2 Van 1 liter vloeistof wordt door koken 1000 liter damp gemaakt.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "2 Van 1 liter vloeistof wordt door koken 1000 liter damp gemaakt."

Transcriptie

1 Domein D: Warmteleer Subdomein: Gas en vloeistof 1 niet expliciet genoemd in eindtermen, moet er een groep vragen gemaakt worden waarin die algemene zaken zijn vervat? zie ook mededelingen voor eindexamendocenten. De dichtheid van een kubus P is 10 keer zo groot als de dichtheid van een kubus Q. De ribbe van kubus Q is 10 keer zo groot als de ribbe van kubus P. Hoe groot is de verhouding van de massa's van beide kubussen? A m P : m Q = 10 : 1 B m P : m Q = 1 : 1 C m P : m Q = 1 : 10 D m P : m Q = 1 : Van 1 liter vloeistof wordt door koken 1000 liter damp gemaakt. 1 De dichtheid van de damp is 1000 keer zo klein als die van de vloeistof. 2 De gemiddelde afstand tussen de moleculen bij de damp is 10 keer zo groot als die bij de vloeistof. 3 Van een koperen pijp, met een lengte van 1,0 m, bedraagt de binnendiameter 12 mm en de buitendiameter 16 mm. Hoe groot is de massa van deze pijp? A 0,11 kg B 0,45 kg C 0,79 kg D 3,2 kg

2 4 Als de temperatuur stijgt, neemt de druk in een afgesloten vat toe. 1 Dit komt doordat de moleculen vaker tegen de wand botsen. 2 Dit komt doordat de moleculen met een grotere snelheid tegen de wand botsen. 5 De temperatuur van een afgesloten hoeveelheid gas wordt verhoogd. Bekijk onderstaande beweringen over de moleculen van het gas. 1 Het aantal botsingen per seconde tegen de wanden neemt toe. 2 De moleculen botsen gemiddeld harder tegen de wanden. 6 1 Bij temperatuurverhoging neemt de meest voorkomende snelheid van de moleculen toe. 2 Bij temperatuurverhoging neemt de grootste snelheid die voorkomt bij de moleculen, toe. 7 1 Bij stilstaande lucht is de snelheid van de moleculen 0 m/s. 2 Ook op 1-atomige gassen is de moleculaire theorie van toepassing.

3 8 In een fles zit lucht met waterdamp. De fles heeft een constant volume. 1 Als de temperatuur stijgt, neemt de aantrekkende kracht tussen de waterdampmoleculen af. 2 De moleculen van de lucht en de moleculen van de waterdamp trekken elkaar niet aan. 9 Een hoeveelheid gas is afgesloten door een vrij beweegbare zuiger met een massa van 1,0 kg. Op de zuiger bevinden zich twee massa's M 1 en M 2. M 1 = 5,0 kg. Als M 2 van de zuiger wordt weggenomen, wordt de druk van het gas onder de zuiger 2 x zo klein. Met behulp van deze gegevens wil men de massa M 2 bepalen. Welke van de onderstaande grootheden behoeft daarvoor niet gegeven te zijn? A de valversnelling B de temperatuur van het gas C de oppervlakte van de zuiger D de druk van de buitenlucht 10 Een hoeveelheid gas is afgesloten door een vrij beweegbare zuiger (oppervlakte 20,0 cm²). Op de zuiger, waarvan de massa te verwaarlozen is, wordt een voorwerp geplaatst. De zwaartekracht op het voorwerp is 300 N. Het voorwerprust met een oppervlakte van 5,0 cm² op de zuiger. Zie figuur. Het geheel is in rust. De barometerstand bedraagt 1, Pa. Hoe groot is de druk van de afgesloten hoeveelheid gas? A 1, Pa B 2, Pa C 6, Pa D 7, Pa 11 1 De gasconstante R hangt af van het aantal mol gas. 2 De gasconstante R hangt af van de temperatuur van het gas.

4 12 Voor een gas geldt: pv=nrt Welke van de volgende eenheden is geen eenheid van R? A J mol -1 K -1 B N m mol -1 K -1 C kg m s -2 mol - 1 K - 1 D kg m 2 s - 2 mol - 1 K Een gas heeft bij 300 C een volume van 8,0 dm³. Het gas heeft een druk van 2, Pa. Uit hoeveel mol bestaat het gas? A 0,34 mol B 0,64 mol C 23 mol D 44 mol 14 De dichtheid van een hoeveelheid gas is bij 200 K en 1, Pa gelijk aan 6,0 kg / m³. Hoe groot is de dichtheid van dit gas bij 600 K en 2, Pa? A 4,0 kg / m³ B 6,0 kg / m³ C 9,0 kg / m³ D 12 kg / m³ 15 In een cilindervormig vat, afgesloten door een vrijbeweegbare zuiger, bevindt zich een hoeveelheid gas. De buitenluchtdruk bedraagt 1, Pa. In de toestanden van figuur 1 en 2 bedraagt het volume van het gas respectievelijk 1,00 dm³ en 0,750 dm³. De temperatuur is in de toestanden van figuur 1, 2 en 3 even groot. Hoe groot is het volume van het gas in toestand 3? A 1,25 dm³ B 1,33 dm³ C 1,50 dm³ D 1,75 dm³

5 16 In een glazen vat, afgesloten door een vrij beweegbare zuiger, bevindt zich een hoeveelheid gas. In de toestand van figuur 1 is de temperatuur van het gas gelijk aan de constante temperatuur van de omgeving en bedraagt 300 K. Het volume van het gas is dan 487 cm³. Onmiddellijk nadat het vat snel rechtop is gezet (de toestand van figuur 2) bedraagt het volume 476 cm³. De zuiger blijkt echter langzaam te zakken tot het volume 473 cm³ is geworden (de toestand van figuur 3). Hoe groot is de temperatuur van het gas onmiddellijk nadat het vat rechtop is gezet? A 300 K B 302 K C 307 K D 316 K 17 Twee vaten zijn door middel van een buis, met daarin een kraan, met elkaar verbonden. De kraan is gesloten. In beide vaten bevindt zich een gas waarvan het volume en de druk in de tekening is weergegeven. De temperatuur in beide vaten is even groot. De kraan wordt geopend. De temperatuur blijft ongewijzigd. Hoe groot wordt de druk in beide vaten? A 3, Pa B 4, Pa C 5, Pa D 9, Pa

6 18 In twee ruimten I en II bevindt zich een gas. De ruimten zijn verbonden via een nauwe buis, waarvan het volume is te verwaarlozen en waarin zich een kraan K bevindt. In de figuur staat voor beide ruimten aangegeven hoe groot de druk, het volume en de temperatuur zijn. Vervolgens wordt K geopend. De warmte-uitwisseling met de omgeving is te verwaarlozen. De temperatuur in de nieuwe eindtoestand bedraagt in beide ruimten 440 K. Hoe groot is in de nieuwe eindtoestand de druk in ruimte I? A 3, Pa B 1, Pa C 1, Pa D 2, Pa 19 Men onderzoekt hoe het volume van een gas verandert bij verwarming terwijl de druk constant blijft. Lijn c geeft het verband tussen volume en temperatuur van m kg gas bij p Pa. Welk van de getekende lijnen geeft de uitzetting van een massa 2m van datzelfde gas bij een druk 2p aan? A lijn a B lijn b C lijn c D lijn d

7 20 Een gas bevindt zich in een cilinder en wordt door een zuiger afgesloten. De zuiger drukt met behulp van een veer op dit gas. De veer is zo ingesteld dat zijn veerkracht 0 N is als de zuiger tegen de linkerwand van de cilinder zit. Aan de rechterkant van de zuiger is een vacuüm. Als de temperatuur T van het gas verlaagd wordt, wordt het volume V van het gas kleiner. Verwaarloos de wrijving. In welk diagram is V als functie van T het best weergegeven?

8 Subdomein : Thermische processen 21 In een joulemeter verwarmt men 1,0 kg vloeistof met een elektrische dompelaar van 100 W. We verwaarlozen de warmtecapaciteit van de joulemeter en de dompelaar. In het onderstaande diagram is de relatie tussen de temperatuur van de vloeistof en de verwarmingstijd weergegeven. Hoe groot is de soortelijke warmte van de vloeistof? A 1,5 10² J kg - 1 K - 1 B 5,6 10² J kg - 1 K - 1 C 1,5 10³ J kg - 1 K - 1 D 5,6 10³ J kg - 1 K Een metalen staaf heeft een massa van 2,0 kg. De soortelijke warmte van het metaal is 400 J kg - 1 K - 1 De staaf wordt verwarmd van - 10 C tot 90 C. Hoeveel warmte is hiervoor nodig? A 20 kj B 40 kj C 64 kj D 80 kj 23 In een bakje met water draait een schoepenrad rond. Door de wrijving wordt het water verwarmd. Elke seconde wordt door de wrijving 12 J energie omgezet in warmte. De totale warmtecapaciteit bedraagt 360 J K - 1. De warmte-uitwisseling van het bakje met de omgeving wordt verwaarloosd. Hoeveel bedraagt de temperatuurstijging van het geheel na 1,0 minuut? A 0,5 C B 1,0 C C 2,0 C D 4,0 C 24 De warmte die nodig is om 200 g kwik van 20 C op 40 C te brengen, bedraagt a J. Hoeveel warmte is nodig om 600 g kwik van 10 C op 70 C te brengen? A 3a J B 4a J C 6a J D 9a J.

9 25 Aan een voorwerp K wordt 4 maal zoveel warmte toegevoerd als aan een voorwerp L. Er vinden geen fase-overgangen plaats. De massa van K is 3 maal zo groot als de massa van L, terwijl de soortelijke warmte van K 2 maal zo groot is als die van L. Hoe groot is de verhouding van de temperatuurstijging van Ken L? A ΔT K : ΔT L = 3 : 2 B ΔT K : ΔT L = 2 : 3 C ΔT K : ΔT L = 8 : 3 D ΔT K : ΔT L = 3 : 8 26 Een voorwerp 1 en een voorwerp 2 zijn gemaakt van een verschillend metaal met soortelijke warmte c 1 en c 2. De massa van voorwerp 1 is 4 keer zo groot als de massa van voorwerp 2. De begintemperatuur van voorwerp 1 is 80 C en van voorwerp 2 20 C. De twee voorwerpen worden tegen elkaar geplaatst en wisselen uitsluitend met elkaar warmte uit. Na enige tijd bedraagt de temperatuur van beide voorwerpen 40 C. Hoe groot is de verhouding van c 1 en c 2? A c 1 : c 2 = 1 : 2 B c 1 : c 2 = 2 : 1 C c 1 : c 2 = 1 : 8 D c 1 : c 2 = 8 : 1 27 Men mengt 60 g water van 20 C met 40 g water van 30 C. Na vermenging bedraagt de eindtemperatuur van het water A 23 C. B 24 C. C 25 C. D 26 C. 28 Men mengt 2,0 kg vloeistof P van 80 C met 1,0 kg vloeistof Q van 20 C. De soortelijke warmte van P is 2,0 10³ J kg - 1 K - 1 en die van Q is 3,0 10³ J kg - 1 K - 1. De eindtemperatuur van het mengsel is 60 C. Hoeveel warmte heeft dit mengsel van de omgeving opgenomen of daaraan afgestaan? A 40 kj opgenomen B 40 kj afgestaan C 120 kj opgenomen D 120 kj afgestaan

10 29 Een metalen blok X met massa m en begintemperatuur 0 C wordt in contact gebracht met een metalen blok Y met massa 2m en begintemperatuur 100 C. De soortelijke warmte van de metalen waaruit X en Y zijn gemaakt, bedraagt respectievelijk c X en c Y. Tussen X en Y vindt door geleiding warmte-overdracht plaats, waardoor hun eindtemperatuur 40 C wordt. De warmte-uitwisseling met de omgeving wordt verwaarloosd. Welke relatie tussen c X en c Y is juist? A c X = 3 c Y B c X = 3/2 c Y C c X = 3/4 c Y D c X = 1/3 c Y 30 Men voert onderstaande proeven 1 en 2 uit: Proef 1: Men laat 10 g water van 100 C afkoelen met water van 20 C. Proef 2: Men laat 10 g waterdamp van 100 C afkoelen met water van 20 C. Het blijkt dat er bij proef 2 veel meer warmte vrijkomt dan bij proef 1. De verklaring hiervoor is, dat A 10 g waterdamp veel meer moleculen bevat dan 10 g water. B de hoeveelheid water van 20 C bij proef 2 groter is dan bij proef 1. C bij proef 2 ook warmte vrijkomt als gevolg van condensatie. D de gemiddelde snelheid van de moleculen bij waterdamp van 100 C groter is dan die van water van 100 C. 31 In een joulemeter met te verwaarlozen warmtecapaciteit bevindt zich 1,0 kg van een vaste stof. Aan de joulemeter met inhoud wordt warmte toegevoerd zodanig dat de warmte steeds gelijk verdeeld wordt over de stof. In onderstaand diagram geeft de grafiek de relatie weer tussen de temperatuur van de stof en de toegevoerde warmte. Hoeveel energie wordt tijdens het smelten door de stof opgenomen. A 60 J B 300 J C 400 J D 700 J

11 32 Bekijk de volgende beweringen over warmtetransport door stroming. 1 Tijdens het transport neemt de potentiële energie van de moleculen altijd toe. 2 Tijdens het transport neemt de kinetische energie van de moleculen altijd toe. 33 Bekijk de volgende beweringen over warmtetransport door geleiding in een staaf. 1 Bij het transport blijft de potentiële energie van de moleculen in de staaf even groot. 2 Bij het transport neemt de kinetische energie van de moleculen in de staaf toe. 34 Een thermoskan heeft een verzilverde binnenwand. 1 Hierdoor wordt warmtetransport door geleiding tegengegaan. 2 Hierdoor wordt warmteverlies door stroming tegengegaan.

12 35 OPMERKING: bij dit subdomein staat computermodel niet expliciet vermeld ALLEEN N1,2 In een joulemeter bevindt zich een vloeistof die afkoelt. Op een zeker tijdstip wordt een verwarmingselement (vermogen P 0 ) ingeschakeld. Met een modelprogramma beschrijft men dit proces. Model en grafiek zijn hieronder gegeven. 'MODEL 'STARTWAARDEN TV=Tw-T0 'temperatuurverschil t=0 Qlek=K*TV*dt-P*dt 'warmtelek dt=0,010 'tijdstap dtw=qlek/(mw*cw) 'temperatuurdaling K=900 'constante Tw=Tw+dTw 'nieuwe temperatuur Tw=90 'begintemp.water t=t+dt 'nieuwe tijd T0=20 'omgevingstemp. Als t>0,6 dan P=P0 eindals mw=0,1 'massa water cw=4,18*10^3 'soort.w. P=0 P0=36000 'el.verw(j/h) Men wil een proef beschrijven waarbij het verwarmingselement op hetzelfde moment wordt ingeschakeld, maar een hogere eindtemperatuur wordt bereikt. De grafiek ziet er dan als volgt uit: Om dit resultaat te bereiken heeft men overwogen bij de startwaarden 1 de constante K kleiner te maken. 2 P 0 groter te maken. Bij welk van deze mogelijkheden kan (bij juiste waarden) de gegeven grafiek zijn ontstaan?

13 36 Een vloeistof wordt verwarmd. Bij een zekere temperatuur gaat de vloeistof koken. Er ontstaan door verdamping bellen in de vloeistof. 1 Tijdens verdampen neemt de potentiële energie van de moleculen toe. 2 Tijdens verdampen neemt de kinetische energie van de moleculen toe. 37 Een vloeistof stolt. Daarbij wordt de dichtheid kleiner. 1 De potentiële energie van de moleculen neemt af. 2 De kinetische energie van de moleculen blijft even groot. 38 Een hoeveelheid paraffine neemt elke seconde evenveel warmte op. Het diagram geeft de temperatuur van de paraffine als functie van de tijd. We onderscheiden de drie in het diagram aangegeven processen. Welke uitspraak over de energie van de moleculen tijdens de drie processen is juist? A Tijdens proces (1) en proces (3) is de gemiddelde kinetische energie van de moleculen constant. B Tijdens proces (1) en proces (3) is de gemiddelde potentiële energie van de moleculen constant. C Tijdens proces (2) neemt de gemiddelde kinetische energie van de moleculen toe. D Tijdens proces (2) neemt de gemiddelde potentiële energie van de moleculen toe.

14 39 Een hoeveelheid paraffine neemt elke seconde evenveel warmte op. Het diagram geeft de temperatuur van de paraffine als functie van de tijd. We onderscheiden de drie in het diagram aangegeven processen. Welke uitspraak over de energie van de moleculen tijdens de drie processen is juist? A Tijdens proces (2) is de gemiddelde kinetische energie van de moleculen constant. B Tijdens proces (1) en proces (3) is de gemiddelde kinetische energie van de moleculen constant. C Tijdens proces (2) is de gemiddelde potentiële energie van de moleculen constant. D Tijdens proces (1), proces (2) en proces (3) is de totale energie van de moleculen constant. 40 Een gas wordt adiabatisch samengeperst. 1 Bij deze compressie is Q positief. 2 Bij deze compressie is ΔE k positief. 41 Een afgesloten hoeveelheid gas zet adiabatisch uit. Bekijk de onderstaande beweringen over de moleculen van het gas na het uitzetten. 1 Het aantal botsingen per cm² en per seconde van de moleculen tegen de wanden wordt groter. 2 De moleculen botsen na het uitzetten gemiddeld harder tegen de wanden.

15 42 Van een afgesloten hoeveelheid gas is in een (p,v)-diagram een deel van een isotherm getekend. Op de isotherm is de toestand K aangegeven. Het gas wordt vanuit toestand K adiabatisch samengeperst. Welke pijl geeft de optredende toestandsverandering het best weer? A pijl 1 B pijl 2 C pijl 3 D pijl 4 43 eindterm alleen kwalitatief In een door een vrij beweegbare zuiger afgesloten cilinder bevindt zich een ideaal gas bij een druk van 1, Pa. Het gas wordt afgekoeld. Hierbij staat het gas 30 J warmte aan de omgeving af en neemt het volume met m³ af. Hoe groot is bij deze afkoeling de afname van de kinetische energie van de gasmoleculen? A 6,0 J B 24 J C 30 J D 36 J 44 eindterm alleen kwalitatief Een hoeveelheid gas doorloopt het kringproces KLMNK, zoals weergegeven in het (p,v)-diagram. 1 Tijdens de overgang van toestand K naar toestand L staat het gas warmte af aan de omgeving. 2 De totale uitwendige arbeid die het gas tijdens het kringproces verricht, is nul.

16 45 eindterm alleen kwalitatief Een hoeveelheid gas doorloopt het kringproces KLMNK, zoals weergegeven in het (p,v)-diagram. 1 De hoeveelheid warmte die het gas bij de overgang van toestand N naar toestand K afstaat is even groot als de hoeveelheid warmte die het bij de overgang van L naar M heeft opgenomen. 2 Gedurende het kringproces neemt het gas in totaal meer warmte op dan het afstaat. 46 eindterm alleen kwalitatief Een afgesloten hoeveelheid gas doorloopt het kringproces KLMNK. Het gas verricht hierbij negatieve arbeid. Door welke gearceerde oppervlakte wordt de door het gas verrichte arbeid weergegeven en in welke richting wordt het kringproces doorlopen?

17 47 eindterm alleen kwalitatief Een afgesloten hoeveelheid gas doorloopt het kringproces KLMNK in de aangegeven richting. Hoe groot is de door het gas verrichte arbeid? A -6 J B -4 J C 4 J D 6 J 48 eindterm alleen kwalitatief Een afgesloten hoeveelheid gas bevindt zich in toestand K. Zie figuur. Het gas kan overgaan naar toestand L of M, zoals in de figuur is aangegeven. De temperatuur in toestand L is gelijk aan die in M. Bij de overgang van K naar L wordt er 2,0 kj warmte uitgewisseld met de omgeving. Hoeveel warmte wordt er uitgewisseld met de omgeving bij de overgang van K naar M? A 0,8 kj B 1,2 kj C 2,0 kj D 2,8 kj

18 49 eindterm alleen kwalitatief Een constante hoeveelheid lucht van 273 K bevindt zich in een cilinder die is afgesloten met een vrij beweegbare zuiger (oppervlakte A). De druk van de buitenlucht bedraagt p. Uitgaande van deze toestand beschouwen we de volgende twee processen. Proces 1: De lucht wordt verwarmd, terwijl de zuiger is vastgezet. Om de lucht te verwarmen tot 373 K is een hoeveelheid warmte Q 1 nodig. Proces 2: De lucht wordt verwarmd, terwijl de zuiger vrij kan bewegen. Om de lucht te verwarmen tot 373 K is een hoeveelheid warmte Q 2 nodig. Welke relatie geeft weer hoe groot de verschuiving Δs van de zuiger is tijdens proces 2? A Δs = Q 1 /(p A) B Δs = Q 2 /(p A) C Δs = (Q 2 - Q 1 )/(p A) D Dat is uit de gegevens niet te bepalen. 50 eindterm alleen kwalitatief Een afgesloten hoeveelheid gas heeft een druk van Pa en een volume van 4 dm³. Deze toestand wordt in een (p,v)-diagram weergegeven door het punt R. Het gas wordt adiabatisch geëxpandeerd tot een volume van 8 dm³. Is de temperatuur van het gas dan gestegen of gedaald? Door welk punt in het (p,v)-diagram wordt de nieuwe toestand het best weergegeven? temperatuur punt A gestegen P B gestegen Q C gedaald P D gedaald Q

19 51 eindterm alleen kwalitatief Een afgesloten hoeveelheid gas heeft een druk van Pa en een volume van 4 dm³. Deze toestand wordt in een (p,v)-diagram weergegeven door het punt K. Het gas wordt nu adiabatisch geëxpandeerd tot een volume van 8 dm³. Door welk punt in het (p,v)-diagram wordt de nieuwe toestand het best weergegeven? A E B F C G D H 52 Een ijzeren kogeltje rolt versneld tegen een helling op. Op de helling ligt een magneet. Verwaarloos de wrijvingskrachten. Welke energie-omzetting vindt plaats? A magnetische energie wordt omgezet in zwaarte-energie B magnetische energie wordt omgezet in zwaarte-energie en kinetische energie C kinetische energie wordt omgezet in zwaarte-energie en magnetische energie D kinetische energie en magnetische energie wordt omgezet in zwaarte-energie 53 Welke van de genoemde energie-omzetters heeft het grootste rendement? A strijkijzer B gloeilamp C radio D elektromotor 54 Een elektromotor takelt een last van 20 kg met een constante snelheid omhoog. De elektromotor neemt een elektrisch vermogen van 1,0 kw van het net op. Het rendement van de motor is 64%. Hoe groot is de snelheid van de last? A 1,8 m/s B 3,3 m/s C 6,0 m/s D 8,0 m/s

20 55 Men verwarmt een pan met 1,0 kg water van 20 C op een aardgasbrander. De soortelijke warmte van water is 4,2 10³ J kg - 1 K - 1. Op een gegeven moment is er door verbranding van aardgas 6, J warmte vrijgekomen. De temperatuur van het water is dan 25 C. Hoeveel bedraagt het rendement van deze brander? A 35% B 49% C 65% D 100% 56 Een steen rolt niet vanzelf een berg op. 1 Dit is onmogelijk op grond van de wet van behoud van energie. 2 Dit is onmogelijk op grond van de tweede hoofdwet van de warmteleer Op grond van de tweede hoofdwet van de warmteleer kan het rendement van een cv-ketel geen 100% zijn. 2 Energie die is opgeslagen in een hoeveelheid benzine is van lagere kwaliteit dan de energie van het water in een cv-radiator Bij omzettingen van energie daalt de kwaliteit van de energie. 2 Als bij een centrale meer koelwater per tijdseenheid wordt gebruikt, wordt het rendement van de centrale groter.

21 59 Warmte stroomt nooit vanzelf naar een plaats met een hogere temperatuur. 1 Dit is een gevolg van de tweede hoofdwet van de warmteleer. 2 Dit zou volgens de wet van energiebehoud wel kunnen gebeuren.

3 niet expliciet genoemd in eindtermen Verklaar het verschijnsel diffusie met de moleculaire theorie.

3 niet expliciet genoemd in eindtermen Verklaar het verschijnsel diffusie met de moleculaire theorie. Domein D: Warmteleer Subdomein: Gas en vloeistof 1 niet expliciet genoemd in eindtermen, moet er een groep vragen gemaakt worden waarin die algemene zaken zijn vervat? zie ook mededelingen voor eindexamendocenten.

Nadere informatie

2 Van 1 liter vloeistof wordt door koken 1000 liter damp gemaakt.

2 Van 1 liter vloeistof wordt door koken 1000 liter damp gemaakt. Domein E: Materie en energie Subdomein: Energie 1 De dichtheid van een kubus P is 10 keer zo groot als de dichtheid van een kubus Q. De ribbe van kubus Q is 10 keer zo groot als de ribbe van kubus P. Hoe

Nadere informatie

Bereken de luchtdruk in bar op 3000 m hoogte in de Franse Alpen. De soortelijke massa van lucht is 1,2 kg/m³. De druk op zeeniveau bedraagt 1 bar.

Bereken de luchtdruk in bar op 3000 m hoogte in de Franse Alpen. De soortelijke massa van lucht is 1,2 kg/m³. De druk op zeeniveau bedraagt 1 bar. 7. Gaswetten Opgave 1 Opgave 2 Opgave 3 Opgave 4 Opgave 5 Opgave 6 Opgave 7 Bereken de luchtdruk in bar op 3000 m hoogte in de Franse Alpen. De soortelijke massa van lucht is 1,2 kg/m³. De druk op zeeniveau

Nadere informatie

Opgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser

Opgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser Opgave 1 Afdaling Een skiër daalt een 1500 m lange helling af, het hoogteverschil is 300 m. De massa van de skiër, inclusief de uitrusting, is 86 kg. De wrijvingskracht met de sneeuw is gemiddeld 4,5%

Nadere informatie

Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5

Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5 Vraag 1 Een hoeveelheid ideaal gas is opgesloten in een vat van 1 liter bij 10 C en bij een druk van 3 bar. We vergroten het volume tot 10 liter bij 100 C. De einddruk van het gas is dan gelijk aan: a.

Nadere informatie

1 Warmteleer. 3 Om m kg water T 0 C op te warmen heb je m T 4180 J nodig. 4180 4 Het symbool staat voor verandering.

1 Warmteleer. 3 Om m kg water T 0 C op te warmen heb je m T 4180 J nodig. 4180 4 Het symbool staat voor verandering. 1 Warmteleer. 1 De soortelijke warmte is de warmte die je moet toevoeren om 1 kg van een stof 1 0 C op te warmen. Deze warmte moet je ook weer afvoeren om 1 kg van die stof 1 0 C af te koelen. 2 Om 2 kg

Nadere informatie

ALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa.

ALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa. LGEMEEN 1 De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa. 5 Van een bi-metaal maakt men een thermometer door het aan de ene kant vast te klemmen en aan de

Nadere informatie

Exact periode Youdenplot Krachten Druk

Exact periode Youdenplot Krachten Druk Exact periode 10.2 Youdenplot Krachten Druk Youdenplot. De Youdenplot wordt uitgelegd aan de hand van een presentatie. Exact Periode 10.2 2 Krachten. Een kracht kan een voorwerp versnellen of vervormen.

Nadere informatie

Klimaatbeheersing (2)

Klimaatbeheersing (2) Klimaatbeheersing (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) Uitgave 2016 1 Natuurkundige begrippen 1.1 Warmte () Warmte is een vorm van energie welke tussen twee lichamen met een verschillende temperatuur

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Verwarmen en isoleren (Newton)

Samenvatting Natuurkunde Verwarmen en isoleren (Newton) Samenvatting Natuurkunde Verwarmen en isoleren (Newton) Samenvatting door een scholier 1404 woorden 25 augustus 2003 5,4 75 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Verwarmen en isoleren Warmte en energie 2.1 Energievraag

Nadere informatie

Welke van de drie onderstaande. figuren stellen een isobare toestandsverandering van een ideaal gas voor?

Welke van de drie onderstaande. figuren stellen een isobare toestandsverandering van een ideaal gas voor? jaar: 1989 nummer: 01 Welke van de drie onderstaande. figuren stellen een isobare toestandsverandering van een ideaal gas voor? o a. 1 o b. 1 en 2 o c. 1 en 3 o d. 1, 2 en 3 jaar: 1989 nummer: 02 De volumeuitzetting

Nadere informatie

HEREXAMEN EIND MULO tevens IIe ZITTING STAATSEXAMEN EIND MULO 2009

HEREXAMEN EIND MULO tevens IIe ZITTING STAATSEXAMEN EIND MULO 2009 MNSTERE VAN ONDERWJS EN VOLKSONTWKKELNG EXAMENBUREAU HEREXAMEN END MULO tevens e ZTTNG STAATSEXAMEN END MULO 2009 VAK : NATUURKUNDE DATUM : VRJDAG 07 AUGUSTUS 2009 TJD : 7.30 9.30 UUR DEZE TAAK BESTAAT

Nadere informatie

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012 DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. Mulo III kandidaten maken item 1 t/m 30 Mulo IV kandidaten maken item 1 t/m 36 -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012 DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Dichtheid Soortelijke

Nadere informatie

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte. 1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand

Nadere informatie

jaar: 1989 nummer: 25

jaar: 1989 nummer: 25 jaar: 1989 nummer: 25 Op een hoogte h 1 = 3 m heeft een verticaal vallend voorwerp, met een massa m = 0,200 kg, een snelheid v = 12 m/s. Dit voorwerp botst op een horizontale vloer en bereikt daarna een

Nadere informatie

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS.

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. Materiaal Dichtheid g/cm 3 Soortelijke warmte J/g C Smelttemperatuur C Smeltwarmte J/g Kooktemperatuur C Lineaire uitzettingscoëfficiënt mm/m C alcohol 0,8 2,5 114 78 aluminium

Nadere informatie

Q l = 23ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 23ste Vlaamse Fysica Olympiade 1

Q l = 23ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 23ste Vlaamse Fysica Olympiade 1 Eerste ronde - 3ste Vlaamse Fysica Olympiade 3ste Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde. De eerste ronde van deze Vlaamse Fysica Olympiade bestaat uit 5 vragen met vier mogelijke antwoorden. Er is telkens

Nadere informatie

Klimaatbeheersing (2)

Klimaatbeheersing (2) Klimaatbeheersing (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) 1 Natuurkundige begrippen 1.1 Warmte () Warmte is een vorm van energie welke tussen twee lichamen met een verschillende temperatuur kan worden

Nadere informatie

Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde

Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde Vlaamse Olympiades voor Natuurwetenschappen KU Leuven Departement Chemie Celestijnenlaan 200F bus 2404 3001 Heverlee Tel.: 016-32 74 71 E-mail: info@vonw.be www.vonw.be Vlaamse Fysica Olympiade 2017-2018

Nadere informatie

TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb april :00-12:00

TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb april :00-12:00 TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb 4100 13 april 2011 9:00-12:00 Linksboven op elk blad vermelden: naam, studienummer en studierichting. Puntentelling: het tentamen bestaat uit 14 meerkeuzevragen en twee open

Nadere informatie

... - Examen LEAO-LHNO-LLO-MAV0-0

... - Examen LEAO-LHNO-LLO-MAV0-0 - Examen LEAO-LHNO-LLO-MAV0-0 Cl) "0 C :::, ~... :::, :::, -m z Lager Economisch- en Administratief Onderwijs Lager Huishoud- en Nijverheids Onderwijs 19 Tijdvak 2 Vrijdag 17 juni 9.00-11.00 uur 88 Lager

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN VWO 2015

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN VWO 2015 MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR VAK : NATUURKUNDE DATUM : VRIJDAG 19 JUNI 2015 TIJD : 07.45 10.45 UNIFORM EXAMEN VWO 2015 Aantal opgaven: 5 Aantal pagina s: 6 Controleer zorgvuldig of alle

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN HAVO 2015

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN HAVO 2015 MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN HAVO 2015 VAK : NATUURKUNDE DATUM : DINSDAG 23 JUNI 2015 TIJD : 07.45 10.45 Aantal opgaven: 5 Aantal pagina s: 6 Controleer zorgvuldig of

Nadere informatie

De verliezen van /in het systeem zijn ook het gevolg van energietransformaties!

De verliezen van /in het systeem zijn ook het gevolg van energietransformaties! Centrale Verwarmingssysteem Uitwerking van de deelvragen 1 ) Wat zijn de Energietransformaties in het systeem? De Energietransformaties die optreden in het CV-systeem zijn a. Boven de brander c.q. in de

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM HEREXAMEN HAVO 2015

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM HEREXAMEN HAVO 2015 MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM HEREXAMEN HAVO 2015 VAK : NATUURKUNDE DATUM : WOENSDAG 29 JUNI 2015 TIJD : 07.45 10.45 Aantal opgaven: 5 Aantal pagina s: 6 Controleer zorgvuldig

Nadere informatie

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012 MNSTERE VAN ONDERWJS EN VOLKSONTWKKELNG EXAMENBUREAU UNFORM ENDEXAMEN MULO tevens TOELATNGSEXAMEN VWO/HAVO/NATN 200 VAK : NATUURKUNDE DATUM : DNSDAG 06 JUL 200 TJD : 09.45.25 UUR (Mulo kandidaten) 09.45.45

Nadere informatie

1ste ronde van de 19de Vlaamse Fysica Olympiade 1. = kx. = mgh. E k F A. l A. ρ water = 1,00.10 3 kg/m 3 ( θ = 4 C ) c water = 4,19.10 3 J/(kg.

1ste ronde van de 19de Vlaamse Fysica Olympiade 1. = kx. = mgh. E k F A. l A. ρ water = 1,00.10 3 kg/m 3 ( θ = 4 C ) c water = 4,19.10 3 J/(kg. ste ronde van de 9de Vlaamse Fysica Olympiade Formules ste onde Vlaamse Fysica Olympiade 7 9de Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde De eerste ronde van deze Vlaamse Fysica Olympiade bestaat uit 5 vragen

Nadere informatie

aluminium 2,7 0,9 660 400 2450 0,024 ijzer 7,9 0,45 1540 270 0,012

aluminium 2,7 0,9 660 400 2450 0,024 ijzer 7,9 0,45 1540 270 0,012 MINISTERIE VN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXMENUREU UNIFORM EINDEXMEN MULO tevens TOELTINGSEXMEN VWO/HVO/NTIN 011 VK : NTUURKUNDE DTUM : WOENSDG 06 JULI 011 TIJD : 09.45 11.5 UUR (Mulo III kandidaten)

Nadere informatie

TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb juni :00-12:00

TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb juni :00-12:00 TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb 4100 24 juni 2011 9:00-12:00 Linksboven op elk blad vermelden: naam, studienummer en studierichting. Puntentelling: het tentamen bestaat uit 14 meerkeuzevragen en twee open

Nadere informatie

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS 1 24 APRIL 2013 11:00 12:45 uur MECHANICA 1 Blok en veer. (5 punten) Een blok van 3,0 kg glijdt over een wrijvingsloos tafelblad met een snelheid van 8,0 m/s

Nadere informatie

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË THEORIE-TOETS

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË THEORIE-TOETS XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË THEORIE-TOETS 22 juli 1999 70 --- 13 de internationale olympiade Opgave 1. Absorptie van straling door een gas Een cilindervormig vat, met de as vertikaal,

Nadere informatie

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2009

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2009 MINISTERIE N ONDERWIJS EN OLKSONTWIKKELING EXMENBUREU UNIFORM EINDEXMEN MULO tevens TOELTINGSEXMEN WO/HO/NTIN 2009 K : NTUURKUNDE DTUM : MNDG 06 JULI 2009 TIJD : 09.45 11.25 UUR (Mulo III kandidaten) 09.45

Nadere informatie

Exact periode Gepaarde t-test. Krachten. Druk

Exact periode Gepaarde t-test. Krachten. Druk Exact periode 10.2 Gepaarde t-test Krachten Druk 1 Exact periode 6. De gepaarde t-test De gepaarde t-test gebruik je als er door twee analisten ( of met twee methodes) aan een serie verschillende monsters

Nadere informatie

Deel 1 : Mechanica. 2 de jaar 2 de graad (2uur) Inhoudstafel. - a -

Deel 1 : Mechanica. 2 de jaar 2 de graad (2uur) Inhoudstafel. - a - - a - Deel 1 : Mechanica Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 2: Hoodstuk 3: Hoodstuk 4: Inleiding grootheden en eenheden Gebruik voorvoegsels... Wetenschappelijke notatie... Lengtematen, oppervlaktematen en inhoudsmaten...

Nadere informatie

TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY) 7 maart uur Docenten: T. Savenije, B. Dam

TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY) 7 maart uur Docenten: T. Savenije, B. Dam TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY) 7 maart 2017 13.30-15.00 uur Docenten: T. Savenije, B. Dam Dit tentamen bestaat uit 30 multiple-choice vragen Hiermee zijn in totaal 20 punten te verdienen Voor

Nadere informatie

TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb juni :00-12:00

TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb juni :00-12:00 TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb 4100 25 juni 2010 9:00-12:00 Linksboven op elk blad vermelden: naam, studienummer en studierichting. Puntentelling: het tentamen bestaat uit 14 meerkeuzevragen en twee open

Nadere informatie

Vlaamse Fysica Olympiade 27 ste editie 2014-2015 Eerste ronde

Vlaamse Fysica Olympiade 27 ste editie 2014-2015 Eerste ronde Vlaamse Olympiades voor Natuurwetenschappen KU Leuven Departement Chemie Celestijnenlaan 200F bus 2404 3001 Heverlee Tel.: 016-32 74 71 E-mail: info@vonw.be www.vonw.be Vlaamse Fysica Olympiade 27 ste

Nadere informatie

TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA voor F2/MNW2. Vrijdag 23 december 2005

TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA voor F2/MNW2. Vrijdag 23 december 2005 TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA voor F/MNW Vrijdag 3 december 005 Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van een GR. Mogelijk nodige constantes: Gasconstante R = 8.31447 Jmol 1 K 1 = 8.0574 10 L

Nadere informatie

Fysische Chemie Oefeningenles 1 Energie en Thermochemie. Eén mol He bevindt zich bij 298 K en standaarddruk (1 bar). Achtereenvolgens wordt:

Fysische Chemie Oefeningenles 1 Energie en Thermochemie. Eén mol He bevindt zich bij 298 K en standaarddruk (1 bar). Achtereenvolgens wordt: Fysische Chemie Oefeningenles 1 Energie en Thermochemie 1 Vraag 1 Eén mol He bevindt zich bij 298 K en standaarddruk (1 bar). Achtereenvolgens wordt: Bij constante T het volume reversibel verdubbeld. Het

Nadere informatie

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45 TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS 1 17 APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45 Enige constanten en dergelijke MECHANICA 1 Twee prisma`s. (4 punten) Twee gelijkvormige prisma s met een hoek α van 30 hebben

Nadere informatie

Bereken de verhouding massa van het water van het mengsel bij t = 0 s. massa van het ijs

Bereken de verhouding massa van het water van het mengsel bij t = 0 s. massa van het ijs jaar: 1989 nummer: 30 Een geïsoleerd vat bevat een water -ijs mengsel bij 0 C (273 K). Dit mengsel wordt langzaam verwarmd door een ondergedompelde weerstand die vanaf t = 0 s zorgt voor een constante

Nadere informatie

aluminium 2,7 0,9 660 400 2450 0,024 ijzer 7,9 0,45 1540 270 0,012

aluminium 2,7 0,9 660 400 2450 0,024 ijzer 7,9 0,45 1540 270 0,012 MINISTERIE VN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXMENBUREU UNIFORM EINDEXMEN MULO tevens TOELTINGSEXMEN VWO/HVO/NTIN 2013 VK : NTUURKUNDE DTUM : DONDERDG 04 JULI 2013 TIJD : 09.45 11.25 UUR (Mulo III kandidaten)

Nadere informatie

Exact Periode 7 Radioactiviteit Druk

Exact Periode 7 Radioactiviteit Druk Exact Periode 7 Radioactiviteit Druk Exact periode 7 Radioactiviteit Druk Exact Periode 7 2 Natuurlijke radioactiviteit Met natuurlijke radioactiviteit wordt bedoeld: radioactiviteit die niet kunstmatig

Nadere informatie

Woensdag 21 mei, uur

Woensdag 21 mei, uur I H- ll EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1975 Woensdag 21 mei, 14.00-17.00 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit

Nadere informatie

Naam: Klas: PROEFWERK WARMTE HAVO

Naam: Klas: PROEFWERK WARMTE HAVO Naam: Klas: PROEFWERK WARMTE HAVO Opgave 1 Kees wil kaarsvet in een reageerbuis voorzichtig smelten. Hij houdt de reageerbuis daarom niet direct in de vlam, maar verwarmt de buis met kaarsvet in een stalen

Nadere informatie

Tijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (54 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Tijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (54 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! PROEFWERK NATUURKUNDE KLAS 5 ROEFWERK H10 + H6 10/3/2009 Tijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (54 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave

Nadere informatie

TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY) 1 maart uur Docenten: L. de Smet, B. Dam

TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY) 1 maart uur Docenten: L. de Smet, B. Dam TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY) 1 maart 2016 13.30-15.00 uur Docenten: L. de Smet, B. Dam Dit tentamen bestaat uit 30 multiple-choice vragen Hiermee zijn in totaal 20 punten te verdienen Voor

Nadere informatie

Droogijs. IJskappen Antarctica smelten ongelooflijk snel Bron: www. metrotime.be

Droogijs. IJskappen Antarctica smelten ongelooflijk snel Bron: www. metrotime.be IJskappen Antarctica smelten ongelooflijk snel Bron: www. metrotime.be De 3D pen laat kinderen veilig 3D objecten tekenen Door middel van LED dioden aan het uiteinde van de pen zal de inkt direct stollen,

Nadere informatie

[Samenvatting Energie]

[Samenvatting Energie] [2014] [Samenvatting Energie] [NATUURKUNDE 3 VWO HOOFDSTUK 4 WESLEY VOS 0 Paragraaf 1 Energie omzetten Energiesoorten Elektrisch energie --> stroom Warmte --> vb. de centrale verwarming Bewegingsenergie

Nadere informatie

Inhoud. 1 Inleiding 13. 1 energie 19

Inhoud. 1 Inleiding 13. 1 energie 19 Inhoud 1 Inleiding 13 1 onderzoeken van de natuur 13 Natuurwetenschappen 13 Onderzoeken 13 Ontwerpen 15 2 grootheden en eenheden 15 SI-stelsel 15 Voorvoegsels 15 3 meten 16 Meetinstrumenten 16 Nauwkeurigheid

Nadere informatie

Vrijdag 19 augustus, 9.30-12.30 uur

Vrijdag 19 augustus, 9.30-12.30 uur EINDEXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1977 Vrijdag 19 augustus, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit

Nadere informatie

Fysica. Indien dezelfde kracht werkt op een voorwerp met massa m 1 + m 2, is de versnelling van dat voorwerp gelijk aan: <A> 18,0 m/s 2.

Fysica. Indien dezelfde kracht werkt op een voorwerp met massa m 1 + m 2, is de versnelling van dat voorwerp gelijk aan: <A> 18,0 m/s 2. Vraag 1 Beschouw volgende situatie nabij het aardoppervlak. Een blok met massa m 1 is via een touw verbonden met een ander blok met massa m 2 (zie figuur). Het blok met massa m 1 schuift over een helling

Nadere informatie

Juli geel Fysica Vraag 1

Juli geel Fysica Vraag 1 Fysica Vraag 1 Een rode en een zwarte sportwagen bevinden zich op een rechte weg. Om de posities van de wagens te beschrijven, wordt een x-as gebruikt die parallel aan de weg georiënteerd is. Op het ogenblik

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1985 MAVO-C NATUURKUNDE. Donderdag 13 juni, uur. MAVO-C Il

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1985 MAVO-C NATUURKUNDE. Donderdag 13 juni, uur. MAVO-C Il MAVO-C Il EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 985 MAVO-C Donderdag 3 juni, 9.00-.00 uur NATUURKUNDE Dit examen bestaat uit elf opgaven Bijlage: antwoordblad 49229F-4 Waar nodig mag bij de

Nadere informatie

Naam: Klas: Versie A REPETITIE GASSEN EN DAMPEN 3 VWO

Naam: Klas: Versie A REPETITIE GASSEN EN DAMPEN 3 VWO Naam: Klas: Versie A REPETITIE GASSEN EN DAMPEN 3 VWO Bij deze toets hoort een blad met enige gegevens van stoffen. OPGAVE 1 Twee Maagdenburger halve bollen zijn tegen elkaar gezet en de lucht tussen de

Nadere informatie

Theorie: Temperatuur meten (Herhaling klas 2)

Theorie: Temperatuur meten (Herhaling klas 2) heorie: emperatuur meten (Herhaling klas 2) Objectief meten Bij het meten van een grootheid mag je meting niet afhangen van toevallige omstandigheden. De temperatuur die je ervaart als je een ruimte binnenkomt,

Nadere informatie

Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde

Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde Vlaamse Olympiades voor Natuurwetenschappen KU Leuven Departement Chemie Celestijnenlaan 00F bus 404 300 Heverlee Tel.: 06-3 74 7 E-mail: ino@vonw.be www.vonw.be Vlaamse Fysica Olympiade 06-07 Eerste ronde

Nadere informatie

TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY) 7 maart uur Docenten: T. Savenije, B. Dam

TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY) 7 maart uur Docenten: T. Savenije, B. Dam TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY) 7 maart 2017 13.30-15.00 uur Docenten: T. Savenije, B. Dam Dit tentamen bestaat uit 30 multiple-choice vragen Hiermee zijn in totaal 20 punten te verdienen Voor

Nadere informatie

VAK : NATUURKUNDE DATUM : VRIJDAG 04 JULI 2008 TIJD : 09.45 11.25 UUR (Mulo III kandidaten) 09.45 11.45 UUR (Mulo IV kandidaten)

VAK : NATUURKUNDE DATUM : VRIJDAG 04 JULI 2008 TIJD : 09.45 11.25 UUR (Mulo III kandidaten) 09.45 11.45 UUR (Mulo IV kandidaten) MNSERE AN ONDERWJS EN OLKSONWKKELNG EXAMENBUREAU UNFORM ENDEXAMEN MULO tevens OELANGSEXAMEN WO/HAO/NAN 008 AK : NAUURKUNDE DAUM : RJDAG 04 JUL 008 JD : 09.45.5 UUR (Mulo kandidaten) 09.45.45 UUR (Mulo

Nadere informatie

1) Neem een blokje en meet met een krachtmeter hoeveel kracht er nodig is om een blokje op te tillen.

1) Neem een blokje en meet met een krachtmeter hoeveel kracht er nodig is om een blokje op te tillen. Naam: Klas: Practicum losse en vaste katrol VASTE KATROL Opstelling: 1) Neem een blokje en meet met een krachtmeter hoeveel kracht er nodig is om een blokje op te tillen. Benodigde kracht = ) Maak een

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 MAVO4 NATUUR- EN SCHEIKUNDE I. Zie ommezijde. Vrijdag 19 augustus,

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 MAVO4 NATUUR- EN SCHEIKUNDE I. Zie ommezijde. Vrijdag 19 augustus, EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 MAVO4 Vrijdag 19 augustus, 9.30-11.30 uur \,._, NATUUR- EN SCHEIKUNDE I (Natuurkunde) Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie

Nadere informatie

www. Fysica 1997-1 Vraag 1 Een herdershond moet een kudde schapen, die over haar totale lengte steeds 50 meter lang blijft, naar een 800 meter verderop gelegen schuur brengen. Door steeds van de kop van

Nadere informatie

TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY, MST1211TA1, LB1541) 10 maart 2015 14.00-15.30 uur Docenten: L. de Smet, B. Dam

TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY, MST1211TA1, LB1541) 10 maart 2015 14.00-15.30 uur Docenten: L. de Smet, B. Dam TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY, MST1211TA1, LB1541) 10 maart 2015 14.00-15.30 uur Docenten: L. de Smet, B. Dam Naam:. Studentnummer Leiden:... En/of Studentnummer Delft:... Dit tentamen bestaat

Nadere informatie

Thermodynamica. Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven

Thermodynamica. Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven Thermodynamica Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven Academiejaar 2009-2010 Inhoudsopgave Eerste hoofdwet - deel 1 3 Oefening 1.1......................................

Nadere informatie

TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA. Dinsdag 25 oktober 2011 13.15 15.15

TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA. Dinsdag 25 oktober 2011 13.15 15.15 TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA Dinsdag 25 oktober 2011 13.15 15.15 Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van BINAS en een (grafische) rekenmachine. Let op eenheden en significante cijfers. 1.

Nadere informatie

Juli blauw Vraag 1. Fysica

Juli blauw Vraag 1. Fysica Vraag 1 Beschouw volgende situatie in een kamer aan het aardoppervlak. Een homogene balk met massa 6, kg is symmetrisch opgehangen aan de touwen A en B. De touwen maken elk een hoek van 3 met de horizontale.

Nadere informatie

Oefenopgaven havo 5 et-4: Warmte en Magnetisme 2010-2011 Doorgestreepte vraagnummers (Bijvoorbeeld opgave 2 vraag 7) zijn niet van toepassing.

Oefenopgaven havo 5 et-4: Warmte en Magnetisme 2010-2011 Doorgestreepte vraagnummers (Bijvoorbeeld opgave 2 vraag 7) zijn niet van toepassing. Oefenopgaven havo 5 et-4: Warmte en Magnetisme 2010-2011 Doorgestreepte vraagnummers (Bijvoorbeeld opgave 2 vraag 7) zijn niet van toepassing. Opgave 2 Aardwarmte N2-2002-I -----------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Introductie 1) 2) 3) 4) 5) J79 - Turbine Engines_ A Closer Look op youtube: toets form 1 okt 2013

Introductie 1) 2) 3) 4) 5) J79 - Turbine Engines_ A Closer Look op youtube:   toets form 1 okt 2013 Introductie zondag 4 september 2016 22:09 1) 2) 3) 4) 5) Inleiding: Wat gaan we doen? introductiefilm over onderdelen J79 herhaling hoofdonderdelen en toestands-diagrammen. Natuurkunde wetten toegepast

Nadere informatie

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012 lood 11,2 0, ,0 4,2 100

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012 lood 11,2 0, ,0 4,2 100 MINISTERIE VN ONERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXMENUREU HEREXMEN EIN MULO tevens 2 e ZITTING STTSEXMEN EIN MULO 2008 VK : NTUURKUNE TUM : TIJ : EZE TK ESTT UIT 36 ITEMS. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Q l = 24ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 24ste Vlaamse Fysica Olympiade 1

Q l = 24ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 24ste Vlaamse Fysica Olympiade 1 Eerste ronde - 4ste Vlaamse Fysica Olympiade 4ste Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde. De eerste ronde van deze Vlaamse Fysica Olympiade bestaat uit 5 vragen met vier mogelijke antwoorden. Er is telkens

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3: energie en warmte

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3: energie en warmte Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3: energie en warmte Samenvatting door E. 1500 woorden 6 maart 2014 5,7 16 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Energie en warmte 3.1 warmte

Nadere informatie

Dit examen bestaat uit negen opgaven Bijlage: 1 antwoordblad

Dit examen bestaat uit negen opgaven Bijlage: 1 antwoordblad MAVO-C Il EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 983 MAVO-C Vrijdag 7 juni, 9.00-.00 uur NATUURKUNDE Dit examen bestaat uit negen opgaven Bijlage: antwoordblad 29278F- Waar nodig mag bij de

Nadere informatie

Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch

Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch Naam: Klas: Practicum soortelijke warmte van water Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch Doel van de proef Het bepalen van de soortelijke warmte van water

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 7.1 Fasen en dichtheid Een stukje scheikunde 1. Intermoleculaire ruimte 2. Hogere temperatuur, hogere snelheid 3.

Nadere informatie

Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3.

Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3. Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3. figuur 3 De schuifweerstand is zo ingesteld dat de stroomsterkte 0,50 A is. a) Bereken het

Nadere informatie

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l Opgave 1 Een kompasnaald staat horizontaal opgesteld en geeft de richting aan van de horizontale r component Bh van de magnetische veldsterkte van het aardmagnetische veld. Een spoel wordt r evenwijdig

Nadere informatie

TOELATINGSEXAMEN NATIN 2009

TOELATINGSEXAMEN NATIN 2009 MINISTERIE VAN ONERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXAMENUREAU TOELATINGSEXAMEN NATIN 2009 VAK : TEHNISH INZIHT ATUM : INSAG 07 JULI 2009 TIJ : 09.45.5 UUR EZE TAAK ESTAAT UIT 30 ITEMS. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

koper hout water Als de bovenkant van het blokje hout zich net aan het wateroppervlak bevindt, is de massa van het blokje koper gelijk aan:

koper hout water Als de bovenkant van het blokje hout zich net aan het wateroppervlak bevindt, is de massa van het blokje koper gelijk aan: Fysica Vraag 1 Een blokje koper ligt bovenop een blokje hout (massa mhout = 0,60 kg ; dichtheid ρhout = 0,60 10³ kg.m -3 ). Het blokje hout drijft in water. koper hout water Als de bovenkant van het blokje

Nadere informatie

i-q s m Ze geeft de warmtehoeveelheid aan die nodig is om de eenheidsmassa van de stofte doen smelten.

i-q s m Ze geeft de warmtehoeveelheid aan die nodig is om de eenheidsmassa van de stofte doen smelten. De meeste stoffen kunnen in de drie volgende fasen voorkomen: vaste fase, vloeibare fase en gasvormige fase. Deze drie fasen noemt men de aggregatietoestanden van de stof. Of een bepaalde stof vast, vloeibaar

Nadere informatie

Woensdag 11 mei, uur

Woensdag 11 mei, uur 1 H-ll EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 Woensdag 11 mei, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit

Nadere informatie

( ) -grafiek. blijkt dat de richtingscoëfficiënt: θ 1

( ) -grafiek. blijkt dat de richtingscoëfficiënt: θ 1 QUARK_4-Thema-07/8-warmte, warmtecapaciteit Blz. 2 THEMA 8: warmtecapaciteit 1 Warmtecapaciteit van een voorwerp Definitie van warmtecapaciteit De grootte van de temperatuursverandering θis recht evenredig

Nadere informatie

Thema 2 Materiaal uit de natuur

Thema 2 Materiaal uit de natuur Naut samenvatting groep 6 Mijn Malmberg Thema 2 Materiaal uit de natuur Samenvatting Drie maal water Water kan veranderen van ijs in waterdamp. En waterdamp en ijs kunnen weer veranderen in water. Water

Nadere informatie

Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde

Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde Vlaamse Olympiades voor Natuurwetenschappen KU Leuven Departement Chemie Celestijnenlaan 200F bus 2404 3001 Heverlee Tel.: 016-32 74 71 E-mail: info@vonw.be www.vonw.be Vlaamse Fysica Olympiade 2015-2016

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Warmteleer en gaswetten. 25 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Warmteleer en gaswetten. 25 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Warmteleer en gaswetten 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),

Nadere informatie

THERMODYNAMICA 2 (WB1224)

THERMODYNAMICA 2 (WB1224) THERMODYNAMICA 2 (WB1224) donderdag 2 februari 2006 14.00-17.00 u. AANWIJZINGEN Het tentamen bestaat uit twee of drie open vragen en 15 meerkeuzevragen. Voor de beantwoording van de meerkeuzevragen is

Nadere informatie

Maandag 15 juni, uur

Maandag 15 juni, uur MAV0-4 Il EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1981 MAV0-4 Maandag 15 juni, 9.00-11.00 uur NATUUR- EN SCHEIKUNDE I (Natuurkunde) Dit examen bestaat uit 10 opgaven. Bijlage: 1 antwoordblad

Nadere informatie

NATUURKUNDE. Donderdag 5 juni, uur. MAVO-C Il EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN C - niveau

NATUURKUNDE. Donderdag 5 juni, uur. MAVO-C Il EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN C - niveau MAO-C Il EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN OORTGEZET ONDERWIJS IN 986 C - niveau Donderdag 5 juni, 9.00-.00 uur NATUURKUNDE Dit examen bestaat uit 3 opgaven Bijlage: antwoordpapier 2 Waar nodig mag bij de opgaven

Nadere informatie

TENTAMEN NATUURKUNDE

TENTAMEN NATUURKUNDE CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE datum : dinsdag 27 juli 2010 tijd : 14.00 tot 17.00 uur aantal opgaven : 6 aantal antwoordbladen : 1 (bij opgave 2) Iedere opgave dient

Nadere informatie

Warmte- en stromingsleer Examennummer: 93071 Datum: 14 december 2013 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Warmte- en stromingsleer Examennummer: 93071 Datum: 14 december 2013 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Warmte- en stromingsleer Examennummer: 93071 Datum: 14 december 2013 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Dit examen bestaat uit 10 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: 20 meerkeuzevragen (maximaal

Nadere informatie

Fysica - Warmteleer. Denis Defreyne 5WW8. September 2003 - Januari 2004

Fysica - Warmteleer. Denis Defreyne 5WW8. September 2003 - Januari 2004 Fysica - Warmteleer Denis Defreyne 5WW8 September 2003 - Januari 2004 Inhoudsopgave 1 Inleiding tot de warmteleer 1 1.1 Temperatuur.................................. 1 1.2 Warmte.....................................

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 7.1 Fasen en dichtheid Een stukje scheikunde 1. Intermoleculaire ruimte 2. Hogere temperatuur, hogere snelheid 3.

Nadere informatie

Materie Harde-bollenmodel

Materie Harde-bollenmodel Inhoud... 2 Harde-bollenmodel... 2 Deeltjes in een vat... 3 Opgaven ideale gaswet... 7 Opgave: Diagrammen... 7 Opgave: Statische druk... 7 Opgave: Vat A en vat B... 7 Opgave: Waterraket... 8 Harde-bollenmodel

Nadere informatie

Deze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden. Vraag 1

Deze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden. Vraag 1 Vraag 1 Twee stenen van op dezelfde hoogte horizontaal weggeworpen in het punt A: steen 1 met een snelheid v 1 en steen 2 met snelheid v 2 Steen 1 komt neer op een afstand x 1 van het punt O en steen 2

Nadere informatie

Temperatuur. Verklaring voor het verschijnsel. Bij de verbranding van het aardgas ontstaat waterdamp. Deze condenseert bij het koude glas.

Temperatuur. Verklaring voor het verschijnsel. Bij de verbranding van het aardgas ontstaat waterdamp. Deze condenseert bij het koude glas. Practicum water verwarmen Schenk koud leidingwater in een bekerglas (voor 70% vullen). Verhit het water met een teclubrander. Houd de temperatuur van het water in de gaten met een thermometer. Noteer alle

Nadere informatie

Opgave 1 Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden.

Opgave 1 Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden. Uitwerkingen Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden. Opmerking: in een ideaal gas hebben de moleculen wel een massa. Alleen

Nadere informatie

Tijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (55 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Tijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (55 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! NATUURKUNDE KLAS 5 INHAAL PROEFWERK ROEFWERK H10 + H6 3/2010 Tijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (55 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Nadere informatie

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 11 Stoffen en materialen ( ) Pagina 1 van 6

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 11 Stoffen en materialen ( ) Pagina 1 van 6 Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 11 Stoffen en materialen (2016-06-08) Pagina 1 van 6 Als je een ander antwoord vindt, zijn er minstens twee mogelijkheden: óf dit antwoord is fout, óf jouw antwoord is

Nadere informatie

MAVO-D II. Donderdag 13 junj, uur. Dit examen bestaat uit elf opgaven Bijlage: 1 antwoordblad

MAVO-D II. Donderdag 13 junj, uur. Dit examen bestaat uit elf opgaven Bijlage: 1 antwoordblad MAVO-D II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 985 MAVO-D Donderdag 3 junj, 9.00-.00 uur NATUURKUNDE Dit examen bestaat uit elf opgaven Bijlage: antwoordblad 49230F-l4 2 Waar nodig mag bij

Nadere informatie

ENERGIE H5 par. 1 en 2 Diagnostische Toets natuurkunde uitwerkingen

ENERGIE H5 par. 1 en 2 Diagnostische Toets natuurkunde uitwerkingen ENERGIE H5 par. 1 en 2 Diagnostische Toets natuurkunde uitwerkingen OPEN VRAGEN 1. Energieomzetting Enkele jaren geleden stond in de Gelderlander de foto rechts met de volgende tekst: Trots poseren koeien

Nadere informatie