i-q s m Ze geeft de warmtehoeveelheid aan die nodig is om de eenheidsmassa van de stofte doen smelten.
|
|
- Cornelis Bos
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 De meeste stoffen kunnen in de drie volgende fasen voorkomen: vaste fase, vloeibare fase en gasvormige fase. Deze drie fasen noemt men de aggregatietoestanden van de stof. Of een bepaalde stof vast, vloeibaar of gasvormig (dampvormig) is, hangt in de eerste plaats van haar temperatuur af. Zo is de stof water in de evenaarsgebieden hoofdzakelijk als vloeistof bekend, in de poolstreken als vaste stof. Door warmte op te nemen of af te geven kan een stof van aggregatietoestand veranderen: ze ondergaat een faseovergang. De warmte waardoor een faseovergang ontstaat, heet latente warmte ofovergangswarmte. Smelten en stollen In 'Fysica Vandaag 3' hebben we aangetoond dat: - iedere zuivere stof bij voldoende temperatuurverhoging zal smelten, mits er geen scheikundige ontbinding plaats grijpt; - iedere zuivere stof onder een bepaalde druk een welbepaalde smelt- en stoltemperatuur heeft. Onder smelt- en stoltemperatuur bij normtoestand verstaan we die temperatuur waarbij de zuivere stof onder een drukvan Pa het smeltings- of stollingsverschijnsel vertoont; - smelt- en stoltemperatuur gelijk zijn als de druk dezelfde is; - tijdens het smelten en het stollen de temperatuur constant blijft; - een stof, die smelt, warmte opneemt (smeltingswarmte); een stof die stolt, warmte afgeeft (stollingswarmte). SOORTELIJKE SMELTINGSWARMTE De specifieke of soortelijke smeftingswarmte /s van een stof is de verhouding van de bij de smelttemperatuur opgenomen warmtehoeveelheid tot de hierdoor gesmolten massa van de stof: ^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^m^m^^^^^^^f^mjj^^^^m^m^f^^g^^^^^m i-q s m ^^^^^_m^ ^^^^ ^_^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^_ Ze geeft de warmtehoeveelheid aan die nodig is om de eenheidsmassa van de stofte doen smelten. GROOTHEID SYMBOOL EENHEID Soortelijke smeltingswarmte ', "J-Fg De warmtehoeveelheid, nodig om een massa m van een stofte doen smelten, is dan: Q = /. m 176 FASEOVERGANGEN
2 De tabel geeft de smelttemperatuur en de soortelijke smeltingswarmte weer van enkele stoffen bij de normdruk. SOORTELIJKE SMELTINGSWARMTE VAN ENKELE STOFFEN Aluminium Benzeen Fosfor Goud Koper Kwik Lood Nafta leen Nikkel Pa ra f fine Platina Tin Wol f raam Us Ijzer Zilver Zink Zwavel Stof ös ( C) 659 5,50 44, , , , l ^ (103^-) kgj , ,8 24, , ENERGIEBESCHOUWINGEN In een vaste stof zijn de deeltjes regelmatig in de ruimte geordend: de vaste stof vertoont een kristalstructuur. Bij verwarming wordt van buiten uit energie toegevoerd, waardoor de deeltjes heviger rond hun evenwichtsstand gaan trillen; hierdoor zet de stof uit. De afstand tussen de deeltjes onderling wordt groter, maar de cohesiekrachten tussen de deeltjes onderling zorgen ervoor dat de stof nog vast blijft. Bij verdere verwarming zullen de cohesiekrachten afnemen en de deeltjes zullen hun vaste plaats in de kristalstructuur verlaten. De stof gaat van de vaste naar de vloeibare toestand over: ze smelt. De toegevoerde warmte dient dus hoofdzakelijk om de cohesiekrachten tussen de deeltjes te verminderen en aldus de faseovergang mogelijk te maken. Dit verklaart waarom de temperatuur constant blijft. We dienen nochtans op te merken, dat niet alle toegevoerde warmte in inwendige energie wordt omgezet. Een gedeelte dient om uitwendige arbeid te leveren tegen de buitendruk, daar het volume vergroot. In formulevorm: = AU+ W FASEOVERGANGEN
3 OPDRACHT 1 ywaarom is ijs een heel goed koelmiddel? Geef een aantal voorbeelden! OPDRACHT 2 y)e soortelijke smeltingswarmte van ijs bij O C is de warmtehoeveelheid die nodig is: H om ijs op O C om te zetten naar water op O C; O om 1 kg ijs op O C om te zetten naar water op O C; H om 1 m3 ijs op O C om te zetten naar water op O C; J om de temperatuur van ijs op -1 C met 1 C te verhogen. >RACH>T3y Naftaleen bevindt zich oorspronkelijk in gesmolten toestand. Men laat het afkoelen. Het verloop van de Celsiustemperatuur Q als functie van de tijd is op de figuur voorgesteld. Welke van de volgende uitspraken is juist? \ Qj In de vaste fase koelt naftaleen sneller af dan in de vloeibare fase. l In het gebied QR neemt naftaleen warmte op. H In het gebied QR verandert de temperatuur voortdurend. Het stollingsproces duurt 8 min. O f (min) OPDRACHT 4 yiemand heeft drie kogeltjes l, II ' en lii die elk een massa hebben van 50,0 g maar van verschillend metaal zijn. Hij brengt ze vaste paraffine alle drie op een temperatuur van 473 K. Onmiddellijk daarna plaatst hij de kogeltjes op een blok vaste paraffine. Dit gebeurt snel zodat geen warmtverlies optreedt. De metalen kogeltjes doen de paraffine smelten. Daardoor zakken ze in de paraffine. Het smeltpunt van de paraffine is 325 K. Op een gegeven moment zakken de kogeltjes niet verder in de paraffine. a Leg uit dat de kogeltjes niet verder zakken als hun temperatuur lager dan 325 K wordt, b Geef een verklaring voor het feit dat de kogeltjes tot verschillend diepten in de paraffine zakken, c Kogeltje II heeft een soortelijke warmtecapaciteit van 0, J/kg K. Bereken hoeveel warmte kogeltje II heeft afgestaan op het moment dat het niet meer verder in de paraffine zakt. FASEOVERGANGEN
4 jln een calorimeter met een warmtecapaciteit van 105 J/K die 500 g water bij \*-/ 20,0 "C bevat, brengen we 100 g ijs op 0,0 C. De eindtemperatuur van het stelsel wordt 4,0 QC. Bereken hieruit de soortelijke smeltingswarmte van ijs. ->, i,r ti> Cm fc ] Bereken de warmtehoeveelheid die er nodig is om 5,0 kg ijs van -21 C orn te zetten \^s in water van 50 C. cm" l 3,00 kg ijs op -18 C worden vermengd met 12,0 kg water op 50,0 C. Bereken de evenwichtstemperatuur. -^.\n blok ijzer van 5,00 kg op een temperatuur van 100 "C wordt in met ijs op 0,0 C gebracht. Hoeveel ijs kan er hierdoor smelten? IHT9 In een calorimeter met een warmtecapaciteit van 30,0 J/K die 250 g water van 5,0 C bevat, brengt men 720 g ijs. Bij thermisch evenwicht is er 30,0 g ijs méér. Bereken hieruit de begintemperatuur van het ijs. grafiek geeft de Celsiustemperatuur weer als functie van de tijd voor 10 g van stof die verwarmd wordt met een constante warmtetoevoer. De stof was oorspronkelijk in vaste toestand en haar soortelijke warmtecapaciteit bedroeg dan J 800 kg-k - Het vermogen waarmee de warmte toegevoerd wordt, is: J 60 W; j 120 W; X 4- w; niet te bepalen. e ( cj De smelttemperatuur van deze stof is gelijk aan: 90 C; LJ 60 C; ~\0 C Haar soortelijke smeltingswarmte bedraagt: LJ 6,0.104J/kg; H 5,4. 10" J/kg; FJ 9,0. 104J/kg; X! 3,6. 104J/kg l(s)
5 OPDRACHT 27 Waarom worden aardappelen vlugger gaar in een kookpan met deksel, dan in een zonder deksel? OPDRACHT 28 Thuis kook je een eitje in een viertal minuten; boven op een hoge berg duurt het heel wat langer, en het is ook nooit echt helemaal gaar. Leg uit. OPDRACHT 29 Wat geldt voor onderstaande beweringen? I Het kookpunt van een vloeistof hangt af van de hoeveelheid vloeistof. II Het kookpunt van een vloeistof hangt af van de warmtehoeveelheid die wordt toegevoerd. J l en II zijn juist. Alleen l is juist. Alleen II is juist. ^] l en II zijn niet juist. OPDRACHT 30 Wat moet in de volgende zin bij (1) en (2) worden ingevuld? Vergeleken met een gewone pan is bij het koken in een snelkookpan de druk (1)... en de temperatuur (2) G (1) hoger (2) hoger; (1) lager (2) hoger; D (1) hoger (2) lager; [j (1) lager (2) lager. OPDRACHT31 Wat moet in de volgende zin bij (1) en (2) worden ingevuld? Hoog in de bergen kookt water bij een (1)... temperatuur dan op zeeniveau, want de luchtdruk in de bergen (2)... _ (1) hogere (2) hoger; (1) lagere (2) hoger; O (1) hogere (2) lager; ~~ (1) lagere (2) lager. OPDRACHT 32 Men plaatst een bekerglas met water van 80 C onder de klok van een luchtpomp. Wanneer de lucht wordt weggepompt, ziet men op een gegeven ogenblik dat er zich in de gehele vloeistof dampbellen vormen, die naar de oppervlakte stijgen. Wat geldt voor onderstaande beweringen? I Het water kookt. II Het water is warmer geworden dan 80 "C. l en II zijn juist. U Alleen l isjuist. [^Alleen II isjuist. l en II zijn niet juist. OPDRACHT 33 Wat moet er in de volgende zin bij (1) en (2) worden ingevuld? Als je aardappelen kookt op grote hoogte, bijvoorbeeld op 4000 m, dan duurt het... (1) voor ze gaar zijn, want het water kookt bij een... (2) temperatuur dan op zeeniveau. (1) korter (2) hogere; i_j (1) langer (2) hogere; ]j (1) korter (2) lagere; (1) langer (2) lagere. FASEOVERGANGEN 201
6 SOORTELIJKE VERDAMPINGSWARMTE Er is warmte nodig om een stof van de vloeibare naar de gasvormige toestand te doen overgaan. Ze dient om de cohesiekrachten tussen de vloeistofdeeltjes te overwinnen en om de volumevermeerdering bij de overgang van vloeistof naar damp te bekomen. Deze warmte wordt verdampingswarmte genoemd. Bij het condenseren van de damp kornt deze warmte weer vrij: het is de condensatiewarmte. De specifieke of soortelijke verdampingswarmte /v van een stof is de verhouding van de bij de kooktemperatuur opgenomen warmtehoeveelheid tot de hierdoor verdampte massa vat de stof; i v -Sm Ze geeft de warmtehoeveelheid aan die nodig is om de eenheidsmassa van de stof bij de kooktemperatuur te doen verdampen. Eenheid: [M = I De warmtehoeveelheid, nodig om bij de kooktemperatuur een massa m van een stofte doen verdampen, is dan: m Water heeft een zeer grote soortelijke verdampingswarmte: bij 100 C is er 2,270 om l kg water in verzadigde damp om te zetten. l O6 J nodig Bepalen van de soortelijke verdampingswarmte van water In een kolf brengen we water aan het koken. Deze kolf is afgesloten met een stop en voorzien van een zijdelingse afvoerbuis. De dampen worden door de zijdelingse afvoerbuis naar de calorimeter geleid, die een zekere hoeveelheid water bevat met massa ml (figuur 9.14). Na een zekere tijd wordt de verbinding met de calorimeter verwijderd en de eindtemperatuur wordt afgelezen. Vervolgens wordt de hoeveelheid water, die zich nu in de calorimeter bevindt, bepaald. Het verschil tussen deze hoeveelheid en de hoeveelheid water bij het begin van de proef in de calorimeter geeft de hoeveelheid gecondenseerde damp aan met massa mr Uit de warmtebalans volgt dan de soortelijke verdampingswarmte van water. FIG Bepalen van de soortelijke verdampingswarmte van water 202 FASEOVERGANGEN
7 De volgende tabel geeft de kooktemperatuur en de soortelijke verdampingswarmte weer van enkele stoffen onder normdruk. STOF 0h («C) / <103 ± ) Benzeen Ether Ethylalcohol Kwik Methylalcohol Na f tal een Terpentijn Tetrachloorkoolstof Water 80,1 34,5 78, , , OPDRACHT 34 Iemand probeert de soortelijke verdampingswarmte van water op de volgende manier te bepalen. Door middel van een elektrische verwarmer met een vermogen van 750 W wordt water verwarmd in een beker die op een balans staat. Het duurt 10,0 min om te zien dat de aflezing op de balans terugvalt van 0,950 kg naar 0,800 kg vanaf het ogenblik dat het water beginnen koken is. De verbruikte energie in deze tijd bedraagt dan: J; H 7,50-103J; L_ 750 J; De soortelijke verdampingswarmte van water bij 100 "C zou dan gelijk zijn aan: H 3, J/kg; C 4,50-106J/kg; ~ 9, J/kg; ~! 7, J/kg. De aangenomen waarde van de soortelijke verdampingswarmte van water bij 100 C is aanzienlijk lager (2, J/kg) dan deze die volgt uit het experiment. Wat zou de persoon in elk geval kunnen doen om de fout te verkleinen? FASEOVERGANGEN 203
8 OPDRACHT 35 Een lage temperatuur in een koelkast wordt verkregen door: J een gas te laten condenseren; een gas vast te laten worden; J een vloeistof te laten stollen; een vloeistof te laten verdampen. OPDRACHT 36 Bij welke twee veranderingen van aggregatietoestand staat een stof warmte af? ~_^] Bij condenseren en bij smelten. J Bij condenseren en bij stollen. _ Bij smelten en bij verdampen. _ Bij stollen en bij verdampen. OPDRACHT 37 Hoe komt het, dat brandwonden, veroorzaakt door hete waterdamp, steeds veel erger zijn dan brandwonden van kokend water? OPDRACHT 38 In een calorimeter met een warmtecapaciteit van 294 J/K brengt men 400 g water op 12,0 C. Men leidt er damp van kokende ethylalcohol in en vindt na verloop van de proef 32,0 g gecondenseerde alcohol. De eindtemperatuur is 28,0 C en de soortelijke warmtecapaciteit van ethylalcohol is 2, J/kg. K. Bereken hieruit de soortelijke verdampingswarmte van ethylalcohol. OPDRACHy 39 JHoeveel damp van kokend water is er nodig om 500 g water van 10,0 C tot 20,0 C te verwannen? OPDRACHT 40 Bereken de totale warmtehoeveelheid nodig om 100 g ijs op -20,0 C om te zetten in waterdamp van 120 "C. De soortelijke warmtecapaciteit van waterdamp is 2, J/kg.K. OPDRACHT 41 Een koperen calorimeter heeft een massa van 550 g. Er bevindt zich 22,5 g ijs bij -20 "C in. Men leidt er damp van kokend water in tot al het ijs gesmolten is. Als de eindtemperatuur dan 5,1 C bedraagt, bepaal dan de hoeveelheid waterdamp die tijdens deze proef gecondenseerd werd. OPDRACHT 42 Hoeveel kg steenkool zijn er nodig om 200 l water van 20,0 C om te zetten in damp van 100 C, als men weet, dat de verbranding van steenkool 3, J/kg energie oplevert, en het rendement van de installatie 75 % bedraagt? v
Droogijs. IJskappen Antarctica smelten ongelooflijk snel Bron: www. metrotime.be
IJskappen Antarctica smelten ongelooflijk snel Bron: www. metrotime.be De 3D pen laat kinderen veilig 3D objecten tekenen Door middel van LED dioden aan het uiteinde van de pen zal de inkt direct stollen,
Nadere informatieHoofdstuk 4: Dampen 4.1 AGGREGATIETOESTANDEN SMELTEN EN STOLLEN SMELTPUNT. Figuur 4.1: Smelten zuivere stof
Hoofdstuk 4: Dampen 4.1 AGGREGATIETOESTANDEN 4.1.1 SMELTEN EN STOLLEN SMELTPUNT Wanneer we een zuivere vaste stof (figuur 4.1) verwarmen zal de temperatuur ervan stijgen. Na enige tijd wordt de vaste stof
Nadere informatieKlimaatbeheersing (2)
Klimaatbeheersing (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) Uitgave 2016 1 Natuurkundige begrippen 1.1 Warmte () Warmte is een vorm van energie welke tussen twee lichamen met een verschillende temperatuur
Nadere informatieBereken de verhouding massa van het water van het mengsel bij t = 0 s. massa van het ijs
jaar: 1989 nummer: 30 Een geïsoleerd vat bevat een water -ijs mengsel bij 0 C (273 K). Dit mengsel wordt langzaam verwarmd door een ondergedompelde weerstand die vanaf t = 0 s zorgt voor een constante
Nadere informatieDe temperatuur van de materie is een maat voor de gemiddelde snelheid van de materiedeeltjes en dus de inwendige kinetische energie.
Hoofdstuk 6: Warmte 6.1 Inwendige energie en warmte 6.1.1 Deeltjesmodel De materiedeeltjes van elk voorwerp hebben een thermische beweging. Hierdoor bezitten voorwerpen inwendige kinetische energie. De
Nadere informatieKlimaatbeheersing (2)
Klimaatbeheersing (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) 1 Natuurkundige begrippen 1.1 Warmte () Warmte is een vorm van energie welke tussen twee lichamen met een verschillende temperatuur kan worden
Nadere informatie1 Warmteleer. 3 Om m kg water T 0 C op te warmen heb je m T 4180 J nodig. 4180 4 Het symbool staat voor verandering.
1 Warmteleer. 1 De soortelijke warmte is de warmte die je moet toevoeren om 1 kg van een stof 1 0 C op te warmen. Deze warmte moet je ook weer afvoeren om 1 kg van die stof 1 0 C af te koelen. 2 Om 2 kg
Nadere informatieJaarplan. Quark 4.2. 4 Quark 4.2 Handleiding. TSO-BTW/VT TSO-TeWe. ASO-Wet
Jaarplan TSO-BTW/VT TSO-TeWe ASO-Wet Fysica TWEEDE GRAAD ASO VVKSO BRUSSEL D/2012/7841/009 4de jaar, 2u/week JAARPLAN Vul de donkergrijze kolommen in en je hebt een jaarplan; vul de andere ook in en je
Nadere informatieH7 werken met stoffen
H7 werken met stoffen Stofeigenschappen Faseovergangen Veilig werken met stoffen Chemische reacties Stoffen Zuivere stoffen mengsels legeringen één soort moleculen opgebouwd uit een aantal verschillende
Nadere informatie10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.
1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand
Nadere informatieUitwerkingen Basischemie hoofdstuk 1
Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 1 Opgave 1.1 Opgave 1.2 Opgave 1.3 Opgave 1.4 Stofeigenschappen en zintuigen Noem 4 stofeigenschappen die je met je zintuigen kunt waarnemen? Fysische constanten a. Methaan
Nadere informatieProef : We onderzoeken de warmte die nodig is als we de massa stof veranderen, een andere temperatuurstijging willen of een andere soort stof nemen.
- 153- D. Warmte uitwisseling en temperatuurstijging. Warmen we een beker water op, dan merken we dat er warmte aan toegevoegd werd door de temperatuurstijging. We spreken van merkbare warmte, door het
Nadere informatieNaam: Klas: REPETITIE STOFFEN EN MOLECULEN VWO (versie A)
Naam: Klas: REPETITIE STOFFEN EN MOLECULEN VWO (versie A) OPGAVE 1 In de figuur hiernaast zijn de zes faseovergangen genummerd. Geef de namen van deze faseovergangen. 1: 2: 3: 4: 5: 6: OPGAVE 2 Geef de
Nadere informatie( ) -grafiek. blijkt dat de richtingscoëfficiënt: θ 1
QUARK_4-Thema-07/8-warmte, warmtecapaciteit Blz. 2 THEMA 8: warmtecapaciteit 1 Warmtecapaciteit van een voorwerp Definitie van warmtecapaciteit De grootte van de temperatuursverandering θis recht evenredig
Nadere informatieOpgave 1 Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden.
Uitwerkingen Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden. Opmerking: in een ideaal gas hebben de moleculen wel een massa. Alleen
Nadere informatieToelatingsexamen Fysica leerstof uit de 2de graad SO
Toelatingsexamen Fysica leerstof uit de 2de graad SO 1. Hydrostatica 1.1. Hydrostatische druk Begrip druk (algemeen) De druk p op een oppervlak is de verhouding van de grootte F van de kracht tot de grootte
Nadere informatieNaam: Klas: Versie A REPETITIE GASSEN EN DAMPEN 3 VWO
Naam: Klas: Versie A REPETITIE GASSEN EN DAMPEN 3 VWO Bij deze toets hoort een blad met enige gegevens van stoffen. OPGAVE 1 Twee Maagdenburger halve bollen zijn tegen elkaar gezet en de lucht tussen de
Nadere informatieFasen: de die toestanden waarin je water (en veel andere stoffen) kunt tegenkomen.
Samenvatting door een scholier 873 woorden 2 maart 2016 7,6 37 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Nova Hoofdstuk 3 1. fasen en fase-overgangen Water komt voor als: - vaste stof (ijs) - vloeistof (vloeibaar
Nadere informatieHEREXAMEN EIND MULO tevens IIe ZITTING STAATSEXAMEN EIND MULO 2009
MNSTERE VAN ONDERWJS EN VOLKSONTWKKELNG EXAMENBUREAU HEREXAMEN END MULO tevens e ZTTNG STAATSEXAMEN END MULO 2009 VAK : NATUURKUNDE DATUM : VRJDAG 07 AUGUSTUS 2009 TJD : 7.30 9.30 UUR DEZE TAAK BESTAAT
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1.1 t/m 1.4
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1.1 t/m 1.4 Samenvatting door een scholier 1714 woorden 3 oktober 2010 6 10 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie 1.1 Scheikunde Bron 1 scheikunde Door
Nadere informatieEnergie, arbeid en vermogen. Het begrip arbeid op een kwalitatieve manier toelichten.
Jaarplan Fysica TWEEDE GRAAD TSO INDUSTRIËLE WETENSCHAPPEN VVKSO BRUSSEL D/2012/7841/083 4de jaar TSO-TeWe ASO-Wet Fysica TWEEDE GRAAD ASO VVKSO BRUSSEL D/2012/7841/008 4de jaar, 1u/week JAARPLAN Vul de
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Warmteleer en gaswetten. 25 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Warmteleer en gaswetten 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),
Nadere informatieFysica - Warmteleer. Denis Defreyne 5WW8. September 2003 - Januari 2004
Fysica - Warmteleer Denis Defreyne 5WW8 September 2003 - Januari 2004 Inhoudsopgave 1 Inleiding tot de warmteleer 1 1.1 Temperatuur.................................. 1 1.2 Warmte.....................................
Nadere informatieKlimaatbeheersing (3)
Klimaatbeheersing (3) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) 1 Het airco-koelproces als kringloopproces 1.1 Het ph-diagram Het koelproces zoals in de auto-airco plaatsvindt maakt gebruik van de toestandsverandering
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Verwarmen en isoleren (Newton)
Samenvatting Natuurkunde Verwarmen en isoleren (Newton) Samenvatting door een scholier 1404 woorden 25 augustus 2003 5,4 75 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Verwarmen en isoleren Warmte en energie 2.1 Energievraag
Nadere informatieUitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen
Uitwerkingen T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN
Nadere informatieThema 2 Materiaal uit de natuur
Naut samenvatting groep 6 Mijn Malmberg Thema 2 Materiaal uit de natuur Samenvatting Drie maal water Water kan veranderen van ijs in waterdamp. En waterdamp en ijs kunnen weer veranderen in water. Water
Nadere informatie2 Van 1 liter vloeistof wordt door koken 1000 liter damp gemaakt.
Domein D: Warmteleer Subdomein: Gas en vloeistof 1 niet expliciet genoemd in eindtermen, moet er een groep vragen gemaakt worden waarin die algemene zaken zijn vervat? zie ook mededelingen voor eindexamendocenten.
Nadere informatieOpgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser
Opgave 1 Afdaling Een skiër daalt een 1500 m lange helling af, het hoogteverschil is 300 m. De massa van de skiër, inclusief de uitrusting, is 86 kg. De wrijvingskracht met de sneeuw is gemiddeld 4,5%
Nadere informatieSamenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen
Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Mol Samenvatting door een scholier 1296 woorden 9 november 2017 7,6 34 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Natuur/scheikunde overal Paragraaf 6.1: stoffen herkennen
Nadere informatieLEERWERKBOEK IMPULS 2. L. De Valck J.M. Gantois M. Jespers F. Peeters. Plantyn
LEERWERKBOEK IMPULS 2 L. De Valck J.M. Gantois M. Jespers F. Peeters 1u Plantyn Ten geleide Impuls 2 leerwerkboek 1 u is bedoeld voor het tweede jaar van de tweede graad ASO met 1 wekelijkse lestijd. Het
Nadere informatie3 niet expliciet genoemd in eindtermen Verklaar het verschijnsel diffusie met de moleculaire theorie.
Domein D: Warmteleer Subdomein: Gas en vloeistof 1 niet expliciet genoemd in eindtermen, moet er een groep vragen gemaakt worden waarin die algemene zaken zijn vervat? zie ook mededelingen voor eindexamendocenten.
Nadere informatieWelke van de drie onderstaande. figuren stellen een isobare toestandsverandering van een ideaal gas voor?
jaar: 1989 nummer: 01 Welke van de drie onderstaande. figuren stellen een isobare toestandsverandering van een ideaal gas voor? o a. 1 o b. 1 en 2 o c. 1 en 3 o d. 1, 2 en 3 jaar: 1989 nummer: 02 De volumeuitzetting
Nadere informatieUNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2009
MINISTERIE N ONDERWIJS EN OLKSONTWIKKELING EXMENBUREU UNIFORM EINDEXMEN MULO tevens TOELTINGSEXMEN WO/HO/NTIN 2009 K : NTUURKUNDE DTUM : MNDG 06 JULI 2009 TIJD : 09.45 11.25 UUR (Mulo III kandidaten) 09.45
Nadere informatiealuminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012
DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Dichtheid Soortelijke
Nadere informatieDeel 1 : Mechanica. 2 de jaar 2 de graad (2uur) Inhoudstafel. - a -
- a - Deel 1 : Mechanica Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 2: Hoodstuk 3: Hoodstuk 4: Inleiding grootheden en eenheden Gebruik voorvoegsels... Wetenschappelijke notatie... Lengtematen, oppervlaktematen en inhoudsmaten...
Nadere informatieNaam: Klas: PROEFWERK WARMTE HAVO
Naam: Klas: PROEFWERK WARMTE HAVO Opgave 1 Kees wil kaarsvet in een reageerbuis voorzichtig smelten. Hij houdt de reageerbuis daarom niet direct in de vlam, maar verwarmt de buis met kaarsvet in een stalen
Nadere informatie2 VWO 2 HAVO Oefenstof dichtheid.
(1 liter = 1 dm 3 ) (1 ml = 1 cm 3 ) (1 m 3 = 1000 dm 3 ) (1 dm 3 = 1000 cm 3 ) ( 1 kg = 1000 g) (1 g = 1000 mg) 1. Bepaal de massa van een vurenhouten balk met een volume van 70 dm 3. V = 70 dm 3 ρ =
Nadere informatieOefentoets warmte. 2. Welk materiaal zou erg geschikt zijn om een pan van te maken?
Oefentoets warmte 1. Bij het koken van een ei wordt warmte overgedragen. Geef in een tekening aan hoe de warmte stroomt. Neem in je tekening de volgende dingen op: gasfornuis, pan, water, ei, handvat van
Nadere informatieLEERWERKBOEK IMPULS 2. L. De Valck J.M. Gantois M. Jespers F. Peeters. Plantyn
LEERWERKBOEK IMPULS 2 L. De Valck J.M. Gantois M. Jespers F. Peeters 2u Plantyn Ten geleide Impuls 2 leerwerkboek 2 u is bedoeld voor het tweede jaar van de tweede graad ASO met 2 wekelijkse lestijden.
Nadere informatieBenodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch
Naam: Klas: Practicum soortelijke warmte van water Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch Doel van de proef Het bepalen van de soortelijke warmte van water
Nadere informatieEXAMEN M!DJ) ELBAAR A.LGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1975
I M3---12 EXMEN M!DJ) ELBR.LGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1975 M\'0 3 Woensdag 21 1nei, 14.00--16.00 uur NTUUR- EN SCHEIKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn v:1sigcstc!d door de com rnissic bedoeld in
Nadere informatieVraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5
Vraag 1 Een hoeveelheid ideaal gas is opgesloten in een vat van 1 liter bij 10 C en bij een druk van 3 bar. We vergroten het volume tot 10 liter bij 100 C. De einddruk van het gas is dan gelijk aan: a.
Nadere informatie1) Stoffen, moleculen en atomen
Herhaling leerstof klas 3 1) Stoffen, moleculen en atomen Scheikundigen houden zich bezig met stoffen. Betekenissen van stof zijn onder andere: - Het materiaal waar kleding van gemaakt is; - Fijne vuildeeltjes;
Nadere informatieDEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS.
DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. Materiaal Dichtheid g/cm 3 Soortelijke warmte J/g C Smelttemperatuur C Smeltwarmte J/g Kooktemperatuur C Lineaire uitzettingscoëfficiënt mm/m C alcohol 0,8 2,5 114 78 aluminium
Nadere informatieHoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 7.1 Fasen en dichtheid Een stukje scheikunde 1. Intermoleculaire ruimte 2. Hogere temperatuur, hogere snelheid 3.
Nadere informatieT2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen
T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN 3(4) VMBO-TGK,
Nadere informatieTheorie: Temperatuur meten (Herhaling klas 2)
heorie: emperatuur meten (Herhaling klas 2) Objectief meten Bij het meten van een grootheid mag je meting niet afhangen van toevallige omstandigheden. De temperatuur die je ervaart als je een ruimte binnenkomt,
Nadere informatieHet deeltjesmodel. Deeltjes en hun eigenschappen. Context 3 Zinken zweven drijven. Naam: Klas: Datum:
Naam: Klas: Datum: Het deeltjesmodel Deeltjes en hun eigenschappen Als je een stukje ijzer, goud of eender welk stof tientallen keren kon vergroten, dan zou je ontdekken dat alle stoffen gemaakt zijn van
Nadere informatieQ l = 23ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 23ste Vlaamse Fysica Olympiade 1
Eerste ronde - 3ste Vlaamse Fysica Olympiade 3ste Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde. De eerste ronde van deze Vlaamse Fysica Olympiade bestaat uit 5 vragen met vier mogelijke antwoorden. Er is telkens
Nadere informatiealuminium 2,7 0,9 660 400 2450 0,024 ijzer 7,9 0,45 1540 270 0,012
MINISTERIE VN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXMENUREU UNIFORM EINDEXMEN MULO tevens TOELTINGSEXMEN VWO/HVO/NTIN 011 VK : NTUURKUNDE DTUM : WOENSDG 06 JULI 011 TIJD : 09.45 11.5 UUR (Mulo III kandidaten)
Nadere informatieALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa.
LGEMEEN 1 De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa. 5 Van een bi-metaal maakt men een thermometer door het aan de ene kant vast te klemmen en aan de
Nadere informatieVAK : NATUURKUNDE DATUM : VRIJDAG 04 JULI 2008 TIJD : 09.45 11.25 UUR (Mulo III kandidaten) 09.45 11.45 UUR (Mulo IV kandidaten)
MNSERE AN ONDERWJS EN OLKSONWKKELNG EXAMENBUREAU UNFORM ENDEXAMEN MULO tevens OELANGSEXAMEN WO/HAO/NAN 008 AK : NAUURKUNDE DAUM : RJDAG 04 JUL 008 JD : 09.45.5 UUR (Mulo kandidaten) 09.45.45 UUR (Mulo
Nadere informatieDe massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald
Hieronder wordt uitgelegd wat massadichtheid betekent. De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald volume. De massadichtheid is dus bijvoorbeeld
Nadere informatieEn wat nu als je voorwerpen hebt die niet even groot zijn?
Dichtheid Als je van een stalen tentharing en een aluminium tentharing wilt weten welke de grootte massa heeft heb je een balans nodig. Vaak kun je het antwoord ook te weten komen door te voelen welk voorwerp
Nadere informatieMAV04. NATUUR- EN SCHEIKUNDE I (Natuurkunde) EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Woensdag 30 augustus,
\_, EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1978 MAV04 Woensdag 30 augustus, 9.30-11.30 uur NATUUR- EN SCHEIKUNDE I (Natuurkunde) Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Warmte
Samenvatting Natuurkunde Warmte Samenvatting door een scholier 2231 woorden 16 oktober 2003 6 196 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Samenvatting warmte 1 Effecten van verwarmen: - temperatuurverhoging -
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 MAVO4 NATUUR- EN SCHEIKUNDE I. Zie ommezijde. Vrijdag 19 augustus,
EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 MAVO4 Vrijdag 19 augustus, 9.30-11.30 uur \,._, NATUUR- EN SCHEIKUNDE I (Natuurkunde) Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie
Nadere informatieHet smelten van tin is géén reactie.
3 Reacties Reacties herkennen (3.1 en 3.2 ) Een chemische reactie is een gebeurtenis waarbij stoffen verdwijnen en nieuwe stoffen ontstaan. Bij een reactie verdwijnen de beginstoffen. Er ontstaan nieuwe
Nadere informatie5 Formules en reactievergelijkingen
5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje
Nadere informatie1ste ronde van de 19de Vlaamse Fysica Olympiade 1. = kx. = mgh. E k F A. l A. ρ water = 1,00.10 3 kg/m 3 ( θ = 4 C ) c water = 4,19.10 3 J/(kg.
ste ronde van de 9de Vlaamse Fysica Olympiade Formules ste onde Vlaamse Fysica Olympiade 7 9de Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde De eerste ronde van deze Vlaamse Fysica Olympiade bestaat uit 5 vragen
Nadere informatieWater? Hoezo water? Water! Hoezo water? Donderdag 24 mei 2018 WILDLANDS Adventure Zoo Emmen
Hoezo water? Disclosure Relatie Organisatie Financiële bijdrage : Geen Raden van Advies : Geen Overige : Geen 2 Inhoud Water? Algemene eigenschappen Chemische eigenschappen Fysische eigenschappen Water?
Nadere informatieHoofdstuk 1. Scheikunde is overal. J.A.W. Faes (2019)
Hoofdstuk 1 Scheikunde is overal J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 1 Scheikunde is overal Paragrafen 1.1 Stofeigenschappen 1.2 Veiligheid 1.3 Faseveranderingen Practica Experiment 1 Hoe werkt de gasbrander?
Nadere informatieLesvoorbereiding. Student leraar secundair onderwijs groep 1
Lesvoorbereiding Student leraar secundair onderwijs groep 1 Naam Eeckhout Andreas Cluster Bi-Fy-Aa-Ch Groep 2 OSO 2 Academiejaar 2005-2006 Campus Kattenberg Kattenberg 9, B-9000 Gent Tel. (09) 269 98 06
Nadere informatieVlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde
Vlaamse Olympiades voor Natuurwetenschappen KU Leuven Departement Chemie Celestijnenlaan 200F bus 2404 3001 Heverlee Tel.: 016-32 74 71 E-mail: info@vonw.be www.vonw.be Vlaamse Fysica Olympiade 2017-2018
Nadere informatieONDERKOELING-OVERVERHITTING. Rudy Beulens
ONDERKOELING-OVERVERHITTING Rudy Beulens UNIE DER BELGISCHE FRIGORISTEN AIR CONDITIONING ASSOCIATION Water bij 1 bar absoluut of 0 bar relatief IJsblok van -20 C smelten tot 0 C : latente warmte Opwarmen
Nadere informatieHoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 7.2 Warmte T (K) Absolute temperatuur en warmte +273,15 273,15 T = K T Kelvin = T Celcius + 273,15 t ( C) WBE: E voor
Nadere informatieDe stoominstallatie met: ketel, turbine, condensor en voedingspomp. Eigenlijk wordt maar weinig energie nuttig gebruikt in een installatie:
dinsdag 29 januari 2019 14:43 De stoominstallatie met: ketel, turbine, condensor en voedingspomp. Eigenlijk wordt maar weinig energie nuttig gebruikt in een installatie: Een simpele installatie heeft een
Nadere informatieBasisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media Hoofdstuk 1 Stoffen bladzijde 1
Hoofdstuk 1 Stoffen bladzijde 1 Opgave 1 Hoe groot zijn de smelt- en kookpunten van onderstaande stoffen (zoek op)? smeltpunt kookpunt (sublimatiepunt) a 195 K (-78 O C); 240 K (-33 O C) b 159 K (-114
Nadere informatieHoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 7.1 Fasen en dichtheid Een stukje scheikunde 1. Intermoleculaire ruimte 2. Hogere temperatuur, hogere snelheid 3.
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materialen
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materi Samenvatting door een scholier 1210 woorden 6 april 2015 6,9 35 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Hoofdstuk 3: Materi Eigenschappen van moleculen: -Ze verschillen
Nadere informatieNaam: examennummer:.
Naam: examennummer:. Geef de uitwerking van de opgaven steeds op de lege zijde rechts naast de opgave. Geef duidelijk de onderdelen aan. De vragen moeten op de stencils beantwoord worden. Lever geen andere
Nadere informatieTENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA. Dinsdag 25 oktober 2011 13.15 15.15
TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA Dinsdag 25 oktober 2011 13.15 15.15 Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van BINAS en een (grafische) rekenmachine. Let op eenheden en significante cijfers. 1.
Nadere informatieBereken de luchtdruk in bar op 3000 m hoogte in de Franse Alpen. De soortelijke massa van lucht is 1,2 kg/m³. De druk op zeeniveau bedraagt 1 bar.
7. Gaswetten Opgave 1 Opgave 2 Opgave 3 Opgave 4 Opgave 5 Opgave 6 Opgave 7 Bereken de luchtdruk in bar op 3000 m hoogte in de Franse Alpen. De soortelijke massa van lucht is 1,2 kg/m³. De druk op zeeniveau
Nadere informatiealuminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012
DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. Mulo III kandidaten maken item 1 t/m 30 Mulo IV kandidaten maken item 1 t/m 36 -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Nadere informatie3.0 Stof 2 www.natuurkundecompact.nl
3.0 Stof 2 www.natuurkundecompact.nl 3.1 a Water doen koken b Paraffine doen stollen 3.3 Kristal maken 3.4 a Uitzetten en krimpen (demonstratie) b Thermometer ijken 1 3.1 a Water doen koken www.natuurkundecompact.nl
Nadere informatieEXAMEN VWO SCHEIKUNDE 1980, TWEEDE TIJDVAK, opgaven
EXAMEN VWO SCHEIKUNDE 1980, TWEEDE TIJDVAK, opgaven Jood en propanon 1980-II(I) Jood lost goed op in een oplossing van kaliumjodide in water. De verkregen oplossing noemt men joodwater. In zuur milieu
Nadere informatieExact periode Youdenplot Krachten Druk
Exact periode 10.2 Youdenplot Krachten Druk Youdenplot. De Youdenplot wordt uitgelegd aan de hand van een presentatie. Exact Periode 10.2 2 Krachten. Een kracht kan een voorwerp versnellen of vervormen.
Nadere informatieNIVEAU 3 STOOMTECHNIEK AFVALVERBRANDING BE
NIVEAU 3 STOOMTECHNIEK AFVALVERBRANDING BE TIJD 2 UUR TOEGESTANE HULPMIDDELEN, REKENMACHINE, STOOMTABEL EN H-S DIAGRAM 1. Noem de drie fasen waarin water kan verkeren. 2. Wat wordt verstaan onder verzadigde
Nadere informatieDit examen bestaat uit negen opgaven Bijlage: 1 antwoordblad
MAVO-C Il EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 983 MAVO-C Vrijdag 7 juni, 9.00-.00 uur NATUURKUNDE Dit examen bestaat uit negen opgaven Bijlage: antwoordblad 29278F- Waar nodig mag bij de
Nadere informatieFysica. Een voorwerp wordt op de hoofdas van een dunne bolle lens geplaatst op 30 cm van de lens. De brandpuntsafstand f van de lens is 10 cm.
Vraag 1 Een voorwerp wordt op de hoofdas van een dunne bolle lens geplaatst op 30 cm van de lens. De brandpuntsafstand f van de lens is 10 cm. Hulptekening: f f Het beeld van het voorwerp gevormd door
Nadere informatieGASSEN EN DAMPEN. 1 Ideale gassen 2 Onverzadigde en verzadigde damp 3 Verzadigingsdruk 4 Kokende vloeistoffen 5 Kritische temperatuur van een stof
GASSEN EN DAMPEN 1 Ideale gassen 2 Onverzadigde en verzadigde damp 3 Verzadigingsdruk 4 Kokende vloeistoffen 5 Kritische temperatuur van een stof 1 Ideale gassen Verschil tussen een gas en een damp Zuurstof
Nadere informatieTijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (54 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!
PROEFWERK NATUURKUNDE KLAS 5 ROEFWERK H10 + H6 10/3/2009 Tijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (54 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave
Nadere informatieSamenvatting hoofdstuk 2
temperatuur in o Scheikunde hemie op school Samenvatting hoofdstuk 2 De bouw van stoffen Samenvatting hoofdstuk 2 Er zijn verschillende eigenschappen waaraan je een stof kunt herkennen. We noemen deze
Nadere informatieENERGIE H5 par. 1 en 2 Diagnostische Toets natuurkunde uitwerkingen
ENERGIE H5 par. 1 en 2 Diagnostische Toets natuurkunde uitwerkingen OPEN VRAGEN 1. Energieomzetting Enkele jaren geleden stond in de Gelderlander de foto rechts met de volgende tekst: Trots poseren koeien
Nadere informatieTENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA voor F2/MNW2. Vrijdag 23 december 2005
TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA voor F/MNW Vrijdag 3 december 005 Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van een GR. Mogelijk nodige constantes: Gasconstante R = 8.31447 Jmol 1 K 1 = 8.0574 10 L
Nadere informatieOefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE
Oefenopgaven CEMISCE INDUSTRIE havo OPGAVE 1 Een bereidingswijze van fosfor, P 4, kan men als volgt weergeven: Ca 3 (PO 4 ) 2 + SiO 2 + C P 4 + CO + CaSiO 3 01 Neem bovenstaande reactievergelijking over
Nadere informatiePracticum Joule meter Afsluitend practicum elektra voor mavo 3
Proefbeschrijving van het practicum Practicum Joule meter Afsluitend practicum elektra voor mavo 3 Remco de Jong Inhoud Practicum Elektra. Het rendement van een Joule-meter.... 2 Doel van de proef:...
Nadere informatieI. Oefenvragen met het omrekenen van drukken. 1. Reken om van Pa naar hpa/kpa (rond af op één decimaal).
Oefenmateriaal I. Oefenvragen met het omrekenen van drukken 1. Reken om van Pa naar hpa/kpa (rond af op één a) 101.000 Pa = kpa f) 8.999 Pa = kpa b) 103.500 Pa = kpa g) 5.750 Pa = kpa c) 99.850 Pa = kpa
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4
Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4 Samenvatting door Jel 1075 woorden 17 maart 2018 8 3 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova 1 Warmtebronnen en brandstoffen. Warmtebronnen thuis en op school.
Nadere informatieOpgave 2 Het volume van een voorwerp geeft aan hoeveel ruimte dit voorwerp inneemt.
Uitwerkingen 1 Opgave 1 De massa van een voorwerp geeft aan hoe zwaar dit voorwerp is. Opgave 2 Het volume van een voorwerp geeft aan hoeveel ruimte dit voorwerp inneemt. Opgave De dichtheid van een stof
Nadere informatiePraktische opdracht Natuurkunde rendement eierkoker
Praktische opdracht Natuurkunde rendement ei Praktische-opdracht door een scholier 1509 woorden 8 maart 2005 7,1 9 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Inleiding Het rendement van een ei Om te beginnen is het
Nadere informatie4 Verbranding. Bij gele vlammen ontstaat roet (4.1)
4 Verbranding Verbrandingsverschijnselen (4.1) Bij een verbranding treden altijd een of meer van de volgende verschijnselen op: rookontwikkeling, roetontwikkeling, warmteontwikkeling, vlammen, vonken.
Nadere informatieHoofdstuk 2: HYDROSTATICA
ysica hoofdstuk : Hydrostatica e jaar e graad (uur) - 95 - Hoofdstuk : HYDROSTTIC. Inleiding: Bouw van een stof.. ggregatietoestanden De zuivere stoffen die we kennen kunnen in drie verschijningsvormen
Nadere informatieDampdruk, verdampingswarmte en verdampingsentropie van chloroform
Dampdruk, verdampingswarmte en verdampingsentropie van chloroform Bettens Stijn en Bronders Piet 17 november 2010 1 Inhoudsopgave 1 Praktisch Gedeelte 3 1.1 heorie........................................
Nadere informatie3.1. 1. In een reactieschema staan de beginstoffen en de reactieproducten van een chemische reactie.
3.1 1. In een reactieschema staan de beginstoffen en de reactieproducten van een chemische reactie. 2. De pijl in een reactieschema (bijvoorbeeld: A + B C) betekent: - A en B reageren tot C of - Er vindt
Nadere informatieStevin havo Antwoorden hoofdstuk 11 Stoffen en materialen ( ) Pagina 1 van 6
Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 11 Stoffen en materialen (2016-06-08) Pagina 1 van 6 Als je een ander antwoord vindt, zijn er minstens twee mogelijkheden: óf dit antwoord is fout, óf jouw antwoord is
Nadere informatiealuminium 2,7 0,9 660 400 2450 0,024 ijzer 7,9 0,45 1540 270 0,012
MINISTERIE VN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXMENBUREU UNIFORM EINDEXMEN MULO tevens TOELTINGSEXMEN VWO/HVO/NTIN 2013 VK : NTUURKUNDE DTUM : DONDERDG 04 JULI 2013 TIJD : 09.45 11.25 UUR (Mulo III kandidaten)
Nadere informatieTijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (55 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!
NATUURKUNDE KLAS 5 INHAAL PROEFWERK ROEFWERK H10 + H6 3/2010 Tijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (55 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!
Nadere informatieDit examen bestaat uit 11 opgaven Bijlage: 1 antwoordblad
EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWUS IN 1982 MAVO-4 Vrijdag 7 mei, 9.00-1 1.00 uur NATUUR- EN SCHEIKUNDE I (Natuurkunde) MAV0-4 1 Dit examen bestaat uit 11 opgaven Bijlage: 1 antwoordblad Deze
Nadere informatie