Tentamen Thermodynamica



Vergelijkbare documenten
Tentamen Thermodynamica

TENTAMEN THERMODYNAMICA voor BMT (8W180) Maandag 20 November van uur. Dit tentamen omvat 4 opgaven, die alle even zwaar meetellen.

TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb april :00-12:00

TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb juni :00-12:00

TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb juni :00-12:00

THERMODYNAMICA 2 (WB1224)

Technische Thermodynamica 1, Deeltoets 2 Module 2, Energie en Materialen ( )

TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb juni :00-12:00

Voorbeeld EXAMEN Thermodynamica OPEP Niveau 4. Vraag 1: Van een ideaal gas is gegeven dat de dichtheid bij 0 C en 1 bara, 1,5 kg/m 3 bedraagt.

THERMODYNAMICA 2 (WB1224)

TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb april :00-12:00

en tot hetzelfde resultaat komen, na sommatie: (9.29)

Tentamen Thermodynamica

Opgave 2. Voor vloeibaar water bij K en 1 atm zijn de volgende gegevens beschikbaar:

Warmte- en stromingsleer Examennummer: Datum: 14 december 2013 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Eerste Hoofdwet: Deel 1

Notaties 13. Voorwoord 17

Bereken de luchtdruk in bar op 3000 m hoogte in de Franse Alpen. De soortelijke massa van lucht is 1,2 kg/m³. De druk op zeeniveau bedraagt 1 bar.

THERMODYNAMICA 2 (WB1224)

Fysische Chemie Oefeningenles 1 Energie en Thermochemie. Eén mol He bevindt zich bij 298 K en standaarddruk (1 bar). Achtereenvolgens wordt:

Hoofdstuk 12: Exergie & Anergie

Elke opgave moet op een afzonderlijk blad worden ingeleverd.

Thermodynamica. Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven

Het aantal kmol is evenredig met het volume dat dat gas inneemt, bij een bepaalde druk en temperatuur

Inhoud. Inleiding 13. Noordhoff Uitgevers bv

Hoofdstuk 1: Ideale Gassen. Hoofdstuk 2: Warmte en arbeid. Hoofdstuk 3: Toestandsveranderingen bij ideale gassen

Energieconversiemachines en -systemen: Thermodynamische analyse van het gebruik van een warmtepomp voor residentiële verwarming

Introductie 1) 2) 3) 4) 5) J79 - Turbine Engines_ A Closer Look op youtube: toets form 1 okt 2013

TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY) 1 maart uur Docenten: L. de Smet, B. Dam

THERMODYNAMICA 2 (WB1224)

Figuur 8.50: Toestandsdiagram van propaan naar ASHRAE Hoofdstuk 8: Kringprocessen 46

oefenopgaven wb oktober 2003

Het Ts diagram van water en stoom

TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY, MST1211TA1, LB1541) 10 maart uur Docenten: L. de Smet, B. Dam

THERMODYNAMICA 2 (WB1224)

VAK: Thermodynamica - A Set Proeftoets 01

THERMODYNAMICA 2 (WB1224) 14 april u.

Thermodynamica - A - PROEFTOETS- AT01 - OPGAVEN.doc 1/7

REWIC-A: Thermodynamica A : : : Opleiding Module Examenset. REWIC-A Thermodynamica A 03. Uw naam :... Begintijd :... Eindtijd :...

TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY) 7 maart uur Docenten: T. Savenije, B. Dam

TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY) 7 maart uur Docenten: T. Savenije, B. Dam

HERHALINGS TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA voor S2/F2/MNW2 Woensdag 14 januari, 2009,

Doel is: Verdieping m.b.v. 2 REWIC Readers en koppeling aan de natuurkunde-les. periode 3 Rendementsverbetering door aftapvoorwarming en herverhitting

THERMODYNAMICA 2 (WB1224)

TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA voor F2/MNW2. Vrijdag 23 december 2005

Examen Statistische Thermodynamica

Hoofdstuk 5: Enthalpie

De stoominstallatie met: ketel, turbine, condensor en voedingspomp. Eigenlijk wordt maar weinig energie nuttig gebruikt in een installatie:

TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA. Dinsdag 25 oktober

De stoominstallatie met: ketel, turbine, condensor en voedingspomp. Eigenlijk wordt maar weinig energie nuttig gebruikt in een installatie:

Figuur 8.39: Negatief kringproces. Figuur 8.40: Afgegeven en opgenomen warmte

THERMODYNAMICA 2 (WB1224) Opgave 3 moet op een afzonderlijk blad worden ingeleverd.

is een dergelijk systeem één van starre lichaam Pagina 21 3 de zin

Hoofdstuk 9: Wrijving

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT DER TECHNISCHE NATUURKUNDE GROEP TRANSPORTFYSICA

Toestandsgrootheden en energieconversie

Welke van de drie onderstaande. figuren stellen een isobare toestandsverandering van een ideaal gas voor?

Technische ThermoDynamica Samenvatter: Maarten Haagsma /6 Temperatuur: T = ( /U / /S ) V,N

kringloop TS diagram berekeningen. omgevingsdruk / aanzuigdruk na compressor na de verbrandingskamers na de turbine berekend:

Bereken het thermische rendement van een Rankine cyclus met keteldruk 180 bar en een condensatiedruk 0,05 bar.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT DER TECHNISCHE NATUURKUNDE GROEP TRANSPORTFYSICA

UITWERKING. Thermodynamica en Statistische Fysica (TN ) 3 april 2007

Hoofdstuk 8: Kringprocessen

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT DER TECHNISCHE NATUURKUNDE GROEP TRANSPORTFYSICA

2 Van 1 liter vloeistof wordt door koken 1000 liter damp gemaakt.

Vraagstukken Thermodynamica W. Buijze H.C. Meijer E. Stammers W.H. Wisman

Het Ts diagram van water en stoom

Hoofdstuk 11: Irreversibiliteit

Oefententamen Technische Thermodynamica (vakcode ) Faculteit der Construerende Technische Wetenschappen, Universiteit Twente

NIVEAU 3 STOOMTECHNIEK AFVALVERBRANDING BE

NIVEAU 5. STOOMTECHNIEK EPT: Proefexamen

Thermodynamics 1. Lecture 9: Bendiks Jan Boersma Wiebren de Jong Thijs Vlugt Theo Woudstra. March 8, Energy Technology

Thermodynamica 2 Thermodynamic relations of systems in equilibrium

ECTS-fiche HBO5 100 %

3 niet expliciet genoemd in eindtermen Verklaar het verschijnsel diffusie met de moleculaire theorie.

EXAMEN STOOMTURBINES EPT (nr 120)

THERMODYNAMISCHE RENDEMENTEN BIJ DE PRODUCTIE VAN WARMTE VAN LAGE TEMPERATUUR

Δh c = c. u = c cosα [m/s] 2 α 1 = intreehoek [ ] u = schoepsnelheid [m/s] c 1 = intreesnelheid [m/s] c 2 = uittrede snelheid [m/s] 2.

Thermodynamische analyse van het gebruik van een warmtepomp voor residentiële verwarming

p V T Een ruimte van 24 ºC heeft een dauwpuntstemperatuur van 19 ºC. Bereken de absolute vochtigheid.

Wat gaan we doen? Koken van water: wat gebeurt er ( temperatuur, energie, druk) Leren opzoeken in stoomtabellen. Diagrammen van water en stoom

THERMODYNAMICA 2 (WB1224) Elke opgave moet op een afzonderlijk blad worden ingeleverd.

TENTAMEN. Thermodynamica en Statistische Fysica (TN )

Wat gaan we doen. dinsdag 29 augustus :32. Si klas 2 Pagina 1

Extra oefenopgaven bij hoofdstuk 5 en 6

De verliezen van /in het systeem zijn ook het gevolg van energietransformaties!

- 1 - WERKEN MET STOOM. Werken met stoom

Richard Mollier ( )

Unificatie. Zwakke Kracht. electro-zwakke kracht. Electriciteit. Maxwell theorie. Magnetisme. Optica. Sterke Kracht. Speciale Relativiteitstheorie

Scheidingstechnologie by M.A. van der Veen and B. Eral

Tentamen Moleculaire Simulaties - 8C November uur

Werkcollege 3: evenwicht bij zuivere stoffen

ALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa.

Introductie 1) 2) 3) 4) 5) J79 - Turbine Engines_ A Closer Look op youtube: toets form 1 okt 2013

STUDIEHANDLEIDING THERMODYNAMICA REWIC HWTK

Klimaatbeheersing (3)

Tentamen Statistische Thermodynamica MS&T 27/6/08

Tentamen Warmte-overdracht

BIOFYSICA: WERKZITTING 10 (Oplossingen) THERMOFYSICA

ONDERKOELING-OVERVERHITTING. Rudy Beulens

Transcriptie:

Tentamen Thermodynamica 4B420 3 november 2011, 9.00 12.00 uur Dit tentamen bestaat uit 4 opeenvolgend genummerde opgaven, die alle even zwaar worden beoordeeld. Advies: besteed daarom tenminste een half uur aan iedere opgave. De opgaven dienen duidelijk leesbaar beantwoord te worden. De tabellen dienen, vanwege hergebruik, met het tentamen weer ingeleverd te worden.

Thermodynamische formules Toestandsvariabelen 1. Grootheden (en daarmee toestanden) zijn bepaald door twee onafhankelijke (in principe willekeurig te kiezen) grootheden: U = U(T, V ), U = U(p, V ), U = U(p, T ) etc. en idem dito voor alle andere grootheden (H, S,... ) inclusief de specifieke vormen u = U/m etc. Drie bijzondere gevallen: (i) Twee-fasen mengsel: druk en temperatuur zijn afhankelijk van elkaar in het coexistentie gebied; voor een grootheid u = (1 x)u f + xu g in dit gebied geldt dus b.v. wel u = u(p, v) of u = u(t, v), maar niet u = u(p, T ). (ii) Inwendige energie en enthalpie van een ideaal gas: U = U(T ) en H = H(T ). (iii) Incompressibele vloeistoffen (water: p 50 bar): voor toestandsgrootheden geldt bij (goede) benadering v = v(t ) v f (T ), u u f (T ) etc. Daarnaast geldt c p = c v, du = c v dt en dh = du + vdp. 2. De definitie van enthalpie luidt H U +pv (specifiek: h = H/m = u+pv = u+p/ρ); de definitie van entropie luidt ds δq rev /T. Beide definities zijn altijd geldig. 3. Ideaal gas: du = c v dt, dh = c p dt, s 2 s 1 = c v ln(p 2 /p 1 ) + c p ln(v 2 /v 1 ), c p = c v + R, c p /c v = k, R = R/M; isentroop (ds = 0): T 2 /T 1 = (V 2 /V 1 ) 1 k etc. (Poisson relaties). Gesloten systemen 4. Eerste hoofdwet: δq = du + δw ; reversibel proces: δw rev = pdv, δq rev = T ds 5. Tweede hoofdwet: S 2 S 1 = sg δq/t + S p (sg=systeemgrens); entropieproductie S p 0; reversibel proces: S p = 0; irreversibel proces: S p > 0 Open systemen 6. Massabehoud: dm/dt cv = i ṁi (cv=controlevolume); massastroom ṁ = ρac; instroom: ṁ i > 0; uitstroom: ṁ i < 0 7. Eerste hoofdwet (energiebehoud): du/dt cv = Q Ẇx + i ṁih 0 i ; stagnatie-enthalpie: h 0 i = h i + c 2 /2 + gz i ; reversibel proces: δw x,rev = vdp, δq rev = T ds 8. Tweede hoofdwet: ds/dt cv = sg δ Q/T + i ṁis i + Ṡp (sg=systeemgrens) Kringprocessen 9. Thermisch rendement motor: η W / Q in ; Coefficient Of Performance (COP) koelsysteem: COP Q koel / W ; efficientie warmtepomp: ɛ Q warmte / W ; Carnot proces: η C = 1 T L /T H ; COP C = T L /(T H T L ); ɛ C = T H /(T H T L ) = COP C + 1 Vochttransport 10. Relatieve vochtigheid: φ(t ) = p H2 O(T )/p sat,h2 O(T )

Opgave 1 Een cilinder, afgesloten door een wrijvingsloze zuiger, bevat Argon (ideaal gas, M = 40 kg/kmol, c p = 0.52 kj/kg K). Het gas wordt gecomprimeerd door de zuiger middels uitoefening van een variabele kracht in te drukken. Deze kracht wordt daarbij dusdaning geregeld dat de temperatuur lineair toeneemt met afnemend volume volgens de relatie T = av + b, met a = 50 K kg/m 3 en b = 350 K. Het specifieke beginvolume bedraagt v 1 = 1 m 3 /kg en de compressie stopt als de druk twee keer de begindruk heeft bereikt. a) Geef een relatie voor de druk p als functie van het specifieke volume v en schets deze in een p-v diagram. b) Bepaal begin- en einddruk alsmede het specifieke volume na de compressie. c) Bepaal de hoeveelheid specifieke arbeid benodigd voor de compressie. d) Hoeveel specifieke warmteafgifte vindt plaats tijdens de compressie? De warmte wordt naar de omgevingslucht (20 C, 1 bar) afgevoerd. e) Toon aan dat deze warmteafgifte irreversibel verloopt. Opgave 2 Een hoeveelheid water van 25 g bevindt zich in een zuiger-cilinder systeem op een druk van 300 kpa en met een beginvolume van 10 liter. Een electrisch verwarmingselement (vermogen 100 W) is in de cilinder geplaatst en wordt gedurende 5 minuten in werking gesteld. Hierdoor stijgt de zuiger (oppervlak 0.1 m 2 ) wrijvingsloos en lekt via de cilinderwand tegelijkertijd 5 kj aan warmte weg naar de omgeving. a) Bepaal de temperatuur en enthalpie van het water in de begintoestand. b) Schets het proces in een p-v diagram en geef daarbij de saturatiecurve aan. c) Bepaal de stijging van de zuiger en de daarbij geleverde arbeid. Het systeem wordt van een thermische isolatie voorzien. Wederom wordt, startend van dezelfde begintoestand, warmte toegevoerd middels het verwarmingselement, totdat de zuiger dezelfde stijging als voorheen heeft ondergaan. (Neem een stijging van 10 cm aan indien u onderdeel (c) niet heeft kunnen beantwoorden.) d) Bepaal de einddruk van het water. e) Hoe lang dient het verwarmingselement aan te staan?

Opgave 3 Een gasturbine (lucht, ideaal gas, M = 29 kg/kmol, k=1.4) wordt beschreven door een cyclus bestaande uit twee isobaren en twee isentropen (zie figuur). De maximum en minimum temperaturen in de cyclus bedragen 1000 K en 288 K, de drukverhouding is 6 en de laagste druk is 1 bar. Ga in eerste instantie uit van ideaal functionerende componenten. a) Schets het proces in een T-s diagram. b) Bepaal de specifieke hoeveelheid warmte die in de verbrandingskamer ( heater, zie figuur) moet worden toegevoerd. c) Bepaal het thermisch rendement van deze cyclus. Vanwege interne wrijving in de turbine-component ( turbine ) is diens isentrope rendement gelijk aan η i = w werkelijk /w ideaal = 0.9. Neem aan dat begin- en einddruk hetzelfde blijven. d) Bepaal de temperatuur aan de uitgang van de turbine (T 4 ). e) Hoeveel bedraagt de specifieke entropieproduktie in de turbine? Opgave 4 De turbine in een restwarmte-centrale, werkend volgens een Rankine cyclus, levert een vermogen aan de as van 100 kw bij een massastroom van 0.1 kg/s. De thermische isolatie van de turbine is verwijderd, waardoor deze 20 kw aan warmte afstaat aan de omgeving (op een temperatuur van 20 C). De Rankine cyclus werkt met het medium water en doorloopt de volgende stappen: stap 1-2: isentrope wrijvingsloze compressie (met een pomp); stap 2-3: isobare warmte toevoer (druk van 3 MPa) tot een temperatuur van 680K (boiler); stap 3-4: expansie (in een turbine); stap 4-1: isobare warmte afvoer (in een condensor) bij een druk van 6 kpa, totdat het medium volledig vloeistof is (x = 0). a) Schets het T-s diagram en geef daarbij de componenten aan. b) Bepaal het dampgehalte aan de uitgang van de turbine. c) Bepaal de aan de boiler toe te voeren warmtestroom. d) Bepaal het thermisch rendement van deze Rankine cyclus. e) Bepaal het maximaal haalbare rendement bij deze temperatuurniveau s en verklaar het verschil met het daadwerkelijk behaalde rendement.

UITWERKINGEN TENTAMEN THERMODYNAMICA voor W (4B420) 3 november 2011 van 9.00-12.00 uur. Opgave 1 a) Gaswet: p = RT/v = R(a + b/v) b) T 1 = av 1 + b = 300 K; p 1 = RT 1 /v 1 = 62.4 kpa; p 2 = 2p 1 = 124.7 kpa; v 2 = br/(p 2 ar) = 0.539 m 3 /kg c) Wrijvingsloze zuiger reversibele arbeid: w 12 = 2 1 pdv = R 2 1 (a + b/v)dv = Ra(v 2 v 1 ) + Rb ln(v 2 /v 1 ) = 40.24 kj/kg d) 1e HW gesloten systeem: q = u 12 + w 12 = c v (T 2 T 1 ) + w 12 = 33.03 kj/kg; T 2 = av 2 + b = 323.08 K e) Warmteuitwisseling met warmtereservoir (hier omgevingslucht) (ir)reversibiliteit bepaald door totale entropieproductie t.g.v. warmteuitwisseling op reservoirtemperatuur 2e HW gesloten systeem: s p = s 12 q 12 /T R = 7.21 J/kg K; s p > 0 irreversibel; reden: eindige temperatuurval T T R > 0 tijdens warmteafgifte naar omgeving (T R = T omg. = 293 K; s 12 = c v ln(p 2 /p 1 ) + c p ln(v 2 /v 1 ) = 105.535 J/kg K) Opgave 2 a) v 1 = V 1 /m = 0.4 m 3 /kg; v f@300kp a < v 1 < v g@300kp a verzadigd water-damp mengsel T 1 = T sat@300kp a = 406.67 K; x+1 = (v 1 v f )/(v g v f ) = 0.66; h 1 = (1 x 1 )h f +x 1 h g = 1988. kj/kg b) Mediumdruk in evenwicht met massa zuiger en buitendruk (constant tijdens gehele proces) 1e HW, isobaar proces: Q = m(h2 h1) = Q element + Q lek = P element t + Q lek = 30 + ( 5) = 25 kj toestand 2: h 2 = h 1 + Q/m = 2988.7 kj/kg; h 2 > h g@300kp a : oververhitte stoom p-v diagram: isobaar die saturatiecurve snijdt c) v 2 = v p2,h 2 0.79144 m 3 /kg; V 2 = mv 2 = 0.0198 m 3 = 19.8 liter; z = (V 2 V 1 )/A = 9.79 cm; isobaar: W = p 1 (V 2 V 1 ) = 2.94 kj d) Eindtoestand alsmede procesverloop in het p-v diagram blijven gelijk. De toestandsverandering blijft nl. isobaar, daar de mediumdruk in evenwicht blijft met de massa van de zuiger en de buitendruk. Het systeem is weliswaar thermisch geïsoleerd, maar desondanks niet adiabatisch, daar er nog steeds warmtetoevoer, nl. via het verwarmingselement, plaatsvindt. In de literatuur wordt een dergelijke situatie vaak toch adiabatisch genoemd, daar electriciteit strikt genomen energie in de vorm van mechanische kracht is (er kan nl. direct een electromotor mee worden aangedreven). In deze alternatieve beschouwing neemt bovenstaande 1e HW de vorm Q = m(h2 h1) + W element = 0, met W element = Q element, aan. Dit leidt (uiteraard) tot dezelfde uitkomst als voorheen. e) 1e HW, isobaar: Q = m(h 2 h 1 ) = Q element = P t t = m(h2 h1)/p = 250 s = 4.17 min (h 1,2 als voorheen) De verwarmingstijd is korter, daar het verwarmingselement nu, in tegenstelling tot de oorspronkelijke situatie, niet het warmtelek hoeft te compenseren.

Opgave 3 a) Het proces betreft een ideale Brayton cyclus; zie H.8 boek Turns b) 1e HW open systeem (stationair, potentiele/kinetische energie verwaarloosbaar, geen technische arbeid, ideaal gas): q 23 = h 3 h 2 = c p (T 3 T 2 ) = 521.24 kj/kg; T 3 = T max = 1000 K; T 2 = T 1 (p 2 /p 1 ) (k 1)/k = 480.53 K (isentroop, ideaal gas: Poisson relaties); c p = k R/M(k 1) = 1003.4 J/kg K c) η = w x,net /q in = (w x,12 + w x,34 )/q 23 = 0.40; 1e HW compressor/turbine (stationair, potentiele/kinetische energie verwaarloosbaar, isentroop+reversibel=adiabatisch, ideaal gas): w x,12 = h 1 h 2 = c p (T 1 T 2 ) = 193.19 kj/kg; w x,34 = h 3 h 4 = c p (T 3 T 4 ) = 402.03 kj/kg; T 1 = T min = 288 K; T 4 = T 3 (p 4 /p 3 ) (k 1)/k = T 3 (p 1 /p 2 ) (k 1)/k = 599.34 K (isentroop, ideaal gas: Poisson relaties) d) w x,34,werkelijk = η i w x,34 = c p (T 3 T 4) T 4 = T 3 η i w x,34 /c p = 639.40 K; processtappen 1 2 en 2 3 en daarmee temperatuur T 3 zijn onveranderd e) 2e HW open systeem (stationair, adiabatisch, ideaal gas): s p = s 34 = c p ln(t 4/T 3 ) R ln(p 4 /p 3 ) = 64.93 J/kg K Opgave 4 b) 1e HW turbine (stationair, potentiele/kinetische energie verwaarloosbaar): Q 34 = Ẇx,34 + ṁ(h 4 h 3 ) h 4 = h 3 + ( Q 34 Ẇx,34)/ṁ = 2047.3 kj/kg; x 4 = (h 4 h f@6kp a )/(h g@6kp a h f@6kp a ) = 0.7850; h 3 = h @3MP a,680k = 3247.3 kj/kg c) 1e HW boiler (stationair, potentiele/kinetische energie verwaarloosbaar, geen technisch vermogen): Q 23 = ṁ(h 3 h 2 ) = 309.28 kw; pomp (isentroop + reversibel + incompressibel (waterdruk < 5 MPa)): h 2 = h 1 + v 1 (p 2 p 1 ) = 154.49 kj/kg; h 1 = h f@6kp a = 151.48 kj/kg; h 1 = h f@6kp a = 0.0010065 m 3 /kg d) η = w x,net /q in = (w x,12 + w x,34 )/q 23 = 0.3224; w x,12 = h 1 h 2 = v 1 (p 1 p 2 ) = 3.01 kj/kg e) η max = η Carnot = 1 T L /T H = 0.5451; T H = T 3 680 K; T L = T 1 = T 4 = T sat@6kp a = 309.31 K. Dit rendement kan alleen gehaald worden indien uitsluitend warmte toevoer in de boiler bij T H en warmte afvoer in de condensor bij T L plaatsvinden. Daaraan wordt echter niet voldaan: in zowel boiler als turbine vindt warmteuitwisseling over een eindige temperatuurgradient plaats. Dit zijn essentieel irreversibele processen die leiden tot een lager thermisch rendement dan theoretisch haalbaar.