Noordelijke Hogeschool Leeuwarden



Vergelijkbare documenten
Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: Commerciële Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd, deeltijd

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

AVANS Hogeschool, Tilburg

Christelijke Hogeschool Windesheim

Fontys Hogescholen, Tilburg en Sittard

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: Bedrijfswiskunde; hbo-bachelor Locatie: Leeuwarden Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: Varianten: voltijd & deeltijd

Hogeschool Arnhem en Nijmegen

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Hogeschool Rotterdam. Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, hbo-bachelor; Visitatiedatum: 10 oktober 2006

Hogeschool Zeeland. Opleiding: Management Economie en Recht hbo-bachelor Locatie: Vlissingen en Terneuzen Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Hogeschool INHolland, Amsterdam

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: Technische Bedrijfskunde hbo-bachelor Locatie: Leeuwarden Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Hogeschool Zeeland, Vlissingen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Hogeschool INHOLLAND. Visitatiedatum: 8 november 2006

Hogeschool voor de Kunsten Utrecht

Protocol PDG en educatieve minor

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar. Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

Avans Hogeschool, s-hertogenbosch

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus RM GRONINGEN

Avans Hogeschool, Tilburg

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Hogeschool Utrecht, Instituut Archimedes

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

Fontys Hogescholen. Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: Locatie: Eindhoven

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hanzehogeschool Groningen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Nijmegen Opleiding: Opleidingskunde, hbo bachelor Varianten: Voltijd en deeltijd

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Management & Organisatie

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. HBO Bachelor Maatschappelijk Werk en Dienstverlening. Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Hogeschool Utrecht, locatie Utrecht

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Informatie werkplekleren

BIJLAGE 1: UITKOMST ONDERZOEK NEWSCHOOL.NU TE HARDERWIJK

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg

Hogeschool HBO Nederland

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam/Den Haag

AVANS Hogeschool, Breda

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Hogeschool INHOLLAND. Opleidingen: Voedingsmiddelentechnologie, bachelor Varianten: voltijd/duaal. Visitatiedata: 2 en 3 juni 2005

Hogeschool Zuyd, Sittard

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology

Hogeschool Zeeland, Vlissingen Opleiding: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD), hbo-bachelor; Croho: Varianten: voltijd en deeltijd

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs

NHL Hogeschool. HBO-Bachelor Communicatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Hogeschool Zeeland, Vlissingen

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Hanzehogeschool Groningen

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties

Christelijke Hogeschool Windesheim

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009

AVANS Hogeschool, Breda

Juridische Hogeschool Avans-Fontys

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Hogeschool INHOLLAND, Haarlem

AVANS Hogeschool, Breda

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding Culturele en Maatschappelijke Vorming

Hogeschool Rotterdam. HBO-Bachelor Logistiek en Economie Logistiek en Technische Vervoerskunde

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Hogeschool Zuyd, Maastricht

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Transcriptie:

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: Pedagogiek hbo-bachelor Locatie: Leeuwarden en Zwolle Croho: 35158 Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedatum: 9 juni 2009 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, november 2009

2/59 NQA - visitatie Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, hbo-bacheloropleiding Pedagogiek (vt/dt)

Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming 10 1.5 Oordelen per facet en onderwerp 11 Deel B: Facetten 13 Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 15 Onderwerp 2 Programma 18 Onderwerp 3 Inzet van personeel 30 Onderwerp 4 Voorzieningen 33 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 36 Onderwerp 6 Resultaten 40 Deel C: Bijlagen 45 Bijlage 1: Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 46 Bijlage 2: Deskundigheden panelleden 53 Bijlage 3: Bezoekprogramma 57 Bijlage 4: Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal 58 Bijlage 5: Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties 59 NQA - visitatie Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, hbo-bacheloropleiding Pedagogiek (vt/dt) 3/59

4/59 NQA - visitatie Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, hbo-bacheloropleiding Pedagogiek (vt/dt)

Deel A: Onderwerpen NQA - visitatie Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, hbo-bacheloropleiding Pedagogiek (vt/dt) 5/59

6/59 NQA - visitatie Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, hbo-bacheloropleiding Pedagogiek (vt/dt)

1.1 Voorwoord Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleiding Pedagogiek van Noordelijke Hogeschool Leeuwarden heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is begonnen in april 2009, toen het zelfevaluatierapport bij NQA is aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek heeft het panel de opleiding gevisiteerd op 9 juni 2009. Het panel bestond uit: Mevrouw H. Marx-Breet (voorzitter, domeinpanellid); Mevrouw A.J. van Zon (domeinpanellid); Mevrouw D.E.E. Bakker (studentpanellid); De heer L.S. van der Veen (NQA-auditor); De heer W.A.J. van Uden (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (oktober 2007). Het panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid en over vakdeskundigheid. Onder vakdeskundigheid wordt verstaan het vertrouwd zijn met de meest recente ontwikkelingen en vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op het niveau/oriëntatie van de te beoordelen opleiding. Daarnaast beschikt het panel over onderwijsdeskundigheid, studentgebonden deskundigheid en visitatiedeskundigheid (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) conform het voorschrift van de NVAO. Uitzondering hierop is facet 2.6, als gevolg van aanvullende instructies van de NVAO wordt hier het oordeel voldaan of niet voldaan gegeven. Dit Facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2 Inleiding De Noordelijke Hogeschool Leeuwarden biedt onderwijs aan ongeveer 10.000 studenten. Om dat onderwijs te realiseren werken er op 1 december 2008 1.101 personeelsleden aan de hogeschool met een totale arbeidsomvang van 845 fte. De opleidingen zijn ondergebracht in vier instituten, waaronder het Instituut Zorg en Welzijn (IZW). IZW verzorgt ondermeer de opleidingen Pedagogiek, Maatschappelijk Werk en Dienstverlening en Culturele en NQA - visitatie Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, hbo-bacheloropleiding Pedagogiek (vt/dt) 7/59

Maatschappelijke Vorming. De opleiding Pedagogiek wordt in Leeuwarden en Zwolle aangeboden in voltijdse en deeltijdse vorm. De opleiding Pedagogiek is in 1999 gestart te Leeuwarden. Sinds januari 2002 vormt de opleiding samen met de twee andere opleidingen het IZW. In 2004 is in Leeuwarden een deeltijdopleiding Pedagogiek gestart. De nevenvestiging in Zwolle is september 2005 gestart met een voltijdse opleiding en in 2007 met de deeltijdvariant. Vanaf 1 september 2009 maakt de opleiding te Zwolle deel uitmaken van de Hogeschool Windesheim. Er studeren in september 2008 805 studenten aan de opleiding Pedagogiek. In Leeuwarden studeren 435 voltijdstudenten en 30 deeltijdstudenten. In Zwolle zijn dat respectievelijk 300 en 40 studenten. Het IZW werkt met één formatieomvang voor het gehele instituut. Medewerkers werken vaak voor meerdere opleidingen en hun taken worden niet aan opleidingen toeberekend. Daardoor is het berekenen van de formatieomvang per opleiding vrijwel onmogelijk. Binnen de afdeling Welzijnsopleidingen werken in Leeuwarden 52 docenten, in Zwolle 15. De formatieomvang bedraagt 45,7 fte. De meeste docenten hebben een aanstellingsomvang van 0,6 fte of meer. De opleiding vindt de studieloopbaanbegeleiding en de trainingen Intensieve Ambulante Gezinsbegeleiding kenmerkende aspecten van de opleiding. Ook het gegeven dat de docenten merendeels afkomstig zijn uit het werkveld en daar vaak ook nog als parttimer werken, vindt men kenmerkend voor de opleiding. Inhoudelijk werken de drie opleidingen in IZW voor een deel samen. Dat wil zeggen dat een aantal modulen van de curricula voor alle opleidingen inhoudelijk identiek zijn, maar verschillen in de opdracht of de context waarin de opdracht moet worden uitgevoerd. Het onderwijsconcept gaat uit van sociaal-constructivistische uitgangspunten, dat wil zeggen dat studenten en docenten samenwerken aan de opbouw van een kennis- en vaardigheidsrepertoire van de studenten. Het curriculum is opgebouwd uit vijf leerlijnen: de integrale leerlijn, de praktijkleerlijn, de conceptuele leerlijn, de vaardigheidsleerlijn en de studieloopbaanleerlijn (zie voor toelichting onderwerp 2). De opleidingen Pedagogiek zijn in 2003 gevisiteerd en het rapport verscheen in 2004. De opleiding in Leeuwarden was destijds nog volop in ontwikkeling en maakte daarom geen deel uit van die visitatie. Deze visitatie is de eerste voor de opleiding. 1.3 Werkwijze De beoordeling van de opleiding door het panel verliep volgens de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. Het onderzoek vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. 8/59 NQA - visitatie Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, hbo-bacheloropleiding Pedagogiek (vt/dt)

De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecontroleerd op kwaliteit en compleetheid (de validatie) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Vervolgens bereidden de panelleden zich in de periode april-mei 2009 inhoudelijk voor op het bezoek d.d. 9 juni 2009. Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor ten slotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het opleidingsmanagement, docenten, studenten, afgestudeerden en met werkveldvertegenwoordigers. Aan het begin en tijdens het bezoek heeft het panel ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel ruimte ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport kan de opleiding accreditatie aanvragen bij de NVAO. De opleiding heeft in september 2009 een concept van het Onderwerprapport (deel A) en het Facetrapport (deel B) voor een controle op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in oktober 2009. Het visitatierapport is uiteindelijk in november 2009 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. NQA - visitatie Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, hbo-bacheloropleiding Pedagogiek (vt/dt) 9/59

1.4 Oordeelsvorming In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van: weging van de oordelen op facetniveau; benchmarking; generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; bepaalde accenten respectievelijk best practices. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport. Daar waar een argumentatie/beoordeling voor de deeltijd afwijkt van de voltijd, of waar oordelen voor locaties van elkaar verschillen, is dit expliciet vermeld. Indien niet vermeld, gelden voor beide locaties dezelfde oordelen. Tevens gelden voor de deeltijdopleiding dezelfde argumentatie/oordelen als voor de voltijdopleiding, aangezien de deeltijdopleiding inhoudelijk voornamelijk zijn gebaseerd op dezelfde moduleinhouden als de voltijdopleiding. Volgorde en onderwijsmethodieken kunnen daarbij verschillen. 10/59 NQA - visitatie Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, hbo-bacheloropleiding Pedagogiek (vt/dt)

1.5 Oordelen per facet en onderwerp Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, hbo-bacheloropleiding Pedagogiek Onderwerp/Facet Leeuwarden voltijd Leeuwarden deeltijd Zwolle voltijd Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding Zwolle deeltijd 1.1 Domeinspecifieke eisen goed goed goed goed 1.2 Niveau bachelor goed goed goed goed 1.3 Oriëntatie HBO bachelor goed goed goed goed Totaaloordeel Positief Positief Positief Positief Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen HBO voldoende voldoende voldoende voldoende 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma goed goed goed goed 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma goed goed goed goed 2.4 Studielast voldoende voldoende voldoende voldoende 2.5 Instroom goed goed goed goed 2.6 Duur voldaan voldaan voldaan voldaan 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud goed goed goed goed 2.8 Beoordeling en toetsing goed goed goed goed Totaaloordeel Positief Positief Positief Positief Onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen HBO goed goed goed goed 3.2 Kwantiteit personeel goed goed goed goed 3.3 Kwaliteit personeel goed goed goed goed Totaaloordeel Positief Positief Positief Positief Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen goed goed goed goed 4.2 Studiebegeleiding goed goed voldoende voldoende Totaaloordeel Positief Positief Positief Positief Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten goed goed goed goed 5.2 Maatregelen tot verbetering goed goed goed goed 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld voldoende voldoende voldoende voldoende Totaaloordeel Positief Positief Positief Positief Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau goed goed goed goed 6.2 Onderwijsrendement voldoende voldoende voldoende voldoende Totaaloordeel Positief Positief Positief Positief NQA - visitatie Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, hbo-bacheloropleiding Pedagogiek (vt/dt) 11/59

Doelstellingen opleiding Alle facetten van dit onderwerp zijn door het panel als goed beoordeeld voor beide locaties en beide varianten. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Programma Het panel beoordeelt de facetten 2.1 en 2.4 als voldoende. Aan facet 2.6 is voldaan. De overige facetten worden als goed beoordeeld. De oordelen gelden voor beide locaties en beide varianten. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Inzet van personeel Voor beide locaties en beide varianten beoordeelt het panel de facetten van dit onderwerp met goed. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Voorzieningen Facet 4.1 wordt voor beide locaties en beide varianten met goed beoordeeld. Facet 4.2 wordt voor de locatie Leeuwarden voor beide varianten met goed beoordeeld. De beide varianten in Zwolle worden voor facet 4.2 met voldoende beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Interne kwaliteitszorg Het panel beoordeelt de facetten 5.1 en 5.2 voor beide locaties en varianten met goed. Facet 5.3 wordt als voldoende beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Resultaten Facet 6.1 beoordeelt het panel als goed voor beide locaties en varianten. Facet 6.2 wordt door het panel met een voldoende gewaardeerd. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan blijkt dat de opleiding op de zes onderwerpen positief scoort. De conclusie is dat het totaaloordeel over de opleiding positief is. 12/59 NQA - visitatie Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, hbo-bacheloropleiding Pedagogiek (vt/dt)

Deel B: Facetten NQA - visitatie Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, hbo-bacheloropleiding Pedagogiek (vt/dt) 13/59

14/59 NQA - visitatie Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, hbo-bacheloropleiding Pedagogiek (vt/dt)

Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen goed Criterium - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding formuleert de eindkwalificaties in de vorm van competenties. Daaronder verstaat de opleiding: Een samenhangende set van vaardigheden, houdingen en onderliggende kennis (inzichten), die de professional in staat stellen op het beroep gebaseerde taken, die deel uitmaken van een functie of rol, op een effectieve en efficiënte wijze te vervullen en is daarmee altijd gerelateerd aan de kernproblemen of kenmerkende situaties van het beroep of beroepsdomein. Het gekozen profiel is naar het oordeel van het panel in lijn met de landelijke en internationale ontwikkelingen in het domein. Dat wil zeggen dat er een ontwikkeling gaande is van afzonderlijke competenties voor de opleidingen in het domein naar gezamenlijke competenties, waarbij de beroepssituaties en de beroepscontexten het verschil uitmaken. De NHL-opleidingen in het domein Social Work hebben negen competenties geformuleerd. Deze competenties zijn gebaseerd op de volgende bronnen: - Toekomstverkenningen ten behoeve van een beroepenstructuur in Zorg en Welzijn (2004) - Profilering agogisch domein. Nota in opdracht van het sectoraal adviescollege HSAO (2004) - Klaar voor de Toekomst (2006) - Opvoedingsrelaties versterken (2008) In Opvoedingsrelaties versterken heeft het Landelijk Opleidingsoverleg Pedagogiek het competentieprofiel van de hbo-bachelor pedagogiek beschreven. In dit document worden in totaal veertien competenties beschreven en een body of knowledge. De NHL-opleiding pedagogiek heeft deze competenties vertaald naar negen competenties. Het panel heeft beide competentiesets vergeleken en stelt vast dat de vertaling van NHL-opleiding goed aansluit bij de landelijke set. De landelijke competentieset in Opvoedingsrelaties versterken is tot stand gekomen na literatuurstudie en landelijke onderzoeken in het werkveld. Ook bij de andere bronnen die de opleiding heeft gebruikt zijn vertegenwoordigers uit het werkveld op diverse manieren betrokken. De opleiding heeft gekozen voor de indeling en competentieformulering die is weergegeven in bijlage 5. De competenties zijn beschreven in Competenties Bachelor of Social Work (2006). Tevens zijn de competenties opgenomen in het studentenstatuut en de elektronische leeromgeving van de opleiding, waarmee de beschrijving ook bruikbaar is voor studenten. NQA - visitatie Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, hbo-bacheloropleiding Pedagogiek (vt/dt) 15/59

De NHL heeft de opleiding gepositioneerd in een brede bacheloropleiding Social Work. De competentiebeschrijvingen zijn generiek voor alle studenten Social Work aan de NHL. Er is dus een generalistische basis. De kenmerkende elementen voor de pedagoog krijgen vorm en betekenis in de beroepssituaties die aan iedere competentie zijn toegevoegd. Een voorbeeld van een kenmerkende beroepssituatie is de weergave in figuur 1, die behoort bij competentie 3. Voor iedere competentie zijn indicatoren beschreven die inhoud en niveau toetsbaar maken (zie facet 1.2) Kenmerkende beroepssituatie: PEDAGOGIEK Een pedagoog werkzaam als pedagogisch werker bij bureau Jeugdzorg begeleidt ouders bij het opvoeden van hun kinderen en pubers. Deze ouders kloppen op vrijwillige basis aan met een hulpvraag gericht op ondersteuning, advisering en soms hulpverlening. Deze ouders ervaren grote problemen bij het opvoeden van hun kinderen. Ze wijten hun probleem vaak aan probleemgedrag van het kind. Soms is een persoonlijkheidsstoornis of ontwikkelingsachterstand aan te tonen en soms niet. Bij bureau jeugdzorg wordt ook onderzocht of de problematiek veroorzaakt en/of in stand wordt gehouden door de pedagogische relatie, de interactie tussen ouders en kind. In ieder geval is duidelijk dat door ouders gestelde opvoedingsdoelen niet worden bereikt. Er zijn diverse methoden en methodieken voorhanden die geschikt zijn voor deze doelgroep en problematiek. Als pedagoog moet men in staat zijn om een beargumenteerde keuze te maken voor een bepaalde werkwijze/methode, deze uit te voeren en te evalueren. Figuur 1 kenmerkende beroepssituatie De opleiding neemt qua positionering in het internationale veld een middenpositie in. De meeste Engelstalige landen kennen geen specifieke opleiding pedagogiek, maar leiden uitsluitend social workers op. In Duitsland bestaan wel opleidingen tot pedagoog. De afdeling Welzijnsopleidingen van de NHL is lid van de Europese organisatie Schools of Social Work. Door middel van dit netwerk is de opleiding op de hoogte van nieuwe internationale ontwikkelingen in het werkgebied social work. Het panel is van oordeel dat de opleiding goed aansluit bij de huidige stand van zaken en bovendien oog heeft voor nieuwe ontwikkelingen. Men analyseert het huidige profiel aan de hand van het nieuwe kader voor sociaal agogische opleidingen: Vele takken, één stam (2008). De resultaten van de analyse waren ten tijde van de visitatie nog niet beschikbaar. Facet 1.2 Niveau bachelor goed Criterium - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. 16/59 NQA - visitatie Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, hbo-bacheloropleiding Pedagogiek (vt/dt)

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De Dublin descriptoren zijn leidend bij de beschrijving van het niveau van de bachelor. De opleiding heeft een duidelijk beschreven interpretatie van de descriptoren gemaakt en die interpretatie vervolgens ingevuld voor de pedagoog. Zo wordt het toepassen van kennis en inzicht geïnterpreteerd als: de bachelor kan kennis en inzicht toepassen met als doel een professionele benadering van de beroepspraktijk, het opstellen van argumentaties en het oplossen van problemen. De elementen professionaliteit, argumenteren en probleem oplossen zijn vervolgens verder uitgewerkt en gespecificeerd voor het beroep van pedagoog. De kwalificaties zijn beschreven op drie beheersingsniveaus: toepassen (propedeuse), beslissen (einde derde jaar) en ontwikkelen (bachelorniveau, eind vierde jaar). Aan elk niveau is een omschrijving gekoppeld zoals in tabel 1 is opgenomen. Bovendien bevat ieder niveau een beschrijving van leeractiviteiten voor de student, docentactiviteiten die de mate van sturing en de docentrol beschrijven. Het panel vindt dit een adequate beschrijving. In het kader van analyse en verbetering is de opleiding voornemens de indicatoren voor de drie niveaus aan te scherpen. toepassen beslissen ontwikkelen Operationeel werken Zelfstandigheid Aangegeven procedures volgen Tabel 1 drie beheersingsniveaus Strategisch werken Zelfstandigheid Initiatief nemen Keuzes maken op basis van kennis en ervaring Plan van aanpak ontwerpen Inzicht in consequenties van eigen handelen Ontwikkelen/integreren Nieuwe procedures ontwerpen Gebruik verschillende kennisdomeinen Hanteren en oplossen van complexe problemen Nieuwe (wetenschappelijke) inzichten bruikbaar maken voor eigen handelen Facet 1.3 Oriëntatie HBO bachelor goed Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Naast wat al bij de facetten 1.1 en 1.2 is opgemerkt heeft het panel de onderstaande aanvullende argumenten voor zijn oordeel. NQA - visitatie Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, hbo-bacheloropleiding Pedagogiek (vt/dt) 17/59

Als doelstelling heeft de opleiding in haar zelfevaluatierapport geformuleerd dat studenten die pedagoog willen worden, moeten kunnen werken in de brede context van social work. Wel heeft de pedagoog een specifieke invalshoek, namelijk die van de opvoedingsrelaties. Daarbinnen worden landelijk drie benaderingen of ordeningsprincipes gehanteerd waarop het pedagogische handelen zich richt: - Preventie, diagnostiek en behandelen: het beantwoorden van individuele hulpvragen van kinderen, jongeren, ouders of leerkrachten; - De centrale rol van het kind: het beantwoorden van algemene pedagogische vraagstukken; - Advies en begeleiding van opvoeders: het beantwoorden van pedagogische vragen. Het panel herkent deze benaderingen vanuit de beroepspraktijk. De eindkwalificaties die voor de bachelor of social work met de specialisatie pedagogiek zijn geformuleerd, sluiten goed aan bij de werkzaamheden en functies die beginnend pedagogen vervullen. Afgestudeerden zullen vooral worden ingezet als adviseur en begeleider bij kinderopvang, peuterspeelzaalwerk, consultatiebureaus, bureaus voor jeugdzorg of pleegzorg, jeugd- en jongerenwerk, welzijnsinstellingen (opvoedingsondersteuning, preventieprojecten), scholen en projecten voor voor- en vroegschoolse educatie. In Opvoedingsrelaties versterken is een uitgebreid overzicht van werkvelden opgenomen. De opleiding signaleert dat er in toenemende mate multidisciplinair gewerkt moet worden in het domein social work. Deze trend wordt ook gesignaleerd in Klaar voor de Toekomst (2006). De afgestudeerde pedagoog zal daarom steeds vaker in netwerken van verschillende deskundigen (bijvoorbeeld: maatschappelijk werkers, sociaal-pedagogen, cultureel werkers) moeten kunnen opereren. Het panel vindt het terecht dat de opleiding studenten op deze trend voorbereidt. Zowel uit de documentatie als uit het gesprek dat het panel met vertegenwoordigers van het werkveld heeft gevoerd, blijkt dat het werkveld betrokken is bij de ontwikkeling van de opleiding. De werkveldadviescommissie bespreekt de (beoogde) kwalificaties met vertegenwoordigers van de opleiding. De werkveldadviescommissie heeft het competentieprofiel van 2006 en het leerplan van de major (2007) geaccordeerd. Onderwerp 2 Programma Inleiding In het curriculum staan professionaliseringstaken (P-taken) centraal. Iedere professionaliseringstaak is opgebouwd uit vijf leerlijnen: 1. In de integrale leerlijn werken studenten aan opdrachten, de professionele taak die ze in de beroepspraktijk tegen zullen komen. 2. De praktijkleerlijn brengt de reële beroepspraktijk in het programma in de vorm van praktijkprojecten of stage. 3. De conceptuele of kennisleerlijn is gericht op het verwerven van kennis door middel van college en consultatie. 18/59 NQA - visitatie Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, hbo-bacheloropleiding Pedagogiek (vt/dt)

4. In de vaardigheidsleerlijn ligt het accent op het trainen van vaardigheden die nodig zijn om de professionaliseringstaak uit te voeren. 5. De studieloopbaanlijn heeft tot doel de persoonlijke ontwikkeling van studenten te bevorderen door onder andere het maken van een persoonlijk ontwikkelingsplan. Het curriculum heeft de major-minorstructuur. De major bevat alle verplichte programmaonderdelen in de vorm van 24 P-taken. Het minordeel is de keuzeruimte. Een student moet twee minoren kiezen, waarvan één verplicht uit het pedagogisch profiel en de ander vrij. In de minoren worden alle competenties op het hoogste niveau getoetst. In het programma is 10 EC ingeruimd voor volstrekt vrije keuze van de student, waarvan 2 EC in het eerste, 4 in het tweede en 4 in het derde jaar van het programma. Het derde jaar is bijna volledig gewijd aan de stage. De eerste drie studiejaren zijn samengesteld uit vier gelijke periodes. In iedere periode werkt de student aan twee professionaliseringstaken. Facet 2.1 Eisen HBO voldoende Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In het Studentenstatuut Opleidingsspecifiek (maart 2009) is een overzicht van de literatuur opgenomen die studenten dienen te gebruiken tijdens het onderwijs. Het panel concludeert op grond van het overzicht dat de voorgeschreven literatuur in het algemeen actueel is en van goed niveau. Enkele klassiekers uit het vakgebied zijn wat jaar van uitgave betreft niet actueel, maar wat onderwerp betreft wel. De boekenlijst bevat geen buitenlandse literatuur, wel een enkel vertaald werk. Het panel is van mening dat de literatuur over ontwikkelingspsychologie wat zwaarder aangezet mag worden. De opleiding is voornemens dat te doen in het studiejaar 2009-2010. Vanaf de tweede onderwijsperiode in de propedeuse werken alle voltijdstudenten in de beroepspraktijk. In het eerste jaar 160 klokuren praktijkwerk, in het tweede jaar 320 praktijkwerkproject en in het derde jaar 1288 klokuren stage. In het vierde jaar volgt de student twee minoren, waarvan één verplicht uit de welzijnsopleidingen. Aan deze minor is 560 klokuren praktijkwerk gekoppeld. Als een student de tweede minor ook kiest uit het aanbod van de welzijnsopleidingen, dan komt er nog eens 560 uur bij. In totaal brengt de student dus tussen de 2888 en 2328 uur in de beroepspraktijk door. Dat is bijna de helft van de studietijd. Deeltijdstudenten combineren hun werk met hun studie. Een relevante werkplek is voorwaarde om aan de opleiding te kunnen beginnen. NQA - visitatie Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, hbo-bacheloropleiding Pedagogiek (vt/dt) 19/59

De professionaleriseringstaken (P-taken) leggen een relatie tussen het praktijkwerk en het binnenschoolse programma. In P-taak 2.1 Opstellen van een werkplan (in de derde periode van de propedeuse) maken de studenten een werkplan dat bruikbaar is in hun praktijkwerk. Een ander voorbeeld is P-taak 6.2 Kwaliteitsproject (in de derde periode van het tweede jaar), waarin de studenten ten behoeve van hun praktijkwerkplek een analyse maken van een kwaliteitsknelpunt en daarvoor een verbeterplan schrijven. Een laatste voorbeeld is P-taak 9.2 Innovatie in Welzijn (vierde periode van het derde jaar): studenten maken een innovatieplan voor hun stageverlener dat gebaseerd is op ontwikkelingen binnen of buiten het directe werkveld van het beroep, de werkzaamheden of de dienstverlening te vernieuwen. Zowel voltijd- als deeltijdstudenten werken met deze P-taken. De vaardigheidsleerlijn besteedt aandacht aan de training van beroepsvaardigheden. Enkele voorbeelden van beroepsvaardigheden zijn gesprekken voeren, adviseren, beleidsnota s schrijven, reflecteren, systematisch werken, doelgericht observeren, werken met vrijwilligers, en onderzoeksvaardigheden. De vaardigheden worden geoefend in klassensituaties en daarna in praktijk gebracht in het praktijkwerk en de stage. De onderzoeksvaardigheden komen expliciet aan de orde in P-taak 6.2 en ze zijn vervolgens verweven in een aantal andere P-taken. De complexiteit van het onderzoek of de context waarin het plaats vindt, neemt in de loop van het curriculum toe. In het vierde jaar doen de studenten in het kader van hun afstuderen, op afstand begeleid, zelf een onderzoek in de praktijk. Waar mogelijk participeren studenten ook in onderzoek dat docenten uitvoeren die lid zijn van een kenniskring van een lectoraat. De alumni merken op dat het accent in de eerste twee jaar van de opleiding hoofdzakelijk ligt op probleemanalyse en nauwelijks op het ontwikkelen van oplossingen. Uit het gesprek met het management en de docenten blijkt dat oplossingsgericht denken ook in het tweede jaar aan bod komt, maar dit wordt kennelijk nog niet herkend. Het panel kan zich vinden in de suggestie van alumni om oplossingsgericht denken en handelen wat zwaarder te accentueren in het tweede jaar. Actuele ontwikkelingen in diverse vakgebieden worden in het programma opgenomen doordat docenten de ontwikkelingen bijhouden via hun vakliteratuur. Daarnaast volgen docenten de ontwikkelingen in de beroepspraktijk door het begeleiden van praktijkwerk en stages. De begeleiding levert inzichten op die in het binnenschoolse deel van het curriculum worden gebruikt. De opleiding ziet de ontschotting tussen de verschillende disciplines binnen social work en de toename van interdisciplinair werken als een belangrijke ontwikkeling en heeft daarom gekozen voor de nauwe samenwerking tussen de opleidingen in het domein. Er is in het curriculum aandacht voor de sociale context waarin het handelen van pedagogen plaats vindt en voor de theorieën waarop dat handelen gebaseerd is. De studenten leren de theoretische basis voor het pedagogisch handelen ondermeer in de training Korte Oplossingsgerichte Therapie en Orthopedagogische Gezinsbehandeling Erger Voorkomen. In de minoren wordt deze werkwijze verdiept en verbreed. De leerplancommissie beoordeelt nieuwe inhouden in het curriculum, waardoor geborgd is dat het curriculumbouwwerk niet verstoord wordt. 20/59 NQA - visitatie Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, hbo-bacheloropleiding Pedagogiek (vt/dt)

De opleiding werkt aan de versterking van internationale aspecten in het curriculum. In de Beleidsnotitie Internationalisering afdeling welzijnsopleidingen (2008) worden voorstellen gedaan om de opleidingen een meer internationaal karakter te geven door voor te schrijven dat 20% van de literatuur in een moderne vreemde taal moet zijn, dat 10% van de colleges Engelstalig is en dat studentenuitwisselingen bevorderd moeten worden. Ten tijde van de visitatie is het programma hoofdzakelijk regionaal en nationaal gericht en wordt weinig rekening gehouden met de mogelijkheid het programma te internationaliseren door middel van bijvoorbeeld stages, excursies of P-taken. Effecten van de beleidsnotitie zijn nog niet zichtbaar. Uit de gesprekken en de documentatie leidt het panel af dat studenten de kans en de mogelijkheid hebben zich gedurende hun opleiding op slechts één doelgroep te richten. Het opleidingsprogramma heeft geen garanties dat studenten verplicht voor minimaal twee of wellicht nog meer doelgroepen moeten kiezen. Het panel vindt het echter wel van belang dat studenten breed worden opgeleid en leren werken met verschillende doelgroepen. Uit de studentenquête 2008 blijkt dat studenten gemiddeld rond de 3,3 geven (op een vijfpuntsschaal) voor onderwerpen als de actualiteit, de kwaliteit van het studiemateriaal, de praktijkgerichtheid en de aanwezigheid van de beroepspraktijk in het curriculum. De beoordeling van de mogelijkheid tot internationale stages is net 3,0. Het panel beoordeelt het facet als voldoende vanwege het ontbreken van de borging op variatie in doelgroepen, de geringe hoeveelheid literatuur over ontwikkelingspsychologie en de beperkte internationale mogelijkheden in het programma. Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma goed Criteria - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In de beschrijvingen van de leerlijnen die het programma constitueren, wordt telkens verwezen naar de competentie waarop de P-taak en dus de leerlijn (met uitzondering van de slb-leerlijn) betrekking heeft. De relatie tussen competenties en de inhoud van het programma is daardoor bij zowel studenten als docenten altijd bekend. In het gesprek dat het panel met studenten heeft gevoerd, is gebleken dat zij bekend zijn met de competenties. Tevens heeft het panel een aantal portfolio s van studenten ingezien en deze portfolio s tonen aan dat studenten zich inderdaad richten op het verwerven van de beschreven competenties. NQA - visitatie Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, hbo-bacheloropleiding Pedagogiek (vt/dt) 21/59

Uit het programmaoverzicht dat aan het panel beschikbaar is gesteld, blijkt dat ieder P- taakbeschrijving het beheersingsniveau noemt, een passende opdracht beschrijft en daarbij passende beoordelingscriteria opsomt. Alle competenties worden uiteindelijk (vanaf februari 2009) op het beoogde niveau beoordeeld in de verplichte minoren In de voorgaande periode was dit niet zo, maar evaluatie van de eerste ronde minoren heeft geleerd dat alle competenties in de verplichte minoren getoetst moeten worden om de kwaliteiten van de studenten voldoende tot hun recht te laten komen. In de beschrijving is voldoende ruimte om de student te laten kennismaken met alle doelgroepen waarmee de pedagoog in aanraking kan komen. De breedte van het domein is in het programma voldoende geborgd. Bij facet 2.1 is echter reeds opgemerkt dat deze borging niet garandeert dat studenten voor meerdere doelgroepen kiezen. Uit de P-taken en de ondersteunende leerlijnen blijkt goed dat studenten worden opgeleid tot een hbo-bachelor. Het programma is hoofdzakelijk gericht op het toepassen van bestaande kennis en methodieken en de studenten leren deze waar nodig aan te passen aan de context van de instelling waar de ze werken. In de beschrijvingen van de P-taken zijn beschrijvingen opgenomen van het assessment. Ook wordt het assessment in diverse beschrijvingen toegelicht. Hierdoor is het helder wat de studenten moeten bereiken. Bovendien worden in iedere P-taak beoordelingscriteria opgenomen. Het programma bevat onderdelen die gericht zijn op kennisverwerving, vaardigheidsverbetering en het toepassen van kennis en vaardigheid in de beroepspraktijk. De praktijk speelt een belangrijke rol in het opleidingsprogramma vanaf het tweede blok in het eerste jaar. Het panel is daarom van oordeel dat het programma de studenten in staat stelt om de competenties te verwerven. In de studentenenquête 2008 beoordelen de studenten de mate waarin de competenties in het programma centraal zijn met een 3,4. Facet 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma goed Criterium - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het panel heeft vastgesteld dat in de beschrijvingen van de onderdelen van de integrale leerlijn verwezen wordt naar de competentie waarop het onderdeel betrekking heeft. De beschrijvingen van de P-taken in deze leerlijn bevatten als eerste onderdeel de beschrijving van de competenties waaraan de student werkt. Hiermee wordt geborgd dat de P-taken verbonden zijn met de competenties. In het Studentenstatuut Opleidingsspecifiek (maart 2009) is een schema opgenomen waarin zichtbaar is dat alle competenties in het programma aan de orde komen. De competenties en de P-taken samen borgen de samenhang tussen de leerlijnen. 22/59 NQA - visitatie Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, hbo-bacheloropleiding Pedagogiek (vt/dt)

De opleiding heeft aan het panel de beschrijvingen van de vijf leerlijnen ter beschikking gesteld, uitgewerkt tot het niveau van de curriculumonderdelen. Uit de beschrijvingen blijkt dat het model van de P-taak waaraan de andere leerlijnen bijdragen, consequent gehanteerd wordt. De studenten bevestigen in het gesprek met het panel dat deze (horizontale) samenhang in de praktijk daadwerkelijk functioneert. De opleiding heeft gekozen voor een ontwikkelingsgerichte benadering: studenten moeten gedurende hun opleidingstraject groeien van het laagste naar het hoogste beheersingsniveau. De opleiding heeft daarvoor drie beheersingsniveaus beschreven: toepassen, beslissen en ontwikkelen (zie facet 1.2). In alle modulebeschrijvingen wordt vermeld op welk beheersingsniveau de student in de desbetreffende module wordt beoordeeld. Studenten herkennen de beheersingsniveaus in de dagelijkse onderwijspraktijk van de opleiding. Vanaf het eerste jaar (tweede periode) doen studenten praktijkwerk. Het aandeel van het praktijkwerk in het curriculum neemt toe van 160 uur in de propedeuse tot 1288 uur voor de stage in het derde jaar en 560 uur voor de verplichte minor in het vierde jaar. In de beschrijving van de P-taken wordt vrijwel altijd een relatie gelegd met dit praktijkwerk. De student krijgt de opdracht aan te tonen dat hij de P-taak geheel of gedeeltelijk in de beroepspraktijk heeft uitgewerkt. De stage in het derde jaar heeft een omvang van vier dagen per week. De vijfde dag is een terugkomdag op school, waarvoor een intervisieprogramma is samengesteld. In de Stagegids Social Work, Cohort 2006 is de stage beschreven. Duidelijk blijkt dat de studenten tijdens de stage aan een aantal specifiek voor de stage beschreven P-taken moeten werken. Het panel concludeert op basis van deze waarnemingen dat de samenhang tussen theorie en praktijk goed georganiseerd is. De samenhang binnen het curriculum wordt geborgd door de leerplancommissie. In het Jaarplan 2009 Afdeling Welzijn zijn de verantwoordelijkheid en de taken van de leerplancommissie beschreven. De leerplancommissie is op hoofdlijnen verantwoordelijk voor het leerplan en de didactische werkvormen. Tot de taken behoren het monitoren van de leerlijnbeschrijvingen (inclusief minoren) en de literatuurlijst, de communicatie met de cohortteams en opleidingsteams en het bespreken van NHL-brede onderwijsontwikkelingen binnen de opleidingen. De studenten beoordelen de algemene samenhang in het curriculum in de studentenenquête 2008 met een 3,4. De samenhang tussen praktijk en theorie beoordelen ze met een 3,2. Facet 2.4 Studielast voldoende Criterium - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. NQA - visitatie Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, hbo-bacheloropleiding Pedagogiek (vt/dt) 23/59

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In het zelfevaluatierapport heeft de opleiding het aantal geroosterde contacturen opgenomen. Een contactuur heeft een duur van 45 minuten. De contacttijd is uitgesplitst over de leerlijnen. Omgerekend naar werkelijke klokuren heeft een student recht op de volgende aantallen contact- en klokuren: leerjaar contactuur klokuur 1 10,5 7,875 2 9,9 7,425 3 2,9 2,175 4 5,3 3,975 Het panel vindt het aantal contacturen niet hoog. Ook studenten hebben in de studentenquête aangegeven meer contacttijd te willen hebben. De opleiding experimenteert daarom met het verhogen van het aantal contacturen door de colleges in de conceptuele leerlijnen te vermeerden van twee per periode naar twee per week en de contacturen van voor de integrale leerlijn op dezelfde manier te vermeerderen. Het panel is positief over het feit dat de opleiding de gerealiseerde contacttijd evalueert en op basis van de gegevens maatregelen neemt. Mits voorzien van stimulerende werkvormen acht het panel een toename van de contacttijd een goede ontwikkeling. Uit de gesprekken met studenten is naar voren gekomen dat zij ongeveer 30 klokuren per week aan hun studie besteden. In het derde jaar, waarin ze vier dagen per week stage lopen, is de studiebelasting volgens de studenten hoger, omdat ze naast 32 uur stage, op de vijfde dag supervisie op school hebben. De spreiding van de studielast over het jaar wordt door de studenten in Leeuwarden positiever beoordeeld (3,5) dan door studenten in Zwolle (2,9). Deeltijdstudenten volgen lessen op één middag en aansluitende avond per week. Zij hebben ongeveer 8 contacturen per week. Daarnaast is een deel van hun werktijd gericht op het verwerven van de opleidingscompetenties. Studenten geven in het gesprek met het panel aan dat psychologie en sociologie struikelvakken zijn in de opleiding, niet zozeer vanwege de inhoud, maar omdat de multiple choice-vragen tot problemen leiden, aldus de studenten. In het Studentenstatuut Opleidingsspecifiek (maart 2009) is de regeling voor het studieadvies in de propedeutische fase beschreven. Er zijn vier adviezen mogelijk: een positief studieadvies, een gemotiveerd voorwaardelijk positief studieadvies, een gemotiveerd negatief niet-bindend studieadvies en een gemotiveerd negatief bindend studieadvies. De kwantitatieve norm voor het negatief studieadvies is 40 credits die wordt toegepast aan het einde van het eerste jaar van inschrijving. Er worden geen inhoudelijke eisen gesteld bij het verstrekken van het studieadvies. Voor studenten die na 1 oktober worden ingeschreven gelden aangepaste regels, die in het studentenstatuut zijn opgenomen. De regels worden toegepast met inachtneming van persoonlijke omstandigheden van de student, die in het studentenstatuut concreet worden benoemd. Een tweede drempel die van invloed is op de studievoortgang wordt gevormd door de voorwaarden voor toelating tot de stage in het derde jaar zoals beschreven in de Stagegids Social Work, cohort 2006. Om tot de stage toegelaten te worden dient de 24/59 NQA - visitatie Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, hbo-bacheloropleiding Pedagogiek (vt/dt)

student de propedeuse te hebben afgerond en ten minste 52 van de 60 studiepunten uit het tweede jaar behaald te hebben. Het panel vindt beide drempels (studieadvies en toelating tot de stage) nuttig in verband met de studievoortgang van studenten en het niveau dat tijdens de stage van studenten verwacht mag worden. Studenten zijn tevreden over de bereikbaarheid en benaderbaarheid van docenten. Werkkamers van docenten zijn in de nabijheid van studentwerkplekken en docenten zijn bereid tot het bieden van ondersteuning waar dat nodig is. Verder zijn intranet, blackboard en e-mail goede middelen om de communicatie tussen studenten en docenten tot stand te brengen. In de studentenenquête 2008 wordt de bereikbaarheid van docenten gewaardeerd met een 3,6 gemiddeld voor beide vestigingen. De verschillen zijn miniem. In algemene zin vinden studenten volgens de resultaten van de studentenenquête 2008 dat de studie te doen is in de tijd die ervoor staat (oordeel: 3,8). Het panel beoordeelt het facet als voldoende vanwege het lage aantal contacturen, al neemt de opleiding reeds maatregelen om dit te verbeteren. Facet 2.5 Instroom goed Criterium - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In het Studentenstatuut Opleidingsspecifiek zijn de toelatingsvoorwaarden beschreven. Gediplomeerden met een havo- of vwo-vooropleiding zijn met alle profielen toelaatbaar. Er zijn geen aanvullende eisen. Ook kandidaten die een diploma MBO-4 bezitten zijn zonder verdere eisen toelaatbaar. De inhoud van het studieprogramma is gericht op studenten die afkomstig zijn van havo en vwo. In speciale gevallen zijn verkorte routes mogelijk. MBO ers met een diploma Sociaal Cultureel Werk, Sociaal Pedagogisch Werk of Sociaal Juridische Dienstverlening kunnen gebruik maken van een verkorte route. Op grond van ervaring met deze route krijgen studenten die er gebruik van willen maken extra lessen sociologie en psychologie en extra uren om zich HBO-studievaardigheden eigen te maken. Ook voert de instroomcoördinator van de opleiding een gesprek met deze studenten met het oog op hun studiesucces. De opleiding heeft contacten gelegd met MBO-instellingen om de inhoudelijke aansluiting tussen MBO en HBO te verbeteren. Er zijn docentenuitwisselingen en studenten van de opleiding hebben voorlichting gegeven op de MBO-instellingen. Studenten die over een propedeusediploma of een bachelordiploma van een andere hboopleiding of academische opleiding beschikken zijn eveneens toelaatbaar op grond van dat diploma. Kandidaten die ouder zijn dan 21 jaar en niet aan de vooropleidingseis NQA - visitatie Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, hbo-bacheloropleiding Pedagogiek (vt/dt) 25/59

voldoen, kunnen toegelaten worden na een toelatingsexamen. Dit examen omvat geschiedenis, maatschappijleer, Nederlands en Engels. Tot de deeltijdopleiding zijn alleen studenten toelaatbaar die een betaalde baan hebben van minimaal 20 uur per week in de welzijnssector. Bovendien dient de kandidaat minimaal 800 uur werkervaring te hebben en op zijn werkplek de mogelijkheid te hebben door te groeien naar HBO-niveau. De opleiding heeft een EVC-procedure die voldoet aan de kwaliteitscode EVC. De procedure leidt tot een ervaringscertificaat waarmee een kandidaat vrijstellingen kan aanvragen voor onderdelen van het programma indien hij dat wenst. Voor een specifieke groep studenten heeft de opleiding een Aangepaste Leerroute ontwikkeld: de AL. Deze AL is bestemd voor studenten van 22 jaar en ouder die zorgtaken vervullen of een baan buiten de welzijnssector hebben. De AL is gelijk aan het voltijdse programma, maar de contacturen worden op maandag en dinsdag verzorgd. De student dient aan te tonen dat hij aan minstens één van beide voorwaarden voldoet. Het panel heeft een afgestudeerde gesproken die positief is over deze route, nadat hij die gevolgd heeft. Aansluiting wat werkvormen betreft, krijgt hoofdzakelijk zijn beslag in de studieloopbaanbegeleiding SLB). Waar voor MBO-afgestudeerden extra tijd beschikbaar wordt gesteld, is in de SLB de gewenning aan HBO-werkvormen en -werkwijzen opgenomen. De nadruk in SLB ligt op het begeleiden bij keuzeprocessen, het maken van een portfolio, en ook op het maken, bewaken, evalueren en bijstellen van een eigen studieplanning. Er staan ten tijde van de visitatie geen buitenlandse studenten ingeschreven bij de opleiding. De hogeschool heeft wel de Code of Conduct getekend, waardoor voor buitenlandse studenten een aantal voorwaarden om te studeren aan de NHL geborgd zijn. Facet 2.6 Duur voldaan Criterium - De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Zowel de voltijdse als de deeltijdse opleiding heeft een studieduur van 240 EC. Het programma is verdeeld in een propedeutische fase van 60 EC en een hoofdfase van 180 EC. Een tweede verdeling is die tussen major en minor. Het majorprogramma heeft een omvang van 170 EC, de beide minoren hebben elk een omvang van 30 EC en ten slotte is er nog een vrije keuzeruimte van 10 EC. In het Studentenstatuut Opleidingsspecifiek (maart 2009) is een programmaoverzicht opgenomen waaruit blijkt dat het curriculum inderdaad een omvang van 240 EC heeft. 26/59 NQA - visitatie Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, hbo-bacheloropleiding Pedagogiek (vt/dt)