Diversiteit op de arbeidsmarkt en effectieve personeelswerving Edwin A.J. van Hooft Afdeling Arbeids- en Organisatiepsychologie Vrije Universiteit, Amsterdam Personeelswerving is uitermate belangrijk voor organisaties, en daarom vaak een van de kernactiviteiten van HR- en personeelsmanagers. Immers, wanneer een organisatie niet in staat is voldoende nieuw personeel aan te trekken, komt de effectiviteit van de organisatie in gevaar en wordt groei mogelijk belemmerd. In de huidige tijd waarin de arbeidsmarkt in toenemende mate ontgroent, vergrijst en kleurrijk wordt, zal ook personeelswerving mee moeten veranderen om optimaal effectief te blijven. Terwijl volgens CBS-prognoses de potentiële beroepsbevolking de komende jaren aanzienlijk krimpt, groeit de groep etnische minderheden in Nederland naar verwachting door tot 2 miljoen in 2010. Voor organisaties is het daarom uitermate zinvol zich te verdiepen in het arbeidspotentieel onder minderheden. Echter, de huidige wervingsmethoden zijn voornamelijk gericht op de autochtone bevolking in Nederland; allochtonen worden vaak slecht bereikt. Bedrijven die zich niet specifiek richten op dit deel van de bevolking, lopen dus een in omvang groeiend deel aan potentieel op de arbeidsmarkt mis. Effectieve personeelswerving zal nu en in de toekomst dus flexibeler en minder gestandaardiseerd moeten zijn om de aansluiting met de veranderende arbeidsmarkt te behouden. Met andere woorden, om optimale effectiviteit van personeelswerving te bereiken is het noodzakelijk de wervingsboodschap af te stemmen op de diverser wordende doelgroep. Een belangrijke stap bij de afstemming van de wervingsboodschap op de doelgroep, is het onderzoeken wat personen uit de doelgroep belangrijk vinden in een baan, en waar zij op letten bij het zoeken naar een baan. Uit de onlangs verschenen rapportage Werk zoeken en werk vinden: Een vergelijkend onderzoek onder Turkse en autochtone Nederlanders (Van Hooft, Born, Taris, & Van der Flier, 2004) blijken zich interessante verschillen voor te doen tussen Turkse en autochtone Nederlanders. Figuur 1 laat zien dat de Turkse groep veel baankenmerken belangrijker vond dan de representatieve groep Nederlanders. De verschillen tussen beide groepen waren echter het grootst wat betreft de kansen voor minderheden in de organisatie en de demografische samenstelling van het personeel. In de Turkse groep lette ongeveer 60% op deze twee aspecten bij het zoeken naar een baan, terwijl dat in de representatieve groep slechts 20% tot 25% was. Deze bevindingen stemmen overeen met
Amerikaans onderzoek dat ook aantoonde dat factoren die te maken hebben met diversiteit in de organisatie veel belangrijker zijn voor minderheden dan voor de meerderheidsgroep (Thomas & Wise, 1999). Organisaties die meer minderheden willen bereiken met hun wervingscampagnes, doen er dus goed aan in de arbeidsmarktcommunicatie aandacht te besteden aan de kansen voor minderheden in hun organisatie en de diversiteit in de samenstelling van het personeelsbestand. Wat betreft de communicatie van de kansen voor minderheden, is het aanbevelenswaardig een diversiteitstatement op te nemen in de wervingsboodschap. Verschillende Amerikaanse studies hebben laten zien dat etnische minderheden eerder geneigd waren te solliciteren op vacatures met een sterk diversiteitstatement dan op andere vacatures. Voorbeelden van dergelijke sterke diversiteitstatements zijn: de organisatie hecht veel waarde aan diversiteit of de organisatie voert een actief beleid om minderheden te stimuleren. Sterke diversiteitstatements dienen niet verward te worden met statements over positieve discriminatie (bijv. bij gelijke geschiktheid hebben minderheden de voorkeur ). Deze laatste statements kunnen nadelige effecten hebben zoals stigmatisering van minderheden, gevoelens van onrechtvaardigheid, en lagere sollicitatiegeneigdheid (zie bijv. Slaughter, Sinar, & Bachiochi, 2002). Een tweede mogelijkheid om meer etnische minderheden aan te trekken, hangt samen met de bevinding dat de demografische samenstelling van het personeel in een organisatie belangrijker is voor minderheden dan voor de meerderheidsgroep. Organisaties kunnen hierop inspelen door in hun wervingsmaterialen bijvoorbeeld niet alleen afbeeldingen op te nemen van autochtone Nederlanders, maar ook van werknemers met andere etnische en culturele achtergronden. Eerder onderzoek heeft namelijk laten zien dat dit een positief effect heeft op de sollicitatiegeneigdheid van etnische minderheden, terwijl autochtone werkzoekenden niet of nauwelijks minder geneigd zijn te reageren (zie Perkins, Thomas, & Taylor, 2000). Naast de kansen voor minderheden in de organisatie en de demografische samenstelling van het personeel blijkt uit Figuur 1 dat de Turkse groep ook meer belang hechtte aan de selectieprocedure dan de representatieve groep (65% versus 40%). Daarnaast bleek ruim 30% van de Turkse respondenten discriminatie als belangrijk werkgerelateerd probleem te ervaren, in tegenstelling tot 3.5% in de representatieve groep. Hieruit kan afgeleid worden dat eerlijkheid en rechtvaardigheid van selectieprocedures van bijzonder belang is bij het werven en selecteren van etnische minderheden.
Sollicitanten ervaren selectieprocedures als eerlijk en rechtvaardig wanneer deze transparant, consistent en functie-gerelateerd zijn, en over een hoge indruksvaliditeit beschikken (Hausknecht, Day, & Thomas, 2004). Verder is natuurlijk de voorspellende waarde van de selectieprocedure voor het toekomstig functioneren in de baan van belang. Van de reguliere selectiemethoden wordt het sollicitatie-interview door kandidaten meestal het positiefst ervaren (Hausknecht et al., 2004), terwijl de capaciteiten test over de hoogste voorspellende waarde beschikt (Schmidt & Hunter, 1998). Wat betreft de capaciteiten test dient opgemerkt te worden dat etnische minderheden vanwege taal- en cultuurverschillen vaak lager scoren dan autochtone kandidaten. De Testscreeningscommissie (LBR, 1990) adviseert selecteurs daarom om bij gebruik van psychologische tests eerst vast te stellen of de kandidaat testbaar is, bijvoorbeeld door afname van een taaltest. Ook kan gedacht worden aan een aanvullende testtraining voor allochtone kandidaten. Verder zijn er multiculturele capaciteitentests beschikbaar waarbij gebruik gemaakt kan worden van autochtone en allochtone normgroepen (bijv. de MCT-M, Bleichrodt & Van den Berg, 1997). Het sollicitatie-interview blijkt vooral betrouwbaar en voorspellend te zijn wanneer gebruikt wordt gemaakt van een gestructureerde interviewmethode waarbij de vragen gestandaardiseerd zijn en gebaseerd op een functieanalyse. Een belangrijk bijkomend voordeel is dat gestructureerde interviews vergeleken met vrije sollicitatie-interviews minder gevoelig zijn voor vertekening als gevolg van stereotypen, en daardoor minder nadelig uitpakken voor etnische minderheden (Huffcutt & Roth, 1998). Voor organisaties die streven naar diversiteit in hun personeelsbestand verdient het gestructureerde interview dus de voorkeur. Veel organisaties zullen zich afvragen of (en waarom) een speciaal wervings- en selectiebeleid gericht op het aantrekken van etnische minderheden nodig is. Het antwoord hierop is duidelijk ja, want via standaard wervingsmethoden worden minderheden te weinig bereikt, en standaard selectiemethoden vertonen vaak een negatieve vertekening naar minderheden. Het niet aanpassen van het wervings- en selectiebeleid heeft voor de organisatie nadelige gevolgen, zoals een in omvang groeiend gemist potentieel aan waardevolle arbeidskrachten. Daarnaast werkt een diverse opbouw van het personeelsbestand positief op de aantrekking van minderheden, en is daarmee van belang voor effectieve personeelswerving in de toekomst wanneer de tekorten op de arbeidsmarkt door vergrijzing zullen oplopen.
Noot: De rapportage Werk zoeken en werk vinden: Een vergelijkend onderzoek onder Turkse en autochtone Nederlanders doet verslag van een deelstudie uit het proefschrift van Edwin A.J. van Hooft. De volledige rapportage is elektronisch beschikbaar via de website van de Nederlandse Stichting voor Psychotechniek (www.nsvp.nl). Het proefschrift van Edwin A.J. van Hooft, getiteld Job seeking as planned behavior: In search of group differences, evenals de papieren versie van de rapportage zijn te bestellen via eaj.van.hooft@psy.vu.nl. Literatuur Bleichrodt, N., & Van den Berg, R. H. (1997). Multiculturele Capaciteiten Test - Middelbaar niveau. Amsterdam: NOA. Hausknecht, J. P., Day, D. V., & Thomas, S. C. (2004). Applicant reactions to selection procedures: An updated model and meta-analysis. Personnel Psychology, 57, 639-683. Huffcutt, A. I., & Roth, P. L. (1998). Racial group differences in employment interview evaluations. Journal of Applied Psychology, 83, 179-189. LBR. (1990). Toepasbaarheid van psychologische tests bij allochtonen. Utrecht: Landelijk Bureau Racismebestrijding. Perkins, L. A., Thomas, K. M., & Taylor, G. A. (2000). Advertising and recruitment: Marketing to minorities. Psychology & Marketing, 17, 235-255. Schmidt, F. L., & Hunter, J. E. (1998). The validity and utility of selection methods in personnel psychology: Practical and theoretical implications of 85 years of research findings. Psychological Bulletin, 124, 262-274. Slaughter, J. E., Sinar, E. F., & Bachiochi, P. D. (2002). Black applicants' reactions to affirmative action plans: Effects of plan content and previous experience with discrimination. Journal of Applied Psychology, 87, 333-344. Thomas, K. M., & Wise, P. G. (1999). Organizational attractiveness and individual differences: Are diverse applicants attracted by different factors? Journal of Business and Psychology, 13, 375-390. Van Hooft, E. A. J., Born, M. P., Taris, T. W., & Van der Flier, H. (2004). Werk zoeken en werk vinden: Een vergelijkend onderzoek onder Turkse en autochtone Nederlanders. Amsterdam: Vrije Universiteit.
Figuur 1. Percentage respondenten in de Turkse en representatieve groep dat aangaf op het genoemde kenmerk te letten bij het zoeken naar een baan. Arbeidsomstandigheden Mogelijkheid om kennis en vaardigheden te benutten Overige (secundaire) arbeidsvoorwaarden Interessant en uitdagen werk Hoogte van het salaris M ate waarin de collega's en leidinggevende bevallen Gunstige werktijden B aanzekerheid Hoeveelheid vrije tijd en vakantiedagen Locatie van de organisatie Mogelijkheden om samen te werken Loopbaanmogelijkheden Reputatie van de organisatie Opleidingsmogelijkheden Mate waarin de selectieprocedure bevalt Demografische samenstelling van het personeel Mogelijkheden voor kinderopvang Kansen voor minderheden in de organisatie Turkse groep Representatieve groep 0% 25% 50% 75% 100% Noot. Het aantal respondenten in de Turkse groep varieerde tussen 260 en 261, en in de representatieve groep tussen 1851 en 1854.