Trendonderzoek. Communicatieberoepspraktijk
|
|
- Jurgen Claessens
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Trendonderzoek Communicatieberoepspraktijk Wim Elving & Betteke van Ruler Amsterdam School of Communications Research Universiteit van Amsterdam Juli 2006
2 Inhoud Hoofdstuk 1. Doel en opzet Doel van het onderzoek en afbakening van het terrein Opzet van het onderzoek Kenmerken van de deelpopulatie organisaties..10 Hoofdstuk 2. Communicatiemanagement binnen organisaties Profiel van de verantwoordelijke voor communicatie Profiel van de communicatieafdeling Omvang van de afdelingen en budgetten voor communicatietaken Het takenpakket van de afdelingen en de verdeling van hun tijd.21 Hoofdstuk 3. De bureausector Profiel van de directeuren Profiel van de bureaus Omvang en omzetten van de bureaus Het aanbod van de bureaus 38 Hoofdstuk 4. De professionals en hun professie Omvang van de beroepsgroep Bronnen voor kennis over het vak Profiel van professionalisme Essentiële zaken in het vak Betrokkenheid bij en rapportcijfer voor het vak.48 Hoofdstuk 5. Brandende kwesties in het vakgebied 50 Bijlagen: Vragenlijsten 1
3 Samenvatting Trendonderzoek Communicatieberoepspraktijk Net als bij het Trendonderzoek Communicatieberoepspraktijk 1999 het geval was, is het doel van het Trendonderzoek Communicatieberoepspraktijk om na te gaan hoe het communicatiemanagement en het advies daarover binnen Nederlandse organisaties en bureaus er uitziet; daarnaast komt in dit onderzoek ook aan de orde hoe de communicatieprofessional over zijn of haar eigen vak denkt. De respons op de vragenlijst was uitzonderlijk laag. Het non-respons onderzoek geeft ons gelukkig aanleiding om niet al te sterk te twijfelen over de representativiteit van de gegevens; maar toch zullen we vanwege deze lage respons bij alle conclusies slagen om de arm moeten houden en kunnen we dus alleen maar voorzichtige schattingen geven. Omwille van de leesbaarheid doen wij hieronder een aantal uitspraken waarin we die slagen om de arm niet elke keer herhalen. Ze moeten echter wel met de nodige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. Profiel van de communicatiemanager De verantwoordelijke voor communicatie in Nederlandse organisaties kan worden getypeerd als hoog opgeleid en steeds vaker ook specifiek opgeleid in de communicatie, even vaak vrouw als man, en doorgaans terug te vinden in het organogram met een aan communicatie gerelateerde functiebenaming. Profiel van de communicatieafdeling De communicatieafdeling in Nederlandse organisaties kan worden getypeerd als een (hoge) stafafdeling, die meestal een benaming heeft waarin de term communicatie voorkomt, waarin de diverse onderdelen van communicatiemanagement zijn geïntegreerd, en die een grote mate van eigen verantwoordelijkheid heeft voor het communicatiebeleid en de invulling ervan. Profiel van de omvang en budgetten van de communicatieafdeling Binnen afdelingen communicatie is gemiddeld plaats voor 6 full-time personen, maar de omvang van de afdelingen varieert enorm, en pakweg de helft van alle organisaties in de steekproeven heeft slechts 2 FTE s per afdeling. De medewerkers zijn iets vaker vrouw dan man. Het opgegeven budget varieert van 4.000,- tot 50 miljoen, met een gemiddelde van iets meer dan 1,1 miljoen, maar bijna 45% van de respondenten geeft aan dat er geen structureel budget is voor communicatieactiviteiten of dat zij dit niet kennen. Als we toch willen proberen de budgetten voor de hele sector te kwantificeren, komen we op pakweg 5,5 miljard. Dit zou een verdubbeling betekenen van het budget van 1999, toen we uitkwamen op een kleine 5 miljard gulden. De selectiviteit van de steekproef geeft aanleiding te verwachten dat het totale budget van Nederlandse organisaties voor communicatie veel hoger ligt. Het overgrote deel van de communicatiemanagers verwacht dat de omvang van hun afdeling en hun budget stabiel blijft, of toeneemt. De toekomstverwachtingen zijn derhalve positief. Profiel van taken en tijdsverdeling van de communicatieprofessionals Het takenpakket van een afdeling communicatie bevat in elk geval het schrijven en voorbereiden van teksten, het beheer van de inhoud van de website, het adviseren over keuze van communicatiemiddelen, de coördinatie van communicatieprojecten en de 2
4 bewaking van de kwaliteit van de communicatieactiviteiten. Taken die kennelijk niet tot het reguliere pakket behoren (door 20% of minder genoemd worden als taken die vaak worden uitgevoerd) zijn lobby activiteiten, ontwikkelen/evalueren van onderzoek, regie van de interne discussie over interne standpunten ten aanzien van relevante issues, evaluatie van commentaren van derden op de organisatie, dialoog met maatschappelijke partijen, de coaching van managers bij hun interne communicatie, en publieks- en/of klantcontacten. Wat de tijdsverdeling betreft blijkt dat de meeste tijd gaat zitten in reclame- en marketingactiviteiten, dat coördinatie en (intern) overleg ruim eenvijfde van de tijd van de communicatieafdelingen in beslag neemt en dat daarnaast interne communicatie, perscontacten en interne advisering elk pakweg 10% kosten, terwijl onderzoek en bij- en nascholing elk minder dan 5% van de tijd in beslag nemen. Profiel van de bureaudirecteur De bureaudirecteur is een hoog opgeleide en steeds vaker ook specifiek in de communicatie opgeleide persoon, veelal ook zelf oprichter van het bureau, iets vaker man dan vrouw (6:4), die gemiddeld 9 jaar bij zijn of haar huidige bureau zit, en veelal uit een op communicatie georiënteerd vak komt, namelijk uit PR/Voorlichting, Marketing/Reclame, Journalistiek of van een ander adviesbureau. Doorgroeien binnen het eigen bureau komt relatief weinig voor. Profiel van de bureaus Bureaus hanteren in grote mate de term communicatie in de benaming van het bureau (49%). De term creatie bezet een tweede plaats (16%). Benamingen met marketing (5%) of reclame/advertising (4%) komen relatief erg weinig voor, maar ook Public Relations / Public Affairs wordt niet vaak gebruikt in de benaming van een bureau (12%). Ten opzichte van 1999 is er een sterke toename van het aantal bureaus dat onderdeel uitmaakt van een netwerk. Toen was dat slechts bij 23% van de bureaus het geval tegenover 35% nu, en stelde 62% ook geen prijs op het behoren tot een netwerk, tegenover 35% nu. Hoe groter hoe vaker men deel uitmaakt of wil uitmaken van een netwerk. Het overgrote deel van de bureaus neemt opdrachten aan voor meerdere sectoren. Er is derhalve geen sprake van specialisatie op sectoren. Profiel van omvang en omzetten van bureaus Het aantal eenpersoonsbureaus (35%) is vrijwel niet afgenomen ten opzichte van 1999 (toen 37%) maar het gemiddelde meermensbureau is wel groter geworden. In de bureausector is het gemiddelde aantal medewerkers per bureau 8,75. Dat was in 1999 slechts vijf.een zeer globale schatting van de omzetten in de totale bureausector levert een bedrag van ruim 5.36 miljard op. In 1999 kwamen we op een geschatte totaalomzet van de bureaus van 17,5 miljard gulden. Op het eerste gezicht zou dit wijzen op een vermindering van het budget. De schattingen zijn echter zo grof, dat dit niet zonder meer geconcludeerd mag worden. De omzet gaat voor bijna de helft naar ontwikkeling en uitvoering van communicatiemiddelen (48%), en voor een kwart naar advisering en planontwikkeling. Het is duidelijk dat de sector niet zelf het communicatieonderzoek voor deze planontwikkeling en uitvoering doet, want daar gaat slechts gemiddeld 2.7% naar toe. Profiel van het aanbod van de bureaus Strategische advisering, marketingcommunicatie, public relations, tekstproductie en positionering van de organisatie zijn taken die behoren tot het normale takenpakket van 3
5 een bureau. Mediaplanning, investor relations, communicatietrainingen en communicatieve profilering komen duidelijk minder vaak voor en kunnen dus worden gezien als specialismen. Op iets gedetailleerder niveau blijkt dat het schrijven en voorbereiden van teksten, de advisering over de keuze van communicatiemiddelen en over communicatiestrategieën, het schrijven van communicatieplannen en het coördineren van communicatieprojecten tot het normale takenpakket behoren. Daarentegen houden relatief veel bureaus zich nooit bezig met sponsoractiviteiten, lobbyactiviteiten, publieks/klantcontacten, interim management, organiseren van de dialoog met maatschappelijke partijen, regie van crisiscommunicatie, analyses van de publieke opinie en de regie van de interne discussie. Dit zijn kennelijk zaken die specialisaties genoemd kunnen worden. Omvang van de totale beroepsgroep De totale beroepsgroep moet een omvang hebben van tussen de en professionals. Als deze berekening klopt, zou dit ofwel betekenen dat er een toename is van pakweg personen sinds 1999, ofwel dat de schatting in 1999 te voorzichtig was. Gegevens van de vele afgestudeerden van HBO en WO opleidingen bevestigen eerder een toename en laten ondanks de steeds grotere aantallen afgestudeerden keer op keer zien dat zij relatief gemakkelijk aan een baan komen in hun eigen richting. De geluiden in de sector dat na een relatieve teruggang in het begin van deze eeuw, de branche aantrekt zou ook een indicatie kunnen zijn voor groei. Of de sector daadwerkelijk bijna professionals bevat durven we niet te zeggen, wel dat het in elk geval meer is dan de uit de schatting van Profiel van bronnen van kennis voor de beroepsgroep De communicatieprofessional zoekt zijn of haar kennis op alle mogelijke manieren bij elkaar, waarbij vakgenoten het vaakst worden genoemd als bron, maar ook boeken en artikelen, internet, symposia, congressen en cursussen worden veel genoemd als bron. Een meerderheid van de respondenten is van mening dat een goed zichtbare beroepsvereniging belangrijk is voor de ontwikkeling van het vakgebied. Profiel van professionalisme De respondenten hebben geen uitgesproken mening over hoe professionalisme in het communicatievak eruit moet zien. Toch blijkt dat er vaker voor een vakspecifieke opleiding als noodzakelijke basis wordt gekozen dan voor (alleen) learning on the job (43% 30%). Nog iets duidelijker zijn de respondenten in het feit dat zij vinden dat zoals het vak nu wordt uitgeoefend het als doorgaans professioneel gekenmerkt kan worden en dat er niet alleen maar onprofessionaliteit is (58% - 13%). Er zijn ook meer respondenten die vinden dat onderzoek essentieel is in het communicatievak dan respondenten die menen dat je met ervaring en de juiste mentaliteit toe kunt (40% - 27%), maar de verschillen zijn niet groot en een flink aantal respondenten (39%) houdt zich op de vlakte. Of de afgestudeerden van communicatieopleidingen voldoende kennis en vaardigheden bezitten en of ze bij voorkeur in communicatie afgestudeerden aannemen, wordt niet duidelijk. Daar zijn bijna evenveel mensen positief als negatief over. Essentiële zaken in het vak Dat het communicatiemanagement een zodanige positie moet hebben dat het strategische keuzes in de organisatie kan beïnvloeden wordt door de overgrote meerderheid bevestigd; slechts 5% is daar tegen en 12% weet het niet zeker. Dit is nog sterker als het gaat over een zodanige positie dat het communicatiemanagement het optreden naar binnen en naar 4
6 buiten kan beïnvloeden: daar is slechts 2% tegen en 5% weet het niet zeker. Dat communicatiebeleid organisatiebeleid moet kunnen beïnvloeden krijgt een (kleine) meerderheid (57%) van de stemmen, en meer dan een kwart (27%) weet het niet. Maar ook de gedachte dat communicatiebeleid uitsluitend volgend is aan organisatiebeleid krijgt niet echt veel medestanders (26%); een (kleine) meerderheid van 52% is het hier beslist niet mee eens. Bijna 80% is het eens met de stelling dat een kerntaak van het communicatiemanagement de zorg voor een positief imago/reputatie is. Een bijna even grote groep (77%) is van mening dat het een kerntaak is om anderen in de organisatie te helpen goed te communiceren, en een iets grotere groep (82%) is van mening dat communicatiemanagement gelijk kan worden gesteld aan wat wel issues management wordt genoemd: signalering van standpunten over issues in de buitenwereld en het management van de (eigen) standpunten daarover. Tenslotte is er een krappe meerderheid (51%) die vindt dat communicatiemanagement moet bijdragen aan de omzet van de organisatie terwijl de overige respondenten daar geen uitspraak over durven doen dan wel daar tegen zijn. Betrokkenheid bij het vak De meerderheid van de respondenten toont zich betrokken bij hun vak maar de meningen lopen nogal uiteen. Ruim 76% geeft aan trots te zijn te werken in het communicatievak (voor bijna een kwart geldt dit evenwel niet). Ruim 64% geeft aan zich betrokken te voelen bij de ontwikkeling van het vak (voor bijna een derde geldt dit niet). Een overgrote meerderheid (88%) voelt zich op z n plaats, en bijna de helft (42%) kan zich niet voorstellen in een ander beroep te werken (een kleine meerderheid kan zich dit wel voorstellen). Rapportcijfer voor communicatiemanagement Een kleine meerderheid (59%) geeft aan veel erkenning te krijgen van opdrachtgevers, voor ruim 40% staat dat nog te bezien of zit dat er niet in, en over het beeld dat buitenstaanders van het communicatievak hebben zijn de meningen totaal verdeeld. Het communicatiemanagement in Nederland in zijn algemeenheid krijgt van de respondenten gemiddeld een 6,2. Het rapportcijfer voor het communicatiemanagement in de eigen organisatie of het eigen bureau valt iets hoger uit, namelijk een 6,3. Brandende kwesties voor het communicatievak De positionering en profilering van het eigen vak wordt het vaakst genoemd, naast vraagstukken van professionalisering, accountability, inzet van nieuwe media en verbetering van de ontvangers- en omgevingsgerichtheid. Daarnaast is er een aantal thema s die regelmatig werden genoemd, zoals het veranderende medialandschap (inclusief digitalisering dan wel de veranderende rol van de journalistiek en de ontwikkeling van hypes) (55x), Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (incl transparantie, integriteit van bestuur) (51x), crisis- en risicocommunicatie (27x) en Finance en continuïteit van het eigen bureau (25x). Thema s die uitzonderlijk weinig werden genoemd zijn de economisering / juridisering van het vak en de beroepsethiek/beroepscode en integriteitsvraagstukken binnen het communicatievak. Daarnaast waren er ruim 200 antwoorden die te maken hadden met heel specifieke thema s in het vak, zoals kwaliteit van het onderwijs, van imagomanagement naar reputatiemanagement, aandacht voor direct marketing de versplintering van doelgroepen, meer creativiteit of meer onderscheidendheid, de afstemming van communicatie met HRM of andere functionele gebieden, en dergelijke. 5
7 6
8 Hoofdstuk 1. Doel en opzet 1.1.Doel van het onderzoek en afbakening van het terrein Net als bij het Trendonderzoek Communicatieberoepspraktijk 1999 het geval was, is het doel van het Trendonderzoek Communicatieberoepspraktijk om na te gaan hoe het communicatiemanagement en het advies daarover binnen organisaties en bureaus er in Nederland uitziet, en wat de positie van de communicatieprofessional in Nederland is. Het communicatievakgebied is een jong vakgebied. Hoewel duidelijk is dat het sterk in ontwikkeling is en communicatie onderdeel is geworden van de arbeidsspecialisatie, is niet erg duidelijk hoe communicatie als specialisme binnen en ten behoeve van organisaties is vormgegeven en wat ertoe wordt gerekend. Om een actueel profiel te kunnen schetsen van dit vakgebied is vanuit de Universiteit van Amsterdam een vervolgonderzoek opgezet naar vorm en inhoud van de communicatiebranche. Dit heeft geleid tot deze tweede versie van het Trendonderzoek Communicatieberoepspraktijk. Onder communicatiemanagement en -advies verstaan wij de specialistische functie in of ten behoeve van een publieke of private organisatie die zich bezighoudt met het initiëren, sturen en begeleiden van communicatie in de context van de organisatie, binnen een bepaald beleidskader en vanuit de optiek van het functioneren van die organisatie. Het betreft derhalve alle activiteiten die doelbewust en gericht worden ingezet om communicatie te managen, dan wel het advies hierover. Hieronder vallen zowel de verschijningsvormen interne communicatie (IC), externe communicatie/pr (omdat dit in de praktijk vaak corporate communicatie (CC) wordt genoemd, hanteren wij hier die benaming ook) als marketingcommunicatie (MC), en alle deelspecialismen die tot deze drie vormen kunnen worden gerekend. In dit onderzoek is niet aan de orde hoe dit management of het advies erover plaats vindt en of dit kwalitatief hoogwaardig wordt uitgevoerd. Wel is de doelstelling van dit onderzoek te achterhalen wat tot het gebied van communicatiemanagement en -advies wordt gerekend en hoe dat gebied is georganiseerd. Het onderzoek betreft derhalve ook uitsluitend de specialistische communicatiefunctie van organisaties, te onderscheiden van de communicatiefunctie in het algemeen, waaraan alle leden van een organisatie deel hebben. 1.2.Opzet van het onderzoek De vragenlijst is deze keer uitgebreider dan bij de vorige meting in We hebben meer vragen gesteld en zijn op sommige zaken dieper ingegaan. Zo zijn er vragen geweest hoe verbonden de communicatieprofessional zich voelt bij (ontwikkelingen in) het vak, en zijn er vragen toegevoegd over wat volgens de communicatieprofessionals brandende kwesties in het beroep in de komende jaren zullen zijn. Onderzoeksgroep Een eerste vraag is wie precies tot de beroepsgroep communicatiemanagement en -advies moet worden gerekend. In dit onderzoek is aangehouden allen die door de verantwoordelijke voor communicatie daartoe worden aangemerkt omdat zij structureel communicatietaken in hun functieomschrijving hebben staan. Een tweede vraag is hoe deze beroepsgroep bereikt kan worden, dus wat precies de onderzoekseenheden moeten zijn. Wij hebben ervoor gekozen als populatie organisaties en bureaus te kiezen en daarbinnen als onderzoekseenheid de verantwoordelijken voor communicatie c.q. de 7
9 directeuren van bureaus aan te schrijven. De populatie bestaat in dit geval dus uit twee deelpopulaties: publieke en private organisaties aan de ene kant en bureaus aan de andere kant. Om een monitor op te zetten die een representatief beeld geeft van de communicatieberoepspraktijk is gekozen voor de volgende werkwijze. Uit bij de Kamer van Koophandel ingeschreven hoofdvestigingen van organisaties in de private sector en de semi-overheid en een lijst van overheidsinstellingen zijn de organisaties geselecteerd met meer dan 50 medewerkers (en bij de gemeenten meer dan inwoners), omdat het vermoeden bestaat dat binnen deze wat grotere organisaties de communicatiefunctie eerder is gespecialiseerd dan bij nog kleinere organisaties en wij niet het risico wilden lopen dat de steekproef gevuld is met alleen maar kleine bedrijven, omdat er hiervan nu eenmaal relatief veel meer zijn. Uit de aldus ontstane groslijst van organisaties is een steekproef getrokken van 1 op 4. Daarnaast is dit onderzoek gericht aan bureaus die bij de Kamer van Koophandel ingeschreven staan onder de noemers public relations of reclame (de Kamer van Koophandel kent niet de noemer communicatie ). Omdat er relatief erg veel eenpersoonsbureaus zijn en er veel meer bureaus staan ingeschreven onder reclame dan onder public relations en dit de resultaten sterk zou kunnen vertekenen, is een gestratificeerde steekproef getrokken. De uiteindelijke steekproef bevat gelijke aantallen van eenpersoonsbureaus en grotere, en van public-relations- en van reclamebureaus. Dankzij de donatie van de Gasunie kon een a-selecte steekproef worden aangekocht van ruim 2100 adressen van bureaus (zowel eenpersoonsorganisaties als bureaus met meer werknemers) en bijna 2100 adressen van organisaties met meer dan 50 werknemers. Aan deze in totaal 4245 adressen is een vragenlijst en een reminder toegestuurd. Daarnaast is van alle overheidsorganisaties in de populatie een steekproef genomen van 25%. Dit leverde nog eens 96 adressen op. De vragenlijst is opgesteld op basis van de ervaringen met het Trendonderzoek Public Relations 1995 en het Trendonderzoek communicatieberoepspraktijk De vragenlijst is uitgebreid besproken tijdens een sessie met actieve leden van de Beroepsvereniging voor Communicatie (BvC) en de Vereniging voor Overheidscommunicatie (VVO), die per 1 januari 2006 zijn opgegaan in de nieuwe vereniging Logeion, vereniging voor communicatie. Op basis van hun commentaar is de vragenlijst bijgesteld. Respons In de eerste ronde werden in totaal 4341 adressen aangeschreven, 2194 van organisaties (inclusief overheid) en 2147 van bureaus. Er werd aan beide categorieën een vragenlijst verstuurd met begeleidende brief en antwoordenveloppe, gestoken in een envelop met opschrift: Bedoeld voor de verantwoordelijke voor de uitvoering van communicatieactiviteiten, respectievelijk Bedoeld voor de directeur/eigenaar van het bureau. De vragenlijsten zijn als bijlage opgenomen. In de begeleidende brief hebben we de respondenten tevens de mogelijkheid geboden om de vragenlijst elektronisch in te vullen. Daartoe moest men een sturen naar een bepaald adres; per omgaande kreeg men vervolgens een retour met daarin een link naar de elektronische vragenlijst. Op de eerste mailing reageerden in totaal slechts 291 personen. Vervolgens is een herinnering gestuurd aan de totale steekproef. Helaas leverde de reminder slechts 45 extra vragenlijsten op; de respons bleef hierdoor lager dan 7%. Er is vervolgens besloten om een non-respons onderzoek uit te voeren, met daarbij de vragen of men zich kon herinneren dat de vragenlijst was ontvangen, of men deze had ingevuld (de vragenlijst 8
10 was anoniem, zodat we geen adresgegevens aan de ingevulde vragenlijst konden koppelen en we dus niet wisten wie de vragenlijst wel en wie de vragenlijst niet had ingevuld), en zo niet of men dat alsnog wilde doen. Het non-respons onderzoek leverde een extra respons op van 118 vragenlijsten. De totale respons op het schriftelijke onderzoek bedroeg voor organisaties 201 (9,4%) ingevulde vragenlijsten en voor bureaus 179 (respons 8,3%) ingevulde vragenlijsten. Dit is de zogenaamde bruto-respons. We hebben in totaal 69 vragenlijsten en of reminders retour gekregen omdat op het adres de organisatie niet meer bestond. Dit betroffen adressen van 32 bureaus en 37 organisaties. Vragenlijsten die voor minder dan 50% waren ingevuld zijn niet meegenomen in de analyses. Het netto respons percentage bedraagt voor de organisaties 9,8% en voor bureaus 8,5%. Het is bekend dat surveys een steeds lagere respons krijgen. De respons op dit onderzoek was echter erg laag. Er zijn verschillende redenen aan te geven voor deze lage respons. Ten eerste betrof het onderzoek een vrij omvangrijke vragenlijst van 7 pagina s, en was de adressering vanwege de manier van steekproeftrekking niet gericht aan een persoon, maar aan een functie. Dat zal de respons nadelig hebben beïnvloed. Om te proberen de respons te verhogen hebben we besloten om een telefonisch non-respons onderzoek uit te voeren, waarmee we tevens konden nagaan waarom de vragenlijst niet werd ingevuld en of de respons toch redelijk representatief was voor de populatie. Ten behoeve van het non-respons onderzoek hebben we een steekproef uit de totale populatie van 609 organisaties en bureaus gebeld. Hiervan bleek 20% zich te herinneren dat de vragenlijst was opgestuurd en 6,9% van hen zei de vragenlijst daadwerkelijk te hebben opgestuurd. Als redenen om de vragenlijst niet in te vullen gaf 60% tijdgebrek op, 10% was van mening dat men niet tot de doelgroep behoorde. Tot slot gaven sommige professionals aan dat het niet tot de bedrijfspolicy behoorde om gegevens die in de vragenlijst werden gevraagd prijs te geven, ook al was de vragenlijst anoniem. Het non-respons onderzoek leerde ons dat er weinig verschil is tussen de aangeschrevenen die niet hebben gereageerd en degenen die dat wel hebben gedaan. Wij hebben dus geen redenen om te stellen dat de (kleine) respons op dit onderzoek niet representatief is. Ondanks de lage respons durven we daarom redelijk positief te zijn over de representativiteit van dit onderzoek. Dat neemt niet weg dat generalisatie van de gegevens in zo n onderzoek alleen een kwestie kan zijn van ruwe schattingen. Het is de bedoeling dat dit onderzoek regelmatig wordt herhaald. Een grotere respons zou zeer wenselijk zijn. In het vorige rapport werd de hoop uitgesproken dat de publiciteit over het toenmalige onderzoek een betere respons voor een volgende keer zou opleveren. Dat is bepaald niet het geval geweest, want in 1999 was de respons 27%. Het moet ons van het hart dat we een zo lage respons op een onderzoek naar de eigen beroepspraktijk van communicatieprofessionals als we nu hebben gekregen, zeer teleurstellend vinden. Voor toekomstig onderzoek is het aan te bevelen om in eerste instantie de organisaties of bureaus te bellen met de vraag of ze willen deelnemen aan het onderzoek. Daardoor kan de vragenlijst op naam worden aangeboden en kan wellicht een hogere respons worden verkregen. Dat verhoogt echter wel de kosten, zowel van de aanschaf van de steekproef met telefoonnummers als van de uitvoering van het onderzoek. Gezien de betrokkenheid van de BvC en de VVO (nu Logeion) bij dit onderzoek, was al besloten om de vragenlijst ook aan te bieden aan de leden van de twee verenigingen. Alle 9
11 2385 leden in de toenmalige Federatie (1155 leden van BvC en 1230 leden van VVO) hebben een ontvangen met de vraag of men de vragenlijst elektronisch wilde invullen. Natuurlijk hebben we in deze aangegeven dat als men al in de eerste steekproef was opgenomen men de vragenlijst niet nogmaals hoefde in te vullen. Dit leverde een extra respons op van 355 communicatieprofessionals werkzaam in organisaties, en 87 communicatieprofessionals werkzaam in bureaus, in totaal 18,5% van het totaal aantal leden. Alles bij elkaar doen we in dit rapport verslag over 556 communicatieprofessionals werkzaam in organisaties en 266 communicatieprofessionals werkzaam in bureaus. Uiteraard zullen we bij alle resultaten significante verschillen tussen de twee steekproeven (KVK en BvC/VVO) presenteren. In Tabel 1 presenteren we een overzicht van de uiteindelijk respons. Tabel 1: overzicht respons Trendonderzoek Communicatieberoepspraktijk RESPONS Organisaties Bureaus Geselecteerd via KvK Aangeschreven gemeentes, 96 provincies en ministeries Onjuiste adressering Respons KvK 201 9,8% 179 8,5% Respons BvC / VVO Totaal Kenmerken van de deelpopulatie organisaties In deze paragraaf geven we weer in welke sectoren de respondenten van de deelpopulatie organisaties werkzaam zijn en wat de omvang van deze organisaties is. De sectoren waar de respondenten van de deelpopulatie organisaties werkzaam zijn wordt weergegeven in Tabel 2 en Figuur 1. Tabel 2: overzicht van de sectoren waar de respondenten van de deelpopulatie organisaties werkzaam zijn SECTOR Totaal KvK BvC/VVO Overheid 145 (28,8%) 31 (16,7%) 114 (36,0%) Semi-overheid 19 (3,8%) 3 (1,6%) 16 (5,1%) Non-profit (11,7%) Profit 245 (48,7%) (12,4%) 114 (61,3%) (11,4%) 131 (41,3%) 10
12 Anders 35 (7,0%) 15 (8,1%) 20 (6,3%) sector 70,00 60,00 percentage 50,00 40,00 30,00 20,00 Totaal KvK BvC/VVO 10,00 0,00 overheid semioverheid non-profit profit anders Figuur 1: sectoren waar de respondenten van de deelpopulatie organisaties werkzaam zijn In Tabel 2 en Figuur 1 is te zien dat de respons vanuit de populatie van de leden van BvC en VVO meer respondenten heeft opgeleverd die werkzaam zijn bij de overheid, dan de respons op de eerste steekproef en dan logisch is voor de verhoudingen in de populatie. Dit is begrijpelijk omdat in de twee verenigingen relatief veel leden uit de overheidssector komen. In de steekproef van de Kamer van Koophandel en de lijst van overheidsinstanties was het aandeel van publieke en private sectoren evenredig met de verhoudingen in de totale populatie. In Tabel 3 en Figuur 2 wordt ten slotte een indicatie gegeven van de omvang van de organisaties van de respondenten. Tabel 3: Omvang van de organisaties van de respondenten uit de deelpopulatie organisaties AANTAL MEDEWERKERS Totaal KvK BvC/VVO (18,2%) 33 (19,6%) 26 (16,6%) (25,8%) (14,2%) (34,5%) 21 (12,5%) (16,6%) 25 (15,9%) 11
13 (14,2%) (11,1%) (6,8%) (9,8%) 19 (11,3%) 17 (10,1%) 7 (4,2%) 13 (7,7%) 27 (17,2%) 19 (12,1%) 15 (9,6%) 19 (12,1%) aantal medewerkers percentage Totaal KvK BvC/VVO Figuur 2: omvang van de organisaties van de respondenten uit de deelpopulatie organisaties Gezien het selectieve karakter van de KvK steekproef (alleen 50+ organisaties) en van de BvC/VVO respons (alleen leden) alsmede de forse non-respons op deze vraag, kunnen hierover geen generaliserende opmerkingen worden gemaakt. NB: Het Trendonderzoek Communicatieberoepspraktijk 1999, uitgevoerd door Betteke van Ruler en Rob de Lange, is nog verkrijgbaar in digitale vorm via Logeion. 12
14 Hoofdstuk 2. Communicatiemanagement binnen organisaties In dit hoofdstuk wordt een beeld geschetst van het communicatiemanagement binnen organisaties. Achtereenvolgens komt aan de orde: het profiel van de communicatiemanagers, het profiel van de afdelingen, hun omvang en budgetten, en het takenpakket van de afdelingen Profiel van de verantwoordelijke voor communicatie In deze paragraaf worden allerlei frequenties van antwoordpatronen gegeven waarmee we een beeld willen geven van het profiel van de verantwoordelijke voor communicatie, hier gemakshalve communicatiemanager genoemd. Aangezien er bij alle onderdelen van de vragenlijst wel respondenten zijn geweest die niet op alle vragen antwoord hebben gegeven, zijn de totalen in de gegevens hieronder veelal verschillend van het totaal van de respons. Zoals reeds gemeld zijn geen respondenten meegenomen in de analyses die minder dan de helft van de vragenlijst hadden ingevuld. Opleiding In Tabel 4 en Figuur 3 wordt de opleiding van de respondenten weergegeven. Tabel 4: hoogst genoten opleiding van de communicatiemanagers OPLEIDING Totaal KvK BvC/VVO WO communicatie 80 (15,9%) 23 (12,4%) 57 (18,0%) WO niet communicatie 124 (24,7%) 41 (22,0%) 83 (26,2%) HBO communicatie 133 (26,4%) 52 (28,0%) 81 (25,6%) HBO niet communicatie 109 (21,7%) 45 (24,2%) 64 (20,2%) Middelbare school/mbo 38 (7,6%) 18 (9,7%) 20 (6,3%) Anders 19 (3,8%) 7 (3,8%) 12 (3,8%) 13
Rapportage. Communicatiejaaronderzoek 2013
Rapportage Communicatiejaaronderzoek 2013 In opdracht van: DirectResearch en Logeion Datum: 5 maart 2013 Projectnummer: 2013008 Auteur: Marieke Gaus & Marvin Brandon Index Achtergrond van het onderzoek
Nadere informatieRapportage. Trendonderzoek Interne Communicatie 2013 Resultaten online enquête
Rapportage Trendonderzoek Interne Communicatie 2013 Resultaten online enquête Suzanne Janssen Universiteit Twente Bas van Glabbeek Involve Joyce Ribbers Universiteit Twente Achtergrond van het onderzoek
Nadere informatieRapportage. Onderzoek: Toekomst van het Communicatievak
Rapportage Onderzoek: Toekomst van het Communicatievak In opdracht van: DirectResearch & Logeion en d Associatie van hoofden Communicatie Datum: 15 september 2014 Projectnummer: 2013008 Auteur(s): John
Nadere informatieTrendonderzoek Interne Communicatie 2017 Rapportage kwantitatieve resultaten. Involve, specialisten in interne communicatie Vakblad Communicatie
Trendonderzoek Interne Communicatie 2017 Rapportage kwantitatieve resultaten Involve, specialisten in interne communicatie Vakblad Communicatie September, 2017 Achtergrond van het onderzoek Doelstelling
Nadere informatieRapportage. Communicatiejaaronderzoek 2014 De laatste trends en ontwikkelingen binnen het communicatievak?
Rapportage Communicatiejaaronderzoek 2014 De laatste trends en ontwikkelingen binnen het communicatievak? In opdracht van: DirectResearch en Logeion Datum: 19 februari 2014 Auteur: Marieke Gaus & Marvin
Nadere informatieRapportage Communicatiejaaronderzoek 2015
Rapportage Communicatiejaaronderzoek 2015 Wat zijn de laatste trends en ontwikkelingen binnen het communicatievak? In opdracht van: Logeion Datum: 26 februari 2015 Projectnummer: Auteurs: John Ruiter,
Nadere informatieWijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie
Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente Deventer Karen Teunissen April 2006 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Bekendheid en betrokkenheid 4 Samenvatting 8 Hoofdstuk 2 Communicatie 9 Samenvatting 12
Nadere informatieKLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN
KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN Klanttevredenheidsonderzoek Schoonmaakdienst gemeente Haren Colofon Opdrachtgever Gemeente Haren Datum December 2016 Auteurs Tessa Schoot Uiterkamp
Nadere informatie[RESULTATEN RAPPORT KWANTITATIEVE DEEL TRENDONDERZOEK INTERNE COMMUNICATIE]
2 2011 Universiteit Twente Involve Vakblad IC Mark van Vuuren, Universiteit Twente Ilse van Ravenstein, Involve Iris Notschaele, Universiteit Twente Astrid Neefs, Universiteit Twente [RESULTATEN RAPPORT
Nadere informatieEen steekproef van 20.000 personen is in januari 2006 door het Nederlandse Donateurspanel benaderd om mee te doen aan delweemaandelijkse monitor van
Een steekproef van 20.000 personen is in januari 2006 door het Nederlandse Donateurspanel benaderd om mee te doen aan delweemaandelijkse monitor van het donateursvertrouwen. Het veldwerk is uitgevoerd
Nadere informatieCliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015
Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Gemeente Deventer Team Kennis en Verkenning Jaap Barink Juni 2015 Inhoud Samenvatting... 4 Inleiding... 6 1. Indienen melding...
Nadere informatieGrafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%
26 DISCRIMINATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het vóórkomen en melden van discriminatie in Leiden en de bekendheid van en het contact met het Bureau Discriminatiezaken. Daarnaast komt aan de orde
Nadere informatieEen analyse van het vak communicatie in de media 27 augustus 2015
Overschiestraat 1 102 XD Amsterdam 020 528 92 95 www.publistat.nl info@publistat.nl Een analyse van het vak communicatie in de media 27 augustus 2015 Media-analyse Achtergrond Logeion Missie: een sterke
Nadere informatieWoningcorporatie 2020: Professionalisering Communicatie. Uitkomsten benchmarkonderzoek 2012
Woningcorporatie 2020: Professionalisering Communicatie Uitkomsten benchmarkonderzoek 2012 Between-us, 2012 Voorwoord Met vijftien jaar ervaring in de corporatiebranche heeft Between-us een solide inzicht
Nadere informatieSalarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers
Research Centre for Education and the Labour Market ROA Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2014/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt
Nadere informatieINTERNE KLANTEN GEVEN IC EEN 6,7
ONDERZOEK SAMENSTELLING: ILSE VAN RAVENSTEIN, MARK VAN VUUREN EN CINDY LAMMERS BEELD: SHOOTMEDIA INTERNE KLANTEN GEVEN IC EEN 6,7 Resultaten van het eerste Trendonderzoek IC Afgelopen april heeft het Trendonderzoek
Nadere informatieResultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014
Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze
Nadere informatie4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.
4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,
Nadere informatie[ENQUETE COMMUNICATIE]
13 [ENQUETE COMMUNICATIE] Enquête communicatie Brederode Wonen Inleiding Brederode Wonen zet zich in voor optimale communicatie met haar huurders en goede informatievoorziening voor een ieder die daar
Nadere informatieGemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017
Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515
Nadere informatieSamenvatting Benchmark O&O beleid gemeenten. Tweede meting werkgevers en werknemers
Samenvatting Benchmark O&O beleid gemeenten Tweede meting werkgevers en werknemers 2 Inleiding In deze brochure vindt u de belangrijkste resultaten van de benchmark Opleiden en Ontwikkelen. De benchmark
Nadere informatieResultaten Conjuntuurenquête jaar 2015
Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding
Nadere informatieRapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf
Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf December 2011 Auteurs: Leonie Oosterwaal, beleidsmedewerker ABU Judith Huitenga en Marit Hoffer, medewerkers Servicepunt
Nadere informatieRAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM
RAPPORT OKTOBER 2017 Discriminatiemonitor TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM Midden-Drenthe Colofon Titel Discriminatiemonitor Midden-Drenthe Datum Oktober 2017 Trendbureau Drenthe, onderdeel
Nadere informatieLeo Witvliet. Instituut voor Interventie Management. Marktverkenning Interim Management. dr. mr. Leo Witvliet. juni 2008.
Leo Witvliet Instituut voor Interventie Management Marktverkenning Interim Management juni 2008 dr. mr. Leo Witvliet Deskresearch: Michaëla Wevers Sandra van Meijel Marktdefinitie Definities Van Dale:
Nadere informatieCliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016
Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch Nulmeting 2016 Afdeling Onderzoek & Statistiek Juli 2016 Samenvatting De gemeente s-hertogenbosch vindt het belangrijk om de ervaringen van cliënten met Wmoondersteuning
Nadere informatieNationale monitor Social media in de Interne Communicatie
Nationale monitor Social media in de Interne Communicatie VRAGENLIJST Dit is de vragenlijst zoals we die aangeboden hebben. Veel vragen worden door zogenaamde LIkert schalen aangeboden, bij ons op een
Nadere informatiePeiling Flexibel werken in de techniek 2015
Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Inleiding Voor goede bedrijfsresultaten is het voor bedrijven van belang om te kunnen beschikken over voldoende goede,
Nadere informatieLelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007
LelyStadsGeluiden De mening van de jongeren gepeild School en werk 007 In 007 hebben.37 jongeren meegewerkt aan de jongerenenquête. Het onderzoek had als doel om in kaart te brengen wat jongeren doen,
Nadere informatieERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE
ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE drs. Frank Kriek drs. Luuk Mallee drs. Katrien de Vaan dr. Miranda Witvliet Amsterdam, januari 2016 Regioplan Jollemanhof 18 1019 GW Amsterdam Tel.:
Nadere informatieResultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015
Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel
Nadere informatieGfK Group Media RAB Radar- Voorbeeldpresentatie Merk X fmcg. Februari 2008 RAB RADAR. Radio AD Awareness & Respons. Voorbeeldpresentatie Merk X
RAB RADAR Radio AD Awareness & Respons Voorbeeldpresentatie Inhoud 1 Inleiding 2 Resultaten - Spontane en geholpen bekendheid - Herkenning radiocommercial en rapportcijfer - Teruggespeelde boodschap -
Nadere informatieMens en Organisatie in het architectenbureau. Peiling juni 2013
Mens en Organisatie in het architectenbureau Peiling juni 2013 Inhoudsopgave Peiling Mens en Organisatie 3 Arbeidsrelaties 4 Beleid voor mens en organisatie: ontwikkeling 5 Beleid voor mens en organisatie:
Nadere informatieArbeidsgehandicapten in Nederland
Arbeidsgehandicapten in Nederland Ingrid Beckers In 2003 waren er in Nederland ruim 1,7 miljoen arbeidsgehandicapten; 15,8 procent van de 15 64-jarige bevolking. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee
Nadere informatieERVAREN WERKDRUK IN HET MBO
ERVAREN WERKDRUK IN HET MBO onderzoeksverslag Rozemarijn van Toly, Annemarie Groot, Andrea Klaeijsen en Patricia Brouwer 01 AANLEIDING ONDERZOEK Er is recent veel aandacht voor werkdruk onder docenten;
Nadere informatieCliëntenonderzoek. Gemeente Zutphen
Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2014 Gemeente Deventer Team Kennis en Verkenning Shanon klein Goldewijk Juni 2014 Inhoud Samenvatting... 2 Inleiding... 4 1. Indienen
Nadere informatieBurgerpeiling Discriminatie
Burgerpeiling Discriminatie Uitgave : Team Kennis en Verkenning Naam : Marije Hofland Telefoonnummer : 0570-69 3317 Mail : m.hofland@deventer.nl 1 Inleiding De Gemeente Deventer voert om de twee jaar een
Nadere informatieMannen geven veel vaker leiding dan vrouwen
nen geven veel vaker leiding dan vrouwen Astrid Visschers en Saskia te Riele In 27 gaf 14 procent van de werkzame beroepsbevolking leiding aan of meer personen. Dit aandeel is de afgelopen jaren vrijwel
Nadere informatieOnderzoek klanttevredenheid Proces klachtbehandeling 2011... Antidiscriminatievoorziening Limburg
Proces klachtbehandeling 2011................................................................... Antidiscriminatievoorziening Limburg Mei 2012...................................................................
Nadere informatieEvaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers
Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010
Nadere informatieAantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016
Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,
Nadere informatieSocial media around the world Door: David Kok
Social media around the world Door: David Kok Tussen 19 maart en 24 juni zijn ongeveer 400 steden in de wereld via e-mail en Twitter benaderd om mee te werken aan een internationaal onderzoek. De steden
Nadere informatieRapport voor deelnemers M²P burgerpanel
Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie
Nadere informatieWERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID
WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID In opdracht van Delta Lloyd Maart 2015 1 Inhoudsopgave 1. Management Summary 2. Onderzoeksresultaten Verzuim Kennis en verzekeringen Communicatie Opmerkingen 3. Onderzoeksverantwoording
Nadere informatieBNO Branchemonitor De Nederlandse ontwerpsector in beeld en getal
De Nederlandse ontwerpsector in beeld en getal Februari 2016 Voorwoord Herstel In lijn met de economische opleving veert ook de designsector weer op. De cijfers over 2015 bevestigen het herstel dat in
Nadere informatieLeiderschap in Turbulente Tijden
De Mindset van de Business Leader Leiderschap in Turbulente Tijden Onderzoek onder 175 strategische leiders Maart 2012 Inleiding.. 3 Respondenten 4 De toekomst 5 De managementagenda 7 Leiderschap en Ondernemerschap
Nadere informatieOpzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus'
Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus' Aansluiting mbo-opleidingen op de arbeidsmarkt gev16-0731mr/bes_alg 1 1. Inleiding Aanleiding en achtergrond onderzoek Op 14 oktober 2015 heeft Tweede Kamerlid
Nadere informatieHuidig economisch klimaat
Huidig economisch klimaat 1.1 Beschrijving respondenten Er hebben 956 ondernemers meegedaan aan het onderzoek, een respons van 38. De helft van de respondenten is zzp er (465 ondernemers, 49). Het aandeel
Nadere informatieResultaten Conjunctuurenquete 2014
Willemstad, april 15 Inhoud Inleiding... 2 Methodologie... 2 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen...3 Concurrentiepositie...5 Vertrouwen in de economie...5 Vertrouwen
Nadere informatieMonitor Volwaardige Arbeidsrelaties
Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties in de architectenbranche QUICKSCAN mei 2013 Inhoud Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties 3 Resultaten 6 Bureau-intermediair I Persoonlijk urenbudget 6 Keuzebepalingen
Nadere informatieVrijwilligersbeleid. Rapportage flitsenquête ActiZ. ActiZ, organisatie van zorgondernemers. ICSB Marketing en Strategie Drs.
Rapportage flitsenquête ActiZ Vrijwilligersbeleid Voor ActiZ, organisatie van zorgondernemers Van ICSB Marketing en Strategie Drs. Yousri Mandour Datum 7 maart 2011 Pag. 1 Voorwoord Voor u liggen de resultaten
Nadere informatieWerkbelevingsonderzoek 2013
Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:
Nadere informatieRapportage Wmo onderzoek Communicatie
Rapportage Wmo onderzoek Communicatie Cliënten zijn tevreden over hoe het proces nu verloopt, voornamelijk door de inzet van traditionele communicatiekanalen 23 juli 2014 Versie 1,0 Inhoudsopgave Doelstelling
Nadere informatieZit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok
Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Veel gemeenten zijn inmiddels actief op sociale media kanalen, zoals ook blijkt uit het onderzoek dat is beschreven in hoofdstuk 1. Maar
Nadere informatieAllochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010
FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage
Nadere informatieBijlage bij persbericht 8 van de SBI Formaat MonitOR 2015-2016 Thema: animo en draagvlak voor de OR
Bijlage bij persbericht 8 van de SBI Formaat MonitOR 2015-2016 Thema: animo en draagvlak voor de OR Het aantal leden dat een OR telt, wordt in beginsel bepaald door het aantal in de onderneming werkzame
Nadere informatieLandelijke peiling Nijmegen Resultaten tussenmeting, begin juli 2005
Resultaten tussenmeting, begin juli 2005 O&S Nijmegen 13 juli 2005 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen
Nadere informatie80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER,
Meting juni 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl 80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, AL ZIEN MINDER
Nadere informatieWat vinden bedrijven?
Wat vinden bedrijven? Een peiling onder HRM ers en P&O ers over het in dienst nemen van een Wajongere Juni 2009 * Kenniscentrum CrossOver * Nieuwegein COLOFON Uitgave: Kenniscentrum CrossOver Schouwstede
Nadere informatiePersbericht. 31 juli 2013. Werkloosheid en bezuinigingen grootste problemen in Twentse gemeenten
Persbericht 31 juli 2013 Werkloosheid en bezuinigingen grootste problemen in Twentse gemeenten Werkloosheid en bezuinigingen zijn volgens inwoners van Twente verreweg de grootste problemen in hun gemeenten.
Nadere informatieAnalyse quick scan productie 2016
Analyse quick scan productie 2016 Publicatienummer 2016-405 Vormgeving omslag Case Communicatie, Ede Copyrights GGZ Nederland 2016 Overname van teksten is toegestaan met bronvermelding. Voorwoord In de
Nadere informatieJEUGD WERKLOOSHEID 1-METING Onderzoek naar de perceptie van jeugdwerkloosheid onder jongeren in opdracht van het Ministerie VWS - Jeugd en Gezin
JEUGD WERKLOOSHEID 1-METING Onderzoek naar de perceptie van jeugdwerkloosheid onder jongeren in opdracht van het Ministerie VWS - Jeugd en Gezin FERNANDO MC DOUGAL MSC ODETTE VLEK MSC AMSTERDAM, AUGUSTUS
Nadere informatieWerkstress hoger management
Werkstress hoger management GfK Oktober 2017 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 Management summary Slide 3-4 Onderzoeksresultaten Slide 5-17 Onderzoeksverantwoording Slide 18-20 Contact Slide 21-22 2 Management Summary
Nadere informatieKlanttevredenheid consultatiebureaus Careyn
Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn Klanten van Careyn over het consultatiebureau Inhoud: 1. Conclusies 2. Algemene dienstverlening 3. Het inloopspreekuur 4. Telefonische dienstverlening 5. Persoonlijk
Nadere informatieOnderzoek Houten Jongeren en Wonen
Onderzoek Houten Jongeren en Wonen Juni 2007 www.adv-mr.com Utrechtseweg 101, 3702 AB Zeist Inhoud Inleiding Vanuit woonstichting Viveste en de gemeente Houten is een behoefte aan onderzoek naar de woonwensen
Nadere informatieErvaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017
Ervaringen Wmo Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Inhoud 1. Achtergrond van het onderzoek... 2 2. Het regelen van ondersteuning... 4 3. Kwaliteit van de ondersteuning... 6 4. Vergelijking regio...
Nadere informatieStadspanel: Oud en nieuw 2018
veel respons Stadspanel: Oud en nieuw 2018 Erik van der Werff April 2018 www.os-groningen.nl Inhoud 1. Inleiding... 2 1.1 Aanleiding van het onderzoek... 2 1.2 Doel van het onderzoek... 2 1.3 Opzet van
Nadere informatieWat zijn de drijfveren van de Nederlandse ondernemer? Een onderzoek naar de vooren nadelen van ondernemen
Wat zijn de drijfveren van de Nederlandse ondernemer? Een onderzoek naar de vooren nadelen van ondernemen Onderzoek van GfK november 2015 Inleiding Het aantal ondernemers blijft groeien. In 2015 heeft
Nadere informatieVeranderingen op de Arbeidsmarkt van oefentherapeuten
Postprint 1.0 Version Journal website Pubmed link DOI http://www.vvocm.nl/algemeen/vakblad-beweegreden Veranderingen op de Arbeidsmarkt van oefentherapeuten D.T.P. VAN HASSEL; R.J. KENENS Marktwerking
Nadere informatieGemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009
Gemeentelijke Dienstverlening Omnibus 2009 Afdeling O&S Februari 2009 2 Samenvatting Inwoners vinden dat de gemeente haar dienstverlening heeft verbeterd De inwoners van s-hertogenbosch beoordelen de gemeentelijke
Nadere informatieVrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten
Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8
Nadere informatieM200802. Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D.
M200802 Vrouwen aan de start Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, juni 2008 2 Vrouwen aan de start Vrouwen vinden het starten
Nadere informatieResultaten Conjuntuurenquete 2018
Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Datum, maart 2019 Inleiding In november en december 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) ruim 500 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om op reguliere
Nadere informatieOnderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn
Onderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn Oktober 2015 2 Management Summary Inleiding Ongeveer een jaar geleden heeft de gemeenteraad van Borger-Odoorn besloten om de winkels in haar gemeente
Nadere informatieprofessionals Crisis bron aanhoudende kopzorgen
Vastgoed-professionals Vastgoed professionals ultimo 2012; Crisis Crisis bron aanhoudende kopzorgen Arbeidsmobiliteit: Bij herstel economie is kennis verdwenen. verdwenen Factsheet behorend bij artikel
Nadere informatieBarometer gemeentelijk maatschappelijk vastgoed 2017
Barometer gemeentelijk maatschappelijk vastgoed 2017 Gemeenten actief aan de slag met portefeuille en organisatie A. van den Beemt - Tjeerdsma MSc & dr. ing. J. Veuger MRE FRICS Dit artikel bevat de resultaten
Nadere informatieRapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren
Rapport Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Woerden, juli 2014 Inhoudsopgave I. Omvang en samenstelling groep respondenten p. 3 II. Wat verstaan senioren onder eigen regie en zelfredzaamheid?
Nadere informatieEvaluatie Jaarboek- Rotterdam Port Information
Meetbaar en stuurbaar maken van organisatieprestaties. Advies en verbetermanagement. Evaluatie Jaarboek- Rotterdam Port Information Datum: April 2013 Contactpersonen: Rogier Jongejan Benjamin de Mooij
Nadere informatieVoorbeeldcase RAB RADAR
Voorbeeldcase RAB RADAR Radio AD Awareness & Respons Private Banking (19725) Inhoud 2 Inleiding Resultaten - Spontane en geholpen merkbekendheid - Spontane en geholpen reclamebekendheid - Herkenning radiocommercial
Nadere informatieConsumentenbond Onderzoek Financiële Toezichthouders
Consumentenbond Onderzoek Financiële Toezichthouders Inleiding De Consumentenbond heeft onderzoek uitgevoerd naar de bekendheid en beoordeling van twee financieel toezichthouders in Nederland: De Autoriteit
Nadere informatieResultaat tevredenheidsonderzoek externe relaties Odion
Resultaat tevredenheidsonderzoek externe relaties Odion Resultaat externe tevredenheidsmeting Pagina 1 Rinske Rill en Dea Bobeldijk. 21 mei 1 Inhoud Samenvatting... 1. Inleiding... 4 2. Aantallen respondenten...
Nadere informatieOmnibusenquête deelrapport. Werk, zorg en inkomen
Omnibusenquête 2015 deelrapport Werk, zorg en inkomen Omnibusenquête 2015 deelrapport Werk, zorg en inkomen OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport WERK, ZORG EN INKOMEN Zoetermeer, 25 januari 2016 Gemeente Zoetermeer
Nadere informatieMonitor HH(T) 4 e kwartaalmeting
Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting Marlijn Abbink-Cornelissen Marcel Haverkamp Janneke Wilschut 5 April 2016 1 Samenvatting Samenvatting Dit is het vijfde rapport van de monitor HH(T). Deze monitor inventariseert
Nadere informatieInternetpanel Dienst Regelingen
Internetpanel Dienst Regelingen Resultaten peiling 20: evaluatie panel December 2012 1. Inleiding Het Internetpanel Dienst Regelingen bestaat nu bijna vijf jaar. Dat vinden de opdrachtgever Dienst Regelingen
Nadere informatieHondenbeleid Deventer Eindmeting
Hondenbeleid Deventer Eindmeting Januari 2011 Uitgave : Team Kennis en Verkenning Naam : Jasper Baks Telefoonnummer : 694229 Mail : jr.baks@deventer.nl Strategische Ontwikkeling 1 Inhoud Algemene samenvatting
Nadere informatieHighlights resultaten partnerenquête DNZ
Highlights resultaten partnerenquête DNZ Peter Brouwer 28 mei 2015 1 van 8 Inleiding Jaarlijks organiseert De Normaalste Zaak (DNZ) een enquête onder haar leden. De enquête levert nuttige informatie op
Nadere informatieSamenvatting opleidingsinitiatieven waterschappen 2013
Samenvatting opleidingsinitiatieven waterschappen 2013 Introductie In dit rapport wordt een samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten die naar voren zijn gekomen n.a.v. de enquête over opleidingsinitiatieven
Nadere informatieBenchmark overhead in het VO /2017 december 2017
Benchmark overhead in het VO - 2016/2017 december 2017 Inhoudsopgave 2 1. 3 2... 5 3. 3.1 De omvang van de overhead vanuit twee invalshoeken. 6 3.2 op basis van FTE (methodiek 1).. 7 3.3 op basis van kosten
Nadere informatieResultaat enquête parochieblad Pagina 1 van 8 Martha en Mariaparochie
Resultaat enquête parochieblad Pagina 1 van 8 Martha en Mariaparochie Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Uitslag enquête... 4 2.1 Kerkbezoek... 4 2.2 Hoeveel leest men van het blad... 4 2.3 Financiële
Nadere informatieEerste resultaten Ooa index 0-meting januari 2012
Eerste resultaten Ooa index 0-meting januari 2012 Samenvatting De tijd dat adviseurs gemakkelijk hun omzet realiseerden ligt achter ons. We hebben te maken met een recessie. Opdrachtgevers hebben het moeilijk
Nadere informatieHoofdstuk 23 Discriminatie
Hoofdstuk 23 Discriminatie Samenvatting Van de zes voorgelegde vormen van discriminatie komt volgens Leidenaren discriminatie op basis van afkomst het meest voor en discriminatie op basis van sekse het
Nadere informatieRESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018
RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018 Willemstad, september 2018 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Investeringsbelemmeringen Vertrouwen in de economie... 4 Vertrouwen in de toekomst... 5 Perceptie investeringsklimaat...
Nadere informatieOmvang Collectief Mentaal Verzuim in organisaties
Omvang Collectief Mentaal Verzuim in organisaties Feitelijk Energie het & Potentie Onbenut in Vermogen uw Bedrijf in en van organisaties in percentages en euro s! Hans Visser - United Sense Per 23 juli
Nadere informatieFINANCIERINGSBAROMETER
FINANCIERINGSBAROMETER Q1 14 Q2 14 Q3 14 Q4 14 GfK 14 VFN - Financieringsbarometer April 14 1 Inhoudsopgave 1. Management summary 2. Financieringsbarometer 3. Onderzoeksresultaten 4. Onderzoeksverantwoording
Nadere informatieKiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden
Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden Bestuursstaf Advies en ondersteuning Venlo, juli 2017 Onderzoek & Statistiek 2 Samenvatting In maart 2018 vinden er in Venlo gemeenteraadsverkiezingen
Nadere informatieMeting economisch klimaat, november 2013
Meting economisch klimaat, november 2013 1.1 Beschrijving respondenten Er hebben 956 ondernemers meegedaan aan het onderzoek, een respons van 38. De helft van de respondenten is zzp er (465 ondernemers,
Nadere informatieDE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD. Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad
DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad -
Nadere informatieEen benchmark van de communicatiefunctie onder 13 organisaties
Een benchmark van de communicatiefunctie onder 13 organisaties Robert Wester Angela Liebregts Alexandra Schippers april 2015 1 Onderzoeksaanpak Dataverzameling en analyse Voor de deelnemers aan de benchmark
Nadere informatieMilieu, marktonderzoek en NEN-EN-ISO 14001. Introductie
Milieu, marktonderzoek en NEN-EN-ISO 14001 Introductie September 2010 Inleiding In toenemende mate vragen opdrachtgevers aan marktonderzoekbureaus, met name bij aanbestedingen, hoe zij omgaan met het aspect
Nadere informatieOnderzoek cliëntervaringen Wmo, Jeugdwet, sociale wijkteams en basisteams jeugd en gezin
Onderzoek cliëntervaringen Wmo, Jeugdwet, sociale wijkteams en basisteams jeugd en gezin Gemeente s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Augustus 2015 2 Samenvatting De gemeente wil weten hoe
Nadere informatie