt benoemd Bijlage 3

25 Soms is het niet duidelijk voor een boventallige waarom hij of zij in de B-schil is geplaatst. Een aantal vervangers laat weten met veel plezier binnen Tangent te werken en te hopen te kunnen blijven. Bijlage 3

26 Bijlage 4 Overzicht Cao PO artikelen met betrekking tot vervanging Arbeidsduur en formatiebeleid 2.3 Algemene arbeidsduur, normbetrekking en 40-urige werkweek 4. De minimale betrekkingsomvang bedraagt voor nieuwe dienstverbanden vanaf 1 augustus 2015 acht uur, uitgedrukt in een werktijdfactor 0,2. Voor incidentele vervangingen van één dag of minder geldt dat de minimale betrekkingsomvang vijf uur bedraagt, uitgedrukt in een werktijdfactor van 0,125. Dienstverband bijzonder onderwijs 3.4 Overige gevallen Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan in de overige gevallen plaatsvinden: a. als voorziening in een tijdelijke vacature, telkens voor ten hoogste twaalf maanden; b. bij vervanging van tijdelijk afwezige werknemers, telkens voor ten hoogste twaalf maanden; c. als de werknemer uitsluitend is belast met werkzaamheden in het kader van contractactiviteiten, of uitsluitend een dergelijke werknemer vervangt; d. als de werknemer uitsluitend is belast met werkzaamheden in het kader van projecten waarvoor additionele gelden ter beschikking zijn gesteld, of uitsluitend een dergelijke werknemer vervangt. Arbeidsovereenkomsten specifiek ten behoeve van vervanging Met de in artikel 3.5 opgenomen bepalingen wordt op grond van artikel 7:668a lid 5 onder b BW afgeweken van artikel 7:668a lid 1 BW Opeenvolgende dienstverbanden ten behoeve van vervanging 1. Arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd in verband met vervanging als bedoeld in artikel 3.4 aanhef en onder b, kunnen elkaar opvolgen. De maximale duur van de som van de elkaar opvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd op deze grond voor onderwijsgevend personeel en onderwijsondersteunend personeel met lesgebonden en/of behandeltaken bedraagt in afwijking van artikel 7:668a Burgerlijk Wetboek drie jaar. Binnen deze periode is het mogelijk zes arbeidsovereenkomsten aan te gaan. 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op elkaar opvolgende arbeidsovereenkomsten tussen een werknemer en verschillende werkgevers, die ten aanzien van de verrichte arbeid redelijkerwijze geacht moeten worden elkaars opvolger te zijn. 3.5a Buiten toepassing verklaren ketenbepaling Artikel 7:668a BW is niet van toepassing op de arbeidsovereenkomst die in de maanden januari tot en met maart van 2017 of in de maanden januari tot en met maart van 2018 is ingegaan voor ten hoogste 14 kalenderdagen in verband met de vervanging wegens onvoorzien ziekteverzuim van onderwijsgevend personeel en onderwijsondersteunend personeel met lesgebonden en/of behandeltaken januari tot en met maart van 2017 of in de maanden januari tot en met maart van 2018 is ingegaan voor ten hoogste 14 kalenderdagen in verband met de vervanging wegens onvoorzien ziekteverzuim van onderwijsgevend personeel en onderwijsondersteunend personeel met lesgebonden en/of behandeltaken. 3.6 Min-max-contract 1. De werkgever en de werknemer kunnen ten behoeve van vervanging van tijdelijk afwezige werknemers een min-max-contract overeenkomen. De werknemer ontvangt een akte van benoeming volgens het opgenomen model in bijlage IA. 2 van deze Cao. 2. Een min-max-contract wordt aangegaan voor bepaalde tijd, op grond van artikel 3.4 aanhef en onder b. 3. Een min-max-contract kan alleen worden aangegaan met de werknemer in de functiecategorie onderwijsgevend personeel of onderwijsondersteunend personeel met lesgebonden en/of behandeltaken. 4. Het min-max-contract wordt tussen werkgever en werknemer overeengekomen met de bedoeling een arbeidsovereenkomst zonder vaste betrekkingsomvang tot stand te laten komen, zodat flexibiliteit ten aanzien van de inzet van werknemers met een min-max-contract mogelijk is. 5. De minimale betrekkingsomvang van een min-max-contract is 8 uur per week (0,2 wtf). 6. De verhouding tussen de min-uren en de max-uren is maximaal 1:2,5 (bijvoorbeeld 8 20 uur). Bijlage 4

27 7. De werknemer dient, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 2.9 lid 3 en lid 5 en 2.11 (basismodel) of artikel 2.14 lid 4 (overlegmodel), voor hun inzetbaarheid op basis van het min-max-contract beschikbaar te zijn. Het aantal overeengekomen max-uren per week is hierbij leidend voor de beschikbaarheid. 8. De werknemer dient gehoor te geven aan een oproep voor werk van de werkgever tot het aantal overeengekomen max-uren per week. 9. De werkgever is tot het aantal overeengekomen max-uren per week verplicht de werknemer op te roepen voor beschikbaar werk, indien er werk is en de werknemer daarvoor geschikt is. 3.7 Bindingscontract 1. Werkgever en werknemer kunnen, ten behoeve van vervanging van tijdelijk afwezige werknemers zoals bedoeld in artikel 3.4 onder b, een bindingscontract overeenkomen. De werknemer ontvangt een akte van benoeming volgens het opgenomen model in bijlage IA.3 van deze cao. 2. Het bindingscontract kan niet worden aangegaan na 30 september Het bindingscontract wordt uitsluitend voor bepaalde tijd overeengekomen. 3. Een bindingscontract kan alleen worden aangegaan met de werknemer in de functiecategorie onderwijsgevend personeel of onderwijsondersteunend personeel met lesgebonden en/of behandeltaken. 4. De omvang van het bindingscontract wordt vastgesteld op ten minste één uur per week. De minimale betrekkingsomvang, zoals bedoeld in artikel 2.3 lid 4, geldt niet voor bindingscontracten. 5. Het bindingscontract wordt tussen werkgever en werknemer functiecategorie onderwijsgevend personeel of onderwijsondersteunend personeel met lesgebonden en/of behandeltaken. 4. De omvang van het bindingscontract wordt vastgesteld op ten minste één uur per week. De minimale betrekkingsomvang, zoals bedoeld in artikel 2.3 lid 4, geldt niet voor bindingscontracten. 5. Het bindingscontract wordt tussen werkgever en werknemer overeengekomen met de bedoeling om de werknemer te binden aan de organisatie. 6. De uren zoals overeengekomen op grond van lid 4 zijn niet plaats- en tijdgebonden en worden door de werknemer besteed aan de eigen professionalisering, duurzame inzetbaarheid en/of teamactiviteiten. 7. De werkgever en werknemer maken onderling afspraken over de besteding van de op grond van lid 4 overeengekomen uren, waardoor voor de werknemer zekerheid bestaat over de arbeidsomvang en de tijdstippen waarop de werknemer zal werken. 8. De werknemer verantwoordt achteraf de inzet van de op grond van lid 4 overeengekomen uren in een functioneringsgesprek met de werkgever. 9. Het bindingscontract kan op grond van artikel 2.5 tijdelijk worden uitgebreid, wanneer de werknemer aanvullend op het bindingscontract wordt belast met werkzaamheden op grond van artikel 3.4 onder b. Artikel 3.9 aanhef en onder b, is op de tijdelijke uitbreidingen van toepassing. 10. De werknemer wordt alleen ingezet voor onvoorziene en onplanbare vervangingen van een tijdelijk afwezige werknemer. Einde van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd 3.8 Einde van de arbeidsovereenkomst 9. Het bindingscontract kan op grond van artikel 2.5 tijdelijk worden uitgebreid, wanneer de werknemer aanvullend op het bindingscontract wordt belast met werkzaamheden op grond van artikel 3.4 onder b. Artikel 3.9 aanhef en onder b, is op de tijdelijke uitbreidingen van toepassing. 10. De werknemer wordt alleen ingezet voor onvoorziene en onplanbare vervangingen van een tijdelijk afwezige werknemer. Bijlage 4