Lesvoorbereiding. Student leraar secundair onderwijs groep 1

Transcriptie

1 Lesvoorbereiding Student leraar secundair onderwijs groep 1 Naam Eeckhout Andreas Cluster Bi-Fy-Aa-Ch Groep 2 OSO 2 Academiejaar Campus Kattenberg Kattenberg 9, B-9000 Gent Tel. (09) Fax (09) katrien.steenhaut@arteveldehs.be Stageschool Stageles Naam St. - Geertruiinstituut Datum 16/11/05 en 23/11/05 Adres Kortijksesteenweg 1024, 9000 Gent Vak/Leergeheel Naam mentor Mr. Verstraete Lesonderwerp Aggregatietoestanden en faseovergangen Afdeling TSO (+ eventueel inl. op deelttjesmodel) Leerjaar 3 Aantal lln 20 Lesuur van 9.20 uur tot uur Beginsituatie Onderwerp vorige les en/of gekende leerstof Voortaak Andere gegevens Lokaal 5 Bronnen Bijlagen Bordschema LVB Aggr.doc 1

2 LESONDERWERP: ALGEMENE VAARDIGHEDEN EN ATTITUDES: LEERPLANDOEL(EN): LESDOELEN LEERINHOUD WERKVORMEN/ MEDIA/ORGANISATIE TIJD O P D R A C H T Opdracht voor 1 ll. Ik heb een pot ijs mee uit mij diepvries en er zit een thermometer bij. Deze ll moet om de 5 min de temperatuur aflezen op de thermometer en deze opschrijven. De ll kennen het begrip fase en kunnen dit ook verduidelijken adh van een voorbeeld. A. AGGREGATIETOESTANDEN OF FASEN VAN E E N S T O F - Vaste toestand - Vloeibare toestand - Gasvormige toestand ONDERWIJSLEERGESPREK: (VRAGEN WORDEN GEILLUSTREERD MET FOTO S OP DE PPW) Hier op aarde is er een stof die we tegenkomen in 3 vormen en die levensnoodzakelijk is. Welke is deze stof. (water) Juist dat is de benaming voor de vloeibare vorm. Maar als ik wil gaan schaatsen lukt dit niet op water want ik zak erdoor. Wat heb ik dan nodig om te kunnen schaatsen? (ijs) LVB Aggr.doc 2

3 En welke vorm van water is dat dan? ( De vaste vorm) Als je in de winter eens zeer goed uitademt dan zie je een wolk ontstaan. Dit is eigenlijk nog een soort van water. Welke is deze? (waterdamp) Welke vorm van water is dit (gasvormige) De ll kunnen de eigenschappen van elke fase weergeven aan de hand van een voorbeeld Kenmerken van elke fase - Vast Als ik een blok metaal vastneem kan ik die dan vervormen? (Neen) Dus dan kunnen we stellen dat de vorm bepaald is? (Ja) Als ik nu datzelfde metaal neem dan is het volume in mijn hand hetzelfde als dat blok metaal dat ik op de tafel zou leggen? (JA) Dan is het volume ook bepaald of niet? (JA) Kan ik het blok metaal samendrukken? (Neen) Dus het is uiterst weinig samendrukbaar? (Ja) LVB Aggr.doc 3

4 Als ik een glas water neem en ik giet het - Vloeibaar water over in een glas met een andere vorm, heeft het water dan nog steeds dezelfe vorm? (Neen) Kunnen we stellen dat het water dan een onbepaalde vorm heeft? (JA) Maar is het volume veranderd? (Neen) Dus het volume is wel bepaald? (JA) Als ik nu het water in een spuit doe, kan ik de spuit dan samendrukken?(zeer weinig) Dus een vloeistof is maar een beetje samendrukbaar. - Gas Als ik uitadem, heeft de lucht dan nog steeds dezelfde vorm als in mijn longen? (Neen) Een gas is vervormbaar. Als ik nu een duikfles zou hebben kan daar wel 50 liter lucht inzitten, heeft 30 liter in de atmosfeer hetzelfde volume? (Neen) Is het volume dan bepaald? (Neen) LVB Aggr.doc 4

5 Vul ik nu een spuit met lucht kan ik dan deze dan samendrukken? (Ja) Dus is lucht heeft een grote saemndrukbaarheid. Kristalstructuur = de ordening waarin atomen Vertelmoment van een bep stof aan elkaar vastzitten (specifiek voor elke stof) Amorf = deze stoffen hebben geen ordening. B. Faseovergangen Iedere fase kan overgaan in een andere fase Er is een opname of afgifte nodig van warmte om een faseovergang te berei- Kijken jullie eens naar het ijs, wat is er nu aan het gebeuren? (het smelt) Welke fase was ijs? (Vast) Naar welke andere fase gaat het over? (Vloeibaar) Kan dit ook in de andere richting? Wat moet er hiervoor eerst gebeuren voor een stof van de ene fase naar de andere LVB Aggr.doc 5

6 ken. gaat? ( Een T toename of afname) Vast naar Vloeibaar = Smelten Vloeibaar naar vast = Stollen Vloeibaar naar Gas = Verdampen Gas naar Vloeibaar = Condenseren Vast naar Gas = sublimeren Gas naar vast = desublimeren Als men van een vaste vorm naar een vloeibare vorm gaat, hoe noemen we dit dan denk aan het ijs? (Smelten) En omgekeerd, denk aan wat bloed doet? (Stollen) Als we van een vloeibare vorm naar een gasvormige fase gaan noemen we dit, denk aan de vorming van wolken? (Verdampen) En omgekeerd, denk aan je adem op een koud raam? (Condenseren) Kan een stof ook direct van vast naar gas gaan? (Ja/Neen) En een wc-blokje dan? Deze faseovergang noemt men sublimatie Het omgekeerde is desublimeren. Bordschema LVB Aggr.doc 6

7 C. Faseovergang vast vloeibaar Tijdens het smelten en het stollen van een stof blijft de T constant. De Ll. Nemen hun cursus pg Ll proberen zelf de smeltgrafiek te beschrijven. ( Eerst T stijgt, dan T C st en dan T stijgt weer) Wat betekent de die T C st (Hier smelt de stof) - Ll proberen zelf de stolgrafiek te beschrijven. ( Eerst T daalt, dan T C st en dan T daalt weer) Wat betekent de T C st nu hier? ( Hier stolt de stof) Vergelijk nu eens de 2 grafieken met el- LVB Aggr.doc 7

8 kaar valt er iets op? ( Smelt en Stol T zijn identiek en de grafieken zijn elkaars tegengestelden) - TUSSENTITEL TUSSENTITEL TUSSENTITEL L E S E I N D E LVB Aggr.doc 8

9 Agenda: LVB Aggr.doc 9

10 BORDSCHEMA LVB Aggr.doc 10

11 Bijlage 1: Vraagjes LVB Aggr.doc 11