Interline januari 2010. Astma/COPD versie 2009 casusschetsen

Vergelijkbare documenten
Astma/ COPD versie 2009 achtergronden casusschetsen

Disclosure belangen spreker Adembenemend 2016

Casusschetsen astma/copd

Bijlage 30: Bepalingenclusters COPD en roken

Casuïstiek in de praktijk CAHAG CURSUS 2016 WAAR ZITTEN DE AANDACHTSPUNTEN..

Aanwezig zijn huisartsen en hun praktijkondersteuner, een longarts, longverpleegkundige van het ziekenhuis, kaderarts astma/copd van zorggroep ELZHA.

Workshop ACQ en CCQ Het gebruik in de dagelijkse praktijk. Adembenemend 2015 Hetty Cox, kaderarts astma/copd

Casuistiek in de praktijk CAHAG CURSUS 2017

Jolet, 2 jaar oud, heeft bij verkoudheden last van hoesten, slijm opgeven en benauwdheid. Vooral s nachts zit zij vol, maar ze piept niet.

benoemen en adequate behandeling instellen een exacerbatie-management-plan op maat de ernst van een exacerbatie COPD kunnen

De nieuwe standaarden astma en COPD. Wat is nieuw

Astma & COPD Uitgangspunten LTA en locale werkafspraak: Controle-eis LTA: Diagnostiek astma/copd (door huisarts) Controle bij astma en COPD

Notulen Transmuraal overleg Haga Ziekenhuis 5 april 2018

Diagnostiek van COPD: van spirometrie tot ziektelastmeter. Hanneke de Jong Meriam van der Zon Guus van der Meijden

Samenvatting COPD zorgprogramma 2019

Vijf gedragsthema s lopen als een rode draad door de begeleiding van de patiënt met astma/copd:

Voorbeeld consultatieaanvraag: expertteam COPD/Astma

COPD- en Astmacontroleboekje van:

Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen

Astma. Chronos, 14 juni Regien Kievits, kaderarts astma/copd

Astma bij kinderen Diagnose en behandeling

Achtergronden casusschetsen astma/ copd

Van ziektelast naar gezondheidswinst Ans Nicolasen, POH Robbert Behr, kaderhuisarts astma-copd

Zie de werkafspraken Astma bij kinderen en Luchtweginfecties bij kinderen

Stichting Gezond Monnickendam Protocol COPD Diseasemanagement HA/POH/PA

Transmurale werkafspraken

Dubbeldiagnose. Paul Bresser, longarts Anaïs van Essen-Rubingh, huisarts

Ziektelastmeter: adviezen eerstelijn

dubbeldiagnose Workshop deel 1 Dhr. R Indeling workshop POH - HA overleg

Disclosure belangen spreker

COPD PROTOCOL. CELLO Leiden. Auteur: Mw. M. v. Mierlo, praktijkondersteuner

DISCLOSURE BELANGEN SPREKERS: GEEN BELANGENVERSTRENGELING KADERHUISARTS SCHAKEL TUSSEN WETENSCHAP EN PRAKTIJK

COPD en Comorbiditeit

De RTA COPD juni De RTA de achtergrond Uitgangspunt: de integrale gezondheidstoestand

Indeling workshop. De Machinist oktober 2014 Chantal Kroese Karin Aulbers DUBBELDIAGNOSE ASTMA & COPD

Zie de werkafspraken Astma bij kinderen en Luchtweginfecties bij kinderen

DUODAGEN NWU november. Roel Wennekes Jelmer Haanstra Jouke Hanje

Indeling presentatie

INTERLINE CASUSSCHETSEN. Casusschets 1a en 1b 1a LUCHTWEGINFECTIES BIJ KINDEREN

Medicatie bij COPD: Therapie op maat?

COPD. Patiënten informatiefolder. verkoudheden en andere infecties zoals griep) - Jaarlijkse griepprik halen

Stichting Gezond Monnickendam. Protocol COPD Diseasemanagement HA/POH/PA

Scholing over astma en fenotypering: zie bijlage. Casus1:

COPD. Individueel zorgplan longmedicatie & longaanval actieplan

Handleiding Periodieke Controles

Workshop. Adembenemend Exacerbatie management. Achtergrond. Onderwijsdoelen EXACERBATIE = LONGAANVAL. 4 Doelstelling REDUX

Astma Controle en ziektelast Paul de Vries

Workshop. Exacerbatie management. Achtergrond. Onderwijsdoelen. Adembenemend 2017 EXACERBATIE = LONGAANVAL. 3 Doelstelling REDUX

COPD Pas ú raait om die rg d o Z 1

Benauwdheid bij kinderen jonger dan 6 jaar

IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD GEEN BELANGENVERSTRENGELING

Astma / COPD-dienst Geldrop

Gelieve de ingevulde vragenlijst terug te mailen naar en

Individueel behandelplan COPD/Astma

Benauwdheid bij kinderen jonger dan 6 jaar

Indeling presentatie

Interline, augustus RADIOLOGIE 2011 casusschetsen

Vragenlijst Pulmocheck inspanningsastma

Astma / COPD-dienst Geldrop

Mevrouw B., 72 jaar, komt bij u omdat ze in de Libelle iets heeft gelezen over botontkalking.

Doelstelling: Inhoud workshop. Spirometrie voor experts. Discussie. Na de workshop is de cursist in staat

Astmatische klachten bij kinderen jonger dan 6 jaar

Het Huisartsenteam. Gaat verder dan genezen

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met COPD Versie mei 2016

Benauwdheid en piepen bij kinderen jonger dan 6 jaar

Astma bij Kinderen. Adembenemend 2015 Hans Berg, Regien Kievits

Ik ben zo benauwd. Titia Klemmeier/Josien Bleeker

Ketenzorg astma en het opzetten van een astmaspreekuur

Bijsluiter gebruik COPD-indicatoren in de huisartsenpraktijk. Fenna Schouten Versie 3

Ketenzorg astma en het opzetten van een astmaspreekuur

verpleegafdeling Longgeneeskunde aanvullende informatie voor astmapatiënten

Man, 46 jaar, bij inspanning eenmalig stekende pijn links in de borst. Zakte af na 20 minuten rust. Bij onderzoek locale drukpijn.

Piepjes en Pufjes. 8 september 2014

HARTFALEN casusschetsen

De longverpleegkundige

Longverpleegkundige. Longgeneeskunde

Ouderen en COPD. Programma BAREND VAN DUIN, KADERARTS ASTMA/COPD 2017

Zorgstandaard COPD: de patiënt centraal? Hans Berg Mireille Ballieux

11 april Pagina 1 van 5

Longfunctieonderzoek op de longfunctieafdeling. Informatie voor ouders en/of verzorgers

De longverpleegkundige

In case I m still conscious and very short of breath: Please let me use my inhaler (I always carry this device with me)

Versie augustus Zorgprotocol COPD

Afdeling Longgeneeskunde. Informatie over astma

4.1 Stroomschema COPD-zorg bij lichte en matige ziektelast

De nieuwe COPD carrousel Uw eigen COPD paspoort

Longziekten. Behandeling van COPD / COPD pad. Afdeling: Onderwerp:

Individueel zorgplan COPD

Palliatieve zorg bij COPD

Mevrouw B., 72 jaar, komt bij u omdat ze in de Libelle iets heeft gelezen over botontkalking.

Opname en ontslag bij COPD

Disclosure. Wat steekt u op. Waar denkt u over na. Rode vlaggen en co-morbiditeit bij COPD INLEIDING HET IS ZWARTWIT EN HET LOOPT IN DE WEI

Workshop voor apothekers en huisartsen Behandeling van COPD anno 2007

Trainingsprogramma COPD

Medicatie bij COPD: Therapie op maat?

Vragenlijst over arbeidsgerelateerde luchtwegklachten.

Astma/COPD Dienst Geldrop

Astma bij kinderen. Quirine van Dellen Kinderarts OLVG

Waar kent u Medisch Centrum Breda van? Huidige behandelingen en medicatie: ja nee

INTERLINE CARDIOLOGIE 2014 februari 2014

Transcriptie:

Interline januari 2010 Astma/COPD versie 2009 casusschetsen

INTERLINE ASTMA + COPD 2009 Januari 2010 CASUSSCHETSEN Casusschets 1 Vrouw 28 jaar; Voorgeschiedenis: nu 3 jaar gestopt met roken, als kind geen astma. Drie 3 jaar geleden gedurende 6 weken seretide en beclometason neusspray gebruikt vanwege langdurende verkoudheidsklachten. Daarna vaker langere periodes gehoest, geen doktersbezoek. Is een week geleden vanwege koorts, hoesten en groen slijm onder diagnose acute bronchitis via HPZ behandeld met amoxicilline. Nu op spreekuur. De koorts is over maar nog wel klachten: hoesten, moe en dyspnoe d effort, moet lang bijkomen na 20 minuten lopen. Geen piepen gehoord. Bij onderzoek pulmones: gb. Vraag 1: Wat is uw beleid? 1. X-thorax 2. Proefbehandeling met? 3. Spirometrie 4. Afspraak Praktijkondersteuner 5. Anders

De X-thorax gaf geen bijzonderheden. Een proefbehandeling met corticosteroïd (ICS) lijkt subjectief verbetering te geven. Uitslag longfunctie onderzoek na enkele dagen ICS gebruik: Index Base %Pred Post 1 %Pred FEV1 3.28 = 104 % 3.44 = 109 % FVC 3.79 = 105 % 3.89 = 108 % PEF 7.53 = 107 % 7.96 = 113 % FER 0.87 0.88 Reversibiliteit; 3.44-3.28 x 100 % = 4,8 ( niet reversibel dus ) 3.28 Vraag 2: Stelt u hierop de diagnose Astma? 1. Ja, dit is voldoende duidelijk astma. 2. Neen, diagnose is nog niet voldoende duidelijk.

Casusschets 2 Mw v W., 40 jaar Voorgeschiedenis: als kind bronchitis klachten en aangetoonde sensibilisatie voor katten, honden en huisstofmijt.. Is daar overheen gegroeid. Nimmer gerookt. Het huis is gesaneerd. Familie: Broer astma, vader overleden longcarcinoom. Nu op spreekuur omdat zij de laatste maanden sneller moe is en na een verkoudheid 3 weken geleden hoestklachten houdt. Bij verder navragen blijkt zij sneller kortademig bij inspanning. Ook piept en hoest ze bij perioden. Bij onderzoek vindt u geen bijzonderheden aan longen dan wel op KNO gebied. Een spirometrie wijst duidelijk op een reversibele longfunctieobstructie. U stelt de diagnose astma. U besluit te starten met ICS. Vraag 1: Hoe doseert u de ICS? 1. Top-down. 2. Van laag naar hoog. 3. Anders. Na 2 maanden voelt mw v W zich prima; ze heeft geen luchtwegverwijders meer nodig gehad sinds een 3-tal weken. Vraag 2: Hoe gaat u verder? 1. U stopt de ICS, want het is nu langer dan 6 weken gebruikt. 2. U continueert de ICS 3 maanden, indien klachtenvrij mag mevrouw dan stoppen. 3. U continueert de ICS 6 maanden waarna eventueel stop. 4. Anders.

Na 1 jaar ICS-gebruik klaagt mevrouw over heesheidklachten die bij het koor voor problemen zorgen. Ze voelt zich prima; gebruikt geen luchtwegverwijders. Mond/keelholte geen afwijkingen. Vraag 3: Wat doet u? 1. Ivm met langer de bestaande heesheid verwijst u haar naar de KNO-arts. 2. U stopt de ICS en zegt haar bij klachten weer te komen. 3. U stopt de ICS en spreekt over 3 maanden een controle longfunctie af. 4. U kiest een ander ICS. 5. Anders.

Casusschets 3 Mevrouw Pieper 52 jaar Voorgeschiedenis: Blanco Sinds 1 jaar progressieve kortademigheid bij inspanning. Er zijn periodes van hoesten en een piepende ademhaling. Anamnestisch zijn er geen aanwijzingen voor allergie. Van het 20 e tot 30 e jaar heeft zij enkele sigaretten per dag gerookt. Beroep: kassajuffrouw bij V&D. Longfunctie gegevens % Pred Post BD % Pred FEV1 0.85 40% 1.00 47% FVC 1.66 68% 1.79 73% FER 51% 56% Vraag 1: Hoe beschrijft u het longfunctie onderzoek? Vraag 2: Is er sprake van reversibiliteit 1. Ja 2. Nee 3. Anders Vraag 3: Wat verstaat u onder reversibiliteit? Vraag 4: Welke diagnose overweegt u 1. Astma 2. COPD 3. Astma en COPD 4. Anders Vraag 5: Wat is uw beleid? 1. behandelen met luchtwegverwijder 2. behandelen inhalatiecorticosteroid 3. verwijzing naar longarts 4. Anders

Er heeft een behandeling met zowel inhalatiecorticosteroiden als met bronchusverwijders plaatsgevonden. De longfunctie na 1 jaar % Pred Post BD % Pred FEV1 2.19 103% 2.11 97% FVC 2.48 101% 2.39 99% FER Vraag 6: Wat vindt U van deze longfunctie en wat is nu uw diagnose?

Casusschets 4 Dhr B, 70 jaar. Hij meldt zich op het spreekuur met hoesten en kortademigheidklachten. Hij heeft deze klachten vaker gehad en komt nu omdat het langer duurt en hem belemmert. Hij is nog actief in zijn tuin en met klussen voor familie en vrienden. Hij blijkt dat hij al jaren blank slijm hoest en wat pieperig op de borst is. Hij rookt sinds zijn jeugd en daar hij nu 70 jaar is heeft hij ongeveer 30 pakjaren gehad. Bij auscultatie hoort u een iets verlengd expirium en verspreid piepende rhonchi. U vermoedt COPD en verwijst patiënt naar de POH voor nadere diagnostiek. Vraag 1: Wat verwacht u van de PO? De mate van dyspnoe kan uitgedrukt worden in de MRC score, zie de Werkafspraak. Vraag 2: Welke score geeft u hem? De kwaliteit van leven kan via de CCQ vragenlijst bepaald worden. Zie uit te reiken voorbeeld. Ook te downloaden via MCC Klik hulpdocumenten.

De volgende situatie kan zich voordoen: MRC: score 2. CCQ: T=1, S=2, F=0,5, M=0,5 Spirometrie: Pre-BD: FEV1:62.8% FER: 36.1% ; Post BD: FEV1: 68.6%, FER: 40.4% Patiënt heeft inmiddels een langwerkende bronchusverwijder en komt na enige maanden terug voor een controle. De vragenlijsten worden weer afgenomen en de spirometrie herhaald. Patiënt geeft spontaan aan minder te hoesten. MRC: score 2. CCQ: T=0.5, S=0.75, F=0.5, M=0 Spirometrie: Post-BD: FEV1 70% en FER 42.8% Vraag 3: Wat is uw interpretatie hiervan?

Casusschets 5 Casus 5a Mijnheer van der Molen, 61 jaar. Voorgeschiedenis: Hij heeft 35 jaar gerookt en is sinds 8 jaar gestopt. Hij gebruikt geen medicatie. Hij komt nu op het spreekuur met hoestklachten sinds 4 maanden. Afgelopen winter heeft hij ook een periode met 3 maanden hoesten gehad. Hij geeft nu wisselend wat wit slijm op en het trainen voor de ½ marathon verloopt de laatste 2 weken moeizaam. MRC score 2. Bij lichamelijk onderzoek hoort u alleen een iets verlengd expirium. U denkt aan COPD en besluit tot een longfunctieonderzoek. Longfunctie: Index Base %Pred Post 1 %Pred FEV1 1.65 = 51 % 1.73 = 53 % FVC 3.66 = 84 % 3.98 = 94 % PEF 3.39 = 40 % 4.08 = 49 % FER 0.45 0.43 Vraag 1: Wat is uw diagnose? 1. Hoesten. 2. Acute bronchitis. 3. Astma. 4. COPD. 5. Anders. Vraag 2: Wat is uw beleid? 1. Bronchusverwijders en inhalatiecorticosteroiden 2. Bronchusverwijders 3. Fysiotherapie en dietiste 4. Verwijzing longarts 5. Anders

Casus 5b Mevrouw van Schayk 66 jaar. Voorgeschiedenis: 11 jaar geleden een PTCA ivm 1 taks coronarialijden. Hypertensie. Medicatie: ascal, simvastatine, metoprolol en cozaar. Zij is een aantal keer gestopt met roken maar rookt nu weer en heeft een pack years van 30. Zij komt nu op het spreekuur met hoestklachten sinds 3 maanden en toenemende kortademigheid. Zij moet haar buurvrouw vragen om boodschappen te doen. Zij wil een antibioticumkuur omdat zij die vorig jaar ook een paar keer heeft gehad en dat hielp goed. Zij heeft geen koorts en geeft wit slijm op. Zij heeft geen PODB en geen gezwollen enkels. Bij lichamelijk onderzoek hoort u een normaal ademgeruis en een verlengd expirium. U denkt aan Hartfalen en COPD. U doet aanvullend onderzoek: Lab: NT pro-bnp 435 X-thoraxgeen afwijkingen. Longfunctie onderzoek: Index Base %Pred Post 1 %Pred FEV1 1.36 = 64 % 1.43 = 67 % FVC 2.22 = 87 % 2.24 = 87 % PEF 4.73 = 82 % 4.80 = 83% FER 0.61 0.63 Vraag 3: Wat is uw diagnose? 1. Hartfalen. 2. COPD. 3. Anders. Vraag 4: Wat is uw beleid? 1. Bronchusverwijders. 2. Fysiotherapie en diëtiste. 3. Verwijzing longarts of dyspnoepoli. 4. Nadere cardiologische diagnostiek. 5. Anders.

Casusschets 6 Mijnheer X, 70 jaar. 15 jaar bekend met COPD, ernst klasse GOLD -2 (FEV1 63%). Voorgeschiedenis: cardiaal niet belast, rookt nu 30 jaar. Nooit bij longarts geweest. Sociaal: vrouw, zoon overleden aan auto ongeval. Medicatie: ipratropium en serevent. Controle bij praktijkondersteuner: fietste altijd 1/2 uur per dag maar nu kortademig bij traplopen en moet stopen bij het fietsen. Geen PODB, Hoesten onveranderd. Longfunktie: onveranderd. BMI: 26 MRC 3 CCQ; 1.6. Tensie: 132/74 pols 68 reg. U ziet patiënt op initiatief van de POH; u ziet een in rust niet dyspnoeische man, met over de longen wat verlengd expirium (bekend), over het hart gb. Vraag 1 Wat doet U: 1) U peilt de motivatie om te stoppen met roken. 2) U verwijst voor long-reactivatie. 3) U schrijft prednison voor. 4) Verwijzing longarts en/of cardioloog 5) Inhalatie instructie. Half jaar later. Klachten redelijk goed maar gewicht afgenomen, BMI is 21. Vraag 2 Wat doet U: 1) Aanvullend onderzoek. 2) Verwijzing longarts. 3) Diëtiste.

Casusschets 7 Dhr. Z, 65 jaar. Hij is bekend met COPD Gold klasse 2. Hij heeft sinds twee dagen een verkoudheid en toename van hoesten en kortademigheid. Hij kan lichamelijke activiteiten minder goed volhouden, u schat zijn MRC score in als 4. Hijkomt voor een kuurtje. Hij heeft 25 pakjaren, maar het is hem 2 jaar geleden gelukt te stoppen met roken. Medicatie: Tiotropium. U vindt bij auscultatie een licht verlengd expirium en diffuus verspreide rhonchi. Recente uitslagen spirometrie: FEV1 65% FEV1/FVC ratio 59%. Vraag 1: Wat is uw eerste advies: 1. U geeft salbutamol inhalaties. 2. U geeft een prednisonkuur. 3. U geeft (ook) een antibioticumkuur. 4. U verwijst. 5. Anders.

U spreekt met patiënt een controle over 2 dagen af, zonodig eerder bij toename van de kortademigheid. Patiënt vraagt de volgende dag een visite aan omdat er geen verbetering is en hij nu ook een temperatuur van 38.5 Celcius heeft. U vindt patiënt zieker en ook het expirium is verlengd met toegenomen rhonchi. Patiënt krijgt salbutamol via de voorzetkamer en na 4x een dosis vermindert de kortademigheid. Vraag 2: Wat doet u nu? 1) U geeft een antibioticum. 2) U verwijst patiënt naar de longarts voor opname. 3) Anders.