les 5 Kijkplaat thema 2 Wat een weer! les 5 Kijkplaat thema 2 Wat een weer!

Transcriptie

1 Temperatuur: Bijvoorbeeld: Het is koud, maar graden Celsius. eerslag: Bijvoorbeeld: Er hangt wat mist. ind: Bijvoorbeeld: Er staat een klein beetje wind. mcirkel steeds het goede antwoord. plaatje zie je geen bij opdracht a. Schrijf het goede nummer op. hagel regen van de windrichtingen in. at is de windrichting op de kijkplaat? mcirkel die afkorting. waaraan je ze herkent. 5 LESDELE doelwoorden uit het thema in de kijkplaat herkennen. met de kijkvragen en de opdrachten de belangrijkste inhoud van het thema herhalen. DELRDE de temperatuur, de neerslag, de wolk, de windrichting, smelten, bevriezen, de vloeistof, de vaste stof, de waterdamp, het gas, verdampen, condenseren, de waterkringloop, het vet, de windkracht, de windmeter, de thermometer, het kookpunt, het smeltpunt LESBEK MATERIALE Voor de creatieve route: Krijtbord (het schoolbord voor in de klas). Bordkrijt in verschillende kleuren. VRBEREIDIG Kopieer de samenvatting en prik een datum voor de toets. Voor de creatieve route: Laat eventueel wat filmpjes zien van bekende weermannen en weervrouwen op televisie. Dan kunnen de kinderen inspiratie opdoen voor hun presentatie. Introduceren De kinderen kunnen de stof van op twee manieren verwerken. U kiest voor de kijkroute of de creatieve route in het werkboek. U kunt er ook voor kiezen de kijkplaat eerst samen te bespreken en dan de kinderen aan het werk te zetten met een van de twee routes. Leg de kinderen uit dat een kijkplaatles anders is. Vertel: Vandaag zijn er geen teksten en geen nieuwe woorden. e gaan kijken, herhalen en oefenen voor de toets. Lesboek pagina - erkboek pagina -5 a Schrijf drie s op van de kijkplaat. Schrijf op waaraan je ze herkent. a Schrijf het weerbericht bij de kijkplaat. Schrijf over elk onderdeel iets op. bijvoorbeeld: kraai bijvoorbeeld: houtduif bijvoorbeeld: vink bijvoorbeeld: grote, helemaal bijvoorbeeld: grote grijze met bijvoorbeeld: klein tje met blauwrode b Als je goed kijkt naar de wolken, kun je het weer voorspellen. b Patat kun je bakken in frituurvet. Leg uit hoe dat gaat. aterpret a Hier zie je de drie vormen vloeibaar vast gas b elke vorm van water hoort erbij? Kies uit je antwoorden a aarmee kun je de windrichting bepalen? b Maak deze windroos af. Vul de afkortingen Argus Clou atuur en Techniek groep 5 Handleiding Malmberg s-hertogenbosch

2 8 at is de temperatuur? at is de windrichting? at voor weer wordt het vanmiddag, denk je? het bord. Bijvoorbeeld een zonnetje of een regenwolk. org ervoor dat Hoe vind je dat het ging? mcirkel je antwoord. 9 Bespreek de kijkplaat aan de hand van de volgende vragen. Les : at voor weer is het hier? [Mist, beetje bewolking, weinig wind, graden op de thermometer.] Is er ook neerslag? [Ja, mist.] ou het de dagen ervoor kouder of warmer geweest zijn? [Kouder, want er ligt nog ijs dat smelt, het moet onder nul geweest zijn.] ijn de schaduwen kort of lang? [iet echt kort, niet echt lang.] at zegt dit over de plek van de zon? [Die staat al vrij hoog aan de hemel.] Les : elke vormen van water zie je? [Vaste vorm: ijs/ bevroren water; vloeibare vorm.] Is er ook waterdamp? [Ja. aterdamp is overal, maar je ziet het niet, want het is een gas.] p het raam zit condens. at is dat? [Damp die op het koude raam is veranderd in vloeibare druppeltjes.] Les : elke soorten herken je? [Koolmees, huismus, merel, vink, duif, kraai, spreeuw, eend.] at gebeurt er als je de kaars achter het raam aansteekt? [Kaarsvet wordt warm en smelt.] En als je hem uitblaast? [Kaarsvet koelt af en stolt.] Les : aar komt de wind vandaan? [oord, zie windhaan.] elke windrichtingen ken je nog meer? [,,,,,,.] aar is de thermometer bij de deur voor? [m te meten hoe warm of koud het buiten is.] Het ijs rond de boot is aan het smelten. at is het smeltpunt van bevroren water? [0 graden Celsius.] erkboek pagina 8-9 p het water ligt nog wat ijs. De s vliegen hongerig op het eten af. Brr, het is duidelijk koud buiten. ou dat at ga ik doen? graden Celsius Samenwerking Laat de kinderen in een groep van vier een spelletje doen. Een kind neemt een doelwoord of dier van de afbeelding in zijn hoofd en omschrijft het. De anderen raden wat het is. Argus Clou atuur en Techniek groep 5 Handleiding Malmberg s-hertogenbosch

3 Temperatuur: Bijvoorbeeld: Het is koud, maar graden Celsius. eerslag: Bijvoorbeeld: Er hangt wat mist. ind: Bijvoorbeeld: Er staat een klein beetje wind. b Als je goed kijkt naar de wolken, kun je het weer voorspellen. mcirkel steeds het goede antwoord. plaatje zie je geen bij opdracht a. Schrijf het goede nummer op. hagel regen van de windrichtingen in. at is de windrichting op de kijkplaat? mcirkel die afkorting. waaraan je ze herkent. 5 LEGEDA KIJKPLAAT LESBEK Met deze legenda kunt u alle elementen in de kijkplaat terugvinden die een relatie hebben met de lesstof uit dit thema. Soms worden ook extra elementen benoemd die u kunt gebruiken ter verdieping of verbreding. U kunt met behulp van de legenda kinderen onder uw begeleiding op zoek laten gaan naar de gemarkeerde elementen. ok stelt de legenda u in staat specifieke elementen te benoemen indien kinderen hierover vragen stellen. 8 9 De thermometer, de temperatuur. Dit is een digitale thermometer. Hij geeft aan dat de temperatuur buiten graden Celsius is. Dit is een koolmeesje. Het vet, smelten, smeltpunt. De spreeuwen eten van de frietjes. m friet te bakken in een frituurpan, moet je eerst vet laten smelten. Het smeltpunt van vet ligt hoger dan dat van water; het smelt pas bij een hogere temperatuur. p het hekje zit een vink Condenseren, de waterdamp. p het raam zit condens. Dat is gecondenseerde waterdamp. 6 Smelten, stollen, het vet. Het kaarsvet smelt als het warm wordt. Als je de kaars uitblaast, stolt het vet weer. Lesboek pagina - erkboek pagina -5 7 p het dak van de woonboot zit een houtduif. a Schrijf drie s op van de kijkplaat. Schrijf op waaraan je ze herkent. bijvoorbeeld: kraai bijvoorbeeld: grote, helemaal a Schrijf het weerbericht bij de kijkplaat. Schrijf over elk onderdeel iets op. 8 p het muurtje zit een kraai. bijvoorbeeld: houtduif bijvoorbeeld: vink bijvoorbeeld: grote grijze met bijvoorbeeld: klein tje met blauwrode 9 Hier vliegen een paar mussen. 0 De kat heeft een belletje om, om de s te waarschuwen dat hij eraan komt. aterpret a Hier zie je de drie vormen vloeibaar vast gas b elke vorm van water hoort erbij? Kies uit je antwoorden b Patat kun je bakken in frituurvet. Leg uit hoe dat gaat. a aarmee kun je de windrichting bepalen? b Maak deze windroos af. Vul de afkortingen Argus Clou atuur en Techniek groep 5 Handleiding Malmberg s-hertogenbosch

4 8 at is de temperatuur? at is de windrichting? at voor weer wordt het vanmiddag, denk je? het bord. Bijvoorbeeld een zonnetje of een regenwolk. org ervoor dat Hoe vind je dat het ging? mcirkel je antwoord. 9 7 In de winter kun je de s helpen met vetbollen en pindasnoeren. De wolk. 6 5 De windrichting. De windwijzer geeft de windrichting aan. De haan wijst altijd met zijn snavel naar de wind toe. De staart wijst met de wind mee. De neerslag. Mist is een vorm van neerslag, net als regen, hagel en sneeuw. 5 De vloeistof, bevriezen, de vaste stof. ater is een vloeistof. Bij 0 graden Celsius en lager bevriest het. Het wordt een vaste stof: ijs. 6 De waterdamp, het gas, verdampen, de waterkringloop. aterdamp zit overal in de lucht, maar je ziet het niet doordat het een gas is. De waterkringloop is het steeds opnieuw verdampen en condenseren van water in de natuur: zeewater verdampt en condenseert in de lucht tot een wolk. Het valt als neerslag naar beneden en stroomt weer naar zee. erkboek pagina 8-9 p het water ligt nog wat ijs. De s vliegen hongerig op het eten af. Brr, het is duidelijk koud buiten. ou dat at ga ik doen? graden Celsius Argus Clou atuur en Techniek groep 5 Handleiding Malmberg s-hertogenbosch 5

5 Temperatuur: Bijvoorbeeld: Het is koud, maar graden Celsius. eerslag: Bijvoorbeeld: Er hangt wat mist. ind: Bijvoorbeeld: Er staat een klein beetje wind. b Als je goed kijkt naar de wolken, kun je het weer voorspellen. mcirkel steeds het goede antwoord. plaatje zie je geen bij opdracht a. Schrijf het goede nummer op. hagel regen van de windrichtingen in. at is de windrichting op de kijkplaat? mcirkel die afkorting. waaraan je ze herkent. 5 KIJKRUTE Introduceren ERKBEK Bekijk met de kinderen de kijkplaat. at herkennen ze uit de vorige lessen? org dat alle doelwoorden aan bod komen. Laat de kinderen nu zelfstandig in het werkboek werken, met gebruik van de kijkplaat in het lesboek. Geef de kinderen de tip dat ze terug mogen zoeken in het thema als ze het antwoord niet op de kijkplaat vinden en het nog niet uit hun hoofd weten. a Schrijf het weerbericht bij de kijkplaat. Schrijf over elk onderdeel iets op. Temperatuur: Bijvoorbeeld: Het is koud, maar graden Celsius. eerslag: Bijvoorbeeld: Er hangt wat mist. ind: Bijvoorbeeld: Er staat een klein beetje wind. b Als je goed kijkt naar de wolken, kun je het weer voorspellen. mcirkel steeds het goede antwoord. ijs de kinderen erop dat ze bij opdracht b nummer, of van opdracht a moeten kiezen. Is hagel vloeibaar, vast of gas? En regen? aterpret a Hier zie je de drie vormen plaatje zie je geen vloeibaar vast gas b elke vorm van water hoort erbij? Kies uit je antwoorden bij opdracht a. Schrijf het goede nummer op. hagel regen Lesboek pagina - erkboek pagina -5 a Schrijf drie s op van de kijkplaat. Schrijf op waaraan je ze herkent. a Schrijf het weerbericht bij de kijkplaat. Schrijf over elk onderdeel iets op. bijvoorbeeld: kraai bijvoorbeeld: houtduif bijvoorbeeld: vink bijvoorbeeld: grote, helemaal bijvoorbeeld: grote grijze met bijvoorbeeld: klein tje met blauwrode b Patat kun je bakken in frituurvet. Leg uit hoe dat gaat. aterpret a Hier zie je de drie vormen vloeibaar vast gas b elke vorm van water hoort erbij? Kies uit je antwoorden a aarmee kun je de windrichting bepalen? b Maak deze windroos af. Vul de afkortingen 6 Argus Clou atuur en Techniek groep 5 Handleiding Malmberg s-hertogenbosch

6 8 at is de temperatuur? at is de windrichting? at voor weer wordt het vanmiddag, denk je? het bord. Bijvoorbeeld een zonnetje of een regenwolk. org ervoor dat Hoe vind je dat het ging? mcirkel je antwoord. 9 a Schrijf drie s op van de kijkplaat. Schrijf op waaraan je ze herkent. bijvoorbeeld: kraai bijvoorbeeld: houtduif bijvoorbeeld: vink Herinner de kinderen eraan dat de haan met zijn snavel de richting aanwijst waar de wind vandaan komt. b Patat kun je bakken in frituurvet. Leg uit hoe dat gaat. a aarmee kun je de windrichting bepalen? b Maak deze windroos af. Vul de afkortingen van de windrichtingen in. at is de windrichting op de kijkplaat? mcirkel die afkorting. bijvoorbeeld: grote, helemaal bijvoorbeeld: grote grijze met bijvoorbeeld: klein tje met blauwrode 5 Reflecteren Bespreek de opdrachten globaal. Hoe ging het? ist je al veel uit je hoofd? at betekent dit voor de voorbereiding van de toets? Bespreek het thema kort. at vond je het leukst om doen en om te leren? elke nieuwe woorden vond je moeilijk? Geef de kinderen de samenvatting. Laat ze die doorlezen. Spreek met de kinderen af wanneer de toets is en of ze daarvoor thuis of in de klas gaan leren. Geef ze vijf minuten om de samenvatting of de doelwoorden alvast te leren. Bijvoorbeeld in tweetallen: het ene kind leest de omschrijving, het andere noemt het juiste doelwoord erbij. Laat ze de waterkringloop schetsen en elkaar uitleggen wat ze getekend hebben. erkboek pagina 8-9 p het water ligt nog wat ijs. De s vliegen hongerig op het eten af. Brr, het is duidelijk koud buiten. ou dat at ga ik doen? graden Celsius Argus Clou atuur en Techniek groep 5 Handleiding Malmberg s-hertogenbosch 7

7 Temperatuur: Bijvoorbeeld: Het is koud, maar graden Celsius. eerslag: Bijvoorbeeld: Er hangt wat mist. ind: Bijvoorbeeld: Er staat een klein beetje wind. mcirkel steeds het goede antwoord. plaatje zie je geen bij opdracht a. Schrijf het goede nummer op. hagel regen van de windrichtingen in. at is de windrichting op de kijkplaat? mcirkel die afkorting. waaraan je ze herkent. 5 CREATIEVE RUTE Introduceren Lees de introductietekst en bekijk met de kinderen de kijkplaat. at herkennen ze uit de vorige lessen? org dat alle doelwoorden aan bod komen. Vertel: Vandaag gaan we een eigen weerbericht schrijven en presenteren. et als de weerman of weervrouw op televisie. Kies hoe u de kinderen aan het werk zet en hoe u de presentaties wilt indelen. erken de kinderen alleen, in tweetallen of in groepjes? Moet iedereen bij de presentaties aan bod komen? ijs de kinderen op de vier stappen: at ga ik doen? Hoe ga ik het doen? Ik doe mijn werk. 5 Maak duidelijke werkafspraken. Spreek af hoe lang elke presentatie mag duren (bijvoorbeeld maximaal,5 minuut). ERKBEK at ga ik doen? p het water ligt nog wat ijs. De s vliegen hongerig op het eten af. Brr, het is duidelijk koud buiten. ou dat at is de temperatuur? graden Celsius Help de kinderen door samen met hen te zoeken naar de weerselementen op de kijkplaat en steeds te vragen: at zegt dit over het weer? ie hiervoor ook de vragen op pagina van deze handleiding. at is de windrichting? at voor weer wordt het vanmiddag, denk je? 8 Lesboek pagina - erkboek pagina -5 a Schrijf drie s op van de kijkplaat. Schrijf op waaraan je ze herkent. a Schrijf het weerbericht bij de kijkplaat. Schrijf over elk onderdeel iets op. bijvoorbeeld: kraai bijvoorbeeld: houtduif bijvoorbeeld: vink bijvoorbeeld: grote, helemaal bijvoorbeeld: grote grijze met bijvoorbeeld: klein tje met blauwrode b Als je goed kijkt naar de wolken, kun je het weer voorspellen. b Patat kun je bakken in frituurvet. Leg uit hoe dat gaat. aterpret a Hier zie je de drie vormen vloeibaar vast gas b elke vorm van water hoort erbij? Kies uit je antwoorden a aarmee kun je de windrichting bepalen? b Maak deze windroos af. Vul de afkortingen 8 Argus Clou atuur en Techniek groep 5 Handleiding Malmberg s-hertogenbosch

8 8 at is de temperatuur? at is de windrichting? at voor weer wordt het vanmiddag, denk je? het bord. Bijvoorbeeld een zonnetje of een regenwolk. org ervoor dat Hoe vind je dat het ging? mcirkel je antwoord. 9 het bord. Bijvoorbeeld een zonnetje of een regenwolk. org ervoor dat Hoe vind je dat het ging? mcirkel je antwoord. Reflecteren Bespreek de opdrachten globaal. Hoe ging het? Had iedereen hetzelfde weerbericht? aar komen de verschillen door? Heeft iedereen de woorden van het weer goed gebruikt? as het duidelijk voor degenen die luisterden? Bespreek het thema kort. at vond je het leukst om doen en om te leren? elke nieuwe woorden vond je moeilijk? Geef de kinderen de samenvatting. Laat ze die doorlezen. Spreek met de kinderen af wanneer de toets is en of ze daarvoor thuis of in de klas gaan leren. Geef ze vijf minuten om de samenvatting of de doelwoorden alvast te leren. Bijvoorbeeld in tweetallen: het ene kind leest de omschrijving, het andere noemt het juiste doelwoord erbij. Laat ze de waterkringloop schetsen en elkaar uitleggen wat ze getekend hebben. 9 erkboek pagina 8-9 p het water ligt nog wat ijs. De s vliegen hongerig op het eten af. Brr, het is duidelijk koud buiten. ou dat at ga ik doen? graden Celsius Argus Clou atuur en Techniek groep 5 Handleiding Malmberg s-hertogenbosch 9