Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Beantwoording vragen raadskamer over het rapport Evaluatie Bestuurlijke Arrangementen Antillianengemeenten 2005-2008 Programma / Programmanummer Integratie & Emancipatie / 9430 Veiligheid / 1012 BW-nummer Portefeuillehouder F. Tas / Th.C. de Graaf Samenvatting In de kamerronde van 1 december 2010 is de Monitor Marokkaanse en Antilliaanse Nederlanders besproken. Hierbij zijn door de PvdA-fractie vragen gesteld over het rapport Evaluatie Bestuurlijke Arrangementen Antillianengemeenten 2005-2008. In de bijgevoegde brief aan de raad beantwoorden we deze vragen. Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. L100, Martine van Minnen, 9121 ambtelijk voorstel 8 december 2010 Registratienummer 10.0032367 Ter besluitvorming door het college 1. Brief aan de raad vast te stellen. Paraaf akkoord Leidinggevende R. Leushuis Programmamanager I. van der Vlist Programmadirecteur M. Wetzels Alleen ter besluitvorming door het College Actieve informeren van de raad Besluit B&W d.d. 14 december 2010 nummer: 3.38 Conform advies Aanhouden Anders, nl. Bestuursagenda Paraaf akkoord Gemeentesecretaris Portefeuillehouder covo.doc
Collegevoorstel 1 Probleemstelling In de kamerronde van 1 december 2010 is gesproken over de Monitor Marokkaanse en Antilliaanse Nederlanders. Hierbij zijn door de PvdA-fractie vragen gesteld over het rapport Evaluatie Bestuurlijke Arrangementen Antillianengemeenten 2005-2008. Wethouder Tas heeft toegezegd om de cijfers uit dit RISBO-rapport van juni 2010 te vergelijken met de rapportages die wij jaarlijks ter informatie hebben voorgelegd aan de gemeenteraad. In de brief aan de raad geven we antwoord op de vraag in hoeverre er sprake is van verschillen tussen beide RISBO-rapportages en onze eigen rapportages. 2 Juridische aspecten Er zijn geen relevante juridische aspecten. 3 Doelstelling De vragen gesteld in de raadskamer over het rapport Evaluatie Bestuurlijke Arrangementen Antillianengemeenten 2005-2008 te beantwoorden. 4 Argumenten 1. Nakomen van de toezegging van wethouder Tas De PvdA-fractie heeft tijdens de kamerronde gesteld dat de gegevens van het rapport Evaluatie Bestuurlijke Arrangementen Antillianengemeenten 2005-2008 in contrast staan met de informatie uit de RISBO-Monitor van september 2010 en de rapportages over het Antillianenbeleid zoals wij aan de raad ter beschikking hebben gesteld. Tevens is door hen kenbaar gemaakt dat zij van mening zijn dat er moeilijk van een succesvolle aanpak gesproken kan worden gezien de - veronderstelde - tegenvallende resultaten uit deze eerdere rapportage. Wethouder Tas heeft toegezegd hierop schriftelijk een reactie te geven. Met de bijgevoegde brief aan de raad komen wij deze toezegging na. 5 Financiën Er zijn geen financiële consequenties. 6 Communicatie Na besluitvorming door ons college wordt de brief naar de raad gestuurd, zodat deze beschikbaar is voor de raadsvergadering van 15 december. 7 Uitvoering en evaluatie Uitvoering vindt plaats door verzending van de brief. 8 Risico Er zijn geen risico s aan de brief verbonden. Bijlage(n): Brief aan de raad
Directie Inwoners Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 329 29 81 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen 14 december 2010 Ons kenmerk L100/10.0032369 Contactpersoon Igor van der Vlist Onderwerp Vragen naar aanleiding van Monitor Marokkaanse en Antilliaanse Nederlanders uw brief - Direct telefoonnummer 00629229733 Geachte leden van de raad, Tijdens de bespreking van de Monitor Marokkaanse en Antilliaanse Nederlanders in de kamerronde van 1 december 2010 heeft de fractie van de PvdA vragen gesteld over de rapportage van de Erasmus Universiteit / RISBO in relatie tot een eerder rapport van RISBO van juni 2010. Daarbij is aangegeven dat uw raad het laatstgenoemde rapport, met als titel Evaluatie Bestuurlijke Arrangementen Antillianengemeenten 2005-2008, niet heeft ontvangen. De PvdAfractie stelde in de kamerronde dat de gegevens van dit rapport in contrast zouden staan met de informatie uit de RISBO-Monitor van september 2010 en de rapportages zoals wij aan uw raad ter beschikking hebben gesteld met betrekking tot het Antillianenbeleid. Tevens heeft deze fractie kenbaar gemaakt dat er moeilijk van een succesvolle aanpak gesproken kan worden gezien de - veronderstelde - tegenvallende resultaten uit deze eerdere rapportage. Wethouder Tas heeft uw raad toegezegd om de cijfers uit het RISBO-rapport van juni 2010 te vergelijken met de rapportages die wij hebben voorgelegd aan de gemeenteraad ter vaststelling. In deze brief geven we antwoord op de vraag in hoeverre er sprake is van verschillen tussen beide rapportages. Voorafgaand willen we nadrukkelijk afstand nemen van de stelling dat wij uw raad, al dan niet bewust, onvolledig geïnformeerd hebben met betrekking tot dit onderwerp. Wij zijn van mening dat we uw raad ten aanzien van dit dossier volledig en juist hebben geïnformeerd. In deze brief geven we een nadere toelichting over ons standpunt. RISBO Monitor in vergelijking met RISBO rapport juni 2010 Het RISBO-rapport Evaluatie Bestuurlijke Arrangementen Antillianengemeenten 2005-2008 is ons bekend en als zodanig besproken tijdens het bestuurlijk overleg van Antillianen-gemeenten op 17 juni 2010 in Rotterdam. Wij hebben meegewerkt aan de totstandkoming van dit rapport waarin de resultaten van alle aangesloten Antillianengemeenten zijn opgenomen. De conclusies van het rapport zijn dus gebaseerd op de bijdragen vanuit de gemeenten zelf en -voor wat betreft de effectmetingen- op gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Gemeente Nijmegen Directie Inwoners Vervolgvel 1 De Nijmeegse gegevens uit deze rapportage zijn te herleiden uit de verantwoordingsdossiers die we naar de raad hebben gestuurd ter informatie (brief 16 november 2010). Een specifieke verwijzing naar het RISBO-rapport van juni 2010 ontbreekt weliswaar, maar in onze brief van 28 september 2010 hebben we melding gemaakt van bestaande deelmonitoren en specifieke analyses. Zoals besloten tijdens de kamerronde van 1 december hebben we beide rapportages vergeleken naar aanleiding van de stelling dat de resultaten sterk zouden verschillen. Hieruit komt het volgende beeld naar voren: Voortijdig schoolverlaten Voor het onderwerp voortijdig schoolverlaten is in het RISBO-rapport van juni 2010 gebruik gemaakt van de gegevens die gemeenten hebben vermeld in hun eigen rapportages aan het Rijk. Een vergelijking met de RISBO-Monitor levert geen nieuwe informatie of afwijkingen tussen beide rapportages op. Werkloosheid Voor de cijfers over werkloosheid is in het rapport van juni 2010 gebruik gemaakt van gegevens van het CBS. De gegevens die wij zelf hebben aangeleverd in de rapportages over de jaren 2004 en 2005 zijn ook afkomstig van het CBS en komen dus overeen met de gegevens in het rapport van juni 2010. In onze eigen rapportages hebben we voor 2006 en 2007 andere gegevens gebruikt, omdat de cijfers van het CBS toen nog niet beschikbaar waren. De cijfers in het rapport van juni 2010 komen voor deze periode niet overeen met de RISBO Monitor, omdat het gaat om andere peiljaren. De RISBO-Monitor is recenter en gaat over 2008, terwijl het RISBO-rapport van juni gaat over cijfers van 2004 tot en met 2007. De verschillende meetmomenten en bronnen maken een vergelijking hier dus niet mogelijk. Criminaliteit De gegevens over criminaliteit in het RISBO-rapport van juni 2010 komen voor het jaar 2004 overeen met de cijfers uit onze eigen verantwoording (beiden betreffen gegevens van het CBS). Voor criminaliteitscijfers wordt verder verwezen naar het jaar 2008 in het onderzoek van juni 2010. Deze komen niet geheel overeen met onze eigen cijfers, omdat de cijfers van het CBS toen nog niet beschikbaar waren, maar de verschillen zijn klein. Wij meldden een oververtegenwoordiging van 204%, terwijl het RISBO-rapport van juni 2010 melding maakt van 208%. In de RISBO Monitor worden lagere cijfers genoemd, voornamelijk omdat het gaat om een ander peiljaar. In onze brief aan de raad van 28 september 2010 hebben wij overigens expliciet vermeld dat de criminaliteit tot 2009 gestegen is en dat pas in 2009 een daling zichtbaar was. Deze analyse wordt bevestigd door beide rapporten. Verder staat ook in het rapport van juni 2010 al een nuancering van de gegevens. Het gaat in Nijmegen om zeer kleine absolute aantallen, die niet vermeld staan in het rapport. Zo bedroeg het aantal criminele Antilliaanse jongeren tot en met 24 jaar 37 personen in 2009 en 49 personen in 2008. Conclusie De conclusie van het rapport van juni 2010 is dat de onderzoekers weinig specifieke opmerkingen kunnen maken over de effecten van het beleid op schooluitval, werkloosheid en criminaliteit op outcome (effect) niveau. Het landelijk beeld is dat de oververtegenwoordiging van Antilliaanse jongeren onder voortijdig schoolverlaters is afgenomen, maar dat deze daling minder snel is gegaan dan onder de totale leerlingpopulatie. De werkloosheid onder jongeren is in de periode
Gemeente Nijmegen Directie Inwoners Vervolgvel 2 2005-2008 in alle gemeenten gedaald, zowel in de algemene jongerenpopulatie als onder de Antilliaanse jongeren. Niet in alle gemeenten is het aantal werkloze Antilliaanse jongeren echter zo snel gedaald als in de totale populatie. In Nijmegen was er in de eerste periode sprake van zeer goede resultaten, er werd een halvering van het bestand Antilliaanse werklozen in de bijstand gerealiseerd. De effecten van de economische crisis zorgen vanaf 2009 echter weer voor een stijging van de werkloosheid. Wat betreft het aantal verdachten is er sprake van grote verschillen tussen de gemeenten. In sommige gemeenten is het percentage gedaald. In andere gemeenten, vooral daar waar bij aanvang sprake was van een relatief laag verdachtencijfer (o.a. Nijmegen en Arnhem), is sprake geweest van een toename. Volgens de onderzoekers kan wel worden geconcludeerd dat het steeds meer projecten lukt om de beoogde projectdoelen te behalen. De Nijmeegse projecten hebben, op aanloopproblemen na, in de afgelopen jaren de projectdoelen steeds behaald. Vanuit de constatering van de onderzoekers dat vergelijkingen op effecten van beleid moeilijk te maken zijn, hebben we in het samenwerkingsverband van gemeenten ingezet op een gemeenschappelijke, jaarlijkse monitor. Zoals eerder gezegd verwachten wij dat deze monitor zal bijdragen aan de kwaliteit van ons beleid ten aanzien van bijzondere aandachtsgroepen. De resultaten van het RISBO-onderzoek van juni 2010 zijn, op enkele details na, identiek aan de uitkomsten en gegevens uit de rapportage inzake het Bestuurlijk Arrangement 2005 2008, de rapportage 2009 (overgangsjaar) en de RISBO Monitor van september 2010. Onze conclusie is dat wij uw raad ten aanzien van dit onderwerp juist en volledig hebben geïnformeerd. Hoogachtend, College van Burgemeester en Wehouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, mr. Th.C. de Graaf drs. B. van der Ploeg