De wiskunde van de beeldherkenning

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De wiskunde van de beeldherkenning"

Transcriptie

1 De wiskunde van de beeldherkenning Op zoek naar wat er niet verandert! In het kader van: (Bij) de Faculteit Wiskunde en Informatica van de TU/e op bezoek c Faculteit Wiskunde en Informatica, TU/e

2 Inhoudsopgave 1 Beeldherkenning (Computer vision) 1 2 De dubbelverhouding: een verhouding van verhoudingen 3 3 Wat zit er achter deze invariantie? 4 4 Het gebruik van de dubbelverhouding 7 5 De tripelverhouding 9 ii

3 1 Beeldherkenning (Computer vision) Als je plaatjes bekijkt van spullen of personen valt het je niet meer op dat je bijvoorbeeld zonder moeite een tafel of een persoon herkent, terwijl het plaatje toch vanuit een bepaalde gezichtshoek is gemaakt en daarmee typische eigenschappen van bijvoorbeeld die tafel anders zijn weergegeven: op de foto zijn hoeken tussen blad en poten doorgaans niet meer 90. In het gebied Beeldherkenning (Engels: Computer Vision) zoekt men naar eigenschappen van objecten die niet veranderen als bijvoorbeeld het gezichtspunt bij de opname verandert. Een eenvoudig voorbeeld: een rechte lijn blijft recht ook al verandert het gezichtspunt. Maar een cirkel blijft in de regel geen cirkel, maar verandert doorgaans in een ellips. In het algemeen veranderen de onderlinge verhoudingen van punten en rechten. Eigenschappen die niet veranderen (we spreken wel van invarianten) zijn van belang voor het herkennen van patronen in foto s. Het kan dan gaan om het bepalen van afstanden op foto s, het detecteren van randen van voorwerpen op foto s, of zelfs het herkennen van gezichten. Het vakgebied kwam in de jaren 60 van de vorige eeuw op en is inmiddels een bloeiende tak van wetenschap waarin wiskundigen en informatici actief onderzoek doen en steeds verder doordringen in de geheimen van de beeldherkenning. Vooral in de biomedische technologie is grote behoefte aan deze technieken om aan de hand van scans en andere medische opnamen conclusies te helpen trekken. In dit document gaan we in op de vraag hoe we afstanden uit foto s kunnen reconstrueren met behulp van de zogenaamde dubbelverhouding. Afstanden bepalen aan de hand van een foto Als je afstanden wilt bepalen vanaf een foto of vanaf een video-opname, kom je er al snel achter dat dat niet zo eenvoudig is. Dat komt omdat de verhoudingen scheefgetrokken zijn. Onderstaande foto laat een opname van een voetbalveld zien. De lijnen van het veld zorgen natuurlijk voor aanknopingspunten. Als je beschikt over de ware afmetingen van het veld, kun je misschien terugrekenen om de afstand tussen twee punten op het veld te bepalen. In de wiskunde heeft men gezocht naar een systematiek in dat terugrekenen. Centraal daarbij staat het begrip dubbelverhouding, dat we in deze les aan de orde stellen. De dubbelverhouding is een begrip uit de meetkunde en is een 1

4 generalisatie van de verhouding van twee lijnstukken. De dubbelverhouding is een voorbeeld van een zogenaamde invariant; samen met andere invarianten speelt de dubbelverhouding een essentiële rol in de hedendaagse beeldherkenning. Wat is het probleem? Een foto kun je zien als een (centrale) projectie van een voorstelling uit de realiteit op een plat vlak zoals in het bijgaande plaatje is geïllustreerd. vlak voorwerp centrum Het probleem is dat afstanden, verhoudingen en dergelijke in een plaatje anders zijn dan in het origineel. Laten we dit eens analyseren voor verhoudingen. In het plaatje hieronder bekijken we een centrale projectie (vanuit punt P ) van drie punten A, B en C. Voor het nu volgende gaan we er vanuit dat deze drie punten op een rechte lijn liggen (bijvoorbeeld markeringspunten van een lijn op een sportveld). De projecties van de drie punten noemen we A, B en C. Ze liggen ook op een rechte, bijvoorbeeld op een foto. P B C A A B C Aan dit plaatje kun je al aflezen dat verhoudingen veranderen bij centrale projectie: de verhouding AB/BC verschilt in de regel van de verhouding A B /B C. Ga maar na. Toch hangen die verhoudingen met elkaar samen en de vraag is hoe? Opgave 1 (Veranderingen in verhoudingen) Ga na of de verhouding A B /B C verandert als je de rechte A B beweegt op een van de volgende manieren. a) Je beweegt A B parallel aan zichzelf naar boven. b) Je draait A B om A 2

5 2 De dubbelverhouding: een verhouding van verhoudingen Definitie van de dubbelverhouding In Opgave 1 heb je gezien dat de verhouding A B /B C verandert. Opmerkelijk is dat als je vier punten in het spel betrekt er een verhouding van verhoudingen te maken is die niet verandert! De zogenaamde dubbelverhouding. De dubbelverhouding van vier punten A, B, C en D op de rechte lijn l is de volgende uitdrukking (verhouding van verhoudingen): AC BC : AD BD. We noteren deze dubbelverhouding met (ABCD). Het gaat hierbij om gerichte lijnstukken: als je de lengte AC positief telt, dan moet je CA negatief tellen. Voorbeeld De dubbelverhouding (ABCD) van de vier punten A = 0, B = 1, C = 4 en D = 7 op de x as bereken je als volgt. A B C D Eerst bepalen we AC = 4, BC = 3, AD = 7 en BD = 6. Voor de dubbelverhouding krijg je dan: (ABCD) = AC BC : AD BD = 4 3 : 7 6 = = = 8 7. Opgave 2 (Een dubbelverhouding bepalen) Op de x as zijn de punten A = 3, B = 0, C = 1 en D = 3 gegeven. dubbelverhouding (ABCD). Let op dat bijvoorbeeld BC = 1 negatief is. Bepaal de Wat verandert er nou precies niet bij de dubbelverhouding? De voor de beeldherkenning belangrijke eigenschap van de dubbelverhouding verwoorden we in de volgende stelling. Stelling (Invariantie van de dubbelverhouding). Als A, B, C, D punten op de rechte l zijn en A, B, C en D punten op de rechte l zijn zó dat de rechten AA, BB, CC en DD door één punt gaan, dan geldt (ABCD) = (A B C D ). P A B C D A B C D 3

6 Men zegt wel dat de dubbelverhouding invariant is onder centrale projectie. De stelling gebruik je in de praktijk als volgt: A, B, C en D zijn bijvoorbeeld punten in de echte wereld, en A, B, C en D zijn punten op een foto opname en kunnen dus gemeten worden. In de volgende paragraaf gaan we in op het bewijs van deze stelling. 3 Wat zit er achter deze invariantie? De stelling doet een uitspraak die niet zo voor de hand liggend is. Hoe kun je nu toch inzien dat de stelling waar is? Een manier die men heeft bedacht is de volgende. Door meetkundige redeneringen kun je inzien dat de dubbelverhouding (ABCD) geheel is uit te drukken in sinussen van hoeken bepaald door de vier lijnen door het centrum P (aangegeven in de figuur met l 1, l 2, l 3, l 4 ). P l 1 l2 l 3 l 4 A B C D Er blijkt namelijk te gelden (straks meer over het waarom): (ABCD) = sin (l 1, l 3 ) sin (l 2, l 3 ) : sin (l 1, l 4 ) sin (l 2, l 4 ). Aan deze expressie met sinussen zie je dat de preciese positie van de punten A, B, C en D op de lijnen l 1, l 2, l 3, l 4 niet van belang is, maar alleen de hoeken tussen de vier lijnen! Omdat A, B, C en D ook op achtereenvolgens l 1, l 2, l 3, l 4 liggen, is de dubbelverhouding (A B C D ) gelijk aan dezelfde expressie met sinussen. Dus (ABCD) = (A B C D )! Als je wilt weten hoe die sinussen verschijnen, lees dan het volgende stuk. Hoe kom je aan die sinussen? De sinussen verschijnen als we de volgende stappen doorlopen: We vervangen de verhoudingen van lijnstukken door verhoudingen van oppervlakten (hier hebben we een formule voor de oppervlakte van een driehoek voor nodig). Met een andere formule voor de oppervlakte verschijnen de sinussen. In de herschreven uitdrukking voor de dubbelverhouding valt van alles tegen elkaar weg, behalve de sinussen. We hebben nodig: oppervlakte van een driehoek Hoe kom je nu van verhoudingen op de lijn door A, B, enz. naar hoeken bij P? Via oppervlakten van driehoeken. Hier is wat we nodig hebben van oppervlakten van driehoeken. 4

7 Oppervlakte van een driehoek I Ongetwijfeld weet je dat je de oppervlakte van een driehoek kunt berekenen uit basis maal halve hoogte. Maar we hebben ook een andere manier nodig om de oppervlakte te bepalen. Oppervlakte van een driehoek II De oppervlakte van een driehoek is gelijk aan het halve product van twee zijden vermenigvuldigd met de sinus van de door de twee zijden ingesloten hoek. In formulevorm: O( ABC) = 1 AB AC sin( BAC), 2 waarin we met AB de lengte van het lijnstuk AB aangeven. Opgave 3 (De oppervlakte van een driehoek) a) Ga na hoe je de nieuwe formule afleidt uit de formule basis maal halve hoogte. Neem bijvoorbeeld AB als basis. b) In de formule hebben we de zijden AB en AC uitverkoren. Formuleer formules voor de oppervlakte van ABC als we AB en CB kiezen of AC en BC. We hebben nodig: verhouding van lijnstukken en verhouding van oppervlakten Bekijk de volgende figuur met centrum P en de punten A, B en C. Aan de hand hiervan illustreren we hoe een verhouding van lengtes in verband kan worden gebracht met een verhouding van oppervlakten. P A B C Nemen we AC als basis van P AC, en noemen we de hoogte van de driehoek (de afstand van de rechte AC tot P ) h, dan is de oppervlakte van P AC gelijk aan 1 AC h. 2 Net zo is de oppervlakte van P BC gelijk aan 1 2 BC h 5

8 (dezelfde h). Dus de verhouding AC / BC is gelijk aan O( P AC)/O( P BC). Samengevat: AC BC = O( P AC) O( P BC). Op soortgelijke wijze volgt (met D in plaats van C): AD BD = O( P AD) O( P BD). En nu de sinussen... Deze laatste verhouding van oppervlakten herschrijven we door gebruik te maken van onze andere formule voor de oppervlakte: O( P AC) = P A P C sin( AP C) en O( P BC) = P B P C sin( BP C), enz. Met dit gereedschap gaan we de dubbelverhouding (ABCD) nu te lijf. P l 1 l2 l 3 l 4 A B C D Op één detail gaan we verder niet in: we zullen ons in de volgende berekening niet druk maken om het feit dat het georiënteerde lijnstukken betreft (zie blz. 3). Stap 1: Omschrijven naar oppervlakten: AC BC : AD BD Stap 2: Oppervlakteformule gebruiken: O( P AC) O( P AD) = : O( P BC) O( P BD) O( P AC) O( P AD) : O( P BC) O( P BD) = P A P C sin (l 1, l 3 ) P B P C sin (l 2, l 3 ) : P A P D sin (l 1, l 4 ) P B P D sin (l 2, l 4 ) Stap 3: Breuk in het rechterlid vereenvoudigen tot: sin (l 1, l 3 ) sin (l 2, l 3 ) : sin (l 1, l 4 ) sin (l 2, l 4 ) Conclusie: AC BC : AD BD = sin (l 1, l 3 ) sin (l 2, l 3 ) : sin (l 1, l 4 ) sin (l 2, l 4 ) 6

9 4 Het gebruik van de dubbelverhouding Het gebruik van de dubbelverhouding om afstanden te bepalen, berust op de volgende twee observaties: De dubbelverhouding legt de positie van het vierde punt vast Als je de dubbelverhouding van vier punten A, B, C, D op een rechte lijn weet en de positie van drie van de vier punten, dan kun je de positie van het vierde punt bepalen. De dubbelverhouding van vier punten kun je uit een foto bepalen De dubbelverhouding van vier punten A, B, C, D op een rechte kun je bepalen met behulp van een foto (centrale projectie) van die vier punten. Op de foto kun je namelijk afstanden meten en de dubbelverhouding bepalen van de opname van de vier punten. Omdat de opname een centrale projectie van de oorspronkelijke vier punten is, heb je via bovenstaande stelling nu ook de dubbelverhouding (ABCD) van A, B, C, D te pakken. Als je in de praktijk de positie van een punt wilt weten of berekenen, dan ga je op zoek naar een rechte lijn waar dat punt op ligt en waar ook drie bekende punten op liggen, zogenaamde referentiepunten. Voorbeeld We nemen een rechte lijn waarvan we de punten beschrijven met behulp van reële getallen. Veronderstel dat A, B en C de referentiepunten zijn, die horen bij de getallen 0, 1 en 100. Veronderstel dat D onze onbekende is, zeg x, maar dat (ABCD) = 2. We krijgen dan de volgende vergelijking: (ABCD) = 2 = AC BC : AD BD = : x x 1 We vinden hieruit 198x = 100(x 1) zodat 98x = 100 en x = 50/49. Bij referentiepunten kun je denken aan punten die je om de een of andere reden kent, zoals hoekpunten van een zijlijn op een sportveld. De dubbelverhouding zou je kunnen weten via een opname waarop je eenvoudigweg alle afstanden hebt opgemeten. Zie Opgave 5 hieronder. Opgave 4 (De dubbelverhouding nader bekeken) We gaan uit van vier verschillende punten A, B, C en D op een rechte. In de expressie voor de dubbelverhouding komen vier gerichte lijnstukken voor: AC, BC, AD en BD. a) Veronderstel dat (ABCD) negatief is. Analyseer de dubbelverhouding om aan te tonen dat in dat geval precies één van de punten C en D tussen A en B ligt. b) Analyseer de dubbelverhouding om te laten zien dat (ABCD) = (BADC). Opgave 5 (De dubbelverhouding echt gebruiken) Tijd voor echte metingen. De afmetingen van voetbalvelden zijn niet precies vastgelegd, maar mogen binnen zekere grenzen variëren. De breedte en de lengte van het veld zijn bijvoorbeeld niet geheel vastgelegd. Sommige maten op het veld zijn wel voorgeschreven, zoals de afmetingen van het doel en de straal van de middencirkel. Op bijgaande foto zie je dat de middencirkel behoorlijk vervormd is (wat voor figuur is het geworden denk je?). 7

10 Bepaal aan de hand van de foto de breedte van het veld (in yards of meters; een yard is 0, 9144 meter). 8

11 5 De tripelverhouding De uitgebreide dubbelverhouding: de tripelverhouding We hebben tot dusverre de invariantie gezien van de dubbelverhouding van 4 punten op één rechte bij centrale projectie. Een nadeel hiervan is dat de punten op één rechte dienen te liggen. Bij de tripelverhouding vervalt dit bezwaar, zij het dat de punten nu in één vlak moeten liggen. Bij de dubbelverhouding is een voordeel dat het meten van afstanden relatief eenvoudig is. Bij de tripelverhouding kijken we naar oppervlakten, die wat moeilijker zijn uit te rekenen. We gaan nu verder met de definitie van tripelverhouding: Zeg we hebben 5 punten (A, B, C, D, E) in een plat vlak, C D E A B We definiëren de tripelverhouding van de 5 punten (A, B, C, D, E) als de volgende verhouding van gerichte oppervlakten van driehoeken: (ABCDE) = ( Opp ABD Opp ABE : Opp BCD Opp BCE : Opp CAD Opp CAE ) We bedoelen hierbij met gerichte oppervlakte: De gerichte oppervlakte is de oppervlakte voorzien van een plus of min-teken. Het plus of min-teken wordt bepaald door de oriëntatie van de hoekpunten. De hoekpunten worden linksom of rechtsom doorlopen. De gewone oppervlakte is gelijk aan de absolute waarde van de gerichte oppervlakte. 9

12 Er blijkt nu, vergelijkbaar met de situatie bij de dubbelverhouding, bij centrale projectie invariantie van tripelverhoudingen te gelden, dat wil zeggen: We hebben 5 punten (A, B, C, D, E) in een vlak die door een centrale projectie afgebeeld worden op de punten (A, B, C, D, E ) in een ander vlak, zie figuur. P D C A E B C D A E B De tripelverhoudingen van (A, B, C, D, E) en (A, B, C, D, E ) zij nu aan elkaar gelijk: (ABCDE) = (A B C D E ) (Het bewijs laten we achterwege.) Als we nog even kijken naar de definitie van tripelverhouding, dan is deze genoteerd als (a : b : c). We bedoelen nu met (a : b : c) = (d : e : f) het volgende: Er bestaat een λ zodanig dat Bijvoorbeeld, λ a = d en λ b = e en λ c = f. (2 : 3 : 7) = (8 : 12 : 28) Dit kunnen we ook gebruiken in de vorm, mits de noemers 0 zijn: a/d = b/e = c/f. 10

13 Het nut van de invariantie van de tripelverhouding is ook nu gebaseerd op twee observaties: Ken je de positie van 4 van de 5 punten in een vlak én de tripelverhouding van alle 5, dan kun je de positie van het 5e punt in dat vlak bepalen. Zoals we bij de dubbelverhouding een willekeurig punt op de rechte door de punten als oorsprong kozen, zo kiezen we nu een willekeurig punt in het vlak als oorsprong, en bepalen de positie ten opzichte van die oorsprong. (Zie opgave 6) De tripelverhouding van 5 punten bepaal je met behulp van een afbeelding van de 5 punten. Op de afbeelding kun je alle posities van alle punten meten en daaruit de gerichte oppervlakten van de desbetreffende driehoeken bepalen. De eenheden waarin je de oppervlaktes meet zijn niet relevant omdat we werken met verhoudingen van oppervlakten. In onderstaande afbeelding zijn bekende punten A, B, C, D aangegeven. De posities van de punten E 1, E 2,.. zijn onbekend. 11

14 Opgave 6 (De tripelverhouding echt gebruiken) We hebben van onderstaande figuur oppervlakten van de driehoeken voor je uitgerekend bij de punten A, B, C, D, E, deze zijn achtereenvolgens: Opp ABD = 23034, Opp ABE = 5586, Opp BCD = 14202, Opp BCE = 16296, Opp CAD = 13708, Opp CAE = NB. De lengte eenheid is pixel vandaar de grootte-orde van de oppervlaktes. In de figuur op de volgende pagina zien we de bekende grootheden aangegeven. 12

15 We hebben van de figuur van het speelveld de oppervlakten van de driehoeken voor je uitgerekend bij de corresponderende punten A, B, C, D, E, echter hebben we nu voor het onbekende punt E = A + (p, q) gekozen. (We bepalen de positie dus ten opzichte van het punt A.) We krijgen nu de oppervlakten, uitgedrukt in de onbekenden p en q: Opp ABD = 105, Opp ABE = 9q, Opp BCD = 124, Opp BCE = p, Opp CAD = 160, Opp CAE = 22p 9q. Probeer met bovenstaande gegevens de onbekenden p en q te berekenen. De lengte eenheid waarin is gemeten is yard. Welke manieren ken je om de oppervlakte van een driehoek uit te rekenen? Opgave 7 (De quadrupelverhouding?) Probeer samen met je wiskundeleraar te bedenken hoe het nog algemener zou kunnen dan de tripelverhouding en wat je daar dan mee zou kunnen berekenen. 13

16 Appendix: Invarianten De dubbelverhouding is een voorbeeld van wat men in de wiskunde een invariant noemt. De reden is dat de dubbelverhouding invariant is (dat wil zeggen niet verandert) onder een of andere operatie, in ons geval centrale projectie. Zonder dat je het als zodanig hebt leren kennen, heb je al eerder kennis gemaakt met invarianten, en wel bij kwadratische vergelijkingen. De discriminant van een kwadratische vergelijking is namelijk een voorbeeld van een invariant. In de volgende opgave kom je te weten hoe dit zit. Opgave De discriminant van de kwadratische vergelijking ax 2 + bx + c = 0 is gelijk aan b 2 4ac. Misschien herinner je je nog dat je met behulp van de discriminant kunt zien hoeveel (reële) oplossingen een kwadratische vergelijking heeft: als bijvoorbeeld b 2 4ac > 0, dan heeft de vergelijking twee verschillende nulpunten. a) De kwadratische functie f gegeven door f(x) = x 2 x 2 heeft twee nulpunten: 1 en 2. Geef een schets van de grafiek. Bepaal het functievoorschrift van de functie g waarvan de grafiek uit die van f ontstaat door 10 naar rechts te transleren. Wat zijn de nulpunten van g? Bepaal de discriminant van beide kwadratische vergelijkingen. b) In onderdeel a) heb je als het goed is in beide gevallen dezelfde discriminant gevonden. Dit is geen toeval: als je een kwadratische uitdrukking transleert, krijg je een nieuwe kwadratische uitdrukking met precies dezelfde discriminant. c) Begin maar met de functie f gedefinieerd door f(x) = ax 2 + bx + c, waarin a, b, c constanten zijn. Geef het functievoorschrift van de kwadratische functie g waarvan de grafiek uit die van f ontstaat door translatie over d. d) Laat door berekening zien dat de discriminanten van f en g aan elkaar gelijk zijn. We zeggen wel: de discriminant is invariant onder translatie. De discriminant van een kwadratische uitdrukking geeft informatie over het aantal nulpunten ervan. Omdat het aantal nulpunten van een kwadratische functie niet verandert onder translatie, is het niet verwonderlijk dat de discriminant ook niet verandert. Toch is deze laatste redenering alleen natuurlijk niet afdoende. Het zou nog best mogelijk zijn dat de precieze formule voor de discriminant anders wordt. Dat het aantal nulpunten niet verandert bij translatie, zegt je alleen dat de discriminant hetzelfde teken houdt of nul blijft. Als je dus alleen naar het aantal nulpunten kijkt, dan zou de discriminant D van een kwadratische functie bijvoorbeeld best kunnen veranderen in een formule als (d 2 + 1) D. 14

Meetkundige Ongelijkheden Groep 2

Meetkundige Ongelijkheden Groep 2 Meetkundige Ongelijkheden Groep Trainingsweek Juni 009 1 Introductie We werken hier met ongeoriënteerde lengtes en voor het gemak laten we de absoluutstrepen weg. De lengte van een lijnstuk XY wordt dus

Nadere informatie

1 Introductie. 2 Oppervlakteformules

1 Introductie. 2 Oppervlakteformules Introductie We werken hier met ongeoriënteerde lengtes en voor het gemak laten we de absoluutstrepen weg. De lengte van een lijnstuk XY wordt dus ook weergegeven met XY. Verder zullen we de volgende notatie

Nadere informatie

Meetkundige ongelijkheden Groep A

Meetkundige ongelijkheden Groep A Meetkundige ongelijkheden Groep A Oppervlakteformules, sinus- & cosinusregel, de ongelijkheid van Euler Trainingsweek, juni 011 1 Oppervlakteformules We werken hier met ongeoriënteerde lengtes en voor

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren

Hoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren Hoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren 141 Eventjes herhalen : Wat is een homothetie? h (o,k) : Een homothetie met centrum o en factor k Het beeld van een punt Z door de homothetie met centrum O en factor

Nadere informatie

WISKUNDE-ESTAFETTE RU 2006 Antwoorden

WISKUNDE-ESTAFETTE RU 2006 Antwoorden WISKUNDE-ESTAFETTE RU 2006 Antwoorden 1 V 1 8 en 12 V 2 7 en 11 V 3 6 en 10 V 4 5 en 9 2 5040 opstellingen 3 De zijde is 37 4 α = 100 5 10, 2 liter 6 De volgorde is 2, 5, 3, 4, 1 7 30 euro 8 De straal

Nadere informatie

Cabri-werkblad. Driehoeken, rechthoeken en vierkanten. 1. Eerst twee macro's

Cabri-werkblad. Driehoeken, rechthoeken en vierkanten. 1. Eerst twee macro's Cabri-werkblad Driehoeken, rechthoeken en vierkanten 1. Eerst twee macro's Bij de opdrachten van dit werkblad zullen we vaak een vierkant nodig hebben waarvan alleen de beide eindpunten van een zijde gegeven

Nadere informatie

P is nu het punt waarvan de x-coördinaat gelijk is aan die van het punt X en waarvan de y-coördinaat gelijk is aan AB (inclusief het teken).

P is nu het punt waarvan de x-coördinaat gelijk is aan die van het punt X en waarvan de y-coördinaat gelijk is aan AB (inclusief het teken). Inhoud 1. Sinus-functie 1 2. Cosinus-functie 3 3. Tangens-functie 5 4. Eigenschappen 4.1. Verband tussen goniometrische verhoudingen en goniometrische functies 8 4.2. Enkele eigenschappen van de sinus-functie

Nadere informatie

De Cirkel van Apollonius en Isodynamische Punten

De Cirkel van Apollonius en Isodynamische Punten januari 2008 De Cirkel van Apollonius en Isodynamische Punten Inleiding Eén van de bekendste meetkundige plaatsen is de middelloodlijn van een lijnstuk. Deze lijn bestaat uit alle punten die gelijke afstand

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: goniometrie en meetkunde. 22 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: goniometrie en meetkunde. 22 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Wiskunde: goniometrie en meetkunde 22 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),

Nadere informatie

Antwoordmodel - Vlakke figuren

Antwoordmodel - Vlakke figuren Antwoordmodel - Vlakke figuren Vraag 1 Verbind de termen met de juiste definities. Middelloodlijn Gaat door het midden van een lijnstuk en staat er loodrecht op. Bissectrice Deelt een hoek middendoor.

Nadere informatie

Uitgewerkte oefeningen

Uitgewerkte oefeningen Uitgewerkte oefeningen Algebra Oefening 1 Gegeven is de ongelijkheid: 4 x. Welke waarden voor x voldoen aan deze ongelijkheid? A) x B) x [ ] 4 C) x, [ ] D) x, Oplossing We werken de ongelijkheid uit: 4

Nadere informatie

De vergelijking van Antoine

De vergelijking van Antoine De vergelijking van Antoine Als een vloeistof een gesloten ruimte niet geheel opvult, dan verdampt een deel van de vloeistof. De damp oefent druk uit op de wanden van de gesloten ruimte: de dampdruk. De

Nadere informatie

Lesbrief GeoGebra. 1. Even kennismaken met GeoGebra (GG)

Lesbrief GeoGebra. 1. Even kennismaken met GeoGebra (GG) Lesbrief GeoGebra Inhoud: 1. Even kennismaken met GeoGebra 2. Meetkunde: 2.1 Punten, lijnen, figuren maken 2.2 Loodlijn, deellijn, middelloodlijn maken 2.3 Probleem M1: De rechte van Euler 2.4 Probleem

Nadere informatie

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 1) Haakjes wegwerken 2) Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts 3) Optellen en aftrekken van links naar rechts Schrijf ALLE stappen ONDER

Nadere informatie

1 Coördinaten in het vlak

1 Coördinaten in het vlak Coördinaten in het vlak Verkennen Meetkunde Coördinaten in het vlak Inleiding Verkennen Beantwoord de vragen bij Verkennen. (Als je er niet uitkomt, ga je gewoon naar de Uitleg, maar bekijk het probleem

Nadere informatie

CEVA-DRIEHOEKEN. Eindwerk wiskunde 2010. Heilige-Drievuldigheidscollege 6WeWIi. Soetemans Dokus

CEVA-DRIEHOEKEN. Eindwerk wiskunde 2010. Heilige-Drievuldigheidscollege 6WeWIi. Soetemans Dokus CEVA-DRIEHOEKEN Eindwerk wiskunde 010 Heilige-Drievuldigheidscollege 6WeWIi Soetemans Dokus Inhoud 1. Inleiding... 4 1.1. Info over Giovanni Ceva... 4 1.. Wat zijn Ceva-driehoeken?... 4 1.3. Enkele voorbeelden...

Nadere informatie

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden 4.0 Voorkennis Rekenregels voor wortels: 1) A B AB met A 0 en B 0 A A 2) met A 0 en B 0 B B Voorbeeld 1: 2 3 23 6 Voorbeeld 2: 9 9 3 3 3 1 4.0 Voorkennis Voorbeeld 3: 3 3 6 3 6 6 6 6 6 1 2 6 Let op: In

Nadere informatie

Vlakke meetkunde en geogebra

Vlakke meetkunde en geogebra Vlakke meetkunde en geogebra Open de geogebra-app. Kies het algebra- en tekenvenster. Aan de linkerkant zie je het algebravenster en rechts daarvan het tekenvenster met een x-as en een y-as. Om een rooster

Nadere informatie

3.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.

3.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. 3.0 Voorkennis y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. y = -4x + 8 kan herschreven worden als y + 4x = 8 Dit is een lineaire vergelijking met twee variabelen. Als je

Nadere informatie

Analytische Meetkunde

Analytische Meetkunde Analytische Meetkunde Meetkunde met Geogebra en vergelijkingen van lijnen 2 Inhoudsopgave Achtergrondinformatie... 4 Meetkunde met Geogebra... 6 Stelling van Thales...... 7 3 Achtergrondinformatie Auteurs

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste ronde. 1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1998-1999: Eerste ronde De eerste ronde bestaat uit 30 meerkeuzevragen Het quoteringssysteem werkt als volgt: per goed antwoord krijgt de deelnemer 5 punten, een blanco antwoord

Nadere informatie

1.1 Rekenen met letters [1]

1.1 Rekenen met letters [1] 1.1 Rekenen met letters [1] Voorbeeld 1: Een kaars heeft een lengte van 30 centimeter. Per uur brand er 6 centimeter van de kaars op. Hieruit volgt de volgende woordformule: Lengte in cm = -6 aantal branduren

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Eamen VWO 07 tijdvak woensdag juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Dit eamen bestaat uit 4 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 7 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

a. De hoogte van een toren bepalen met behulp van een stok

a. De hoogte van een toren bepalen met behulp van een stok Gelijkvormigheid in de 17 de - en 18 de -eeuwse landmeetkunde Heb jij enig idee hoe hoog dat gebouw of die boom is die je uit het raam van je klaslokaal ziet? Misschien kun je de hoogte goed schatten,

Nadere informatie

1 Cartesische coördinaten

1 Cartesische coördinaten Cartesische coördinaten Verkennen www.math4all.nl MAThADORE-basic HAVO/VWO 4/5/6 VWO wi-d Analytische Meetkunde Cartesische coördinaten Inleiding Verkennen Beantwoord de vragen bij Verkennen. (Als je er

Nadere informatie

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden 4.0 Voorkennis Rekenregels voor wortels: 1) A B AB met A 0 en B 0 A A 2) met A 0 en B 0 B B Voorbeeld 1: 2 3 23 6 Voorbeeld 2: 9 9 3 3 3 1 4.0 Voorkennis Voorbeeld 3: 3 3 6 3 6 6 6 6 6 1 2 6 Let op: In

Nadere informatie

Wiskunde D-dag Vrijeschool Zutphen VO donderdag 18 februari, 12:30u 16:30u. Aan de gang

Wiskunde D-dag Vrijeschool Zutphen VO donderdag 18 februari, 12:30u 16:30u. Aan de gang Wiskunde D-dag 2016 Vrijeschool Zutphen VO donderdag 18 februari, 12:30u 16:30u Aan de gang Verkenning 1 piano Je moet een zware piano verschuiven door een 1 meter brede gang met een rechte hoek er in.

Nadere informatie

9.1 Vergelijkingen van lijnen[1]

9.1 Vergelijkingen van lijnen[1] 9.1 Vergelijkingen van lijnen[1] y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. Algemeen: Van de lijn y = ax + b is de richtingscoëfficiënt a en het snijpunt met de y-as (0,

Nadere informatie

Paragraaf 4.1 : Gelijkvormigheid

Paragraaf 4.1 : Gelijkvormigheid Hoofdstuk 4 Meetkunde (V4 Wis B) Pagina 1 van 8 Paragraaf 4.1 : Gelijkvormigheid Les 1 : Gelijkvormigheid Definities sin( A) = Overstaande Schuine cos( A) = Aanliggende Schuine = O S = A S tan( A) = Overstaande

Nadere informatie

Laat men ook transversalen toe buiten de driehoek, dan behoren bij één waarde van v 1 telkens twee transversalen l 1 en l 2. Men kan ze onderscheiden

Laat men ook transversalen toe buiten de driehoek, dan behoren bij één waarde van v 1 telkens twee transversalen l 1 en l 2. Men kan ze onderscheiden Lesbrief 6 Meetkunde 1 Hoektransversalen in een driehoek ABC is een driehoek. Een lijn l door een hoekpunt A van de driehoek heet een hoektransversaal van A. We zullen onderzoeken onder welke voorwaarden

Nadere informatie

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Uitwerkingen Mei 01 Eindexamen VWO Wiskunde B A B C Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Onafhankelijkheid van a Opgave 1. We moeten aantonen dat F a een primitieve is van de

Nadere informatie

Kleine didactiek DE VERSCHILFORMULE VOOR DE SINUS. [ Dick Klingens ]

Kleine didactiek DE VERSCHILFORMULE VOOR DE SINUS. [ Dick Klingens ] Kleine didactiek DE VERSCHILFORMULE VOOR DE SINUS [ Dick Klingens ] In de vierde klas vwo komt de uitbreiding van de goniometrische verhoudingen sinus en cosinus voor andere dan scherpe hoeken aan de orde.

Nadere informatie

More points, lines, and planes

More points, lines, and planes More points, lines, and planes Make your own pictures! 1. Lengtes en hoeken In het vorige college hebben we het inwendig product (inproduct) gedefinieerd. Aan de hand daarvan hebben we ook de norm (lengte)

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: De stelling van Pythagoras

Hoofdstuk 3: De stelling van Pythagoras Hoofdstuk 3: De stelling van Pythagoras Benamingen afspraken ( boek pag 53) - 49 We spreken van een rechthoekige driehoek als... We zeggen dat in de rechthoekige ABC de grootte van de hoek A 90 o is We

Nadere informatie

Wiskunde oefentoets hoofdstuk 10: Meetkundige berekeningen

Wiskunde oefentoets hoofdstuk 10: Meetkundige berekeningen Wiskunde oefentoets hoofdstuk 0: Meetkundige berekeningen Iedere antwoord dient gemotiveerd te worden, anders worden er geen punten toegekend. Gebruik van grafische rekenmachine is toegestaan. Succes!

Nadere informatie

6.0 Voorkennis AD BC. Kruislings vermenigvuldigen: Voorbeeld: 50 10x. 50 10( x 1) Willem-Jan van der Zanden

6.0 Voorkennis AD BC. Kruislings vermenigvuldigen: Voorbeeld: 50 10x. 50 10( x 1) Willem-Jan van der Zanden 6.0 Voorkennis Kruislings vermenigvuldigen: A C AD BC B D Voorbeeld: 50 0 x 50 0( x ) 50 0x 0 0x 60 x 6 6.0 Voorkennis Herhaling van rekenregels voor machten: p p q pq a pq a a a [] a [2] q a q p pq p

Nadere informatie

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 1) Haakjes wegwerken 2) Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts 3) Optellen en aftrekken van links naar rechts Schrijf ALLE stappen ONDER

Nadere informatie

16.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op in 2x + 3i = 5x + 6i -3x = 3i x = -i

16.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op in 2x + 3i = 5x + 6i -3x = 3i x = -i 16.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los op in 2x + 3i = 5x + 6i -3x = 3i x = -i Voorbeeld 2: Los op in 4x 2 + 12x + 15 = 0 4x 2 + 12x + 9 + 6 = 0 (2x + 3) 2 + 6 = 0 (2x + 3) 2 = -6 (2x + 3) 2 = 6i 2 2x + 3 =

Nadere informatie

Schooljaar: Leerkracht: M. Smet Leervak: Wiskunde Leerplan: D/2002/0279/048

Schooljaar: Leerkracht: M. Smet Leervak: Wiskunde Leerplan: D/2002/0279/048 Blz: 1/5 04 09 09 1.1 STELLING VAN PYTHAGORAS ouwregel tot Pythagoras: formulering. 07 09 09 11 09 09 14 09 09 18 09 09 21 09 09 22 09 09 25 09 09 29 09 09 01 10 09 02 10 09 06 10 09 08 10 09 09 10 09

Nadere informatie

4 A: = 10 B: 4 C: 8 D: 8

4 A: = 10 B: 4 C: 8 D: 8 Hoofdstuk OPPERVLAKTE VWO 0 INTRO A: + 6 = 0 B: C: 8 D: 8 DE OPPERVLAKTE VAN EEN PARALLELLOGRAM Als voorbeeld de oppervlakte van D: De donkerblauwe rechthoek heeft oppervlakte 5 = 0 Daar gaan twee halve

Nadere informatie

Een bekende eigenschap van de middens van de zijden van een driehoek is de volgende.

Een bekende eigenschap van de middens van de zijden van een driehoek is de volgende. Cabri-werkblad Rond het zwaartepunt van een driehoek Een bekende eigenschap van de middens van de zijden van een driehoek is de volgende. Stelling De verbindingslijn van de middens van twee zijden van

Nadere informatie

RECHTEN. 1. Vul in met of. co(a) = (-2,3) a y = -2x + 1 A a want 3-2.(-2)+3 co(a) = (4,1) a 3x -5y -2 = 0 A a want

RECHTEN. 1. Vul in met of. co(a) = (-2,3) a y = -2x + 1 A a want 3-2.(-2)+3 co(a) = (4,1) a 3x -5y -2 = 0 A a want ANALYTISCHE MEETKUNDE: HERHALING DERDE JAAR OEFENINGEN Lees eerst de formules op het andere blad, en los vervolgens de oefeningen van het bijbehorende deel op. Wanneer je alles hebt opgelost, maak je de

Nadere informatie

Eindexamen vwo wiskunde B 2013-I

Eindexamen vwo wiskunde B 2013-I Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande

Nadere informatie

1. Orthogonale Hyperbolen

1. Orthogonale Hyperbolen . Orthogonale Hyperbolen a + b In dit hoofdstuk wordt de grafiek van functies van de vorm y besproken. Functies c + d van deze vorm noemen we gebroken lineaire functies. De grafieken van dit soort functies

Nadere informatie

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs 21062011

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs 21062011 Het maken van een verslag voor natuurkunde, vwo versie Deze tekst vind je op www.agtijmensen.nl: Een voorbeeld van een verslag Daar vind je ook een po of pws verslag dat wat uitgebreider is. Gebruik volledige

Nadere informatie

Dag van GeoGebra Probleemoplossende vaardigheden en onderzoekscompetentie wiskunde 28 mei 2011 Gent

Dag van GeoGebra Probleemoplossende vaardigheden en onderzoekscompetentie wiskunde 28 mei 2011 Gent 1 VERBORGEN FIGUREN 1.1 OPGAVE In heel wat klassieke opdrachten uit de meetkunde is het de bedoeling om een bepaalde figuur te tekenen indien een aantal punten gegeven zijn. De eigenschappen van deze figuur

Nadere informatie

2.1 Cirkel en middelloodlijn [1]

2.1 Cirkel en middelloodlijn [1] 2.1 Cirkel en middelloodlijn [1] Hiernaast staat de cirkel met middelpunt M en straal 2½ cm In het kort: (M, 2½ cm) Op de zwarte cirkel liggen alle punten P met PM = 2½ cm In het rode binnengebied liggen

Nadere informatie

Bekijk nog een keer het stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden x en y: { De tweede vergelijking van de eerste aftrekken geeft:

Bekijk nog een keer het stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden x en y: { De tweede vergelijking van de eerste aftrekken geeft: Determinanten Invoeren van het begrip determinant Bekijk nog een keer het stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden x en y: { a x + b y = c a 2 a 2 x + b 2 y = c 2 a Dit levert op: { a a 2 x

Nadere informatie

Goniometrische functies

Goniometrische functies Goniometrische functies gonè (Grieks) = hoek metron (Grieks) = maat Goniometrie, afkomstig van de Griekse woorden voor hoek en maat, betekent letterlijk hoekmeetkunde. Daarmee wordt aangegeven dat het

Nadere informatie

PROBLEEMOPLOSSEND DENKEN MET

PROBLEEMOPLOSSEND DENKEN MET PROBLEEMOPLOSSEND DENKEN MET Van onderzoekend leren naar leren onderzoeken in de tweede en derde graad Luc Gheysens DPB-Brugge 2012 PROBLEEM 1 Stelling van Pythagoras en gelijkvormige driehoeken Hieronder

Nadere informatie

Appendix Inversie bekeken vanuit een complex standpunt

Appendix Inversie bekeken vanuit een complex standpunt Bijlage bij Inversie Appendix Inversie bekeken vanuit een complex standpunt In dee paragraaf gaan we op een andere manier kijken naar inversie. We doen dat met behulp van de complexe getallen. We veronderstellen

Nadere informatie

Examen VWO 2013. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 22 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO 2013. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 22 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 203 tijdvak woensdag 22 mei 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 9 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 79 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Enkel-, Dubbelverhouding en Harmonische Objecten

Enkel-, Dubbelverhouding en Harmonische Objecten januari 2008 Enkel-, Dubbelverhouding en Harmonische Objecten Inleiding In de meetkunde werkt men vaak met verhoudingen van de afstanden van één punt tot twee andere. In het bijzonder natuurlijk bij de

Nadere informatie

3 Cirkels, Hoeken en Bogen. Inversies.

3 Cirkels, Hoeken en Bogen. Inversies. 3 Cirkels, Hoeken en Bogen. Inversies. 3.1. Inleiding Het derde college betreft drie onderwerpen (hoeken, bogen en inversies), die in concrete meetkundige situaties vaak optreden. Dit hoofdstuk is bedoeld

Nadere informatie

Driehoeksongelijkheid en Ravi (groep 1)

Driehoeksongelijkheid en Ravi (groep 1) Driehoeksongelijkheid en Ravi (groep 1) Trainingsdag 3, april 009 Driehoeksongelijkheid Driehoeksongelijkheid Voor drie punten in het vlak A, B en C geldt altijd dat AC + CB AB. Gelijkheid geldt precies

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 : Projectie en Stelling van Thales

Hoofdstuk 6 : Projectie en Stelling van Thales Hoofdstuk 6 : Projectie en Stelling van Thales - 127 1. Projectie op een rechte (boek pag 175) x en y zijn twee... rechten. We trekken door het punt A een evenwijdige rechte met de rechte y en noemen het

Nadere informatie

6 A: 6 2 2 1 5 1 4 = 26 m 2 B: 6 2 2 1 4 2 4 = 20 m 2 C: 6 2 1 2

6 A: 6 2 2 1 5 1 4 = 26 m 2 B: 6 2 2 1 4 2 4 = 20 m 2 C: 6 2 1 2 Hoofdstuk 17 PYTHAGORAS HAVO 17.1 INTRO 1 b c 6 A: 6 1 5 1 4 = 6 m B: 6 1 4 4 = 0 m C: 6 1 3 3 4 = 18 m D: 0 m E: 6 m 7 a A:, cm B: 5,0 cm C: 3, cm D: 4,1 cm b Voor elke zijde geldt dat het de schuine

Nadere informatie

Pascal en de negenpuntskegelsnede

Pascal en de negenpuntskegelsnede Pascal en de negenpuntskegelsnede De zijden van driehoek ABC hierboven vatten we op als lijnen en niet als lijnstukken. De middens van de lijnstukken AB, BC en CA zijn D, E en F. De middens van de lijnstukken

Nadere informatie

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde B Datum: 8 juli 04 Tijd: 4.00-7.00 uur Aantal opgaven: 5 Zet uw naam op alle in te leveren blaadjes. Laat bij elke opgave door middel van een

Nadere informatie

V Kegelsneden en Kwadratische Vormen in R. IV.0 Inleiding

V Kegelsneden en Kwadratische Vormen in R. IV.0 Inleiding V Kegelsneden en Kwadratische Vormen in R IV.0 Inleiding V. Homogene kwadratische vormen Een vorm als H (, ) = 5 4 + 8 heet een homogene kwadratische vorm naar de twee variabelen en. Een vorm als K (,

Nadere informatie

Paragraaf 11.0 : Voorkennis

Paragraaf 11.0 : Voorkennis Hoofdstuk 11 Verbanden en functies (H5 Wis B) Pagina 1 van 15 Paragraaf 11.0 : Voorkennis Les 1 : Stelsels, formules en afgeleide Los op. 3x + 5y = 7 a. { 2x + y = 0 2x + 5y = 38 b. { x = y + 5 a. 3x +

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 20 mei 13.30-16.30 uur

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 20 mei 13.30-16.30 uur Eamen HAV 2015 1 tijdvak 1 woensdag 20 mei 13.30-16.30 uur wiskunde B (pilot) Dit eamen bestaat uit 16 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 76 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Eamen VWO 8 tijdvak woensdag 8 juni 3.3-6.3 uur wiskunde B, Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Dit eamen bestaat uit 8 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 8 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Opgave 3 - Uitwerking

Opgave 3 - Uitwerking Mathrace 2014 Opgave 3 - Uitwerking Teken de rode hulplijntjes, en noem de lengte van dit lijntje y. Noem verder de lengte van een zijde van de gelijkzijdige driehoek x. Door de hoek van 45 graden in de

Nadere informatie

WISKUNDE-ESTAFETTE KUN 2002 Uitwerkingen

WISKUNDE-ESTAFETTE KUN 2002 Uitwerkingen WISKUNDE-ESTAFETTE KUN 00 Uitwerkingen 1 Omdat de totale waarde van het geld in je zak niet zou veranderen als elke van de vijfthalermunten drie thaler minder waard zou worden en elke van de eenthalermunten

Nadere informatie

Uitwerkingen tentamen Wiskunde B 16 januari 2015

Uitwerkingen tentamen Wiskunde B 16 januari 2015 CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Uitwerkingen tentamen Wiskunde B 6 januari 5 Vraag a f(x) = (x ) f (x) = (x ) = 6 (x ) Dit geeft f () = 6 = 6. y = ax + b met y =, a = 6 en x = geeft = 6 + b b

Nadere informatie

R. Van Nieuwenhuyze. Hoofdlector wiskunde, lerarenopleiding HUB, Brussel. Auteur Van Basis tot Limiet.

R. Van Nieuwenhuyze. Hoofdlector wiskunde, lerarenopleiding HUB, Brussel. Auteur Van Basis tot Limiet. R. Van Nieuwenhuyze Hoofdlector wiskunde, lerarenopleiding HUB, Brussel. Auteur Van Basis tot Limiet. roger.van.nieuwenhuyze@gmail.com Van Nieuwenhuyze Roger Probleemoplossend werken in de tweede graad

Nadere informatie

gelijkvormigheid handleiding inhoudsopgave 1 de grote lijn 2 applets 3 bespreking per paragraaf 4 tijdsplan 5 materialen voor een klassengesprek

gelijkvormigheid handleiding inhoudsopgave 1 de grote lijn 2 applets 3 bespreking per paragraaf 4 tijdsplan 5 materialen voor een klassengesprek gelijkvormigheid inhoudsopgave 1 de grote lijn 2 applets 3 bespreking per paragraaf 4 tijdsplan 5 materialen voor een klassengesprek gelijkvormigheid gelijkvormigheid 1 de grote lijn hoofdlijn de zijlijn

Nadere informatie

Hoofdstuk 21 OPPERVLAKTE 4 A: = 10 B: 4 C: 8 D: INTRO

Hoofdstuk 21 OPPERVLAKTE 4 A: = 10 B: 4 C: 8 D: INTRO Hoofdstuk OPPERVLAKTE A: +6=0 B: C: 8 D: 8.0 INTRO. DE OPPERVLAKTE VAN EEN PARALLELLOGRAM Als voorbeeld de oppervlakte van D: De donkerblauwe rechthoek heeft oppervlakte 5 = 0. Daar gaan twee halve rechthoeken

Nadere informatie

Hoofdstuk 21 OPPERVLAKTE VWO 4 A: = 10 B: 4 C: 8 D: INTRO

Hoofdstuk 21 OPPERVLAKTE VWO 4 A: = 10 B: 4 C: 8 D: INTRO Hoofdstuk OPPERVLAKTE VWO.0 INTRO A: +6=0 B: C: 8 D: 8. DE OPPERVLAKTE VAN EEN PARALLELLOGRAM 5 a Als voorbeeld de oppervlakte van D: De donkerblauwe rechthoek heeft oppervlakte 5 = 0. Daar gaan twee halve

Nadere informatie

14.0 Voorkennis. sin sin sin. Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel:

14.0 Voorkennis. sin sin sin. Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel: 14.0 Voorkennis Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel: a b c sin sin sin Voorbeeld 1: Gegeven is ΔABC met c = 1, α = 54 en β = 6 Bereken a in twee decimalen nauwkeurig. a c sin sin a 1 sin54 sin64

Nadere informatie

wiskunde B vwo 2017-II

wiskunde B vwo 2017-II Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande

Nadere informatie

Elementaire Meetkunde aanvullingen en errata

Elementaire Meetkunde aanvullingen en errata Laatste update: 5 april 09 Elementaire Meetkunde aanvullingen en errata Hoofdstuk De stelling bovenaan bladz. 308 heeft niet nummer.7.5 maar.7.4 versie. Vervang in de laatste zin van.8. 'vierhoek ABCP'

Nadere informatie

Voorbereidende sessie toelatingsexamen

Voorbereidende sessie toelatingsexamen 1/7 Voorbereidende sessie toelatingsexamen Wiskunde 2 - Algebra en meetkunde Dr. Koen De Naeghel 1 KU Leuven Kulak, woensdag 25 april 2018 1 Presentatie en opgeloste oefeningen zijn digitaal beschikbaar

Nadere informatie

d = 8 cm 2 6 A: = 26 m 2 B: = 20 m 2 C: = 18 m 2 D: 20 m 2 E: 26 m 2

d = 8 cm 2 6 A: = 26 m 2 B: = 20 m 2 C: = 18 m 2 D: 20 m 2 E: 26 m 2 H17 PYTHAGORAS 17.1 INTRO 1 b c d 1 4 4 = 8 cm 6 A: 6 1 5 1 4 = 6 m B: 6 1 4 4 = 0 m C: 6 1 3 3 4 = 18 m D: 0 m E: 6 m 7 a A:, cm B: 5,0 cm C: 3, cm D: 4,1 cm b Voor elke zijde geldt dat het de schuine

Nadere informatie

Selectietoets vrijdag 9 maart 2018

Selectietoets vrijdag 9 maart 2018 Selectietoets vrijdag 9 maart 2018 NEDERLANDSE W I S K U N D E OLYMPIADE Uitwerkingen Opgave 1. We hebben 1000 ballen in 40 verschillende kleuren, waarbij er van elke kleur precies 25 ballen zijn. Bepaal

Nadere informatie

4.1 Rekenen met wortels [1]

4.1 Rekenen met wortels [1] 4.1 Rekenen met wortels [1] Rekenregels voor wortels: 1) A B AB met A 0 en B 0 A A 2) met A 0 en B 0 B B 3) A 2 A Voorbeeld 1: 2 3 23 6 Voorbeeld 2: 9 9 3 3 3 1 4.1 Rekenen met wortels [1] Voorbeeld 3:

Nadere informatie

Mirakel van Morley. Vergeten Stelling uit de Vlakke Meetkunde. Ideale oefening als afsluiting van de Goniometrie in 6 VWO. Bruikbaar als P.O.

Mirakel van Morley. Vergeten Stelling uit de Vlakke Meetkunde. Ideale oefening als afsluiting van de Goniometrie in 6 VWO. Bruikbaar als P.O. Mirakel van Morley Jacques Jansen Ideale oefening als afsluiting van de Goniometrie in 6 VWO. Bruikbaar als P.O. Vergeten Stelling uit de Vlakke Meetkunde 1 Instructies van docent Tijdens hun presentatie:

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Spiegelen in lijn en in cirkel. Eigenschappen.

Hoofdstuk 1 Spiegelen in lijn en in cirkel. Eigenschappen. Hoofdstuk 1 Spiegelen in lijn en in cirkel. Eigenschappen. Jakob Steiner (Utzenstorf (kanton Bern), 18 maart 1796 - Bern, 1 april 1863) was een Zwitsers wiskundige. Hij wordt beschouwd als een van de belangrijkste

Nadere informatie

Voorbereidende sessie toelatingsexamen

Voorbereidende sessie toelatingsexamen 1/34 Voorbereidende sessie toelatingsexamen Wiskunde 2 - Veeltermen en analytische meetkunde Dr. Koen De Naeghel 1 KU Leuven Kulak, woensdag 29 april 2015 1 Presentatie en opgeloste oefeningen zijn digitaal

Nadere informatie

Een bol die raakt aan de zijden van een scheve vierhoek

Een bol die raakt aan de zijden van een scheve vierhoek Een bol die raakt aan de zijden van een scheve vierhoek Dick Klingens Krimpenerwaard College, Krimpen aan den IJssel oktober 005 We bewijzen allereerst de volgende hulpstelling: Hulpstelling 1 De meetkundige

Nadere informatie

Vlaamse Wiskunde Olympiade 2007-2008: tweede ronde

Vlaamse Wiskunde Olympiade 2007-2008: tweede ronde Vlaamse Wiskunde lmpiade 2007-2008: tweede ronde 1 Jef mit cola met whisk in de verhouding 1 : In whisk zit 40% alcohol Wat is het alcoholpercentage van de mi? () 1, (B) 20 (C) 25 () 0 (E) 5 2 ver jaar

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde. Vlaamse Wiskunde Olympiade 99 99 : Eerste Ronde De eerste ronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen, opgemaakt door de jury van VWO Het quoteringssysteem werkt als volgt : een deelnemer start met 0 punten Per

Nadere informatie

Aan de gang. Wiskunde B-dag 2015, vrijdag 13 november, 9:00u-16:00u

Aan de gang. Wiskunde B-dag 2015, vrijdag 13 november, 9:00u-16:00u Aan de gang Wiskunde B-dag 2015, vrijdag 13 november, 9:00u-16:00u Verkenning 1 (Piano) Je moet een zware piano verschuiven door een 1 meter brede gang met een rechte hoek er in. In de figuur hierboven

Nadere informatie

4 + 3i 4 3i (7 + 24i)(4 3i) 4 + 3i

4 + 3i 4 3i (7 + 24i)(4 3i) 4 + 3i COMPLEXE GETALLEN Invoering van de complexe getallen Definitie Optellen en vermenigvuldigen Delen De complexe getallen zijn al behoorlijk oud; in de zestiende eeuw doken ze op bij het oplossen van algebraïsche

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2008-II

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2008-II Eindeamen wiskunde B- vwo 008-II Een zwaartepunt Van een cirkelschijf met middelpunt (0, 0) en straal is het kwart getekend dat in het eerste kwadrant ligt. De cirkelboog is de grafiek van de functie f

Nadere informatie

8.1 Rekenen met complexe getallen [1]

8.1 Rekenen met complexe getallen [1] 8.1 Rekenen met complexe getallen [1] Natuurlijke getallen: Dit zijn alle positieve gehele getallen en nul. 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6,... Het symbool voor de natuurlijke getallen is Gehele getallen: Dit zijn

Nadere informatie

inhoudsopgave januari 2005 handleiding algebra 2

inhoudsopgave januari 2005 handleiding algebra 2 handleiding algebra inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 De grote lijn 3 Bespreking per paragraaf 1 Routes in een rooster 4 2 Oppervlakte in een rooster 4 3 Producten 4 4 Onderzoek 5 Tijdpad 9 Materialen voor

Nadere informatie

Trillingen en geluid wiskundig

Trillingen en geluid wiskundig Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Radialen 3 Uitwijking van een harmonische trilling 4 Macht en logaritme 5 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Sinus van een hoek

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2008-II

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2008-II Eindeamen wiskunde B- vwo 8-II Een zwaartepunt Van een cirkelschijf met middelpunt (, ) en straal is het kwart getekend dat in het eerste kwadrant ligt. De cirkelboog is de grafiek van de functie f die

Nadere informatie

Verbanden en functies

Verbanden en functies Verbanden en functies 0. voorkennis Stelsels vergelijkingen Je kunt een stelsel van twee lineaire vergelijkingen met twee variabelen oplossen. De oplossing van het stelsel is het snijpunt van twee lijnen.

Nadere informatie

Hoofdstuk 10 Meetkundige berekeningen

Hoofdstuk 10 Meetkundige berekeningen Hoofdstuk 10 Meetkundige berekeningen Les 0 (Extra) Aant. Voorkennis: Hoeken en afstanden Theorie A: Sinus, Cosinus en tangens O RHZ tan A = A RHZ O RHZ sin A = SZ A RHZ cos A = SZ Afspraak: Graden afronden

Nadere informatie

klas 3 havo Checklist HAVO klas 3.pdf

klas 3 havo Checklist HAVO klas 3.pdf Checklist 3 HAVO wiskunde klas 3 havo Checklist HAVO klas 3.pdf 1. Hoofdstuk 1 - lineaire problemen Ik weet dat de formule y = a x + b hoort bij de grafiek hiernaast. Ik kan bij een lineaire formule de

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 31 mei uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 31 mei uur wiskunde B,2 Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak Dinsdag 3 mei 3.30 6.30 uur 20 05 Voor dit examen zijn maximaal 89 punten te behalen; het examen bestaat uit 20 vragen. Voor elk

Nadere informatie

Archimedes en de cirkel

Archimedes en de cirkel Niveau ooo Archimedes en de cirkel De verhouding tussen de omtrek en de diameter van een cirkel heet π en is ongeveer gelijk aan 3,1415965359. Wat je je misschien niet realiseert is dat daar eigenlijk

Nadere informatie

STELLINGEN & BEWIJZEN 5VWO wiskunde B 1 e versie

STELLINGEN & BEWIJZEN 5VWO wiskunde B 1 e versie STELLINGEN & BEWIJZEN 5VWO wiskunde B 1 e versie Euclides van Alexandrië (ca. 265-200 v.chr.) Thales van Milete (ca. 624 v.chr. - 547 v.chr.) INHOUDSOPGAVE Algemene begrippen..blz. 1-3 - Stelling en bewijs

Nadere informatie

Opgaven bij het vormen van ruimte: van Poincaré tot Perelman

Opgaven bij het vormen van ruimte: van Poincaré tot Perelman Opgaven bij het vormen van ruimte: van Poincaré tot Perelman Roland van der Veen Inleiding Deze reeks opgaven is bedoeld voor de werkcolleges van de vakantiecursus Wiskunde in Wording, Augustus 2013. 1

Nadere informatie

15 a De rechthoeken zijn 1 bij 6 lucifers, of 2 bij 5 lucifers, of 3 bij 4 lucifers. Zie figuur: Hoofdstuk 21 OPPERVLAKTE HAVO 21.

15 a De rechthoeken zijn 1 bij 6 lucifers, of 2 bij 5 lucifers, of 3 bij 4 lucifers. Zie figuur: Hoofdstuk 21 OPPERVLAKTE HAVO 21. Hoofdstuk 1 OPPERVLAKTE HAVO 1.1 INTRO 15 a De rechthoeken zijn 1 bij 6 lucifers, of bij 5 lucifers, of 3 bij 4 lucifers. Zie figuur: 1 Oppervlakte snelweg = 0 km 18 m = 0.000 m 18 m = 360.000 m. Zijde

Nadere informatie

Wiskunde klas 3. Vaardigheden. Inhoudsopgave. 1. Breuken 2. 2. Gelijksoortige termen samennemen 3. 3. Rekenen met machten 3. 4. Rekenen met wortels 4

Wiskunde klas 3. Vaardigheden. Inhoudsopgave. 1. Breuken 2. 2. Gelijksoortige termen samennemen 3. 3. Rekenen met machten 3. 4. Rekenen met wortels 4 Vaardigheden Wiskunde klas Inhoudsopgave. Breuken. Gelijksoortige termen samennemen. Rekenen met machten. Rekenen met wortels. Algebraïsche producten 6. Ontbinden in factoren 6 7. Eerstegraads vergelijkingen

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2005-I

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2005-I Inademen Bij controlemetingen aan de ademhaling wordt men gevraagd om diep uit te ademen en vervolgens gedurende vijf seconden zo diep mogelijk in te ademen. Tijdens het inademen is de hoeveelheid verse

Nadere informatie