Van ruimtemeetkunde tot virtuele realiteit.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Van ruimtemeetkunde tot virtuele realiteit."

Transcriptie

1 Van ruimtemeetkunde tot virtuele realiteit. Theo Moons en Ignace Van de Woestyne. Computermodellen en virtuele realiteit. Computermodellen van bestaande 3-dimensionale (3D) omgevingen worden steeds belangrijker bij de besluitvorming in verschillende maatschappelijke domeinen. Voorbeelden hiervan zijn het gebruik van 3D-stadsmodellen in ruimtelijke ordening (bv. om het effect van een gepland bouwwerk op het omliggende landschap te beoordelen; of, als basis voor computersimulaties om de geluidsoverlast in de naburige woningen van een nieuw aan te leggen weg in te schatten of om de optimale positionering van antennes voor mobiele telefonie te bepalen). Een ander belangrijk toepassingsdomein van 3-dimensionale computermodellen is bij de planning en uitvoering van chirurgische ingrepen: een levensgevaarlijke operatie wordt eerst uitgeprobeerd op een 3-dimensionaal computermodel van de patiënt dat geconstrueerd werd door volumetrische gegevens verkregen met CT, MR, PET,... scanners te combineren. De occasionele computergebruiker is zeker reeds in aanraking gekomen met virtuele werelden in computerspellen of bij een virtueel museum- of stadsbezoek via internet. En, wie heeft nog niet gehoord van de technologische evoluties in de filmwereld waar adembenemende visuele effecten verkregen worden door beelden van levende personen en bestaande omgevingen te combineren met door de computer gegenereerde objecten? Deze module illustreert hoe begrippen en methoden uit de ruimtemeetkunde de (wiskundige) basis vormen van gesofistikeerde computerprogramma s die toelaten om dergelijke 3-dimensionale computermodellen van een bestaande omgeving te construeren uit een aantal 2-dimensionale beelden (foto s, film- of videobeelden) ervan. 2. Beeldvorming in een digitale camera. De meest eenvoudige voorstelling van het beeldvormigsproces in een (foto-, film- of video-) camera is die van een camera obscura. In een camera obscura wordt het beeld van de omgeving (de scène genaamd) gevormd door de lichtstralen die door de voorwerpen in de scène weerkaatst worden en via het centrum van de lens op het beeldvlak invallen (cf. Figuur ). Dit beeldvlak kan het oppervlak van een lichtgevoelige film (zoals bij een foto- of filmcamera) of van een CCD (zoals bij een digitale camera of bij een videocamera) zijn. Het beeld dat op die manier gevormd wordt, is het foto-negatieve beeld van de scène. Het foto-positieve beeld dat men waarneemt wanneer men naar een foto of een televisiescherm kijkt, komt daarentegen overeen met de projectie van de scène op een (hypothetisch) vlak dat gesitueerd is vóór de camera op dezelfde afstand van het centrum van de lens als het beeldvlak. In het vervolg van deze tekst zal met de term beeldvlak steeds dit hypothetische vlak vóór de camera bedoeld worden.

2 voorwerpen in de scene negatief beeld positief beeld lens f f Figuur : In een camera obscura wordt het beeld van de scène gevormd door de lichtstralen die door de voorwerpen in de scène weerkaatst worden en via het centrum van de lens op het beeldvlak invallen. Het foto-positief beeld situeert zich in een (hypothetisch) vlak vóór de camera. x voorwerpen in de scene beeldvlak projectie - centrum 0 optische as van de lens z y Z = Figuur 2: Een camera-gecentreerd assenstelstel voor de scène is een assenstelsel dat verbonden is met de opstelling van de camera. 2

3 z x x P (x,y,z) P (x,y,) beeldvlak β beeld P beeld 2 0 y z = P P 2 y O C Figuur 3: Links: Ten opzichte van een camera-gecentreerd assenstelsel is het beeld van een punt P in de scène het snijpunt P van het vlak β met vergelijking z = en de rechte door P en door de oorsprong. Rechts: Om de exacte positie van het punt P in de scène te kunnen berekenen, heeft men de projecties P en P 2 van P in twee beelden nodig. In wiskundige terminologie is een scène een verzameling punten, lijnstukken en oppervlakken in de 3-dimensionale Euclidische ruimte IR 3 ; en, een beeld van een voorwerp in de scène is de perspectiefprojectie van dat voorwerp op het beeldvlak. Hoewel de camera obscura een overgesimplifieerde voorstelling van de beeldvorming in een echte camera geeft, kan men toch vaststellen dat de betere lenzensystemen die tegenwoordig in de handel verkrijgbaar zijn, een zeer goede benadering van een perspectiefprojectie realiseren. Om formules af te leiden die het beeldvormingsproces in een camera obscura beschrijven, moet men eerst een assenstelsel kiezen in de 3-dimensionale ruimte. Een assenstelsel voor de scène duidt men in computervisie aan met de term wereldassenstelsel. Aangezien wij de scène observeren vanuit het standpunt van de camera, ligt het voor de hand om het wereldassenstelsel te verbinden aan de camera. Een assenstelsel voor de scène verbonden aan de camera-opstelling noemt men een camera-gecentreerd assenstelsel. Zo n camera-gecentreerd assenstelsel is een rechtsdraaiend assenstelsel voor de scène dat als volgt gedefinieerd wordt (zie Figuur 2) : de oorsprong van het assenstelsel valt samen met het centrum van de lens van de camera (d.i. het projectiecentrum), de Z-as is de optische as van de lens, en het XY -vlak is het vlak door de oorsprong en evenwijdig met het beeldvlak van de camera. In het camera-gecentreerd assenstelsel is het beeldvlak van de camera het vlak β met vergelijking z =. Punten op voorwerpen in de scène moeten dus als z-coördinaat een reëel getal groter dan hebben. Het beeld van een punt P in de scène is nu het snijpunt P van de rechte door P en door de oorsprong van het camera-gecentreerd assenstelsel met het vlak β met vergelijking z = (zie Figuur 3 (links)). 3

4 origineel Figuur 4: Een digitaal beeld is opgebouwd uit een groot aantal minuscule beeldelementjes, pixels genaamd. Het probleem dat wij in deze module willen oplossen, kan nu wiskundig als volgt geformuleerd worden: bepaal voor een gegeven punt P (x, y, ) in het beeldvlak β het stel coördinaten co(p) van het punt P in de scène waarvan P de projectie in het beeld is. In deze vorm gesteld, is het probleem echter niet oplosbaar. Immers, als P de projectie van een scènepunt P in het beeldvlak β is, dan ligt P op de rechte door het projectiecentrum O en het beeldpunt P. Deze rechte noemt men de projecterende rechte van P voor de gegeven camera. Het is duidelijk dat P theoretisch gesproken eender waar (vóór het beeldvlak) op deze projecterende rechte kan liggen. Maar, indien de projecties P en P 2 van P in twee beelden gegeven zijn, dan is de positie van P in de scène uniek bepaald: P is dan immers het snijpunt van de projecterende rechten OP en CP 2 in de twee camera s, zoals geïllustreerd in Figuur 3 (rechts). Om deze constructie in praktijk te kunnen uitvoeren, moeten wij eerst formules afleiden voor de opstelling van de tweede camera in de ruimte. Welnu, de positie van de tweede camera in de scène kan weergegeven worden door het stel coördinaten van het projectiecentrum C van de tweede camera t.o.v. het wereldassenstelsel; en, het beeldvlak β 2 van de tweede camera kan gekarakteriseerd worden door het stel coördinaten t.o.v. het wereldassenstelsel van 3 niet-collineaire punten in dat beeldvlak (cf. Figuur 5 (rechts)). Noem deze punten E 0, E en E 2. Dan is β 2 = vl( E 0, E, E 2 ). Het beeld van een scènepunt P in de tweede camera is nu het snijpunt P 2 van de rechte door P en door het projectiecentrum C met het beeldvlak β 2 van de tweede camera. Punten P 2 in het beeldvlak β 2 van de tweede camera karakteriseren door hun stel coördinaten van t.o.v. het wereldassenstelsel is hoewel noodzakelijk voor hierboven beschreven constructie niet erg handig handig wanneer men wil werken met digitale beelden. De reden hiervoor is dat een digitaal beeld op een heel specifieke manier wordt opgeslagen in het geheugen van een computer. Een digitaal beeld is opgebouwd uit een groot aantal minuscule beeldelementjes, pixels genaamd. Het woord pixel is een contractie van de Engelse woorden picture element. In Figuur 4 werd een digitaal beeld uitvergroot zodat de pixels zichtbaar worden. Om een digitaal beeld op een computerscherm te visualiseren, wordt elke pixel van het beeldscherm belicht met een lichtstraal van een in- Onder de term digitaal beeld wordt in deze tekst zowel een beeld dat opgenomen werd met een digitale camera verstaan als een foto of een filmbeeld dat gescand en ingelezen werd in een computer. 4

5 x beeldvlak β 2 x z y 2 P 2 E 2 y O y E 0 E C Figuur 5: Links: In een digitaal beeld wordt de positie van een beeldpunt uitgedrukt in zogenaamde pixelcoördinaten t.o.v. de linkerbovenhoek van het beeld. Rechts: De omzetting van pixelcoördinaten naar ruimtelijke (x, y, z)-coördinaten gebeurt via de 3 punten E 0, E en E 2 die het beeldvlak β 2 bepalen. tensiteit (en kleur) die evenredig is aan de intensiteit (en de kleur) van de lichtstraal die op die positie in het beeldvlak inviel tijdens opname van het beeld. In een computergeheugen wordt een digitaal (grijswaarden)beeld dus opgeslagen in de vorm van een m n-matrix van gehele getallen die voor elke pixel de nodige lichtintensiteit weergeven 2 ; en de positie van elke pixel in het beeld wordt bepaald door het rij- en het kolomnummer van die pixel in deze matrix (cf. Figuur 5 (links)). Dit rij- en kolomnummer, meestal genoteerd met (x, y), noemt men de pixelcoördinaten van de beschouwde pixel. Het verband tussen deze pixelcoördinaten en het stel coördinaten van de beeldpunten in de vorige paragraaf t.o.v. het wereldassenstelsel in de scène is vrij eenvoudig. Indien wij het camera-gecentreerd assenstelsel van de eerste camera als wereldassenstelsel kiezen, dan is het beeldvlak β van de eerste camera het vlak met vergelijking z = t.o.v. het wereldassenstelsel. Een digitaal beeldpunt met pixelcoördinaten (x, y ) in het eerste beeld komt dan overeen met het punt P (x, y, ) in het beeldvlak β van de eerste camera. Voor de tweede camera verloopt de omzetting als volgt: het beeldvlak β 2 van de tweede camera werd gedefinieerd als het vlak β 2 = vl( E 0, E, E 2 ) bepaald door 3 niet-collineaire punten E 0, E en E 2. Welnu, deze punten ( E 0, E, E 2 ) vormen de ijk van het (pixel)assenstelsel in het tweede beeld (zie Figuur 5 (rechts)). Meer bepaald, het punt E 0 vormt de oorspong van het (pixel)assenstelsel in het tweede beeld; en de punten E en E 2 geven de lengte- 2 Voor een kleurbeeld worden voor elke pixel 3 gehele getallen gegeven die elk de intensiteit van de lichtstraal in 3 welbepaalde kleurbanden (nl. rood, groen en blauw) weergeven. 5

6 eenheid langsheen de respectievelijke coördinaatassen in het tweede beeld aan. Een digitaal beeldpunt met pixelcoördinaten (, y 2 ) in het tweede beeld komt dus overeen met het punt P 2 in het beeldvlak β 2 van de tweede camera waarvoor E 0 P 2 = E 0 E + y 2 E 0 Q = OQ E 0 E 2. () OE 0 Voor elk punt Q in de ruimte geldt dat ; wat, uitgedrukt in coördinaten t.o.v. het wereldassenstelsel, wordt: co( Q ) co( E 0 ). Formule () kan dus herschreven worden als of equivalent, co(p 2 ) co(e 0 ) = [ co(e ) co(e 0 ) ] + y 2 [ co(e 2 ) co(e 0 ) ] ; co(p 2 ) = [ co(e ) co(e 0 ) ] + y 2 [ co(e 2 ) co(e 0 ) ] + co(e 0 ). Wanneer men het stel coördinaten van een scènepunt Q t.o.v. het wereldassenstelsel als een kolomvector schrijft, namelijk x co(q) = y, z dan is de vorige formule equivalent met co(p 2 ) = [ co(e ) co(e 0 ) ] + y 2 [ co(e 2 ) co(e 0 ) ] + co(e 0 ) = [ co(e ) co(e 0 ) co(e 2 ) co(e 0 ) co(e 0 ) ] = A y 2, (2) waarbij A = [ co(e ) co(e 0 ) co(e 2 ) co(e 0 ) co(e 0 ) ] de 3 3-matrix met de kolomvectoren co(e ) co(e 0 ), co(e ) co(e 0 ) en co(e 0 ) als respectievelijke kolommen is. Formule (2) zegt nu dat men het stel coördinaten co(p 2 ) t.o.v. het wereldassenstelsel van het punt P 2 in het beeldvlak β 2 van de tweede camera dat overeenkomt met een digitaal beeldpunt met pixelcoördinaten (, y 2 ) in het tweede beeld vindt door de kolomvector ( y 2 ) t langs links te vermenigvuldigen met de 3 3-matrix A. Bovendien kan men de matrix A direct neerschrijven wanneer men de de ijk ( E 0, E, E 2 ) voor het pixelassenstelsel van het beeldvlak β 2 kent. En omgekeerd, als men de matrix A gegeven heeft, dan kan men daaruit ook de ijk ( E 0, E, E 2 ) afleiden. In plaats van de opstelling van de tweede camera in de scène te beschrijven door de 4 punten C, E 0, E en E 2, karakteriseert men in computervisie de opstelling van de tweede camera in de praktijk meestal door het projectiecentrum C en de matrix A te geven. Men zegt dan dat C de positie en A de oriëntatie van de camera in de scène aangeeft. 6 y 2

7 3. 3-Dimensionale reconstructie uit 2 beelden opgenomen met gekende camera-opstelling. Wanneer de (relatieve) opstelling van de camera s in de scène d.w.z. C en A gekend is, dan wordt de oplossing van het 3D-reconstructieprobleem gegeven door het onderstaande algoritme. Maar eerst definiëren wij nog even de gehanteerde terminologie. Definitie. (Corresponderende punten) Zij B en B 2 twee beelden van dezelfde scène. Twee punten P B en P 2 B 2 heten corresponderende punten van het beeldenpaar { B, B 2 } als en slechts als P en P 2 de projecties zijn in respectievelijk B en B 2 van één en hetzelfde punt P in de scène. Definitie 2. (3D-reconstructieprobleem) Zij B en B 2 twee beelden van dezelfde scène. Bepaal voor elk paar corresponderende punten P B en P 2 B 2 het stel coördinaten van het punt P in de scène, waarvan P en P 2 de projecties in de respectievelijke beelden zijn. Algoritme voor 3D-reconstructie uit 2 beelden.. Kies het camera-gecentreerd assenstelsel van de eerste camera als wereldassenstelsel voor de scène. 2. Bepaal de positie C en de oriëntatie A van de tweede camera t.o.v. het wereldassenstelsel. 3. Zoek 2 corresponderende punten P B en P 2 B 2 in het (digitale) beeldenpaar { B, B 2 } en bepaal hun respectievelijke pixelcoördinaten. Zij (x, y ) het stel pixelcoördinaten van P in B en zij (, y 2 ) het stel pixelcoördinaten van P 2 in B Bereken het stel coördinaten co(p ) en co(p 2 ) van P en P 2 t.o.v. het wereldassenstelsel: x co(p ) = y en co(p 2 ) = A y Bepaal een stel (parameter)vergelijkingen voor de rechte OP t.o.v. het wereldassenstelsel. 6. Bepaal een stel (Cartesiaanse) vergelijkingen voor de rechte CP 2 t.o.v. het wereldassenstelsel. 7. Bereken het stel coördinaten van het snijpunt P van de rechten OP en CP 2. Dit punt P is een punt in de scène dat in de eerste camera projecteert op het beeldpunt P B en in de tweede camera op het beeldpunt P 2 B 2 (zie Figuur 3 (rechts)). Men noemt dit punt P daarom een 3-dimensionale reconstructie van het scènepunt dat overeenkomt met het corresponderende puntenpaar ( P, P 2 ) B B 2. 7

8 4. Automatische bepaling van puntcorrespondenties. De oplossing van het 3D-reconstructieprobleem uit 3 kan direct omgezet worden in een computerprogramma dat de nodige berekeningen snel en efficiënt uitvoert. Maar daarmee is het probleem, vanuit het standpunt van de computer(programmeur) gezien, niet opgelost. Inderdaad, om de berekeningen (stappen 4 t.e.m. 7 ) te kunnen uitvoeren, moet de computer beschikken over de volgende informatie: de (relatieve) opstelling van camera s (uitgedrukt in positie en oriëntatie van de tweede camera t.o.v. het camera-gecentreerd assenstelsel van de eerste camera) (stap 2 ); en de pixelcoördinaten van de corresponderende beeldpunten P en P 2 voor elk te reconstrueren punt in de scène (stap 3 ). In de praktijk bestaat de computerinvoer meestal alleen uit 2 (of meer) digitale beelden, en is er niets bekend over de camera s waarmee deze beelden werden opgenomen en / of over de opstelling van deze camera s t.o.v. de scène. Bovendien verwacht men ook dat de computer zelf de corresponderende punten in de beelden zal bepalen, omdat het, wegens het grote aantal pixels waaruit een digitaal beeld is opgebouwd, quasi onbegonnen werk is om manueel voor elk beeldpunt in één beeld het stel (pixel)coördinaten van het corresponderende punt in het andere beeld op te zoeken en te noteren. Om een echt bruikbaar computerprogramma te hebben, zal men dus ook deze twee bijkomende problemen moeten oplossen. 4.. De epipolaire relatie tussen twee beelden. Laat ons beginnen met het tweede probleem, namelijk het zoeken van corresponderende punten in twee beelden van dezelfde scène. Men noemt dit het correspondentieprobleem. Definitie 3. (Correspondentieprobleem) Zij B en B 2 twee beelden van dezelfde scène. Bepaal voor elk punt P in B het corresponderende punt P 2 in B 2, en omgekeerd. Daar het vanuit een wiskundig standpunt niet uitmaakt welk beeld er nu precies het eerste en welk het tweede beeld is, mogen wij, zonder verlies van algemeenheid, vertrekken vanuit het tweede beeld. Beschouw Figuur 6. Neem een (willekeurig) punt P 2 in het tweede beeld. P 2 is de projectie van een punt P in de scène; en, belangrijker nog, dit scènepunt P ligt op de projecterende rechte CP 2 van P 2 voor de tweede camera. De projectie P van P in het eerste beeldvlak kan bijgevolg niet eender waar in het eerste beeld terechtkomen, maar P moet liggen op de rechte l die de projectie van CP 2 in het eerste beeld is (zie Figuur 6). De rechte l noemt men de epipolaire rechte van P 2 in het eerste beeld. Meetkundig gezien, is de epipolaire rechte l niets anders dan de doorsnede van het beeldvlak β van de eerste camera met het vlak door de projecterende rechte CP 2 van P 2 voor de tweede camera en het projectiecentrum O van de eerste camera. 8

9 P beeld beeld 2 β 2 x β P P 2 y 2 O l y C Figuur 6: Het punt P in het eerste beeld dat correspondeert met een (gegeven) punt P 2 in het tweede beeld ligt op de epipolaire rechte l die de projectie in het eerste beeld is van de projecterende rechte CP 2 van P 2 voor de tweede camera. Eigenschap. Zij B en B 2 twee beelden van dezelfde scène opgenomen door camera s met relatieve positievector C(x c, y c, z c ) en relatieve oriëntatiematrix A IR 3 3. Definieer de 3 3-matrices C = 0 z c y c z c 0 x c y c x c 0 en F = CA. Dan heeft de epipolaire rechte in B van een (willekeurig) beeldpunt P 2 in B 2 met pixelcoördinaten (, y 2 ) het volgend stel Cartesiaanse vergelijkingen: { a x + b y + c z = 0 (3) z = waarbij de coëfficiënten a, b en c gegeven worden door a b = F y 2. (4) c Terminologie : de matrix F uit de vorige eigenschap is een 3 3-matrix van rang 2, die men de fundamentele matrix van het beeldenpaar { B, B 2 } noemt. 9

10 Bewijs. Beschouw een digitaal beeldpunt met pixelcoördinaten (, y 2 ) in het tweede beeld B 2. Volgens formule (2) heeft P 2 in het beeldvlak β 2 van de tweede camera het volgende stel coördinaten t.o.v. het wereldassenstelsel: co(p 2 ) = A y 2 Per definitie, is de epipolaire rechte l van P 2 in het eerste beeld, de doorsnede van het beeldvlak β van de eerste camera met het vlak α door het projectiecentrum O van de eerste camera en de projecterende rechte CP 2 van P 2 voor de tweede camera. Het vlak α bevat dus zeker de punten O, C en P 2. Als O, C en P 2 niet collineair zijn 3, dan is α = vl( O, C, P 2 ). Schrijf het stel coördinaten van P 2 t.o.v. het wereldassenstelsel voorlopig als co(p 2 ) = (u, v, w). Daar co(o) = (0, 0, 0), is een Cartesiaanse vergelijking voor het vlak α gegeven door x y z x c y c z c u v w = 0. Het linkerlid van deze vergelijking ontwikkelen naar de tweede en vervolgens naar de eerste rij, geeft y x c z c v w y x c z c u w + z x c y c u v = 0 ; of uitgewerkt, x ( y c w z c v ) y ( x c w z c u ) + z ( x c v y c u ) = 0. Het vlak α heeft dus als Cartesiaanse vergelijking a x + b y + c z = 0 met a y c w z c v 0 z c y c u b = x c w + z c u = z c 0 x c v c x c v y c u y c x c 0 w = C u v w = C A waarbij de voorlaatste gelijkheid volgt uit u v w y 2 = co(p 2 ) = A = F y 2. y 2, 3 Voor welk(e) punt(en) P 2 in het tweede beeld zijn O, C en P 2 collineair en geldt de eigenchap niet? Wat zijn de corresponderende punten in het eerste beeld van deze uitzonderingsgeval(len)? 0

11 De epipolaire rechte l is de doorsnede van dit vlak α met het beeldvlak β van de eerste camera. De eigenschap volgt nu uit het feit dat β als Cartesiaanse vergelijking t.o.v. het wereldassenstelsel z = heeft. De epipolaire rechte l van een punt P 2 in het tweede beeld van een beeldenpaar { B, B 2 } is, per definitie, de projectie in B van de projecterende rechte CP 2 van P 2 voor de tweede camera. l moet dus door het punt P in B gaan, dat correspondeert met P 2 ; en, bijgevolg moet het stel coördinaten co(p ) = (x, y, ) van P voldoen aan de vergelijkingen (3) en (4) uit Eigenschap. Dit levert het volgende verband tussen de pixelcoördinaten van P en P 2 op. Stelling. (Epipolaire relatie) Zij B en B 2 twee beelden van dezelfde scène; en zij F de fundamentele matrix van het beeldenpaar { B, B 2 }. Voor elk paar corresponderende punten P B en P 2 B 2 geldt de volgende relatie tussen hun respectievelijke pixelcoördinaten (x, y ) en (, y 2 ) : ( x y ) F y 2 = 0. (5) Bewijs. Formule (3) uit Eigenschap geeft het volgende stel Cartesiaanse vergelijkingen voor de epipolaire rechte l van P 2 in het eerste beeld: { a x + b y + c z = 0 (6) z = waarbij de coëfficiënten a, b en c gegeven worden door formule (4). Het stel coördinaten van P t.o.v. het wereldassenstelsel is co(p ) = (x, y, ). Ingevuld in de vergelijkingen (6) wordt dit: { a x + b y + c = 0 = De eerste vergelijking kan nu herschreven worden als ( x y ) a b = 0 ; c en, gebruik makend van formule (4), als Dit bewijst de stelling. ( x y ) F y 2 = 0.

12 4.2. Praktisch gebruik van de epipolaire relatie. Het praktisch belang van de epipolaire relatie in Stelling voor toepassingen in computervisiesystemen kan nauwelijks overschat worden. Bijna elk computerprogramma dat informatie over een scène wil afleiden uit meer dan beeld gebruikt in één of andere vorm deze epipolaire relatie(s) tussen de beelden. De reden hiervoor is dat men de epipolaire relatie kan gebruiken om de fundamentele matrix van een beeldenpaar te berekenen uit de beeldinformatie alleen, en dus zonder de relatieve opstelling van de camera s (in casu, de relatieve positievector C en oriëntatiematrix A ) te moeten kennen. Inderdaad, veronderstel dat je de pixelcoördinaten (x, y ) en (, y 2 ) van een aantal corresponderende beeldpunten in de twee beelden kent, maar dat er helemaal geen informatie in verband met de (relatieve) opstelling van de camera s beschikbaar is. Je kan dus Eigenschap niet gebruiken om de fundamentele matrix F van dit beeldenpaar te berekenen. Schrijf daarom F = f f 2 f 3 f 2 f 22 f 23 f 3 f 32 f 33 met (nog) onbekende f ij IR. Voor elk paar corresponderende beeldpunten (x, y ) en (, y 2 ) die men tussen de twee beelden kent, kan men nu de de epipolaire relatie (5) neerschrijven: ( x y ) f f 2 f 3 f 2 f 22 f 23 y 2 = 0 ; f 3 f 32 f 33 of uitgerekend, f x + f 2 x y 2 + f 3 x + f 2 y + f 22 y y 2 + f 23 y + f 3 + f 32 y 2 + f 33 = 0. Met andere woorden, elk paar corresponderende beeldpunten tussen de digitale beelden geeft aanleiding tot één homogene, lineaire vergelijking in de onbekende componenten f ij van de fundamentele matrix F. 8 paren van dergelijke corresponderende punten geven dus aanleiding tot een homogeen stelsel van 8 lineaire vergelijkingen in de 9 onbekende componenten f ij van F, waaruit de f ij op een constante factor na berekend kunnen worden. Daar de epipolaire relatie slechts homogene vergelijkingen in de onbekende f ij genereert, zal het resulterende stelsel wat ook het aantal gebruikte puntcorrespondenties is steeds een homogeen stelsel zijn en kunnen de f ij slechts op een constante factor na bepaald worden uit de beeldinformatie alleen. Dit vormt echter geen probleem voor de praktische toepassingen, zoals verder zal blijken. In elk geval, hebben wij de volgende eigenschap bewezen. Gevolg. Zij B en B 2 twee beelden van dezelfde scène. De fundamentele matrix F van het beeldenpaar { B, B 2 } kan op een constante factor na berekend worden uit de gegeven beelden indien de pixelcoördinaten van ten minste 8 corresponderende puntenparen P B en P 2 B 2 gekend zijn. 2

13 Figuur 7: De computer zoekt voor elk punt P 2 in het linkerbeeld een corresponderend punt P langsheen de overeenkomstige epipolaire rechte in het rechterbeeld door het grijswaardenpatroon in de omgeving van dat punt te vergelijken. Dit gevolg is een belangrijke stap voorwaarts naar onze doelstelling, namelijk een 3- dimensionale reconstructie van de scène berekenen op basis van alleen maar de gegeven beelden (en zonder enige kennis van de gebruikte camera s en / of van hun opstelling t.o.v. de scène). Wegens Gevolg volstaan 8 paren van corresponderende punten tussen de gegeven beelden om de fundamentele matrix van een beeldenpaar te berekenen. Deze 8 corresponderende puntenparen kunnen nog gemakkelijk manueel in de computer ingegeven worden, maar ze kunnen ook automatisch door de computer gevonden worden met behulp van speciale software die karakteristieke punten (zogenaamde hoekpunten ) in de beelden opzoekt en met elkaar vergelijkt. Eens er 8 of meer corresponderende punten gevonden zijn, kan de fundamentele matrix F van het beeldenpaar berekend worden en kunnen formules (3) en (4) uit Eigenschap gebruikt worden om voor elk punt P 2 in het ene beeld de vergelijking van de overeenkomstige epipolaire rechte in het andere beeld te berekenen. De computer zoekt dan het corresponderende punt P in B door het punt Q op deze epipolaire rechte te zoeken waarvoor het grijswaarden- (of kleur-)patroon in de omgeving van Q de meeste gelijkenis 4 vertoont met het grijswaarden- (of kleur-)patroon in de omgeving van P 2 in het tweede beeld (cf. Figuur 7). Op die manier bepaalt de computer automatisch voor (bijna) alle punten P 2 in het ene beeld het corresponderende punt P in het andere beeld. 4 De onderlinge gelijkenis van 2 (meestal vierkante) gebiedjes in de beelden kan gekwantificeerd worden door de correlatiecoëfficiënt van de grijswaarden van (mogelijks) corresponderende pixels in beide gebieden. Het punt Q op de epipolaire rechte van P 2 in het eerste beeld, waarvoor deze correlatiecoëfficiënt het hoogst is, wordt dan als kandidaat voor het corresponderend punt P van P 2 weerhouden, op voorwaarde dat de correlatiecoëfficiënt dicht genoeg bij ligt. 3

14 beeld 2 beeld F 2 P 2 l 2 l 3 P beeld 3 F 3 P 3 Figuur 8: Het punt P in B dat overeenkomt met corresponderende punten P 2 B 2 en P 3 B 3 is het snijpunt van de epipolaire rechten l 2 en l 3 van P 2 en P 3 in het eerste beeld Een toepassing: een virtueel beeld van de scène berekenen. De kracht van de eigenschappen uit 4. blijkt ook uit de volgende praktische toepassing. Veronderstel dat je twee beelden van dezelfde scène ter beschikking hebt. Je kan dan de vraag stellen wat die twee beelden je vertellen over een mogelijk derde beeld van deze scène. De gemakkelijkste manier om die vraag te beantwoorden, is B als het nieuwe ( derde ) beeld te beschouwen en de 2 gegeven beelden als B 2 en B 3 te nemen. Veronderstel nu dat je de fundamentele matrices F 2 en F 3 van de beeldenparen { B, B 2 } en { B, B 3 } kent (bv. omdat je minstens 8 corresponderende punten van B met B 2 en B 3 kent). Beschouw vervolgens twee corresponderende punten P 2 B 2 en P 3 B 3 in de gegeven beelden (zie Figuur 8). Dan zijn P 2 en P 3 de projecties in B 2 en B 3 van één en hetzelfde punt P in de scène. De vraag is nu: wat kan men zeggen over de projectie P van dit scènepunt P in B? Welnu, uit 4. weten wij dat P op de epipolaire rechte l 2 van P 2 in B moet liggen, omdat P en P 2 coresponderende punten in B en B 2 zijn. Maar P moet ook op de epipolaire rechte l 3 van P 3 in B liggen, want P en P 3 zijn corresponderende punten in B en B 3. Maar dan is P het snijpunt van de epipolaire rechten l 2 en l 3 in het (nieuwe) beeld B. Eigenschap geeft de volgende formules voor de pixelcoördinaten van dit snijpunt. Eigenschap 2. Zij B, B 2 en B 3 drie beelden van dezelfde scène. Als de fundamentele matrices F 2 en F 3 van B met respectievelijk B 2 en B 3 gekend zijn, dan wordt voor elk paar corresponderende punten P 2 B 2 en P 3 B 3 met respectievelijke pixelcoördinaten (, y 2 ) en (x 3, y 3 ) het stel pixelcoördinaten (x, y ) van het corresponderende beeldpunt P in B gevonden als oplossing van het volgend stelsel: { a2 x + b 2 y + c 2 = 0 a 3 x + b 3 y + c 3 = 0 waarbij de getallen a 2, b 2, c 2 en a 3, b 3, c 3 gegeven worden door a 2 a 3 b 2 = F 2 y 2 en b 3 = F 3 c 2 c 3 4 x 3 y 3.

15 Figuur 9: Twee originele digitale beelden (links) van een buste en vijf kunstmatig, m.b.v. Eigenschap 2, gegenereerde beelden. Eigenschap 2 beweert dus dat, wanneer de fundamentele matrices F 3 en F 23 gekend zijn (bv. door de positie van 8 punten in het beeld B aan te duiden), dat men dan B volledig kan reconstrueren uit de twee gegeven beelden B 2 en B 3 van de scène. Figuur 9 bewijst deze bewering: de 2 beelden uiterst links zijn twee echte beelden van een buste. De vijf andere (rechter) beelden zijn kunstmatige beelden die op basis van de twee echte beelden door de computer berekend werden, zoals uitgelegd in Eigenschap 2. Uiteraard kan de computer alleen maar de projectie in het virtuele beeld bepalen van scènepunten die in de twee gegeven beelden zichtbaar zijn. Dit verklaart waarom de linker helft van de buste niet volledig gereconstrueerd werd. Bemerk dat de kunstmatig gegenereerde beelden zeer realistisch zijn zolang men niet meer dan 30 van de oorspronkelijke kijkrichting van de twee gegeven beelden afwijkt. Deze kennis opent heel wat nieuwe mogelijkheden voor efficiënte beeldcompressie voor stockage en transmissie van beeldmateriaal bij internettoepassingen en videofonie: 2 beelden en de pixelcoördinaten van 8 beeldpunten volstaan om een zicht van de scène vanuit een willekeurig andere kijkrichting te genereren! 5. 3-Dimensionale reconstructie zonder kennis van de camera-opstelling. De oplossing van het 3D-reconstructieprobleem die gegeven werd in 3, maakt gebruik van de (relatieve) opstelling van de camera s t.o.v. de scène onder de vorm van de positievector C en de oriëntatiematrix A van de tweede camera t.o.v. het camera-gecentreerd assenstelsel van de eerste camera. Indien men het 3D-reconstructieprobleem wil oplossen uitgaande van alleen maar de gegeven beelden, dan moet men een manier vinden om C en A uit de beelden zelf te berekenen. Welnu, in Eigenschap werd bewezen dat C en A samen de fundamentele matrix F van het beeldenpaar { B, B 2 } volledig bepalen; en, Gevolg toont aan dat men F op een constante factor na uit (minstens) 8 puntcorrespondenties tussen die 2 beelden kan berekenen. Het 3D-reconstructieprobleem zal in haar volle algemeenheid dus opgelost zijn, indien men erin slaagt om C en A te berekenen uit F. Welnu, C is een oplossing van het homogeen stelsel F t C = O met de getransponeerde van F als matrix, zoals eenvoudig kan nagerekend worden. De oriëntatiematrix A daarentegen 5

16 (a) (b) (c) Figuur 0: Een kubus in de scène (a) kan uit twee beelden slechts gereconstrueerd worden als een willekeurig zesvlak (b). Uit drie beelden opgenomen met dezelfde camera vindt men een kubus (c), maar de zijde van de kubus in de scène kan niet uit de beeldinformatie alleen bepaald worden. kan echter niet éénduidig uit de fundamentele matrix F van het beeldenpaar { B, B 2 } alleen bepaald kan worden. Gelukkig blijkt dat alle mogelijke oplossingen voor A aanleiding geven tot (verschillende) 3-dimensionale reconstructies van de scène die onderling van elkaar en van de scène verschillen door een projectieve transformatie. Ruwweg gezegd, betekent dit dat in een dergelijke reconstructie alleen maar de meetkundige beperkingen van collineariteit en van coplanariteit van punten in de scène bewaard gebleven zijn, maar dat alle andere meetkundige eigenschappen van de scène zoals evenwijdigheid en de onderlinge verhoudingen van lengten en hoeken volledig verloren gegaan zijn. Anders gezegd, punten die in de scène op een bepaalde rechte liggen, zullen ook in elke reconstructie van de scène op de reconstructie van die bepaalde rechte liggen, en alle punten die in de scène in een bepaald vlak liggen zullen ook in elke reconstructie van de scène in de reconstructie van dat vlak liggen, maar alle andere meetkundige relaties tussen de punten in de scène gelden niet noodzakelijk meer in de reconstructie (cf. Figuur 0). Om een correcte reconstructie van de scène te verkrijgen, zal men dus bijkomende eisen moeten opleggen. Eén mogelijkheid is om enkele afstanden en hoeken in de scène op te meten om zo de correcte reconstructie te identificeren. In de praktijk is dit echter niet altijd eenvoudig (zie bijvoorbeeld 6.2). Een beter alternatief bestaat erin om meer dan 2 foto s van de scène te nemen. Door gebruik te maken van gevorderde technieken uit de lineaire algebra en de algebraïsche meetkunde kan men de matrix A éénduidig bepalen uit 3 beelden die opgenomen zijn met dezelfde camera zonder informatie over de scène nodig te hebben. Er blijft echter wel één onvolkomenheid bestaan: daar de fundamentele matrix F met Gevolg slechts op een constante factor na bepaald kan worden uit puntcorrespondenties, zal men ook de scène zelf maar kunnen reconstrueren op een constante schaalfactor na. Het is intuïtief duidelijk dat men niet meer kan verwachten, want indien men de scène 2 keer zo groot zou maken, en tegelijkertijd ook de camera s 2 keer zo ver uit elkaar en 2 keer zo ver verwijderd van de scène zou opstellen, dan zou men toch identiek dezelfde beelden van de scène verkrijgen als voordien. Deze vaststelling wordt regelmatig gebruikt voor visuele effecten en truckages in de filmindustrie. 6

17 Figuur : Boven: Enkele foto s van een Jaïn-tempel te Ranakpur (India). 3-dimensionale reconstructie (links) en enkele details van het model. Onder: De 6 Enkele concrete toepassingen. De mogelijkheid om automatisch nauwkeurige 3-dimensionale computermodellen van bestaande voorwerpen en omgevingen te genereren uit een aantal beelden ervan opent nieuwe perspectieven in verschillende toepassingsgebieden. In deze paragraaf bespreken wij enkele beloftevolle nieuwe toepassingen die aan het Centrum voor Beeld- en Spraakverwerking van de Katholieke Universiteit Leuven met deze technologie ontwikkeld werden. 6.. Computermodellen van historische en archeologische sites voor archivering en conservatie. Wegens het destructieve karakter van archeologische opgravingen en van restauratieprocedures bij de conservering van historische monumenten, is het uitermate belangrijk voor latere studies om zeer nauwkeurige rapporten van elk stadium van het opgravings- of conservatieproces te hebben. Immers, om het leven op een historische site in een bepaalde tijd te kunnen reconstrueren, moet men niet alleen zeer zorgvuldig de gevonden artefacten bestuderen, maar heel wat belangrijke informatie valt ook af te leiden uit de precieze plaats en de volgorde waarin deze voorwerpen op de site gevonden werden. Daarom worden de exacte vindplaatsen en de preciese afmetingen van de blootgelegde structuren nauwkeurig 7

18 Figuur 2: Eén beeld uit een stereopaar van twee frontale foto s van een persoon, opgenomen met een translerende camera, en twee aanzichten van het gereconstrueerde gezichtsmodel. opgemeten en gedocumenteerd met fotografisch materiaal en met topografische kaarten. Dit is echter een arbeidsintensieve en tijdrovende aangelegenheid. Experimenten met 3- dimensionale site-modellen en computermodellen van artefacten, gegenereerd uit foto s en video-opnamen met de hierboven beschreven methode, tonen aan dat dit een waardevol alternatief levert voor de huidige technieken. Figuur toont bovenaan drie foto s van de historische Jaïn-tempel van Ranakpur (India), die opgenomen werden met een pocketcamera. Onderaan in dezelfde figuur wordt links de berekende 3-dimensionale reconstructie getoond en vervolgens enkele detail-beelden van het model vanuit een kijkrichting die volledig verschilt van de originele opnamen Gezichtsmodellen voor filmanimatie en forensische toepassingen. Eén van de grootste uitdagingen in filmanimatie en speciale effecten is het modelleren van het menselijk gelaat. Daar men personen het gemakkelijkst herkent aan hun gelaat, zal een menselijke waarnemer onmiddellijk de tekortkomingen aan een kunstmatig gezichtsmodel opmerken. De hierboven uitgelegde methode voorziet in een eenvoudige oplossing om 3- dimensionale snapshots van bestaande personen in een virtuele omgeving te genereren en de discrepanties tussen het computermodel en de realiteit zo klein mogelijk te houden. In de gecontroleerde omstandigheden van een filmstudio kan de procedure zelfs nog vereenvoudigd worden door de camerabeweging en dus de componenten van de matrix A te controleren waardoor er een 3-dimensionale reconstructie kan berekend worden uit slechts twee beelden. Figuur 2 (links) toont één beeld van een stereopaar bestaande uit twee frontale foto s van een persoon, opgenomen met een translerende camera. Dezelfde figuur (midden en rechts) toont ook twee aanzichten van het 3-dimensionaal gezichtsmodel dat uit deze foto s berekend werd. Internationale politiediensten gebruiken deze techniek soms het herkenningsproces van misdadigers door slachtoffers en getuigen te ondersteunen en te vergemakkelijken. Dergelijke modellen geven veel meer flexibiliteit in kijkrichting dan de traditionele voor- en zij-aanzichten van criminelen in bestaande politiebestanden. 8

19 c Eyetronics n.v. Figuur 3: Boven: Enkele frames uit een videosequentie van een persoon die grimassen maakt. Onder: Een geanimeerde dynamische 3D reconstructie van de videosequentie. Maar men kan nog een stapje verder gaan en een 3-dimensionaal model genereren uit slechts één foto. Immers, vervang de eerste camera door een diaprojector die een fijn rasterpatroon projecteert op het voorwerp dat je wil reconstrueren en neem een foto van het voorwerp met het geprojecteerde patroon. De dia in de projector enerzijds en de foto van het voorwerp met het geprojecteerde patroon anderzijds vormen samen een beeldenpaar waaruit een 3-dimensionale reconstructie van het op het voorwerp geprojecteerde patroon kan berekend worden. Dit 3-dimensionaal grid is een goede benadering van het oppervlak van het voorwerp. Door de textuur van het voorwerp tussen de rasterlijnen uit de foto te filteren en te projecteren op het model, verkrijgt men een zeer realistische reconstructie van het voorwerp in kwestie. Meer nog, daar men op die manier een 3-dimensionaal model van een voorwerp kan genereren uit slechts één beeld (met het geprojecteerde rasterpatroon), kan met een 3-dimensionale video maken. Inderdaad, door elk frame van een videosequentie in 3D te reconstrueren, en deze reconstructies snel na elkaar te tonen vanuit de kijkrichting aangeduid door de toeschouwer, verkrijgt men een dynamische 3-dimensionale reconstructie van de videosequentie. Dergelijke dynamische, 3-dimensionale reconstructies kunnen dan verder geanimeerd worden om allerlei visuele effecten te genereren. Figuur 3 toont bovenaan enkele frames uit een videosequentie van een persoon die een grimas trekt (met het raster op zijn gelaat geprojecteerd). Onderaan in dezelfde figuur worden er enkele frames uit een geanimeerde dynamische 3D reconstructie van die opname getoond. Deze techniek wordt onder patent geëxploiteerd door Eyetronics n.v.. Referentie. Deze tekst is een samenvatting van de werktekst M.-J. Decock, T. Moons en I. Van de Woestyne, Van foto s tot 3-dimensionale modellen: de wiskunde achter virtuele realiteit bij de lessen i.v.m. ruimtemeetkunde in het ASO voor richtingen met 6u wiskunde per week. Geïnteresseerde lezers kunnen deze werktekst en de software gratis downloaden van de website 9

Basiskennis lineaire algebra

Basiskennis lineaire algebra Basiskennis lineaire algebra Lineaire algebra is belangrijk als achtergrond voor lineaire programmering, omdat we het probleem kunnen tekenen in de n-dimensionale ruimte, waarbij n gelijk is aan het aantal

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Rechten en vlakken (versie 14 augustus 2008)

Zomercursus Wiskunde. Rechten en vlakken (versie 14 augustus 2008) Katholieke Universiteit Leuven September 2008 Rechten en vlakken (versie 14 augustus 2008) 2 Rechten en vlakken Inleiding In deze module behandelen we de theorie van rechten en vlakken in de driedimensionale

Nadere informatie

Vlakke meetkunde. Module 6. 6.1 Geijkte rechte. 6.1.1 Afstand tussen twee punten. 6.1.2 Midden van een lijnstuk

Vlakke meetkunde. Module 6. 6.1 Geijkte rechte. 6.1.1 Afstand tussen twee punten. 6.1.2 Midden van een lijnstuk Module 6 Vlakke meetkunde 6. Geijkte rechte Beschouw een rechte L en kies op deze rechte een punt o als oorsprong en een punt e als eenheidspunt. Indien men aan o en e respectievelijk de getallen 0 en

Nadere informatie

Ruimtemeetkunde deel 1

Ruimtemeetkunde deel 1 Ruimtemeetkunde deel 1 1 Punten We weten reeds dat Π 0 het meetkundig model is voor de vectorruimte R 2. We definiëren nu op dezelfde manier E 0 als meetkundig model voor de vectorruimte R 3. De elementen

Nadere informatie

héöéäëåéçéå=~äë=ãééíâìåçáöé=éä~~íëéå=ãéí=`~äêá= = hçéå=píìäéåë= = = = = = = =

héöéäëåéçéå=~äë=ãééíâìåçáöé=éä~~íëéå=ãéí=`~äêá= = hçéå=píìäéåë= = = = = = = = héöéäëåéçéå~äëãééíâìåçáöééä~~íëéåãéí`~äêá hçéåpíìäéåë De algemene vergelijking van een kegelsnede is van de vorm : 2 2 ax by 2cxy 2dx 2ey f 0 met a, b, c, d, e, f + + + + +. Indien je vijf punten van een

Nadere informatie

Principe van Stereovisie

Principe van Stereovisie Principe van Stereovisie Linda Tessens, IPI, TELIN oktober 2005 1 Pinhole Cameramodel We benaderen een reële camera door het pinhole model. Hierbij wordt een punt P in de ruimte geprojecteerd door de pinhole

Nadere informatie

Eliminatie van parameters en substitutie met computeralgebra

Eliminatie van parameters en substitutie met computeralgebra Eliminatie van parameters en substitutie met computeralgebra Guido Herweyers, KHBO Campus Oostende Dirk Janssens, K.U.Leuven 1. Inleiding Uitgaande van parametervergelijkingen van rechten en vlakken illustreren

Nadere informatie

x cos α y sin α . (1) x sin α + y cos α We kunnen dit iets anders opschrijven, namelijk als x x y sin α

x cos α y sin α . (1) x sin α + y cos α We kunnen dit iets anders opschrijven, namelijk als x x y sin α Lineaire afbeeldingen Rotatie in dimensie 2 Beschouw het platte vlak dat we identificeren met R 2 Kies een punt P in dit vlak met coördinaten (, y) Stel dat we het vlak roteren met de oorsprong (0, 0)

Nadere informatie

Aanvullingen bij Hoofdstuk 8

Aanvullingen bij Hoofdstuk 8 Aanvullingen bij Hoofdstuk 8 8.5 Definities voor matrices De begrippen eigenwaarde eigenvector eigenruimte karakteristieke veelterm en diagonaliseerbaar worden ook gebruikt voor vierkante matrices los

Nadere informatie

3.2 Vectoren and matrices

3.2 Vectoren and matrices we c = 6 c 2 = 62966 c 3 = 32447966 c 4 = 72966 c 5 = 2632833 c 6 = 4947966 Sectie 32 VECTOREN AND MATRICES Maar het is a priori helemaal niet zeker dat het stelsel vergelijkingen dat opgelost moet worden,

Nadere informatie

Stelsels Vergelijkingen

Stelsels Vergelijkingen Hoofdstuk 5 Stelsels Vergelijkingen Eén van de motiverende toepassingen van de lineaire algebra is het bepalen van oplossingen van stelsels lineaire vergelijkingen. De belangrijkste techniek bestaat uit

Nadere informatie

Conflictmeetkunde, dominante termen, GGD s en = 1.

Conflictmeetkunde, dominante termen, GGD s en = 1. Conflictmeetkunde, dominante termen, GGD s en + =. Jan Stienstra Mathematisch Instituut, Universiteit Utrecht Nationale Wiskunde Dagen, 8+9 januari Samenvatting We laten zien hoe het platte plaatje van

Nadere informatie

Driehoeksongelijkheid en Ravi (groep 1)

Driehoeksongelijkheid en Ravi (groep 1) Driehoeksongelijkheid en Ravi (groep 1) Trainingsdag 3, april 009 Driehoeksongelijkheid Driehoeksongelijkheid Voor drie punten in het vlak A, B en C geldt altijd dat AC + CB AB. Gelijkheid geldt precies

Nadere informatie

Lineaire Algebra voor ST

Lineaire Algebra voor ST Lineaire Algebra voor ST docent: Judith Keijsper TUE, HG 9. email: J.C.M.Keijsper@tue.nl studiewijzer: http://www.win.tue.nl/wsk/onderwijs/ds6 Technische Universiteit Eindhoven college 9 J.Keijsper (TUE)

Nadere informatie

Lineaire algebra en analytische meetkunde

Lineaire algebra en analytische meetkunde Lineaire algebra en analytische meetkunde John Val August 1, 11 Inhoud 1 Projectieve meetkunde 1 i Inhoud 1 Projectieve meetkunde Figure 1: De blik op oneindig Snijden de spoorstaven? Een vloer van gelijke

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Module 14 Rechten en vlakken (versie 22 augustus 2011)

Zomercursus Wiskunde. Module 14 Rechten en vlakken (versie 22 augustus 2011) Katholieke Universiteit Leuven September 2011 Module 14 Rechten en vlakken (versie 22 augustus 2011) Inhoudsopgave 1 Parametervergelijking van rechten en vlakken door de oorsprong 1 2 Cartesiaanse vergelijking

Nadere informatie

3. Structuren in de taal

3. Structuren in de taal 3. Structuren in de taal In dit hoofdstuk behandelen we de belangrijkst econtrolestructuren die in de algoritmiek gebruikt worden. Dit zijn o.a. de opeenvolging, selectie en lussen (herhaling). Vóór we

Nadere informatie

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie Lineaire Algebra, tentamen Uitwerkingen vrijdag 4 januari 0, 9 uur Gebruik van een formuleblad of rekenmachine is niet toegestaan. De

Nadere informatie

3 Cirkels, Hoeken en Bogen. Inversies.

3 Cirkels, Hoeken en Bogen. Inversies. 3 Cirkels, Hoeken en Bogen. Inversies. 3.1. Inleiding Het derde college betreft drie onderwerpen (hoeken, bogen en inversies), die in concrete meetkundige situaties vaak optreden. Dit hoofdstuk is bedoeld

Nadere informatie

Lineaire afbeeldingen

Lineaire afbeeldingen Les 2 Lineaire afbeeldingen Als een robot bij de robocup (het voetbaltoernooi voor robots een doelpunt wil maken moet hij eerst in de goede positie komen, d.w.z. geschikt achter de bal staan. Hiervoor

Nadere informatie

Dualiteit. Raymond van Bommel. 6 april 2010

Dualiteit. Raymond van Bommel. 6 april 2010 Dualiteit Raymond van Bommel 6 april 2010 1 Inleiding Op veel manieren kan meetkunde worden bedreven. De bekendste en meest gebruikte meetkunde is de Euclidische meetkunde. In dit artikel gaan we kijken

Nadere informatie

Het oplossen van stelsels lineaire vergelijkingen Wiskunde 2, 2DM60 College 2b

Het oplossen van stelsels lineaire vergelijkingen Wiskunde 2, 2DM60 College 2b Het oplossen van stelsels lineaire vergelijkingen Wiskunde 2, 2DM60 College 2b Ruud Pellikaan g.r.pellikaan@tue.nl /k 2014-2015 Lineaire vergelijking 2/64 DEFINITIE: Een lineaire vergelijking in de variabelen

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21763 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fortes, Wagner Rodrigues Title: Error bounds for discrete tomography Issue Date:

Nadere informatie

V Kegelsneden en Kwadratische Vormen in R. IV.0 Inleiding

V Kegelsneden en Kwadratische Vormen in R. IV.0 Inleiding V Kegelsneden en Kwadratische Vormen in R IV.0 Inleiding V. Homogene kwadratische vormen Een vorm als H (, ) = 5 4 + 8 heet een homogene kwadratische vorm naar de twee variabelen en. Een vorm als K (,

Nadere informatie

Een combinatorische oplossing voor vraag 10 van de LIMO 2010

Een combinatorische oplossing voor vraag 10 van de LIMO 2010 Een combinatorische oplossing voor vraag 10 van de LIMO 2010 Stijn Vermeeren (University of Leeds) 16 juni 2010 Samenvatting Probleem 10 van de Landelijke Interuniversitaire Mathematische Olympiade 2010vraagt

Nadere informatie

Domein A: Inzicht en handelen

Domein A: Inzicht en handelen Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Preambule Domein A is een overkoepeld domein dat altijd in combinatie met de andere domeinen wordt toegepast (of getoetst). In domein A wordt benoemd: Vaktaal: het

Nadere informatie

Lineaire Algebra TW1205TI. I.A.M. Goddijn, Faculteit EWI 12 februari 2014

Lineaire Algebra TW1205TI. I.A.M. Goddijn, Faculteit EWI 12 februari 2014 Lineaire Algebra TW1205TI, 12 februari 2014 Contactgegevens Mekelweg 4, kamer 4.240 tel : (015 27)86408 e-mail : I.A.M.Goddijn@TUDelft.nl homepage : http: //fa.its.tudelft.nl/ goddijn blackboard : http:

Nadere informatie

Antwoorden op de theoretische vragen in de examen voorbereiding

Antwoorden op de theoretische vragen in de examen voorbereiding Antwoorden op de theoretische vragen in de examen voorbereiding Theorie vraag Zij A een m n-matrix. Geef het verband tussen de formule voor de dimensie d van een niet-strijdig stelsel, d = n rang (A) (zie

Nadere informatie

Morenaments Ornamenten met symmetrie. Werkblad vooraf met begeleidende tekst en oplossingen

Morenaments Ornamenten met symmetrie. Werkblad vooraf met begeleidende tekst en oplossingen Morenaments Ornamenten met symmetrie Fien Aelter, Liesje Knaepen en Kristien Vanhuyse, studenten SLO wiskunde KU Leuven Werkblad vooraf met begeleidende tekst en oplossingen Dit werklad is een voorbereiding

Nadere informatie

1BK2 1BK6 1BK7 1BK9 2BK1

1BK2 1BK6 1BK7 1BK9 2BK1 Kern Subkern Leerdoel niveau BK begrippen vmbo waar in bettermarks 1.1.1. Je gebruikt positieve en negatieve getallen, breuken en decimale getallen in hun onderlinge samenhang en je ligt deze toe binnen

Nadere informatie

Pascal en de negenpuntskegelsnede

Pascal en de negenpuntskegelsnede Pascal en de negenpuntskegelsnede De zijden van driehoek ABC hierboven vatten we op als lijnen en niet als lijnstukken. De middens van de lijnstukken AB, BC en CA zijn D, E en F. De middens van de lijnstukken

Nadere informatie

WI1808TH1/CiTG - Lineaire algebra deel 1

WI1808TH1/CiTG - Lineaire algebra deel 1 WI1808TH1/CiTG - Lineaire algebra deel 1 College 6 26 september 2016 1 Hoofdstuk 3.1 en 3.2 Matrix operaties Optellen van matrices Matrix vermenigvuldigen met een constante Matrices vermenigvuldigen Machten

Nadere informatie

De wiskunde van de beeldherkenning

De wiskunde van de beeldherkenning De wiskunde van de beeldherkenning Op zoek naar wat er niet verandert! In het kader van: (Bij) de Faculteit Wiskunde en Informatica van de TU/e op bezoek c Faculteit Wiskunde en Informatica, TU/e Inhoudsopgave

Nadere informatie

VISUALISATIE VAN KROMMEN EN OPPERVLAKKEN. 1. Inleiding

VISUALISATIE VAN KROMMEN EN OPPERVLAKKEN. 1. Inleiding VISUALISATIE VAN KROMMEN EN OPPERVLAKKEN IGNACE VAN DE WOESTNE. Inleiding In diverse wetenschappelijke disciplines maakt men gebruik van functies om fenomenen of processen te beschrijven. Hiervoor biedt

Nadere informatie

vandaag is Annie twee jaar jonger dan Ben en Cees samen

vandaag is Annie twee jaar jonger dan Ben en Cees samen Hoofdstuk I Lineaire Algebra Les 1 Stelsels lineaire vergelijkingen Om te beginnen is hier een puzzeltje: vandaag is Annie twee jaar jonger dan Ben en Cees samen over vijf jaar is Annie twee keer zo oud

Nadere informatie

Eigenwaarden en Diagonaliseerbaarheid

Eigenwaarden en Diagonaliseerbaarheid Hoofdstuk 3 Eigenwaarden en Diagonaliseerbaarheid 31 Diagonaliseerbaarheid Zoals we zagen hangt de matrix die behoort bij een lineaire transformatie af van de keuze van een basis voor de ruimte In dit

Nadere informatie

Ruimtewiskunde. college. Stelsels lineaire vergelijkingen. Vandaag UNIVERSITEIT TWENTE. Stelsels lineaire vergelijkingen.

Ruimtewiskunde. college. Stelsels lineaire vergelijkingen. Vandaag UNIVERSITEIT TWENTE. Stelsels lineaire vergelijkingen. college 4 collegejaar college build slides Vandaag : : : : 16-17 4 29 maart 217 38 1 2 3.16-17[4] 1 vandaag Vectoren De notatie (x 1, x 2,..., x n ) wordt gebruikt voor het punt P met coördinaten (x 1,

Nadere informatie

Combinatoriek groep 1 & 2: Recursie

Combinatoriek groep 1 & 2: Recursie Combinatoriek groep 1 & : Recursie Trainingsweek juni 008 Inleiding Bij een recursieve definitie van een rij wordt elke volgende term berekend uit de vorige. Een voorbeeld van zo n recursieve definitie

Nadere informatie

Vector-en matrixvergelijkingen. Figuur: Vectoren, optellen

Vector-en matrixvergelijkingen. Figuur: Vectoren, optellen Vector-en matrixvergelijkingen (a) Parallellogramconstructie (b) Kop aan staartmethode Figuur: Vectoren, optellen (a) Kop aan staartmethode, optellen (b) Kop aan staart methode, aftrekken Figuur: Het optellen

Nadere informatie

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Lenzen. J. Kuiper. Transfer Database

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Lenzen. J. Kuiper. Transfer Database Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal Reader Lenzen J. Kuiper Transfer Database ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair nderwijs, Algemeen Voortgezet nderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie

Nadere informatie

Bewerkingen met krachten

Bewerkingen met krachten 21 Bewerkingen met krachten Opgeloste Vraagstukken 2.1. Bepaal het moment van de kracht van 2N uir Fig. 2-3 rond het punt O. Laat de loodrechte OD neer vanuit O op de rechte waarlangs de kracht van 2N

Nadere informatie

Wat verstaan we onder elementaire meetkunde?

Wat verstaan we onder elementaire meetkunde? Wat verstaan we onder elementaire meetkunde? Er zijn veel boeken met de titel 'Elementaire Meetkunde'. Niet alle auteurs verstaan hieronder hetzelfde. Dit boek behandelt in de eerste 1 hoofdstukken de

Nadere informatie

Lineaire Algebra voor W 2Y650

Lineaire Algebra voor W 2Y650 Lineaire Algebra voor W 2Y650 Docent: L. Habets HG 8.09, Tel: 040-2474230, Email: l.c.g.j.m.habets@tue.nl http://www.win.tue.nl/wsk/onderwijs/2y650 1 Herhaling: opspansel De vectoren v 1,..., v k V spannen

Nadere informatie

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni Nummer vragenreeks: 1

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni Nummer vragenreeks: 1 IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni 206 Nummer vragenreeks: IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 29 juni 206 - reeks - p. /0 Oefening Welke studierichting wil je graag volgen? (vraag

Nadere informatie

Sum of Us 2014: Topologische oppervlakken

Sum of Us 2014: Topologische oppervlakken Sum of Us 2014: Topologische oppervlakken Inleiding: topologische oppervlakken en origami Een topologisch oppervlak is, ruwweg gesproken, een tweedimensionaal meetkundig object. We zullen in deze tekst

Nadere informatie

1 Inleiding. Zomercursus Wiskunde. Poolcoördinaten (versie 27 juni 2008) Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie.

1 Inleiding. Zomercursus Wiskunde. Poolcoördinaten (versie 27 juni 2008) Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. Katholieke Universiteit Leuven September 2008 Poolcoördinaten (versie 27 juni 2008) Inleiding Y y p o θ r X fig In fig worden er op twee verschillende manieren coördinaten gegeven aan het punt p Een eerste

Nadere informatie

Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo

Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Domein A: Inzicht en handelen Subdomein A1: Vaktaal wiskunde 1. vmbo passende vaktaal voor wiskunde herkennen en gebruiken voor het ordenen van het eigen denken

Nadere informatie

Uitleg van de Hough transformatie

Uitleg van de Hough transformatie Uitleg van de Hough transformatie Maarten M. Fokkinga, Joeri van Ruth Database groep, Fac. EWI, Universiteit Twente Versie van 17 mei 2005, 10:59 De Hough transformatie is een wiskundige techniek om een

Nadere informatie

Ijkingstoets industrieel ingenieur aangeboden door UGent en VUB op 15 september 2014: algemene feedback

Ijkingstoets industrieel ingenieur aangeboden door UGent en VUB op 15 september 2014: algemene feedback IJkingstoets 5 september 04 - reeks - p. /0 Ijkingstoets industrieel ingenieur aangeboden door UGent en VUB op 5 september 04: algemene feedback In totaal namen 5 studenten deel aan deze ijkingstoets industrieel

Nadere informatie

klas 3 havo Checklist HAVO klas 3.pdf

klas 3 havo Checklist HAVO klas 3.pdf Checklist 3 HAVO wiskunde klas 3 havo Checklist HAVO klas 3.pdf 1. Hoofdstuk 1 - lineaire problemen Ik weet dat de formule y = a x + b hoort bij de grafiek hiernaast. Ik kan bij een lineaire formule de

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Grafieken en formules

Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/39638 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pelt D.M. Title: Filter-based reconstruction methods for tomography Issue Date:

Nadere informatie

te vermenigvuldigen, waarbij N het aantal geslagen Nederlandse munten en B het aantal geslagen buitenlandse munten zijn. Het resultaat is de vector

te vermenigvuldigen, waarbij N het aantal geslagen Nederlandse munten en B het aantal geslagen buitenlandse munten zijn. Het resultaat is de vector Les 3 Matrix product We hebben gezien hoe we matrices kunnen gebruiken om lineaire afbeeldingen te beschrijven. Om het beeld van een vector onder een afbeelding te bepalen hebben we al een soort product

Nadere informatie

Kettingbreuken. 20 april 2010 1 K + 1 E + 1 T + 1 T + 1 I + 1 N + 1 G + 1 B + 1 R + 1 E + 1 U + 1 K + E + 1 N 1 2 + 1 0 + 1 A + 1 P + 1 R + 1 I + 1

Kettingbreuken. 20 april 2010 1 K + 1 E + 1 T + 1 T + 1 I + 1 N + 1 G + 1 B + 1 R + 1 E + 1 U + 1 K + E + 1 N 1 2 + 1 0 + 1 A + 1 P + 1 R + 1 I + 1 Kettingbreuken Frédéric Guffens 0 april 00 K + E + T + T + I + N + G + B + R + E + U + K + E + N 0 + A + P + R + I + L + 0 + + 0 Wat zijn Kettingbreuken? Een kettingbreuk is een wiskundige uitdrukking

Nadere informatie

Examenvragen Hogere Wiskunde I

Examenvragen Hogere Wiskunde I 1 Examenvragen Hogere Wiskunde I Vraag 1. Zij a R willekeurig. Gegeven is dat voor alle r, s Q geldt dat a r+s = a r a s. Bewijs dat voor alle x, y R geldt dat a x+y = a x a y. Vraag 2. Gegeven 2 functies

Nadere informatie

Dossier 4 VECTOREN. Dr. Luc Gheysens. bouwstenen van de lineaire algebra

Dossier 4 VECTOREN. Dr. Luc Gheysens. bouwstenen van de lineaire algebra Dossier 4 VECTOREN bouwstenen van de lineaire algebra Dr. Luc Gheysens 1 Coördinaat van een vector In het vlak π 0 is het punt O de oorsprong en de punten E 1 en E 2 zijn zodanig gekozen dat OE 1 OE 2

Nadere informatie

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica juli 2017: algemene feedback

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica juli 2017: algemene feedback IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 5 juli 2017 - reeks 1 - p. 1/9 IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica juli 2017: algemene feedback Positionering ten opzichte van andere deelnemers In totaal

Nadere informatie

V.2 Limieten van functies

V.2 Limieten van functies V.2 Limieten van functies Beschouw een deelverzameling D R, een functie f: D R en zij c R. We willen het gedrag van f in de buurt van c bestuderen. De functiewaarde in c is daarvoor niet belangrijk, de

Nadere informatie

Jordan normaalvorm. Hoofdstuk 7

Jordan normaalvorm. Hoofdstuk 7 Hoofdstuk 7 Jordan normaalvorm Zoals we zagen hangt de matrix die behoort bij een lineaire transformatie af van de keuze van een basis voor de ruimte In dit hoofdstuk buigen we ons over de vraag of er

Nadere informatie

Over de construeerbaarheid van gehele hoeken

Over de construeerbaarheid van gehele hoeken Over de construeerbaarheid van gehele hoeken Dick Klingens maart 00. Inleiding In de getallentheorie worden algebraïsche getallen gedefinieerd via rationale veeltermen f van de n-de graad in één onbekende:

Nadere informatie

Discrete Wiskunde 2WC15, Lente Jan Draisma

Discrete Wiskunde 2WC15, Lente Jan Draisma Discrete Wiskunde 2WC15, Lente 2010 Jan Draisma HOOFDSTUK 2 Gröbnerbases 1. Vragen We hebben gezien dat de studie van stelsels polynoomvergelijkingen in meerdere variabelen op natuurlijke manier leidt

Nadere informatie

IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback

IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback IJkingstoets burgerlijk ingenieur 30 juni 2014 - reeks 2 - p. 1 IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback In totaal namen 716 studenten deel aan de ijkingstoets burgerlijk ingenieur

Nadere informatie

Toegepaste Wiskunde 2: Het Kalman-filter

Toegepaste Wiskunde 2: Het Kalman-filter Toegepaste Wiskunde 2: Het Kalman-filter 25 februari, 2008 Hans Maassen 1. Inleiding Het Kalman filter schat de toestand van een systeem op basis van een reeks, door ruis verstoorde waarnemingen. Een meer

Nadere informatie

More points, lines, and planes

More points, lines, and planes More points, lines, and planes Make your own pictures! 1. Lengtes en hoeken In het vorige college hebben we het inwendig product (inproduct) gedefinieerd. Aan de hand daarvan hebben we ook de norm (lengte)

Nadere informatie

x = b 1 x 1 , b = x n b m i,j=1,1 en een vector [x j] n j=1 m n a i,j x j j=1 i=1

x = b 1 x 1 , b = x n b m i,j=1,1 en een vector [x j] n j=1 m n a i,j x j j=1 i=1 WIS9 9 Matrixrekening 9 Vergelijkingen Stelsels lineaire vergelijkingen Een stelsel van m lineaire vergelijkingen in de n onbekenden x, x 2,, x n is een stelsel vergelijkingen van de vorm We kunnen dit

Nadere informatie

Diophantische vergelijkingen

Diophantische vergelijkingen Diophantische vergelijkingen 1 Wat zijn Diophantische vergelijkingen? Een Diophantische vergelijking is een veeltermvergelijking waarbij zowel de coëfficiënten als de oplossingen gehele getallen moeten

Nadere informatie

Projectieve Vlakken en Codes

Projectieve Vlakken en Codes Projectieve Vlakken en Codes 1. De Fanocode Foutdetecterende en foutverbeterende codes. Anna en Bart doen mee aan een spelprogramma voor koppels. De ene helft van de deelnemers krijgt elk een kaart waarop

Nadere informatie

Fotogrammetrische aanvulling als hulpmiddel bij landmeetkundige activiteiten

Fotogrammetrische aanvulling als hulpmiddel bij landmeetkundige activiteiten Fotogrammetrische aanvulling als hulpmiddel bij landmeetkundige activiteiten 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Luchtfotogrammetrie... 4 3. Luchttriangulatie... 5 4. Terreinaanvulling... 7 5. Fotogrammetrische

Nadere informatie

Tussendoelen in MathPlus

Tussendoelen in MathPlus MALMBERG UITGEVERIJ B.V. Tussendoelen in MathPlus Versie 1 Inhoud Tussendoelen onderbouw in MathPlus... 2 Tabel tussendoelen... 2 1HVG... 7 Domein Rekenen... 7 Domein Meten en tekenen... 9 Domein Grafieken

Nadere informatie

3 Wat is een stelsel lineaire vergelijkingen?

3 Wat is een stelsel lineaire vergelijkingen? In deze les bekijken we de situatie waarin er mogelijk meerdere vergelijkingen zijn ( stelsels ) en meerdere variabelen, maar waarin elke vergelijking er relatief eenvoudig uitziet, namelijk lineair is.

Nadere informatie

Geadjungeerde en normaliteit

Geadjungeerde en normaliteit Hoofdstuk 12 Geadjungeerde en normaliteit In het vorige hoofdstuk werd bewezen dat het voor het bestaan van een orthonormale basis bestaande uit eigenvectoren voldoende is dat T Hermites is (11.17) of

Nadere informatie

IJkingstoets september 2015: statistisch rapport

IJkingstoets september 2015: statistisch rapport IJkingstoets burgerlijk ingenieur 4 september 05 - reeks - p. IJkingstoets september 05: statistisch rapport In totaal namen 33 studenten deel aan deze toets. Hiervan waren er 06 geslaagd. Verdeling van

Nadere informatie

IJkingstoets september 2015: statistisch rapport

IJkingstoets september 2015: statistisch rapport IJkingstoets burgerlijk ingenieur 4 september 05 - reeks 4 - p. IJkingstoets september 05: statistisch rapport In totaal namen 33 studenten deel aan deze toets. Hiervan waren er 06 geslaagd. Verdeling

Nadere informatie

Rekenen en wiskunde ( bb kb gl/tl )

Rekenen en wiskunde ( bb kb gl/tl ) Tussendoelen Rekenen en wiskunde Rekenen en wiskunde ( bb kb gl/tl ) vmbo = Basis Inzicht en handelen Vaktaal wiskunde Vaktaal wiskunde gebruiken voor het ordenen van het eigen denken en voor uitleg aan

Nadere informatie

IJkingstoets september 2015: statistisch rapport

IJkingstoets september 2015: statistisch rapport IJkingstoets burgerlijk ingenieur 4 september 05 - reeks - p. IJkingstoets september 05: statistisch rapport In totaal namen studenten deel aan deze toets. Hiervan waren er 06 geslaagd. Verdeling van de

Nadere informatie

Toepassingen in de natuurkunde: snelheden, versnellingen, krachten.

Toepassingen in de natuurkunde: snelheden, versnellingen, krachten. WIS8 8 Vectoren 8. Vectoren Vectoren Een vector met dimensie is een kolom bestaande uit twee reële getallen, bijvoorbeeld [ We kunnen deze meetkundig interpreteren als een pijl in het platte vlak van de

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste ronde. 1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1998-1999: Eerste ronde De eerste ronde bestaat uit 30 meerkeuzevragen Het quoteringssysteem werkt als volgt: per goed antwoord krijgt de deelnemer 5 punten, een blanco antwoord

Nadere informatie

UITWERKINGEN 1 2 C : 2 =

UITWERKINGEN 1 2 C : 2 = UITWERKINGEN. De punten A, B, C, D in R zijn gegeven door: A : 0, B : Zij V het vlak door de punten A, B, C. C : D : (a) ( pt) Bepaal het oppervlak van de driehoek met hoekpunten A, B, C. Oplossing: De

Nadere informatie

ONBETWIST ONderwijs verbeteren met WISkunde Toetsen Voorbeeldtoetsen Lineaire Algebra Deliverable 3.10 Henk van der Kooij ONBETWIST Deliverable 3.

ONBETWIST ONderwijs verbeteren met WISkunde Toetsen Voorbeeldtoetsen Lineaire Algebra Deliverable 3.10 Henk van der Kooij ONBETWIST Deliverable 3. ONBETWIST ONderwijs verbeteren met WISkunde Toetsen Voorbeeldtoetsen Lineaire Algebra Deliverable 3.10 Henk van der Kooij ONBETWIST Deliverable 3.8 ONBETWIST ONderwijs verbeteren met WISkunde Toetsen Inleiding

Nadere informatie

Analytische Meetkunde. Lieve Houwaer, Unit informatie, team wiskunde

Analytische Meetkunde. Lieve Houwaer, Unit informatie, team wiskunde Analytische Meetkunde Lieve Houwaer, Unit informatie, team wiskunde . VECTOREN EN RECHTEN.. Vectoren... Het vectorbegrip De verzameling punten van het vlak noteren we door π. Kies in het vlak π een vast

Nadere informatie

College WisCKI. Albert Visser. 16 januari, Department of Philosophy, Faculty Humanities, Utrecht University. Loodrechte Projectie

College WisCKI. Albert Visser. 16 januari, Department of Philosophy, Faculty Humanities, Utrecht University. Loodrechte Projectie College WisCKI Albert Visser Department of Philosophy, Faculty Humanities, Utrecht University 16 januari, 2012 1 Overview 2 Overview 2 Overview 2 Overview 3 Zij V een deelruimte met basis v 1,..., v k.

Nadere informatie

EXAMENVRAGEN RUIMTEMEETKUNDE I (niet-analytische meetkunde)

EXAMENVRAGEN RUIMTEMEETKUNDE I (niet-analytische meetkunde) EXAMENVRAGEN RUIMTEMEETKUNDE I (niet-analytische meetkunde). (4 p) Geef drie verschillende mogelijkheden waardoor in de driedimensionale ruimte een rechte bepaald is? 2. (6 p) Wanneer zijn de snijlijnen

Nadere informatie

2 n 1. OPGAVEN 1 Hoeveel cijfers heeft het grootste bekende Mersenne-priemgetal? Met dit getal vult men 320 krantenpagina s.

2 n 1. OPGAVEN 1 Hoeveel cijfers heeft het grootste bekende Mersenne-priemgetal? Met dit getal vult men 320 krantenpagina s. Hoofdstuk 1 Getallenleer 1.1 Priemgetallen 1.1.1 Definitie en eigenschappen Een priemgetal is een natuurlijk getal groter dan 1 dat slechts deelbaar is door 1 en door zichzelf. Om technische redenen wordt

Nadere informatie

Linalg.nb 1. Werk het notebook aandachtig door en maak de (genummerde) oefeningen aan het einde van elke sectie. Succes!

Linalg.nb 1. Werk het notebook aandachtig door en maak de (genummerde) oefeningen aan het einde van elke sectie. Succes! Linalg.nb Lineaire Algebra Andr Heck AMSTEL Instituut, Universiteit van Amsterdam Werk het notebook aandachtig door en maak de (genummerde) oefeningen aan het einde van elke sectie. Succes! Å Introductie

Nadere informatie

Extra oefeningen hoofdstuk 12: Omtrek - Oppervlakte - Inhoud

Extra oefeningen hoofdstuk 12: Omtrek - Oppervlakte - Inhoud Extra oefeningen hoofdstuk 12: Omtrek - Oppervlakte - Inhoud 1 Een optische illusie? Welk gebied heeft de grootste oppervlakte: het gele of het donkergroene? Doe eerst een schatting en maak daarna de nodige

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 : Vectoren (A5D)

Hoofdstuk 1 : Vectoren (A5D) 1 Hoofdstuk 1 : Vectoren (A5D) Hoofdstuk 1 : Vectoren (A5D) Les 1 : Stelsels en Echelon vorm DOEL : WE GAAN EEN AANTAL VERGELIJKINGEN MET EEN AANTAL VARIABELEN PROBEREN OP TE LOSSEN. Definities Stelsel

Nadere informatie

Lights Out. 1 Inleiding

Lights Out. 1 Inleiding Lights Out 1 Inleiding Het spel Lights Out is een elektronisch spel dat gelanceerd werd in 1995 door Tiger Electronics. Het originele spel heeft een bord met 25 lampjes in een rooster van 5 rijen en 5

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren

Hoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren Hoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren 141 Eventjes herhalen : Wat is een homothetie? h (o,k) : Een homothetie met centrum o en factor k Het beeld van een punt Z door de homothetie met centrum O en factor

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Module 7 Poolcoördinaten (versie 22 augustus 2011)

Zomercursus Wiskunde. Module 7 Poolcoördinaten (versie 22 augustus 2011) Katholieke Universiteit Leuven September 2011 Module 7 Poolcoördinaten (versie 22 augustus 2011) Inhoudsopgave 1 Poolcoördinaten 1 2 Poolvergelijkingen 3 21 Cartesiaanse coördinaten versus poolcoördinaten

Nadere informatie

Stelsels van vergelijkingen

Stelsels van vergelijkingen Module 5 Stelsels van vergelijkingen 5.1 Definitie en voorbeelden Een verzameling van vergelijkingen in een aantal onbekenden waarvan men de gemeenschappelijke oplossing(en) zoekt, noemt men een stelsel

Nadere informatie

Getallenleer Inleiding op codeertheorie. Cursus voor de vrije ruimte

Getallenleer Inleiding op codeertheorie. Cursus voor de vrije ruimte Getallenleer Inleiding op codeertheorie Liliane Van Maldeghem Hendrik Van Maldeghem Cursus voor de vrije ruimte 2 Hoofdstuk 1 Getallenleer 1.1 Priemgetallen 1.1.1 Definitie en eigenschappen Een priemgetal

Nadere informatie

IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback

IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback IJkingstoets burgerlijk ingenieur 30 juni 2014 - reeks 1 - p. 1 IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback In totaal namen 716 studenten deel aan de ijkingstoets burgerlijk ingenieur

Nadere informatie

De hoek tussen twee lijnen in Cabri Geometry

De hoek tussen twee lijnen in Cabri Geometry De hoek tussen twee lijnen in Cabri Geometry DICK KLINGENS (e-mail: dklingens@pandd.nl) Krimpenerwaard College, Krimpen aan den IJssel (NL) augustus 2008 1. Inleiding In de (vlakke) Euclidische meetkunde

Nadere informatie

TENTAMEN LINEAIRE ALGEBRA 1 donderdag 23 december 2004,

TENTAMEN LINEAIRE ALGEBRA 1 donderdag 23 december 2004, TENTAMEN LINEAIRE ALGEBRA donderdag december 004, 0.00-.00 Bij elke vraag dient een berekening of motivering worden opgeschreven. Het tentamen bestaat uit twee gedeelten: de eerste drie opgaven betreffen

Nadere informatie

De creatie van 3D-computermodellen van objecten uit foto's

De creatie van 3D-computermodellen van objecten uit foto's De creatie van 3D-computermodellen van objecten uit foto's Ignace Van de Woestyne 1. Inleiding Computervisie is dat domein van de toegepaste wetenschappen waarin methodes en technieken ontwikkeld worden

Nadere informatie

Definities, stellingen en methoden uit David Poole s Linear Algebra A Modern Introduction - Second Edtion benodigd voor het tentamen Matrix Algebra 2

Definities, stellingen en methoden uit David Poole s Linear Algebra A Modern Introduction - Second Edtion benodigd voor het tentamen Matrix Algebra 2 Definities, stellingen en methoden uit David Poole s Linear Algebra A Modern Introduction - Second Edtion benodigd voor het tentamen Matrix Algebra 2 Bob Jansen Inhoudsopgave 1 Vectoren 3 2 Stelsels Lineaire

Nadere informatie

Kies voor i een willekeurige index tussen 1 en r. Neem het inproduct van v i met de relatie. We krijgen

Kies voor i een willekeurige index tussen 1 en r. Neem het inproduct van v i met de relatie. We krijgen Hoofdstuk 95 Orthogonaliteit 95. Orthonormale basis Definitie 95.. Een r-tal niet-triviale vectoren v,..., v r R n heet een orthogonaal stelsel als v i v j = 0 voor elk paar i, j met i j. Het stelsel heet

Nadere informatie

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica september 2018: algemene feedback

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica september 2018: algemene feedback IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica september 8 - reeks - p. IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica september 8: algemene feedback Positionering ten opzichte van andere deelnemers In totaal namen

Nadere informatie

compact weer te geven (ken ook een waarde toe aan n).

compact weer te geven (ken ook een waarde toe aan n). 1 HOVO: Gravitatie en kosmologie OPGAVEN WEEK 2 - Oplossingen Opgave 1: Er geldt n 3 en we hebben de compacte uitdrukking y i a r i x r, waarbij we gebruik maken van de Einsteinsommatieconventie. a Schrijf

Nadere informatie

Matrixoperaties. Definitie. Voorbeelden. Een matrix is een rechthoekig array van getallen, die kentallen of elementen heten.

Matrixoperaties. Definitie. Voorbeelden. Een matrix is een rechthoekig array van getallen, die kentallen of elementen heten. Definitie Een matrix is een rechthoekig array van getallen, die kentallen of elementen heten. Voorbeelden De coëfficiëntenmatrix of aangevulde matrix bij een stelsel lineaire vergelijkingen. Een rij-echelonmatrix

Nadere informatie