THEORETISCH KADER : EXECUTIEVE FUNCTIES
Wat zijn executieve functies? Executieve functies laten ons toe complex gedrag uit te voeren en te controleren. Zo kunnen kinderen en volwassenen automatisch en routinematig gedrag afwisselen met nieuw, probleemoplossenden creatief gedrag. (Thiery & Anthonis, 2008) Dirigent van ons brein (Goldberg, 2009. The new executive brain: frontal lobes in a complex world)
Kern EF s - Werkgeheugen - Inhibitie - Cognitieve flexibiliteit Miyake et al, 2000 Hogere orde EF s - Redeneren - Problemen oplossen - Plannen Collins & Koechlin, 2012 Cool EF s ~rationele, cognitieve aspecten Hot EF s ~affectief-motivationele aspecten Zelazo & Müller, 2002 Zelazo & Carlson, 2012
Hogere-orde EF s, volgens Dawson en Guare Denkvaardigheden om doelen te kiezen of oplossingen voor problemen te bedenken Planning (ook kiezen wat wel of niet te doen!) Organisatie Timemanagement Metacognitie Denkvaardigheden om gedrag te sturen of aan te passen Reactie-inhibitie Emotie-regulatie Taakinitiatie Doelgericht doorzettingsvermogen Flexibiliteit Volgehouden aandacht (!) Dawson en Guare, 2010
The marshmallowtest Filmpje marshmellowtest
Ontwikkeling EF s als onderdeel van onze hersenontwikkeling Neurogenese Synaptogenese snoeien om te bloeien Myelinisatie! Snoeien om te bloeien! 2 groeispurten : vroege kindertijd, en préadolescentie (frontaal)! Efficiëntie Van vroege kindertijd tot in volwassenheid
EF s: een ontwikkelingsperspectief Center on the Developing Child (2012). Executive Function (InBrief).
EF s: een ontwikkelingsperspectief EF ontwikkelen zich in een verschillend tempo Vanaf leeftijd van 12 maanden meetbaar, meeste functies krijgen een duidelijker profiel rond leeftijd van 7 a 8 jaar. Ontwikkeling van inhibitie: 6 tot 8-jarigen hebben vaak meer moeite met het stoppen van hun gedrag dan oudere kdn. Vanaf deze lftd worden de verschillen in taakprestatie tussen leeftijden kleiner, maar verbetering tot volwassen niveau wordt nog gezien tot in de adolescentie. Naarmate kdn ouder worden, zijn ze ook beter in staat om automatische reacties te onderdrukken.
EF s: een ontwikkelingsperspectief Ontwikkeling van werkgeheugen: onderscheid tussen visueel & verbaal Kdn 7 jaar maken vooral gebruik van de visuele aspecten van informatie; ze gebruiken nauwelijks een verbale strategie om informatie te onthouden. Naarmate ze ouder worden, leren ze ook verbale strategieën te gebruiken, zoals bvb. herhaling van informatie. Prestatie op WG verbetert aanzienlijk tussen 4 en 15 jaar, evolueert tot in de adolescentie
EF s: een ontwikkelingsperspectief Ontwikkeling van cognitieve flexibiliteit: Kinderen (3 a 4 jaar) blijven langer in een strategie hangen die eerst correct was, maar het nu niet meer is. Dit persevereren in een strategie gebeurt zelfs als kdn wel kunnen aangeven dat ze weten dat de strategie niet de juiste is! Op 8-jarige leeftijd zijn kdn meestal goed in staat om te wisselen tussen verschillende regels. Prestaties van ongeveer 12 jaar oude kdn op cognitieve flexibiliteitstaken zijn nauwelijks te onderscheiden van prestaties van volwassenen op deze taken.
EF s: een ontwikkelingsperspectief Ontwikkeling van planning: Kinderen van 8 tot 10 jaar hebben meer tussenstappen nodig om hun uiteindelijke doel te bereiken dan oudere kinderen. Ook ontwikkeling van planning lijkt een gradueel proces te zijn, dan zich voortzet tot in de volwassenheid. Kinderen van 12 jaar zitten voor een heel aantal taken al op niveau van volwassenen, maar ook na deze leeftijd zijn er nog ontwikkelingsmogelijkheden (Huizinga e.a., 2006)
EF s: een ontwikkelingsperspectief Nog geen duidelijke mijlpalen afgebakend voor de ontwikkeling van executieve functies! à te weinig longitudinaal onderzoek (meestal cross sectioneel) à meestal obv taken die ontwikkeld zijn voor volw, en soms wat aangepast zijn om ook aantrekkelijk te zijn voor kdn. Uitgangspunt hierbij is dat de onderliggende processen bij kdn & volw op dezelfde manier te meten zijn; veel discussie hierover Invloed van informatieverwerkingssnelheid? Naarmate kdn ouder worden, wordt het infoverwerkingsproces sneller doorlopen; dus een deel van toename in prestaties op EF-taken zou kunnen toegeschreven worden hieraan. à klopt echter niet; er zijn ook na correctie duidelijke en specifiek leeftijdsgerelateerde ontwikkeling in EF waargenomen (Huizinga, 2006).
Impact van goed ontwikkelde EF s ~ betere fysieke en mentale gezondheid ~ betere academische prestaties en meer succesvolle carrière ~ hogere QOL
EF s : diagnostiek
Ouders én leerkrachten Diagnostiek 1. Anamnese Schoolopdrachten, huiswerk maken : Plannen, starten, blijven verderdoen, hulp vragen Orde (werktafel, kast, rugzak ) Zaken (opdrachten, materiaal, instructies) kwijtraken of vergeten? Huishoudelijke taakjes Hoe lopen het ochtend- en avondritueel : beginnen, verderdoen, supervisie nodig, zelfstandigheid Zelfcontrole Impulsief (verbaal of fysiek) zijn, anderen onderbreken, snel overstuur raken of kwaad worden,
Diagnostiek 2. Observatie In de natuurlijke, alledaagse setting : de klas/de school Be prepared! Waar zal je op letten? Wanneer manifesteert het probleem zich het meest? Maak afspraken met de leerkracht (hij/zij gedraagt zich zoals altijd) Wees onzichtbaar voor het kind Let op de omgeving (versterkende of belemmerende factoren) Liever meerdere korte observaties dan één lange observatie Vraag achteraf aan de leerkracht of de observatie kenmerkend was
Diagnostiek 3. Gedragsvragenlijsten BRIEF (Behavior Rating Inventory of Executive Function) Bevraagt : inhibitie, flexibiliteit, emotie-regulatie, werkgeheugen, plannen en organiseren, ordelijkheid en netheid, gedragsevaluatie, initiatief nemen, taken afmaken Voor ouders, leerkrachten, en kinderen zelf 5-18 jaar Afname 15, scoren en interpreteren 10 Goede betrouwbaarheid en voldoende validiteit
Diagnostiek 3. Gedragsvragenlijsten CBCL (Child Behavior Checklist) en Teacher Report Form Bevraagt breder spectrum van emotionele en gedragsproblemen adhv verschillende subschalen : teruggetrokken/depressief, lichamelijke klachten, angstig/depressief, sociale problemen, denkproblemen, aandachtsproblemen, normafwijkend gedrag, agressief gedrag, andere Voor ouders, leraren, en zelfrapportage (12-18 jaar) 6-18 jaar Afname 20, scoren en interpreteren? Validiteit voldoende, normen en betrouwbaarheid onvoldoende
Diagnostiek 4. Beoordelingsinstrumenten Wisconsin Card Sorting Test (WCST, Grant & Berg 1948) Tower of London (TOL, Culbertson & Zillmer, 2000) Tower of London (DKEFS) Stroop Kleur-Woord test (Stroop, 1935, Hammes, 1971) (uitvoeren; inhibitie T&A) Woord & figuur- fluency test Cowat (Controlled Word Association Test) Behavioural Assessment of the DysexecutiveSyndrome in Children (BADS-C) NEPSY-II
Interventies bij executieve problemen
WETENSCHAPPELIJKE EVIDENTIE : WAT WERKT EN WAT WERKT NIET?
Algemene principes gebaseerd op wetenschappelijke evidentie Jonge kinderen met de zwakste EF s halen het meeste voordeel uit interventies; Transfer van EF-training is narrow ; Interventies moeten uitdagend zijn Meer verbetermarge Minder verveling Belang van herhaalde, aangehouden training; De uitvoering van de interventie doet ertoe Niet enkel EF-training MAAR Ook aandacht voor plezierbeleving, fysieke fitness, opbouwen zelfvertrouwen
Wetenschappelijk bestudeerde interventies 1. Gecomputeriseerde trainingen (vb Cogmed) Bewezen nauw effect (bijv op werkgeheugen, redeneren) Transfer naar dagelijks functioneren? Langetermijnseffect? Ervaren als lastig/niet leuk! 2. Bewegen Belang van activiteiten die zowel het fysieke oefenen als neuropsychologische ontwikkeling stimuleren (bijv vechtsporten of yoga) 3. Cognitief gedragstherapeutische interventies Focus op vaardigheden waarvoor hogere orde EF s nodig zijn (activiteiten, participatie) Inzicht geven in eigen probleemgedrag Inbouwen van belonen door de omgeving
4. Schoolse programma s (Tools of the Mind, Zet je EFbril op) Verbeteren EF s breder Verminderen stressniveau in de klas Bevorderen zelfvertrouwen, gevoel van zelftrots en blijdschap Op maat van verschillende individuele kinderen (moeilijkheidsgraad) Focus op schoolse vaardigheden én sociaalemotionele ontwikkeling Gebruiken bewust een talige ondersteuning Participatie van de kinderen zelf (ook onderling) Activities and Programs That Improve Children s Executive Functions Adele Diamond Current Directions in Psychological Science 2012 21:335