Auteur VO-content Laatst gewijzigd 16 november 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres https://maken.wikiwijs.nl/82660 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.
Inhoudsopgave Waterkringloop Vooraf Kennisbank Stap1 Stap2 Stap3 Stap4 www.lvoorl.nl Over dit lesmateriaal Pagina 1
Waterkringloop Vooraf Leerdoelen De waterhoeveelheid op aarde is constant en wordt geschat op bijna 1400 miljoen kubieke kilometer! Daarvan is zo n 2,5 % geschikt voor gebruik door mens, dier en plant. Geschikt, maar nog niet beschikbaar. Het zit in ijskappen, in wolken of in de grond. Water is voortdurend in beweging: oppervlaktewater verdampt, daaruit ontstaan wolken waaruit neerslag valt die als regen, sneeuw of hagel terugkomt naar de aarde. Het komt terecht in het oppervlaktewater of trekt in de bodem. Dat proces heet de waterkringloop. Aan het eind van deze opdracht: Kun je de waterkringloop beschrijven. Daarbij gebruik je de volgende begrippen: de zon de wind verdamping condensatie infiltratie afstroming Kun je uitleggen wat het verschil is tussen de korte en de lange waterkringloop is. Eindproduct Als eindproduct van deze opdracht maak je samen met een klasgenoot een stripverhaal met als titel Water op wereldreis. In het eindproduct laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald. Beoordeling Het stripverhaal laten jullie beoordelen door jullie docent. Bij de beoordeling let jullie docent op: de inhoud: laat het stripverhaal zien dat de weet hoe de waterkringloop werkt en hoe water Pagina 2
dat de kringloop doorloopt soms van gedaante verandert. de vorm: is het stripverhaal met zorg gemaakt? Werkwijze Groepsgrootte Stap 1 en stap 2 doe je alleen. Het eindproduct (stap 3) maak je samen met een klasgenoot. Benodigdheden Een atlas Tijd Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig. Kennisbank Kennisbank Voor je met de opdracht begint bestudeer je de eerste drie pagina's het volgende item uit de Kennisbank. KB: Waterkringloop Kijk of je antwoord kunt geven op de volgende vragen: 1. Schrijf de drie fasen waarin water kan voorkomen op. 2. Noem twee fase-overgangen die in de waterkringloop voorkomen. 3. Welke twee soorten vloeibaar water op aarde worden onderscheiden? Bespreek de antwoorden met een klasgenoot. Stap1 Pagina 3
Voortdurende kringloop van water Kijk naar de film Neerslag van SchoolTV, tot 1,54 minuten: kan water ook als sneeuw naar beneden komen. Kijk dan naar het filmpje De kringloop van het water van SchoolTV, over wat er gebeurt met het water dat als neerslag terug naar het aardoppervlak komt. Voortdurende kringloop van water kn.nu/a45fb 1 In zee verdampt water omdat het zeewater door de zon wordt verwarmd. a. Waar b. Niet waar 2 Als kleine waterdruppels met elkaar botsen en samensmelten tot een grotere druppel, heet dat condensatie. a. Onwaar b. Waar 3 Een deel van het grondwater verdampt via vegetatie. a. Onwaar b. Waar Stap2 Pagina 4
Korte en lange waterkringloop Je weet nu in grote lijnen hoe de waterkringloop werkt en welke rol verdamping, condensatie, wolken, neerslag en wind hierin spelen. Toch is het minder simpel als het op het eerste gezicht lijkt. Waterkringloop bestaat eigenlijk uit twee verschillende kringlopen. Zie de film Aardrijkskunde, de kleine en de grote waterkringloop hieronder. Lees de tekst De waterkringloop. Ten slotte valt water soms als sneeuw op land. Dan kunnen er twee dingen gebeuren: 1. De sneeuw smelt en het smeltwater komt via rivieren weer in de waterkringloop terecht. 2. De sneeuw blijft liggen en verandert op den duur in ijs. Dat laatste zie je bij gletsjers in hooggebergte, of bij in ijskappen in de poolgebieden. De sneeuw blijft jaren- of zelfs eeuwenlang in gletsjers of ijskappen achter voor het als smeltwater weer in de waterkringloop komt. Maak nu de volgende oefening: Pagina 5
Korte en lange waterkringloop kn.nu/9byxc 1 Neerslag valt vaak in zee omdat het grootste deel van het aardoppervlak bedekt is met zeeën en oceanen. a. Niet waar b. Waar 2 Water dat als neerslag op het land valt, wordt door infiltratie grondwater. a. Waar b. Onwaar 3 Grondwater zit altijd op dezelfde plek in de grond tot het er weer uit komt. a. Onwaar b. Waar 4 Een deel van het grondwater verdampt via vegetatie. a. Onwaar b. Waar Stap3 Voor je aan de afsluiting van deze opdracht begint, maak je eerst de volgende toets. Vergelijk, na het beantwoorden van de vragen, jouw antwoorden met de goede antwoorden. Pagina 6
Heb je vragen fout, zorg dan dat je begrijpt waarom je antwoord niet goed is. Waterkringloop kn.nu/q6hut 1 van 7 Water kan in drie fases voorkomen, namelijk: vaste stof, vloeistof en gas. Bij temperatuurveranderingen vinden er faseovergangen plaats. Koppel de faseovergang aan de juiste beschrijving. Smelten a. Van gas naar vast. b. Van gas naar vloeistof. c. Van vast naar gas. d. Van vast naar vloeistof. 2 van 7 Pagina 7
Water kan in drie fases voorkomen, namelijk: vaste stof, vloeistof en gas. Bij temperatuurveranderingen vinden er faseovergangen plaats. Koppel de faseovergang aan de juiste beschrijving. Stollen a. Van gas naar vast. b. Van gas naar vloeistof. c. Van vloeistof naar gas. d. Van vloeistof naar vast. 3 van 7 Pagina 8
Water kan in drie fases voorkomen, namelijk: vaste stof, vloeistof en gas. Bij temperatuurveranderingen vinden er faseovergangen plaats. Koppel de faseovergang aan de juiste beschrijving. Verdampen a. Van vloeistof naar gas. b. Van vloeistof naar vast. c. Van vast naar gas. d. Van vast naar vloeistof. 4 van 7 Pagina 9
Water kan in drie fases voorkomen, namelijk: vaste stof, vloeistof en gas. Bij temperatuurveranderingen vinden er faseovergangen plaats. Koppel de faseovergang aan de juiste beschrijving. Condenseren a. Van gas naar vast. b. Van gas naar vloeistof. c. Van vast naar gas. d. Van vast naar vloeistof. 5 van 7 Pagina 10
Water kan in drie fases voorkomen, namelijk: vaste stof, vloeistof en gas. Bij temperatuurveranderingen vinden er faseovergangen plaats. Koppel de faseovergang aan de juiste beschrijving. Vervluchten a. Van gas naar vast. b. Van gas naar vloeistof. c. Van vast naar gas. d. Van vast naar vloeistof. 6 van 7 Pagina 11
Water kan in drie fases voorkomen, namelijk: vaste stof, vloeistof en gas. Bij temperatuurveranderingen vinden er faseovergangen plaats. Koppel de faseovergang aan de juiste beschrijving. Rijpen a. Van gas naar vast. b. Van gas naar vloeistof. c. Van vast naar gas. d. Van vast naar vloeistof. 7 van 7 Noem de twee faseovergangen in de waterkringloop. 1. 2. Stap4 Pagina 12
Water op reis Je hebt geleerd hoe de waterkringloop werkt en hoe water tijdens de kringloop van gedaante kan veranderen. Jullie maken in teams van twee een stripverhaal over twee flinke waterdruppels die vanaf de Atlantische Oceaan hun reis beginnen. Eén van de twee doorloopt de korte kringloop en de andere de lange. Beschrijf de reis van beide druppels en besteed vooral aandacht aan de lange kringloop. Laat zien wat er onderweg met de druppel gebeurt. Op die lange tocht kan de druppel vijf verschillende plekken aandoen, namelijk een: gletsjer in de Alpen. ijskap op Groenland. plek onder de grond waar planten met hun wortels bij kunnen. plek onder de grond zonder planten of waar planten met hun wortels niet bij kunnen. plek ergens op het landoppervlak. De docent wijst aan elk tweetal één van bovenstaande plekken toe. Twee tips: Spreek af wie de tekeningen voor het stripverhaal maakt en wie de teksten. Raadpleeg een atlas om de reis uit te stippelen voor het watermolecuul dat de lange waterkringloop doorloopt. Klaar? Laat het stripverhaal beoordelen door jullie docent. www.lvoorl.nl Pagina 13
Leerlingen voor leerlingen Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt. Hieronder een video die goed past bij deze opdracht. Bekijk de video. Gletsjers Pagina 14
Antwoorden Antwoorden: Voortdurende kringloop van water 1 In zee verdampt water omdat het zeewater door de zon wordt verwarmd. 1. Waar 2. Niet waar Aantal punten juist antwoord: 1 2 Als kleine waterdruppels met elkaar botsen en samensmelten tot een grotere druppel, heet dat condensatie. 1. Onwaar 2. Waar Aantal punten juist antwoord: 1 3 Een deel van het grondwater verdampt via vegetatie. 1. Onwaar 2. Waar Aantal punten juist antwoord: 1 Antwoorden: Korte en lange waterkringloop 1 Neerslag valt vaak in zee omdat het grootste deel van het aardoppervlak bedekt is met zeeën en oceanen. 1. Niet waar 2. Waar Aantal punten juist antwoord: 1 2 Water dat als neerslag op het land valt, wordt door infiltratie grondwater. 1. Waar 2. Onwaar Pagina 15
Aantal punten juist antwoord: 1 3 Grondwater zit altijd op dezelfde plek in de grond tot het er weer uit komt. 1. Onwaar 2. Waar Aantal punten juist antwoord: 1 4 Een deel van het grondwater verdampt via vegetatie. 1. Onwaar 2. Waar Aantal punten juist antwoord: 1 Pagina 16
Over dit lesmateriaal Colofon Auteur VO-content Laatst gewijzigd 16 november 2016 om 16:03 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3; Leerinhoud en Waterkringloop; Water; Aardrijkskunde; doelen Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld Studiebelasting 2 uur en 0 minuten Trefwoorden leerlijn, rerrangeerbare Gebruikte Wikiwijs Arrangementen content, VO. (z.d.). Extra opgaven vmbo-kgt34. https://maken.wikiwijs.nl/90910/extra_opgaven_vmbo_kgt34 Pagina 17