KERNVERSTERKING Detailhandel in Lier

Transcriptie

1 KERNVERSTERKING Detailhandel in Lier

2 UITGANGSPUNTEN INZET RUIMTELIJK INSTRUMENTARIUM KERNVERSTERKING Uitwaaiering naar de periferie - impact op de leegstand in de kernen; Talrijk & wijd verspreide locaties waar grootschalige detailhandelszaken zich juridisch kunnen vestigen wildgroei; Consistente & duurzame ontwikkeling moeilijk afdwingbaar - verlies aan ruimtelijke kwaliteit; Ontoereikende parkeervoorzieningen op eigen terrein mobiliteitsproblemen; Ongebreidelde ontwikkeling handelszaken buiten het centrum impact teloorgang dynamisch handelsapparaat handelskernen; Discrepantie tussen reële consumentenbehoefte en marktvraag naar locaties voor grootschalige detailhandel;

3 UITGANGSPUNTEN Bedreigingen / opportuniteiten retail- & consumententendensen UITDAGING 1.1 Demografische tendens van vergrijzing UITDAGING 1.2 Demografische tendens van veranderende gezinssamenstelling UITDAGING 2 E-commerce UITDAGING 3 - Branchevervaging & specialisatie UITDAGING 4.1 Beleveniseconomie UITDAGING Nieuwe winkelconcepten

4

5 Eindrapport Beleidsvisie detailhandel inclusief acties en maatregelen, dd. GR 1 september 2014 BASISDOELSTELLINGEN BELEIDSVISIE DETAILHANDEL 1) Voorzien in de reële behoeften [kwantitatief en kwalitatief] van de Lierse bevolking inzake koopmogelijkheden. Lierse inwoners gelegenheid bieden hun aankopen te doen in de eigen stad genereert positieve impact op vlak van comfort & levenskwaliteit: Beperkte verplaatsingsbehoefte = duurzame mobiliteit. Winkelen in eigen stad = meerwaarde stedelijke economie. 2) De kwaliteit van de stedelijke handelsas met kernwinkelgebied in het stadscentrum consolideren en verbeteren. Hoogwaardig kernwinkelgebied = belangrijke factor voor een centrumstad. De handelskernen trekken bezoekers aan van binnen en buiten de stad = genereert dynamiek en impulsen aan economie, toerisme, horeca en socio-cultureel leven. Centrumbeleid, gericht op kernversterking [o.m. door bijkomend aanbod aan specifieke handelsruimte, optimalisatie van de publieke ruimte en een goede bereikbaarheid - hefbomen]; 3) De kwaliteit optimaliseren van bestaande grootschalige detailhandelslocaties buiten het centrum. Kwaliteitsverbetering = verdichting locaties, verbreding aanbod, verbetering belevingswaarde [beeldkwaliteit gebouwen en publiek domein] en optimalisatie verkeerssituatie. Inzetten van een beperkt bijkomend aanbod aan vestigingslocaties, onder strikte stedenbouwkundige voorwaarden, als hefboom. Bundeling grootschalige detailhandel op geschikte locaties buiten het stadscentrum = beperking negatieve impact op de stedelijke structuur [o.m. versnippering ruimte, verschraling beeldkwaliteit en toename verkeersdrukte].

6 BASISDOELSTELLINGEN BELEIDSVISIE DETAILHANDEL 4) Complementariteit nastreven tussen de verschillende winkelconcepten Winkelconcepten vullen elkaar aan: De stedelijke handelsas met het kernwinkelgebied richt zich op het cumulaanbod van dagelijkse, periodieke & uitzonderlijke goederen en op het recreatief winkelen - mits het recreatief, impulsief en doelgericht winkelen elkaar er aanvullen; De aanwezigheid horeca & interactie toeristisch-recreatieve as = essentieel in het recreatief winkelen. De periferie (behoefte aan doelgericht winkelen ) richt zich op dagelijkse, niet draagbare (volumineuze) goederen (supermarkten, drankencentrales, ) en op uitzonderlijke, niet draagbare goederen (meubelen, huishoudapparaten, wagens, ) 5) In Koningshooikt: ondersteuning van de handel op niveau van de woonkern De handel in de woonkern richt zich op een aanbod van dagelijkse goederen in buurtwinkels (groenten, fruit, vlees, brood, zuivel, ); de bovengrens van 400 m² wordt gehanteerd om concurrentie met de zich daar gevestigde buurthandel te voorkomen; De handel in de woonkern richt zich op een aanbod van uitzonderlijke goederen (juwelen, telecommunicatie, speciaalzaken, ).

7 VERANTWOORDING STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING DETAILHANDEL Deze verordening werd opgemaakt in toepassing van artikel van de Vlaamse Codex 12 De versterking van de leefbaarheid en de aantrekkingskracht van steden en dorpskernen. De stedenbouwkundige verordeningen kunnen : functiewijzigingen die in beginsel toegelaten zijn, uitsluiten, of aan dergelijke functiewijzigingen voorwaarden verbinden. het wijzigen van het aantal woongelegenheden in een gebouw regelen; normen bevatten betreffende de oppervlakte van functies en de afmetingen van gebouwen en constructies.

8 TOEPASSINGSGEBIED Besluit van de Vl. Reg 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen Verordening (BD 1 oktober 2015): binnen deze hoofdfunctie in vijf onderscheiden nieuwe hoofdfuncties: (Detail)handel handel, horeca, kantoorfunctie en diensten als één globale hoofdfunctie Horeca Kantoren Commerciële diensten Administratieve diensten Voor de wijziging van één van de hierboven vermelde nieuwe hoofdfuncties in een andere hoofdfunctie is steeds een voorafgaandelijke stedenbouwkundige vergunning vereist. Slopen van een bestaand gebouw met bestaand volume en bestaande functie met de bedoeling via nieuwbouw een nieuwe functie te voorzien, is eveneens een functiewijziging.

9

10 Stedelijke handelsas met kernwinkelgebied (A)

11 STEDELIJKE HANDELSAS MET KERNWINKELGEBIED (zone A) 3.1. Kernwinkelgebied Functiewijzigingen Elke functiewijziging naar een andere functie dan die in onderstaande tabel is opgenomen, is uitgesloten. ZONE FUNCTIE NIVEAU 0 FUNCTIE NIVEAU 0+ Kernwinkelgebied A3: Antwerpsestraat Kartuizersvest oneven nummers 1 t.e.m. 29/31 Kartuizersvest even nummers 2 t.e.m detailhandel - commerciële diensten - horeca - detailhandel - diensten - horeca - wonen Kernwinkelgebied A6: Grote Markt - detailhandel - diensten - horeca - detailhandel - diensten - horeca - wonen Kernwinkelgebied A7: Rechtestraat - detailhandel - diensten - horeca - detailhandel - diensten - horeca - wonen

12 Detailhandelsconcentratie Antwerpsesteenweg (B)

13 ANTWERPSESTEENWEG (zone B) 4.1. Zone B5, B6, B7 en B Functiewijzigingen Elke functiewijziging naar een andere functie dan die in onderstaande tabel is opgenomen, is uitgesloten. Voorbeeld: ZONE FUNCTIE ALLE NIVEAUS B5: Antwerpsesteenweg oneven nummers vanaf 403 tot aan hoek G. Gezellelaan - administratieve diensten - wonen Bestaande detailhandelszaken, met hun vergunde winkelvloeroppervlakte, kunnen behouden blijven. Bij sloop en nieuwbouw moet de functie wonen gestapeld aanwezig zijn met minimum dezelfde oppervlakte als de netto winkelvloeroppervlakte.

14 GEBIED BUITEN DE DETAILHANDELSCONCENTRATIES In het gebied buiten de detailhandelsconcentraties A, B, C & D: zijn nieuwe detailhandelszaken groter dan 400 m² netto winkelvloeroppervlakte niet toegestaan; kunnen bestaande detailhandelszaken maximaal uitbreiden tot 400 m² netto winkelvloeroppervlakte; mogen bestaande detailhandelszaken met meer dan 400 m² netto winkelvloeroppervlakte behouden blijven met hun vergunde oppervlakte, doch mogen niet opsplitsen. In het gebied buiten de detailhandelsconcentratie A: is het niet toegestaan om nieuwe detailhandelszaken dan wel uitbreidingen van bestaande detailhandelszaken te voorzien die gericht zijn op de verkoop van periodieke goederen.

15 VERNIETIGING VERORDENING DOOR RAAD VAN STATE Door partijen LIDL en GOFRA-GOVA op 16 december 2015, respectievelijk 25 januari 2016 een beroep tot nietigverklaring ingesteld tegen de verordening Detailhandel. Op 22 december 2017 werd de verordening vernietigd in het arrest GOFRA-GOVA

16 VERNIETIGING VERORDENING DOOR RAAD VAN STATE De verordening Detailhandel werd vernietigd om volgende redenen: De in art , derde lid VCRO geregelde mogelijkheid om in beginsel toegelaten functiewijzigingen uit te sluiten of aan bepaalde voorwaarden te koppelen, kan niet los gezien worden van de betekenis die de term functiewijzigingen heeft in de VCRO. De Vlaamse decreetgever heeft functiewijzigingen begrepen als louter betrekking hebbend op een bebouwd onroerend goed. Door in de bestreden verordening het slopen van een bestaand gebouw met bestaand volume en bestaande functie met de bedoeling om via nieuwbouw een nieuwe functie te voorzien uitdrukkelijk ook te kwalificeren als een functiewijziging gaat de bestreden verordening verder dan het uitsluiten of aan voorwaarden verbinden van functiewijzigingen met betrekking tot een bebouwd onroerend goed, maar legt ze op die manier de bestemming vast van een deel van het grondgebied van de gemeente. Voor het vaststellen van dergelijke bestemmingsvoorschriften is de gemeente enkel bevoegd middels de opmaak van een RUP en niet middels een stedenbouwkundige verordening Uit bovenstaande blijkt dat de opmaak van een stedenbouwkundige verordening nog mogelijk is, zelfs voor gebiedsgedifferentieerde materies, mits beperking tot de functiewijzigingen zoals begrepen in VCRO. Er is een parlementaire vraag in voorbereiding om dit standpunt te toetsen.

17 VERWEER STAD EN PROVINCIE In haar verweer stelt de stad dat nergens in de bestreden verordening functies worden uitgesloten en ook de bestemming blijft onaangetast bestaan; Enkel bepaalde functiewijzigingen worden uitgesloten zoals voorzien door artikel VCRO. De stad merkt op dat met een verordening wel een gebiedsgericht beleid kan worden gevoerd, zoniet zou artikel 2.3.1, 12, VCRO zinledig zijn. Het middels stedenbouwkundige voorschriften zorgen voor de versterking van steden en dorpskernen vereist immers net dat via stedenbouwkundige voorschriften bepaalde zones worden geviseerd. Dit wordt bevestigd door artikel 2.3.2, 2, VRCO dat uitdrukkelijk bepaalt dat verordeningen voor de in artikel omschreven materies zowel voor het gehele grondgebied van de gemeente of voor een deel waarvan zij de grenzen bepaalt, kunnen worden vastgesteld.

18 VERWEER STAD EN PROVINCIE Dit werd intussen bevestigd in artikel 10 van het decreet integraal handelsvestigingsbeleid van 15 juli 2016 waarbij wordt voorzien dat gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen kernwinkelgebieden en winkelarme gebieden kunnen afbakenen, alsook gedifferentieerde normen kunnen omvatten. Verder betwist de provincie de stelling dat de decreetgever enkel functiewijzigingen die betrekking hebben op een bebouwd onroerend goed aan de vergunningsplicht heeft onderworpen. Ze benadrukt dat het opnemen van de zinsnede dat het slopen van een bestaand gebouw met bestaand volume met de bedoeling via nieuwbouw een nieuwe functie te voorzien... eveneens een verboden functiewijziging betreft en niet overeenkomt met het bepalen van bestemmingsvoorschriften, maar er louter toe strekt te verhinderen dat de verordening zou kunnen worden omzeild door na afbraak van bestaande constructies nieuwe gebouwen op te richten.

19 BEOORDELING RAAD Artikel VCRO bevat een limitatieve opsomming van de onderwerpen en aangelegenheden die het voorwerp kunnen uitmaken van een stedenbouwkundige verordening. Uit de parlementaire voorbereiding van het decreet van 27 maart 2009 tot aanpassing en aanvulling van het ruimtelijke plannings-, vergunningen- en handhavingsbeleid blijkt dat men met deze limitatieve opsomming duidelijkheid heeft willen scheppen over wat met een stedenbouwkundige verordening kan worden geregeld en wat niet (en wat bijgevolg in een ruimtelijk uitvoeringsplan zijn beslag moet krijgen), waarbij werd benadrukt dat substantiële ordeningsmaatregelen thuishoren in een RUP en dat de procedure van totstandkoming van verordening en RUP verschillen qua waarborgen voor inspraak

20 BEOORDELING RAAD Uit de parlementaire voorbereiding van het wijzigingsdecreet van 4 april 2014 blijkt dat de optie om middels een stedenbouwkundige verordening niet enkel functiewijzigingen maar ook functies te kunnen uitsluiten of aan voorwaarden te verbinden, uitdrukkelijk achterwege werd gelaten om de volgende redenen: De SARO stelt in haar advies dat artikel 1.1.2, 5, VCRO, het begrip functie definieert als het feitelijk gebruik van een onroerend goed of een gedeelte daarvan. Dit is bijgevolg een zeer ruim begrip. Bij de opmaak van het ontwerp van decreet werd er vanuit gegaan dat de mogelijke onderwerpen van een verordening gekoppeld zijn aan de functies en functiewijzigingen opgenomen in het besluit van de Vlaamse Regering van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen. Gelet op de zeer ruime definitie van artikel 1.1.2, 5, zal de voorgestelde aanpassing een te grote verruiming van het toepassingsgebied van de stedenbouwkundige verordening tot gevolg hebben en voorbijgaan aan de initiële bedoeling.

21 BEOORDELING RAAD Wanneer deze onderwerpen bovendien gebiedsgericht worden gedifferentieerd in functie van mogelijke afmetingen, oppervlakte en dergelijke, komt men met het instrument stedenbouwkundige verordening op het terrein van de ruimtelijke uitvoeringsplannen Bij de totstandkoming van de VCRO werd er reeds op gewezen dat dergelijke substantiële ordeningsmaatregelen thuishoren in een RUP (Parl.St. Vl.Parl , nr. 2011/3, p. 14). De procedure van totstandkoming van een RUP biedt immers meer garanties inzake rechtsbescherming, onder meer omwille van de noodzaak van een openbaar onderzoek. De SARO wijst op het gebrek aan enige vorm van inspraak bij het tot stand komen van een verordening. De toevoeging van het woord functies in artikel 2.3.1, derde lid, 1, is dan ook niet wenselijk. Ondertussen dient het ontwerp van een stedenbouwkundige verordening te worden onderworpen aan een openbaar onderzoek van 30 dagen (artikel van de VCRO).

22 BEOORDELING RAAD De in artikel 2.3.1, derde lid, VCRO geregelde mogelijkheid om in beginsel toegelaten functiewijzigingen uit te sluiten of aan bepaalde voorwaarden te koppelen kan niet los gezien worden van de betekenis die de term functiewijziging heeft in de VCRO. Artikel 4.2.1, 6, van de Codex heeft het over de stedenbouwkundige vergunningsplicht voor het geheel of gedeeltelijk wijzigen van de hoofdfunctie van een bebouwd onroerend goed voor zover dergelijke functiewijziging voorkomt in een door de Vl Reg bij uitvoeringsbesluit op te stellen lijst. De Vlaamse decreetgever heeft met andere woorden functiewijzigingen begrepen als louter betrekking hebbend op een bebouwd onroerend goed. Door in artikel 2 van de verordening het slopen van een bestaand gebouw met bestaand volume en bestaande functie met de bedoeling via nieuwbouw een nieuwe functie te voorzien uitdrukkelijk ook te kwalificeren als een functiewijziging, gaat de bestreden verordening verder dan het uitsluiten of aan voorwaarden verbinden van functiewijzigingen met betrekking tot een bebouwd onroerend goed, maar legt ze op die manier de bestemming vast van een deel van het grondgebied van de gemeente. De gemeente is hier enkel voor bevoegd middels een RUP.

23 BEOORDELING RAAD Opgemerkt dient hierbij dat de Raad het eerste en meer fundamentele middel onbeantwoord laat: of een verordening nu al dan niet aan de milieueffectenrapportageverplichtingen dient te voldoen zoals de Auditeur in zijn verslag stelde, werd niet uitgeklaard. Voortgaand op rechtspraak van het Europees Hof is de auditeur van oordeel dat de verordening kan worden beschouwd als een kader voor een stadsvernieuwingsproject. Bovendien gaat het in de verordening detailhandel niet over een klein gebied op lokaal niveau, zodat de toepassing van een uitzonderingsregime niet van toepassing is. De auditeur concludeerde dat het voldoende aannemelijk is dat de verordening Detailhandel aan de plan-mer-plicht had moeten zijn onderworpen.

24 CONCLUSIE? Met het Decreet van 15 juli 2016 betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid werd het toepassingsgebied van stedenbouwkundige verordeningen uitgebreid. De bevoegde overheden kunnen gebruik maken van twee verschillende ruimtelijke instrumenten om kernwinkelgebieden en winkelarme gebieden af te bakenen dan wel bepaalde normen te voorzien, namelijk het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) of de stedenbouwkundige verordening. In navolging van dit Decreet werd in de Ministerraad van 10 februari 2017 het Besluit van de Vlaamse Regering houdende regeling van het openbaar onderzoek over stedenbouwkundige verordeningen goedgekeurd. Doorheen deze initiatieven werd benadrukt dat de verordening minder ver kan rijken dan een RUP en aan bepaalde beperkingen onderworpen is, doch wel nog steeds een snellere, eenvoudigere en goedkopere totstandkomingsprocedure kent. Een RUP is immers tijdrovend en kostelijk.

25 CONCLUSIE? Het Auditoraat bij de Raad van State oordeelde echter dat ook de stedenbouwkundige verordeningen, zelfs op gemeentelijk niveau, onder de plan-mer verplichtingen ressorteren en hiervoor dus ofwel voorafgaandelijk een planmilieueffectenrapport dient te worden opgesteld dan wel een milieueffectenscreening dient plaats te vinden. Dit zou niet alleen voor gevolg hebben dat alle toekomstige stedenbouwkundige verordeningen aan de milieueffectenrapportage dienen te worden onderworpen, doch tevens dat alle bestaande stedenbouwkundige verordeningen waarvoor geen plan-mer of onderzoek tot plan-mer geschiedde moeten worden overgedaan. Ook dreigt dit afbreuk te doen aan de recente mogelijkheden die worden geboden de verordening als beleidsinstrument, gezien dit hierdoor een even logge procedure zal kennen als de RUP s.

26 VERDERE WERKWIJZE BIJ DE STAD LIER De vernietiging van de verordeningen doet geen afbreuk aan de beleidsvisies en doelstellingen die hierin werden opgenomen, welke nog steeds gedragen worden door de stad. De elementen uit de beleidsvisie worden onverkort gehanteerd als beleidsmatig gewenste ontwikkelingen binnen de goede ruimtelijke ordening.

27 VERDERE WERKWIJZE BIJ DE STAD LIER Besluit van de Vl. Reg 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen Verordening (BD 1 oktober 2015 vernietigd 22 december 2017): binnen deze hoofdfunctie in vijf onderscheiden nieuwe hoofdfuncties: handel, horeca, kantoorfunctie en diensten als één globale hoofdfunctie (Detail)handel Horeca Kantoren Commerciële diensten Administratieve diensten Wijzigingsbesluiten Vl Reg van 17 juli 2015 en 30 oktober De hoofdfunctie handel, horeca, kantoorfunctie en diensten opgesplitst in drie aparte hoofdfuncties: detailhandel dancing, restaurant en café; kantoorfunctie, dienstverlening en vrije beroepen. Voor de wijziging van één van de hierboven vermelde nieuwe hoofdfuncties in een andere hoofdfunctie is steeds een voorafgaandelijke stedenbouwkundige vergunning vereist. Slopen van een bestaand gebouw met bestaand volume en bestaande functie met de bedoeling via nieuwbouw een nieuwe functie te voorzien, is eveneens een functiewijziging.

28 NAAST RUIMTELIJKE INSTRUMENTEN: KERNVERSTERKENDE ACTIES & MAATREGELEN I.S.M. ECONOMISCHE RAAD 1) Inzetten op gerichte CAPACITEITSOPBOUW bij de handelaars/ondernemers en hun respectievelijke handels-, bedrijfs- & belangenverenigingen via: Versterking van kennis en competenties om in te spelen op de economische sterktes, zwaktes, uitdagingen en bedreigingen van detailhandel in het algemeen en in het bijzonder van de marktpositie in Lier; Ontwikkeling van een visie op het economisch beleid in Lier; Integratie van een economische toets in andere beleidsdomeinen; Oog voor permanente monitoring [vraag- & aanbodzijde] en evaluatie van de acties en projecten. 2) Inzetten op LERENDE NETWERKEN (eigen handelaars/ondernemers = Lierse stadsambassadeurs; de Economische Raad = ondernemingspanel : Aftoetsen voorstellen aan wenselijkheid, haalbaarheid en effectiviteit bij de belanghebbenden, m.n. achterban van de afgevaardigde handels-, belangen-, en bedrijvenverenigingen.

29 INTENSIEVE SAMENWERKING MET ECONOMISCHE RAAD LIER - SAMENSTELLING Streefkader 15 leden (15 effectieve + 15 plaatsvervangende leden), idealiter zo ruim mogelijk verdeeld over de verschillende geografische concentraties van het volledige grondgebied, idealiter in een zo evenwichtig mogelijke vertegenwoordiging van de volgende commerciële hoofdsegmenten : detailhandel horeca (incl. recreatie/toerisme) ambulante handel/markten ambachten vrije beroepen industrie KMO & grote ondernemingen De ER wordt de facto samengesteld uit: afgevaardigde leden of vertegenwoordigers van onderstaande handels-, bedrijfs-, belangenof beroepsverenigingen: Overkoepelende B²C vereniging Lier Shopping vzw Overkoepelende B²B vereniging Lier4Business Horecafederatie afdeling Lier Lierse Bakkersgilde Unizo afdeling Lier VOKA LON Neteland Lierse Marktvereniging Bedrijvenvereniging Duwijckpark

30 KERNVERSTERKENDE ACTIES & MAATREGELEN: STRATEGISCH PLAN LEEGSTAND Inventarisatie leegstaande handelspanden nulmeting EFRO project Aanschrijven eigenaars leegstaande handelspanden (peiling intenties en interesse in:) tijdelijke aan-/inkleding van leegstaande etalages/panden tijdelijke, doelgerichte bestickering van etalages van leegstaande panden (vormings)aanbod i.k.v. innovatieve retailconcepten voor starters Oprichting denktank leegstand met retailvastgoedeigenaars, -beheerders & - ontwikkelaars/investeerders Premiestelsel invulling leegstaande (handels)panden Liers Kernwinkelgebied (GR dd. 29/06/ 15) éénmalig euro onder voorwaarden Nieuw reglement leegstandbelasting op gebouwen Faciliteren & uitvoeren bestickeringacties & pop-up i.s.m. Jeugdcentrum Moevement (Artafact project), i.s.m. SASK,

31 RESULTATEN vs UITDAGINGEN PREMIEREGLEMENT Brancheprofiel premie-begunstigden ; 10% 2; 7% 2; 7% 8; 28% 10; 35% 1; 3% 1; 3% 2; 7% Detailhandel: Algemene voeding Detailhandel: Kleding & accessoires Detailhandel: Boekenhandel Horeca Detailhandel: Chocolatier/confiserie Detailhandel: Decoratie & geschenkartikelen Detailhandel: Alledaagse artikelen Commerciele dienstverlening

32 ACTIES- & COMMUNICATIESTRATEGIE LIERSE CENTRUMBONNEN: geautomatiseerd geschenkbonsysteem (KVM oproep AO) = dynamische, ONLINE HANDELSGIDS op maat voor de handelaars van de handelskern (in synergie met vorming online etaleren, acties posten & gegevens actueel houden: website, sociale media & webshop) Systematische, doelgerichte COMMUNICATIE tussen handels-, belangen- & bedrijvenverenigingen, hun aangesloten leden en de stad Lier (via de resp. adviesraden): Facebookgroep handelaars Facebookpagina stad Lier Elektronische nieuwsbrief Shopmagazine

33 PROMOTIE BEREIKBAARHEID & PARKEERFACILITEITEN & -GELEIDING Ontwikkeling & 4 de herdruk informatief bereikbaarheids- & parkeerplannetje & ruime bedeling in verzorgingsgebied Uitwerken aanmoedigend parkeertarievenplan (ev. specifiek voor koopzondagen & piekmomenten voor het winkelgebeuren, evenals voor horecabezoek); Invoering Liers half uurtje Lierse binnenstad & regime max. 5uren parking Tramweglei (station) Promoten van het uitdelen van parkeercheques aan klanten vanaf een bepaald besteed bedrag i.f.v. 1 uur gratis parkeren

34 5 BEDRIJVIGE SUBSIDIEPROJECTEN VLAIO - oproep 2013 Kernversterkende maatregelen: Lierse Centrumbon Geschenkbonsysteem ( december 2014) VLAIO Oproep Ondernemingsvriendelijke gemeente 2014: Open data en ondernemingsvriendelijke bereikbaarheidscommunicatie Onderzoek optimalisatie open data in Generiek Informatieplatform Openbaar Domein (GIPOD) Vernieuwd instrumentarium Pilootgemeenten: Oudenaarde, Diksmuide & Lier EFRO Vlaanderen project 959 : Sturing attractieve branchedynamiek Liers kernwinkelgebied. retailexpert retailportfolio / infographic EFRO Vlaanderen project 956 : Baanwinkels en gemeenten op één lijn. casus A10 Aarschotsesteenweg Pilootgemeenten: Aarschot, Begijnendijk, Berlaar, Heist-op-den-Berg & Lier EFRO Vlaanderen project VLAIO : Kernversterkend winkelbeleid van A tot Z operationele vertaalslag van het Integraal Handelsvestingsbeleid mobiliteitsonderzoek

35