MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE"

Transcriptie

1 MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/I/1516/0136 van 16 juni 2016 in de zaak 14/MHHC/83-I In zake:... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Sabine WULLUS kantoor houdende te 8630 Veurne, Boterweegschaalstraat 7 verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten verzoeke van de Vlaamse Minister voor Omgeving, Natuur en Landbouw vertegenwoordigd door: advocaat Filip VINCKE Kantoor houdende te 8580 Avelgem, Kasteelstraat 13 Waar woonplaats wordt gekozen verwerende partij I. VOORWERP VAN DE VORDERING De vordering, ingesteld met een aangetekende brief van 4 september 2014, strekt tot de vernietiging van de beslissing van de gewestelijke entiteit van 13 augustus 2014, gekend onder nummer 13/AMMC/75-I/HVH. De bestreden beslissing legt aan de verzoekende partij een exclusieve geldboete op van (167 euro verhoogd met de opdeciemen) wegens schending van artikel bis, 1.3, eerste lid het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (hierna VLAREM II) wegens het spelen van elektronisch versterkte muziek zonder dat er meetapparatuur of een geluidsbegrenzer aanwezig was. II. VERLOOP VAN DE RECHTSPLEGING 1. De verwerende partij heeft een memorie van antwoord ingediend en heeft een afschrift van het administratief dossier neergelegd. De verzoekende partij heeft geen memorie van wederantwoordnota ingediend. De partijen zijn opgeroepen voor de zitting van 9 april 2015, waar de vordering tot vernietiging werd behandeld en de debatten werden gesloten. MHHC - 1

2 Met het arrest MHHC-15/29-K6 van 13 augustus 2015 heeft het College de bestreden beslissing vernietigd en de exclusieve geldboete verminderd tot 83 euro, vermeerderd met de opcentiemen die ten tijde van het plegen van de feiten van toepassing waren voor de strafrechtelijke geldboeten. De Raad van State heeft met het arrest nr van 21 april 2016 dit arrest vernietigd en de zaak doorverwezen naar een anders samengestelde kamer van het College. 2. De partijen zijn opgeroepen voor de zitting van 2 juni 2016, waar de vordering tot vernietiging werd behandeld. Kamervoorzitter Marc VAN ASCH heeft verslag uitgebracht. Advocaat Sabine WULLUS die verschijnt voor de verzoekende partij en advocaat Filip VINCKE die verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord. De debatten worden gesloten. III. FEITEN 1. Op 3 juni 2013 geeft het college van burgemeester en schepenen van de gemeente... toelating aan de verzoekende partij om op 14, 15 en 16 juni 2013 een niet-ingedeelde muziekactiviteit te organiseren op de zeedijk te... ter hoogte van haar horecazaak. In artikel 2 van de beslissing worden onder andere de volgende voorwaarden opgelegd: - Elke bediener van een elektronisch versterkte muziekbedieningstafel, met een totaal geluidsniveau (incl. achtergrondgeluid) > 85 db(a) L Aeq,15mln en < 95 db(a) L Aeq,15mln, moet op een continue wijze het geluidsniveau meten en dit bovendien visueel kunnen aflezen (monitoring). Ter info : Boven de 95 db(a) L Aeq,15min (hier dus verboden) moet dit continu geregistreerd worden en dienen er gratis oordopjes verleend te worden. - Een rapport van het op elk halfuur (eerste maal bij de start van de muziekactiviteit, laatste maal op het eindtijdstip van de muziekactiviteit) aan de boxen ingestelde/gemeten geluidsniveau dient na de organisatie bezorgd te worden aan de milieudienst via milieudienst@middelkerke.be. Dit is ofwel de LAmax,slow,5min ofwel de LAeq,15min (bij voorkeur één van deze eerste 2 parameters, gecentraliseerd rond elk halfuur) ofwel in het allerslechtste geval (niet aanbevolen) de momentane waarde L p,slow klokslag op elk halfuur. Op 15 juni 2013 stelt de toezichthouder geluid van de lokale politiezone... vast dat het geluidsniveau niet gemeten werd en dat er geen geluidsmeter en geen geluidsbegrenzer aanwezig was. De volgende vaststellingen worden gedaan: Vaststellers voeren op 15/06/2013 in burger controle uit op de bierfeesten te... teneinde na te gaan of de bepalingen vermeld in VLAREM II artikel bis, 1, 1, 2 en 3, worden nageleefd. MHHC - 2

3 Na controle in verschillende tenten komen vaststellers op 15/06/2013 omstreeks 23u59 aan ter hoogte van... Ter hoogte van de handelszaak staat een tent opgesteld. Er is duidelijk muziek hoorbaar afkomstig uit de tent. Wanneer wij de tent betreden stellen wij vast dat er electronisch versterkte muziek wordt gespeeld alsook dat er dranken worden geschonken. Vaststellers identificeren zichzelf aan de hand van hun dienstkaart en spreken de DJ aan. Wij identificeren deze als de genaamde... Betrokkene is er electronisch versterkte muziek aan het spelen. Op het ogenblik van onze controle draait betrokkene zijn laatste nummer. Wij stellen vast dat de boxen niet loodrecht gericht staan op de gebouwen van de zeedijk. Wanneer wij...vragen of er meetapparatuur aanwezig is die voldoet aan de vereisten, vermeld in VLAREM II art bis, antwoordt betrokkene hierop negatief alsook is er geen geluidsbegrenzer die voldoet aan de vereisten, vermeld in VLAREM II art bis. Vaststellers treffen er de zaakvoerder aan. Wij identificeren betrokkene als de genaamde... Wij stellen betrokkene in kennis van onze vaststellingen. Betrokkene verklaart het besluit opgesteld College van Burgemeester en Schepenen te hebben ontvangen doch dat ze er geen kennis van had dat er meetapparatuur of een geluidsbegrenzer aanwezig dient te zijn. Betrokkene had het besluit slechts vluchtig bekeken. Wij spreken af met betrokkene om op een later tijdstip over te gaan tot verhoor. Deze vaststellingen worden opgenomen in het proces-verbaal nr. BG.64.L /2013, afgesloten op 23 juni 2013 en verzonden op 24 juni Het verhoor van de verzoekende partij wordt in een navolgend proces-verbaal nr. GF003080/13 van 1 juli 2013 opgenomen. Met een brief van 14 februari 2014 brengt de gewestelijke entiteit de verzoekende partij op de hoogte van haar voornemen om een exclusieve bestuurlijke geldboete op te leggen en nodigt zij de verzoekende partij uit om schriftelijk haar verweer mee te delen. De verzoekende partij bezorgt geen schriftelijk verweer aan de gewestelijke entiteit. De gewestelijke entiteit legt op 13 augustus 2014 de vermelde bestuurlijke geldboete op. Deze beslissing wordt aan de verzoekende partij betekend met een aangetekende brief van 19 augustus De verwerende partij motiveert haar beslissing als volgt: 3.1 De milieu-inbreuk en de toerekenbaarheid aan de overtreder Overwegende dat het CBS van de gemeente Middelkerke vermoedelijke overtreder conform artikel 6.7.3, 3 van VLAREM II de toelating gaf voor een niet-ingedeelde muziekactiviteit die plaatsvond van 14 juni 2013 tot en met 16 juni 2013 op de zeedijk te Middelkerke. Overwegende dat wanneer het CBS de muziekactiviteit, vermeld in artikel 6.7.3, 3 van VLAREM II, toelaat met een geluidsniveau van > 85 db(a) LAeq,15min en 95 db(a) LAeq,15min, de bepalingen vermeld in artikel bis, 1, 1, 2 en 3 van VLAREM II, van toepassing zijn; dat deze bepalingen bijgevolg van toepassing zijn voor het evenement op 15 juni MHHC - 3

4 Overwegende dat conform artikel bis, 1.3 van VLAREM II op initiatief en op kosten van de exploitant, zijnde de vermoedelijke overtreder, ofwel LAeq,15min, ofwel LAmax,slow continu gemeten moet worden door middel van meetapparatuur die voldoet aan de vereisten, vermeld in artikel 2 van bijlage bis van VLAREM II. Overwegende dat conform artikel bis, 1.3 van VLAREM II de verplichting tot het meten van het geluidsniveau niet geldt als door de exploitant een geluidsbegrenzer gebruikt wordt die zo is afgesteld dat de norm gerespecteerd wordt; dat deze geluidsbegrenzer moet voldoen aan de vereisten, vermeld in artikel 2 van bijlage bis van VLAREM II. Overwegende dat door verbalisant werd vastgesteld dat op 15 juni 2013 het geluidsniveau niet gemeten werd; dat er hiertoe geen sonometer aanwezig was; dat er tevens geen geluidsbegrenzer aanwezig was; dat dit een schending uitmaakt van artikel bis, 1.3, eerste lid van VLAREM II. Overwegende dat vermoedelijke overtreder aanhaalt dat hij de nieuwe regelgeving niet kende; dat deze aangevoerde onwetendheid over wat al dan niet toegelaten was, het bestaan van de milieu-inbreuk niet wegneemt; dat vermoedelijke overtreder informatie had moeten inwinnen over het bestaan van wettelijke verplichtingen; dat er geen onoverwinnelijke rechtsdwaling was in hoofde van vermoedelijke overtreder. Overwegende dat bovenvermelde feiten vallen onder de definitie van milieu-inbreuk, conform artikel DABM en bijlage VII Milieuhandhavingsbesluit, waarvoor een exclusieve bestuurlijke geldboete kan worden opgelegd. Overwegende dat de milieu-inbreuk niet betwist wordt en in hoofde van de overtreder vaststaat De hoogte van de boete Overwegende dat bij de bepaling van de hoogte van de geldboete rekening wordt gehouden met de ernst van de milieu-inbreuk, de frequentie en de omstandigheden waarin de milieuinbreuk is gepleegd of beëindigd De ernst van de feiten Overwegende dat bovenvermelde regelgeving ertoe strekt om de negatieve milieu- en veiligheidsinvloeden van menselijke bedrijvigheden en handelingen die milieubelastend (kunnen) zijn, of die gevaarrisico's in zich (kunnen) dragen, te voorkomen of te beperken. Overwegende dat het niet meten van het geluidsniveau tijdens het evenement, de inschatting van de impact van het geluidsniveau op de bezoekers en omwonenden onmogelijk maakt. Overwegende dat hierdoor niet gecontroleerd kon worden of de opgelegde geluidsnormen al dan niet gerespecteerd werden. Overwegende dat de overtreder de inbreuk in professioneel verband heeft gepleegd. MHHC - 4

5 Overwegende dat bovenvermelde feiten voldoende ernstig zijn om gesanctioneerd te worden met een exclusieve bestuurlijke geldboete De frequentie Overwegende dat het een eenmalige schending betreft; dat er minstens geen indicaties zijn die erop wijzen dat bij overtreder reeds eerder vergelijkbare feiten werden vastgesteld in een verslag van vaststelling; dat de factor frequentie bijgevolg geen aanleiding geeft tot een hogere geldboete De omstandigheden Overwegende dat wat dit milieumisdrijf betreft er voor het overige geen bijzondere omstandigheden zijn die in acht worden genomen bij het bepalen van de hoogte van de boete. Dit is de bestreden beslissing. 2. Het College heeft met het arrest nr. MHHC-15/29-K6 van 13 augustus 2015 de bestreden beslissing vernietigd en de exclusieve geldboete verminderd tot 83 euro, vermeerderd met de opcentiemen die ten tijde van het plegen van de feiten van toepassing waren voor de strafrechtelijke geldboeten. De Raad van State heeft met het arrest nr van 21 april 2016 dit arrest vernietigd en de zaak doorverwezen naar een anders samengestelde kamer van het College. IV. ONTVANKELIJKHEID VAN DE VORDERING TOT VERNIETIGING Uit het dossier blijkt dat het beroep tijdig en regelmatig is ingesteld. Er worden geen excepties opgeworpen. V. ONDERZOEK VAN DE VORDERING TOT VERNIETIGING A. Voorafgaand Artikel 15 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals gewijzigd bij de wet van 20 januari 2014, bepaalt dat de administratieve rechtscolleges waarnaar de Raad van State de zaak na een vernietigingsarrest verwijst, zich gedragen naar dit arrest ten aanzien van de daarin beslechte rechtspunten. In het vernietigingsarrest van de Raad van State wordt het eerste en tweede cassatiemiddel als volgt gegrond bevonden: De verzoekende partij zet uiteen dat artikel DABM verplicht, om bij het vastleggen van het bedrag van de op te leggen bestuurlijke geldboete, onder meer rekening te houden met de omstandigheden waarin de vermoedelijke overtreder "milieu-inbreuken (...) heeft gepleegd of beëindigd". Dat impliceert dat het moet gaan om omstandigheden die MHHC - 5

6 rechtstreeks gerelateerd kunnen en mogen worden aan de "milieu-inbreuk(en)" zelf, te dezen dus het ontbreken van geluidsmeetapparatuur op de plaats van de vaststellingen. Zoals de verzoekende partij uitlegt in de procedure voor de bodemrechter en in de cassatieprocedure heeft de verplichting om bij het organiseren van niet ingedeelde muziekactiviteiten een geluidsmeter te plaatsen tot doel rechtstreeks en onmiddellijk toezicht mogelijk te maken op het geproduceerde geluidsniveau door de organisator/bediener van de installatie en toezichthoudende ambtenaren. De bodemrechter vermocht dus niet het ontbreken van vaststellingen van een overschrijding van het geluidsniveau aan te grijpen als een relevante en met de inbreuk verband houdende omstandigheid om het bedrag van de boete te reduceren. In het beschikkend gedeelte van het vernietigingsarrest van de Raad van State wordt het arrest van het College anderzijds in zijn geheel vernietigd. Het College dient bijgevolg de ingestelde vordering opnieuw in haar geheel te beoordelen, met dien verstande dat het College zich moet gedragen naar het arrest van de Raad van State ten aanzien van de daarin beslechte rechtspunten. B. Eerste bezwaar Standpunt van de partijen 1. De verzoekende partij roept de schending in van de redelijke termijneis als algemeen beginsel van behoorlijk bestuur. Vooreerst stelt zij dat de termijnen bepaald in de artikelen en van decreet van 5 april 1995 houdende de algemene bepalingen inzake milieubeleid (hierna DABM) niet nageleefd zijn en dat zij slechts meer dan één jaar na de begane inbreuk in kennis gesteld is van het opleggen van een exclusieve bestuurlijke geldboete. In zoverre de termijn van 90 dagen om te beslissen niet op straffe van verval is voorgeschreven betoogt de verzoekende partij dat de beslissing nietig is ingevolge het overschrijden van de redelijke termijn. Zij stelt dat zij er alle belang bij heeft om binnen korte termijn duidelijkheid te krijgen over het al dan niet opleggen van de geldboete teneinde de financiële gevolgen ervan op haar bedrijf te kunnen inschatten. 2. In haar memorie van antwoord stelt de verwerende partij dat het College bij herhaling heeft overwogen dat men een daadwerkelijke belangenschade dient aan te tonen ingeval men een schending van de redelijke termijn opwerpt. Zij stelt dat de verzoekende partij haar (financieel) belang onvoldoende concretiseert en besluit tot de onontvankelijkheid van het bezwaar. Ten gronde merkt de verwerende partij op dat de verzoekende partij wel degelijk uitgenodigd is om binnen de dertig dagen haar verweer mee te delen. Weliswaar is de kennisgeving niet binnen de zestig dagen verstuurd, en is de beslissing nadien niet binnen de negentig dagen genomen, maar de voorgeschreven termijnen zijn geen vervaltermijnen maar slechts termijnen van orde. Beoordeling door het College 1. MHHC - 6

7 In zoverre de verzoekende partij in het middelonderdeel bedoelt dat de kennisgeving niet binnen de 30 dagen verstuurd is, merkt het College op dat de voorgeschreven termijn door artikel , 1, eerste lid DABM geen vervaltermijn is, maar een termijn van orde. De loutere overschrijding van de termijn leidt niet tot bevoegdheidsverlies en kan bijgevolg niet leiden tot vernietiging van de bestreden beslissing. Uit de stukken van het dossier blijkt dat de gewestelijke entiteit met een aangetekende brief van 14 februari 2014 de verzoekende partij op de hoogte brengt van haar voornemen om een exclusieve geldboete op te leggen en nodigt zij de verzoekende partij uit om binnen een termijn van dertig dagen schriftelijk argumenten in te dienen. De stelling van de verzoekende partij dat dit niet is gebeurd, mist feitelijke grondslag. 2. De beslissingstermijn voorzien in artikel , eerste lid DABM is eveneens een termijn van orde. Een overschrijding van deze termijn heeft niet tot gevolg dat de gewestelijke entiteit de bevoegdheid verliest om een bestuurlijke geldboete op te leggen. Het zorgvuldigheidsbeginsel vereist weliswaar dat de gewestelijke entiteit haar beslissing neemt en hiervan kennis geeft binnen een redelijke termijn. Het College beschikt in dat verband over een marginale toetsingsbevoegdheid en gaat na of de beslissing niet binnen een kennelijk onredelijke termijn genomen is. De verwerende partij werpt vergeefs op dat het middelonderdeel onontvankelijk is omdat de verzoekende partij haar belang niet afdoende concretiseert. De algemene beginselen van behoorlijk bestuur, en meer bepaald het zorgvuldigheidsbeginsel, leggen de overheid de verplichting op om binnen een redelijke termijn een beslissing te nemen bij het opleggen van een bestuurlijke geldboete. Deze verplichting draagt in zich reeds het vermoeden van belangenschade in hoofde van de overtreder, die er mag op rekenen dat de punitieve sanctie die in de vorm van een bestuurlijke geldboete opgelegd wordt, hem niet binnen een kennelijk onredelijke termijn wordt ter kennis gebracht, temeer gelet op de uiterst ruime vork tussen de minimumboete van 0 euro en de maximumboete van euro die de decreetgever overeenkomstig artikel , derde lid DABM heeft toegekend aan de gewestelijke entiteit. Onder het begrip kennelijk onredelijke termijn dient verstaan te worden een termijn die zodanig laattijdig is dat het niet meer redelijk geacht wordt om alsnog de normale voor de inbreuk decretaal toepasselijke administratieve punitieve sanctie op te leggen. De redelijke termijnvereiste, die zich ten aanzien van de bestuurlijke overheid manifesteert als de verplichting om als een bonus pater familias te handelen, dient in concreto geëvalueerd te worden. Conform de wettelijke ordetermijn diende de beslissing in principe genomen te worden negentig dagen na de kennisgeving 14 februari Deze termijn verstreek bijgevolg op 15 mei De beslissing werd genomen op 13 augustus Het College is van oordeel dat de verzoekende partij geen concrete elementen aanreikt die aannemelijk maken dat de beslissing binnen een dermate onredelijke termijn genomen is, dat zulks moet leiden tot een verlaging van de opgelegde geldboete. Het bezwaar wordt verworpen. C. Tweede bezwaar Standpunt van de partijen 1. MHHC - 7

8 De verzoekende partij roept de schending in van de artikelen en DABM en van de motiveringsverplichting en het proportionaliteitsbeginsel als algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Zij stelt dat de opgelegde boete kennelijk in wanverhouding tot de feiten staat en geeft de volgende elementen, die kunnen leiden tot het milderen van de boete: - de disc-jockey (hierna: DJ) beging eigenlijk de inbreuk en had haar mondeling toegezegd dat alles in orde was zodat ze daar te goeder trouw op voortging; zij mocht erop vertrouwen dat de DJ op de hoogte diende te zijn van de wettelijke bepalingen en dat hij de nodige maatregelen zou nemen; - er werden geen geluidsmetingen uitgevoerd, zodat men in casu niet weet of het maximale niveau overschreden werd. Tevens werden er geen klachten van overlast genoteerd, aangezien er geen klachten van nachtlawaai geweest zijn; - daarenboven heeft de verzoekende partij bij de vaststelling van de inbreuken vrijwillig de muziek stilgelegd en de tent gesloten. De verzoekende partij stelt tevens dat het een éénmalig feit geweest is. Voornoemde elementen dienen volgens de verzoekende partij als verzachtende omstandigheden beschouwd te worden en zijn door de verwerende partij niet in rekening gebracht bij de bepaling van de hoogte van de boete. Tenslotte stelt de verzoekende partij dat de verwerende partij nalaat de hoogte van de boete te motiveren. Zij besluit dat het voor haar een raadsel is waarom de verwerende partij een hogere geldboete dan de minimumgeldboete oplegt temeer de frequentie geen aanleiding gaf tot verhoging van de geldboete. Volgens haar heeft de verwerende partij geen rekening gehouden met de omstandigheden. 2 De verwerende partij antwoordt dat de verzoekende partij ingaat tegen art bis, 1, 3 Vlarem II dat stelt dat de metingen op initiatief en op kosten van de exploitant dienen te gebeuren en dat het geluidsniveau door de exploitant continu bewaakt moet worden. Zij merkt op dat de DJ in opdracht van de verzoekende partij handelde, dat de verzoekende partij op de hoogte was van de voorwaarden en deze duidelijk niet aan de DJ heeft doorgegeven en dat nergens aangetoond is dat de DJ zelfs maar weet had van de voorwaarden. De bewering dat de DJ mondeling zou hebben toegezegd dat alles in orde was, beschouwt de verwerende partij als een inhoudsloze bewering. De verwerende partij stelt de verzoekende partij niet beboet is voor enige overtreding van het geluidsniveau, zodat het geen belang heeft of er al dan niet klachten genoteerd zijn. De verbalisanten schrijven dat op het ogenblik van de controle de betrokkene zijn laatste nummer draait, zodat het stilleggen van de muziek een loutere toevalligheid is en dat het alleszins niet onredelijk is dat dit toevallig element niet mee in rekening is genomen. De verwerende partij stelt verder dat het eenmalig karakter van de feiten meegenomen is in de beslissing, waarbij gesteld is dat de factor frequentie geen aanleiding heeft gegeven tot een verhoging van de geldboete. Volgens de verwerende partij is het volstrekt onduidelijk over welke omstandigheden (behalve de reeds in de memorie van antwoord behandelde omstandigheden) de verzoekende partij het zou kunnen hebben. De boete is in casu correct gemotiveerd overeenkomstig het DABM en de formele motiveringswet. De verzoekende partij toont volgens haar niet aan dat de verwerende partij op enig MHHC - 8

9 punt kennelijk onredelijk geoordeeld heeft. Voor het overige is het verzoekschrift dermate onduidelijk is dat verwerende partij er geen nieuwe argumenten kan in ontwaren. Tenslotte wijst de verwerende partij er op dat uitstel van de boete geen element is dat tot het arsenaal behoort van de mogelijkheden die de verwerende partij heeft overeenkomstig art , 3 DABM. Beoordeling door het College 1 De verzoekende partij werpt in een eerste onderdeel op dat de eigenlijke inbreuk door de aangestelde DJ gepleegd is en zulks als een boeteverlagende factor had moeten meegenomen worden. Artikel bis, 1, 3 van VLAREM II legt een aantal verplichtingen op aan de exploitant van de inrichting. Als exploitant van een inrichting wordt overeenkomstig artikel 2, 3 Milieuvergunningsdecreet en artikel 1, 6 Vlarem I aangeduid "elke natuurlijke of rechtspersoon die een inrichting exploiteert of voor wiens rekening een inrichting wordt geëxploiteerd". Het wordt niet betwist dat de verzoekende partij exploitant is van de voor het publiek toegankelijke horeca-inrichting, waar een niet-ingedeelde muziekactiviteit plaats vond. Bovendien heeft zij in haar hoedanigheid van exploitant van de inrichting ook de toelating gevraagd aan het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente... om een niet-ingedeelde muziekactiviteit met afwijking van de geluidsnormen te organiseren. De toelating werd haar op 3 juni 2013 verleend. Op haar rust dan ook de verplichting om artikel bis VLAREM II na te leven. De verzoekende partij is in de bestreden beslissing terecht als 'overtreder' aangemerkt en kan zich voor wat betreft de op haar rustende verplichtingen niet verschuilen achter een door haar aangestelde persoon, voor wie zij overigens ten aanzien van derden aansprakelijk is. Het middelonderdeel wordt verworpen. 2.1 Volgens de verzoekende partij bestaat er een kennelijke wanverhouding tussen de feiten en de opgelegde geldboete en verantwoorden de in het verzoekschrift vermelde omstandigheden een vermindering van de opgelegde sanctie. 2.2 Overeenkomstig artikel DABM moet de gewestelijke entiteit er bij het opleggen van een bestuurlijke geldboete voor zorgen dat geen kennelijke wanverhouding bestaat tussen de feiten die aan de bestuurlijke geldboete ten grondslag liggen en de boete die op grond van die feiten opgelegd wordt. Gezien de discretionaire beslissingsruimte waarover de gewestelijke entiteit beschikt bij het bepalen van het boetebedrag, kan er van een schending van het proportionaliteitsbeginsel slechts sprake zijn als de gewestelijke entiteit op kennelijk onredelijke wijze toepassing gemaakt heeft van de decretale waarderingscriteria tot bepaling van het boetebedrag. De verzoekende partij onderbouwt niet met concrete elementen waarom zij van oordeel is dat de opgelegde boete kennelijk onredelijk is ten aanzien van de feiten die aan het milieumisdrijf ten grondslag liggen. Het louter gegeven dat de verzoekende partij er een andere mening op nahoudt, doet hieraan geen afbreuk. Mede in het licht van wat hierna volgt met betrekking tot de waarderingscriteria zoals omschreven in artikel DABM, is er naar het oordeel van het MHHC - 9

10 College geen aanleiding om aan te nemen dat het bedrag van de opgelegde boete in een kennelijke wanverhouding staat tot de feiten die eraan ten grondslag liggen. 2.3 Artikel DABM bepaalt dat de gewestelijke entiteit de hoogte van de boete moet afstemmen op de ernst van het milieumisdrijf en tevens moet rekening houden met de omstandigheden waarin de vermoedelijke overtreder milieu-inbreuken of milieumisdrijven heeft gepleegd of beëindigd. Uit artikel DABM Milieuhandhavingscollege over een eigen beoordelingsbevoegdheid beschikt. De bodemrechter beslist op grond van de elementen die hem regelmatig voorgelegd worden op onaantastbare wijze of de gewestelijke entiteit de decretale waarderingscriteria beoordeeld heeft en niet op kennelijk onredelijke wijze heeft toegepast. Het ontbreken van vaststellingen van een overschrijding van het geluidsniveau kan niet aanzien worden als een relevante en met de inbreuk verband houdende omstandigheid. De afwezigheid hiervan wordt immers rechtstreeks mogelijk gemaakt door de niet-naleving door de verzoekende partij van de verplichting om bij het organiseren van niet-ingedeelde muziekactiviteiten een geluidsmeter te plaatsen, die precies tot doel heeft rechtstreeks en onmiddellijk toezicht mogelijk te maken op het geproduceerde geluidniveau. De verzoekende partij kan evenmin gevolgd worden dat een verlaging van de boete kan overwogen worden omdat er geen klachten waren wegens geluidsoverlast door omwonenden. Dergelijk gegeven kan evenmin beschouwd worden als een relevante en met de inbreuk gerelateerde omstandigheid. De opgelegde geldboete houdt immers geen verband met klachten van lawaaihinder, maar heeft betrekking op de verplichting een efficiënt toezicht op de naleving van de geluidsnormen mogelijk te maken door het plaatsen van een geluidsbegrenzer en de aanwezigheid van een geluidsmeter. Ook het sluiten van de tent en stilleggen van de muziek, kan naar het oordeel van het College niet als een verzachtende omstandigheid in aanmerking genomen worden vermits dit rechtstreeks voortvloeit uit de niet-naleving van de opgelegde verplichting om een geluidsmeter en geluidsbegrenzer te plaatsen. Het College stelt anderzijds vast dat de gewestelijke entiteit het eenmalig karakter van de gepleegde feiten heeft betrokken in haar beoordeling in de mate dat de factor frequentie niet geleid heeft tot een verhoging van de boete. Anders dan de verzoekende partij voorhoudt, dient de gewestelijke entiteit niet expliciet te motiveren waarom zij een hogere geldboete oplegt dan de minimumboete. Het volstaat dat de motivering voldoende draagkrachtig en concreet is ter ondersteuning van de genomen beslissing. De gewestelijke entiteit beschikt bij het opleggen van de boete over een discretionaire beoordelingsmarge en dient haar motieven niet te motiveren. Uit wat voorafgaat, blijkt dat de verzoekende partij het kennelijk onredelijk karakter van de bestreden beslissing niet aannemelijk maakt, noch aantoont in welke mate de beslissing niet afdoende gemotiveerd is in het licht van de bepalingen van artikel juncto DABM. Het proces-verbaal opgesteld door de verbalisant vermeldt dat er elk jaar klachten van geluidsoverlast binnenkomen bij gelegenheid van de jaarlijks weerkerende feestelijkheden. Ten gevolge hiervan is sedert 2013 een actief handhavingsbeleid uitgewerkt binnen de politiezone Middelkerke. De verzoekende partij kan niet ernstig beweren dat zij als uitbater van een lokale handelszaak hiervan niet op de hoogte was. In dat licht lijkt de bemerking van de zaakvoerder dat MHHC - 10

11 hij het besluit van het college van burgemeester en schepenen slechts vluchtig gelezen had, weinig geloofwaardig. Het College is ten slotte niet bevoegd om uitstel van betaling te verlenen voor een opgelegde bestuurlijke geldboete. Het College merkt op dat overeenkomstig artikel DABM een gemotiveerd verzoek tot uitstel of spreiding van betaling kan gericht worden aan de ambtenaar, belast met de inning en invordering. De modaliteiten ervan staan vermeld in de bijlage bij de bestreden beslissing. Het bezwaar wordt verworpen. OM DEZE REDENEN BESLIST HET MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE 1. Het beroep wordt verworpen. 2. De behandeling van het beroep heeft geen kosten met zich gebracht, zodat een beslissing over de kosten van het geding zonder voorwerp is. Dit arrest is uitgesproken te Brussel, in openbare zitting op 16 juni 2016, door het Milieuhandhavingscollege vierde kamer, samengesteld uit: Marc VAN ASCH, Geert DE WOLF, Filip VAN ACKER, voorzitter van de vierde kamer bestuursrechter bestuursrechter met bijstand van Chana GIELEN, toegevoegd griffier De toegevoegd griffier, De voorzitter van de vierde kamer, Chana GIELEN Marc VAN ASCH MHHC - 11

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/29-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Sabine WULLUS, advocaat met kantoor te 8630

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 16 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0076 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0109/M Verzoekende partij de bvba JACQUES GHEYSENS vertegenwoordigd door advocaat Thomas BAILLEUL

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege 14_PS_ Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/53-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ], zaakvoerder, hierna de verzoekende

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/35-VK van 18 april 2013 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Albert COPPENS, advocaat, met kantoor te 9300

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0113 van 26 april 2016 in de zaak MHHC/1415/0065/M/0053 In zake: de nv AGROTECH BELGASIA, met zetel te 8870 Izegem, Gentse Heerweg 78 waar woonplaats wordt

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/56-VK van 13 juni 2013 In de zaak van de VZW [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Bart D HAENE, advocaat, met kantoor te 2300 TURNHOUT,

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/2-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/31-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/12-K7 van 26 februari 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Sarah BERNAERS, advocaat, met kantoor te 9100 SINT-NIKLAAS,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/14-K7 van 12 maart 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/100-VK van 5 december 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 17 oktober 2017 met nummer MHHC/M/1718/0022 in de zaak met rolnummer 1617-MHHC-0018-M Verzoekende partij Jeroen VAN BYLEN met woonplaatskeuze te 2250 Olen, Gerheiden

Nadere informatie

Infosessies geluidsnormen muziek

Infosessies geluidsnormen muziek Infosessies geluidsnormen muziek Sigrid Raedschelders/ Anne Van Riet Afdeling Milieuhandhaving, Milieuschade en Crisisbeheer (AMMC) Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Overzicht 1. Regelgeving m.b.t.

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege 14_PS_ Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/50-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/37-VK van 12 juni 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Mary VANDE ROSTYNE, advocaat, met kantoor te 9950 WAARSCHOOT, Molenstraat

Nadere informatie

hierna de tegen hierna de

hierna de tegen hierna de Milieuhandhavingscollege Arrestt MHHC-12/18-VK van 24 april 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/3-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/82-VK van 10 oktober 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC/M/1516/0030 van 26 november 2015 In de zaak van de bvba 10POND, met maatschappelijke zetel te 9770 Kruishoutem, Duifhuisstraat 21, voor en namens wie optreedt mr. Koen

Nadere informatie

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 9 oktober 2018 met nummer HHC/M/1819/0013 in de zaak met rolnummer 1718/HHC/0024/M Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Maria VAN HOVE wonende te 2270 Herenthout,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0149 van 12 juli 2016 in de zaak MHHC/1415/0070/M/0067 In zake: de heer Rik VERSTRAETE, wonende te 8792 Desselgem, Meelstraat 88 verzoekende partij tegen:

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/104-VK van 19 december 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2014/0287 van 22 april 2014 in de zaak 1213/0576/A/1/0539 In zake: mevrouw Martine VAN BOCXLAER, wonende te 9940 Evergem, Langerbrugsestraat 36 verzoekende

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 25 juli 2017 met nummer MHHC- M /1617/0114 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0147/M Verzoekende partij de bvba M.V.T. TRANS vertegenwoordigd door advocaat Noëlla VIAENE

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 28 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0045 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0097/M Verzoekende partij Verwerende partij Marc Broucke, met woonplaatskeuze te 8830 Hooglede,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2014/0038 van 24 juni 2014 in de zaak 1314/0216/A/4/0183 In zake: de heer Daniël VANDERVELPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert DEMIN

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/56-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Sam DULLAERT, advocaat, met kantoor te 9100

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/1294 van 28 juni 2016 in de zaak 1314/0440/A/4/0401 In zake: de heer Alain CHABEAU advocaat Dominique VERMER kantoor houdende te 1160 Brussel, Tedescolaan

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 11 september 2018 met nummer RvVb/A/1819/0052 in de zaak met rolnummer 1718/RvVb/0029/A Verzoekende partij mevrouw Gerda BORREMANS vertegenwoordigd door advocaat

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0033 van 22 december 2015 in de zaak 14/MHHC/60-M In zake: de nv [ ] bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Dominique VERMER met kantoor te 1160 Brussel,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/49-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Yves TORFS, advocaat, met kantoor te 2200

Nadere informatie

hierna de tegen 6/24, hierna de

hierna de tegen 6/24, hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/30-VK van 5 juli 2012 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Greg JACOBS, advocaat, met kantoor te 1831 DIEGEM,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/34-K7 van 31 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0041 van 14 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/78-M In zake : mevrouw [ ] wonende te [ ] verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER TUSSENARREST nr. S/2013/0269 van 17 december 2013 in de zaak 1112/0485/SA/3/0437 In zake: 1. de heer..., wonende te... 2. mevrouw..., wonende

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER ARREST nr. A/2013/0075 van 19 februari 2013 in de zaak 2010/0528/SA/3/0681 In zake: de nv... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/19-K6 van 2 april 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0153 van 26 juli 2016 in de zaak MHHC/1415/0093/M/0082 In zake: bvba J. KRIJNEN KEUKENS bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Harry HENDRICKX kantoor

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 20 februari 2018 met nummer MHHC/M/1718/0066 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0069/M Verzoekende partij de bvba AURO-TECH, met woonplaatskeuze te 9111 Sint-Niklaas,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/33-K7 van 31 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0048 van 21 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/89-M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/10-K7 van 19 februari 2015 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Mario DEKETELAERE, advocaat, met kantoor te

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/1202 van 7 juni 2016 in de zaak 1213/0253/SA/8/0233 In zake: de heer David DE CORTE mevrouw Mia LEFEVRE 3. de heer Luc LEFEVRE 4. de heer Wouter

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/4-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ], wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw; BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw; BESLUIT: Ontwerp van decreet houdende wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en wijziging van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 19 juni 2018 met nummer RvVb/A/1718/1022 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0396/A Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Marina VERPLANCKE, wonende te

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 8 november 2016 met nummer RvVb/A/1617/0231 in de zaak met rolnummer 1314/0771/A/2/0738 Verzoekende partij 1. de heer Tom BELMANS 2. mevrouw Christ l MAES 3.

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2015/0033 van 4 augustus 2015 in de zaak 1415/0262/A/2/0254 In zake: 1. de heer Marc DE SMET 2. de heer Marnix DECOCK beiden wonende te 8500 Kortrijk,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER ARREST nr. S/2011/00007 van 9 februari 2011 in de zaak 2010/0401/SA/3/0363 In zake: 1.... 2.... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2011/0162 van 9 november 2011 in de zaak 2010/0276/SA/3/0255 In zake: 1.... 2.... beiden wonende te... advocaat Gert BUELENS kantoor houdende te 2800 Mechelen,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/63-VK van 16 juli 2013 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0601 van 16 februari 2016 in de zaak RvVb/1415/0481/A/0466 In zake: de heer Theodoor GORISSEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Antoon

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 28 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0047 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0099/M Verzoekende partij de bvba IMBRECHTS, met zetel te 1910 Kampenhout, Haachtsesteenweg

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE TIENDE KAMER ARREST nr. UDN/2015/0005 van 19 maart 2015 in de zaak RvVb/1415/0006/UDN In zake: 1. de heer Yves VANNERUM 2. mevrouw Kathleen CRABBE advocaten

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/65-VK van 25 september 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreden mrs. Thierry WILLEMS en William WILLEMS, advocaten,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0511 van 26 januari 2016 in de zaak 1314/0461/SA/3/0431 In zake: de LEIDEND AMBTENAAR van het Agentschap Onroerend Erfgoed advocaat Philippe DECLERCQ

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0056 van 28 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/96-M In zake:... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Piet DE GROOTE met kantoor te 8300 Knokke-Heist,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERKIEZINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERKIEZINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERKIEZINGSBETWISTINGEN ARREST Nr. R.Verkb.2015/0001 van 31 maart 2015 in de zaak 1415/0001 In zake: de heer Steven APER, wonende te 9180 Moerbeke, Damstraat 159 verzoekende partij Belanghebbende

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2012/0457 van 7 november 2012 in de zaak 1011/0835/A/3/0784 In zake: de heer.., wonende te.. bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert VRINTS kantoor

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/71-VK van 20 oktober 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Luc RYCKAERT, advocaat, met kantoor te 9900 EEKLO, Koningin Astridplein

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0314 van 1 december 2015 in de zaak RvVb/1415/0609/A/0602 In zake: de heer Bart DEVOS bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Greg JACOBS

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 OKTOBER 2015 P.14.0355.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0355.N I H nv, vertegenwoordigd door de lasthebber ad hoc Filip Mertens, met kantoor te 9000 Gent, Coupure 373, eiseres, met als

Nadere informatie

STROOMDIAGRAM MILIEUHANDHAVING BEROEP BIJ HET MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

STROOMDIAGRAM MILIEUHANDHAVING BEROEP BIJ HET MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE STROOMDIAGRAM MILIEUHANDHAVING BEROEP BIJ HET MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE Art. 16.4.46 DABM: De beroepen tegen de beslissingen van de gewestelijke entiteit houdende de oplegging van een alternatieve of exclusieve

Nadere informatie

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 13 maart 2018 met nummer HHC/M/1718/0082 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0088/M Verzoekende partij de heer Julius DEMEDTS vertegenwoordigd door advocaat Dirk BAILLEUL met

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2015/0008 van 13 januari 2015 in de zaak 1314/0021/A/2/0050 In zake: 1. de heer Albert VRANKEN 2. mevrouw Marie-Joanna BRABANTS bijgestaan en vertegenwoordigd

Nadere informatie

Aanvraag niet-ingedeelde muziekactiviteit

Aanvraag niet-ingedeelde muziekactiviteit STAD HARELBEKE MILIEUDIENST Marktstraat 29, 8530 HARELBEKE 0800 21 202 FAX. 056/733389 Aanvraag niet-ingedeelde muziekactiviteit De muziekactiviteit die men aanvraagt dient te voldoen aan de bepalingen

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 16 augustus 2016 met nummer RvVb/S/1516/1447 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0336/SA Verzoekende partijen 1. de heer Kristoffel VOSSEN 2. mevrouw Simonne

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/60-VK van 27 juni 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER TUSSENARREST nr. S/2015/0029 van 24 maart 2015 in de zaak 1213/0772/SA/3/0732 In zake: 1. de stad TIELT, vertegenwoordigd door het college

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2014/0492 van 22 juli 2014 in de zaak 2010/0393/A/3/0470 In zake: de heer..., wonende te... verzoekende partij tegen: de deputatie van de provincieraad van

Nadere informatie

7 Belgisch Staatsblad d.d VLAAMSE OVERHEID

7   Belgisch Staatsblad d.d VLAAMSE OVERHEID VLAAMSE OVERHEID N. 2012 967 [C 2012/35373] 17 FEBRUARI 2012. Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0042 van 14 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/79-M In zake : de heer [ ] wonende te [ ] verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0697 van 1 maart 2016 in de zaak RvVb/1415/0538/SA/0518 In zake: het college van burgemeester en schepenen van de stad OUDENBURG bijgestaan en vertegenwoordigd

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2010/0033 van 20 oktober 2010 in de zaak 2010/0309/A/3/0291 In zake:... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert AMPE kantoor houdende te 8400

Nadere informatie

Geluidsnormen in de horeca

Geluidsnormen in de horeca Geluidsnormen in de horeca Een gids voor Leuvense Horeca-uitbaters De nieuwe geluidsnormen voor muziekactiviteiten * toepassing van de Wet Schauvlieghe (01-01-2013) Bent u uitbater van een horeca-zaak

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VOORZITTER VAN DE IXe KAMER ARREST. nr van 18 oktober 2018 in de zaak A. 217.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VOORZITTER VAN DE IXe KAMER ARREST. nr van 18 oktober 2018 in de zaak A. 217. RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK VOORZITTER VAN DE IXe KAMER ARREST nr. 242.698 van 18 oktober 2018 in de zaak A. 217.780/IX-8773 In zake: het OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 DECEMBER 2006 F.05.0019.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.05.0019.N 1. S.W., en zijn echtgenote, 2. O.W., eisers, vertegenwoordigd door mr. Pierre van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 2 augustus 2016 met nummer RvVb/A/1516/1389 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0046/SA Verzoekende partij mevrouw Pauline PENNE vertegenwoordigd door advocaat

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/55-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Filip SOETAERT, advocaat, met kantoor te 8500 KORTRIJK, Doorniksewijk

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. IXe KAMER A R R E S T. nr van 23 oktober 2018 in de zaak A /IX-9318

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. IXe KAMER A R R E S T. nr van 23 oktober 2018 in de zaak A /IX-9318 RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK IXe KAMER A R R E S T nr. 242.741 van 23 oktober 2018 in de zaak A. 224.155/IX-9318 In zake : Gunter CARLIER bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Sven

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0117 van 26 april 2016 in de zaak MHHC/1415/0094/M/0081 In zake: de bvba VINCKE bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Sam DULLAERT kantoor houdende

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0901 van 5 april 2016 in de zaak 1213/0305/SA/1/0295 In zake: de heer Geert STANDAERT bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaten Koen GEELEN

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/1491 van 30 augustus 2016 in de zaak RvVb/1415/0506/A/0495 In zake: de bvba MONDY bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaten Jan FERLIN, Peter

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0046 van 21 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/87-M In zake:... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Koenraad DEGROOTE met kantoor te 8720 Wakken,

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VIIe KAMER A R R E S T. nr. 232.747 van 29 oktober 2015 in de zaak A. 211.970/VII-39.075.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VIIe KAMER A R R E S T. nr. 232.747 van 29 oktober 2015 in de zaak A. 211.970/VII-39.075. RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK VIIe KAMER A R R E S T nr. 232.747 van 29 oktober 2015 in de zaak A. 211.970/VII-39.075. In zake : de BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2011/0068 van 11 mei 2011 in de zaak 2010/0306/A/3/0288 In zake: mevrouw..., wonende te 1020 Brussel,... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Damien

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/74-VK van 20 oktober 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd

Nadere informatie

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2017/214/(...)

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2017/214/(...) 1 KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING Nr. GOO/2017/214/(...) Inzake : (...), wonende te ( ), Verzoekende partij Tegen: (...), vertegenwoordigd door het College van Burgemeester

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T. nr van 4 maart 2010 in de zaak A /XII-5232.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T. nr van 4 maart 2010 in de zaak A /XII-5232. RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T nr. 201.488 van 4 maart 2010 in de zaak A. 185.318/XII-5232. In zake : Mario DE VILLA, die woonplaats kiest bij advocaat G. Vanhoucke, kantoor

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2015/0296 van 19 mei 2015 in de zaak 1011/0224/A/3/00193 In zake: het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, bijgestaan en vertegenwoordigd

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 26 september 2017 met nummer RvVb/A/1718/0094 in de zaak met rolnummer 1617/RvVb/0579/SA Verzoekende partijen Verwerende partij 1. de heer William ROTTIERS

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 31 MAART 2015 P.14.0392.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0392.N 1. M L E V U, beklaagde, 2. H R G V B, beklaagde, eisers, met als raadsman mr. Jaak Haentjens, advocaat bij de balie te Dendermonde.

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 26 september 2017 met nummer RvVb/A/1718/0092 in de zaak met rolnummer 1617-RvVb-0521-A Verzoekende partij de nv ASPIRAVI vertegenwoordigd door advocaat Gregory

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 12 september 2017 met nummer MHHC/M/1718/0002 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0103/M Verzoekende partij Verwerende partij de lv NELIS-CILLEN-CAYMAX vertegenwoordigd

Nadere informatie

VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA

VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA ALGEMENE KAMER ZAAK VZW M.I.G. RADIO t. VZW RADIO GENT (dossier nr. 2006/364) BESLISSING nr. 2008/024 14 maart 2008. VZW M.I.G. RADIO t. VZW RADIO GENT 1 In de zaak van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 JANUARI 2013 C.11.0323.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0323.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Binnenlandse Zaken, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 2, voor

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 13 juni 2017 met nummer MHHC/M/1617/0090 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0136/M Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Diane REMMERIE, met woonplaatskeuze te

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 16 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0083 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0131/M Verzoekende partij de heer Jozef ROUGES, wonende te 9080 Zaffelaere, Dam 27 Verwerende

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2011/0209 van 20 december 2011 in de zaak 2010/0635/A/2/0589 In zake:... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Ludo OCKIER kantoor houdende te 8500

Nadere informatie

advocaat hierna de tegen hierna de

advocaat hierna de tegen hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-11/6-VK van 16 juni 2011 In de zaak van de NV [ ] met vennootschapszetel te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ], raadsman-niet advocaat met kantoor gevestigd

Nadere informatie