Tentamen Cardiovasculaire (Humane) Stromingsleer 4A690 (3T160) blad 2/4 op vrijdag 13 augustus 1999, uur 2. Men maakt een model van een pulseren

Vergelijkbare documenten
TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE, vakgroep Transportfysica FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE, vakgroep Fundamentele Wertui

Tentamen Cardiovasculaire (Humane) Stromingsleer 4A690 (3T160) blad 2/3 2. In een experimentele opstelling wil men de invloed van pulserende schuifspa

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE, vakgroep Transportfysica FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE, vakgroep Fundamentele Wertui

Tentamen Humane Stromingsleer (3T160) blad 2/3 op maandag 19 juni, 9-12 uur, zaal In een model van het arteriele systeem wordt een harmonische

Tentamen Cardiovasulaire (Humane) Stromingsleer 4A690 (3T160) blad 2/4 2. Teneinde meer inziht te krijgen in de stromingsfenomenen die optreden in de

Het tentamen levert maximaal 30 punten op, waarvan de verdeling hieronder is aangegeven.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE GROEP TRANSPORTFYSICA

Formuleblad college Stromingsleer wb1225

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS

Het tentamen levert maximaal 30 punten op, waarvan de verdeling hieronder is aangegeven.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS

de weerstandscoëfficiënt van de bochten is nagenoeg onafhankelijk van het slangtype.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS

DRUKVERLIES GELAMINEERDE FLEXIBELE SLANGEN

de weerstandscoëfficiënt van de bochten is nagenoeg onafhankelijk van het slangtype.

1 VRIJE TRILLINGEN 1.0 INLEIDING 1.1 HARMONISCHE OSCILLATOREN het massa-veersysteem. Hoofdstuk 1 - Vrije trillingen

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT DER TECHNISCHE NATUURKUNDE GROEP TRANSPORTFYSICA

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS

tentamen stromingsleer (wb1225), Faculteit 3mE, TU Delft, 28 juni 2011, u

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica

tentamen stromingsleer (wb1225), Faculteit 3mE, TU Delft, 12 april 2011, u

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Tweede ronde - theorie toets. 21 juni beschikbare tijd : 2 x 2 uur

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT DER TECHNISCHE NATUURKUNDE GROEP TRANSPORTFYSICA

Formule blad College Stromingsleer Wb1220

Het drie-reservoirs probleem

T G6202. Info: auteur: Examencommissie Toelatingsexamen Arts en Tandarts, bron: Juli 2015, id: 11941

De olie uit opgave 1 komt terecht in een tank met een inhoud van liter. Hoe lang duurt het voordat de tank volledig met olie is gevuld?

Tentamen Fysica in de Fysiologie (8N070) deel AB herkansing, blad 1/5

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica

Glas persen door een mal

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica

Opgave 1 Golven op de bouwplaats ( 20 punten, ) Een staalkabel met lengte L hangt verticaal aan een torenkraan.

Phydrostatisch = gh (6)

SVP AANGEVEN: het practicum FTV is uitgevoerd in jaar...

Toepassing Complexe Functies: Potentiaalstroming

Module Aerodynamica ADY03 Reader aerodynamica, Bijlage symbolenlijst

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS

Tentamen Warmte-overdracht

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen Stroming & Diffusie (3D030) op donderdag 26 augustus 2010, uur.

Tentamen x 3

( ) ( ) en vloeistof met dichtheid = 891 kg/m 3 stroomt door een ronde uis met een bocht met diameters

2.1 Twee gekoppelde oscillatoren zonder aandrijving

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT DER TECHNISCHE NATUURKUNDE GROEP TRANSPORTFYSICA

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, sectie Cardiovasculaire Biomechanica

Tentamen Moleculaire Simulaties - 8C November uur

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE GROEP TRANSPORTFYSICA

NMi EuroLoop KROHNE Academy Procesverbetering door kennisoptimalisatie

Juli blauw Fysica Vraag 1

Dit tentamen bestaat uit vier opgaven. Iedere opgave bestaat uit meerdere onderdelen. Ieder onderdeel is zes punten waard.

Naam:... Studentnr:...

Tentamen Fysica in de Fysiologie (8N070) deel AB herkansing, blad 1/5

2de bach HIR. Optica. Smvt - Peremans. uickprinter Koningstraat Antwerpen EUR

Examen Algemene natuurkunde 1, oplossing

Theorie windmodellen 15.1

Meteorologie en Luchtkwaliteit

Het tentamen levert maximaal 30 punten op, waarvan de verdeling hieronder is aangegeven.

Examen Klassieke Mechanica

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2012 TOETS APRIL uur

Bionica en Zwemmen. Weerstand in water. J.J. Videler Brakel 28 maart 2009

Gassnelheid en volume metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de meting voor gassnelheid en volume

Wiskundige vaardigheden

Tentamen Fysica in de Fysiologie (8N070) deel A2 en B, blad 1/6

Vallen Wat houdt je tegen?

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE GROEP TRANSPORTFYSICA

Volumestroom- en Massastroommetingen

****** Deel theorie. Opgave 1

Introductie. Wiskunde in actie : Bungeejumpen met een rugzak!

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10) Tentamen Inleiding Experimentele Fysica (3AA10)

Tentamen Stromingsleer en Warmteoverdracht (SWO) april 2009,

VISCOSITEIT VAN VLOEISTOFFEN

Theory DutchBE (Belgium) Niet-lineaire dynamica in elektrische schakelingen (10 punten)

Convectiecoëfficiënten en ladingsverliezen bij éénfasige

Uitwerkingen van het Tentamen Moleculaire Simulaties - 8C Januari uur

Theory DutchBE (Belgium) De grote hadronen botsingsmachine (LHC) (10 punten)

Deeltentamen A+B Netwerkanalyse

Elementaire Deeltjesfysica

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Faculteit Wiskunde en Informatica

De trekproef. De trekproef - inleiding. De trekproef - inleiding. De trekproef - inleiding. Principe. Bepalen van materiaaleigenschappen

Tentamen Warmte-overdracht

Inleiding tot de dynamica van atmosferen Krachten

. Vermeld je naam op elke pagina.

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni Nummer vragenreeks: 1

DE XXXII INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE

Deeltentamen Lineaire Schakelingen (EE1300), deel B

Tentamen Warmte-overdracht

Aventuri met Bernoulli De wet van Bernoulli toegepast

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Eindronde theorietoets. 13 juni beschikbare tijd: 2x2 uur. Deel 1

MECHANICAII FLUIDO 55

Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2, Versie 1

Uitwerking tentamen Stroming 24 juni 2005

Transcriptie:

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE, groep Transportfysica FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE, groep Materials Technology Tentamen Cardiovasculaire (Humane) Stromingsleer 4A690 (3T160) blad 1/4 op vrijdag 13 augustus 1999, 14-17 uur Het tentamen levert maximaal 30 punten op. De verdeling is bij de vragen aangegeven. 1. Beantwoord de volgende vragen met ja of nee en geef een beknopte argumentatie. a. Is het snelheidsproel van een volledig ontwikkelde oscillerende buisstroming afhankelijk van het product van het Strouhal-getal en het Reynolds-getal? b. Is het juist dat de longitudinale impedantie op een specieke locatie in het arteriele systeem in tegenstelling tot de ingangsimpedantie alleen afhangt van de locale materiaaleigenschappen? c. Is in een aorta met een diameter van 20mm de longitudinale impedantie (Z L = =^q) vrijwel imaginair voor een normale hartslagfrequentie?, @ ^p d. Is het juist dat de stroming van een Newtonse vloeistof in een zwak gekromde bocht met straal a identiek is aan de stroming van dezelfde vloeistof in een bocht met dezelfde straal maar een 4 zo kleine kromtestraal en een 2 zo hoge gemiddelde snelheid? e. Zal de inlooplengte nodig voor volledig ontwikkelde stationaire buisstroming toenemen voor een toenemende viscositeit? f. Is de schuifspanning in volledig ontwikkelde bochtstroming waarin secundaire wervels zichtbaar zijn hoger aan de buitenbocht dan aan de binnenbocht? g. Is het waar dat de voortplantingssnelheid van golven in een elastische buis voor zeer hoge frequenties gelijk is aan de Moens-Korteweg snelheid? h. Is het waar dat in grote vaten de demping van golven vooral wordt veroorzaakt door visco-elastische eigenschappen van de wand? i. Is het juist dat het quotient van het Deborah getal en het Weissenberg getal het Strouhal getal oplevert? j. Zal bij wielrenners met een verhoogd hematocriet de prestatie verhogen omdat het bloed een lagere viscositeit heeft? 1

Tentamen Cardiovasculaire (Humane) Stromingsleer 4A690 (3T160) blad 2/4 op vrijdag 13 augustus 1999, 14-17 uur 2. Men maakt een model van een pulserende stroming door een dunwandig, lineair elastisch, vat met een cirkelvormige doorsnede. Dit wordt gedaan met behulp van een 3-components 'windketel' model afgesloten met een uitgangsweerstand R p zoals gegeven in onderstaande guur. p=0 h E, q c q i C q o r a v p i L R R p p =0 z u p o, l N.B. voor de afzonderlijke elementen met daarover een drukval p geldt: p = qr p = L @q q = C Van het vat dat wordt beschouwd zijn de volgende gegevens (niet allemaal nodig) bekend: elasticiteitsmodulus E =10 5 Pa, dwarscontractie =0:5, lengte l =1m, wanddikte h =0:2mm en straal a =2mm. De ingangsow q i bestaat uit een stationaire component q gesuperponeerd op een harmonische functie ~q(t) volgens: q i (t) =q+~q(t) ofwel q i (t) = X n=0 ^q n e in!t Van de vloeistof is bekend dat de dynamische viscositeit een constante waarde heeft van =10,3 Pas en een dichtheid =10 3 kg=m 3. a. Onder de aanname dat in- en uitstroom-eecten verwaarloosbaar klein zijn wordt de stroming in het vat beschreven door de z-component van de impulsvergelijking: @u =, + @ r @r (r@u @r ) Schrijf deze vergelijking in een dimensieloze vorm met behulp van de Womersley parameter en geef aan wat de fysische betekenis van is. 2

b. Teneinde een schatting te vinden voor de weerstand R in het model, wordt een stroming beschouwd waarin de weerstand R de dominerende parameter is. Geef aan waarom en onder welke condities met betrekking tot de frequentie en/of amplitude van de instroom q i en de uitstroomweerstand R p dit geldt. Laat verder zien dat in dat geval de stroming in het vat wordt beschreven door: @ r @r (r@u @r )= c. Geef de oplossing voor deze dierentiaalvergelijking en leid hieruit af dat R gedenieerd kan worden als: R = 8l a 4 d. De inertantie L wordt geschat door een stroming te beschouwen waarbij de instationaire traagheid dominant is. Geef aan waarom en onder welke condities met betrekking tot de frequentie en/of amplitude van de instroom q i en de uitstroomweerstand R p dit geldt. Laat verder zien dat in dat geval de stroming in het vat wordt beschreven door: @u =,1 e. Geef de oplossing van deze dierentiaalvergelijking en leid hieruit af dat de inertantie kan worden gedenieerd als: L = l a 2 f. Uiteraard wordt ook een schatting gemaakt voor de compliantie C van het vat. Ook nu wordt weer een ingangsow aangeboden maar nu zodanig dat de compliantie de bepalende factor is in het model. Geef aan waarom en onder welke condities met betrekking tot de frequentie en/of amplitude van de instroom q i en de uitstroomweerstand R p dit geldt. Laat verder met behulp van de massabalans zien dat in dat geval de dwarsdoorsnede oppervlakte verandering wordt gegeven door: @A =,@q g. De compliantie van de buis is gedenieerd door C = l(@a=). Geef met behulp van deze denitie een uitdrukking voor het verschil van de ingaande en uitgaande volumestroom q c = q i, q o. h. Laat zien dat geldt: p i, p o = L @q i + Rq i en p o = R p (q i, C o ) i. Als de ingansow in de buis wordt onderbroken, vindt men na enige tijd een exponentiele daling van de druk p o volgens p o / e,t=. Geef een schatting van de karakteristieke tijd uitgedrukt in de modelparameters (R; R p ;L;C). j. Laat zien dat voor harmonische functies q i geldt: ^p i R p = R + i!l + ^q i 1+i!R p C 3

Tentamen Cardiovasculaire (Humane) Stromingsleer 4A690 (3T160) blad 4/4 op vrijdag 13 augustus 1999, 14-17 uur 3. De voortplanting van een drukgolf in een met vloeistof (dichtheid ) gevulde exibele leiding (doorsnede oppervlak A 0 )worden bij benadering beschreven door: 8 >< B 1 + @q =0 >: B 2 + @q =0 met p en q de verstoringen van druk en volumestroom en B 1 en B 2 constanten. a. Wat is de fysische betekenis van beide vergelijkingen en onder welke voorwaarden zijn ze van toepassing? b. Wat is de fysische betekenis van de coecienten B 1 en B 2? c. Stel dat in de buis een harmonische drukverstoring bestaat met hoekfrequentie! en dat deze verstoring zich voortplant met golfgetal k 0 en admittantie Y 0. Geef uitdrukkingen voor k 0 en Y 0 in termen van de relevante gegeven parameters. d. De leiding wordt op z = 0 verbonden met een tweede leiding. De golf loopt in de positieve z-richting, refelecteert op z = 0 en gaat gedeeltelijk door in de tweede leiding. De refelectiecoecient bedraagt, =, 1. Wat leert ons dat 2 over de coecienten B 1 en B 2 voor de tweede leiding, die we 1 en 2 zullen noemen ter onderscheid. e. Voor de situatie zoals geschetst onder (d) meten we de 'lokale' reectiecoecient r = p r =p i op een afstand L links van z =0. De symbolen p r en p i zijn complexe amplitudes. We vinden dat r = r 0 =, 1. Wat leert ons dat over L? 2 4

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE, groep Transportfysica FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE, groep Materials Technology Antwoorden bij tentamen Cardiovasculaire (Humane) Stromingsleer (4A690,3T160) op vrijdag 13 augustus 1999, 14-17 uur 1. Antwoorden: a. Ja, dit product is gelijk aan 2. b. Ja, de ingangsimpedantie (^p=^q) op een bepaalde locatie is een eigenschap van het hele stelsel erachter de longitudinale impedantie ( @ ^p =^q) hangt alleen van locale eigenschappen af. c. Ja, dan =0:01 q 2=3 10,6 15 en dus vrijwel wrijvingsloos dus druk en ow uit phase: i!^u = @ ^p. d. Nee, voor zwak gekromde bochten is het Deangetal de enige dimensieloze groep: Dn = 1=2 Re kromtestraal 4 maal kleiner en U dus Re 2 maal kleiner geeft gelijke Dn. e. Nee, juist afnemen. De inlooplengte is evenredig met Re en dus omegekeerd evenredig met de viscositeit. f. Ja, secundaire wervel zichtbaar dus wrijving speelt een rol dus hogere snelheidsgradienten aan buitenbocht. g. Ja, per denitie is de Moens-Korteweg golfsnelheid gelijk aan de de golfsnelheid voor!1. h. Ja. Daar speelt wrijving door viscositeit van de vloeistof geen belangrijke rol. i. Ja, De=W e =(=)=(V=a) =a=v = Sr. j. Nee. De viscositeit wordt juist hoger. Wel wordt het transporterend vermogen voor zuurstof hoger. 2. Antwoorden: a. u = u=u, r = r=a, z = z=l, t =!t en p = p=p 0 geeft: U! @u =,p 0 l + U 1 a 2 r 5 @ @r (r@u @r )

a 2! @u =,p 0a 2 Ul + 1 @ r @r (r@u @r ) kies p 0 = Ul=a 2 dan: 2 @u = + 1 r r @! @r (r@u @r ) met: = a. b. Als quasi-statisch ( 1 en dus! a 2 =) dan doet de inertantie niet mee. Stroming laminair en volledig ontwikkeld dus Re en dus jq i j laag. Voor constante diameter moet bovendien ldp=dz p. R p moet bekend zijn en voor dominante R laag. DV: triviaal ( 1). c. Twee maal integreren en randvoorwaarden invullen geeft: u(r) =, 1 4 (a2,r 2 ) Nogmaals integreren geeft ow: q =, 8 p =,l! R = 8l a 4 d. Nu moet juits 1 en dus! a 2 =. Voor dominante L kan R p het beste zo laag mogelijk zijn zodat de druk bij de compliantie ongeveer 0 is. DV: triviaal ( 1). e. Integreren over de lengte van de buis: dus: @q =,A p = l @q a 2 = a2 l p! L = l a 2 f. Beschouw een stukje dz in lengterichting van de buis. Dan geeft de massabalans: (q(z + dz), q(z)) dt =, (A(t + dt), A(t)) dz en dus met dz! 0: @q =,@A 6

g. @A = @A = C l Het opgeslagen volume is l @q q c = C h. Uit voorafgaande volgt: 8 >< >: p o, p i q c p i, p o =(q i,q c )R p =,l C l Eliminatie van q c geeft gevraagde. i. Uit de tweede vergelijking uit (h) volgt: p o = R p C o en dus: = L @q i + Rq i = C o met als oplossing p o = Ae t=rpc en dus = R p C: de RC-tijd. j. Substitueer p i = ^p i e i!t, q i = ^q i e i!t en p o = ^p o e i!t in de vergelijkingen uit (h) en elimineer ^p o. 3. Antwoorden: a. De behoudswetten van massa en impuls. Geldig indien: V=c 0 1, =a 0 1, A=A 1. Verder moet wrijving verwaarloosbar zijn, dus = a 0 q!= 1. () b. B 1 is de compliantie = (da=dp) 0, B 2 = A 0 =. ( 2pnt) c. Vul in, p = ^pe i(!t,kz) en q = ^qe i(!t,kz) B 1 i!^p, ik 0^q =0,B 2 ik 0 ^p + i!^q =0 Oplossen geeft: () k 2 0 =! 2 B 1 B 2 k 0! = s B1 B 2 ^q ^p = Y! 0 = B 1 k 0 = q B 2 B 1 7

d. Reectie: of Y 1 = Y 0 (), o = Y 0, Y 1 = Y 0 + Y 1 s 1 0 = 1,, 0 =3. B 1 B 0 1+, 0 p B0 B 1, p 0 1 pb0 B 1 + p 0 1 =, 1 2 e. Dat L een geheel aantal malen een halve golengte is. () 8