Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 18e jrg 2000, no. 4 (pp )

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 18e jrg 2000, no. 4 (pp )"

Transcriptie

1 Auteur(s): J. Buning Titel: Objectief meten van mobiliteit, een vaste plek in de praktijk Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor (para-) medische, informatieve en educatieve doeleinden en ander niet-commercieel gebruik. Zonder kosten te downloaden van:

2 OBJECTIEF METEN VAN MOBILITEIT, EEN VASTE PLEK IN DE PRAKTIJK J. Buning Jelle Buning, Fysiotherapeut in verpleeghuis Van Wijckerslooth te Oegstgeest en in gezondheidscentrum Stevenshof te Leiden Inleiding ysiotherapeuten, werkzaam in de eerstelijns praktijk, maken weinig tot geen gebruik van objectieve Fmeetinstrumenten en/of methoden. De belangrijkste oorzaak hiervoor is dat zij niet of nauwelijks bekend zijn met de verschillende instrumenten en/of -methoden. Dit blijkt uit een afstudeeronderzoek van een aantal studenten fysiotherapie aan de Hogeschool Leiden. Zij hebben zestien fysiotherapeuten geïnterviewd die werkzaam zijn binnen de particuliere praktijk in de Leidse regio (2). Wil men als fysiotherapeut kunnen beslissen of het objectief meten van mobiliteit in de eerstelijns praktijk hoort, dan dient men kennis te hebben over de mogelijkheden ten aanzien van het objectief meten. Binnen het objectief meten zijn de termen betrouwbaarheid en validiteit van groot belang. In dit artikel zal de betekenis van deze twee termen uitgelegd worden. Verder beoogt dit artikel de bekendheid omtrent objectief meten op het gebied van mobiliteit te vergroten. Naast het feit dat objectieve meetinstrumenten en/of -methoden niet of nauwelijks bekend zijn bij de fysiotherapeuten, heeft het voor een deel van hen ook geen prioriteit. Men gaat liever in een eerste contact al wat behandelen dan tijd te besteden aan het objectief meten. Anderen geven het te besteden budget van de praktijk liever uit aan andere zaken, dan aan objectieve meetinstrumenten en/of methoden (2). Zolang men geen of weinig kennis heeft over de meerwaarde van het objectief meten, zal dit ook geen hoge prioriteit krijgen, met als gevolg dat men in andere zaken zal blijven investeren. Mobiliteit kan gemeten worden door te kijken naar hoekstandveranderingen of naar veranderingen in afstand. De methoden die in dit artikel beschreven worden zijn onder te verdelen in visuele estimatie (schatten) en de niet-visuele estimatie (goniometers en een meetlint). In dit artikel wordt een overzicht gegeven van een aantal meetinstrumenten en -methoden om mobiliteit te meten. Deze methoden en instrumenten zijn de goniometer, de Fingertip-to-floor-test, de meting kin-sternum, kin-acromion en oor-acromion en de gemodificeerde Schöber en Moll test. Deze metingen zijn beschreven aan de hand van literatuur over het objectief meten van mobiliteit. Validiteit en betrouwbaarheid Wil men bij patiënten met mobiliteitsbeperkingen, op een goede manier de verandering in mobiliteit sinds fysiotherapeutische interventie vastleggen, dan dient men gebruik te maken van methoden die zowel valide als betrouwbaar zijn. Er kunnen verschillende vormen van validiteit worden onderscheiden. Voor het objectief meten zijn het meest van belang de inhoudsvaliditeit en de begripsvaliditeit. Inhoudsvaliditeit, ook wel face-validity genoemd, zegt iets over de mate waarin testinhoud en de beoogde inhoud overeenkomen (16). Bijvoorbeeld: De weegschaal heeft een hoge inhoudsvaliditeit wanneer men iemands gewicht wil meten. Ten aanzien van objectief meten van mobiliteit moet men dus nagaan of een methode daadwerkelijk bewegingsuitslagen van het te testen gewricht meet. Begripsvaliditeit, ook wel construct-validity genoemd, geeft aan of het theoretisch begrip dat gemeten moet worden daadwerkelijk gemeten wordt. Binnen onderzoeken waarin meetinstrumenten getest worden op validiteit is het in dit kader van belang de uitkomsten van het onderzoek te vergelijken met uitkomsten van meetinstrumenten waarvan men zeker weet dat ze valide zijn. Wanneer men bijvoorbeeld weet dat een inclinometer valide metingen geeft van bewegingsuitslagen, dan kan bij het testen van een ander meetinstrument (bijvoorbeeld een meting met een meetlint) een voorspelling gedaan worden over de te verwachten uitkomst. Hoe beter de voorspelling klopt, des te sterker is de begripsvaliditeit van het meetinstrument (16). Wat betreft validiteit in het kader van objectief meten is het belangrijk op te merken dat meetmethoden voor mobiliteit goed gebruikt kunnen worden bij problematiek van arthrokinematische aard. Zodra andere factoren (bijvoorbeeld psychosomatische) van grote invloed zijn op de klacht, zal men mogelijk willen kiezen voor andere meetmethoden, om verandering in de tijd sinds fysiotherapeutische interventie te meten. Anders zal niet alleen de begripsvaliditeit dan laag zijn,

3 maar ook de inhoudsvaliditeit. Tevens is betrouwbaarheid, zoals reeds genoemd, van belang. Ook hierin zijn verschillende vormen te onderscheiden. Binnen het objectief meten dient allereerst de test-hertest betrouwbaarheid hoog te zijn. Dit houdt in dat indien een instrument een variabele test en hertest onder gelijke omstandigheden, dat de waarden die uit de test en alle hertesten komen gelijk zijn of bijna gelijk. Om de test-hertest betrouwbaarheid te vergroten moet omtrent het gebruik van instrumenten vaste afspraken worden gemaakt. Deze afspraken maken van het instrument een methode. Men kan verder onderscheid maken tussen interbeoordelaars-betrouwbaarheid en intrabeoordelaarsbetrouwbaarheid. Onder interbeoordelaars-betrouwbaarheid wordt verstaan het laten testen van dezelfde variabele met dezelfde methode onder gelijke omstandigheden uitgevoerd door verschillende onderzoekers. Wanneer de resultaten dezelfde uitkomsten laten zien is de interbeoordelaars-betrouwbaarheid hoog. Er is sprake van overeenstemming in het meten tussen verschillende onderzoekers. Een hoge intrabeoordelaars-betrouwbaarheid wil zeggen dat de test en hertest van dezelfde variabele met dezelfde methode onder gelijke omstandigheden uitgevoerd door dezelfde onderzoeker dezelfde uitkomsten laat zien. Binnen het dagelijks handelen van de fysiotherapeut zal veelal een grotere waarde moeten worden gehecht aan de intrabeoordelaars-betrouwbaarheid. Dit omdat de fysiotherapeut veelal de enige behandelaar/onderzoeker is. Zijn er meerdere behandelaars/onderzoekers die hun metingen van dezelfde variabele willen vergelijken, dient ook de interbeoordelaars-betrouwbaarheid hoog te zijn. Het belang van objectief meten Men zou kunnen zeggen dat het objectief meten thuis hoort in het wetenschappelijk onderzoek en niet in het dagelijks handelen van de fysiotherapeut. Het is echter zo dat men in staat is de voor- of achteruitgang op arthrokinemtaisch niveau te objectiveren. Meet men, in geval van arthrokinematische problematiek, op beperkingsniveau (bijvoorbeeld d.m.v. functionele testen), dan is er voor de patiënt veel ruimte voor compensatie. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van objectieve meetmethoden, blijven beoordelingen niet hangen in de termen als het voelt wel beter en ik kan het betreffende gewricht weer meer gebruiken. Dat laatste gaat duidelijk in de richting van meten aan de hand van functionaliteit. Men meet hier echter niet noodzakelijk de verbetering van bewegingsuitslag van het gewricht, maar zeer goed mogelijk de manier waarop de patiënt heeft leren omgaan met zijn klacht(en). Hoe valt mobiliteit te meten? Er zijn verschillende manieren om de grootte van de positie- en/of oriëntatieverandering van het ene (lichaams)punt ten opzichte van het andere (lichaams)punt te meten. Deze methoden kunnen grofweg worden ingedeeld in de volgende categorieën: * Het meten van de verlenging van de afstand tussen twee gemarkeerde punten: de huiddistractietechniek; * Het meten van een verplaatsing van een botpunt ten opzichte van een ander botpunt; * Het meten van een hoekstandverandering van twee botstukken op elkaar; * Het meten van een hoekstandverandering van botstukken ten opzichte van de loodlijn (3). Visuele estimatie Visuele estimatie (schatten) is de door fysiotherapeuten, werkzaam in de eerstelijns praktijk, meest gebruikte vorm van meten (3,9,17). Bij deze manier van meten wordt de bewegingsuitslag door de onderzoeker geschat. De waarde van deze schatting kan op verschillende manieren worden uitgedrukt, namelijk in graden of in termen van verminderd, normaal en vergroot (3). In de literatuur wordt beschreven dat visuele estimatie een lage validiteit en een lage betrouwbaarheid heeft. Verder wordt vermeld dat het schatten van bewegingsuitslagen door een ervaren fysiotherapeut betrouwbaarder is dan het schatten van een beginnend fysiotherapeut (3,9,17). Dit houdt in dat nagenoeg ieder beginnend fysiotherapeut niet zuiver schat, maar dat dit met de jaren beter wordt. Om het schatten met een lage betrouwbaarheid te voorkomen zou men het leren schatten op kunnen nemen in een module binnen de opleidingen fysiotherapie. Lea et al. zijn van mening dat men met schatten een eind kan komen, maar dat indien nauwkeurigheid gewenst is, andere methoden de voorkeur genieten (9). Dit lijkt logisch, omdat men er van uit kan gaan dat iedere fysiotherapeut het verschil kan meten, middels visuele estimatie, tussen een bewegingsbeperking van 80 en (na x behandelingen) een bewegingsbeperking van 10. Of er aanvankelijk sprake was van een beperking van 76 of van 84 is dan veelal van ondergeschikt belang. Bij bewegingsbeperkingen van kleinere aard is dit wel van groot belang en dient men meer valide en betrouw-

4 bare methoden te gebruiken. Niet-visuele estimatie De goniometer is een meetinstrument dat gebruikt kan worden om bewegingsuitslagen te meten ten opzichte van een nulstand. Dit instrument wordt gebruikt voor zogenaamde angulaire metingen zoals: * flexie-extensie * lateroflexie * rotatie Een veel beschreven en redelijk veel gebruikte goniometer is de tweebenige goniometer (=standaard goniometer, gradenboog). Dit is een universeel instrument voor het meten van bewegingsuitslagen. Aan de goniometer wordt een vast en een beweegbaar deel onderscheiden (3). Onder de goniometer valt verder de inclinometer. De inclinometer meet de bewegingsuitslag in graden (met een aanwijsnaald op een schaalverdeling) ten opzichte van de nulpositie, gebruikmakend van de zwaartekracht. Er zijn verschillende soorten inclinometers: * Loodlijngoniometer (flexie-extensie) of kompasgoniometer (rotaties). * Vloeistofgoniometer. Hierbij wordt de schaal aangegeven met een vloeistofniveau, zijnde; olie, water of alcohol. Verder bestaat er de mogelijkheid om gebruik te maken van twee inclinometers binnen één meting; de dubbele inclinometer methode. Hierbij wordt één inclinometer geplaatst op het te bewegen lichaamsdeel. De andere inclinometer plaatst men op het lichaamsdeel ten opzichte waarvan bewogen wordt. Deze methode is bijvoorbeeld te gebruiken bij het meten van de lumbale wervelkolom in flexierichting. Men plaatst de eerste inclinometer op de thoraco-lumbale overgang en de tweede op het sacrum. Vervolgens laat men de patiënt maximaal flecteren. De waarden van beide inclinometers worden afgelezen. Het verschil tussen deze twee waarden geeft de mobiliteit van de lumbale wervelkolom weer (3). In de literatuur wordt het gebruik van de goniometer over het algemeen beschreven als zijnde een methode met een intrabeoordelaars-betrouwbaarheid die varieert van redelijk/acceptabel tot goed, mits er goede afspraken zijn gemaakt omtrent het gebruik ervan (1,5,6,10,15,17,18). Het apparaat wordt beschreven als een valide meetinstrument, mits de onderzoeker enigzins getraind is in het gebruik. Een nadeel in het gebruik van de tweebenige goniometer is dat er, bij plaatsing van het instrument, gepalpeerd dient te worden. Dit is belangrijk, omdat het rotatiecentrum bepaald moet worden. Het apparaat houdt geen rekening met het verplaatsen van het rotatiecentrum gedurende een beweging (4,7,14). Dit probleem speelt niet bij de inclinometer, omdat deze niet op het rotatiecentrum geplaatst hoeft te worden. Een ander nadeel is, dat het gebruik van de tweebenige goniometer voornamelijk geschikt is bij het bepalen van actieve bewegingsuitslagen. Bij het gebruik van de standaardgoniometer zijn namelijk veelal twee handen nodig. Wil men een gewricht passief bewegen, dan komt men een hand te kort (8,15). Tenslotte is een nadeel dat de plaatsing van de benen van de tweebenige goniometer geschat moet worden, aan de hand van referentiepunten op het lichaam. Door dit schatten neemt de betrouwbaarheid van de methode af (9). Evenals de visuele estimatie is de standaard goniometer voornamelijk geschikt voor het meten van grote verschillen in mobiliteit. Daar bovengenoemde bezwaren van de standaardgoniometer geen betrekking hebben op de inclinometer, is dit instrument wel geschikt voor het meten van mobiliteit. Naast metingen met behulp van de goniometer kunnen er ook niet-visuele estimaties worden gedaan met behulp van een meetlint. Voorbeelden van metingen met behulp van een meetlint Een manier om mobiliteit van de lumbale wervelkolom te meten is de Fingertip-to-floor-test. Deze test wordt als volgt uitgevoerd; zonder schoenen, hielen op de grond, voeten op schouderbreedte en de knieën gestrekt. Vervolgens moet maximaal voorover gebogen worden, waarbij de vingers gestrekt naar de grond wijzen. Deze stand moet worden vastgehouden. De afstand tussen het topje van de middelvinger en de grond wordt nu opgemeten. De test komt in de literatuur als niet betrouwbaar en niet valide naar voren (5,13). Dit als gevolg van het feit dat deze meting de afstand meet die de handen af kunnen leggen wanneer men met gestrekte benen de romp flecteert. Factoren die deze test beïnvloeden zijn onder andere de lengte van de hamstrings, de mobiliteit van de lumbale wervelkolom, de thoracale wervelkolom, de schouders, en de ellebogen. Wil men de mobiliteit van de lumbale wervelkolom weten, dan dient men de hoekstandverandering te meten tussen L1 en S1. Een voorbeeld van een andere meting is de afstand kin-sternum, kin-acromion en oor-acromion. Deze meting heeft tot doel de mobiliteit van de cervicale wervelkolom in kaart te brengen. Men meet deze af-

5 standen in de beginpositie en in de eindstand van de te meten beweging (bijvoorbeeld flexie). Het verschil tussen deze waarden geeft de mobiliteit van de CWK in deze richting weer. De intrabeoordelaarsbetrouwbaarheid en de validiteit van deze methode wordt als goed beschreven. Volgens de auteurs heeft deze methode in vergelijking met visuele estimatie meer waarde (3). De laatste meting die in dit artikel naar voren komt is de gemodificeerde Schöber en Moll test. Bij deze test wordt gebruik gemaakt van huidverschuiving voor het meten van flexie en lateroflexie van de lumbale wervelkolom. Om goed te kunnen meten worden zogenaamde skinmarks met een oogpotlood op de huid aangegeven. De plaats van deze skinmarks verschilt per auteur. De mogelijkheden voor het plaatsen van de skinmarks zijn: * tien centimeter boven S1 en vijf centimeter onder S1; * tien centimeter boven S1 en drie centimeter onder S1; * tien centimeter boven S1 en op de basis van het sacrum. Men weet nu de afstand tussen de skinmarks in de beginpositie. Wanneer men de patiënt maximaal laat flecteren meet men deze afstand opnieuw. Zodoende wordt de huidverschuiving gemeten. De verkregen waarde bepaalt de mate waarin de lumbale wervelkolom kan flecteren (17). Voor de lateroflexie wordt gebruik gemaakt van skinmarks op de crista iliaca en twintig centimeter daar recht boven. De betrouwbaarheid van deze methode wisselt per auteur van goed tot redelijk/acceptabel. De validiteit wordt niet beschreven (5,13,17). Naast bovengenoemde goniometers en een meetlint zijn er nog meer middelen om mobiliteit te meten. Het betreft instrumenten die te gebruiken zijn voor, bijvoorbeeld, wetenschappelijk onderzoek. Deze zijn vaak niet praktisch voor het gebruik in de praktijk, dan wel duur in de aanschaf. Hierbij valt te denken aan elektronische goniometers die een zeer nauwkeurige bewegingsuitslag kunnen meten. Discussie Het valt op dat alle valide en betrouwbare meetinstrumenten geschikt zijn voor het meten van een beperkt aantal gewrichten, danwel bewegingsrichtingen. Dit komt de praktische gebruiksvriendelijkheid van het instrument niet ten goede. De onderzoeker moet op de hoogte zijn van diverse meetmethoden, wil hij mobiliteit op een valide en betrouwbare manier meten binnen het dagelijks handelen in de praktijk. Verder blijken mobiliteitsmetingen van hetzelfde gewricht, maar uitgevoerd met verschillende soorten meetinstrumenten, niet met elkaar te vergelijken zijn. Dit maakt het onmogelijk om verandering in mobiliteit bij één patiënt, met verschillende instrumenten te meten (6). Conclusie Uit de literatuur bleek dat de inclinometer (een soort goniometer), van de in dit artikel beschreven methoden, de meest betrouwbare en valide methode is om mobiliteit te meten. De gemodificeerde Schöber en Moll test heeft, binnen de grenzen van zijn mogelijkheden (valide voor twee bewegingsrichtingen), ook een goede betrouwbaarheid. Aan het gebruik van de standaardgoniometer zitten een aantal haken en ogen. Zo dient de onderzoeker getraind te zijn in het gebruik, wil de methode betrouwbaar zijn. Ook al is de onderzoeker getraind, het feit blijft dat het instrument gebruik maakt van een vast rotatiecentrum. Het rotatiecentrum van een gewricht verplaatst echter tijdens een beweging. Tenslotte is de standaardgoniometer voor het passief onderzoek niet geschikt, terwijl men juist hierbij de mobiliteit kan meten. Mobiliteit meten is voor de fysiotherapeut een goede methode, mits hij geen kleine mobiliteitsveranderingen wil meten. In het laatste geval moet er gekozen worden voor een andere methode. Om de betrouwbaarheid te vergroten zou het leren schatten van bewegingsuitslagen opgenomen moeten worden in het onderwijsprogramma van de opleidingen fysiotherapie. De meting afstand kin-sternum, kin-acromion en oor-acromion is betrouwbaarder dan de visuele estimatie, maar ook veel omslachtiger. De Fingertip-to-floor-test is niet valide en zo onbetrouwbaar, dat deze niet geschikt is om mobiliteit te meten. Dankbetuiging Ik wil graag mevr. J.C. Boiten bedanken voor het geven van kundige adviezen ten aanzien van het schrijven van dit artikel. Zij was een enthousiast persoon op de achtergrond, die op de juiste momenten de juiste adviezen gaf.

6 LITERATUUR 1. Aufdemkampe, G., Meijer, O.G. Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie, 1989; 99: Buning, J., Rothfusz, P., Schipperijn, M., Vriesman, V. afstudeerproject Hogeschool Leiden HGZO, december Deneyer, C., Oostendorp, R.A.B., Roy, P. van Nederlands Tijdschrift voor manuele therapie, 1995: 14: Dopf, C.A., Mandel, S.S., Geiger, D.F., Mayer, P.J. Spine, 1994: 19: Gill, K., Krag, M.H., Johnson, G.B., Haugh, L.D., Pope, M.H. Spine, 1988; 13: Goodwin, J., Clark, C., Deakes, J., Burdon, D., Lawrence, C. Disability and rehabilitation, 1992; 14: Ignatio, W., Zonneveld, M. Haags tijdschrift voor fysiotherapie, 1986: La Stayo, P.C., Wheeler, D.L. Physical Therapy, 1994; 74: Lea, R.D., Gerhardt, J. The journal of bone and joint surgery, 1995; 77-A: Mayer, T., Brady, S., Bovasso, E., Pope, P., Gatchel, R.J. Spine, 1993; 18: Mellin, G., Spine, 1986; 11: Mellin, G., Olenius, P., Setälä, H. Physiotherapy, 1994; 80: Merrit, J.L., McLean, T.J., Erickson, R.P., Offord, K.P. Mayo Clin Proc, 1986; 61: Saur, P.M.M. MD, Ensink, F.B.M. MD, Frese K. MD, Seeger, D. PT, Hildebrandt, J. MD Spine, 1996; 21: Sell, K.E., Verity, T.M., Worrel, T.W., Pease, B.J., Wigglesworth, J. Journal Orthopaedic of Sports and Physiotherapy, 1994; 19: Tavecchio, L.W.C., Hoogeweij, J. Wolters-Noordhoff BV Groningen, Voorneveld, F.W., Elvers J.W.H., Oostendorp R.A.B., Wagemakers, H.P.A. Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie, 1995; 14: Youdas, J.W., Bogard, C.L., Suman, V.J. Archives Physical Medical Rehabilitation, 1993; 74: Jelle Buning is als fysiotherapeut afgestudeerd aan de (toen nog) Leidse Hogeschool. Hij is als docent aan de Hogeschool Leiden werkzaam geweest en werkt nu als fysiotherapeut in verpleeghuis van Wijckerslooth te Oegstgeest en in gezondheidscentrum Stevenshof te Leiden.

Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 orspronkelijke paginanummers: 269-277 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp ) Auteur(s): P. van der Meer, H. van Holstein Titel: Meten van de heupadductie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 206-216 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp. 315 322)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp. 315 322) Auteur(s): Titel: A. Lagerberg De beperkte schouder. Functie-analyse van het art. humeri met behulp van een röntgenfoto Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 315-322 Deze

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,17e jrg 1999, no.6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,17e jrg 1999, no.6 (pp ) Auteur(s): F.B. van de Beld Titel: Het meten van de bekkenrotatie tijdens het gaan op een tapis roulant Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 291-297 Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

Jacqueline Outermans Martin Keesenberg Hans Timmerman

Jacqueline Outermans Martin Keesenberg Hans Timmerman Jacqueline Outermans Martin Keesenberg Hans Timmerman Fysiotherapeut, Fysiotherapeut Sport-Fysiotherapeut Particuliere praktijk te Bad Berleburg (D) Fysiotherapie praktijk Zwanenzijde, Leiden Cred.McKenzietherapeut

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: De excentrische crank Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-89 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15

Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15 Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): R. Driessen Titel: Objektief onderzoek: Utopie? Jaargang: 5 Jaartal: 1987 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): R. Driessen Titel: Objektief onderzoek: Utopie? Jaargang: 5 Jaartal: 1987 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): R. Driessen Titel: Objektief onderzoek: Utopie? Jaargang: 5 Jaartal: 1987 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 124-130 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift voor

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 15e jrg 1997, no. 3 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 15e jrg 1997, no. 3 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: De validiteit van de m. rectus femoris lengtetest Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 146-157 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Auteur(s): R. Oostendorp Titel: Commentaar op: de gang van Duchenne Jaargang: 5 Jaartal: 1987 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): R. Oostendorp Titel: Commentaar op: de gang van Duchenne Jaargang: 5 Jaartal: 1987 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): R. Oostendorp Titel: Commentaar op: de gang van Duchenne Jaargang: 5 Jaartal: 1987 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 218-229 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift

Nadere informatie

ERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding

ERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding De Erasmus MC Modificatie van de (revised) Nottingham Sensory Assessment (EmNSA) 1 is een meetinstrument om bij patiënten met intracraniële aandoeningen de tastzin, de scherp-dof discriminatie en de propriocepsis

Nadere informatie

Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009

Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009 Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

de definitie van manuele therapie volgens de NVMT onder de loep; individueel bewegingspatroon evidence based?

de definitie van manuele therapie volgens de NVMT onder de loep; individueel bewegingspatroon evidence based? de definitie van manuele therapie volgens de NVMT onder de loep; individueel bewegingspatroon evidence based? H. van Wylick MSc O.C.M.W. van der Zanden MSc Prof. Dr. W. Duquet Prof. Dr. R.A.B. Oostendorp

Nadere informatie

Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 299-307 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Onderste extremiteiten Boveste extremiteiten

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Onderste extremiteiten Boveste extremiteiten 1 Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Neutrale-0-methode (NNM) 27 januari 2012 Review: Sandra Joeris Invoer: Eveline van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op de

Nadere informatie

Patient gegevens. Patiënt gegevens. Bakker, Sanne Adres: Spaarne 153

Patient gegevens. Patiënt gegevens. Bakker, Sanne Adres: Spaarne 153 Patient gegevens Patiënt gegevens Naam: Bakker, Sanne Adres: Spaarne 153 Postcode: 2011CG Haarlem Geboortedatum: 5-6-1996 Leeftijd: 20 Geslacht: V Telefoon: 0616287075 Telefoon mobiel: Telefoon werk: Email:

Nadere informatie

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met LAGE RUGPIJN.

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met LAGE RUGPIJN. FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met LAGE RUGPIJN. RugNetwerk Twente Januari 2016, blok 5, Gerard Koel. Klachten (LRP) Disfuncties / stoornissen Beperkte activiteiten - WAT ZIJN DE RELATIES?

Nadere informatie

aantal dagen inname < 1dag/week 1-3 dagen/week..mg 3-5 dagen/week 5 dagen/week dagelijks

aantal dagen inname < 1dag/week 1-3 dagen/week..mg 3-5 dagen/week 5 dagen/week dagelijks Bijlage 6 1/5 Invulformulier AS coach opvolging Patiënt: Code: Geboortedatum: Adres: Controlemoment: 3 maanden 6 maanden 9 maanden 12 maanden 15 maanden 18 maanden 21 maanden 24 maanden (afsluiten) Lengte:

Nadere informatie

Mobiliserende oefeningen voor thuis

Mobiliserende oefeningen voor thuis Mobiliserende oefeningen voor thuis Oefeningen om het lichaam zo soepel mogelijk te houden Oefeningen Cervicale wervelkolom HCWK 1) Extensie: Ga rechtop zitten op een stoel en plaats de middelvingers van

Nadere informatie

Bijlage 2 Meetinstrumenten

Bijlage 2 Meetinstrumenten Bijlage 2 Meetinstrumenten Bijlage 2.1 Functiescore De Bie et al. De Bie et al. (1997) gebruikten de functiescore als prognostisch instrument om lichte van ernstige letsels te onderscheiden. De functiescore

Nadere informatie

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 203-217 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 23 e jrg 2005, no. 2 (pp. 103 119)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 23 e jrg 2005, no. 2 (pp. 103 119) Auteur(s): A.Lagerberg Titel: Mobiliteitsmetingen met behulp van digitale fotografie. Jaargang: 23 Jaartal: 2005 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 103-119 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Auteur(s): J. Vuurmans Titel: Hoe stijf is een stijve rug? Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 5-15

Auteur(s): J. Vuurmans Titel: Hoe stijf is een stijve rug? Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 5-15 Auteur(s): J. Vuurmans Titel: Hoe stijf is een stijve rug? Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 5-15 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Objectieve functioneringsmeetlat: Hoeveel beter word ik van de zorg in het ziekenhuis?

Objectieve functioneringsmeetlat: Hoeveel beter word ik van de zorg in het ziekenhuis? Objectieve functioneringsmeetlat: Hoeveel beter word ik van de zorg in het ziekenhuis? MEDISCHE AFDELING H Ziekte of ziek zijn kun je op allerlei manieren definiëren. Maar waar het een patiënt uiteindelijk

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16 e jrg 1998, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16 e jrg 1998, no. 2 (pp ) Auteur(s): Frank van de Beld Titel: De frozen hip Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 97-103 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

HANDLEIDING DE HOOGSTRAAT MOTRICITY INDEX

HANDLEIDING DE HOOGSTRAAT MOTRICITY INDEX HANDLEIDING DE HOOGSTRAAT SAMENGESTELD DOOR: K de Jong, T Sanderink, I Heesbeen MOTRICITY INDEX DOEL TEST: GERELATEERDE ITEMS BEHANDELPROGRAMMA: Het meten (in procenten) van de mate van hemiplegie, gesplitst

Nadere informatie

Lichamelijk onderzoek

Lichamelijk onderzoek Hoofdstuk 3 Lichamelijk onderzoek Het lichamelijk onderzoek omvat de volgende onderdelen: -- inspectie in rust -- passief en actief uitgevoerd onderzoek naar de beweeglijkheid van de cervicale wervelkolom,

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Rafys Digitale Goniometer

Gebruiksaanwijzing Rafys Digitale Goniometer Gebruiksaanwijzing Rafys Digitale Goniometer ABS/zero knop. Meten in de ABS stand, ABS staat voor absoluut Je kunt meten in de ABS stand dat is de stand waarbij ABS rechtsboven in beeld staat (pijl). Je

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 2 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg, F. Krijgsman, C. Riezebos Titel: Lengtespanningstesten van polyarticulaire spieren Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 92-108 Deze online uitgave

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting Samenvatting SAMENVATTING PSYCHOMETRISCHE EIGENSCHAPPEN VAN ADL- EN WERK- GERELATEERDE MEETINSTRUMENTEN VOOR HET METEN VAN BEPERKINGEN BIJ PATIËNTEN MET CHRONISCHE LAGE RUGPIJN. Chronische lage rugpijn

Nadere informatie

samenvatting 127 Samenvatting

samenvatting 127 Samenvatting 127 Samenvatting 128 129 De ziekte van Bechterew, in het Latijn: Spondylitis Ankylopoëtica (SA), is een chronische, inflammatoire reumatische aandoening die zich vooral manifesteert in de onderrug en wervelkolom.

Nadere informatie

Quintic Biomechanics onderzoek

Quintic Biomechanics onderzoek Quintic Biomechanics onderzoek Voorbenen Paslengte De paslengte is de afstand die wordt gemeten van het laatste punt van contact van de hoef met de grond tot het eerste punt van contact van de hoef met

Nadere informatie

Kwaliteitseisen. 4.1 Praktijk Reflectie Kwaliteitseisen voor toetsing Portfolio 30

Kwaliteitseisen. 4.1 Praktijk Reflectie Kwaliteitseisen voor toetsing Portfolio 30 25 Kwaliteitseisen Samenvatting In dit hoofdstuk worden de kwaliteitseisen aan een toets besproken. Een toets moet valide, betrouwbaar, bruikbaar en transparant zijn..1 Praktijk 26.2 Reflectie 26.3 Kwaliteitseisen

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no.6 (pp. 313-321)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no.6 (pp. 313-321) Auteur(s): F. Roelants, P. van Kempen Titel: Rugspieractiviteit tijdens het schaatsen Jaargang: 21 Jaartal: 2003 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 313-321 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Oefeningen voor patiënten met reumatoïde artritis

Oefeningen voor patiënten met reumatoïde artritis Het is belangrijk om de oefeningen die u in het ziekenhuis hebt gedaan thuis dagelijks voort te zetten. Dit om de gewrichten en spieren in een goede conditie te houden. Probeer op een vast tijdstip te

Nadere informatie

I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S

I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S Beweging is relatief. Beweging is een positieverandering van "iets" ten opzichte van "iets anders". Voor "iets" kan van alles worden ingevuld: een punt, een

Nadere informatie

Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma

Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma Hans Allaart Fysiotherapeut Sport Fysiotherapeut Orthopedische Manueel Th. Dryneedling Hans Allaart Fysiotherapeut Sport Fysiotherapeut Orthopedische Manueel Th. Dryneedling Fysiotherapie na acceleratie

Nadere informatie

Verdiepingsmodule. Vaardigheid schouderonderzoek. Schoudersklachten: Vaardigheid schouderonderzoek. 1. Toelichting. 2. Doel, doelgroep en tijdsduur

Verdiepingsmodule. Vaardigheid schouderonderzoek. Schoudersklachten: Vaardigheid schouderonderzoek. 1. Toelichting. 2. Doel, doelgroep en tijdsduur Schoudersklachten: 1. Toelichting Deze verdiepingsmodule is gebaseerd op de NHG Standaard van oktober 2008 (tweede herziening). De anatomie van de schouder is globaal wel bekend bij de huisarts. Veelal

Nadere informatie

Factsheet Manuele therapie en therapeutische mogelijkheden bij zuigelingen (0-1 jaar)

Factsheet Manuele therapie en therapeutische mogelijkheden bij zuigelingen (0-1 jaar) 1/4 Manuele therapie en therapeutische mogelijkheden bij zuigelingen (0-1 jaar) Auteurs F. Driehuis, MSc, FT Prof. dr. M.W.G. Nijhuis - van der Sanden, KFT E. R. I. C. Saedt, MT B. H. van der Woude, MT

Nadere informatie

Substantial Clinical Important Benefit van de CMS en SST!! Toepassing van schoudervragenlijsten bij patiënten van het Schoudernetwerk Twente

Substantial Clinical Important Benefit van de CMS en SST!! Toepassing van schoudervragenlijsten bij patiënten van het Schoudernetwerk Twente Substantial Clinical Important Benefit van de CMS en SST!! Toepassing van schoudervragenlijsten bij patiënten van het Schoudernetwerk Twente Donald van der Burg Onderzoek naar responsiviteit van de CMS/SST

Nadere informatie

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL HEMI-/TOTALE SCHOUDERPROTHESE (TSP)

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL HEMI-/TOTALE SCHOUDERPROTHESE (TSP) VERSIE JANUARI 2017 POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL HEMI-/TOTALE SCHOUDERPROTHESE (TSP) 1. Doel Het op eenduidige wijze uitvoering geven aan de postklinische fysiotherapeutische behandeling

Nadere informatie

Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie,1e jrg 1983, no. 2 (pp )

Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie,1e jrg 1983, no. 2 (pp ) Auteur(s): K. Vente Titel: De keuze van de pulsduur bij langdurig toegepaste elektrostimulatie. Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 47-53 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen

Nadere informatie

Rol van Fysiotherapie:

Rol van Fysiotherapie: Wat is een scoliose? Een scoliose is een driedimensionale zijdelingse verkromming van de wervelkolom. De wervelkolom bestaat uit 33 (en soms 34) botstukken die lopen van de nek tot het staartbeen. Een

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 147-155 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus, Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 4 (pp )

Versus, Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 4 (pp ) Auteur(s): C. Riezebos, F. Krijgsman, A. Lagerberg Titel: De effektiviteit van borst- en buikademhaling Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 202-215 Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

Project Kwantitatief onderzoek Module 12 HDT H830-11

Project Kwantitatief onderzoek Module 12 HDT H830-11 Project Kwantitatief onderzoek Module 12 HDT H830-11 Onderzoeksplan Bernice Havermans 10016112 b.l.havermans@gmail.com Esmee Kramer 10012478 esmeeschiedam@hotmail.com Birgit Nieuwenburg 09035168 birgit-nieuwenburg@hotmail.com

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg. 2002, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg. 2002, no. 4 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: Omdraaien (1) Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 219-232 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Naam patiënt:... Datum: BERG BALANCE SCHAAL (BBS)

Naam patiënt:... Datum: BERG BALANCE SCHAAL (BBS) BERG BALANCE SCHAAL (BBS) Het benodigde materiaal voor de test - Een stopwatch - Een liniaal of meetlint van minimaal 25 cm - 2 stoelen (één met en één zonder armleuning), zithoogte +/- 45 cm - Een krukje

Nadere informatie

PIMEX Fysieke belasting

PIMEX Fysieke belasting PIMEX Fysieke belasting NVvA Symposium, 21 maart 07 Sessie 1H: Aanpak fysieke belasting Giel Beijer, arbeidshygiënist, ArboUnie Oss Janneke Mikkers Jolanda Willems Petra Beurskens 1 PICTURE MIX EXPOSURE

Nadere informatie

Actief in beweging tijdens uw ziekenhuisopname

Actief in beweging tijdens uw ziekenhuisopname Actief in beweging tijdens uw ziekenhuisopname Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Liggende oefeningen 2 Oefening 1 2 Oefening 2 2 Oefening 3 3 Oefening 4 3 Oefening 5 4 Oefening 6

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Het is een uitdaging om ouderen te identificeren die baat kunnen hebben bij een interventie gericht op de preventie van beperkingen in het dagelijks leven op het moment dat dergelijke

Nadere informatie

Henny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei 2008. Opgesteld door: Henny Leentvaar

Henny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei 2008. Opgesteld door: Henny Leentvaar Henny Leentvaar (Sport)Massage Functie testen Datum: 14 mei 2008 Opgesteld door: Henny Leentvaar Functie testen Voordat kan worden overgegaan tot tapen of bandageren van een aangedane spier en/of gewricht

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Scoliose: een instabiele wervelkolom Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Faber Titel: Scoliose: een instabiele wervelkolom Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Faber Titel: Scoliose: een instabiele wervelkolom Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 251-260 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Algemeen, overig, ongespecificeerd

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Algemeen, overig, ongespecificeerd Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Beightonscore voor hypermobiliteit Augustus 2011 Review: Thijs van Meulenbroek Invoer: Eveline van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking

Nadere informatie

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Iliumkanteling tijdens het gaan Jaargang: 2001 Jaartal: 19 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Iliumkanteling tijdens het gaan Jaargang: 2001 Jaartal: 19 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Iliumkanteling tijdens het gaan Jaargang: 2001 Jaartal: 19 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 149-160 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Instructie. Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H Scoring. Testvolgorde en instructies

Instructie. Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H Scoring. Testvolgorde en instructies Instructie Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H. 1985 3 Scoring De therapeut scoort ieder motorische vaardigheid op een schaal van o tot 6. De test moet in een rustige ruimte worden uitgevoerd. De patiënt

Nadere informatie

Externe opdrachtgever Heliomare te Wijk aan zee: De heer R. Kan. Interne opdrachtgever: De heer J. Simons. Gemaakt door: Niek van Klingeren Teun Berg

Externe opdrachtgever Heliomare te Wijk aan zee: De heer R. Kan. Interne opdrachtgever: De heer J. Simons. Gemaakt door: Niek van Klingeren Teun Berg Externe opdrachtgever Heliomare te Wijk aan zee: De heer R. Kan Interne opdrachtgever: De heer J. Simons Gemaakt door: Niek van Klingeren Teun Berg Inleiding Wij hebben de opdracht een protocol te maken

Nadere informatie

Nekklachten, Nieuwe Wegen, Eerst ZelfZorg dan Therapie. Nekklachten. Humane Ergonomie. Een Behavioral Approach Fysiek. Preventie is de Essentie

Nekklachten, Nieuwe Wegen, Eerst ZelfZorg dan Therapie. Nekklachten. Humane Ergonomie. Een Behavioral Approach Fysiek. Preventie is de Essentie Nekklachten Humane Ergonomie Een Behavioral Approach Fysiek Preventie is de Essentie Preventie van overbelasting Actief Preventie van pijnlijke belastingen Passief Preventie van recidief & verergering

Nadere informatie

Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 238-256 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Wat te meten bij lage rugpijn

Wat te meten bij lage rugpijn Wat te meten bij lage rugpijn Drs. François Maissan Drs. Edwin de Raaij Fysiotherapeuten Manueel therapeuten Gezondheidswetenschappers Doel Wat te meten bij lage rugpijn? 1 Master Orthopedische manuele

Nadere informatie

Camus, A., Mourey, F., d'athis, P., Blanchon, A., Martin-Hunyadi, C., De Rekeneire, N., Mischis-Troussard, C., and Pfitzemeyer, P. (2002).

Camus, A., Mourey, F., d'athis, P., Blanchon, A., Martin-Hunyadi, C., De Rekeneire, N., Mischis-Troussard, C., and Pfitzemeyer, P. (2002). Mini Motor Test (MMT) Camus, A., Mourey, F., d'athis, P., Blanchon, A., Martin-Hunyadi, C., De Rekeneire, N., Mischis-Troussard, C., and Pfitzemeyer, P. (2002). Meetinstrument Afkorting Auteurs Onderwerp

Nadere informatie

Inhoud. Deel I De theorie

Inhoud. Deel I De theorie IX Deel I De theorie 1 Mindfulness en fysiotherapie.... 3 1.1 Definitie van mindfulness.... 4 1.2 Uitgangspunten.... 8 1.3 Variaties binnen een fysiotherapeutische setting.... 9 1.4 Mindfulness meten....11

Nadere informatie

Auteur(s): H. Oonk Titel: De rollator Jaargang: 26 Jaartal: 2008 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Oonk Titel: De rollator Jaargang: 26 Jaartal: 2008 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Oonk Titel: De rollator Jaargang: 26 Jaartal: 2008 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 98-105 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor (para-)

Nadere informatie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Tetraplegie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Tetraplegie Het doorbewegen bij een dwarslaesie Tetraplegie Inhoud Inleiding 3 Algemene opmerkingen 3 Zelfstandig doorbewegen 4 Doorbewegen door een hulppersoon 9 De Sint Maartenskliniek 24 Colofon 24 Inleiding In

Nadere informatie

Conclusies Orthopedie

Conclusies Orthopedie Conclusies Orthopedie Grote interdokter variatie, bij vrijwel gelijke incidentie GC Marne is bovengemiddeld duur voor Z&Z : 8% duurder Hoge kosten orthopedie wordt veroorzaakt door: 34% meer verwijzingen

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. + (verkorte versie) Sociale Steun Lijst- Interactie 12 (SSL-12)

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. + (verkorte versie) Sociale Steun Lijst- Interactie 12 (SSL-12) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Sociale Steun Lijst - interactie en Sociale Steun Lijst - discrepanties + (verkorte versie) Sociale Steun Lijst- Interactie 12 (SSL-12) 26 november 2009 Review:

Nadere informatie

1. Lichaamslengte. Doel: Beschrijving van de test: Uitleg voor de sporter: Aandachtspunten testleider: Scorebepaling: Notatie: ***,* Materiaal:

1. Lichaamslengte. Doel: Beschrijving van de test: Uitleg voor de sporter: Aandachtspunten testleider: Scorebepaling: Notatie: ***,* Materiaal: 1. Lichaamslengte Lichaamslengte De sporter staat blootsvoets met de beide voeten samen tegen de verticale meetwand van de stadiometer. Hielen, kuiten, zitvlak en schouderbladen dienen de verticale meetwand

Nadere informatie

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIE PROTOCOL NA ARTHROSCOPISCH HECHTEN SLAP-LAESIE SCHOUDER

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIE PROTOCOL NA ARTHROSCOPISCH HECHTEN SLAP-LAESIE SCHOUDER Versie 2017 POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIE PROTOCOL NA ARTHROSCOPISCH HECHTEN SLAP-LAESIE SCHOUDER 1. Doel Het op eenduidige wijze uitvoering geven aan de postklinische fysiotherapeutische

Nadere informatie

KNGF-richtlijn Beroerte

KNGF-richtlijn Beroerte Bijlage 2.3 Berg Balance Scale De Berg Balance Scale (BBS) evalueert het evenwicht en bestaat uit 14 test-items. 5 De items worden gescoord op een 5-punts ordinale schaal (0-4 punten). In totaal zijn 56

Nadere informatie

23-1-2014. Classificeren en meten. Overzicht van de officiële definities van de meter sinds 1795. Raymond Ostelo, PhD. Klinimetrie

23-1-2014. Classificeren en meten. Overzicht van de officiële definities van de meter sinds 1795. Raymond Ostelo, PhD. Klinimetrie Raymond Ostelo, PhD Professor of Evidence-Based Physiotherapy Dept. Health Sciences EMGO+ Institute for Health and Care Research VU University Amsterdam, the Netherlands r.ostelo@vumc.nl 1 Classificeren

Nadere informatie

Fysiek Functioneel Belastbaarheidonderzoek

Fysiek Functioneel Belastbaarheidonderzoek Fysiek Functioneel Belastbaarheidonderzoek Naam: De heer B. Steen Datum: 15-02-2007 Persoonsgegevens Naam :De heer B. Steen Adres :Bouwstraat 11 Postcode :7777AB Woonplaats :Steenwijk Geboortedatum :01-10-1953

Nadere informatie

Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 134-149 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie,

Nadere informatie

De validiteit, betrouwbaarheid en hanteerbaarheid van een protocol voor het meten van gewrichtshoeken met een smartphone applicatie

De validiteit, betrouwbaarheid en hanteerbaarheid van een protocol voor het meten van gewrichtshoeken met een smartphone applicatie De validiteit, betrouwbaarheid en hanteerbaarheid van een protocol voor het meten van gewrichtshoeken met een smartphone applicatie Opleiding Fysiotherapie, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Juni 2015

Nadere informatie

Zomerfit Pagina 1 van 5

Zomerfit Pagina 1 van 5 Zomerfit Pagina 1 van 5 1. Brug in ruglig met calf raises Neem plaats in ruglig met de kniëen gebogen, waarbij de voeten plat op de mat staan. Til het bekken op tot een brugpositie en ga op de tenen staan.

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 beschrijft een systematisch literatuuroverzicht waarin studies worden samengevat die de effectiviteit, op bewegingsuitslag, hebben

Hoofdstuk 2 beschrijft een systematisch literatuuroverzicht waarin studies worden samengevat die de effectiviteit, op bewegingsuitslag, hebben Samenvatting Artrose is een aandoening van de gewrichten en wordt in het dagelijkse leven ook wel slijtage genoemd. Artrose kan in alle gewrichten optreden maar komt voornamelijk voor in de gewrichten

Nadere informatie

Hardlooptraining in de fysiotherapeutische praktijk. Tjitte Kamminga Fysiotherapeut / docent fysiotherapie

Hardlooptraining in de fysiotherapeutische praktijk. Tjitte Kamminga Fysiotherapeut / docent fysiotherapie Hardlooptraining in de fysiotherapeutische praktijk. Tjitte Kamminga Fysiotherapeut / docent fysiotherapie TJITTE KAMMINGA - Docent fysiotherapie HS Leiden - Fysiotherapeut / manueel therapeut - hersteltrainer

Nadere informatie

1- Stretchen Flexie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec. 2- Passieve ROM Extensie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec.

1- Stretchen Flexie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec. 2- Passieve ROM Extensie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec. Notities: 1- Stretchen Flexie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec Ga op handen en knieën liggen (vierpuntspositie) met je knieën recht onder je heupen en je handen recht onder je schouders. Je rug

Nadere informatie

Onderscheid door Kwaliteit

Onderscheid door Kwaliteit Onderscheid door Kwaliteit 2010 Algemeen Binnen de intensieve overeenkomst fysiotherapie 2010 verwachten wij van u 1, en de fysiotherapeuten vallend onder uw overeenkomst, een succesvol afgeronde toets

Nadere informatie

Klantonderzoek: statistiek!

Klantonderzoek: statistiek! Klantonderzoek: statistiek! Statistiek bij klantonderzoek Om de resultaten van klantonderzoek juist te interpreteren is het belangrijk de juiste analyses uit te voeren. Vaak worden de mogelijkheden van

Nadere informatie

COMPRESSIE- of TRACTIETHERAPIE bij ASPECIFIEKE NEKPIJN: WAT HELPT?

COMPRESSIE- of TRACTIETHERAPIE bij ASPECIFIEKE NEKPIJN: WAT HELPT? Paramedisch OnderzoekCentrum POC COMPRESSIE- of TRACTIETHERAPIE bij ASPECIFIEKE NEKPIJN: WAT HELPT? Prof.dr. Rob Oostendorp Ann Pattyn MSc Dr. Wendy Scholten-Peeters Prof.dr. William Duquet Fysiotherapie

Nadere informatie

Informatie zoeken via het internet

Informatie zoeken via het internet Informatie zoeken via het internet 1 Doelstelling Na bestudering van dit hoofdstuk is de lezer in staat zelfstandig informatie op te zoeken. Voorwaarden hiervoor zijn dat de lezer: met een personal computer

Nadere informatie

Faculteit Ontwerpwetenschappen Handleiding Opstellen van een toetsmatrijs Versie 15/04/2015

Faculteit Ontwerpwetenschappen Handleiding Opstellen van een toetsmatrijs Versie 15/04/2015 Faculteit Ontwerpwetenschappen Handleiding Opstellen van een toetsmatrijs Versie 15/04/2015 FOW Handleiding toetsmatrijzen 1 Inhoud Woord vooraf... 3 DEEL 1: Theoretische achtergrond... 4 1. Kwaliteitsvol

Nadere informatie

REP-band, Lenigheid, en kracht. Oefeningen met de REP-band

REP-band, Lenigheid, en kracht. Oefeningen met de REP-band Algemene oefeningen REP-band, Lenigheid, en kracht In deze folder staan algemene oefeningen. Uw fysiotherapeut neemt met u door welke oefeningen voor u geschikt zijn. Er staan drie soorten oefeningen in

Nadere informatie

Dragen de sagittale- en de frontale- en de horizontale bewegingscomponent in de Manuele Therapie ES evenveel bij aan het eindresultaat?

Dragen de sagittale- en de frontale- en de horizontale bewegingscomponent in de Manuele Therapie ES evenveel bij aan het eindresultaat? Dragen de sagittale- en de frontale- en de horizontale bewegingscomponent in de Manuele Therapie ES evenveel bij aan het eindresultaat? Iem Bakker MSc. Informatie over de auteur: Bakker, IC, Ambulante

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Bovenste extremiteit

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Bovenste extremiteit Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Shoulder Function Assessment (SFA) maart 2014 Review: Emonts W Invoer: Bokhorst ML 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire

Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire spieren Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Nadere informatie

Oefeningen en adviezen na een schouderoperatie

Oefeningen en adviezen na een schouderoperatie Oefeningen en adviezen na een schouderoperatie FYSIOTHERAPIE Voelt beter U bent recent geopereerd aan uw schouder. Deze folder geeft u informatie over wat u na de operatie kunt doen om uw herstel te bespoedigen

Nadere informatie

Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997)

Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997) Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997) Achtergrond In de literatuur over (chronische)pijn wordt veel aandacht besteed aan de invloed van pijncoping strategieën op pijn.

Nadere informatie

Ligamentaire laesie enkelgewricht

Ligamentaire laesie enkelgewricht Sport-Fysiotherapie R. de Vries en Medische Trainings Therapie Kerkweg 45a 4102 KR Zijderveld Telefoon 0345-642618 Fax 0345-641004 E-mail vriesfysio@planet.nl Internet www.fysiodevries.nl Ligamentaire

Nadere informatie

Hernia met een radiculair syndroom in de lage rug Adviezen & oefeningen. Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis

Hernia met een radiculair syndroom in de lage rug Adviezen & oefeningen. Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis Hernia met een radiculair syndroom in de lage rug Adviezen & oefeningen Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis Inleiding U bent patiënt op de afdeling neurologie van het IJsselland Ziekenhuis. Er

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 13e jrg 1995, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 13e jrg 1995, no. 4 (pp ) Auteur(s): P. van der Meer Titel: Momentane rotatiecentra van de cervicale wervelkolom. Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 240-250 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Bewegen voor, tijdens en na uw ziekenhuisopname Tips adviezen en oefeningen

Bewegen voor, tijdens en na uw ziekenhuisopname Tips adviezen en oefeningen Bewegen voor, tijdens en na uw ziekenhuisopname Tips adviezen en oefeningen ADRZ in beweging Deze folder geeft u informatie over bewegen voor, tijdens en na uw opname. Het is belangrijk om in beweging

Nadere informatie

Sport-Fysiotherapie R. de Vries en Medische Trainings Therapie

Sport-Fysiotherapie R. de Vries en Medische Trainings Therapie Sport-Fysiotherapie R. de Vries en Medische Trainings Therapie Kerkweg 45a 4102 KR Zijderveld Telefoon 0345-642618 Fax 0345-641004 E-mail vriesfysio@planet.nl Internet www.fysiodevries.nl/ Frozen shoulder

Nadere informatie

KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K

KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K K.3.5 Brunnstrom Fugl-Meyer assessment (Aanbevolen generiek meetinstrument) Het Brunnstrom Fugl-Meyer assessment (BFM) is een test, waarmee de

Nadere informatie

INFORMATIEFOLDER FYSIOTHERAPIE BIJ: SCHOUDER STABILISERENDE INGREEP

INFORMATIEFOLDER FYSIOTHERAPIE BIJ: SCHOUDER STABILISERENDE INGREEP INFORMATIEFOLDER FYSIOTHERAPIE BIJ: SCHOUDER STABILISERENDE INGREEP STEEDS UW SCHOUDER UIT DE KOM? U wordt binnenkort aan uw schouder geopereerd. De folder die voor u ligt is bedoelt om u een inzicht te

Nadere informatie

Revalidatie: Biodex-meting. Dr. Sam Hendrix Fysische Geneeskunde & Revalidatie 15 november 2014

Revalidatie: Biodex-meting. Dr. Sam Hendrix Fysische Geneeskunde & Revalidatie 15 november 2014 Revalidatie: Biodex-meting Dr. Sam Hendrix Fysische Geneeskunde & Revalidatie 15 november 2014 Wat is Biodex? Objectief, gestandaardiseerd meet- en trainingsinstrument voor de perifere gewrichten Isokinetische

Nadere informatie

Oefeningen na een schouder-operatie

Oefeningen na een schouder-operatie Oefeningen na een schouder-operatie Deze folder is bestemd voor patiënten na een schouderoperatie die geopereerd zijn in het Radboudumc. In deze folder staan oefeningen en adviezen voor de schouder beschreven.

Nadere informatie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Paraplegie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Paraplegie Het doorbewegen bij een dwarslaesie Paraplegie Inhoud Inleiding 3 Algemene opmerkingen 3 Zelfstandig doorbewegen 5 Doorbewegen door een hulppersoon 11 Colofon 20 Inleiding In deze brochure laten we de

Nadere informatie