Fourieranalyse. J. Hulshof November 17, 2011

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Fourieranalyse. J. Hulshof November 17, 2011"

Transcriptie

1 Fourieranalyse J. Hulshof November 7, 0 Inleiding. Dit onderwerp begint met het inzicht dat π-periodieke (reele of complexe) functies f(x) met x IR te schrijven zijn als sommen van de standaard π-periodieke functies. Complex geschreven: f(x) = n= c n e inx (op het eerste gezicht een Laurentreeks in ζ = e ix ), met, zo zal blijken, c n = π f(x)e inx dx. Het begrip uniforme convergentie en de maximumnorm f = max x IR f(x) komen hierbij langs, maar ook de -norm f = f(x) dx en convergentie in die norm. De Fouriercoefficienten zijn in feite de coordinaten van f ten opzichte van een orthonormale basis in een oneindig dimensionale complexe vectorruimte met een inwendig produkt. We werken dit eerst in een reele setting uit. Deze Fourierrepresentatie van een π-periodieke f kunnen we ook schrijven als met f(x) = π ˆf(n) = n= ˆf(n)e inx, f(x)e inx dx. Op deze manier zien we de Fouriercoefficienten c n (modulo de factor π) als een nieuwe functie ˆf : IZ C. Het verband tussen c n en ˆf(n) is dat πc n = ˆf(n).

2 De functie heet ˆf de Fouriergetransformeerde van f : [, π] C, waarbij we f stilzwijgend π-periodiek uitbreiden tot f : IR C. Wat voor π-periodieke functies kan ook voor R-periodieke functies, en in de limiet R worden Fourierreeksen (gezien als Riemannsommen) Fourierintegralen. Deze overgang maken we precies voor zogenaamde testfuncties: functies die oneindig vaak differentieerbaar zijn en identiek aan nul in de buurt van oneindig zodat bij partieel integreren de stoktermen altijd wegvallen. Voor zo n testfunctie φ(x) krijgen we zo in plaats van een Fourierreeks een Fourierintegraal φ(x) = ˆφ(λ) e iλx dλ, π waarin de rol van ˆf(n) is overgenomen door deze Fouriergetransformeerde ˆφ(λ) = φ(x)e iλx dx, een functie van een continue parameter λ IR. Interessant om veel redenen, bijvoorbeeld omdat, via partieel integreren, ˆφ (λ) = iλ ˆφ(λ), ˆ φ (λ) = λ ˆφ(λ),... Differentiëren wordt zo een algebraische operatie! Fourierintegralen van dit type kunnen we met de residustelling vaak uitrekenen. Zie Secties 80 en 8 van Churchill & Brown. In dit verband speelt ook de dichtheidsfunctie van de normale verdeling een opvallende rol. Fourierreeksen De functie f 7 (x) = sin x sin x sin 3x 3 sin 4x 4 sin 5x 5 sin 6x 6 sin 7x 7 is periodiek met periode π. Op het interval (, π) ligt de grafiek van f 7 vlakbij de grafiek van de oneven functie f(x) = x. Kennelijk is maar alleen voor < x < π. x = k sin kx ( ), (.) k Exercise Er is een verband met machtreeksen: het rechterlid in (.) is het imaginaire deel van ( ) k ζ k, ζ = e ix. k Bepaal de som van deze machtreeks voor ζ <. Hint: differentieer naar ζ, sommeer en primitiveer.

3 Exercise Volgens de complexe versie van het criterium van Leibniz convergeert de machtreeks in in Opgave voor alle ζ met ζ = behalve ζ =. Aangenomen dat de somfunctie die je in Opgave hebt gevonden ook geldig is voor alle ζ met ζ = waar de reeks convergeert, verifieer (.). Op de complexe versie van het criterium van Leibniz en de aanname komen we nog terug in Sectie??. De reeks in (.) heet een Fouriersinusreeks. Maken we van de minnen plussen dan vinden we dat de grafiek van de functie h 7 (x) = sin x sin x sin 3x 3 sin 4x 4 sin 5x 5 sin 6x 6 sin 7x 7 op het interval (0, π) vlakbij de grafiek van de functie f(x) = π x ligt. De functie g 7 (x) = cos x cos x 4 cos 3x 9 cos 4x 6 cos 5x 5 cos 6x 36 cos 7x 49 heeft een grafiek op het interval (, π) vlakbij de grafiek van de even functie ligt. Kennelijk is g(x) = π x 4 x 4 = π k cos kx ( ) k. Het rechterlid, inclusief de constante term, heet een Fouriercosinusreeks. Invullen van x = 0 geeft π = We zullen zien dat bij even π-periodieke functies Fouriercosinusreeksen horen, en bij oneven π-periodieke functies Fouriersinusreeksen. Omdat elke functie te splitsen is in een even en een oneven functie, f(x) = f(x) f( x) f(x) f( x), hoort zo bij een algemene π-periodieke functie de som van een Fouriercosinusreeks en een Fouriersinusreeks. Zo n som heet een Fourierreeks. Schrijven we de cosinussen en sinussen uit in complexe e-machten, cos x = eix e ix, sin x = eix e ix, i 3

4 dan wordt een algemene Fourierreeks een reeks van de vorm k= c k e ikx = a 0 (a k cos kx b k sin kx) (.) Uiteindelijk zullen we er voor kiezen om met de complexe vorm te werken, het linkerlid in (.) dus, een Laurentreeks in ζ = e ix. Uit de Cauchy integraal formules hebben we Laurentreeksen van de vorm k= c k ζ k (.3) zien verschijnen voor complex differentieerbare functies f(ζ) op een annulus waarbij het plusstuk {ζ C : R < ζ < R }, c k ζ k k=0 convergent is voor ζ < R en het minstuk c k ζ k convergent is voor ζ > R. Als R = 0 dan heeft f(ζ) in ζ = 0 een al dan niet ophefbare singulariteit. Omgekeerd, als we met een willekeurige Laurentreeks van de vorm (.3) beginnen dan zijn er bijbehorende R en R zodat het plusstuk convergeert naar een complex differentieerbare functie op {ζ C : ζ < R } en het minstuk naar een complex differentieerbare functie op {ζ C : ζ > R }. A priori kunnen zowel R als R ook 0 of zijn, en in het algemeen kan R groter of kleiner zijn dan R. Laurentreeksen die verschijnen als Fourierreeksen van π-periodieke functies f(x) via ζ = e ix hebben meestal R = R =. In het vervolg zullen we zulke π-periodieke functies zien als functies f : (, π) C. Fourierreeksen gaan terug tot Daniel Bernouilli, die de golfvergelijking u t = u x voor bijvoorbeeld 0 < x < π en met randvoorwaarde u = 0 voor x = 0 en x = π, met Fouriersinusreeksen probeerde op te lossen. Later was Fourier de eerste die voor een gegeven functie f de coefficienten in integralen wist uit de drukken, toen hij Fouriersinusreeksen gebruikte om de warmtevergelijking u t = u x 4

5 op te lossen. Tegenwoordig zien we de functies en, cos x, sin x, cos x, sin x,...,..., e 3ix, e ix, e ix, e 0ix =, e ix, e ix, e 3ix,... als orthonormale bases in een (Hilbert)ruimte van functies, en de Fouriercoefficienten als coordinaten ten opzichte van deze basis. Voor een grote klasse van functies f : (, π) IR zijn de Fouriercoefficienten a k, b k en c k als coordinaten van f ten opzichte van deze bases gedefinieerd. De N-de partiële som van de Fourierreeks van f is S N f(x) = met Fouriercoefficienten a n = π N k= N c k e ikx = a N 0 (a k cos kx b k sin kx), (.4) f(x) cos nx dx, b n = π c n = π f(x) sin nx dx, (.5) f(x)e inx dx. (.6) Het volgende programma is bedoeld om vertrouwd te raken met Fourierreeksen. Gebruik Maple/Mathematica voor de plotjes. De integralen kun je beter met de hand doen. Exercise 3 Bereken cos nx cos mx dx en m en n. cos nx sin mx dx voor gehele Exercise 4 Laat f : (0, π) IR gegeven zijn door f(x) = en kies een πperiodieke uitbreiding f : IR IR die even is (i.e. f(x) = f( x)). Bereken alle Fouriercoefficienten a n en b n. Exercise 5 Laat f : (0, π) IR gegeven zijn door f(x) = en kies een πperiodieke uitbreiding f : IR IR die oneven is (i.e. f(x) = f( x)).. Bereken alle Fouriercoefficienten a n en b n.. Plot f en S N f (voor een aantal waarden van N) in een grafiek. 3. Onderzoek numeriek wat er gebeurt met de grootte en plaats van het maximum van S N f als N. 4. Vereenvoudig S N f in x = π. Vergelijk dit met f( π ). Van welke gewone reeks is, aangenomen dat S N f( π ) naar f( π ) convergeert, nu de som te bepalen? 5

6 5. Idem voor x = π 4. Exercise 6 Laat f : (0, π) IR gegeven zijn door f(x) = sin x. Kies een even π-periodieke uitbreiding f : IR IR. Bereken alle Fouriercoefficienten a n en b n.. Bereken alle Fouriercoefficienten a n en b n.. Plot f en S N f (voor een aantal waarden van N) in een grafiek. 3. Vereenvoudig S N f in x = 0. Vergelijk dit met f(0). Van welke gewone reeks is, aangenomen dat S N f(0) naar f(0) convergeert, nu de som te bepalen? 4. Idem voor x = π. 5. Idem voor x = π 4. Exercise 7 Laat f : (0, π) IR gegeven zijn door f(x) = cos x en kies een oneven π-periodieke uitbreiding f : IR IR.. Bereken alle Fouriercoefficienten a n en b n en plot f en S N f (voor een aantal waarden van N) in een grafiek.. Vergelijk het gedrag bij x = 0 voor N groot met dat in som Neem nu de oneven π-periodieke uitbreiding f(x) = cos x (het verschil van de functie in som 5 en de functie in deze som). Onderzoek numeriek het gedrag van S N f bij x = 0 voor N. Exercise 8 Laat f : (0, π) IR gegeven zijn door f(x) = π x en kies een oneven π-periodieke uitbreiding f : IR IR.. Bereken alle Fouriercoefficienten a n en b n en plot f en S N f (voor een aantal waarden van N) in een grafiek.. Differentieer S N f(x) naar x en noem de afgeleide d N (x). Zijn er waarden van x waarvoor d N (x) convergeert als N? Exercise 9 Laat f : (0, π) IR gegeven zijn door f(x) = x(π x) en kies een oneven π-periodieke uitbreiding f : IR IR.. Bereken alle Fouriercoefficienten a n en b n en plot f en S N f (voor een aantal waarden van N) in een grafiek.. Vereenvoudig S N f in x = π. Vergelijk dit met f( π ). Van welke gewone reeks is, aangenomen dat S N f(x) naar f(x) convergeert, nu de som te bepalen? 3. Differentieer S N f(x) naar x en noem de afgeleide g N (x). Laat zien dat g N (x) op IR uniform convergeert naar een limietfunctie. 4. Bepaal die limietfunctie numeriek. 5. Vergelijk g N (0) met zijn limietwaarde. Welke som van welke gewone reeks vinden we nu? 6

7 Convergentie van Fourierreeksen Bij de vraag of, en in welke zin, de Fourierreeks convergeert, en ook als limiet f heeft, m.a.w. of f(x) = k= c k e ikx = a 0 (a k cos kx b k sin kx), speelt het begrip convolutie een belangrijke rol. Exercise 0 Laat zien dat S N f(x) = π D N (y)f(x y)dy, de convolutie van de functies D n en f op (, π), waarbij D N (x) = sin(n )x sin x = N k= N Maak plotjes van D N voor een aantal waarden van N. e ikx. (.7) De functie D N heet de Dirichlet kern. Voor grote N concentreert deze functie zich bij 0 met een steeds smallere piek waarvan de oppervlakte naar π gaat. Dat is de reden dat S N f(x) naar f(x) convergeert als f voldoende netjes is. Omdat D N voor grotere N steeds meer tekenwisselingen heeft is dit lastig om te bewijzen. Het gemiddelde van D 0,..,D N, F N (x) = N (D 0(x) D N (x)) = N sin (N)x sin x, (.8) is een veel mooiere functie. Geen tekenwisselingen, integraal π, en gepiekt in 0. Exercise Leidt de laatste gelijkheid in (.8) door sin x sin (N )x als imaginair deel van een eindige meetkundige reeks te schrijven. Verifieer ook dat F N (x)dx = π, en dat F N (x) 0 als N behalve in veelvouden van π. Preciezer: 0 < δ x π 0 F N (x) N sin δ Voor vaste δ is de bovengrens klein te maken door N groot te maken. Merk op dat F N (x) even en π periodiek is. Maak plotjes van F N voor een aantal waarden van N.. 7

8 Als een rij getallen a n convergeert naar een limiet A, dan convergeren ook de gemiddelden a a a n n naar A. De laatste limiet kan ook bestaan als de rij a n zelf niet convergeert. Als we de rij a n gebruiken om een A te benaderen dan kunnen we dus net zo goed eerst naar de gemiddelden kijken. Dat is het idee achter de Cesarosommen: Exercise Definieer σ N f = N (S 0f S f S N f), de Cesarosommen van f. Laat zien dat σ N f(x) = π F N (y)f(x y)dy. Exercise 3 Laat f een integreerbare (lees: begrensde stuksgewijs continue) π-periodieke functie zijn. Laat zien dat dan σ N f(x) f(x) = π F N (y) (f(x y) f(x)) dy Exercise 4 Laat f een integreerbare π-periodieke functie zijn, met f(x) M voor alle x, waarbij M 0 vast is. Neem aan dat voor x vast en y δ geldt dat f(x y) f(x) ɛ. Laat zien dat dan σ N f(x) f(x) = F N (y) f(x y) f(x) dy ɛ M. π N Hint: splits de integraal in 3 integralen. sin δ Exercise 5 Laat f een π-periodieke continue functie zijn. Dan is f uniform continu en begrensd. Waarom? Bewijs dat σ N f uniform naar f convergeert als N. Exercise 6 Laat f een π-periodieke begrensde stuksgewijs continue functie zijn met de eigenschap dat in elk punt de linker en de rechterlimiet bestaan. Bewijs dat voor elke x de rij σ N f(x) convergeert als N. Wat is de limiet? Hint: splits de integraal in 4 integralen. Exercise 7 Laat f : [, π] IR keer continu differentieerbaar zijn met f(±π) = f (±π) = f (±π) = 0. Bewijs dat f in elk punt de som van zijn (uniform convergente) Fourierreeks is. Hint: laat met partieel integreren en schatten zien dat de Fouriercoefficienten a n en b n sommeerbare rijen vormen. 8

9 Opgave 5 laat zien dat in de ruimte van continue functies π-periodieke functies voorzien van de maximumnorm f = max x IR f(x) geldt dat de Cesarosommen van f naar f convergeren: σ N f f 0 als N. Maar hoe zit het met S N f zelf? Daartoe is een andere norm veel geschikter. Bij lineaire algebra of topologie zijn ongetwijfeld verschillende normen van -vectoren x = ( x x ) behandeld, bijvoorbeeld x = max(x, x ), x = x x, x = ( x x ). Als we in de laatste norm elke door p vervangen (niet de subscript!) dan krijgen we de p-norm. De p-norm is een norm als p. Je kunt er mee rederen zoals je dat gewend bent bij de absolute waarde. De normaxioma s zijn, voor vectoren x en y, en scalairen λ: x 0; x = 0 x = 0; λx = λ x ; x y x y. Alleen de -norm is een inprodukt norm. Met x y = x y x y geldt x = x x. Om ook voor functies de -norm in te voeren maken we eerst een inprodukt. Hieronder zijn f en g steeds π-periodieke stuksgewijs continue functies f, g : IR IR. We doen dus alles eerst nog reeel. Met stuksgewijs continu bedoelen we dat op elk begrensd interval er slechts eindig veel punten zijn waar de functie niet continu is en dat in die punten linker- en rechterlimieten bestaan. De integraal f g = f(x)g(x)dx (.9) heet het inprodukt van de functies f en g. We zien f en g als vectoren. Voor elke x zou je dan f(x) en g(x) als coordinaten van f en g kunnen zien. Daar heb er dan wel heel veel van, voor elke x één van f en één van g. Overeenkomstige coordinaten vermenigvuldigen en sommeren gaat niet, maar integreren wel. Vandaar de inproduktnotatie. Omdat we alles nog reeel doen kunnen we nu gebruik maken van onze intuitie voor gewone reele vectorruimten en inprodukten daarop. Als f g = 0 dan zeggen we dat f en g loodrecht op elkaar staan. De -norm van f wordt gedefinieerd door f = f f, (.0) 9

10 zeg maar de lengte van f gezien als vector. Er geldt de volgende implicatie (Pythagoras) f g = 0 f g = f g. (.) Hieronder schrijven we S N g(x) = c N 0 (c k cos kx d k sin kx), (.) dus f heeft reele Fouriercoefficienten a k en b k, en g heeft reele Fouriercoefficienten c k en d k. Je kunt nu het volgende programma afwerken. Exercise 8 De Cauchy-Schwartz ongelijkheid zegt dat f g f g.. Bewijs deze ongelijkheid voor functies f en g met f = g = door 0 (f(x) g(x)) dx =... uit te werken.. Bewijs de Cauchy-Schwartz ongelijkheid. Hint: pas onderdeel toe op f(x)/ f en g(x)/ g. 3. Bewijs de driehoeksongelijkheid voor de -norm Exercise 9 Laat zien dat Exercise 0 Laat zien dat f g f g. (.3) S N f = π ( a 0 S N f S N g = π ( a 0c 0 ) N (a k b k) ) N (a k c k b k d k ) Exercise Definieer R N f = f S N f en, met ook ρ N f = f σ N f.. Laat zien dat R N f S N f = 0.. Laat zien dat R N f σ N f = Laat zien dat σ N f = N (S 0f S f S N f), S N f R N f = f, zodat S N f f, en dat (Bessel s ongelijkheid) a 0 N (a k b k) π f(x) dx. (.4) 0

11 4. Laat zien dat R N f σ Nf S N f = ρ Nf. 5. In Opgave 5 is bewezen dat als f continu en π-periodiek is dat dan σ N f f uniform op IR als N. Bewijs dat in dat geval ook R N f 0 en dat dus (gelijkheid van Parceval) a 0 (a k b k) = f(x) dx. (.5) π Hint: gebruik onderdeel Laat zien dat f g = (S N f R N f) (S N g R N g) = S N f S N g R N f R N g. 7. Bewijs dat als f en g continu en π-periodiek zijn, dat a 0c 0 (a k c k b k d k ) = f(x)g(x)dx = f g. (.6) π π Hint: gebruik onderdeel 6, som 0 en pas de Cauchy-Schwartz ongelijkheid toe op R N f R N g. Exercise In deze som laten we zien dat de gelijkheid van Parceval (.5) ook geldt voor π-periodieke stuksgewijs continue functies. Laat f : IR IR zo n functie zijn. Hint: laat zien dat er een rij π-periodieke continue functies f k : IR IR bestaat met f k f = (f k (x) f(x)) dx 0 als k. Als f discontinu is in x 0, vervang f(x) dan op het interval (x 0 k, x 0 k ) door een lineaire functie, zó dat de nieuwe functie f k continu is en lineair op (x 0 k, x 0 k ). Exercise 3 Bewijs de gelijkheid van Parceval (.5) voor f. Hint: de gelijkheid van Parceval is equivalent met R N f 0. Schrijf R N f = f f k f k S N f k S N f k S N f = (f f k ) R N f k S N (f k f) en gebruik de driehoeksongelijkheid (.3) en som 3 voor S N (f k f) om R N f klein te krijgen. Kies hiertoe, gegeven een ɛ > 0, eerst een vaste k groot genoeg, en redeneer dan verder. Exercise 4 (Het Gibbs verschijnsel) De Fouriersinusreeks van f(x) = π x heeft b n = n. De oneven π-periodieke uitbreiding van f heeft f(0 ) = π en f(0 ) =. De N-de Fouriersinussom is S N f(x) = N n= sin nx. n

12 . Laat zien dat x S N f(x) = x 0 D N (s)ds.. De integraal in het rechterlid heeft extrema in de nulpunten van D N. Het eerste maximum M N rechts van x = 0 is dus in x = x N = π N. Laat zien dat M N = 0 π N sin((n )s sin s ds = 0 sin( sin t t N ) N dt 3. Laat zien dat uniform op t [0, π]. 4. Laat zien dat als N. = 0 sin t t t N t sin( t N t N )dt. sin( N ), M N 0 sin t dt t 5. De functie S N f(x) heeft in x = x N een negatieve afgeleide. Leg uit waarom ook het eerste maximum van S N f(x) rechts van x = 0 naar convergeert als N sin t dt t Dat is groter dan π = f(0 ) met een factor Exercise 5 De integraal sin t 0 t dt is en wel uit te rekenen, met behulp van de complexe functie eiz z, zie Sectie 8 en 8 van Churchill & Brown. Exercise 6 (De Fourierreeks van de afgeleide en van de primitieve) Lees eerst dit zorgvuldig. Alle uitspraken die we doen gaan over Fourierreeksen van periodieke functies. Vaak is dat een functie die eerst alleen op een interval is gedefinieerd en daarna wordt uitgebreid tot een periodieke functie op heel IR. Zo n uitbreiding kan sprongen introduceren, vandaar ook onze standaardaanname dat de (eventueel uitgebreide) f een π-periodieke stuksgewijscontinue functie is. De door term voor term differentiatie van een Fourierreeks van een discontinue π-periodieke f verkregen reeks is nooit de Fourierreeks van een functie!

13 . Laat met voorbeelden zien wat er mis gaat als f sprongen heeft.. Neem aan dat f een π-periodieke continue functie is met f stuksgewijs continu. Druk de Fouriercoeffienten van f uit in die van f. 3. Ga in de situatie van onderdeel na dat de Fourierreeks van f uit die van f verkregen kan worden door term voor term te differentiëren. 4. In de situatie van onderdeel convergeert de Fourierreeks van f uniform naar f: S N f(x) f(x) uniform in x als N. Laat F (x) = x 0 f(s)ds. Is F (x) de som van een Fourierreeks? Wanneer wel en wanneer niet? 5. Neem nu alleen aan dat f een π-periodieke stuksgewijs continue functie is en laat F (x) = x f(s)ds. Is F (x) de som van een Fourierreeks? Wanneer 0 wel en wanneer niet? Zoja, wat is het verband tussen de Fourierreeks van F en die van f? 3 Van Fourierreeksen naar Fourierintegralen Voor f : [, π] IR stuksgewijs continu schrijven we dus f(x) n= f(x)e inx dx π }{{} c n e inx (3.7) waarin de x in de integraal een dummy-variabele is. Exercise 7 Laat zien dat (.5) in deze vorm leidt tot n= c n = f(x) dx. (3.8) π Afgezien van de factor met π zijn de -norm van de functie f en de bijbehorende rij c = (..., c, c, c 0, c, c,...) van Fouriercoefficienten hetzelfde. We transformeren (3.7) en (3.8) naar formules op [ R, R] door Rx = πy, f(x) = g(y), λ n = nπ R, δλ = λ n λ n = π R. Dit geeft voor (3.7) g(y) π n= R g(y)e iλny dy R }{{} ĝ(λ n) as R e iλny π, (3.9) }{{} R δλ met ĝ(λ) = g(y)e iλy dy, 3

14 de Fourier getransformeerde van g, die goed gedefinieerd is als g : IR IR continu is en een compacte drager heeft. In dat geval is dus voor R groot genoeg g(y) ĝ(λ n ) e iλny δλ ĝ(λ) e iλy dλ, (3.0) π π n= } {{ } Riemann som } {{ } integraal als R, mits de aftelbare Riemann som hierboven inderdaad de integraal ĝ(λ) e iλy dλ als limiet heeft. Er moet dus een stelling te formuleren zijn die deze overgang rechtvaardigt en die van de een = maakt. De uitspraak van de stelling moet zijn dat g(y) = ĝ(λ) e iλy dλ, ĝ(λ) = g(y)e iλy dy. (3.) π Let op de symmetrie in de formules. Afgezien van de min en de voorfactor zijn ze hetzelfde. Van g maar ĝ is dus vrijwel hetzelfde als van ĝ (terug) naar g! De minimale aannamen op g zijn vrij technisch en lastig te onthouden. Een manier om de stelling te bewijzen is eerst hele sterke aannamen te doen, en daarvoor de stelling te bewijzen. De grenzen van de geldigheid van (3.) kunnen dan daarna met limietprocedures worden verkend. Dat laatste laten we hier achterwege, maar is volledig vergelijkbaar met de manier waarop de rekenkundige operaties in de rationale getallen worden uitgebreid tot de reele getallen. Exercise 8 Laat zien dat als g continu is op IR en nul buiten [ R, R], dat g(y) = π n= ĝ(λ n ) δλ. In de afleiding hierboven hebben we al aangenomen dat g compact gedragen is. Daarmee bedoelen we dat buiten een zeker begrensd interval g(y) gelijk aan nul is. We zullen nu ook aannemen dat g oneindig vaak differentieerbaar is. Zulke oneindig vaak differentieerbare en compact gedragen functies worden testfuncties genoemd en meestal met een φ of ψ aangegeven. Voor testfuncties φ geldt op grond van Opgave 7 zeker dat φ(y) gelijk is aan een oneindige Riemannsom waarin ˆφ voorkomt: φ(y) = π n= ˆφ(λ n ) e iλny δλ λ 0 = 0, λ n λ n = δλ = π R, (3.) i.e. er is een R zo dat g(y) = 0 voor alle y met y > R. 4

15 goed voor elke R groot genoeg. De som is een aftelbare Riemannsom voor ˆφ(λ) e iλy dλ. Voor vaste y is dit een oneigenlijke integraal van een continue functie, vanwege: Exercise 9 Laat zien dat ˆφ(λ) = φ(y)e iλy dy continu is als φ(y) begrensd is en compact gedragen. We weten dat gewone integralen over begrensde intervallen de limiet zijn van benaderende Riemannsommen. Onder wat voorwaarden geldt dit ook voor oneigenlijke integralen? Exercise 30 Als f : IR C continu is en voldoet aan een schatting van de vorm f(x) M x dan is Bewijs dit. f(x)dx = lim h 0 ( h n= f(nh) ). Geldt zo n schatting ook voor ˆφ(λ)? Met andere woorden, is er voor een gegeven φ een M zo dat ˆφ voldoet aan ˆφ(λ) M λ? Exercise 3 Laat zien dat voor testfuncties geldt dat ˆφ (λ) = iλ ˆφ(λ), ˆ φ (λ) = λ ˆφ(λ). Hint: partieel integreren. Exercise 3 Verzamel alle informatie hierboven en leg uit waarom voor testfuncties geldt dat φ(y) = π ˆφ(λ) e iλy dλ, ˆφ(λ) = φ(y)e iλy dy, (3.3) en ook φ(y) dy = π ˆφ(λ) dλ. (3.4) 5

16 De factor met π verstoort de symmetrie in de formules een beetje. Met de definitie ˆφ(λ) = φ(y)e iλy dy, π volgt φ(y) = π φ(λ) e iλy dλ, φ(y) dy = ˆφ(λ) dλ. voor testfuncties. De afbeelding φ ˆφ breidt op een natuurlijke manier uit tot een isometrie van de ruimte H van kwadratisch integreerbare complexe meetbare functies naar zich zelf. De norm op H is de -norm f = f(x) dx, en de algemenere definitie van ˆf is ˆf(λ) = R lim φ(y)e iλy dy, π R R waarin de integraal over [ R, R] eigenlijk de Lebesgue integraal is, die bij het vak maattheorie wordt behandeld. Limieten van integralen van dit type worden in Churchill & Brown uitgerekend met de residustelling en het Lemma van Jordan. 6

Overzicht Fourier-theorie

Overzicht Fourier-theorie B Overzicht Fourier-theorie In dit hoofdstuk geven we een overzicht van de belangrijkste resultaten van de Fourier-theorie. Dit kan als steun dienen ter voorbereiding op het tentamen. Fourier-reeksen van

Nadere informatie

Complexe functietheorie deel 2 aanvullend materiaal

Complexe functietheorie deel 2 aanvullend materiaal Complexe functietheorie deel 2 aanvullend materiaal J. Hulshof October 31, 2011 1 Inleiding deel twee We zijn in deel gekomen tot midden in Hoofdstuk 7 van Churchill & Brown. Opgaven uit Hoofdstuk 7 die

Nadere informatie

Tentamen Functies en Reeksen

Tentamen Functies en Reeksen Tentamen Functies en Reeksen 6 november 204, 3:30 6:30 uur Schrijf op ieder vel je naam en bovendien op het eerste vel je studentnummer, de naam van je practicumleider (Arjen Baarsma, KaYin Leung, Roy

Nadere informatie

TRILLINGEN EN GOLVEN HANDOUT FOURIER

TRILLINGEN EN GOLVEN HANDOUT FOURIER TRILLINGEN EN GOLVEN HANDOUT FOURIER Cursusjaar 2009 / 2010 2 Inhoudsopgave 1 FOURIERANALYSE 5 1.1 INLEIDING............................... 5 1.2 FOURIERREEKSEN.......................... 5 1.3 CONSEQUENTIES

Nadere informatie

Hoofdstuk 10: Partiële differentiaalvergelijkingen en Fourierreeksen

Hoofdstuk 10: Partiële differentiaalvergelijkingen en Fourierreeksen Hoofdstuk : Partiële differentiaalvergelijkingen en Fourierreeksen Partiële differentiaalvergelijkingen zijn vergelijkingen waarin een onbekende functie van twee of meer variabelen en z n partiële afgeleide(n)

Nadere informatie

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie TW2040: Complexe Functietheorie week 4.10, donderdag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 23 juni, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 46 Outline 1 2 3 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie

Nadere informatie

3 Opgaven bij Hoofdstuk 3

3 Opgaven bij Hoofdstuk 3 3 Opgaven bij Hoofdstuk 3 Opgave 3. Voor k beschouwen we de functie f k : x sin(x/k). Toon aan dat f k 0 uniform op [ R, R] voor iedere R > 0. Opgave 3.2 Zij V een verzameling. Een functie f : V C heet

Nadere informatie

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie TW2040: Complexe Functietheorie week 4.6, maandag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 30 mei, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 33 Outline 1 2 Algemeenheden Gedrag op de rand Machtreeksen

Nadere informatie

168 HOOFDSTUK 5. REEKSONTWIKKELINGEN

168 HOOFDSTUK 5. REEKSONTWIKKELINGEN 168 HOOFDSTUK 5. REEKSONTWIKKELINGEN 5.7 Vraagstukken Vraagstuk 5.7.1 Beschouw de differentiaalvergelijking d2 y d 2 = 2 y. (i) Schrijf y = a k k. Geef een recurrente betrekking voor de coëfficienten a

Nadere informatie

Opgaven Inleiding Analyse

Opgaven Inleiding Analyse Opgaven Inleiding Analyse E.P. van den Ban Limieten en continuïteit Opgave. (a) Bewijs direct uit de definitie van iet dat y 0 y = 0. (b) Bewijs y 0 y 3 = 0 uit de definitie van iet. (c) Bewijs y 0 y 3

Nadere informatie

Doe de noodzakelijke berekeningen met de hand; gebruik Maple ter controle.

Doe de noodzakelijke berekeningen met de hand; gebruik Maple ter controle. De n-de term van de numerieke rij (t n ) (met n = 0,, 2,...) is het rekenkundig gemiddelde van zijn twee voorgangers. (a) Bepaal het Z-beeld F van deze numerieke rij en het bijhorende convergentiegebied.

Nadere informatie

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie TW2040: Complexe Functietheorie week 4.6, donderdag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 2 juni, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 38 Outline 1 Rekenregels 2 K. P. Hart TW2040: Complexe

Nadere informatie

. Maak zelf een ruwe schets van f met A = 2, ω = 6π en ϕ = π 6. De som van twee trigonometrische polynomen is weer een trigonometrisch polynoom

. Maak zelf een ruwe schets van f met A = 2, ω = 6π en ϕ = π 6. De som van twee trigonometrische polynomen is weer een trigonometrisch polynoom 8. Fouriertheorie Periodieke functies. Veel verschijnselen en processen hebben een periodiek karakter. Na een zekere tijd, de periode, komt hetzelfde patroon terug. Denk maar aan draaiende of heen en weer

Nadere informatie

Examen Complexe Analyse (September 2008)

Examen Complexe Analyse (September 2008) Examen Complexe Analyse (September 2008) De examenvragen vind je op het einde van dit documentje. Omdat het hier over weinig studenten gaat, heb ik geen puntenverdeling meegegeven. Vraag. Je had eerst

Nadere informatie

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie week 4.8, maandag Faculteit EWI TU Delft Delft, 6 juni, 2016 1 / 33 Outline 1 Maximum-modulusprincipe Lemma van Schwarz 2 2 / 33 Maximum-modulusprincipe Lemma van Schwarz Maximum-modulusprincipe Stelling

Nadere informatie

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie TW2040: Complexe Functietheorie week 4.1, donderdag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 21 april, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 32 Outline 1 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie

Nadere informatie

Het uitwendig product van twee vectoren

Het uitwendig product van twee vectoren Het uitwendig product van twee vectoren Als u, v R 3, u = u 1, u 2, u 3 en v = v 1, v 2, v 3 dan is het uitwendig product van u en v gelijk aan een vector in R 3 en wel u 2 v 3 u 3 v 2, u 3 v 1 u 1 v 3,

Nadere informatie

Opgaven Functies en Reeksen. E.P. van den Ban

Opgaven Functies en Reeksen. E.P. van den Ban Opgaven Functies en Reeksen E.P. van den Ban c Mathematisch Instituut Universiteit Utrecht Augustus 2014 1 Opgaven bij Hoofdstuk 1 Opgave 1.1 Zij f : R n R partieel differentieerbaar naar iedere variabele

Nadere informatie

18.I.2010 Wiskundige Analyse I, theorie (= 60% van de punten)

18.I.2010 Wiskundige Analyse I, theorie (= 60% van de punten) 8.I.00 Wiskundige Analyse I, theorie 60% van de punten) Beantwoord elk van de vragen I,II,III en IV op één van de dubbele geruite bladen. Schrijf op elk van die dubbele geruite bladen, bovenaan de eerste

Nadere informatie

Opgaven Inleiding Analyse

Opgaven Inleiding Analyse Opgaven Inleiding Analyse E.P. van den Ban Limieten en continuïteit Opgave. (a) Bewijs direct uit de definitie van limiet dat lim y 0 y = 0. (b) Bewijs lim y 0 y 3 = 0 uit de definitie van limiet. (c)

Nadere informatie

Ter Leering ende Vermaeck

Ter Leering ende Vermaeck Ter Leering ende Vermaeck 15 december 2011 1 Caleidoscoop 1. Geef een relatie op Z die niet reflexief of symmetrisch is, maar wel transitief. 2. Geef een relatie op Z die niet symmetrisch is, maar wel

Nadere informatie

Tentamen Analyse 4. Maandag 16 juni 2008, uur

Tentamen Analyse 4. Maandag 16 juni 2008, uur Tentamen Analyse 4 Maandag 16 juni 2008, 14-17 uur Vermeld uw naam (met voornaam en voorletters) en uw studentnummer. Er zijn geen hulpmiddelen toegestaan. Dit tentamen bestaat uit zes opgaven. Vergeet

Nadere informatie

3 Rijen en reeksen van functies

3 Rijen en reeksen van functies 3 Rijen en reeksen van functies 3.1 Uniforme convergentie van een rij functies Met het oog op latere toepassingen op machtreeksen en Fourierreeksen werken we in het vervolg steeds met complexwaardige functies.

Nadere informatie

is de uitspraak dat als A waar is B ook waar is, A B staat voor A en B zijn equivalent: A B en B A, A staat voor de logische ontkenning van A,

is de uitspraak dat als A waar is B ook waar is, A B staat voor A en B zijn equivalent: A B en B A, A staat voor de logische ontkenning van A, Dit college wordt gegeven aan de hand van het boek The Way of Analysis van Robert S. Strichartz (Jones and Bartlett, ISBN 0-7637-1497-6), dat ook gebruikt wordt bij het vervolgcollege in het tweede jaar

Nadere informatie

TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN

TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN Vakcode: 8D. Datum: Donderdag 8 juli 4. Tijd: 14. 17. uur. Plaats: MA 1.44/1.46 Lees dit vóórdat je begint! Maak iedere opgave op een apart vel. Schrijf je

Nadere informatie

Inleiding Analyse. Opgaven. E.P. van den Ban. c Mathematisch Instituut Universiteit Utrecht Voorjaar 2003, herzien

Inleiding Analyse. Opgaven. E.P. van den Ban. c Mathematisch Instituut Universiteit Utrecht Voorjaar 2003, herzien Inleiding Analyse Opgaven E.P. van den Ban c Mathematisch Instituut Universiteit Utrecht Voorjaar 2003, herzien 0 1 1 Limieten en continuïteit Opgave 1.1 (a) Bewijs direct uit de definitie van limiet dat

Nadere informatie

Infi A oefententamen ψ

Infi A oefententamen ψ Infi A oefententamen ψ Aanwijzingen Motiveer alle antwoorden. Werk rustig, netjes en duidelijk. Zorg dat je uitwerking maar één interpretatie toelaat. Alle informatie op dit opgavenblad mag bij alle (deel)opgaven

Nadere informatie

TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN

TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN Vakcode: 8D020. Datum: Vrijdag 26 maart 2004. Tijd: 14.00 17.00 uur. Plaats: MA 1.41 Lees dit vóórdat je begint! Maak iedere opgave op een apart vel. Schrijf

Nadere informatie

Complexe functies 2019

Complexe functies 2019 Complexe functies 019 Extra opgaves Opgave A Laat zien dat R voorzien van de bewerkingen a + b := (a 1 +b 1,a +b ) a b := (a 1 b 1 a b,a 1 b +a b 1 ) isomorf is met C. Wat is i in deze representatie? Opgave

Nadere informatie

Dit is in feite de ongelijkheid van Cauchy Schwarz voor het standaardinproduct in R s van de vectoren

Dit is in feite de ongelijkheid van Cauchy Schwarz voor het standaardinproduct in R s van de vectoren Dit is in feite de ongelijkheid van Cauchy Schwarz voor het standaardinproduct in R s van de vectoren a = (a 1,..., a s ) en b = (b 1,..., b s ). Toepassing van deze Cauchy Schwarz-ongelijkheid levert

Nadere informatie

Je mag Zorich deel I en II gebruiken, maar geen ander hulpmiddelen (zoals andere boeken, aantekeningen, rekenmachine etc.)!

Je mag Zorich deel I en II gebruiken, maar geen ander hulpmiddelen (zoals andere boeken, aantekeningen, rekenmachine etc.)! Tentamen Analyse II. Najaar 6 (.1.7) Toelicting: Je mag Zoric deel I en II gebruiken, maar geen ander ulpmiddelen (zoals andere boeken, aantekeningen, rekenmacine etc.)! Als je bekende stellingen gebruikt

Nadere informatie

34 HOOFDSTUK 1. EERSTE ORDE DIFFERENTIAALVERGELIJKINGEN

34 HOOFDSTUK 1. EERSTE ORDE DIFFERENTIAALVERGELIJKINGEN 34 HOOFDSTUK 1. EERSTE ORDE DIFFERENTIAALVERGELIJKINGEN 1.11 Vraagstukken Vraagstuk 1.11.1 Beschouw het beginwaardeprobleem = 2x (y 1), y(0) = y 0. Los dit beginwaardeprobleem op voor y 0 R en maak een

Nadere informatie

Examen Wiskundige Analyse I 1ste bach ir wet. dinsdag 5 januari Vraag 1.1. Waar of vals (1pt) Het beginvoorwaardenprobleem

Examen Wiskundige Analyse I 1ste bach ir wet. dinsdag 5 januari Vraag 1.1. Waar of vals (1pt) Het beginvoorwaardenprobleem Examen Wiskundige Analyse I ste bach ir wet dinsdag 5 januari 206 Vraag.. Waar of vals (pt) Het beginvoorwaardenprobleem 32x 3 y = (y ) 3, y() = 2, y () = 4 bezit een unieke oplossing, die geldig is in

Nadere informatie

Z.O.Z. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 16 juni 2016, 12:30 15:30 (16:30)

Z.O.Z. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 16 juni 2016, 12:30 15:30 (16:30) Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 16 juni 016, 1:30 15:30 (16:30) Het gebruik van een rekenmachine, telefoon of tablet is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van aantekeningen

Nadere informatie

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie TW2040: Complexe Functietheorie week 4.9, maandag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 13 juni, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 41 Outline III.6 The Residue Theorem 1 III.6 The

Nadere informatie

Aanvullingen van de Wiskunde

Aanvullingen van de Wiskunde 3de Bachelor EIT - de Bachelor Fysica Academiejaar 014-015 1ste semester 7 januari 015 Aanvullingen van de Wiskunde 1. Gegeven is een lineaire partiële differentiaalvergelijking van orde 1: a 1 (x 1,,

Nadere informatie

Uitwerkingen Tentamen Gewone Differentiaalvergelijkingen

Uitwerkingen Tentamen Gewone Differentiaalvergelijkingen Uitwerkingen Tentamen Gewone Differentiaalvergelijkingen Maandag 4 januari 216, 1: - 13: uur 1. Beschouw voor t > de inhomogene singuliere tweede orde vergelijking, t 2 ẍ + 4tẋ + 2x = f(t, (1 waarin f

Nadere informatie

HERTENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN

HERTENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN HERTENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN Vakcode: 8D. Datum: Vrijdag juli 3. Tijd: 9.. uur. Plaats: AUD 5. Lees dit vóórdat je begint! Maak iedere opgave op een apart vel. Schrijf je naam en studentnummer

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking van het tentamen Functietheorie (2Y480) op ,

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking van het tentamen Functietheorie (2Y480) op , 1 TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Uitwerking van het tentamen Functietheorie (2Y480) op 25-11-1998, 9.00-12.00 uur Opgave 1 1. Formuleer de Cauchy-Riemann-vergelijkingen.

Nadere informatie

Ontwikkeling van het functiebegrip in: Wiskunde als Wetenschap

Ontwikkeling van het functiebegrip in: Wiskunde als Wetenschap Ontwikkeling van het functiebegrip in: Wiskunde als Wetenschap Tom Koornwinder thk@science.uva.nl Korteweg-de Vries Instituut, UvA Ontwikkeling van het functiebegrip p.1/13 Moderne definitie van een functie

Nadere informatie

2. Hoelang moet de tweede faze duren om de hoeveelheid zout in de tank op het einde van de eerste faze, op de helft terug te brengen?

2. Hoelang moet de tweede faze duren om de hoeveelheid zout in de tank op het einde van de eerste faze, op de helft terug te brengen? Vraag Een vloeistoftank met onbeperkte capaciteit, bevat aanvankelijk V liter zuiver water. Tijdens de eerste faze stroomt water, dat zout bevat met een concentratie van k kilogram per liter, de tank binnen

Nadere informatie

Hoofdstuk 9. Vectorruimten. 9.1 Scalairen

Hoofdstuk 9. Vectorruimten. 9.1 Scalairen Hoofdstuk 9 Vectorruimten 9.1 Scalairen In de lineaire algebra tot nu toe, hebben we steeds met reële getallen als coëfficienten gewerkt. Niets houdt ons tegen om ook matrices, lineaire vergelijkingen

Nadere informatie

Complexe Analyse - Bespreking Examen Juni 2010

Complexe Analyse - Bespreking Examen Juni 2010 Complexe Analyse - Bespreking Examen Juni 2010 Hier volgt een bespreking van het examen van Complexe Analyse op 18 juni. De bedoeling is je de mogelijkheid te geven na te kijken wat je goed en wat je minder

Nadere informatie

Examenvragen Hogere Wiskunde I

Examenvragen Hogere Wiskunde I 1 Examenvragen Hogere Wiskunde I Vraag 1. Zij a R willekeurig. Gegeven is dat voor alle r, s Q geldt dat a r+s = a r a s. Bewijs dat voor alle x, y R geldt dat a x+y = a x a y. Vraag 2. Gegeven 2 functies

Nadere informatie

Aanvullingen van de Wiskunde

Aanvullingen van de Wiskunde 1ste semester 23 januari 2007 Aanvullingen van de Wiskunde 1. Gegeven zijn twee normen 1 en 2 op een vectorruimte V. Wanneer zegt men dat de 1 fijner is dan 2? Wat is dan het verband tussen convergentie

Nadere informatie

n=0 en ( f(y n ) ) ) n=0 equivalente rijen zijn.

n=0 en ( f(y n ) ) ) n=0 equivalente rijen zijn. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 8 juli 2011, 14.00 17.00 Het gebruik van een rekenmachine en/of telefoon is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van het boek Analysis I. Geef

Nadere informatie

(b) Formuleer het verband tussen f en U(P, f), en tussen f en L(P, f). Bewijs de eerste. (c) Geef de definitie van Riemann integreerbaarheid van f.

(b) Formuleer het verband tussen f en U(P, f), en tussen f en L(P, f). Bewijs de eerste. (c) Geef de definitie van Riemann integreerbaarheid van f. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 2 juli 2015, 08:30 11:30 (12:30) Het gebruik van een rekenmachine, telefoon of tablet is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van het boek Analysis

Nadere informatie

Hints en uitwerkingen huiswerk 2013 Analyse 1 H18

Hints en uitwerkingen huiswerk 2013 Analyse 1 H18 Hints en uitwerkingen huiswerk 2013 Analyse 1 H18 Rocco van Vreumingen 29 augustus 2014 1 Inhoudsopgave 1 Hints 1 3 2 Hints 2 4 3 Hints 3 5 4 Hints 4 5 5 Hints 5 6 6 Hints 6 6 7 Hints 7 6 8 Antwoorden

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Functietheorie (2Y480) op 25 november 1998, uur.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Functietheorie (2Y480) op 25 november 1998, uur. TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Functietheorie (2Y480) op 25 november 1998, 9.00-12.00 uur. Dit tentamen bestaat uit 5 opgaven. De uitwerkingen van deze opgaven dienen

Nadere informatie

Tentamen Calculus 2 25 januari 2010, 9:00-12:00 uur

Tentamen Calculus 2 25 januari 2010, 9:00-12:00 uur Tentamen Calculus 5 januari 00, 9:00 -:00 uur Je mag geen rekenapparaat gebruiken. De opgaven t.e.m. 6 tellen allemaal even zwaar. Vermeld op elk papier dat je inlevert je naam en je studentnummer. Geef

Nadere informatie

ANALYSEQUIZ Ga naar new.shakeq.com en log in met de code uvaanalyse2a

ANALYSEQUIZ Ga naar new.shakeq.com en log in met de code uvaanalyse2a ANALYSEQUIZ 2016 Ga naar new.shakeq.com en log in met de code uvaanalyse2a WAAR OF ONWAAR: EEN SOM CONVERGEERT ALS DE TERMEN NAAR NUL GAAN. A. Waar B. Onwaar De vraag gaat open zodra u een sessie en diavoorstelling

Nadere informatie

Hoofdstuk 11: Randwaardeproblemen en Sturm-Liouville theorie

Hoofdstuk 11: Randwaardeproblemen en Sturm-Liouville theorie Hoofdstuk : Randwaardeproblemen en Sturm-Liouville theorie.. Tweepunts randwaardeproblemen. Bij het oplossen van partiële differentiaalvergelijkingen met behulp van de methode van scheiden van variabelen

Nadere informatie

HERTENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN

HERTENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN HERTENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN Vakcode: 8D00. Datum: vrijdag 3 juni 008. Tijd: 09:00-:00. Lees dit vóórdat je begint! Maak iedere opgave op een apart vel. Schrijf je naam en studentnummer

Nadere informatie

1. (a) Formuleer het Cauchy criterium voor de convergentie van een reeks

1. (a) Formuleer het Cauchy criterium voor de convergentie van een reeks Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 7 augustus 2015, 16:30 19:30 (20:30) Het gebruik van een rekenmachine, telefoon of tablet is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van het boek

Nadere informatie

1 Eigenwaarden en eigenvectoren

1 Eigenwaarden en eigenvectoren Eigenwaarden en eigenvectoren Invoeren van de begrippen eigenwaarde en eigenvector DEFINITIE Een complex (of reëel getal λ heet een eigenwaarde van de n n matrix A als er een vector x is met Ax = λx Dan

Nadere informatie

== Hertentamen Analyse 1 == Dinsdag 25 maart 2008, u

== Hertentamen Analyse 1 == Dinsdag 25 maart 2008, u == Hertentamen Analyse == Dinsdag 5 maart 8, 4-7u Schrijf op ieder vel je naam en studentnummer, de naam van de docent (S Hille, O van Gaans) en je studierichting Geef niet alleen antwoorden, leg elke

Nadere informatie

3. Bepaal de convergentie-eigenschappen (absoluut convergent, voorwaardelijk convergent, divergent) van de volgende reeksen: n=1. ( 1) n (n + 1)x 2n.

3. Bepaal de convergentie-eigenschappen (absoluut convergent, voorwaardelijk convergent, divergent) van de volgende reeksen: n=1. ( 1) n (n + 1)x 2n. Radboud Universiteit Tentamen Calculus A NWI-WP025 25 januari 208, 8.30.30 Het gebruik van een rekenmachine/gr, telefoon, boek, aantekeningen e.d. is niet toegestaan. Geef precieze argumenten en antwoorden.

Nadere informatie

2 de Bachelor IR 2 de Bachelor Fysica

2 de Bachelor IR 2 de Bachelor Fysica de Bachelor IR de Bachelor Fysica 6 augustus 05 Er worden 4 vragen gesteld. Vul op ieder blad je naam in. Motiveer of bewijs iedere uitspraak. Los alle vragen op, op een apart blad! Het examen duurt u30.

Nadere informatie

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie TW2040: Complexe Functietheorie week 4.3, maandag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 2 mei, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 34 Outline 1 Conforme afbeeldingen 2 K. P. Hart TW2040:

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Functietheorie (2Y480) op 22 november 1999,

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Functietheorie (2Y480) op 22 november 1999, TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Functietheorie (Y480) op november 999, 4.00-7.00 uur Formuleer de uitwerkingen der opgaven duidelijk en schrijf ze overzichtelijk

Nadere informatie

Hoofdstuk 10: Partiële differentiaalvergelijkingen en Fourierreeksen

Hoofdstuk 10: Partiële differentiaalvergelijkingen en Fourierreeksen Hoofdstuk : Partiële differtiaalvergelijking Fourierreeks Partiële differtiaalvergelijking zijn vergelijking waarin e onbekde functie van twee of meer variabel z n partiële afgeleide(n) voorkom. Dit in

Nadere informatie

Bekijk nog een keer het stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden x en y: { De tweede vergelijking van de eerste aftrekken geeft:

Bekijk nog een keer het stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden x en y: { De tweede vergelijking van de eerste aftrekken geeft: Determinanten Invoeren van het begrip determinant Bekijk nog een keer het stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden x en y: { a x + b y = c a 2 a 2 x + b 2 y = c 2 a Dit levert op: { a a 2 x

Nadere informatie

Genererende Functies K. P. Hart

Genererende Functies K. P. Hart genererende_functies.te 27--205 Z Hoe kun je een rij getallen zo efficiënt mogelijk coderen? Met behulp van functies. Genererende Functies K. P. Hart Je kunt rijen getallen op diverse manieren weergeven

Nadere informatie

Tentamen Analyse 4 (wi2602) 17 juni 2011, uur. ) (1 gratis)) Deel 2: opgaven 2b, 4ab, 5, 6 (normering: 2 + (

Tentamen Analyse 4 (wi2602) 17 juni 2011, uur. ) (1 gratis)) Deel 2: opgaven 2b, 4ab, 5, 6 (normering: 2 + ( TU Delft Mekelweg 4 Faculteit EWI, DIAM 68 CD Delft Tentamen Analyse 4 (wi6) 7 juni, 4-7 uur Het tentamen bestaat uit twee delen: Deel : opgaven, a, 3ab, 4c (normering: + + ( + ) + + ( gratis)) Deel :

Nadere informatie

1. (a) Gegeven z = 2 2i, w = 1 i 3. Bereken z w. (b) Bepaal alle complexe getallen z die voldoen aan z 3 8i = 0.

1. (a) Gegeven z = 2 2i, w = 1 i 3. Bereken z w. (b) Bepaal alle complexe getallen z die voldoen aan z 3 8i = 0. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Calculus NWI-NP003B 4 november 04,.30 5.30 Het gebruik van een rekenmachine/gr, telefoon, boek, aantekeningen e.d. is niet toegestaan. Geef precieze argumenten en

Nadere informatie

Tentamen WISN101 Wiskundige Technieken 1 Ma 7 nov :30 16:30

Tentamen WISN101 Wiskundige Technieken 1 Ma 7 nov :30 16:30 Tentamen WISN11 Wiskundige Technieken 1 Ma 7 nov 16 13:3 16:3 Normering voor 4 pt vragen (andere vragen naar rato): 4pt Goed begrepen en goed uitgevoerd met voldoende toelichting, eventueel enkele onbelangrijke

Nadere informatie

Hertentamen Wiskundige Technieken 1 Donderdag 4 jan 2018, 9-12 uur

Hertentamen Wiskundige Technieken 1 Donderdag 4 jan 2018, 9-12 uur Hertentamen Wiskundige Technieken 1 Donderdag 4 jan 2018, 9-12 uur Normering voor 4 pt vragen (andere vragen naar rato): 4pt Goed begrepen en goed uitgevoerd met voldoende toelichting, eventueel enkele

Nadere informatie

FUNCTIONAAL ANALYSE I

FUNCTIONAAL ANALYSE I FUNCTIONAAL ANALYSE I 2009-2010 Eric Jespers http://homepages.vub.ac.be/ efjesper http://www.vub.ac.be/osc/pointcarre/teleleerplatform Inhoudsopgave 1 INLEIDING 1 2 INLEIDING TOT HILBERTRUIMTEN 3 2.1 Banachruimten..........................

Nadere informatie

Complexe functies. 2.1 Benadering door veeltermen

Complexe functies. 2.1 Benadering door veeltermen Wiskunde voor kunstmatige intelligentie, Les Complexe functies Nadat we de complexe getallen hebben leren kennen, is het een voor de hand liggende vraag of hiervoor net als voor de reële getallen ook functies

Nadere informatie

FOURIERTHEORIE. Yu.A. Kuznetsov en J. Stienstra

FOURIERTHEORIE. Yu.A. Kuznetsov en J. Stienstra FOURIERTHEORIE Yu.A. Kuznetsov en J. Stienstra c Departement Wiskunde Universiteit Utrecht 29 Voorwoord Fouriertheorie geeft middelen (Fourierreeksen, Fourierintegralen) die voor de natuurkunde en techniek

Nadere informatie

Lineaire Algebra voor ST

Lineaire Algebra voor ST Lineaire Algebra voor ST docent: Judith Keijsper TUE, HG 9. email: J.C.M.Keijsper@tue.nl studiewijzer: http://www.win.tue.nl/wsk/onderwijs/ds6 Technische Universiteit Eindhoven college 9 J.Keijsper (TUE)

Nadere informatie

Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 26 augustus 2010, , Examenzaal

Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 26 augustus 2010, , Examenzaal Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 26 augustus 2010, 14.00 17.00, Examenzaal Het gebruik van een rekenmachine en/of telefoon is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van het boek

Nadere informatie

college 6: limieten en l Hôpital

college 6: limieten en l Hôpital 126 college 6: ieten en l Hôpital In dit college herhalen we enkele belangrijke definities van ieten, en geven we belangrijke technieken om ieten van functies (eigenlijk en oneigenlijk) te bepalen. In

Nadere informatie

Examen G0O17D Wiskunde II (6sp) maandag 10 juni 2013, 8:30-12:30 uur

Examen G0O17D Wiskunde II (6sp) maandag 10 juni 2013, 8:30-12:30 uur Examen GO7D Wiskunde II (6sp maandag juni 3, 8:3-:3 uur Bachelor Biochemie & Biotechnologie Bachelor hemie, Bachelor Geologie Schakelprogramma Master Biochemie & Biotechnologie en Schakelprogramma Master

Nadere informatie

8. Differentiaal- en integraalrekening

8. Differentiaal- en integraalrekening Computeralgebra met Maxima 8. Differentiaal- en integraalrekening 8.1. Sommeren Voor de berekening van sommen kent Maxima de opdracht: sum (expr, index, laag, hoog) Hierbij is expr een Maxima-expressie,

Nadere informatie

Examen G0O17E Wiskunde II (3sp) maandag 10 juni 2013, 8:30-11:30 uur. Bachelor Geografie en Bachelor Informatica

Examen G0O17E Wiskunde II (3sp) maandag 10 juni 2013, 8:30-11:30 uur. Bachelor Geografie en Bachelor Informatica Examen GO7E Wiskunde II (3sp maandag juni 3, 8:3-:3 uur Bachelor Geografie en Bachelor Informatica Auditorium De Molen: A D Auditorium MTM3: E-Se Auditorium MTM39: Sh-Z Naam: Studierichting: Naam assistent:

Nadere informatie

Onderwijsstage: Analyse I

Onderwijsstage: Analyse I Faculteit Wetenschappen Departement Wiskunde Onderwijsstage: Analyse I Ilse Spruyt Begeleiders: Prof. Stefaan Caenepeel Prof. Bart Windels Academiejaar 13-14 Inhoudsopgave 1 Pedagogisch aspect 1.1 Lesobservaties..................................

Nadere informatie

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Uitwerking Proeftentamen 3 Functies van één veranderlijke (15126 De uitwerkingen van de opgaven dienen duidelijk geformuleerd en overzichtelijk

Nadere informatie

TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN

TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN Vakcode: 8D2. Datum: dinsdag 29 april 28. Tijd: 14: 17:. Lees dit vóórdat je begint! Maak iedere opgave op een apart vel. Schrijf je naam en studentnummer

Nadere informatie

Topologie in R n 10.1

Topologie in R n 10.1 Topologie in R n 10.1 Lengte x = (x 1,..., x n ) = x 2 1 + x2 2 + + x2 n Bol B(x 0, r) = {x : x x 0 < r} x 0 r p 1 p 3 p 1 p 2 S p 1 heet uitwendig punt p 2 heet inwendig punt p 3 heet randpunt p 1 p 3

Nadere informatie

Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007)

Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007) Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007) Vooraf: Zoals het stilletjes aan een traditie is geworden, geef ik hier bedenkingen bij het examen van deze septemberzittijd. Ik zorg ervoor dat deze tekst op

Nadere informatie

Huiswerk Hints&Tips Analyse 2, College 26

Huiswerk Hints&Tips Analyse 2, College 26 Huiswerk Hints&Tips Analyse, College 6 [K..]. Tip : Toon aan dat er punten (x, y ) en (x, y ) en scalars m, M R bestaan zo dat m = f(x, y ) f(x, y) f(x, y ) = M. Laat dan zien dat m(b a)(d c) = m f M =

Nadere informatie

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie TW2040: Complexe Functietheorie week 4.9, donderdag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 16 juni, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 46 Outline III.7 Applications of the Residue Theorem

Nadere informatie

III.2 De ordening op R en ongelijkheden

III.2 De ordening op R en ongelijkheden III.2 De ordening op R en ongelijkheden In de vorige paragraaf hebben we axioma s gegeven voor de optelling en vermenigvuldiging in R, maar om R vast te leggen moeten we ook ongelijkheden in R beschouwen.

Nadere informatie

Tuyaux 3de Bachelor Wiskunde WINAK

Tuyaux 3de Bachelor Wiskunde WINAK Tuyaux 3de Bachelor Wiskunde WINAK Eerste Semester 2011-2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Maattheorie 3 2.1 Theorie....................................... 3 2.2 Oefeningen.....................................

Nadere informatie

EERSTE DEELTENTAMEN ANALYSE C

EERSTE DEELTENTAMEN ANALYSE C EERSTE DEELTENTAMEN ANALYSE C 0 november 990 9.30.30 uur Zet uw naam op elk blad dat u inlevert en uw naam en adres op de enveloppe. De verschillende onderdelen van de vraagstukken zijn zoveel als mogelijk

Nadere informatie

Tweede huiswerkopdracht Lineaire algebra 1 Uitwerking en opmerkingen

Tweede huiswerkopdracht Lineaire algebra 1 Uitwerking en opmerkingen Tweede huiswerkopdracht Lineaire algebra 1 en opmerkingen November 10, 2009 Opgave 1 Gegeven een vectorruimte V met deelruimtes U 1 en U 2. Als er geldt dim U 1 = 7, dimu 2 = 9, en dim(u 1 U 2 ) = 4, wat

Nadere informatie

ax + 2 dx con- vergent? n ln(n) ln(ln(n)), n=3 (d) y(x) = e 1 2 x2 e 1 2 t2 +t dt + 2

ax + 2 dx con- vergent? n ln(n) ln(ln(n)), n=3 (d) y(x) = e 1 2 x2 e 1 2 t2 +t dt + 2 Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Calculus NWI-NPB 8 januari 3, 8.3.3 Het gebruik van een rekenmachine, telefoon en boek(en) is niet toegestaan. Geef precieze argumenten en antwoorden. Maak uw redenering

Nadere informatie

Optelling en scalaire vermenigvuldiging zijn weer plaatsgewijs gedefinieerd, bijvoorbeeld: 7 (x 1, x 2, x 3,...)

Optelling en scalaire vermenigvuldiging zijn weer plaatsgewijs gedefinieerd, bijvoorbeeld: 7 (x 1, x 2, x 3,...) 5. Lineaire ruimten Tot nu toe hebben we ons uitsluitend met de R n bezig gehouden. We gaan de behandelde theorie nu uitbreiden tot verzamelingen die een sterke overeenkomst met een R n vertonen. Een dergelijke

Nadere informatie

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie TW2040: Complexe Functietheorie week 4.4, maandag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 9 mei, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 40 Outline 1 f : [a, b] C f : C C Primitieven 2 K.

Nadere informatie

TENTAMEN ANALYSE 1. dinsdag 3 april 2007,

TENTAMEN ANALYSE 1. dinsdag 3 april 2007, TENTAMEN ANALYSE. dinsdag april 2007, 4.00-7.00. Het tentamen bestaat uit twee gedeelten: de eerste vijf opgaven gaan over de stof van het eerste gedeelte van het college. De laatste vijf opgaven gaan

Nadere informatie

3 De duale vectorruimte

3 De duale vectorruimte 3 De duale vectorruimte We brengen de volgende definitie in de herinnering. Definitie 3.1 (hom K (V, W )) Gegeven twee vectorruimtes (V, K) en (W, K) over K noteren we de verzameling van alle lineaire

Nadere informatie

(vi) Als u een stelling, eigenschap,... gebruikt, formuleer die dan, toon aan dat de voorwaarden vervuld zijn, maar bewijs die niet.

(vi) Als u een stelling, eigenschap,... gebruikt, formuleer die dan, toon aan dat de voorwaarden vervuld zijn, maar bewijs die niet. Examen Functieruimten - Deel theorie 15 januari 2016, 08:30 uur Naam en Voornaam: Lees eerst dit: (i) Naam en voornaam hierboven invullen. (ii) Nietje niet losmaken. (iii) Enkel deze bundel afgeven; geen

Nadere informatie

More points, lines, and planes

More points, lines, and planes More points, lines, and planes Make your own pictures! 1. Lengtes en hoeken In het vorige college hebben we het inwendig product (inproduct) gedefinieerd. Aan de hand daarvan hebben we ook de norm (lengte)

Nadere informatie

De Dekpuntstelling van Brouwer

De Dekpuntstelling van Brouwer De Dekpuntstelling van Brouwer Non impeditus ab ulla scientia K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Twente, 19 oktober 2009: 18:00 20:00 Outline 1 2 3 4 De formulering Dekpuntstelling van Brouwer Zij n een

Nadere informatie

Inleiding Analyse 2009

Inleiding Analyse 2009 Inleiding Analyse 2009 Inleveropgaven A). Stel f(, y) = In (0, 0) is f niet gedefinieerd. We bestuderen y2 2 + y 4. lim f(, y). (,y) (0,0) 1. Bepaal de waarde van f(, y) op een willekeurige rechte lijn

Nadere informatie

Signalen en Transformaties

Signalen en Transformaties Signalen en Transformaties 201100109 Docent : Anton Stoorvogel E-mail: A.A.Stoorvogel@utwente.nl 1/29 Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica EWI Complexe getallen z D a C bi We definiëren de complex

Nadere informatie

V.2 Limieten van functies

V.2 Limieten van functies V.2 Limieten van functies Beschouw een deelverzameling D R, een functie f: D R en zij c R. We willen het gedrag van f in de buurt van c bestuderen. De functiewaarde in c is daarvoor niet belangrijk, de

Nadere informatie

Analyse I. 1ste Bachelor Ingenieurswetenschappen Academiejaar 2005-2006 1ste semester 31 januari 2006

Analyse I. 1ste Bachelor Ingenieurswetenschappen Academiejaar 2005-2006 1ste semester 31 januari 2006 1ste semester 31 januari 2006 Analyse I 1. Onderstel dat f : [a, b] R continu is, en dat f(a)f(b) < 0. Toon aan dat f minstens 1 nulpunt heeft gelegen in het interval (a, b). 2. Gegeven is een functie

Nadere informatie

WI1708TH Analyse 3. College 5 23 februari Challenge the future

WI1708TH Analyse 3. College 5 23 februari Challenge the future WI1708TH Analyse 3 College 5 23 februari 2015 1 Programma Vandaag Richtingsafgeleide (14.6) Gradiënt (14.6) Maximalisatie richtingsafgeleide (14.6) Raakvlak voor niveauoppervlakken (14.6) 2 Richtingsafgeleide

Nadere informatie