MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST"

Transcriptie

1 MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 29 augustus 2017 met nummer MHHC/M/1617/0121 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0040/M Verzoekende partij Verwerende partij de heer Marc DE MEYER, met woonplaatskeuze te 2200 Herentals, Nieuwstraat 53 bus 1 het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, ten verzoeke van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw vertegenwoordigd door advocaten Jan BERGÉ en Kristien VANDERHEIDEN, met woonplaatskeuze op het kantoor te 3000 Leuven, Naamsestraat 165 I. BESTREDEN BESLISSING Verzoekende partij vordert met een aangetekende brief van 1 december 2015 de vernietiging van de beslissing van de gewestelijke entiteit van 26 oktober 2015, gekend onder nummer 13/AMMC/1323-M/AVR. De bestreden beslissing legt aan verzoekende partij een alternatieve bestuurlijke geldboete op van 768 euro (128 euro verhoogd met de opdeciemen overeenkomstig artikel , lid 2 DABM) wegens schending van artikel van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (hierna: Vlarem II). Aan verzoekende partij wordt verweten dat de geluidsnorm werd overschreden door de muziek uit haar café. II. VERLOOP VAN DE RECHTSPLEGING Verwerende partij dient een antwoordnota en het administratief dossier in. Verzoekende partij dient geen wederantwoordnota in. Verwerende partij dient geen laatste nota in. De kamervoorzitter behandelt de vordering tot vernietiging op de openbare zitting van 14 maart 2017, nadat de zaak eerder op respectievelijk 10 en 24 november 2016 op (gemotiveerde) vraag van verzoekende partij werd uitgesteld. Verzoekende partij verschijnt in persoon. Advocaat Kristien VANDERHEIDEN voert het woord voor verwerende partij. 3. 1

2 Het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (DBRC-decreet) en het besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (Procedurebesluit) zijn toegepast. III. FEITEN Op 7 juli 2013 wordt door een hoofdinspecteur / toezichthouder en een inspecteur van de lokale politie Neteland (hierna verbalisant) het volgende vastgesteld: Melding Op 07/07/2013 om ontvangen wij opdracht van ons te begeven naar 2288 Grobbendonk-Bouwel, Herenhoutse steenweg 41 dit voor geluidshinder veroorzaakt door elektronisch versterkte muziek. De muziek is afkomstig van herberg t Hoekske, gevestigd op vermeld adres. Het is niet de eerste maal dat er klachten zijn voormelde herberg. In het verleden hebben onze diensten reeds meldingen van geluidsoverlast van deze zaak ontvangen. (zie lijst in bijlage). Er werd tot op heden nog geen meting verricht conform de geluidsnormen van het Besluit van de Vlaamse Regering houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II) van 01/06/1995. Ter plaatse voor de herberg dit om 010 u stellen we vast dat er elektronisch versterkte muziek hoorbaar is afkomstig van de herberg zelf. We begeven ons vooreerst naar de woning van de klager, zijnde MARIEN Gustaaf, woonachtig 2288 Grobbendonk-Bouwel Herenthoutse steenweg 44. Het betreft een alleenstaande woning gelegen aan de overkant van de herberg (zie map in bijlage). Door betrokkene worden wij in kennis gesteld dat het niet de eerste maal is dat er klachten zijn van geluidsoverlast van desbetreffende herberg. De heer Mariën deelt ons mede dat hierdoor het slapen moeilijk is. We begeven ons daarop naar het eerste verdiep van de woning, zijnde de slaapkamer en gaan over tot een meting. Instrumentarium en ijking gegeven... De geluidsapparatuur voldoet aan de wettelijke vereisten 3. Toegepaste meetmethodiek 4. Opstelling van de meetapparatuur De meetplaats betreft de slaapkamer van de melder op de eerste verdieping. Dit aan de voorkant van de woning (zijnde openbare weg) De kamer is normaal bemeubeld. De ramen en deuren zijn gesloten en de bewoners worden verzocht de kamer te verlaten. Wij plaatsen de sonometer op 1,40 meter boven de grond en op 1,50 meter van het raam en muur. 5. Meetresultaten binnenshuis a) Meetresultaat met elektronisch versterkte muziek De effectieve meting wordt uitgevoerd op 07/07/2013 tussen 015 uur en 020 uur. Op de meetplaats is de elektronisch versterkte muziek duidelijk hoorbaar en kan als hinderlijk ervaren worden 2

3 Wij stellen vast dat het ogenblikkelijk gemeten geluidsniveau van de geluidsmeter de elektronisch versterkte muziek volgt. Het ogenblikkelijk gemeten geluidsniveau schommelt tussen 31,3 db(a) en 45,0 db(a) Parameter volgt het ogenblikkelijk geluid en verandert constant. Gemiddeld wordt het meeste gemeten tussen 31,3 db(a) en 34,3 db(a) LASmax wordt veroorzaakt door voorbijrijdende voertuigen. Het energetisch gemiddelde bedraagt 34,3 db(a). Een langere meting lijkt ons niet relevant gelet de waarden weining verschillen met onze facultatieve meting en de muziek op een constant geluidsniveau wordt gespeeld. Daar er na de meting geen interventieploegen ter beschikking zijn begeven wij ons naar herberg t Hoekske met de vraag om de elektronisch versterkte muziek stil te zetten om alsnog het achtergrondsgeluidsniveau te kunnen meten. b) Meting achtergrondgeluidsniveau Op 07/07/2013 tussen 029u en 034u gaan we over tot het meten van het achtergrondsgeluidsniveau (normale omgevingsgeluid) uitgedrukt als LA95,5min. Het ogenblikkelijk gemeten geluidsniveau schommelt nu tussen 21,4 en 40,0 db(a). Gemiddeld wordt het meeste gemeten tussen 21,4 db(a) en 23,3 db(a) Parameter volgt het ogenblikkelijk geluid en verandert constant. Het geluidsdrukniveau dat 95% van de gemeten tijd waarneembaar is over een periode van 5 minuten (LA95,5min) bedraagt 21,2 db(a). 6. Wetgeving 7. Verklaring resultaten Er wordt een LA95,5min gemeten van 21,2 db(a). Volgens hoger vermelde wetgeving mag dan in de buurt gemeten, een maximum geluidsniveau (LAS, max) aanwezig zijn van 26,2 db(a). Er wordt echter een maximum geluidsdrukniveau gemeten van 34,3 db(a). Ingevolge de meting wordt er bij de klager een overschrijding van de geluidsnorm vastgesteld van 8,1 db(a). Het betreft een redelijke overschrijding van de geluidsnormen te weten dat de db(a)- schaal logaritmisch verloopt en een toename van het geluidsdrukniveau met 3 db(a) overeenkomt met een verdubbeling van de geluidsdrukken, terwijl een geluid tweemaal zo luid zal klinken bij een verhoging van het geluidsdrukniveau met 10 db(a). 8. Bespreking resultaat met overtreder Op 07/07/2013 om 045 stellen we de uitbater van de inrichting DE MEYER Marc, ervan in kennis van de meetresultaten. Deze vaststellingen worden opgenomen in het aanvankelijk proces-verbaal nr. TU.64.L /2013 van 13 juli 2013, dat op dezelfde datum wordt gesloten en op 30 september 2013 aan verzoekende partij evenals aan het Parket wordt verzonden. Op 12 september 2013 worden verzoekende partij en de klager verhoord omtrent de vastgestelde geluidsoverlast. Verzoekende partij verklaart het volgende: Ik kan u hieromtrent het volgende meedelen: ik kan u zeggen dat ik van niets afwist. Ik heb geen politie gezien en wist ook niet dat er geluidsoverlast was van mijn café. Ik ga hier zeker 3

4 rekening mee houden en de deur en de ramen dicht houden. Ik ga ook proberen om de mensen langs de zij ingang te laten binnen komen. Ik wens nog te melden dat ik echt de buren geen overlast wil bezorgen en dat ik hier zeker rekening mee zal houden. Ik vraag dan ook een kans om dit probleem op te lossen. Ik heb dat ondertussen met de buren afgesproken indien zij nog last hebben van geluidsoverlast heb ik gevraagd om mij iets te laten weten daar om vraag ik ook om een eventuele minnelijke schikking. De klager verklaart het volgende: Wij hebben elk weekend last van geluidsoverlast en dit afkomstig van het café Het Hoekske. Ik heb al meerdere keren jullie diensten verwittigd en dit al sinds vorig jaar 201 De luide muziek begint telkens rond uur à uur Ik heb reeds de eigenaar gesproken van het café en (hij) heeft mij verzekerd dat hij de muziek ging stiller zetten en de ramen en deuren gesloten houden. Maar dit is al een twee-tal weken geleden en vorige week was er weer versterkte muziek. Deze verhoren worden opgenomen in het navolgend proces-verbaal nr /13 van 19 augustus 2013, dat wordt gesloten op 27 september en op 30 september 2013 aan het Parket wordt verzonden. 3. Op 23 oktober 2013 meldt de procureur des Konings aan de gewestelijke entiteit AMMC dat het milieumisdrijf niet strafrechtelijk zal worden behandeld. 4. Met een aangetekend schrijven met ontvangstbewijs van 11 december 2013 brengt de gewestelijke entiteit verzoekende partij op de hoogte van haar voornemen om desgevallend een alternatieve bestuurlijke geldboete op te leggen, al dan niet vergezeld van een voordeelontneming. Verzoekende partij wordt daarbij tevens uitgenodigd om haar schriftelijk verweer mee te delen, eventueel vergezeld van een vraag tot hoorzitting, terwijl zij ook de mogelijkheid krijgt om inzage te vragen in het administratief dossier. Verzoekende partij bezorgt haar schriftelijk verweer met een mail van 7 januari 2014: Via dit schrijven wil ik mij verdedigen vermits ik geen weet heb gehad van hinder of nachtlawaai en dat het zeker ook nooit mijn bedoeling is geweest om hinder of nachtlawaai te veroorzaken. Als de mensen die hinder of nachtlawaai hebben geleden, mij niet op de hoogte brengen, kan ik niets ondernemen. Zodra ik op de hoogte ben gebracht door de politie, heb ik de mensen gecontacteerd die hinder hebben ondervonden. Ik heb hen gevraagd om mij voortaan te verwittigen of te bellen zodra zij last hebben van nachtlawaai. Het bleek een aangenaam gesprek en uit het gesprek zijn reeds een aantal maatregelen genomen. Zo doe ik voortaan de voordeur van het café s avonds op slot, vermits de alle klanten steeds via de achterdeur binnenkomen. Hierdoor hebben de buren geen last meer van nachtlawaai. Eigenlijk was de oplossing vrij simpel. Tot heden is bijgevolg ook gebleken dat er geen klachten meer zijn geweest. 4

5 Bijgevolg zou ik U willen vragen om het te laten bij een verwittiging. Het is zo al moeilijk genoeg om te overleven in de horeca. Bovendien deed de klacht zich voor in de zomer bij tropische temperaturen, waardoor de voordeur sneller blijft openstaan voor verluchting en de klanten hiervan gebruik maakten om aan de voorzijde van het café hun sigaretje te roken met de nodige hinder tot gevolg. 5. Per mail van 17 juli 2015 meldt de verbalisant aan de gewestelijke entiteit dat er sinds de vaststellingen van 13 juli 2013 geen (nieuwe) vaststellingen meer zijn gebeurd. 6. Op 26 oktober 2015 legt de gewestelijke entiteit de vermelde bestuurlijke geldboete op, waarvan verzoekende partij met een aangetekend schrijven met ontvangstbewijs van 5 november 2015 in kennis wordt gesteld. Deze beslissing wordt als volgt gemotiveerd: 3. Het milieumisdrijf en de toerekenbaarheid aan de overtreder Overwegende dat vermoedelijke overtreder geen melding heeft gedaan van een klasse 3-inrichting noch een milieuvergunning heeft aangevraagd voor een klasse 2- inrichting in het kader van het milieuvergunningsdecreet; dat op basis hiervan er mag uitgegaan worden van het feit dat vermoedelijke overtreder een nietingedeelde muziekactiviteit betreft; dat er voor de muziekactiviteit op 7 juli 2013 geen toelating werd gevraagd aan het college van burgemeester en schepenen; dat volgens artikel VLAREM II de muziekactiviteit zo moet worden ingericht dat de LAmax, slow gemeten in de buurt niet hoger is dan 5 db(a) boven de LA95.5 min, indien deze lager is dan 30 db(a); dat LA95.5min dient te worden gemeten bij uitschakeling van alle muziekbronnen; dat de metingen dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen voor binnenshuis vermeld in artikel 2 en 3 van bijlage 4.5. VLAREM II. Overwegende dat de verbalisant aangesteld is als toezichthouder volgens artikel 34 van het milieuhandhavingsbesluit. Overwegende dat op 7 juli 2013 tussen 1u29 en 1u34 LA95.5min 21,2 db(a) bedroeg; dat bijgevolg overeenkomstig artikel VLAREM II de muziekactiviteit zo moet ingericht worden dat de LAmax.slow gemeten in de buurt niet hoger is dan 26,2 db(a); dat tussen 1u15 en 1u20 op 7 juli 2013 de LAmax. Slow 34,3 db(a) bedroeg; dat dit een overschrijding is van de norm met 8,1 db(a); dat rekening houdend met de afwijking van het meettoestel van 0,01 db(a) de overschrijding van de norm 8,09 db(a) bedroeg. Overwegende dat bovenvermelde feiten een schending uitmaken van volgende regelgeving: - artikel van VLAREM II. Overwegende dat bovenvermelde feiten vallen onder de definitie van milieumisdrijf conform artikel 16.2 DABM waarvoor een alternatieve bestuurlijke geldboete kan worden opgelegd. Overwegende dat het misdrijf niet wordt betwist en vaststaat in hoofde van de overtreder. 3. De hoogte van de geldboete Overwegende dat bij de bepaling van de hoogte van de geldboete rekening wordt gehouden met de ernst van het milieumisdrijf, de frequentie en de omstandigheden 5

6 waarin het milieumisdrijf is gepleegd of beëindigd. 3.1 de ernst van de feiten Overwegende dat bovenvermelde regelgeving ertoe strekt om de negatieve milieuen veiligheidsinvloeden van menselijke bedrijvigheden en handelingen die milieubelastend (kunnen) zijn, of die gevaarrisico s in zich (kunnen) dragen, te voorkomen of te beperken. Overwegende dat hoofdstuk 6.7. van VLAREM II betreffende niet-ingedeelde muziekactiviteiten erop gericht is om de impact van niet-ingedeelde inrichtingen op het leefmilieu tot een aanvaardbaar niveau te beperken; dat het geluid dat een bepaalde inrichting produceert daarbij dient te worden beperkt tot een maximaal geluidsniveau. Overwegende dat er een overschrijding van de geluidsnorm met 8,09 db(a) werd vastgesteld. Overwegende dat bij de vastgestelde overschrijding ermee rekening dient gehouden te worden dat de db(a)-schaal een logaritmische schaal is en dat een toename van 3 db(a) reeds een verdubbeling van de akoestische energie en een toename van 10 db(a) een vertienvoudiging van het geluid met zich meebrengt; dat de overschrijding door overtreder 8,09 db(a) bedroeg. Overwegende dat geluidshinder bijzonder belastend kan zijn voor de leefomgeving en de omwonenden in het bijzonder; dat het het woongenot en de slaap kan verstoren en derhalve een fysische en psychische belasting kan betekenen. Overwegende dat de overtreder het misdrijf in professioneel verband heeft gepleegd. Overwegende dat de feiten voldoende ernstig zijn om te worden gesanctioneerd met een alternatieve bestuurlijk geldboete. 3.2 de frequentie Overwegende dat de factor frequentie geen aanleiding geeft tot een hogere geldboete. 3.3 de omstandigheden Overwegende dat de overtreder na de vaststelling van de overschrijding van de geluidsnorm met bekwame spoed de nodige maatregelen heeft genomen om geluidsoverlast te voorkomen, namelijk de klanten laten binnen- en buitengaan via de achterdeur; dat er volgens verbalisant sindsdien geen vaststellingen meer gebeurd zijn; dat al deze elementen worden meegenomen als een verzachtende omstandigheid bij het bepalen van de hoogte van de boete, wat aanleiding geeft tot een verlaging van de geldboete. Overwegende dat de overtreder per schrijven van 11 december 2013 op de hoogte werd gebracht van het voornemen om een alternatieve bestuurlijke geldboete, al dan niet vergezeld van een voordeelontneming op te leggen; dat overeenkomstig artikel DABM AMMC een boetebeslissing neemt binnen een termijn van honderdtachtig dagen na deze kennisgeving; dat deze honderdtachtigdagentermijn een termijn van orde is, waarvan de overschrijding niet gesanctioneerd wordt. Overwegende dat deze beslissingstermijn inmiddels verstreken is; dat AMMC in casu van oordeel is dat de feiten voldoende ernstig zijn om alsnog een bestuurlijke geldboete op te leggen; dat het boetebedrag derhalve verlaagd wordt met één vijfde rekening houdend met de termijn die verstreken is sedert de start van de 6

7 bestuurlijke boeteprocedure. Overwegende dat, wat de omstandigheden van dit milieumisdrijf betreft, er in het gehele dossier (voor het overige) geen bijzondere elementen zijn die meegenomen worden bij het bepalen van de hoogte van de boete. Dit is de bestreden beslissing. A. ONTVANKELIJKHEID VAN DE VORDERING TOT VERNIETIGING SCHENDING VAN ARTIKEL 15 PROCEDUREBESLUIT Standpunt van de partijen Verwerende partij betwist de ontvankelijkheid van het verzoekschrift wegens schending van artikel 15, 3 en artikel 15, 4 Procedurebesluit. Zij meent vooreerst dat het verzoekschrift geen uiteenzetting bevat van de feiten en slechts een zeer summiere uiteenzetting van de redenen waarom de verzoekende partij bezwaar aantekent. Zij stelt dat volgens de vaste rechtspraak van het College de uiteenzetting van de ingeroepen bezwaren het mogelijk moet maken om te begrijpen welke rechtsregels of rechtsbeginselen door de bestreden beslissing worden geschonden, en op welke wijze. Zij meent dat het verzoekschrift geen gemotiveerd bezwaar bevat, en evenmin een verwijzing naar rechtsregels of rechtsbeginselen die toelaten om het bezwaar juridisch te begrijpen en te kwalificeren, zodat het verzoekschrift onontvankelijk is omdat er naar eis van recht geen middel of bezwaar in wordt aangevoerd. Voorts meent verzoekende partij dat er geen vordering is waarover het College een uitspraak kan doen, vermist het bezwaarschrift geen beschikkend deel bevat en het dus volstrekt onduidelijk is waarop verzoekende partij zich beroept en wat zij met het beroep wenst te bereiken. Verzoekende partij dient geen wederantwoordnota in. Beoordeling door het College Overeenkomstig artikel DABM kan er tegen de beslissing waarbij de gewestelijke entiteit een alternatieve bestuurlijke geldboete oplegt bij het College schorsend beroep worden ingesteld door degene aan wie de boete werd opgelegd. Uit de aanhef van het verzoekschrift van verzoekende partij blijkt dat zij beroep wenst in te dienen m.b.t. de beslissing tot oplegging van een alternatieve bestuurlijke geldboete naar aanleiding van de vaststellingen in het aanvankelijk proces-verbaal van 13 juli Hoewel dit door verzoekende partij niet expliciet (in een beschikkend gedeelte) wordt gesteld, dient in het licht van artikel 35 DBRC-decreet, waarin wordt bepaald dat als een Vlaams bestuursrechtscollege als vermeld in artikel 2, 1, a) en b), het beroep gegrond verklaart, het de bestreden beslissing geheel of gedeeltelijk vernietigt, te worden aangenomen dat verzoekende partij de vernietiging vordert van de bestreden boetebeslissing. Wat betreft de ontvankelijkheidsexceptie op basis van de ontstentenis van duidelijke middelen, merkt het College op dat de vereiste in artikel 15, 4 Procedurebesluit, dat het verzoekschrift een uiteenzetting dient te bevatten van de feiten en de middelen, niet impliceert dat verzoekende partij expliciet de rechtsregels of rechtsbeginselen moet vermelden die volgens haar door de 7

8 bestreden beslissing worden geschonden. Het is enkel noodzakelijk dat de uiteenzetting in het verzoekschrift het voor het College in het kader van haar legaliteitstoetsing (en voor verwerende partij in het kader van haar verdediging) mogelijk maakt duidelijk te begrijpen wat de bestreden beslissing wordt verweten. Zoals hierna bij de bespreking van de middelen zal blijken, stelt het College (samen met verwerende partij in haar ondergeschikte poging om de middelen te beantwoorden) vast dat verzoekende partij in haar verzoekschrift alleszins duidelijk betwist dat de vastgestelde geluidsoverlast aan haar toerekenbaar is, zodat er minstens één ontvankelijk middel wordt aangevoerd. De exceptie wordt verworpen. Uit het dossier blijkt dat de vordering tijdig en regelmatig is ingesteld. Er worden geen excepties opgeworpen. IV. ONDERZOEK VAN DE MIDDELEN TOT VERNIETIGING A. Eerste middel Standpunt van de partijen Verzoekende partij betwist dat de geluidsoverlast aan haar kan worden toegerekend. Zij stelt vooreerst dat zij niet op de hoogte was van het geluidsoverlast. Zij stelt dat indien de klager haar op de hoogte had gebracht van de overlast, zij de nodige maatregelen zou getroffen hebben, zoals zou blijken uit het feit dat er na het proces-verbaal geen geluidsoverlast meer is geweest. Tevens betwist zij of de geluidsoverlast vanuit haar herberg (Café t Hoekse ) kwam, waarbij zij opmerkt dat er op de parking van het naastliggende voetbalveld regelmatig jongeren waren, die met zware boxen in hun auto s zorgden voor geluidsoverlast. In de rand hiervan stelt verzoekende partij dat het haar verwondert dat er slechts één persoon klaagt over geluidsoverlast, terwijl de herberg/ café gelegen is in een woonbuurt. Verwerende partij stelt in haar antwoordnota dat verzoekende partij de feiten bij het afleggen van de eerste verklaring op 12 september 2013 niet betwist, en alsdan enkel verklaart dat zij niet wist dat er geluidsoverlast was. Zij stelt dat de feiten ook in het schriftelijk verweer van 7 januari 2014 niet worden betwist, gezien verzoekende partij opnieuw laat weten dat zij zich niet bewust was van de geluidsoverlast, en stelt dat het op de datum van de feiten erg warm was waardoor de voordeur bleef openstaan, zodat verzoekende partij de feiten hierdoor in het verweerschrift minstens impliciet erkent. Zij meent dat de verwondering van de verzoekende partij over het feit dat slechts één persoon klaagt over geluidsoverlast, terwijl de herberg/het café gelegen is in een woonbuurt irrelevant is, vermits het aantal klagers niet van tel is voor het opleggen van een geldboete, en zodra één overschrijding van de geluidsnorm in één woning is vastgesteld, dit voldoende is om te leiden tot een bestuurlijke geldboete. Zij meent dat dit bovendien een impliciete erkenning is dat de verzoekende partij de geluidsoverlast veroorzaakt. Zij stelt dat verzoekende partij een professionele uitbater is van een café, en wordt geacht de regelgeving te kennen, temeer er voordien al acht meldingen waren van geluidsoverlast afkomstig van het café van de verzoekende partij en het weinig waarschijnlijk is dat de politie tot achtmaal toe geen stappen ondernomen heeft, terwijl zelfs indien dit het geval zou zijn, de verzoekende partij 8

9 als enige verantwoordelijk is voor de overschrijding van de geluidsnorm in haar café. Zij stelt dat het proces-verbaal en haar bijlagen een bijzondere bewijswaarde genieten overeenkomstig artikel , eerste lid DABM, en dat de laattijdige ontkenning van de feiten door de verzoekende partij, niet als tegenbewijs in rechte kan dienen, gezien er geen stukken worden bijgebracht die de feiten tegen de bewijswaarde van het proces-verbaal in zouden kunnen weerleggen. Zij merkt op dat de onwetendheid over de regelgeving of de concrete feitelijke toestand de uitbater niet ontheffen van zijn verplichtingen, en er geen nood is aan een voorafgaande verwittiging opdat er sancties kunnen worden opgelegd. Zij besluit dat de vastgestelde schending van artikel VLAREM II aan de verzoekende partij toerekenbaar is. Beoordeling door het College Verzoekende partij voert geen betwisting omtrent (de regelmatigheid van) de metingen van de verbalisant, noch omtrent de vaststelling dat het gemeten geluidsniveau een inbreuk betreft op artikel Vlarem II. Zij betwist enkel dat de geluidsoverlast aan haar kan worden toegerekend. Het College stelt vast dat de bestreden beslissing is gesteund op het aanvankelijk proces-verbaal van 13 juli 2013, dat overeenkomstig artikel DAMB bewijswaarde heeft tot het tegendeel is bewezen (waaromtrent verzoekende partij overigens geen betwisting voert). Verzoekende partij pleegde op basis van de vaststellingen in dit proces-verbaal een inbreuk op artikel Vlarem II, doordat de geluidsnorm werd overschreden ten gevolge van muziek uit de muziekinstallatie in het café dat zij uitbaatte. Een gedraging die strijdig is met voormelde norm betreft een milieumisdrijf in de zin van artikel 16.2, 2 DABM, waarvoor de gewestelijke entiteit overeenkomstig artikel , lid 2 DABM een alternatieve bestuurlijke geldboete kan opleggen. De betreffende norm ressorteert onder artikel 16.1, lid 1, 13 DABM, en een gedraging in strijd met deze norm kan (afhankelijk van de keuze van de procureur des Konings) ook strafrechtelijk worden bestraft overeenkomstig artikel , 1 DABM, ongeacht of ze opzettelijk werd gepleegd dan wel door gebrek aan voorzorg of voorzichtigheid. Dergelijke geldboete kan overeenkomstig artikel , lid 1 DABM enkel worden opgelegd aan de overtreder. Het betreft op basis van de spraakgebruikelijke betekenis van het begrip overtreder de -natuurlijke of rechts- persoon die een gebod of verbod, dat zich tot hem richt, schendt, dan wel daartoe opdracht gaf. 3. De bewering van verzoekende partij dat zij niet op de hoogte was van de geluidsoverlast en derhalve onwetend was dat zij een milieumisdrijf pleegde, waarbij zij zich feitelijk beroept op dwaling als schulduitsluitingsgrond, doet geen afbreuk aan de mogelijkheid om haar een boete op te leggen. Opdat verzoekende partij strafbaar zou zijn, volstaat het dat de gewestelijke entiteit aantoont dat de feiten door verzoekende partij werden gepleegd door een gebrek aan voorzorg of voorzichtigheid. Opzet is hierbij niet noodzakelijk vereist. Verzoekende partij maakt niet aannemelijk dat er in casu sprake was van onoverwinnelijke dwaling, en dat elke normaal redelijk en vooruitziend persoon, geplaatst in dezelfde omstandigheden, evenmin op de hoogte zou zijn geweest van de schending van de geluidsnorm en de geluidsoverlast in hoofde van de klager. Het College merkt vooreerst op dat verzoekende partij in haar schriftelijk verweer zelf stelde dat de klacht zich voordeed in de zomer bij tropische temperaturen, waardoor de voordeur sneller blijft openstaan voor verluchting en de klanten hiervan gebruik maakten om aan de voorzijde van het café hun sigaretje te roken met de nodige hinder tot gevolg. Zij erkende derhalve dat er (op dat ogenblik) hinder was. 9

10 Bovendien is haar bewering dat zij zich pas vanaf de vaststellingen met een geluidsmeter bewust was van het feit dat haar muziekinstallatie de geluidsnorm overschreed en geluidshinder veroorzaakte ongeloofwaardig. Zo waren er blijkens de als bijlage aan het aanvankelijk procesverbaal gevoegde lijst met tussenkomsten bij de politie eerder reeds zeven meldingen ingevolge nachtlawaai door muziek. Ook betrof het gemeten geluidsniveau (met een overschrijding van de geluidsnorm van 8,09 db(a)) volgens de (gemotiveerde) overweging inzake de verklaring resultaten in het aanvankelijk proces-verbaal een redelijke overschrijding van de geluidsnormen, waarbij de elektronisch versterkte muziek op de meetplaats duidelijk hoorbaar is en als hinderlijk kan ervaren worden, terwijl de meetplaats de slaapkamer betrof op de eerste verdieping van een woning aan de overzijde van het café. Tenslotte wordt de bewering van verzoekende partij dat zij de nodige maatregelen zou getroffen hebben indien de klager haar op de hoogte had gebracht van de overlast, en dat dit zou blijken uit het feit dat er na het proces-verbaal geen geluidsoverlast meer is geweest, door de klager tegengesproken in zijn verhoor. Daarin wordt immers gesteld dat er, ondanks de belofte van verzoekende partij dat hij de muziek ging stiller zetten en de ramen en deuren gesloten houden, vorige week weer versterkte muziek was. De (gebeurlijke) remediërende maatregelen van verzoekende partij doen overigens geen afbreuk aan het bestaan van de inbreuk, net zomin als het feit dat er zich slechts één klager heeft gemanifesteerd, gezien uit de vaststellingen van de verbalisant bleek dat de geluidsnorm effectief (aanzienlijk) werd overschreden en de klacht derhalve terecht was. Gelet op voormelde vaststellingen oordeelt het College dat verzoekende partij niet aantoont noch aannemelijk maakt dat zij zich geenszins bewust was van het feit dat de versterkte muziek in haar café de geluidsnorm (aanzienlijk) overschreed en geluidsoverlast veroorzaakte. Het milieumisdrijf kan dan ook wel degelijk aan verzoekende partij worden verweten. 4. In zoverre verzoekende partij betwist of de geluidsoverlast vanuit haar herberg (Café t Hoekse) kwam, en wijst op het feit dat er op de parking van het naastliggende voetbalveld regelmatig jongeren waren, die met zware boxen in hun auto s zorgden voor geluidsoverlast, dient zij hiervan het bewijs te leveren. Uit het aanvankelijk proces-verbaal blijkt immers dat de verbalisant vaststelde dat de elektronisch versterkte muziek die volgens de klager geluidshinder veroorzaakte afkomstig was van het café aan de overzijde van de woning van de klager, met name het café waarvan niet wordt betwist dat het (op dat ogenblik) door verzoekende partij werd uitgebaat. Dit blijkt met name expliciet uit de overweging in het proces-verbaal dat ter plaatse voor de herberg dit om 010 u we vaststellen dat er elektronisch versterkte muziek hoorbaar is afkomstig van de herberg zelf, evenals uit het feit dat de verbalisant na de meting van het geluidsniveau met muziek zich vervolgens begaf naar het café met de vraag om de elektronisch versterkte muziek stil te zetten om alsnog het achtergrondsgeluidsniveau te kunnen meten. De loutere bewering van verzoekende partij dat de muziek (mogelijks) afkomstig was van het naastgelegen voetbalveld doet geen afbreuk aan de bijzondere bewijswaarde (overeenkomstig artikel , lid 1 DABM) waarmee voormelde materiële vaststellingen die de verbalisant zelf heeft gedaan, zijn bekleed. Verzoekende partij betwist dan ook tevergeefs dat zij niet kan worden beschouwd als de overtreder aan wie de vastgestelde inbreuk kan worden toegerekend en aan wie een administratieve geldboete kan worden opgelegd. Het middel wordt verworpen. 10

11 B. Tweede middel Standpunt van de partijen Verzoekende partij stelt dat zij geschrokken is over de hoogte van het verschuldigd bedrag. Verwerende partij stelt in haar antwoordnota dat verzoekende partij met de mededeling geschrokken te zijn van de hoogte van de geldboete een mildering van het opgelegde boetebedrag lijkt te willen bekomen. Zij wijst op de ruime discretionaire bevoegdheid waarover de gewestelijke entiteit in het licht van artikel , lid 2 DABM beschikt bij het bepalen van het boetebedrag. Zij stelt dat de gewestelijke entiteit terzake rekening hield met de ernst van de feiten, de frequentie en de omstandigheden waarin het milieumisdrijf werd gepleegd. Zij wijst met name op het feit dat de gewestelijke entiteit rekening hield met de verzachtende omstandigheden, met name het gegeven dat er sinds de datum van de feiten geen nieuwe vaststellingen meer gebeurden en dat de verzoekende partij met bekwame spoed de nodige maatregelen nam om geluidsoverlast te voorkomen, terwijl ook de overschrijding van de in artikel DABM voorziene beslissingstermijn tot een verlaging met één vijfde van het boetebedrag heeft geleid. Zij besluit dat de wettelijke voorschriften voor de bepaling van de administratieve geldboete werden nageleefd en dat de vaststelling van de alternatieve bestuurlijke geldboete niet kennelijk onredelijk is, vermits de boete in verhouding staat tot de vastgestelde feiten en het tegendeel niet wordt aangetoond, zodat er geen reden is voor herleiding, laat staan kwijtschelding van de bestuurlijke geldboete. Beoordeling door het College Zoals hoger gesteld inzake de ontvankelijkheid van de vordering, impliceert de vereiste in artikel 15, 4 Procedurebesluit, dat het verzoekschrift een uiteenzetting dient te bevatten van de feiten en de middelen, niet dat verzoekende partij expliciet de rechtsregels of rechtsbeginselen moet vermelden die volgens haar door de bestreden beslissing worden geschonden. Het is enkel noodzakelijk dat de uiteenzetting in het verzoekschrift het voor het College in het kader van haar legaliteitstoetsing (en voor verwerende partij in het kader van haar verdediging) mogelijk maakt duidelijk te begrijpen wat de bestreden beslissing verweten wordt. Het College stelt vast dat verzoekende partij in haar verzoekschrift louter aanvoert geschrokken te zijn over de hoogte van het verschuldigd bedrag. Dit betreft een loutere opmerking. Verzoekende partij zet met name niet concreet uiteen waarom zij geschrokken is van het boetebedrag, noch of zij daarmee bedoelt dat dit bedrag kennelijk onredelijk is of gewoon hoog in functie van de verwachting van verzoekende partij. Het middel is onontvankelijk. 3. Ten overvloede merkt het College nog op dat de gewestelijke entiteit in het licht van artikel , lid 2 DABM over een ruime discretionaire bevoegdheid beschikt bij het bepalen van het boetebedrag, en dat het College bij haar toezicht zal nagaan of de gewestelijke entiteit haar appreciatiebevoegdheid naar behoren heeft uitgeoefend binnen het kader van de artikelen en DABM. Zij zal met name nagaan of de gewestelijke entiteit hierbij is uitgegaan van de juiste feitelijke en juridische gegevens, of zij die correct heeft beoordeeld en of zij op grond daarvan rechtmatig en dus niet kennelijk onredelijk tot haar boetebeslissing is kunnen komen, terwijl er pas sprake zal zijn van een schending van deze artikelen indien, aan de hand 11

12 van de argumentatie die regelmatig aan het College wordt voorgelegd (inzonderheid door verzoekende partij), wordt vastgesteld dat de gewestelijke entiteit op foutieve dan wel kennelijk onredelijke wijze toepassing heeft gemaakt van de daarin opgenomen waarderingscriteria tot bepaling van het boetebedrag. Gezien verzoekende partij enkel haar gemoedstoestand naar aanleiding van de kennisname van het boetebedrag uitdrukt, toont zij geenszins aan dat de gewestelijke entiteit op kennelijk onredelijke wijze toepassing heeft gemaakt van de waarderingscriteria tot bepaling van het boetebedrag in de artikelen en DABM Het middel wordt verworpen. 12

13 BESLISSING VAN HET MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE Het College verwerpt het beroep. De behandeling van het beroep heeft geen kosten met zich gebracht, zodat een beslissing over de kosten van het geding zonder voorwerp is. Dit arrest is uitgesproken te Brussel, in openbare zitting van 29 augustus 2017, door het Milieuhandhavingscollege, derde kamer, samengesteld uit: De toegevoegd griffier, De voorzitter van de derde kamer, Marino DAMASOULIOTIS Pascal LOUAGE 13

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 9 oktober 2018 met nummer HHC/M/1819/0013 in de zaak met rolnummer 1718/HHC/0024/M Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Maria VAN HOVE wonende te 2270 Herenthout,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 16 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0076 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0109/M Verzoekende partij de bvba JACQUES GHEYSENS vertegenwoordigd door advocaat Thomas BAILLEUL

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 28 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0045 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0097/M Verzoekende partij Verwerende partij Marc Broucke, met woonplaatskeuze te 8830 Hooglede,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0085 van 31 maart 2016 in de zaak MHHC/1415/0022/M/0019 In zake: de gemeente WELLEN, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, met

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0113 van 26 april 2016 in de zaak MHHC/1415/0065/M/0053 In zake: de nv AGROTECH BELGASIA, met zetel te 8870 Izegem, Gentse Heerweg 78 waar woonplaats wordt

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0109 van 21 april 2016 in de zaak MHHC1415/0063/M/0051 In zake: de bvba GREENERGY bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaten Isabelle LARMUSEAU en Alison

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 17 oktober 2017 met nummer MHHC/M/1718/0022 in de zaak met rolnummer 1617-MHHC-0018-M Verzoekende partij Jeroen VAN BYLEN met woonplaatskeuze te 2250 Olen, Gerheiden

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 19 juni 2018 met nummer RvVb/A/1718/1022 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0396/A Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Marina VERPLANCKE, wonende te

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/56-VK van 13 juni 2013 In de zaak van de VZW [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Bart D HAENE, advocaat, met kantoor te 2300 TURNHOUT,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege 14_PS_ Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/53-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ], zaakvoerder, hierna de verzoekende

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 25 juli 2017 met nummer MHHC- M /1617/0114 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0147/M Verzoekende partij de bvba M.V.T. TRANS vertegenwoordigd door advocaat Noëlla VIAENE

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/31-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 20 augustus 2019 met nummer RvVb-S-1819-1323 in de zaak met rolnummer 1819-RvVb-0607-SA Verzoekende partijen 1. de heer Jules DHOOGHE 2. mevrouw Evelyne VAN

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC/M/1516/0030 van 26 november 2015 In de zaak van de bvba 10POND, met maatschappelijke zetel te 9770 Kruishoutem, Duifhuisstraat 21, voor en namens wie optreedt mr. Koen

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 20 februari 2018 met nummer MHHC/M/1718/0066 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0069/M Verzoekende partij de bvba AURO-TECH, met woonplaatskeuze te 9111 Sint-Niklaas,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/35-VK van 18 april 2013 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Albert COPPENS, advocaat, met kantoor te 9300

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/100-VK van 5 december 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2014/0038 van 24 juni 2014 in de zaak 1314/0216/A/4/0183 In zake: de heer Daniël VANDERVELPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert DEMIN

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/14-K7 van 12 maart 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/12-K7 van 26 februari 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Sarah BERNAERS, advocaat, met kantoor te 9100 SINT-NIKLAAS,

Nadere informatie

Infosessies geluidsnormen muziek

Infosessies geluidsnormen muziek Infosessies geluidsnormen muziek Sigrid Raedschelders/ Anne Van Riet Afdeling Milieuhandhaving, Milieuschade en Crisisbeheer (AMMC) Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Overzicht 1. Regelgeving m.b.t.

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0041 van 14 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/78-M In zake : mevrouw [ ] wonende te [ ] verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0048 van 21 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/89-M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 28 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0050 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0026/M Verzoekende partij mevrouw Negar MEHDIPOURYAN, wonende te 9250 Waasmunster, Wareslagestraat

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 26 september 2017 met nummer RvVb/A/1718/0092 in de zaak met rolnummer 1617-RvVb-0521-A Verzoekende partij de nv ASPIRAVI vertegenwoordigd door advocaat Gregory

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 25 juni 2019 met nummer RvVb-A-1819-1144 in de zaak met rolnummer 1718-RvVb-0447-A Verzoekende partijen de gemeente SINT-KATELIJNE-WAVER, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

hierna de tegen voor wie hierna de

hierna de tegen voor wie hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/25-VK van 21 maart 2013 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/34-K7 van 31 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 2 augustus 2016 met nummer RvVb/A/1516/1389 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0046/SA Verzoekende partij mevrouw Pauline PENNE vertegenwoordigd door advocaat

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/2-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 26 september 2017 met nummer RvVb/A/1718/0094 in de zaak met rolnummer 1617/RvVb/0579/SA Verzoekende partijen Verwerende partij 1. de heer William ROTTIERS

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/29-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Sabine WULLUS, advocaat met kantoor te 8630

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 28 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0047 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0099/M Verzoekende partij de bvba IMBRECHTS, met zetel te 1910 Kampenhout, Haachtsesteenweg

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/37-VK van 12 juni 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Mary VANDE ROSTYNE, advocaat, met kantoor te 9950 WAARSCHOOT, Molenstraat

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0121 van 12 mei 2016 in de zaak MHHC/1415/0072/0061 In zake: de heer John DE GENDT, wonende te 1080 Sint-Agatha-Berchem, René Comhairelaan 1, bus 009, waar

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/65-VK van 25 september 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreden mrs. Thierry WILLEMS en William WILLEMS, advocaten,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST van 9 oktober 2018 met nummer RvVb/A/1819/0155 in de zaak met rolnummer 1617/RvVb/0701/A Verzoekende partijen 1. de heer Johan VANDEVENNE 2. mevrouw Gerda

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 14 februari 2017 met nummer MHHC/M/1617/0018 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0010/M Verzoekende partij Verwerende partij de heer Herman VAN GILS, wonende te 2380

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/49-VK van 29 mei 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 11 september 2018 met nummer RvVb/A/1819/0052 in de zaak met rolnummer 1718/RvVb/0029/A Verzoekende partij mevrouw Gerda BORREMANS vertegenwoordigd door advocaat

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege 14_PS_ Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/50-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0033 van 22 december 2015 in de zaak 14/MHHC/60-M In zake: de nv [ ] bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Dominique VERMER met kantoor te 1160 Brussel,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 16 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0083 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0131/M Verzoekende partij de heer Jozef ROUGES, wonende te 9080 Zaffelaere, Dam 27 Verwerende

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0901 van 5 april 2016 in de zaak 1213/0305/SA/1/0295 In zake: de heer Geert STANDAERT bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaten Koen GEELEN

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 13 juni 2017 met nummer MHHC/M/1617/0090 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0136/M Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Diane REMMERIE, met woonplaatskeuze te

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 8 november 2016 met nummer RvVb/A/1617/0231 in de zaak met rolnummer 1314/0771/A/2/0738 Verzoekende partij 1. de heer Tom BELMANS 2. mevrouw Christ l MAES 3.

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 16 augustus 2016 met nummer RvVb/S/1516/1447 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0336/SA Verzoekende partijen 1. de heer Kristoffel VOSSEN 2. mevrouw Simonne

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 31 januari 2017 met nummer MHHC/M/1617/0017 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0007/M Verzoekende partij Verwerende partij de heer Patrick VAN OOTEGHEM, wonende te 9880

Nadere informatie

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 13 maart 2018 met nummer HHC/M/1718/0079 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0085/M Verzoekende partij de nv EUROGAS BELGIUM vertegenwoordigd door advocaat Theo MARCOURS met

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 27 juni 2017 met nummer MHHC/M/1617/0106 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0058/M Verzoekende partij de bvba ACOMUS, met woonplaatskeuze te 9100 Sint-Niklaas, Entrepotstraat

Nadere informatie

hierna de tegen hierna de

hierna de tegen hierna de Milieuhandhavingscollege Arrestt MHHC-12/18-VK van 24 april 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/82-VK van 10 oktober 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 27 november 2018 met nummer RvVb-A-1819-0351 in de zaak met rolnummer 1718-RvVb-0415-SA -Verzoekende partijen 1. de heer Willy WANTE 2. de heer Mohamed TABLA

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0153 van 26 juli 2016 in de zaak MHHC/1415/0093/M/0082 In zake: bvba J. KRIJNEN KEUKENS bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Harry HENDRICKX kantoor

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0077 van 10 maart 2016 in de zaak MHHC/1415/0013/M/0009 In zake: de heer Dirk VANOVERSCHELDE, wonende te 8610 Kortemark, Vijfhuishoekstraat 8 waar woonplaats

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 12 september 2017 met nummer MHHC/M/1718/0002 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0103/M Verzoekende partij Verwerende partij de lv NELIS-CILLEN-CAYMAX vertegenwoordigd

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/3-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0042 van 14 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/79-M In zake : de heer [ ] wonende te [ ] verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/104-VK van 19 december 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 3 oktober 2017 met nummer MHHC/M/1718/0014 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0034/M Verzoekende partij de heer Stijn VAN EYCK vertegenwoordigd door advocaat Robert

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/1491 van 30 augustus 2016 in de zaak RvVb/1415/0506/A/0495 In zake: de bvba MONDY bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaten Jan FERLIN, Peter

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/19-K6 van 2 april 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 4 juli 2017 met nummer RvVb/A/1617/1019 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0083/A Verzoekende partij Verwerende partij de heer Jozef RUTTEN, met woonplaatskeuze

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 21 februari 2017 met nummer MHHC/M/1617/0022 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0073/M Verzoekende partij de heer... vertegenwoordigd door advocaten Marc D HOORE en

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/60-VK van 27 juni 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/1202 van 7 juni 2016 in de zaak 1213/0253/SA/8/0233 In zake: de heer David DE CORTE mevrouw Mia LEFEVRE 3. de heer Luc LEFEVRE 4. de heer Wouter

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 14 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0040 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0094/M Verzoekende partij de heer Albert VANDAELE, met woonplaatskeuze te 8660 De Panne,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2014/0287 van 22 april 2014 in de zaak 1213/0576/A/1/0539 In zake: mevrouw Martine VAN BOCXLAER, wonende te 9940 Evergem, Langerbrugsestraat 36 verzoekende

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 4 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0064 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0062/M Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Silvy DENDAUW, wonende te 8940 Wervik,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 9 mei 2017 met nummer RvVb/A/1617/0839 in de zaak met rolnummer RvVb/1415/0697/SA/0682 Verzoekende partijen de heer Tjerk BOERSMA mevrouw Melina CRAEYBECKX

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0067 van 3 maart 2016 in de zaak MHHC/1415/007/M/0003 In zake: de heer Johan VANDECANDELAERE, wonende te 8940 Wervik, Kruisekestraat 341 verzoekende partij

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 2 mei 2017 met nummer RvVb/A/1617/0814 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0006/A Verzoekende partijen 1. de heer Ivan VERCAMMEN 2. de heer Constant VERCAMMEN

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE TUSSENARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE TUSSENARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE TUSSENARREST van 28 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0048 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0103/M Verzoekende partij de lv NELIS-CILLEN-CAYMAX vertegenwoordigd door advocaat

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/1294 van 28 juni 2016 in de zaak 1314/0440/A/4/0401 In zake: de heer Alain CHABEAU advocaat Dominique VERMER kantoor houdende te 1160 Brussel, Tedescolaan

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/4-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ], wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/49-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Yves TORFS, advocaat, met kantoor te 2200

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/56-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Sam DULLAERT, advocaat, met kantoor te 9100

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0093 van 14 april 2016 in de zaak MHHC/1415/0032/M/0024 In zake: de heer Ludwig VAN DE WEGHE, wonende te 9270 Kalken, Krimineelstraat 21a vertegenwoordigd

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2012/0746 van 4 november 2014 in de zaak 1112/0815/A/1/0730 In zake: de heer... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Gerald KINDERMANS kantoor houdende

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 18 april 2017 met nummer MHHC/M/1617/0058 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0018/M Verzoekende partij de bvba TEXTIEL PLUS, met zetel te 9280 Lebbeke, Brusselsesteenweg

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 6 februari 2018 met nummer MHHC/M/1718/0060 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0064/M Verzoekende partij Verwerende partij de bvba GARAGE ZILLEBEEK, met zetel te 9120

Nadere informatie

Geluidsnormen in de horeca

Geluidsnormen in de horeca Geluidsnormen in de horeca Een gids voor Leuvense Horeca-uitbaters De nieuwe geluidsnormen voor muziekactiviteiten * toepassing van de Wet Schauvlieghe (01-01-2013) Bent u uitbater van een horeca-zaak

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/33-K7 van 31 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/I/1516/0136 van 16 juni 2016 in de zaak 14/MHHC/83-I In zake:... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Sabine WULLUS kantoor houdende te 8630 Veurne, Boterweegschaalstraat

Nadere informatie

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 13 maart 2018 met nummer HHC/M/1718/0074 in de zaak met rolnummer 1617-MHHC-0079-M Verzoekende partij de heer Koen VAN DAMME, wonende te 9112 Sinaai, Leestraat 25 Verwerende

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2015/0033 van 4 augustus 2015 in de zaak 1415/0262/A/2/0254 In zake: 1. de heer Marc DE SMET 2. de heer Marnix DECOCK beiden wonende te 8500 Kortrijk,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0601 van 16 februari 2016 in de zaak RvVb/1415/0481/A/0466 In zake: de heer Theodoor GORISSEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Antoon

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0116 van 26 april 2016 in de zaak MHHC/1415/0085/M/0077 In zake: de nv AB-INVEST, met zetel te 3621 Lanaken, Daalbroekstraat 38 vertegenwoordigd door: de

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 29 augustus 2017 met nummer MHHC/M/1617/0120 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0033/M Verzoekende partij Verwerende partij de heer Leo SMETS, met woonplaatskeuze te

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 17 januari 2017 met nummer MHHC/M/1617/0008 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0036/M Verzoekende partij de bvba VERGAUWE K EN P, met woonplaatskeuze te 8620 Nieuwpoort,

Nadere informatie

STROOMDIAGRAM MILIEUHANDHAVING BEROEP BIJ HET MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

STROOMDIAGRAM MILIEUHANDHAVING BEROEP BIJ HET MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE STROOMDIAGRAM MILIEUHANDHAVING BEROEP BIJ HET MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE Art. 16.4.46 DABM: De beroepen tegen de beslissingen van de gewestelijke entiteit houdende de oplegging van een alternatieve of exclusieve

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 21 februari 2017 met nummer RvVb/A/1617/0580 in de zaak met rolnummer 1213/0519/A/2/0489 Verzoekende partijen 1. de heer August VAN PETEGHEM 2. de heer Peter

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 16 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0078 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0116/M Verzoekende partij de heer Koen WINDELS vertegenwoordigd door advocaat Steven TAMSYN

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 8 november 2016 met nummer RvVb/A/1617/0256 in de zaak met rolnummer 1415/0122/A/6/0092 Verzoekende partij Verwerende partij Tussenkomende partijen de heer

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0697 van 1 maart 2016 in de zaak RvVb/1415/0538/SA/0518 In zake: het college van burgemeester en schepenen van de stad OUDENBURG bijgestaan en vertegenwoordigd

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 9 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0073 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0041/M Verzoekende partij de bvba MARES GEBROEDERS vertegenwoordigd door advocaat Frederik

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 13 juni 2017 met nummer MHHC/M/1617/0091 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0137/M Verzoekende partij Verwerende partij de heer Marc VAN DER SMISSEN, wonende te 1730

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 4 juli 2017 met nummer MHHC/M/1617/0110 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0046/M Verzoekende partij de bvba I.V.A.-TEX vertegenwoordigd door advocaat Heidi MARIS, met

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/10-K7 van 19 februari 2015 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Mario DEKETELAERE, advocaat, met kantoor te

Nadere informatie

hierna de tegen voor wie hierna de 24 januari 2013

hierna de tegen voor wie hierna de 24 januari 2013 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/4-VK van 24 januari 2013 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie