1 Het principe van d Alembert

Vergelijkbare documenten
1 De Hamilton vergelijkingen

Uitwerkingen van het Tentamen Moleculaire Simulaties - 8C Januari uur

7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss

OF (vermits y = dy. dx ) P (x, y) dy + Q(x, y) dx = 0

Gravitatie en kosmologie

Krommen in de ruimte

TRILLINGEN EN GOLVEN HANDOUT FOURIER

Mathematical Modelling

Tentamen Moleculaire Simulaties - 8C November uur

7. Hamiltoniaanse systemen

Topologie in R n 10.1

Analytische Mechanica

V.2 Limieten van functies

Algemene relativiteitstheorie

Algemene relativiteitstheorie

Hoofdstuk 10: Partiële differentiaalvergelijkingen en Fourierreeksen

Kwantummechanica HOVO cursus. Jo van den Brand Lecture 4: 13 oktober 2016

Uitwerkingen Mei Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Tussentoets Analyse 2. Natuur- en sterrenkunde.

college 6: limieten en l Hôpital

Biofysische Scheikunde: Statistische Mechanica

2. Hoelang moet de tweede faze duren om de hoeveelheid zout in de tank op het einde van de eerste faze, op de helft terug te brengen?

TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN

Gravitatie en kosmologie

Het brachistochroonprobleem van een magneet in een niet-uniform magneetveld

Tentamen Simulaties van biochemische systemen - 8C110 8 April uur

Essential University Physics Richard Wolfson 2 nd Edition

Gaap, ja, nog een keer. In één variabele hebben we deze formule nu al een paar keer gezien:

Dune Ash een wiskundig model voor de verspreiding van een vulkanische aswolk werkbundel

De wortel uit min één, Cardano, Kepler en Newton

Wat kan er (niet) zonder ε-δ?

Analyse met infinitesimalen

Higgs-mechanisme: het bestaan van W- en Z-bosonen

Formule afleiding opgaven bij de cursus Algemene relativiteitstheorie Docent: Dr. H. (Harm) van der Lek

Opgaven Functies en Reeksen. E.P. van den Ban

Lengte van een pad in de twee dimensionale Euclidische ruimte

1e bachelor ingenieurswetenschappen Modeloplossing examen oefeningen analyse I, januari y = u sin(vt) dt. wordt voorgesteld door de matrix

Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007)

18.I.2010 Wiskundige Analyse I, theorie (= 60% van de punten)

Eerste orde partiële differentiaalvergelijkingen

Inhoud college 4 Basiswiskunde. 2.6 Hogere afgeleiden 2.8 Middelwaardestelling 2.9 Impliciet differentiëren 4.9 Linearisatie

Stelling. SAT is NP-compleet.

Tentamen Simulaties van Biochemische Systemen - 8C110 en 8CB19 4 Juli uur

Tentamen lineaire algebra 2 18 januari 2019, 10:00 13:00 Uitwerkingen (schets)

Overgangsverschijnselen

Uitwerkingen Tentamen Natuurkunde-1

Hoofdstuk 1: Inleiding

Opgaven bij de cursus Relativiteitstheorie wiskunde voorkennis Najaar 2018 Docent: Dr. H. (Harm) van der Lek

Vectoranalyse voor TG

Types differentiaal vergelijkingen

Aanvullingen van de Wiskunde

Overzicht Fourier-theorie

Uitwerkingen Tentamen Gewone Differentiaalvergelijkingen

Examen Algemene natuurkunde 1, oplossing

V.4 Eigenschappen van continue functies

2de bach HIR. Optica. Smvt - Peremans. uickprinter Koningstraat Antwerpen EUR

Tentamen Simulaties van biochemische systemen - 8C Juni uur

Dit is in feite de ongelijkheid van Cauchy Schwarz voor het standaardinproduct in R s van de vectoren

Numerieke Analyse. Prof. Dr. Guido Vanden Berghe

Opgave Zonnestelsel 2005/2006: 7. 7 Het viriaal theorema en de Jeans Massa: Stervorming. 7.1 Het viriaal theorema

Examen Klassieke Mechanica

Speciale relativiteitstheorie

x a k of.x 1 a 1 / 2 + ::+.x n a n / 2 k 2 bol om a, straal k

1. Langere vraag over de theorie

Dit tentamen bestaat uit vier opgaven. Iedere opgave bestaat uit meerdere onderdelen. Ieder onderdeel is zes punten waard.

Uitwerking Oefeningen Speciale Relativiteitstheorie. Galileitransformaties. versie 1.3, januari 2003

TW2040: Complexe Functietheorie

Tentamen Simulaties van biochemische systemen - 8C110 9 April uur

Imaginary - singulariteiten

Vectoranalyse voor TG

EERSTE DEELTENTAMEN ANALYSE C

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak. Veronderstel dat een kromme in het vlak gegeven is door een parametervoorstelling

Gravitatie en kosmologie

Elementaire Deeltjesfysica

Dit tentamen bestaat uit vier opgaven. Iedere opgave bestaat uit meerdere onderdelen. Ieder onderdeel is zes punten waard.

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (3D020)

Deze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden. Vraag 1

Bewijzen hoofdstuk 2

De eerste wet van Newton

Snelle glijbanen. Masterclass VWO-leerlingen juni Emiel van Elderen en Joost de Groot NWD Faculteit EWI, Toegepaste Wiskunde

Gravitatie en kosmologie

(10 pnt) Bepaal alle punten waar deze functie een relatief extreem of een zadelpunt heeft. Opgave 3. Zij D het gebied gegeven door

integreren is het omgekeerde van differentiëren

Gravitatie en kosmologie

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica

UITWERKING. Thermodynamica en Statistische Fysica (TN ) 3 april 2007

3 De duale vectorruimte

Extra College; Technieken, Instrumenten en Concepten

HERTENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN

1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit

1 Efficient oversteken van een stromende rivier

Uitwerkingen van het Tentamen Moleculaire Simulaties - 8C Januari uur

Chapter 7. Het formalisme van Lagrange. 7.1 Het Principe van Extreme Actie

Zomercursus Wiskunde. Module 10 De afgeleide functie: Rekenregels en Toepassingen (versie 22 augustus 2011)

Tentamen Klassieke Mechanica, 29 Augustus 2007

Examen Wiskundige Analyse I 1ste bach ir wet. dinsdag 5 januari Vraag 1.1. Waar of vals (1pt) Het beginvoorwaardenprobleem

(x x 1 ) + y 1. x x k+1 x k x k+1

Differentiaalvergelijkingen I : separabele en lineaire 1ste orde DV

3 De stelling van Kleene

Hints en uitwerkingen huiswerk 2013 Analyse 1 H17

Transcriptie:

1 Het principe van d Alembert Gegeven een systeem, bestaande uit n deeltjes, elk met plaatscoördinaat r i en massa m i, i {1,, n}. Uit de tweede wet van Newton volgt onmiddellijk: p i F t i + f i, 1.1 met F t i de expliciet gegeven totale toegepaste kracht op het i de deeltje en f i de kracht uitgeoefend op het i de deeltje ten gevolge van de verbindingen verbindings- of reactiekracht. Een virtuele verplaatsing δ r i is een ogenblikkelijke, d.w.z. constant in de tijd, verplaatsing van het deeltje consistent met zowel de krachten als de verbindingen. Uit vgl. 1.1 volgt dat F t i + f i p i δ ri 0. 1.2 We beperken ons nu tot die systemen waarbij de verbindingskrachten geen virtuele arbeid leveren. Voor zulke systemen volgt uit vgl. 1.2: Fi p i δ ri 0, 1.3 waarbij we de bovenindex t op F i hebben laten vallen, gezien we vanaf nu enkel nog de toegepaste krachten zullen tegenkomen. De verbindingskrachten zullen geen expliciete rol meer spelen. Vgl. 1.3 staat bekend als het principe van d Alembert. In het volgend hoofdstukje zullen we vgl. 1.3 verder uitwerken. 2 De lagrangiaan en de Euler-Lagrange vergelijkingen We stellen dat ons systeem kan beschreven worden door m, m 3n, veralgemeende plaatscoördinaten q j, j {1,, m} en we kennen de originele plaatscoördinaten als functie van de veralgemeende plaatscoördinaten q j : r i q 1,, q m, t met i {1,, n} 1. 1 Vanaf nu zullen we kortweg r i q, t schrijven i.p.v. r i q 1,, q m, t, analoog zullen we later ook v i q, q, t schrijven i. p. v. v i q 1,, q m, q 1,, q m, t, enz. 1

Beschouwen we eerst n F i δ r i. δ r i kan nog herschreven worden als: δ r i j1 r i δq j. 2.1 Merk op dat we geen term evenredig met δt hebben, dit omdat een virtuele verplaatsing constant in de tijd is. Met dit kijgen we F i δ r i j1 F i r i δq j Q j δq j, 2.2 j1 waar we de veralgemeende krachtcomponenten Q j invoerden: Q j F i r i. 2.3 Vervolgens concentreren we ons op n pi δ r i. M.b.v vgl. 2.1 krijgen we: p i δ r i p i r i δq j j1 j1 j1 m i ri r i δq j d m i ri r i m i ri d dt dt r i δq j, 2.4 waar we opnieuw gebruik maakten van het feit dat virtuele verplaatsingen tijdsonafhankelijk zijn. We leiden nu twee feitjes af, die ons zullen toelaten om vgl. 2.4 verder te vereenvoudigen. Beschouw eerst r i q, t: r i v i Dus hebben we dat voor v i q, q, t: j1 r i q j + r i t. 2.5 v i q j r i. 2.6 Verder hebben we ook nog dat d r i v i. 2.7 dt 2

Vullen we nu vgl. 2.6 en 2.7 in in vgl. 2.4: p d i δ r i dt j1 m i v i v i q j Gebruik makend van de definitie van de kinetische energie: T kunnen we vgl. 2.8 nog schrijven als: p i δ r i j1 Combinatie van vgl. 1.3, 2.2 en 2.10 geeft: d T T δq j dt q j j1 m i v i v i δq j. 2.8 1 2 m i v i v i, 2.9 d T T δq j. 2.10 dt q j Q j δq j. 2.11 j1 Stellen we nu verder nog dat de verbindingen holonoom waren en dat de veralgemeende coördinaten q i de verbindingen vrijmaken. Daaruit volgt dus dat de veralgemeende coördinaten onafhankelijk van elkaar zijn en in het bijzonder dat de virtuele verplaatsingen δq j onderling onafhankelijk zijn. In dit geval volgt uit vgl. 2.11 dat d T T Q j, j {1,, m}. 2.12 dt q j Dit zijn de Euler-Lagrange vergelijkingen. Ze gelden voor elk systeem dat zo is dat de verbindingskrachten geen virtuele arbeid leveren en waarbij de verbindingen holonoom zijn en vrijgemaakt door veralgemeende coördinaten q i, i {1,, m}. We kunnen deze vergelijkingen nog verder vereenvoudigen in het geval dat de krachten uit een potentiaal V r 1,, r n, t volgen: Q j F i r i i V r i V. 2.13 Combinatie van vgl. 2.13 met vgl. 2.12 resulteert in: d 0, 2.14 dt q j 3

met L de lagrangiaan: L T V. 2.15 Merk op dat we expliciet gebruik maakten van het feit de potentiaal niet van de snelheid afhangt. Uiteindelijk kunnen we nog iets verder gaan. Indien we een potentiaal V q, q, t hebben dat wel van de veralgemeende snelheden afhangt en indien de veralgemeende kracht componenten als volgt uit de potentiaal verkregen worden: Q j V + d V, 2.16 dt q j dan volgt vgl. 2.14 nog steeds uit vgl. 2.12 met de Lagrangiaan in vgl. 2.15 gegeven. Vgl. 2.16 is minder uitzonderlijk dan men wel zou kunnen vermoeden. Een belangrijk voorbeeld is een geladen deeltje dat in een uitwendig elektro-magnetisch veld beweegt. We zullen zien dat zo een systeem een snelheidsafhankelijke potentiaal heeft en de krachten zullen precies via de betrekking 2.16 uit de potentiaal verkregen worden. 3 Het integraal principe van Hamilton In het vorig hoofdstukje hebben we de Euler-Lagrange vergelijkingen afgeleid vanuit het d Alembert principe dat een virtuele beweging van het mechanisch systeem beschouwde waarvoor de virtuele arbeid van de verbindingskrachten nul was. De Euler-Lagrange vergelijkingen werden dus bekomen door de ogenblikkelijke toestand van het systeem, dus de toestand op een welbepaald tijdstip, en infinitesimale virtuele verplaatsingen om deze ogenblikkelijke toestand te beschouwen. differentiaalprincipe genoemd. Het d Alembert principe wordt dan ook een De Euler-Lagrange vergelijkingen kunnen ook afgeleid worden uit een principe dat de volledige beweging van het systeem tussen een begintijdstip en een eindtijdstip t 2 beschouwt. Dit noemt men dan ook een integraalprincipe. We voeren het begrip configuratieruimte in. Dit is een m-dimensionale ruimte met als coördinaten q i, i {1,, m}. De beweging van ons mechanisch syteem wordt nu volledig gekarakteriseerd door een welbepaalde kromme q 1 t, q 2 t,, q m t in de configuratieruimte. Die kromme zagen we, werd volledig bepaald door de Euler-Lagrange vergelijkingen, tesamen met 2m randvoorwaarden. 4

Beschouw een systeem met gegeven Lagrangiaan Lq, q, t met beginconfiguratie q i en eindconfiguratie q i t 2, i {1,, m}. We introduceren de actie S via: Het Hamilton principe zegt: S dt Lq, q, t. 3.1 De werkelijke beweging van een mechanisch systeem is zo dat de actie S een extremum bereikt. We zullen hier enkel bewijzen dat het Hamilton principe een voldoende voorwaarde is, m.a.w. we zullen aantonen dat de Euler-Lagrange vergelijkingen uit het Hamilton principe volgen. Uitgaande van de Euler-Lagrange vergelijkingen kan men aantonen dat het Hamilton principe ook nodig is. Dit valt echter buiten deze cursus. door We kunnen banen q i t, ε die weinig van de werkelijke baan verschilen parametriseren q i t, ε q i t + εf i t, 3.2 met q i t de werkelijke baan en f i f i t 2 0 maar verder is f i t willekeurig. Dus q i t, ε beschrijft kleine variaties omheen de werkelijke baan van het systeem, waarbij de begin- en eindpunten van de baan vastgehouden worden. De actie S bereikt een extremum voor ε 0 indien We krijgen: dsε dε d dε dsε dε 0. 3.3 ε0 dt Lqt, ε, qt, ε, t dt f i + f i q i q i dt d tt 2 f i + f i q i t dt d f i, 3.4 waar we in de laatste stap f i f i t 2 0 gebruikten. We krijgen hiermee: dsε t2 qt, qt, t dt d qt, qt, t f dε i. 3.5 ε0 5

Gezien het feit dat f i willekeurig is vinden we dat aan vgl. 3.3 voldaan is indien de Euler-Lagrange vergelijkingen gelden 2 : qt, qt, t q i d qt, qt, t 0. 3.6 dt q i We kunnen we ook direct de variatie van de lagrangiaan berekenen: δlq, q, t Lq + δq, q + δ q, t Lq, q, t δq i + δ q i. 3.7 q i q i Zo krijgen we voor de variatie van de actie δs: δs dt δlq, q, t dt δq i + δ q i q i q i dt d tt 2 δq i + δq i q i t dt d δq i, 3.8 waar we bij de laatste stap rekening hielden met het feit dat begin en eindpunt van de baan bij de variatie worden vast gehouden. Dus de regels van de variatierekening zijn formeel dezelfde als die van de differentiaalrekening, waarbij we echter de tijd constant houden. We kunnen het Hamilton integraal principe nu ook herschrijven als δs 0. 3.9 Gezien de variaties in vgl. 3.8 willekeurig waren, volgen de Euler-Lagrange vergelijkingen onmiddellijk. 2 We maken hier gebruik van het fundamenteel lemma van de variatierekening dat zegt dat indien dx fxgx 0 voor alle functies gx die continu zijn t.e.m. de tweede afgeleide, dan is noodzakelijkerwijs fx 0 voor x [x 1, x 2 ]. Zie b.v. R. Courant en H. Hilbert in de Methods of Mathematical Physics, volume 1, hoofdstuk 4. 6