Hoofdstuk 4 Regels voor het landelijk gebied

Transcriptie

1 Hfdstuk 4 Regels vr het landelijk gebied Artikel 12 Verbd tt aanleg van bedrijventerreinen en kantrlcaties 1. Een bestemmingsplan vrziet niet in een nieuw bedrijventerrein en kantrlcatie f een uitbreiding van een bestaand terrein in het landelijk gebied. 2. Gedeputeerde staten kunnen gehrd de Adviescmmissie Ruimtelijke Ontwikkeling ntheffing verlenen van het verbd, genemd in het eerste lid vr de aanleg van een nieuw bedrijventerrein en kantrlcatie f de uitbreiding van een bestaand terrein indien het nieuwe bedrijventerrein f kantrlcatie f de uitbreiding van het bestaande terrein in vereenstemming is met de geldende prvinciale planningspgave, als bedeld in artikel 11 eerste en tweede lid. 3. Artikel 15 is van vereenkmstige tepassing. 4. De telichting bij een bestemmingsplan dat een nieuw bedrijventerrein f kantrlcatie mgelijk maakt, na tepassing van het bepaalde in het tweede lid, geeft aan in heverre de nieuwe lcatie f de uitbreiding van een bestaand terrein in vereenstemming is met en gebaseerd p afspraken van de gemeente met de andere gemeenten in regiverband en duidelijk is: a. p welke wijze het bedrijventerrein f de kantrlcatie f de uitbreiding past in de reginale verdeling van deze terreinen ver de gemeenten; b. p welke wijze het bedrijventerrein f de uitbreiding past in de afgesprken vestigingsmilieus; c. dat p bestaande terreinen binnen bestaand bebuwd gebied geen ruimte meer beschikbaar is f kan wrden verkregen na herstructurering f intensivering d. p welke wijze het bedrijventerrein f de kantrlcatie past in een af te spreken tijdsfasering; e. dat in vldende mate is aangetnd dat behefte bestaat aan een nieuw bedrijfsterrein f kantrlcatie f uitbreiding van bestaand terrein en; f. p welke wijze de vestigingsmilieus zich verhuden tt de bereikbaarheid van het bedrijventerrein f kantrlcatie. 5. Gedeputeerde staten zijn bevegd tt het vast stellen van nadere regels mtrent de relatie van bedrijventerreinen en kantrlcaties met verschillende vestigingsmilieu s en de bereikbaarheid daarvan dr middel van gede aansluitingen p verkeers- en ververs- verbindingen. 6. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid zijn nieuwe bedrijventerreinen en kantrlcaties f uitbreiding van bestaande terreinen in het landelijk gebied tevens mgelijk indien: a. deze nderdeel uitmaken van de transfrmatiegebieden - meervudig zals weergegeven p kaart 2 en p de digitale verbeelding ervan;

2 b. deze in vereenstemming is met de geldende prvinciale planningspgave en; c. het bepaalde in artikel 15 in acht wrdt genmen. Artikel 13 Nieuwe wningbuw 1. Een bestemmingsplan vrziet niet in de ntwikkeling van nieuwe wningbuw in het landelijk gebied. 2. Gedeputeerde staten kunnen, gehrd de Adviescmmissie vr Ruimtelijke Ontwikkeling (ARO), ntheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid vr: a. nieuwe wningbuw, hiernder begrepen de ntwikkeling van nieuwe landgederen, zals bedeld in artikel 1 van deze verrdening, die bijdraagt aan een substantiële verbetering van in de directe mgeving daarvan aanwezige kwaliteiten van het landschap; b. verige nieuwe wningbuw in het landelijk gebied. 3. Gedeputeerde staten kunnen de ntheffing als bedeld in het tweede lid uitsluitend verlenen indien: a. de ndzaak van nieuwe wningbuw is aangetnd aan de hand van de in het vierde lid genemde dcumenten; b. is aangetnd dat nieuwe wningbuw niet kan wrden gerealiseerd dr herstructureren, intensiveren, cmbineren f transfrmeren binnen bestaand bebuwd gebied en; c. het bepaalde in artikel 15 in acht wrdt genmen. 4. Ten beheve van de berdeling van de ndzaak van nieuwe wningbuw stellen gedeputeerde staten de vlgende dcumenten vast: a. gebiedsdcument Nrd-Hlland Nrd en Metrplregi Amsterdam (vastgesteld in 2009) b. prvinciale wningbuwmnitr (jaarlijks pgesteld en vastgesteld) c. prvinciale wnvisie; en de reginale actieprgramma s (vast te stellen in respectievelijk 2010 en 2011). 5. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid is nieuwe wningbuw in het landelijke gebied tevens mgelijk: a. indien nieuwe wningbuw tt stand kmt nder tepassing van een Ruimte vr Ruimte regeling, als bedeld in artikel 16; b. indien nieuwe wningbuw, als bedeld in artikel 17, nderdeel uitmaakt van verbrede landbuw p respectievelijk functiewijzigingen van agrarische buwpercelen c. indien de nieuwe wningbuw nderdeel uitmaakt van de transfrmatiegebieden - meervudig zals weergegeven p kaart 2 en p de digitale verbeelding ervan. Artikel 14 Overige vrmen van verstedelijking 1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 12 en 13 vrziet een bestemmingsplan k niet in nieuwe verstedelijking f uitbreiding van

3 bestaande verstedelijking, als bedeld in artikel 1 van deze verrdening, in het landelijk gebied. 2. Gedeputeerde staten kunnen, gehrd de Adviescmmissie vr Ruimtelijke Ontwikkeling (ARO), ntheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid. 3. Gedeputeerde staten kunnen de ntheffing als bedeld in het tweede lid uitsluitend verlenen indien: a. de ndzaak van verstedelijking als bedeld in het eerste lid is aangetnd; b. is aangetnd dat de begde verstedelijking niet dr herstructureren, intensiveren, cmbineren f transfrmeren binnen bestaand bebuwd gebied kan wrden gerealiseerd en; c. het bepaalde in artikel 15 in acht wrdt genmen. 4. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid zijn nieuwe verstedelijking f uitbreiding van bestaande verstedelijking, als bedeld in artikel van deze verrdening, in het landelijk gebied tevens mgelijk indien deze nderdeel uitmaken van de transfrmatiegebieden meervudig zals weergegeven p kaart 2 en p de digitale verbeelding ervan. Hierbij wrdt het bepaalde in artikel 15 in acht genmen. Artikel 15 Ruimtelijke kwaliteitseis ingeval van verstedelijking in het landelijk gebied 1. Een bestemmingsplan dat vrziet in nieuwe f uitbreiding van bestaande verstedelijking, als bedeld in de artikelen 12, 13 en 14 in het landelijk gebied hudt rekening met: a. de kernkwaliteiten van de verschillende landschapstypen en aardkundige waarden als bedeld in artikel 8; b. de kernkwaliteiten van de bestaande drpsstructuur waaraan wrdt gebuwd; c. de penheid van het landschap daarbij inbegrepen stilte en duisternis; d. de histrische structuurlijnen; e. cultuurhistrische bjecten; vereenkmstig de in het tweede lid genemde Leidraad Landschap en Cultuurhistrie. Daarte geeft de telichting bij het bestemmingsplan tenminste een verantwrding van de mate waarin deze nieuwe functies rekening huden met: 1. de ntwikkelingsgeschiedenis van het landschap; 2. de rdeningsprincipes van het landschap; 3. de bebuwingskarakteristieken (architectuur, stedenbuw, penbare ruimte) ter plaatse; 4. de inpassing van de nieuwe functies in de wijdere mgeving (grtere landschapseenheid); 5. de bestaande kwaliteiten van het gebied ( inclusief de ndergrnd) als hiervr bedeld en de maatregelen die ndig zijn m negatieve effecten p deze kwaliteiten p te heffen in relatie tt de nieuwe functies.

4 2. Prvinciale staten stellen de landschapstypen en kernkwaliteiten als bedeld in het eerste lid vast in een Leidraad Landschap en Cultuurhistrie. Artikel 16 De Ruimte vr Ruimte- regeling 1. Een bestemmingsplan kan vrzien in de mgelijkheid van nieuwe wningen ter cmpensatie van strende bebuwing f functies buiten het bestaand bebuwd gebied als vrzien is in een Ruimte vr Ruimte regeling. Deze regels vrzien in ieder geval in: a. een vermindering van het bebuwde ppervlak dr een nett-afname van bebuwing. b. zekerstelling dat de herstructurering van de te saneren lcatie inclusief de slp van de hiervr bedelde bebuwing f functies plaats heeft. c. niet meer wningen wrden tegestaan dan ndzakelijk is m de slp van bedelde bebuwing f functies te realiseren; de cmpensatie vanuit het ruimte vr ruimte beleid dient bij vrkeur plaats te vinden in f tegen bestaand bebuwd gebied. 2. Een bestemmingsplan dat geheel f gedeeltelijk betrekking hebben p a. Eclgische Hfdstructuur, als bedeld in artikel 19, b. Natinale landschappen, als bedeld in artikel 20, c. Rijksbufferznes, als bedeld in artikel 24, d. Weidevgelleefgebieden, als bedeld in artikel 25, en e. Recreatie m de Stadgebieden vr zver niet vallende nder de gebieden als bedeld nder a t/m d en aangegeven p kaart 5 en p de digitale verbeelding ervan, vrziet in een regeling, als bedeld in artikel 16, eerste lid. 3. Gedeputeerde staten kunnen nadere regels geven ten aanzien van de eisen waaraan de regeling, als bedeld in het eerste lid met vlden in de gebieden als bedeld in het tweede lid. Deze regels betreffen in ieder geval: a. de wijze van de kstenverdeling terzake van de cmpensatie en welke ksten in aanmerking kmen; b. de wijze van zekerheidsstelling als bedeld in het eerste lid nder b; c. de lcatie van de cmpenserende wningbuw en; d. het gebruik van de regeling ten beheve van verplaatsing van (agrarische) bedrijfsbebuwing. e. dr de nieuw te buwen wning(en) mgen de bedrijfsvering en de ntwikkelingsmgelijkheden van mringende agrarische bedrijven niet wrden beperkt. 4. Artikel 15 is van vereenkmstige tepassing. Artikel 17 Verbrede landbuwfuncties p f functiewijzigingen van agrarische buw percelen 1. Een bestemmingsplan vrziet slechts in de mgelijkheid dat agrarische gebuwen inclusief de agrarische bedrijfswning(en) en uitgeznderd kassen, al dan niet als nevenfunctie, p het buwperceel wrden gebruikt vr

5 kleinschalige vrmen van (bijzndere) huisvesting, werken, recreatie en zrgfuncties indien: a. de nieuwe functie(s) de bedrijfsvering en de ntwikkelingsmgelijkheden van mringende agrarische bedrijven en de wnfunctie van mringende wningen niet wrdt beperkt; b. de mgelijkheid van buitenpslag in relatie tt niet-agrarisch gebruik wrdt geregeld in het bestemmingsplan. c. de nieuwe functie aantnbaar geen nevenredige verkeersaantrekkende werking heeft en dat er sprake is van een acceptabele verkeerssituatie; d. eventuele extra parkeerplaatsen p het eigen buwperceel wrden gerealiseerd; e. ingeval van bijzndere huisvesting uitsluitend sprake is van afhankelijke wnruimten f wningen als nderdeel van zrgfuncties; f. ingeval van recreatiefuncties permanente bewning wrdt verbden en; g. in geval van functiewijziging naar burgerwning na vlledige agrarische bedrijfsbeëindiging dit uitsluitend gesitueerd wrdt in het vrmalige agrarische hfdgebuw waarbij karakteristieke berderijen gesplitst mgen wrden indien geen af breuk wrdt gedaan aan het rsprnkelijke karakter van de bebuwing. 2. Gedeputeerde staten zijn bevegd nadere regels vast te stellen ver de aard en mvang van de te te laten niet- agrarische functies. 3. Artikel 15 is van vereenkmstige tepassing. Artikel 18 Recreatiewningen 1. Een bestemmingsplan vrziet niet in de mgelijkheid van permanente bewning van recreatiewningen en stacaravans. 2. Een bestemmingsplan dat betrekking heeft p een bestaand bedrijfsmatig geëxpliteerd cmplex van recreatiewningen stelt regels ter waarbrging van een bedrijfsmatige explitatie van het cmplex. 3. Een bestemmingsplan dat na tepassing van artikel 14 derde lid de prichting van een nieuw cmplex van recreatiewningen mgelijk maakt stelt regels ter waarbrging van een bedrijfsmatige explitatie van het cmplex en het vrkmen van permanente bewning van de recreatiewningen. 4. Bestemmingsplannen, waarin bestaande recreatieparken, liggend in f tegen beschermde natuurgebieden, met een zmer- en winterregeling, meten deze regeling respecteren en handhaven teneinde de natuur in het winterseizen de mgelijkheid te geven te herstellen. 5. Artikel 15 is van vereenkmstige tepassing.