Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Vragen art. 39 Reglement van Orde Raad van de fractie CDA Nijmegen over Toeristische promotie gemeente Nijmegen Programma / Programmanummer Economie & Toerisme / 1041 BW-nummer Portefeuillehouder B. Jeene Samenvatting Naar aanleiding van de voorgestelde bezuinigingen op de gemeentelijke bijdrage voor het RBT-KAN zijn er op 31 mei 2011 door de fractie CDA Nijmegen vragen gesteld over de Toeristische promotie gemeente Nijmegen. Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. G410, Diana de Ridder, 9609 ambtelijk voorstel 15 juni 2011 Registratienummer 11.0013135 Ter besluitvorming door het college Brief aan de fractie CDA Nijmegen vast te stellen. Paraaf akkoord Leidinggevende H. Kielenstijn, G410 Programmamanager H. Kielenstijn Programmadirecteur B. Drummen Alleen ter besluitvorming door het College Besluit B&W d.d. 27 juni 2011 nummer: 3.15 Conform advies Aanhouden Anders, nl. Bestuursagenda Paraaf akkoord Gemeentesecretaris Portefeuillehouder B&W fractievragen toeristische promotie.doc
Directie Grondgebied Aan de fractie CDA Nijmegen t.a.v. de heer L.J.F.P. Busschops Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 329 95 80 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen 27 juni 2011 Ons kenmerk G410/11.0013136 Contactpersoon Ruud Schilder/Ilse Nieskens Onderwerp Vragen Toeristische promotie Nijmegen uw brief 31 mei 2011 Doorkiesnummer (024) 3292770 Geachte heer Busschops, Naar aanleiding van de door u gestelde vragen overeenkomstig artikel 39 van het Reglement van Orde voor de raad inzake de toeristische promotie van de gemeente Nijmegen delen wij u het volgende mede. Vraag 1. Klopt het dat in de periode 2004-2009 de toeristisch-recreatieve bestedingen in Nijmegen zijn gegroeid met 34% tot een bedrag van meer dan 77 miljoen? Antwoord: De bestedingen zijn inderdaad in de periode 2004-2009 fors gestegen. En ook de komende jaren zullen naar verwachting bestedingen van toeristische bezoekers aan Nijmegen nog toenemen. De Stadscentrummonitor, die binnenkort verschijnt, bevestigt dit beeld. In de periode 2008-2010 zijn opnieuw de gemiddelde bestedingen van bezoekers aan de binnenstad toegenomen. Wel nemen de gemiddelde bestedingen uiteraard minder snel toe dan in de periode vóór de economische recessie. Vraag 2. Is het college het met de CDA-fractie eens dat de toeristische sector een groeimarkt is voor onze gemeente qua bestedingen en qua werkgelegenheid? Antwoord: Nijmegen doet het goed als het gaat om haar toeristisch product. Uit landelijke onderzoeken van VVV- Nederland en Lagroup blijkt dat Nijmegen hoort bij de Top 5 steden als het gaat om haar toeristisch imago en onderdeel uitmaakt van het succesvolle rijtje Den Bosch, Maastricht, Haarlem en Breda. Dat ons college belang hecht aan het blijvend stimuleren van de toeristische sector blijkt uit het feit dat Toerisme benoemd is als één van de vier pijlers van ons economisch programma en uitvoering wordt gegeven aan tal van acties, opgenomen in de Nota Toerisme uit 2010.
Gemeente Nijmegen Directie Grondgebied Vervolgvel 1 Vraag 3. Klopt het dat de gemeenten Groningen en Maastricht respectievelijk 5,00 en 8,33 per inwoner bijdragen aan de toeristische promotie door de VVV-organisaties in vergelijking tot de 1,24 van de gemeente Nijmegen? De gemeenten Groningen en Maastricht subsidiëren de VVV-organisatie niet met een bedrag per inwoner. Beide gemeenten verlenen een bedrag ineens aan de VVV-organisatie en daarnaast subsidies op basis van individuele projecten, gelabeld aan toeristische promotie en marketing. Vraag 4. Klopt het dat de gemeente Arnhem jaarlijks een grotere bijdrage betaald aan RBT KAN dan de gemeente Nijmegen en heeft besloten om geen bezuinigingen door te voeren? Ja. Dit jaar bedraagt de bijdrage van de gemeente Arnhem 0,55 per persoon aan regiotarief voor marketing en 0,60 per persoon voor informatievoorziening, in totaal 170.400. Ook wordt een exploitatiebijdrage van 120.000 verleend voor de VVV NL shop. In totaal wordt dus 290.400 aan subsidie verleend. Daarnaast worden nog opdrachten verleend voor bijv. Citymarketing en het UITburo. Arnhem voert geen bezuiniging door. Op basis van een bedrag per inwoner van 1,24 en een inwoneraantal van 164.272 bedraagt onze subsidie voor het jaar 2011 203.697. In tegenstelling tot Arnhem wordt in Nijmegen de citymarketing campagne niet door het RBT KAN uitgevoerd maar door onze eigen organisatie. De door het RBT KAN in opdracht van de Stichting Huis voor de Binnenstad jaarlijks uit te voeren promotiecampagne voor de binnenstad wordt betaald uit middelen van het Ondernemersfonds. De fee voor het Nijmeegs UITburo wordt sinds dit jaar door het Cultureel Netwerk Nijmegen betaald. De deelname van het RBT KAN aan beurzen en de Via Romana wordt afzonderlijk aan onze gemeente gefactureerd. Op adhoc-basis worden daarnaast incidentele bijdragen verleend, zoals bijv. voor de Liberation-route en het Huis voor de Geschiedenis. Vraag 5. Heeft het college met de regiogemeenten in het Rijk van Nijmegen en de toeristisch-recreatieve sector gesproken over de betekenis van de bezuinigingen? Ja. In het portefeuilleoverleg van bestuurders Gemeenschappelijke Regeling financiële grondslag RBT KAN van 1 juni jl. is deze kwestie uitvoerig besproken en ons voornemen af te wijken van de hoogte van onze bijdrage kenbaar gemaakt aan onze partners in deze regeling. Vraag 6. Waarom overweegt het college ondanks de positieve resultaten een bezuiniging op de toeristische promotie door RBT KAN? Ons college heeft grote waardering voor de door het RBT KAN geleverde inzet en de door het RBT KAN bereikte positieve resultaten in de toeristische marketing van Nijmegen en het Rijk van Nijmegen. Zoals onder vraag 2 is verwoord hechten wij veel waarde aan het blijvend stimuleren van de toeristische sector en het continueren van de positie van (de regio) Nijmegen in de toeristische markt. De ons van rijkswege als gevolg van de economische crisis opgelegde maatregelen hebben tot gevolg dat binnen ons gemeentelijk beleid forse bezuinigingsmaatregelen moeten worden getroffen.
Gemeente Nijmegen Directie Grondgebied Vervolgvel 2 In dit licht bezien is naar onze mening de in aansluiting op de bezuinigingstaakstelling van 2,5 % per jaar in de Perspectiefnota 2012 voor Gemeenschappelijke regelingen ook voor het RBT KAN opgenomen bezuinigingstaakstelling alleszins redelijk. Ook met deze bezuinigingsopdracht in het vooruitzicht hebben wij het vertrouwen, dat onze positie in de toeristische markt kan worden behouden. Hoogachtend, College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, mr.th.c.de Graaf drs. B. van der Ploeg
reg.nr. li-00 ilz^o procesverantw.; PI'S30 INGEKOMEN Korte Nieuwstraat 6, 6511 PP Nijmegen ^V J^^IJFV 3 1 Nti ^u.i I T: (024) 329 23 66 E: fractietanijmeqen.cda.nl M/mege/* ] 1 Nti.. npmeente NUMEGEN,.^ ciass.nr,: O^.S. Nijmegen, 31 mei 2011 afgedaan: Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Nijmegen Schriftelijke vragen ex art. 39 van het reglement van orde. Betreft: Toeristische promotie gemeente IMijmegen Geacht College, Voor onze stad en regio geldt toerisme als een van de kansrljke economische sectoren. Met een historische binnenstad met een grote dlversiteit aan detailhandel, horeca, musea en evenementen heeft Nijmegen een aantrekkende werking op toeristen en recreanten uit Nederland en de ons omringende landen. Met grote vreugde reageerden wij op de Top 5-klassering voor de regio Arnhem- Nijmegen in toeristische bestemmingen in Nederland. Al jaren investeren overheden en bedrijfsleven in het RBT KAN (regionaal bureau voor toerisme) voor de gezamenlijke promotie van onze regio als bestemming voor een dagbezoek of een kort verblijf. Door deze aanpak is er een sterk zelforganiserend vermogen binnen de sector ontstaan, waarbij 60% wordt gefinancierd door het bedrijfsleven. Naar wij hebben begrepen wordt elke euro subsidie omgezet in een marketingbudget van 3 euro. Dit promotiebudget heeft in de periode 2004-2009 gezorgd voor een groei van de bestedingen als gevolg van meer bezoekersaantallen en overnachtingen. Ook de werkgelegenheid in de toeristisch-recreatieve sector in de regio is in deze periode gegroeid. De sector biedt met name kansen voor werl<gelegenheid aan de onderl<ant van de arbeidsmarkt en geeft bovendien jongeren een kans op instroom. In de gemeenschappelijke regeling voor het Rijk van Nijmegen wordt voorgesteld te bezuinigen op toeristische promotie. W\] hebben kennis genomen van het manifest voor toerisme in het Rijk van Nijmegen dat o.a. wordt ondersteund door het Huis voor de Binnenstad, de Koninklijke Horeca Nederland, de RECRON en Scandic Sanadome. Gezien de grote betrokkenheid van de Nijmeegse ondernemers en instellingen in de toeristisch-recreatieve sector leggen wij u een aantal vragen voor. 1. Klopt het dat in de periode 2004-2009 de toeristisch-recreatieve bestedingen in Nijmegen zijn gegroeid met 34% tot een bedrag van meer dan 77 miljoen? 2. Is het college het met de CDA-fractie eens dat de toeristische sector een groeimarkt is voor onze gemeente qua bestedingen en qua werkgelegenheid? 3. Klopt het dat de gemeenten Groningen en Maastricht respectievelijk 5,00 en 8,33 per inwoner bijdragen aan de toeristische promotie door de VVV-organisaties in vergelijking tot de 1,24 van de gemeente Nijmegen? 4. Klopt het dat de gemeente Arnhem jaariijks een grotere bijdrage betaald aan RBT KAN dan de gemeente Nijmegen en heeft besloten om geen bezuinigingen door te voeren? 5. Heeft het college met de regiogemeenten in het Rijk van Nijmegen en de toferistischrecreatieve sector gesproken over de betekenis van de bezuinigingen? 6. Waarom overweegt het college ondanks de positieve resultaten een bezuiniging op de toeristische promotie door RBT KAN? dinsdag 31 mei 2011