Schriftelijke vragen PvdA ex art. 39 van het Reglement van Orde Voortbestaan cultureel terras De Kaaij en ligplaats Opoe Sientje

Transcriptie

1 Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Schriftelijke vragen PvdA ex art. 39 van het Reglement van Orde Voortbestaan cultureel terras De Kaaij en ligplaats Opoe Sientje Programma Economie & Werk BW-nummer Portefeuillehouder H.M.F. Bruls, J. Zoetelief Samenvatting De fractie van de PvdA heeft naar aanleiding van het opleggen van een last onder dwangsom door Rijkswaterstaat aan de eigenaar van het schip Opoe Sientje vragen gesteld over het voortbestaan van cultureel terras De Kaaij en de ligplaats van de Opoe Sientje. Wij beantwoorden in een brief aan de fractie van de PvdA de gestelde vragen. Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. EZ20, Jeroen Jansen, 2681 Datum ambtelijk voorstel 22 mei 2017 Registratienummer Ter besluitvorming door het college 1. De brief aan de fractie van de PvdA over het voortbestaan van cultureel terras De Kaaij en de ligplaats van de Opoe Sientje vast te stellen. Steller Jeroen Jansen Paraaf akkoord Datum Alleen ter besluitvorming door het College Besluit B&W d.d. 30 mei 2017 X Conform advies Aanhouden Anders, nl. nummer: 3.10 Bestuursagenda Paraaf akkoord Datum Portefeuillehouder

2

3 Economie Economische Ontwikkeling Aan de fractie van de PvdA T.a.v. de heer M. van Nijnatten Korte Nieuwstraat PP Nijmegen Telefoon Telefax (024) gemeente@nijmegen.nl Postbus HG Nijmegen Datum Ons kenmerk EZ20/ Contactpersoon Jeroen Jansen Onderwerp Schriftelijke vragen PvdA ex art. 39 van het Reglement van Orde Voortbestaan cultureel terras De Kaaij en ligplaats Opoe Sientje Datum uw brief 20 april 2017 Doorkiesnummer (024) Geachte heer Van Nijnatten, Naar aanleiding van uw schriftelijke vragen van 20 april 2017 over het voortbestaan van cultureel terras De Kaaij en de ligplaats van de Opoe Sientje als gevolg van het opleggen van een last onder dwangsom door Rijkswaterstaat beantwoorden wij hieronder de gestelde vragen. Vraag 1. Was de gemeente op de hoogte van de volgens RWS illegale situatie m.b.t. de vaste ligplaats van Opoe Sientje ten tijde van het verstrekken van de horecavergunningen? Ten tijde van het verstrekken van de horecavergunning aan de eigenaar van de Opoe Sientje zijnde de heer Berkers, was de gemeente op de hoogte van het beleid van Rijkswaterstaat aangaande het permanent ligplaats nemen van schepen in het rivierbed van de Waal. De Lindenberghaven, Waalhaven, Veerhaven en t Meertje behoren tot het rivierbed van de Waal. Rijkswaterstaat heeft Nijmegen destijds per brief van 21 september 2012 medegedeeld dat zij voor het bieden van nieuwe planologische ruimte aan permanente ligplaatsen met woon- en/of horecafunctie of andere niet-riviergebonden functies in het rivierbed van de Waal geen watervergunning zal verlenen. In navolging op rijksbeleid worden door gemeente Nijmegen geen ligplaatsvergunningen verstrekt aan schepen die een permanente ligplaats in willen nemen met uitzondering van schepen waarvan de eigenaar van het schip kan aantonen dat er ter plaatse reeds een woonschip (of een andere niet-riviergebonden functie) aanwezig was op 22 december Dit heeft te maken met de invoering van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken (Wbr) op die datum. Hiermee geeft het rijk uitvoering aan de Beleidsregels grote rivieren waarmee zoveel mogelijk ruimte aan de rivier wordt geboden. Wij volgen het rijksbeleid. In de havens van Nijmegen krijgen eigenaren van schepen in principe tijdelijke ligplaatsvergunningen toegewezen met een maximale duur van een jaar. Hierna wordt de ligplaats door een ander historisch schip ingenomen of kan de vergunning met een jaar worden verlengd, waarbij wordt voorkomen dat de

4 Gemeente Nijmegen Economie Economische Ontwikkeling Vervolgvel 1 ligplaats een permanent karakter krijgt. De Opoe Sientje komt in aanmerking voor een tijdelijke ligplaats. Vraag 2. Als het college op de hoogte was van deze situatie, was het dan wel toegestaan om deze vergunningen af te geven? Ja, het is toegestaan om de door de heer Berkers aangevraagde vergunningen te verlenen omdat het toetsingskader van de Drank- en horecawet en de APV een ander toetsingskader is dan het toetsingskader van de Waterwet waarop de last onder dwangsom van Rijkswaterstaat is gebaseerd. Richting de heer Berkers is door zowel Rijkswaterstaat als door ambtenaren van de gemeente Nijmegen diverse malen medegedeeld dat een ligplaats met een permanent karakter in de Lindenberghaven in strijd is met wet- en regelgeving van Rijkswaterstaat. Vraag 3 Heeft het college door de afgifte van vergunningen voor horeca op de boot en voor het cultureel terras zelf niet meegewerkt aan het bestendigen van de vaste ligsituatie? Nee. Wij verwijzen u ook naar onze antwoorden op vraag 1 en 2. De vergunningen in het kader van de Drank- en horecawet en de terrasvergunning behorende bij het horecabedrijf op de Opoe Sientje zijn verstrekt aan de heer Berkers. Voor de omgevingsvergunning van het cultureel evenement De Kaaij is door de Omgevingsdienst Regio Nijmegen tijdelijke ontheffing verleend van het bestemmingsplan Nijmegen Centrum Binnenstad 11 (Lindenberghaven) waarvoor advies van de afdeling Ruimtelijke Planvorming van de gemeente Nijmegen is gevolgd. Vraag 4 Het cultureel terras is volgens de eigenaar verbonden aan de ligplaats van de boot Opoe Sientje omdat hier de organisatie zit, ziet het College dit ook zo? Het is niet aan het college zich uit te spreken over de verblijfslocatie van de organisatie van het evenement cultureel terras De Kaaij in de periode dat het betreffende evenement wordt gehouden. Dat is aan de organisatie zelf te bepalen. Vraag 5 Is het college van mening dat de voortzetting van de huidige situatie gewenst is voor het cultureel klimaat van Nijmegen? De Opoe Sientje en het Cultureel terras De Kaaij dragen bij aan het cultureel klimaat van Nijmegen, maar wij hebben ook enige jaren ervaring met Cultureel terras De Kaaij wanneer het gaat om handhaving. Wij gaan echter niet over de voortzetting van de huidige situatie waarbij de Opoe Sientje verzekerd is van een ligplaats in de Lindenberghaven. Dat is aan Rijkswaterstaat en aan de heer Berkers om hier uit te komen. Wij hebben vernomen van Rijkswaterstaat en de heer Berkers dat de Opoe Sientje voorlopig mag blijven liggen tot 1 september

5 Gemeente Nijmegen Economie Economische Ontwikkeling Vervolgvel 2 Vraag 6 Zo ja, wat kan het College aan invloed uitoefenen om de toekomst van het cultureel terras en de vaste ligplaats voor Opoe Sientje te behouden? Wij verwijzen u naar het antwoord op vraag 1. Wij volgen het rijksbeleid aangaande het toekennen van ligplaatsen in het rivierbed van de Waal. Op 16 november 2016 is daartoe de Haven- en kadeverordening 2016 in de raad vastgesteld. Onderdeel van de haven- en kadeverordening is ons beleid Toewijzing ligplaatsen historische schepen in Nijmegen waarin het rijksbeleid is uitgelegd. Hoogachtend, College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, drs. H.M.F. Bruls mr. drs. A.H. van Hout

6 Nijmegen 20 april 2017 Aan het college van B&W Van Marc van Nijnatten, PvdA Schriftelijke vragen ex. Art. 39 reglement van orde Betreft: voortbestaan cultureel terras de Kaaij en ligplaats Opoe Sientje Geacht college, In de Gelderlander verschenen berichten over de boot Opoe Sientje en het cultureel terras de Kaaij van wie het voortbestaan op het spel staan. Sinds 2012 ligt de boot Opoe Sientje in de Lindenberghaven op een vaste plaats. De eigenaar Leon Berkers is de grote initiator achter het opknappen van de Lindenberghaven en tevens de Drijvende Kracht achter het cultureel terras de Kaaij sinds enkele jaren. Hij is door Rijkswaterstaat gesommeerd om zijn boot Opoe Sientje te verwijderen. Dit terwijl hij van de gemeente vergunningen heeft om horeca te bedrijven op zijn boot en op het stuk grond daar tegenover. Naar aanleiding van deze situatie heeft de fractie van de PvdA de volgende vragen: 1. Was de gemeente op de hoogte van de volgens RWS "illegale" situatie m.b,t. de vaste ligplaats van Opoe Sientje ten tijde van het verstrekken van de horeca vergunningen? 2. Als het college op de hoogte was van deze situatie, was het dan wel toegestaan om deze vergunningen af te geven? 3. Heeft het college door de afgifte van de vergunningen voor horeca op de boot en voor het cultureel terras zelf niet meegewerkt aan het bestendigen van de vaste ligsituatie? 4. Het cultureel terras is volgens de eigenaar verbonden aan de ligplaats van de boot Opoe Sientje omdat hier de organisatie zit, ziet het College dit ook zo? 5. Is het college van mening dat de voorzetting van de huidige situatie voor gewenst is voor het cultureel klimaat van Nijmegen? 6. Zo ja, wat kan het College aan invloed uitoefenen om de toekomst van het cultureel terras en de vade ligplaats voor Opoe Sientje te behouden? Met vrie delijke groet, P Ii an Nijnatten