TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking van het tentamen Inleiding Signalen (2Y490) op 15 augustus 2003

Vergelijkbare documenten
UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica

Signalen en Transformaties

Oefeningen Wiskundige Analyse I

opgave 1. (2 pt) kies het juiste antwoord; motiveer kort je antwoord s b) de overdrachtsfunctie van een systeem is H( s) =

1. Gegeven een Lineair Stationair Systeem in continue-tijd. Als aan het systeem het ingangssignaal

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Tentamen 3 november 2014

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking Tentamen Calculus, 2DM10, maandag 22 januari 2007

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica

168 HOOFDSTUK 5. REEKSONTWIKKELINGEN

Doe de noodzakelijke berekeningen met de hand; gebruik Maple ter controle.

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica

TRILLINGEN EN GOLVEN HANDOUT FOURIER

Antwoorden. 1. Rekenen met complexe getallen

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak. Veronderstel dat een kromme in het vlak gegeven is door een parametervoorstelling

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Calculus C (2WCB1) op zaterdag 25 januari 2014, 9:00 12:00 uur

Technische Universiteit Delft. ANTWOORDEN van Tentamen Gewone differentiaalvergelijkingen, TW2030 Vrijdag 30 januari 2015,

2. Hoelang moet de tweede faze duren om de hoeveelheid zout in de tank op het einde van de eerste faze, op de helft terug te brengen?

Examenvragen Wiskundige Analyse I, 1ste examenperiode

. Maak zelf een ruwe schets van f met A = 2, ω = 6π en ϕ = π 6. De som van twee trigonometrische polynomen is weer een trigonometrisch polynoom

Examen Wiskundige Analyse I 1ste bach ir wet. dinsdag 5 januari Vraag 1.1. Waar of vals (1pt) Het beginvoorwaardenprobleem

1E HUISWERKOPDRACHT CONTINUE WISKUNDE

De Laplace-transformatie

Differentiaalvergelijkingen Technische Universiteit Delft

Examenvragen Wiskundige Analyse I 1ste bach ir wet, eerste examenperiode

TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN

Differentiaalvergelijkingen Technische Universiteit Delft

Toegepaste Wiskunde. voor het hoger beroepsonderwijs. Correcties en aanvullingen (mei 2009) HBuitgevers, Baarn

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica

= a x(au)y(at au)du. = a(ts a x TS a y) 2. Gegeven x Y, waaraan is de fouriergetransformeerde gelijk? f g 1

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Basiswiskunde, 2DL03, woensdag 1 oktober 2008, uur.

Bestaat er dan toch een wortel uit 1?

Inleiding Wiskundige Systeemtheorie

Differentiaalvergelijkingen voor WbMT. wi2051wbmt. Dr. Roelof Koekoek

Systemen en signalen 6SP: 22 augustus 2017 Oplossingen

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Hertentamen 23 december 2014

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica

Examen G0O17E Wiskunde II (3sp) maandag 10 juni 2013, 8:30-11:30 uur. Bachelor Geografie en Bachelor Informatica

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Functietheorie (2Y480) op 25 november 1998, uur.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking van het tentamen Functietheorie (2Y480) op ,

Samenvatting Systeem & Signaal Analyse

1. Gegeven x Y, waaraan is de fouriergetransformeerde gelijk? f g 1

(2) Bepaal de absolute waarde van (1 + i) 10 + ( x x 1 = 1. (4) Bepaal lim

Systeem 2 wordt beschreven door de differentiaalvergelijking y y x

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica

Het is niet toegestaan om een formulekaart of rekenmachine te gebruiken. f(x) = 9x(x 1) en g(x) = 9x 5. Figuur 1: De grafieken van de functies f en g.

HERTENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN

Hoofdstuk 6: De Laplace transformatie

Hoofdstuk 3: Tweede orde lineaire differentiaalvergelijkingen

Tentamen Inleiding Meten en Modelleren Vakcode 8C120 7 april 2010, uur. Het gebruik van een (grafische) rekenmachine is toegestaan.

2 de Bachelor IR 2 de Bachelor Fysica

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica

Opgaven Functies en Reeksen. E.P. van den Ban

TENTAMEN ANALYSE 1. dinsdag 3 april 2007,

Overzicht Fourier-theorie

Fourier transformatie

Schriftelijke zitting Systeem- en regeltechniek 2 (WB2207) 29 januari 2009 van 14:00 tot 17:00 uur

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica

HERTENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN

34 HOOFDSTUK 1. EERSTE ORDE DIFFERENTIAALVERGELIJKINGEN

Netwerkanalyse, Vak code Toets 2

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking Tentamen Basiswiskunde, 2DL03, woensdag 3 oktober 2007.

2.1 Lineaire functies [1]

Uitwerkingen Tentamen Gewone Differentiaalvergelijkingen

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Functietheorie (2Y480) op 23 januari 2002,

Hoofdstuk 1: Inleiding

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica

Lineaire dv van orde 2 met constante coefficienten

Tentamen Modellen en Simulatie (WISB134)

TWEEDE DEELTENTAMEN CONTINUE WISKUNDE. donderdag 13 december 2007,

Fourier transformatie

Hoofdstuk 10: Partiële differentiaalvergelijkingen en Fourierreeksen

Oplossingen tentamen Systeemanalyse voor BMT (8E030) 26 januari 2007

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica

VOORBLAD SCHRIFTELIJKE TOETSEN

d. Met de dy/dx knop vind je dat op tijdstip t =2π 6,28 het water daalt met snelheid van 0,55 m/uur. Dat is hetzelfde als 0,917 cm per minuut.

Samenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Voorkennis Stelling van

Examen Analyse 2 : Theorie (zonder Maple). (7 januari 2014)

Tentamen WISN101 Wiskundige Technieken 1 Ma 2 nov :30 16:30

Systemen en signalen: Oefeningenlessen. Sven Rogge

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a

TW2040: Complexe Functietheorie

Noordhoff Uitgevers bv

K.0 Voorkennis. Herhaling rekenregels voor differentiëren:

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak

Reeksnr.: Naam: t 2. arcsin x f(t) = 2 dx. 1 x

Opgaven bij de cursus Relativiteitstheorie wiskunde voorkennis Najaar 2018 Docent: Dr. H. (Harm) van der Lek

== Uitwerkingen Tentamen Analyse 1, WI1600 == Maandag 10 januari 2011, u

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

Inleiding Wiskundige Systeemtheorie

TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN

Functies van één veranderlijke

Hints en uitwerkingen huiswerk 2013 Analyse 1 H18

Tentamen Gewone Differentiaal Vergelijkingen II

Inhoud college 5 Basiswiskunde Taylorpolynomen

10.0 Voorkennis. cos( ) = -cos( ) = -½ 3. [cos is x-coördinaat] sin( ) = -sin( ) = -½ 3. [sin is y-coördinaat] Willem-Jan van der Zanden

Oefentoets uitwerkingen

Transcriptie:

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Uitwerking van het tentamen Inleiding Signalen (Y49) op 5 augustus 3 VGF: Bij de vraagstukken zullen ook Veel Gemaakte Fouten (VGF) worden vermeld. Voor bijna alle opgaven kan gezegd worden dat er erg veel rekenfouten bij worden gemaakt. Dit kan soms een slecht effect hebben op het resultaat. Verder zijn er problemen waarbij het duidelijk is dat de uitkomst een positief reel getal is. Als bij de berekeningen er dan een getal uitkomt dat negatief of niet-reel is, getuigt het van inzicht als er opgemerkt wordt dat het antwoord niet goed kan zijn omdat het niet positief is. Zulk een inzicht kan een positief effect hebben op het resultaat. Voorbeelden van grootheden die zeker positief moeten zijn, zijn vermogen P f en de energie-inhoud E f. Opgave Zij gegeven de π-periodieke functie f(t) :=sint +cos(t). a. Schets de grafiek van het signaal. b. Bepaal de Fourierreeks van f(t). c. Bepaal het vermogen P f van f(t). Zij g(t) de convolutie van f(t) met zichzelf, dus g(t) := π π f(τ)f(t τ) dτ. d. Bepaal de Fourierreeks van g(t). e. Bepaal g(t). Oplossing: a. We berekenen de maxima en de minima van f. Ergeldtf (t) =cost sin(t) = cos t 4sintcos t =cost( 4sint). Hieruit volgt dat f (t) =ophetinterval [, π] alscost = dus als t = π, 3 π,enalssint = 4. Dit laatste geldt voor t = t := arcsin( 4 ), 56 en voor t = t := π t, 89. De waarde µ van f is in beide gevallen gelijk aan f(arcsin( 4 )), 5. Merk op dat de functie op het tijdstip t = een positieve helling heeft, en wel.

De grafiek ziet er als volgt uit: f(t) = sin t + cos (t) t π_ t 7π _ 6 3π _ π _ 6 π b. Eerste methode Er geldt f(t) =sint +cos(t) = ( je jt + je jt + e jt + e jt). () Dit is een Fourierreeks met eindig veel termen. De Fouriercoëfficiënten worden dus gegeven door f = j, f = j, f = f =, () en alle andere f n s zijn nul. De Fourierreeks zelf is eenvoudig (). Tweede methode We hebben waar f k = π = π π π (sin t +cos(t))e kjt dt = ( je jt + je jt + e jt + e jt) e kjt dt = = { jc k + jc k+ + c k + c k+, } c m := π π { (m =), e jmt dt = (m ). Dit levert weer formule () op.

3 c. Eerste methode P f = π = π π π f(t) dt = {sin t +cos (t)+sint cos(t)} dt = omdat de sinus en de cosinus gemiddeld zijn en de andere term oneven. Tweede methode We gebruiken de formule van Parseval: P f = f k = 4 + 4 + 4 + 4 = Zie formule (). d. Uit g = f f volgt g k = f k voor alle k. Vanwege () vinden we daarom g k = 4 voor k =,, g k = 4 voor k =, eng k = voor andere k. e. Omdat de Fourierreeks van g kennelijk convergeert (Er zijn maar eindig veel termen) vinden we VGF: g(t) = k= g k e jkt = 4 ( e jt + e jt e jt e jt) = (cos(t) cos t). De tekening van de grafiek suggereert dat de functie een maximum en dus helling nul heeft in t =i.p.v. helling. De eerste methode wordt niet gezien. Bij de tweede methode krijgt men een nul in de noemer omdat het geval van de exponent gelijk aan nul niet apart behandeld wordt.

4 Opgave Laat f(t) het signaal zijn gegeven door f(t) := cos t t +. a. Bepaal de Fouriergetransformeerde F (ω) van f(t). b. Bepaal de energie-inhoud E f van f(t). c. Schets een grafiek van F (ω). Oplossing: a. Er geldt volgens de tabellen en rekenregels e t ω + t πe ω + e ±jt πe ω t + cos t { t + π e ω + e ω+ }. Dus F (ω) = π {e ω + e ω+ }. b. Volgens de gelijkheid van Parseval geldt er, waar E f := = π 4 E := f(t) dt = π F (ω) dω = { e ω +e ω ω+ + e ω+ } dω = π 4 {E +E + E 3 }, e ω dω = e v dv = e v dv =.

5 (In = passen we de substitutie v = ω toe,in = gebruiken we dat de integrand even is, en dat v = v voor v.) E := = = = e ω ω+ dω = 3 e ω ω+ dω = e ω ω+ dω + e (ω ) (ω+) dω + e dω + e ω ω+ dω = e (ω ) (ω+) dω = [ ] e e ω dω =e ω + =3e. (In 3 = gebruiken we dat de integrand even is,) en E 3 = E = (met de substitutie v = ω.) Hieruit volgt E f = π 4 ( + 3e +)= π ( + 3e ).

6 c. De grafiek van e ω krijgen we door de bekende grafiek van de e-macht met negatieve exponent te spiegelen t.o.v. de verticale as. De grafieken van e ω en e ω+ krijgen we door verschuiving over een afstand naar rechts, resp. naar links. De functie F (ω) is π keer het gemiddelde van deze functies. _ π e - ω ω F(ω) _ π e - ω+ _ π e - ω ω

7 Opgave 3 a. Bewijs dat het systeem gegeven door de relatie y(t) =u(t) u(t ) lineair, tijdinvariant en causaal is. b. Bepaal de impulsresponsie en de stapresponsie van het systeem. c. Is het systeem stabiel? Oplossing: a. Lineair: Laat de uitgangen bij de ingangen u,u gelijk zijn aan y,y en laat α, β twee getallen zijn. Dan wordt de uitgang y bij de ingang u :=αu +βu gegeven door y(t) =u(t) u(t ) = =(αu (t)+βu (t)) (αu (t ) + βu (t )) = = α(u (t) u (t )) + β(u (t) u (t )) = = αy (t)+βy (t). Tijdinvariant Laat de uitgang bij de ingang u gelijk zijn aan y en laat τ een getal zijn. Dan wordt de uitgang y bij de ingang u (t) :=u (t τ) gegeven door y (t) =u (t) u (t ) = u (t τ) u (t τ ) = y (t τ). Causaal Als u (t) =u (t) voort t,dan y (t) =u (t) u (t ) = u (t) u (t ) = y (t) (t t ), want als t t dan is ook t t. b. De impulsresponsie h(t) is de uitgang behorende bij de ingang u(t) = δ(t). Kennelijk is h(t) =δ(t) δ(t ) voor alle t. De stapresponsie g(t) is de uitgang bij ingang ε(t). Dus g(t) =ε(t) ε(t ) = p (t ). c. We hanteren de definitie van (BIBO -)stabiliteit: Een systeem is stabiel als er bij een begrensde ingang altijd een begrensde uitgang hoort. Als we aannemen dat u(t) M voor alle t, dan volgt uit de driehoeksongelijkheid dat y(t) u(t) + u(t ) M voor alle t. Het systeem is dus stabiel.

8 Opgave 4 Een systeem gegeven zijn door de differentiaalvergelijking y (t)+3y (t)+y(t) =u (t)+3u(t). Veronderstel dat y() = y () = u() =. We geven de Laplacegetransformeerden van u(t) en y(t) aan met U(s) resp. Y (s). a. Vertaal de vergelijking naar het Laplacedomein. b. Druk Y (s) uit in U(s). c. Bepaal de overdrachtsfunctie H(s) en de impulsresponsie h(t) van het systeem. d. Is het systeem stabiel? e. Bepaal de uitgang bij ingang u(t) =e jt. Oplossing: a. Uit de regels voor de laplacegetransformeerde van de afgeleiden van een functie, en het gegeven over de beginvoorwaarden volgt voor de laplacegetransformeerden U(s),Y(s) vanu(t) resp.y(t): (s +3s +)Y (s) =(s +3)U(s). b. Uit a. volgt Y (s) = c. Uit b. volgt dat H(s) = s +3 s +3s + U(s). s +3 s +3s +. We berekenen de impulsresponsie door terugtransformatie: H(s) = s +3 (s +)(s +) = s + s +. Uit de tabel voor de Laplacetransformatie volgt nu: h(t) =(e t e t )ε(t).

9 d. Eerste methode We gebruiken het criterium vinden we h(t) dt = = h(t) dt <. M.b.v. de driehoeksongelijkheid (e t e t )ε(t) dt = e t e t dt (e t + e t ) dt = 5 <. Tweede methode De overdrachtsfunctie heeft als polen de punten s = ens =. Deze liggen beide in het linkerhalfvlak. e. Als u(t) =e jt, dan is voor t : y(t) = t h(τ)u(t τ) dτ = t t = e jt (e τ jτ e τ jτ ) dτ = (e τ e τ )e j(t τ) dτ = = e { jt [e τ jτ] t j [e τ jτ] } t = j = e {( jt j)( e t jt ) } 5 ( j)( e t jt ) = =( j)(e jt e t ) 5 ( j)(ejt e t ).