Inhoud. VOORWOORD... v. AFKORTINGEN... xix



Vergelijkbare documenten
INHOUD. Voorwoord... v Afkortingen... xix DEEL I. INLEIDING. Hoofdstuk 1. Wat is sociaal recht?... 3

II. DE ARBEIDSOVEREENKOMST

SCHETS VAN HET BELGISCHE ARBEIDSRECHT

Inhoudstafel. Voorwoord 15 Eenheidsstatuut 17 Structuur 19 Afbakening 21. Deel I Vóór de beëindiging 23

INHOUD. A. HIËRARCHIE VAN DE RECHTSBRONNEN Cass. 13 februari 1984, Arr. Cass , Cass. 5 juni 2000, Arr. Cass. 2000,

Inhoud. Inleiding... 1

Inhoudstafel. Voorwoord...1. Hoofdstuk 1. Het taalgebruik in sociale zaken...3 Afdeling 1. Rechtsleer...3 Afdeling 2. Principes...

Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur... 2

Rechten en plichten werkgevers en werknemers Onderneming in Nederland

Inhoudstafel. Inleiding... 1

DEEL 1. STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT) 1

overzicht beschermingsstatuten

I INDIVIDUEEL ARBEIDSRECHT 33

Bijzondere bescherming tegen ontslag

Opzegging van de arbeidsovereenkomst

Hoofdstuk 3. Wettelijk kader 8 Afdeling 1. Basiswetgeving 8 Afdeling 2. Afwijkingen op het niveau van de sector of de onderneming 9

BIJZONDERE BESCHERMING TEGEN ONTSLAG

Inleiding Nederlands sociaal recht

OPZEGGING VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST

DEEL 1. STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT) 1

ARBEIDSRECHT Prof. dr. W. VAN EECKHOUTTE gewoon hoogleraar aan de Universiteit Gent advocaat bij het Hof van Cassatie GANDAIUS

Herstructureren in tijden van crisis: wat is het wettelijk kader nu?

Wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités (B.S. 15.I.1969) 65

DE BEËINDIGING VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST ONDER HET EENHEIDSSTATUUT

KNIPPERLICHTEN Arbeidsrecht

Arbeidsovereenkomstenrecht

INFORMATIESESSIE. Inhoud

1.1 Een inleiding tot het Nederlandse recht Indeling van het recht 5

Arbeidsovereenkomst (exclusief het ontslagrecht)

Flexibele arbeidsrelaties

Inhoudstafel. Inleiding 1. Titel 1 TOEGANGSVOORWAARDEN

Nightmare on Elm Street. Ontslag van beschermde werknemers en ontslagmotivatie na het eenheidsstatuut

Inhoudstafel. Inleiding 1. Deel I Tijdskrediet

ALFABETISCHE INHOUDSOPGAVE

I. Federaal Sociaal Strafrecht

Inhoudstafel. Hoofdstuk 1. Het taalgebruik in sociale zaken Afdeling 1. Rechtsleer Afdeling 2. Principes... 39

4. Het Belgische arbeidsrecht

Tewerkstelling in België: Arbeidsrechtelijke aspecten. Kato Aerts

Instelling. Onderwerp. Datum

3. Uw werknemer heeft een arbeidsongeval

INHOUD. 3.1 Algemeen / Verplichting tot verschaffing van werk / 58. Verkort aangehaalde werken / XIII

SPELREGELS BIJ ONTSLAG EINDE CONTRACT PROEF- TIJD OPZEG- TERMIJN DOCU- MENTEN CONCUR- RENTIE- BEDING ONBEPAALDE DUUR

Bestuur Nederlandse Associatie voor Examinering Er is geen specifieke vooropleiding vereist

een gewaarborgd maandloon aan sommige bedienden in geval van arbeidsongeschiktheid

Afdeling 1. Psychosociale risico s op het werk: een prangend maatschappelijk probleem 1. Afdeling 2. en uitdaging voor het (sociaal) recht 2

moodle 2011 hoofdstuk 1 inleiding 2

Algemene inhoud I. ARBEIDSDUUR 1 II. ARBEIDSOVEREENKOMSTEN 21

Inhoud. vii. Deel 1 Algemene inleiding 1. 1 Inleiding 3. Deel 2 De structuur Onderneming, eenmanszaak en personenvennootschappen 49

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord 3

Inhoud. Inleiding 1 ANTHEMIS

Deel 2. Bedrijfseconomisch ontslag

INHOUD. VOORWOORD... v HOOFDSTUK 1. DISCRIMINATIE OP DE WERKVLOER EN DE WETTEN VAN 10 MEI

Aangaan en wijzigen van de arbeidsovereenkomst / 71

Bestuur Nederlandse Associatie voor Examinering Er is geen specifieke vooropleiding vereist

Titel. Subtitel + auteur

Nachtarbeid Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2007 (84.302) Arbeid op zon en feestdagen... 4

INHOUD VOORWOORD 11 INLEIDING 13 AFDELING 1 RECHTSBESCHERMING 15

Bescherming van de arbeid in het licht van nieuwe technologieen

INHOUD HOOFDSTUK 1 INLEIDING... 1

Paritair Comité voor de banken

Bestuur Nederlandse Associatie voor Examinering Er is geen specifieke vooropleiding vereist

INHOUD HOOFDSTUK 1 INLEIDING... 1

Toestand van Beschermingsperiode Toegestane reden Sancties de werknemer voor ontslag wegens onrechtmatige Begin Einde beëindiging

BEKNOPTE ANALYTISCHE INHOUDSOPGAVE

DE SCHORSING VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST EN HET RECHT OP ARBEID

Vormingscyclus Gent. Sociale Wetgeving een praktische benadering

INHOUD. Voorwoord... v. Hoofdstuk 1. Inleiding: de bedrijfswagen als loon... 1

DE VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK - BEGRIP

Vormingscyclus Hasselt. Sociale Wetgeving een praktische benadering

A. Arbeidsovereenkomst

Inhoud. Inleiding. Plaatsbepaling en definitie arbeidsrecht Individueel arbeidsrecht Collectief arbeidsrecht. Het arbeidsovereenkomstenrecht

A. Arbeidsovereenkomst

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 64 VAN 29 APRIL 1997 TOT INSTELLING VAN EEN RECHT OP OUDERSCHAPSVERLOF

PRAKTIJKBOEK ONTSLAG

Vormingscyclus Gent. Sociale Wetgeving een praktische benadering

Inhoudstafel. De Bibliotheek Sociaal Recht Larcier... Inleiding... 1

Vormingscyclus Gent. Sociale Wetgeving een praktische benadering

Out Sim. Handleiding te lezen voor gebruik

Vormingscyclus Antwerpen. Sociale Wetgeving een praktische benadering

A. Arbeidsovereenkomst

PERSONEELSBESLISSINGEN

Schets van het Nederlandse arbeidsrecht

AFDELING 1 NIEUWE OPZEGGINGSTERMIJNEN

BIJLAGE. Nieuwe regeling opzeggingstermijnen voor werknemers vanaf 2014

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 72 VAN 30 MAART 1999 BETREFFENDE HET BELEID TER VOORKOMING VAN STRESS DOOR HET WERK

Voorwoord... Opzet en leidraad... Lijst van de gebruikte afkortingen...

3.2 Werving en selectie Proeftijd Vereisten geldige proeftijd Gevolgen proeftijd 13

PRAKTIJKBOEK ONTSLAG

Vakantiegeld... 2 Jaarlijkse gratificatie... 2 Jaarlijkse premie... 4 Bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten van het personeel...

Coll0ectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2010 ( )... 6

Inhoud. Deel 1 Toetreding tot de onderneming 16. Inleiding 13

ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR ARBEIDER - DEELTIJDS

Collectief arbeidsrecht

INHOUD INLEIDING 11 AFDELING 1. BEGRIP TIJDELIJKE WERKLOOSHEID 13 AFDELING 2. SOORTEN TIJDELIJKE WERKLOOSHEID 15

Sociaal Wetboek - Arbeidsrecht 2017

3de bach rechten. Arbeidsrecht. Prof. Rigaux. uickprinter Koningstraat Antwerpen R EUR

JURIDISCHE ACTUA Studentenarbeid 2017 INHOUD. Het sluiten van een studentenovereenkomst. Fiscale aspecten van studentenarbeid

WET VAN 24 JULI 1987 BETREFFENDE DE TIJDELIJKE ARBEID, DE UITZENDARBEID EN HET TER BESCHIKKING STELLEN VAN WERKNEMERS TEN BEHOEVE VAN GEBRUIKERS

Inhoud. Deel a Algemeen arbeidsrecht 25. Lijst van afkortingen 17. Inleiding Beginselen en bronnen commune arbeidsrecht 27

Instelling. Onderwerp. Datum

Transcriptie:

VOORWOORD............................................................. v AFKORTINGEN........................................................... xix DEEL I. INLEIDING WAT IS SOCIAAL RECHT?.................................................. 3 1. Een eigen rechtstak?.................................................. 3 2. Onderscheid tussen arbeidsrecht en sociale zekerheid.................... 5 3. Zelfstandige arbeid.................................................... 7 4. De ambtenaren....................................................... 9 4.1. Publiekrechtelijk statuut.......................................... 9 4.2. Contractuelen................................................... 9 4.3. Vastheid van betrekking......................................... 10 4.4. Copernicus.................................................... 11 5. Cijfergegevens over de arbeidsmarkt in België.......................... 12 DE HANDHAVING VAN HET SOCIAAL RECHT................................ 15 1. Moeilijke handhaving................................................. 15 2. De arbeidsgerechten................................................. 15 3. De arbeidsauditoraten................................................ 16 4. De arbeidsinspectie.................................................. 17 5. Het sociaal strafrecht................................................. 18 6. Informatisering en internationalisering................................. 19 DE BRONNEN VAN HET SOCIAAL RECHT................................... 21 1. Klassieke nationale bronnen.......................................... 21 2. Eigen rechtsvorming................................................. 21 2.1. De eigen hiërarchie in de Wet van 1968............................ 21 2.2. Complexe hiërarchie na 1968..................................... 22 3. De internationale arbeidsorganisatie................................... 23 vii

4. De Europese Unie.................................................... 23 5. Andere internationale bronnen........................................ 24 HET TAALGEBRUIK IN ARBEIDSVERHOUDINGEN............................ 25 1. Het taaldecreet 1973.................................................. 25 2. Wat regelt het decreet?............................................... 26 DEEL II. DE AANWERVING EN HET SLUITEN VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST ENKELE VOORAFGAANDE BESCHOUWINGEN.............................. 29 REGELS BIJ DE AANWERVING............................................ 31 1. De precontractuele fase.............................................. 31 2. Reglementering werkaanbod.......................................... 32 3. Gelijkheid man-vrouw................................................ 32 3.1. De Wet van 10 mei 2007......................................... 32 3.2. Handhaving.................................................... 34 4. Cao nr. 38/38bis/38ter................................................ 35 4.1. Kosten van de sollicitatie........................................ 35 4.2. Gedragsregels................................................. 35 4.3. Sancties op precontractuele fouten............................... 36 5. De Antidiscriminatiewet............................................... 36 TEWERKSTELLING VAN BUITENLANDSE ARBEIDSKRACHTEN............... 39 1. Een fundamenteel onderscheid........................................ 39 2. Werknemers uit niet-eer-landen...................................... 39 2.1. De vereiste documenten......................................... 39 2.2. Wanneer kan men een arbeidskaart krijgen?....................... 40 3. EER-werknemers.................................................... 42 3.1. Een Europees sociaal grondrecht................................. 42 3.2. Staatsbelang................................................... 43 4. Tijdelijke tewerkstelling............................................... 44 4.1. Sociale dumping of arbeidsmarktbescherming?.................... 44 4.2. Toepassing van buitenlands arbeidsrecht.......................... 44 4.3. Detacheringsrichtlijn en detacheringswet......................... 46 viii

DE ARBEIDSOVEREENKOMST............................................. 47 1. De bekwaamheid..................................................... 47 2. Bewijsregels........................................................ 47 3. Wat is ondergeschikt verband?........................................ 48 3.1. Definitie....................................................... 48 3.2. De kwalificatie................................................. 49 3.3. Wettelijke vermoedens.......................................... 50 4. Betwistingen in de praktijk............................................ 50 5. De schijnzelfstandigen en schijnwerknemers............................ 52 Bijlage: De Unizo-formule............................................. 54 6. De Arbeidsrelatieswet 2006........................................... 54 7. Fiscale inkomsten en sociale bijdragen................................. 55 8. Vergelijking van de socialezekerheidsbijdragen zelfstandigen-bedienden... 57 8.1. Sociale bijdragen zelfstandigen 2008.............................. 57 8.2. Sociale bijdragen bedienden..................................... 58 HOOFDSTUK 5. SOORTEN ARBEIDSOVEREENKOMSTEN VOLGENS DE AARD VAN HET WERK.. 61 1. Het onderscheid tussen werklieden en bedienden........................ 61 1.1. Het belang van het onderscheid.................................. 61 1.2. Praktische moeilijkheden en kritiek op het onderscheid............. 62 2. De arbeidsovereenkomst voor handels vertegen woordigers............... 63 2.1. Definitie....................................................... 63 2.2. Cliënteel opsporen en bezoeken.................................. 63 2.3. Onderhandelen en sluiten van overeenkomsten over zaken.......... 64 2.4. Voor rekening en in naam van.................................... 64 2.5. Onder het gezag van............................................ 65 2.6. Toepasselijke wetgeving......................................... 65 3. De arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid............................ 65 4. Andere bijzondere overeenkomsten.................................... 66 HOOFDSTUK 6. SOORTEN ARBEIDSOVEREENKOMSTEN VOLGENS DE DUUR VAN DE OVEREENKOMST......................................................... 67 1. Onbepaalde tijd...................................................... 67 2. Bepaalde tijd........................................................ 67 2.1. Begrip......................................................... 67 2.2. Opeenvolgende overeenkomsten................................. 68 2.3. Vormvereisten.................................................. 69 2.4. Einde van de overeenkomst...................................... 70 ix

3. Duidelijk omschreven werk............................................ 70 4. De arbeidsovereenkomst voor vervanging............................... 71 4.1. Begrip......................................................... 71 4.2. Vorm.......................................................... 72 HOOFDSTUK 7. BIJZONDERE SCHRIFTELIJK VAST TE LEGGEN BEDINGEN................... 73 1. Proefbeding......................................................... 73 1.1. Begrip......................................................... 73 1.2. Vormvereisten.................................................. 74 1.3. Duur van de proeftijd............................................ 74 1.4. Schorsing van de proeftermijn................................... 74 1.5. Eenmaligheid van de proef....................................... 75 1.6. Einde van de proef.............................................. 75 2. Concurrentiebeding.................................................. 76 2.1. Begrip......................................................... 76 2.2. Alleen bij bepaalde vormen van ontslag........................... 76 2.3. Alleen bij een hoog loon......................................... 77 2.4. Inhoudelijke beperkingen........................................ 77 2.5. Compenserende vergoeding..................................... 77 3. Delcrederebeding.................................................... 78 4. Borgsom............................................................ 78 5. Verboden bedingen................................................... 79 5.1. Het scheidsrechterlijk beding.................................... 79 5.2. Het wijzigingsbeding............................................ 79 5.3. De levenslange binding.......................................... 80 5.4. Ontbindende voorwaarden....................................... 81 6. Betwiste bedingen................................................... 81 6.1. Opzeggingstermijnen........................................... 81 6.2. Schadebeding.................................................. 82 HOOFDSTUK 8. ARBEIDSMARKT EN FLEXIBILITEIT........................................ 85 DEEL III. TEWERKSTELLEN PLICHTEN VAN DE WERKGEVER........................................... 89 1. De essentiële elementen van de arbeidsovereenkomst................... 89 2. Respect voor de werknemer........................................... 89 2.1. Algemeen principe.............................................. 89 x

2.2. Veiligheid en gezondheid beschermen............................. 89 2.3. Bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk............................................. 90 2.4. Bescherming van de persoonlijke levenssfeer..................... 91 2.5. Parenthesis: privacy en e-mail................................... 91 3. Betalen van het loon.................................................. 93 3.1. Het begrip loon................................................. 93 3.2. De Loonbeschermingswet....................................... 93 3.3. De hoogte van het loon.......................................... 94 3.4. Veranderlijk loon en commissieloon.............................. 95 3.5. Werknemersparticipatie......................................... 96 4. De arbeidsduur...................................................... 97 4.1. Arbeidsduur en flexibiliteit....................................... 97 4.2. Wat is arbeidstijd?.............................................. 98 4.3. Zondagsrust................................................... 98 4.4. Nachtarbeid.................................................... 99 4.5. Wekelijkse arbeidsduur......................................... 99 4.6. Deeltijdse arbeid............................................... 100 5. Andere verplichtingen............................................... 101 DE SCHORSING VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST......................... 103 1. Wat is schorsing?................................................... 103 2. Wat is de loonwaarborg?............................................. 103 3. De wettelijke schorsingsgevallen..................................... 104 3.1. Het gewaarborgd dagloon...................................... 104 3.2. Ziekte of ongeval............................................... 105 3.3. Bescherming tijdens zwangerschap en moederschap.............. 106 3.4. Gerechtvaardigde afwezigheden en verlof om dwingende redenen.. 107 3.5. Jaarlijkse vakantie............................................. 108 3.6. Feestdagen................................................... 109 3.7. Andere wettelijke schorsingsgronden............................ 109 4. Niet wettelijk voorziene schorsingsgevallen............................ 110 DE PLICHTEN VAN DE WERKNEMER...................................... 111 1. Arbeid verrichten................................................... 111 2. Geen concurrentie aandoen.......................................... 111 3. Aansprakelijkheid................................................... 112 3.1. De burgerlijke aansprakelijkheid van de werkgever................ 112 3.2. De immuniteit van de werknemer................................ 112 xi

DE VERJARING IN HET ARBEIDSRECHT................................... 115 1. De verjaringstermijnen.............................................. 115 2. De procedureval.................................................... 116 DEEL IV. BEËINDIGING VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST ALGEMENE WIJZEN VAN BEËINDIGING................................... 121 1. Is algemeen ook gewoon?............................................ 121 2. Beëindiging door wederzijdse toestemming............................ 121 3. De ontbindende voorwaarde.......................................... 123 4. Gerechtelijke ontbinding............................................. 124 5. Overlijden.......................................................... 125 6. Overmacht......................................................... 126 6.1. Wat is overmacht?............................................. 126 6.2. Het praktische belang.......................................... 126 6.3. Geen overmacht............................................... 127 7. Overgang van de onderneming........................................ 128 DE OPZEGGING......................................................... 129 1. Wat is opzegging?................................................... 129 1.1. Begrip opzegging.............................................. 129 1.2. Hoe lang moeten opzeggingstermijnen zijn?...................... 129 1.3. Opzegging en ontslag.......................................... 130 1.4. Opzegging en anciënniteit....................................... 130 2. De vorm van opzegging.............................................. 131 3. De inhoud van de opzeggingsbrief..................................... 132 4. Sanctie: nietigheid................................................... 132 5. De opzeggingstermijnen voor werklieden.............................. 133 5.1. Ingangsdatum................................................. 133 5.2. Duur van de opzeggingstermijn.................................. 133 6. Opzeggingstermijnen voor bedienden.................................. 135 6.1. Ingangsdatum................................................. 135 6.2. Hogere en lagere bedienden.................................... 135 6.3. Opzeggingstermijnen voor de lagere bedienen.................... 136 6.4. Opzeggingstermijnen voor hogere bedienden..................... 136 6.5. De praktijk van de arbeidsrechtbanken........................... 137 6.6. Opzegging bij het bereiken van de pensioenleeftijd................. 139 xii

6.7. Opzegging door de hogere bediende............................. 140 6.8. Tegenopzegging............................................... 141 7. Schorsing van de opzegging.......................................... 144 8. Rechten en plichten gedurende de opzeggings periode................... 144 9. Outplacement...................................................... 145 DE OPZEGGINGSVERGOEDING............................................ 147 1. Forfaitair karakter van de opzeggingsvergoeding....................... 147 2. Basis van de opzeggingsvergoeding................................... 148 3. Verlies, verjaring en afstand van de opzeggingsvergoeding............... 149 3.1. Verlies van de opzeggingsvergoeding............................ 149 3.2. Verjaring...................................................... 149 3.3. Afstand van de opzeggingsvergoeding............................ 149 4. Vergelijking opzegging en betaling opzeggingsvergoeding................ 150 ONTSLAG WEGENS EEN DRINGENDE REDEN.............................. 151 1. Wat is een dringende reden?.......................................... 151 2. De procedure....................................................... 153 2.1. Vormvereisten................................................. 153 2.2. De termijnen.................................................. 153 3. De schadevergoeding................................................ 156 3.1. Indien de dringende reden niet aanvaard wordt.................... 156 3.2. Indien de dringende reden aanvaard wordt....................... 156 HOOFDSTUK 5. IMPLICIET ONTSLAG.................................................... 159 1. Wat is impliciet ontslag?............................................. 159 2. Toepassingen....................................................... 160 3. De sanctie.......................................................... 161 HOOFDSTUK 6. BEPERKINGEN VAN HET ONTSLAGRECHT................................. 163 1. Algemeen.......................................................... 163 2. Misbruik van ontslagrecht............................................ 163 3. Willekeurig ontslag.................................................. 164 4. Bijzondere bescherming tegen ontslag................................ 165 4.1. Zwangerschap................................................ 165 4.2. Ziekte of ongeval............................................... 166 4.3. Politiek verlof................................................. 166 xiii

4.4. Nieuwe technologie............................................ 166 4.5. Tijdskrediet................................................... 167 4.6. Betaald educatief verlof........................................ 167 4.7. Preventieadviseurs............................................ 167 4.8. Werknemers in nachtarbeid.................................... 167 4.9. Leden-werknemers van ondernemingsraad en CPBW............. 167 4.10. De vakbondsafvaardiging....................................... 168 4.11. Klagers tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag... 168 4.12. Klagers inzake gelijke behandeling man/vrouw................... 168 4.13. Klagers op grond van Antidiscriminatiewet....................... 168 5. De uitwinningsvergoeding............................................ 169 5.1. Wat is de uitwinningsvergoeding?................................ 169 5.2. Voorwaarden.................................................. 169 5.3. Bedrag....................................................... 170 DEEL V. HET COLLECTIEF ARBEIDSRECHT DE SPELERS: DE SOCIAALECONOMISCHE PARTNERS...................... 173 1. Algemeen.......................................................... 173 2. De representatieve organisaties van werknemers...................... 173 2.1. Welke zijn die organisaties?..................................... 173 2.2. Het begrip representatief..................................... 174 2.3. Het probleem van het juridisch statuut........................... 176 2.4. De bevoegdheden van de representatieve organisaties............. 177 2.5. Voordelen voor gesyndiceerden................................. 177 3. De representatieve organisaties van werkgevers....................... 178 DE VERHOUDINGEN VAN WERKGEVERS EN WERKNEMERS OP HET VLAK VAN DE ONDERNEMING.................................................. 179 1. Algemeen.......................................................... 179 2. De vakbondsafvaardiging............................................ 179 2.1. Geen wettelijke basis........................................... 179 2.2. Oprichting en samenstelling.................................... 180 2.3. Bevoegdheden................................................ 180 2.4. Statuut van de afgevaardigden.................................. 181 3. De ondernemingsraad............................................... 182 3.1. De oprichting.................................................. 182 3.2. Samenstelling................................................. 184 xiv

3.3. Sociale verkiezingen........................................... 184 3.4. De bevoegdheden.............................................. 185 4. Het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk................. 187 5. De ontslagbescherming van de werknemers vertegenwoordigers......... 188 5.1. Algemeen..................................................... 188 5.2. Duur van de bescherming...................................... 189 5.3. Ontslag om technische of economische redenen.................. 189 5.4. Ontslag wegens dringende reden................................ 190 5.5. De pijnlijke rekening........................................... 191 DE VERHOUDING TUSSEN WERKNEMERS- EN WERKGEVERS ORGANISATIES OP HOGER VLAK........................................................ 193 1. De paritaire comités................................................. 193 1.1. Oprichting.................................................... 193 1.2. Bevoegdheid.................................................. 194 1.3. Samenstelling................................................. 194 2. De Nationale Arbeidsraad............................................ 194 2.1. Oprichting en samenstelling.................................... 194 2.2. Bevoegdheid.................................................. 195 DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST............................... 197 1. Het belang van de cao............................................... 197 2. Het sluiten van een cao.............................................. 198 3. Werkingssfeer...................................................... 198 4. Inhoud van de cao................................................... 199 5. Algemeenverbindendverklaring...................................... 199 HOOFDSTUK 5. STAKING EN LOCK-OUT.................................................. 203 1. De staking.......................................................... 203 1.1. Definitie...................................................... 203 1.2. Types van stakingen............................................ 204 1.3. Staking en bemiddeling......................................... 204 1.4. Gevolgen van de staking........................................ 205 1.5. De bedrijfsbezetting............................................ 205 1.6. Eenzijdige verzoekschriften en dwangsommen.................... 206 1.7. Staking in cijfers............................................... 206 2. Lock-out........................................................... 207 ENKELE INTERESSANTE WEBSITES EN LINKS............................ 209 xv