Milieuhandhavingscollege

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Milieuhandhavingscollege"

Transcriptie

1 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/49-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Yves TORFS, advocaat, met kantoor te 2200 HERENTALS, Morkhovenseweg 65, bij wie keuze van woonplaats is gedaan, hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, voor en namens wie optreedt mr. Filip VINCKE, advocaat, met kantoor te 8580 AVELGEM, Kasteelstraat 13, bij wie keuze van woonplaats is gedaan, hierna de verwerende partij te noemen, ingeschreven in het register van de beroepen op 7 november 2013 onder nummer 13/MHHC/85-M, MHHC-14/49-VK 25 augustus

2 heeft het Milieuhandhavingscollege het volgende overwogen: 1. Voorwerp van het beroep Het beroep is gericht tegen de beslissing 10/AMMC/708-M/DW/TR - 11/AMMC/787-M/CDM/TR van 27 september Met deze beslissing legt de gewestelijke entiteit aan de verzoekende partij een alternatieve bestuurlijke geldboete op van 100 euro, vermeerderd met de opdeciemen die ten tijde van het plegen van de feiten van toepassing waren voor de strafrechtelijke geldboeten, aldus gebracht op 550 euro, dit wegens het niet-naleven van een milieuvergunningsvoorwaarde. 2. Verloop van de rechtspleging 2.1. Het voorwerp van het beroep heeft, zoals verder in het feitenrelaas wordt toegelicht, betrekking op twee milieumisdrijven, vastgesteld op respectievelijk 10 juli 2010 en 21 mei 2011, en resulterend in twee dossiers bij de gewestelijke entiteit. Op 10 september 2010 (dossier 10/AMMC/708-M/DW/TR) en op 20 juni 2011 (dossier 11/AMMC/787-M/CDM/TR) beslist de procureur des Konings te Turnhout om de milieumisdrijven niet strafrechtelijk te behandelen. Met brieven van 4 november 2010, respectievelijk 6 september 2011 brengt de gewestelijke entiteit de verzoekende partij op de hoogte van haar voornemen om een alternatieve bestuurlijke geldboete, al dan niet vergezeld van een voordeelontneming, op te leggen en nodigt zij de verzoekende partij uit om schriftelijk haar verweer mee te delen. Op haar vraag wordt de verzoekende partij op 28 mei 2013 door de gewestelijke entiteit gehoord. Met een mail van 7 juni 2013 bezorgt ze aanvullende informatie aan de gewestelijke entiteit. Op 27 september 2013 legt de gewestelijke entiteit de voormelde bestuurlijke geldboete op. De kennisgeving van deze beslissing aan de verzoekende partij gebeurt op 8 oktober Met een aangetekende brief van 6 november 2013 stelt de verzoekende partij beroep in tegen de beboetingsbeslissing. Het verzoekschrift bevat een inventaris van de overtuigingsstukken. De geïnventariseerde stukken zijn eraan toegevoegd. De verwerende partij dient op 20 november 2013 bij de griffie een dossier in met een kopie van de bestreden beslissing en de stukken op grond waarvan de gewestelijke entiteit haar beslissing heeft genomen. De verwerende partij dient op 4 januari 2014 een memorie van antwoord in Bij beschikking 13/MHHC/85-M/B1 van 27 februari 2014 heeft de kamervoorzitter de behandeling van het beroep vastgesteld op de zitting van 3 april De verzoekende partij is vertegenwoordigd door mr. Yves TORFS, haar raadsman en de heer [ ], haar zaakvoerder. De verwerende partij is vertegenwoordigd door mr. Filip VINCKE, haar raadsman. Bestuursrechter Ludo DE JAGER brengt verslag uit. De partijen worden gehoord. De debatten worden gesloten en de zaak wordt voor uitspraak in beraad genomen. MHHC-14/49-VK 25 augustus

3 3. Ontvankelijkheid Het beroep, dat op 6 november 2013 is ingediend met een aangetekende brief, is tijdig en regelmatig naar vorm. Er stellen zich geen problemen met betrekking tot andere aspecten van de ontvankelijkheid van het beroep en de verwerende partij werpt desbetreffend geen excepties op. Het beroep is ontvankelijk. 4. Feiten De feiten die vaststaan en relevant zijn voor de beoordeling van het beroep kunnen als volgt worden samengevat De verzoekende partij exploiteert te Olen de afspanning [ ]. Deze activiteit maakte op het ogenblik van de vaststellingen het voorwerp uit van een milieuvergunning klasse 2 van de deputatie van de provincie Antwerpen van 5 oktober 2006, luidens dewelke, onder meer, alle ramen en deuren gesloten moeten zijn wanneer elektronisch versterkte muziek wordt gespeeld of het draaiorgel wordt gebruikt Op 10 juli 2010, omstreeks u., stelt een commissaris van de lokale politie vast dat de voordeur en zijdeur van de inrichting open staan terwijl er elektronisch versterkte muziek wordt gespeeld. Hierom verzocht, sluit het aanwezige personeel de deuren. Hieromtrent op 19 juli 2010 verhoord, verklaart de zaakvoerder van de verzoekende partij: Vermoedelijk zijn deze blijven openstaan door inkomende en uitgaande klanten. Op het ogenblik dat de deuren openstonden was het zeer warm, namelijk 37 graden. Van dit alles wordt lastens de verzoekende partij proces-verbaal opgesteld op 12 en 19 juli Deze processen-verbaal maken het voorwerp uit van het dossier nummer 10/AMMC/708-M/TR van de gewestelijke entiteit Op 21 mei 2011, om u., stellen een commissaris en een inspecteur van de lokale politie vast dat de terrasdeur aan de achterzijde van de inrichting open staat terwijl een muzikant elektronisch versterkte muziek speelt. Hierom verzocht, sluit de zaakvoerder onmiddellijk de deur. Verhoord op 9 juni 2011 verklaart de zaakvoerder van de verzoekende partij: Vermoedelijk heeft een klant die buiten op het terras zat de deur opengelaten. Van dit alles wordt lastens de verzoekende partij proces-verbaal opgesteld op 9 en 15 juni Deze processen-verbaal maken het voorwerp uit van het dossier nummer 11/AMMC/787-M/TR van de gewestelijke entiteit. 5. Beoordeling 5.1. De gewestelijke entiteit kwalificeert de vastgestelde feiten als een milieumisdrijf overeenkomstig artikel , 2, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (hierna DABM), meer bepaald als een schending van artikel 22 van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (hierna Milieuvergunningsdecreet) en van artikel 43, 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams MHHC-14/49-VK 25 augustus

4 reglement betreffende de milieuvergunning (hierna VLAREM I). Krachtens voormelde artikelen is de exploitant verplicht de exploitatievoorwaarden na te leven, en met name de in de milieuvergunning opgelegde bijzondere voorwaarden. Zij legt met toepassing van de artikelen tot en met DABM en artikel 76 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het DABM de voormelde alternatieve bestuurlijke geldboete op De verzoekende partij betoogt dat ze de vernietiging van de bestreden beslissing, dan wel, in ondergeschikte orde, een vermindering van de opgelegde boete beoogt. Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij volgende bezwaren aan. - Zij houdt voor dat, nu haar inrichting ten gevolge van een wijziging in de indelingslijst van bijlage 1 van VLAREM I niet meer vergunningsplichtig is (en zij dus ook geen bijzondere vergunningsvoorwaarden meer hoeft na te leven), er met toepassing van de retroactiviteit van de mildere strafwet geen bestuurlijke geldboete meer kan worden opgelegd. - Tevens werpt ze de kennelijke onredelijkheid op van de opgelegde boete nu er onvoldoende rekening werd gehouden met de ernst van de misdrijven en de omstandigheden waarin ze werden beëindigd, en tevens de frequentie fout werd ingeschat. - Ten slotte stelt ze dat de beslissingstermijnen manifest zijn overschreden, en dat deze miskenning onvoldoende in rekening werd gebracht bij de begroting van de boete In haar eerste bezwaar werpt de verzoekende partij op dat zij geen vergunningsplichtige inrichting meer exploiteert, nu haar inrichting ten gevolge van een wijziging in de indelingslijst van bijlage 1 van VLAREM I sinds 1 januari 2013 niet meer vergunningsplichtig is. Zij merkt terzijde op dat zij van dit gegeven de gemeente Olen en de deputatie van de provincie Antwerpen heeft geïnformeerd. Uit deze vaststelling leidt zij af dat haar geen geldboete meer kon worden opgelegd, nu toepassing moet worden gemaakt van het principe van de retroactiviteit van de mildere strafwet, zoals vermeld in artikel 2, lid 2 van het Strafwetboek, alsook in artikel 15, lid 1 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 19 december Zij bekritiseert de bestreden beslissing waar deze stelt dat op dit principe een uitzondering bestaat, met name wanneer het een wijziging betreft van een reglementering ter uitvoering van een ongewijzigd gebleven (blanco) strafwet, omdat, aldus de verzoekende partij een blanco strafwet voldoet op zich niet aan het legaliteitsvereiste en het is pas door middel van de uitvoeringsbesluiten dat kan worden nagegaan of een concrete handeling al dan niet strafrechtelijk kan gesanctioneerd worden De verwerende partij verwijst in haar antwoord naar de bestreden beslissing en benadrukt: Artikel 2, tweede lid Sw is echter niet van toepassing wanneer een vroeger uitvoeringsbesluit vervangen wordt door een later besluit dat werd genomen in uitvoering van dezelfde wet als de eerste, zonder dat de wet werd gewijzigd. Dit is vaste cassatie-rechtspraak. Het niet naleven van de bijzondere voorwaarde uit de toegekende milieuvergunning hield ten tijde van de feiten een schending in van artikel 22 MVD en artikel 43 VLAREM I. Ten tijde van de feiten schreef artikel 39 MVD reeds voor dat met betrekking tot dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten ( ) de sanctionering van de ( ) milieumisdrijven gebeuren volgens de regels bepaald in titel XVI van het decreet van 5 april Weliswaar, aldus nog de verwerende partij, is de indelingslijst gewijzigd maar de onderliggende wetgeving bleef ongewijzigd Het Milieuhandhavingscollege stelt vast dat de artikelen 22 en 39 Milieuvergunningsdecreet en artikel 43 VLAREM I sinds de vaststelling van de milieumisdrijven die het voorwerp uitmaken van de bestreden beslissing, ongewijzigd zijn gebleven. De straffen, voorzien in het DABM, met betrekking tot het niet-naleven van milieuvergunningsvoorwaarden die in toepassing van deze bepalingen zijn opgelegd, zijn sedertdien eveneens onveranderd. Verder stelt het Milieuhandhavingscollege vast dat de inrichting die door de verzoekende partij wordt uitgebaat sinds 1 januari 2013 ten gevolge van een wijziging van de indelingslijst van bijlage 1 van VLAREM I in haar huidige vorm niet meer vergunningsplichtig is dit wordt althans niet betwist door de verwerende partij en de haar verleende milieuvergunning derhalve zonder voorwerp is geworden zodat ook de hierin opgelegde bijzondere vergunningsvoorwaarden niet meer van toepassing zijn op haar. MHHC-14/49-VK 25 augustus

5 Het Milieuhandhavingscollege oordeelt te dezen vooreerst dat het Strafwetboek, en in casu artikel 2, tweede lid ervan, geen toepassing vindt op het door haar behandelde contentieux. In het opgeworpen middel beroept de verzoekende partij zich evenwel ook op de rechtswaarborg zoals bepaald in artikel 15, eerste lid van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 19 december 1966 (hierna BUPO). Bestuurlijke geldboeten, zoals onder meer voorzien door titel XVI DABM, worden door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens beschouwd als punitieve sancties waarvan het opleggen een strafvervolging uitmaakt in de zin van artikel 6, 1, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna EVRM). Bij het opleggen ervan moet worden voldaan aan de procedurele en materiële waarborgen voor strafvervolging en bestraffing vervat in de artikelen 6 en 7 EVRM en het Zevende Protocol bij het EVRM, in de artikelen 14 en 15 BUPO, in de artikelen 12 en 14 Grondwet en in de fundamentele beginselen van het strafrecht. Artikel 15, eerste lid in fine BUPO bepaalt: Indien, na het begaan van het strafbaar feit de wet mocht voorzien in de oplegging van een lichtere straf, dient de overtreder daarvan te profiteren. Het Milieuhandhavingscollege stelt vast dat het in deze bepaling vervatte beginsel van de terugwerkende kracht van de strafwet enkel uitdrukkelijk is geformuleerd ten aanzien van de straffen, en niet ten aanzien van de strafbaarstellingen. Zoals hoger opgemerkt, zijn de bepalingen uit het DABM met betrekking tot de mogelijke straffen sinds het begaan van de milieumisdrijven die het voorwerp uitmaken van de bestreden beslissing, ongewijzigd. Het Milieuhandhavingscollege oordeelt dat, zelfs in de veronderstelling dat een wijziging van de uitvoeringsbepaling bij een decreet dat op zich ongewijzigd bleef, zou kunnen beschouwd worden als een mildering van de strafbaarstelling, artikel 15, eerste lid BUPO, in casu niet geschonden is, nu de voorziene straffen op zich ongewijzigd bleven. Het eerste bezwaar is ongegrond In haar tweede bezwaar stelt de verzoekende partij dat de opgelegde bestuurlijke geldboete niet in verhouding staat tot de ernst, frequentie en omstandigheden van het milieumisdrijf, waaruit zij afleidt dat de gewestelijke entiteit in de bestreden beslissing kennelijk onredelijk heeft gehandeld. De verzoekende partij preciseert, dat voor wat de ernst betreft, de impact van de overtreding op het leefmilieu ( ) zowel kwantitatief als kwalitatief van zeer beperkte orde is en dat het feit dat de regelgever de inrichting vandaag de dag niet langer vergunningsplichtig acht de ernst relativeert. Voor wat de beoordeling van de frequentie betreft, merkt ze op dat deze in de beboetingsbeslissing gestoeld wordt op drie verschillende vaststellingen (waarvan één van 27 november 2006), daar waar er op basis van het dossier hooguit kan geconcludeerd worden dat er op twee datums een inbreuk werden vastgesteld. Voor wat tenslotte de omstandigheden aangaat, wijst ze op de prompte en vrijwillige wijze waarop zij telkens een einde maakte aan de inbreuk De verwerende partij citeert de rechtspraak van het Milieuhandhavingscollege om te stellen dat de afwezigheid van daadwerkelijke schade niet impliceert dat de feiten niet hoeven beteugeld te worden. Wat de frequentie betreft, stelt zij dat het niet kennelijk onredelijk is dat deze factor werd meegenomen in de beoordeling nu er hoe dan ook twee inbreuken zijn vastgesteld op dezelfde bijzondere voorwaarde. Het feit, tenslotte, dat de verzoekende partij vrijwillig een einde heeft gemaakt aan de milieumisdrijven op verzoek van de inspecteurs beschouwt zij niet als een boetemilderende omstandigheid, zodat zij terecht niet is meegenomen. Zij stelt hierbij retorisch de vraag: Of had de verzoekende partij misschien overwogen zich te verzetten? Het tweede bezwaar roept de schending in van artikel DABM, zoals gepreciseerd door artikel DABM. Luidens artikel DABM moet de gewestelijke entiteit er bij het opleggen van een bestuurlijke geldboete voor zorgen dat er geen kennelijke wanverhouding bestaat tussen de feiten die aan de bestuurlijke geldboete ten grondslag liggen en de boetes die op grond van die feiten worden opgelegd. Artikel DABM preciseert dat wanneer de gewestelijke entiteit een bestuurlijke geldboete oplegt, de hoogte ervan wordt afgestemd op de ernst van het milieumisdrijf en MHHC-14/49-VK 25 augustus

6 dat tevens rekening wordt gehouden met de frequentie waarmee en de omstandigheden waarin de vermoedelijke overtreder het milieumisdrijf heeft gepleegd of beëindigd. Van een mogelijke schending van artikel DABM, samengelezen met artikel DABM, kan alleen dan sprake zijn indien de gewestelijke entiteit op kennelijk onredelijke wijze toepassing heeft gemaakt van de waarderingscriteria die in deze artikelen zijn bepaald Voor wat de ernst van de vastgestelde milieumisdrijven betreft, stelt het Milieuhandhavingscollege vast dat de opgelegde bijzondere vergunningsvoorwaarden (het sluiten van ramen en deuren wanneer elektronisch versterkte muziek of het draaiorgel worden gebruikt) er toe strekt mogelijke lawaaihinder te voorkomen. De verzoekende partij betwist het bestaan van de milieumisdrijven ook niet. Anderzijds stelt het Milieuhandhavingscollege vast dat nergens uit het dossier blijkt dat de vastgestelde milieumisdrijven aanleiding hebben gegeven tot significante lawaaihinder. Evenmin blijkt uit het dossier dat geluidsnormen werden overschreden. Weliswaar wijst de verwerende partij er op dat uit het dossier blijkt dat er veel klachten geweest zijn, maar voor zover kan worden nagegaan hadden deze voornamelijk betrekking op de verkeers- en parkeerhinder die met de uitbating gepaard gaan. Het Milieuhandhavingscollege stelt ten slotte vast dat ook het gegeven dat de regelgeving inmiddels werd aangepast waardoor de betrokken inrichting niet langer milieuvergunningplichtig is, een indicatie geeft over de van dergelijke inrichtingen te verwachten hinder. Het Milieuhandhavingscollege oordeelt dat de gewestelijke entiteit, door de ernst van de feiten af te leiden uit het loutere gegeven dat de inrichting ingedeeld was als klasse-2 inrichting, indeling die bepalend is voor de graad waarin dergelijke activiteit geacht wordt belastend te zijn voor de mens en het leefmilieu, en door geen rekening te houden met het aangevoerde argument dat de inrichting inmiddels en ten gevolge van een loutere wijziging aan de indelingslijst niet meer onderworpen is aan de milieuvergunningsplicht, de ernst van de milieumisdrijven onredelijk zwaar heeft beoordeeld Het Milieuhandhavingscollege stelt vast dat in de voorliggende zaak het criterium van de frequentie een boeteverhogende impact heeft gehad. De gewestelijke entiteit verwijst daartoe naar drie processen-verbaal, respectievelijk van 7 november 2006, 12 juli 2010 en 24 mei Het Milieuhandhavingscollege stelt vast dat enkel de twee laatste processen-verbaal in het dossier zijn opgenomen, en dat het bestaan van het eerste proces-verbaal enkel blijkt uit de vermelding ervan in het proces-verbaal van 12 juli Binnen de ruime discretionaire bevoegdheid tot bepaling van het boetebedrag die de decreetgever aan de gewestelijke entiteit heeft toegekend, staat het deze entiteit redelijkerwijze vrij om het beoordelingscriterium van de frequentie enkel in aanmerking te nemen als boeteverzwarende omstandigheid, telkens vaststaat dat de overtreder reeds eerder gelijkaardige feiten heeft gepleegd. Om bepaalde in het verleden gepleegde feiten evenwel als boeteverzwarend te kunnen beschouwen en deze derhalve bij de beoordeling van de op te leggen geldboete ten nadele van de overtreder in rekening te kunnen brengen, is rechtens vereist dat deze feiten milieu-inbreuken of milieumisdrijven zijn in de zin van artikel of DABM en aanleiding hebben gegeven, in hoofde van dezelfde persoon, tot een eerdere strafrechtelijke sanctie dan wel tot een sanctie met een punitief karakter, minstens dat zij het voorwerp hebben uitgemaakt van een proces-verbaal en dat de stukken waaruit zulks blijkt aan het dossier zijn toegevoegd. Alleen op deze wijze kan de gewestelijke entiteit over een voldoende graad van zekerheid beschikken om haar toe te laten al dan niet met deze milieumisdrijffrequentie rekening te houden. Het Milieuhandhavingscollege oordeelt dat de loutere verwijzing naar een vroeger proces-verbaal waarin gelijkaardige feiten werden vastgesteld onvoldoende informatie bevat onder meer met betrekking tot de beweerde feiten en hun wederrechtelijk karakter en met betrekking tot de toerekenbaarheid ervan om ze daadwerkelijk mee in rekening te brengen bij de beoordeling van de milieumisdrijffrequentie Voor wat de bewering van de verzoekende partij betreft dat zij onverwijld een einde heeft gemaakt aan de milieumisdrijven, stelt het Milieuhandhavingscollege vast dat zij daarbij niet meer of niet minder deed dan een overheidsbevel uitvoeren. Het Milieuhandhavingscollege oordeelt dat de verwerende partij, door dit gegeven niet mee te nemen bij de begroting van de opgelegde boete, niet op een kennelijk onredelijke wijze heeft gehandeld. MHHC-14/49-VK 25 augustus

7 In het licht van de som van deze gegevens, oordeelt het Milieuhandhavingscollege dat, benevens de onzorgvuldige inschatting van de frequentie van de gepleegde milieumisdrijven, de ernst van de feiten, ook al zijn zij afkeurenswaardig, kennelijk onredelijk zwaar is gewogen. Het Milieuhandhavingscollege oordeelt dat een substantiële vermindering van het boetebedrag zich opdringt. Het tweede bezwaar is in de aangegeven mate gegrond In haar derde bezwaar roept de verzoekende partij de schending van de redelijke termijneis in, nu tussen het voornemen tot beboeting en de uiteindelijke beslissing respectievelijk 1058 ( ) en 752 dagen liggen, wat resulteert in een overschrijding van de door artikel DABM voorgeschreven termijnen van, naar zij stelt, respectievelijk 878 en 572 dagen. De verzoekende partij is van oordeel dat de bestreden beslissing deze miskenning onvoldoende in rekening heeft gebracht en zodoende kennelijk onredelijk heeft gehandeld bij de begroting van de opgelegde geldboete. Aldus lijkt zij de schending in te roepen van het door artikel DABM voorgeschreven proportionaliteitsbeginsel, zoals verder gepreciseerd door artikel DABM (zoals onder punt hierboven toegelicht), en zulks meer bepaald wegens het gegeven dat het lange tijdsverloop een tegenindicatie vormt voor de ernst van de feiten De verwerende partij verwijst naar de rechtspraak van het Milieuhandhavingscollege om te benadrukken dat een schending van de redelijke termijneis het aantonen van belangenschade vereist en preciseert strikt ondergeschikt dat de boete reeds verlaagd werd gelet op de verstreken tijd Het Milieuhandhavingscollege stelt enerzijds vast dat dat de termijnen zoals voorgeschreven door artikel DABM termijnen van orde zijn, waarvan de loutere overschrijding niet tot de vernietiging van de bestreden beslissing kan leiden. Het Milieuhandhavingscollege stelt eveneens vast dat, in acht genomen het uitermate eenvoudige karakter van de feiten en het gegeven dat deze op zich niet worden betwist, er wel degelijk sprake is van een schending van de redelijke termijneis. Opdat deze evenwel met goed gevolg kan worden opgeworpen is vereist dat de verzoekende partij aantoont dat zij eveneens getuigt van het rechtens vereiste belang. Zij laat na zulks te doen. Anderszijds stelt het Milieuhandhavingscollege vast dat de termijn die de gewestelijke entiteit neemt om tot een beslissing te komen wel degelijk relevant is om de ernst van de weerhouden feiten en derhalve de redelijkheid van de opgelegde boete te beoordelen. Het Milieuhandhavingscollege merkt evenwel op dat de gewestelijke entiteit bij de beoordeling van de milieumisdrijven weze het in zeer summiere termen de lange behandelingstermijn heeft weerhouden als boetemilderend criterium. Het derde middel is ongegrond De behandeling van het beroep door het Milieuhandhavingscollege heeft geen kosten met zich gebracht, zodat een beslissing over de kosten van het geding zonder voorwerp is. MHHC-14/49-VK 25 augustus

8 Om deze redenen beslist het Milieuhandhavingscollege: 1. Het door de verzoekende partij ingediende beroep is ontvankelijk en in de aangegeven mate gegrond. 2. De beslissing 10/AMMC/708-M/DW/TR - 11/AMMC/787-M/CDM/TR van 27 september 2013 van de gewestelijke entiteit wordt vernietigd in zoverre zij een alternatieve bestuurlijke geldboete van 100 euro oplegt, vermeerderd met de opdeciemen die ten tijde van het plegen van de feiten van toepassing waren voor de strafrechtelijke geldboeten, aldus gebracht op 550 euro. 3. De alternatieve bestuurlijke geldboete wordt verminderd tot 45 euro, vermeerderd met de opdeciemen die ten tijde van het plegen van de feiten van toepassing waren voor de strafrechtelijke geldboeten, aldus gebracht op 247,50 euro. Dit arrest is uitgesproken in Brussel op de openbare zitting van 25 augustus 2014 door het Milieuhandhavingscollege, dat samengesteld is uit: Luk JOLY Carole M. BILLIET Ludo DE JAGER Josef NIJS Peter SCHRYVERS Bert PAESHUYSE voorzitter ondervoorzitter, kamervoorzitter bestuursrechter bestuursrechter bestuursrechter, wettig verhinderd bij de uitspraak plaatsvervangend bestuursrechter, wettig verhinderd bij de uitspraak bijgestaan door Xavier VERCAEMER griffier. De griffier, De ondervoorzitter, Xavier VERCAEMER Carole M. BILLIET MHHC-14/49-VK 25 augustus

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/35-VK van 18 april 2013 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Albert COPPENS, advocaat, met kantoor te 9300

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege 14_PS_ Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/53-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ], zaakvoerder, hierna de verzoekende

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/31-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/14-K7 van 12 maart 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/104-VK van 19 december 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/100-VK van 5 december 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/37-VK van 12 juni 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Mary VANDE ROSTYNE, advocaat, met kantoor te 9950 WAARSCHOOT, Molenstraat

Nadere informatie

hierna de tegen hierna de

hierna de tegen hierna de Milieuhandhavingscollege Arrestt MHHC-12/18-VK van 24 april 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/82-VK van 10 oktober 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/2-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/12-K7 van 26 februari 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Sarah BERNAERS, advocaat, met kantoor te 9100 SINT-NIKLAAS,

Nadere informatie

hierna de tegen 6/24, hierna de

hierna de tegen 6/24, hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/30-VK van 5 juli 2012 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Greg JACOBS, advocaat, met kantoor te 1831 DIEGEM,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege 14_PS_ Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/50-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/19-K6 van 2 april 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/5-VK van 23 januari 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/4-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ], wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/34-K7 van 31 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/3-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/49-VK van 29 mei 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/56-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Sam DULLAERT, advocaat, met kantoor te 9100

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/63-VK van 16 juli 2013 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/60-VK van 27 juni 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/56-VK van 13 juni 2013 In de zaak van de VZW [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Bart D HAENE, advocaat, met kantoor te 2300 TURNHOUT,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/52-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van De heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Raoul KERSTENS, advocaat, met kantoor te 8310 ASSEBROEK, Dhoorestraat

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC/M/1516/0030 van 26 november 2015 In de zaak van de bvba 10POND, met maatschappelijke zetel te 9770 Kruishoutem, Duifhuisstraat 21, voor en namens wie optreedt mr. Koen

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/10-K7 van 19 februari 2015 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Mario DEKETELAERE, advocaat, met kantoor te

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/41-VK van 30 april 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Kris DHAENE, advocaat, met kantoor te 9000 GENT, Sint-Lievenspoortstraat

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/55-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Filip SOETAERT, advocaat, met kantoor te 8500 KORTRIJK, Doorniksewijk

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/29-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Sabine WULLUS, advocaat met kantoor te 8630

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/33-K7 van 31 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

35-VK van. hierna de. tegen. hierna de. 9 augustus 2012

35-VK van. hierna de. tegen. hierna de. 9 augustus 2012 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/3 35-VK van 9 augustus 2012 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Willem SLOSSE, advocaat, met kantoor te 2018

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/71-VK van 20 oktober 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Luc RYCKAERT, advocaat, met kantoor te 9900 EEKLO, Koningin Astridplein

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/40-VK van 18 juni 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/74-VK van 20 oktober 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/99-VK van 27 november 2013 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Louis CHRISTOFFELS, advocaat, met kantoor te

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/45-VK van 10 juli 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

mevrouw hierna de tegen hierna de 16 februari 2012

mevrouw hierna de tegen hierna de 16 februari 2012 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/ /4-VK van 16 februari 2012 In de zaak van mevrouw [ ] wonendee te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Bert VERHAEGHE, advocaat, met kantoor te 8870 IZEGEM, Kasteelstraat

Nadere informatie

52-VK van. hierna de. tegen. voor wie. hierna de. 6 november 2012

52-VK van. hierna de. tegen. voor wie. hierna de. 6 november 2012 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/5 52-VK van 6 november 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/43-VK van 7 mei 2013 In de zaak van de heer [ ] en mevrouw [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreden mr. Ivan DEWEVER en mr. Kristin DEWEVER, advocaten, met

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/18-K6 van 2 april 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

hierna de tegen voor wie hierna de

hierna de tegen voor wie hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/24-VK van 21 maart 2013 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0113 van 26 april 2016 in de zaak MHHC/1415/0065/M/0053 In zake: de nv AGROTECH BELGASIA, met zetel te 8870 Izegem, Gentse Heerweg 78 waar woonplaats wordt

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/92-VK van 7 november 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Jean-Pierre VANDE MAELE, advocaat, met kantoor te 8780 OOSTROZEBEKE,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0085 van 31 maart 2016 in de zaak MHHC/1415/0022/M/0019 In zake: de gemeente WELLEN, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, met

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/65-VK van 25 september 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreden mrs. Thierry WILLEMS en William WILLEMS, advocaten,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 16 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0076 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0109/M Verzoekende partij de bvba JACQUES GHEYSENS vertegenwoordigd door advocaat Thomas BAILLEUL

Nadere informatie

hierna de tegen voor wie hierna de 24 januari 2013

hierna de tegen voor wie hierna de 24 januari 2013 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/1-VK van 24 januari 2013 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Jan SURMONT, advocaat, met kantoor te 2300 TURNHOUT, de Merodelei

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/90-VK van 7 november 2013 In de zaak van mevrouw [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/25-VK van 3 april 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Jean-Paul ROELAND, advocaat, met kantoor te 9000

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/40-VK van 25 april 2013 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Bart DE BECKER, advocaat, met kantoor te 8500

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/97-VK van 21 november 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor wie optreedt de heer Frédérick VAN KERREBROECK, raadsman, hierna de verzoekende partij

Nadere informatie

hierna de tegen voor wie hierna de 24 januari 2013

hierna de tegen voor wie hierna de 24 januari 2013 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/4-VK van 24 januari 2013 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/90-VK van 18 december 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/39-K2 van 13 juni 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Geert AMPE, advocaat, met kantoor te 8400 OOSTENDE, Kerkstraat 38,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2014/0038 van 24 juni 2014 in de zaak 1314/0216/A/4/0183 In zake: de heer Daniël VANDERVELPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert DEMIN

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2015/0033 van 4 augustus 2015 in de zaak 1415/0262/A/2/0254 In zake: 1. de heer Marc DE SMET 2. de heer Marnix DECOCK beiden wonende te 8500 Kortrijk,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 MEI 2014 P.12.0355.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0355.N WOONINSPECTEUR VAN HET VLAAMS GEWEST, met kantoor te 9000 Gent, Gebroeders Van Eyckstraat 4-6, eiser tot herstel, eiser, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 OKTOBER 2015 P.14.0355.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0355.N I H nv, vertegenwoordigd door de lasthebber ad hoc Filip Mertens, met kantoor te 9000 Gent, Coupure 373, eiseres, met als

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 8 november 2016 met nummer RvVb/A/1617/0231 in de zaak met rolnummer 1314/0771/A/2/0738 Verzoekende partij 1. de heer Tom BELMANS 2. mevrouw Christ l MAES 3.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 MEI 2014 P.12.2065.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.2065.N HORECA TECHNOLOGIES SOLUTIONS bvba, met zetel te 2900 Schoten, Gazellendreef 22, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Jozef

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 SEPTEMBER 2014 P.12.1864.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1864.N 1. M M D R T, beklaagde, 2. REAL CONSTRUCT bvba, met zetel te 2640 Mortsel, Edegemsestraat 211, beklaagde en burgerlijk

Nadere informatie

advocaat hierna de tegen hierna de

advocaat hierna de tegen hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-11/6-VK van 16 juni 2011 In de zaak van de NV [ ] met vennootschapszetel te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ], raadsman-niet advocaat met kantoor gevestigd

Nadere informatie

Voorliggende publicatie bundelt dan ook de geanonimiseerde versies van de uitspraken van het Milieuhandhavingscollege in 2010:

Voorliggende publicatie bundelt dan ook de geanonimiseerde versies van de uitspraken van het Milieuhandhavingscollege in 2010: Rechtspraak 2010 TER INLEIDING Artikel 16.4.65 van het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid voorziet een geanonimiseerde publicatie van de uitspraken van het Milieuhandhavingscollege

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 JANUARI 2016 P.15.0768.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0768.N 1. H J V D K, beklaagde, 2. T P V Z, beklaagde, eisers, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van

Nadere informatie

STROOMDIAGRAM MILIEUHANDHAVING BEROEP BIJ HET MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

STROOMDIAGRAM MILIEUHANDHAVING BEROEP BIJ HET MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE STROOMDIAGRAM MILIEUHANDHAVING BEROEP BIJ HET MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE Art. 16.4.46 DABM: De beroepen tegen de beslissingen van de gewestelijke entiteit houdende de oplegging van een alternatieve of exclusieve

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/28-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Nicky VAN LAEKEN, advocaat met kantoor te

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/15-VK van 7 maart 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Geert AMPE, advocaat, met kantoor te 8400 OOSTENDE, Kerkstraat 38,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 28 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0045 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0097/M Verzoekende partij Verwerende partij Marc Broucke, met woonplaatskeuze te 8830 Hooglede,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/86-VK van 2 december 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Filip Van BERGEN, advocaat, met kantoor te 2018 ANTWERPEN, Lange

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 NOVEMBER 2018 P.18.0339.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.0339.N B B, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Len Augustyns, advocaat bij de balie Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0041 van 14 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/78-M In zake : mevrouw [ ] wonende te [ ] verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T. nr van 4 maart 2010 in de zaak A /XII-5232.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T. nr van 4 maart 2010 in de zaak A /XII-5232. RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T nr. 201.488 van 4 maart 2010 in de zaak A. 185.318/XII-5232. In zake : Mario DE VILLA, die woonplaats kiest bij advocaat G. Vanhoucke, kantoor

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0048 van 21 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/89-M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten

Nadere informatie

de BVBA hierna de tegen wie optreedtt afdelingshoofd Energie hierna de

de BVBA hierna de tegen wie optreedtt afdelingshoofd Energie hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/23-VK van 8 mei 2012 In de zaak van de BVBA [ ] met vennootschapszetel te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 DECEMBER 2011 P.11.1912.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1912.N E J E V D B, geïnterneerde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 25 juli 2017 met nummer MHHC- M /1617/0114 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0147/M Verzoekende partij de bvba M.V.T. TRANS vertegenwoordigd door advocaat Noëlla VIAENE

Nadere informatie

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T Rolnummer 5678 Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 OKTOBER 2012 P.12.0423.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0423.N I D P O R, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom Van Bockstaele, advocaat bij de balie te Oudenaarde, tegen Y B, burgerlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 SEPTEMBER 2016 P.16.0556.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0556.N P J G V, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Laurens Van Puyenbroeck, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

de BVBA advocaat, hierna de tegen 6/24, hierna de

de BVBA advocaat, hierna de tegen 6/24, hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/23-VK van 21 maart 2013 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Stijn DE MEULENAER, advocaat, met kantoor te

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/25-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de NV [ ], met maatschappelijke zetel te [ voor en namens wie optreedt mr. Steven VAN GEETERUYEN, advocaat, met kantoor

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/67-VK van 16 juli 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 8 APRIL 2011 F.10.0033.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.10.0033.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kantoor te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 DECEMBER 2014 P.14.1422.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1422.N D J M T, geïnterneerde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 31 MAART 2015 P.14.0392.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0392.N 1. M L E V U, beklaagde, 2. H R G V B, beklaagde, eisers, met als raadsman mr. Jaak Haentjens, advocaat bij de balie te Dendermonde.

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 20 februari 2018 met nummer MHHC/M/1718/0066 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0069/M Verzoekende partij de bvba AURO-TECH, met woonplaatskeuze te 9111 Sint-Niklaas,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JUNI 2015 P.15.0224.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0224.N L S P V H, inverdenkinggestelde, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent, tegen 1. L F, burgerlijke

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 11 september 2018 met nummer RvVb/A/1819/0052 in de zaak met rolnummer 1718/RvVb/0029/A Verzoekende partij mevrouw Gerda BORREMANS vertegenwoordigd door advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 JUNI 2011 P.11.0172.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.0172.N PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN eiser, tegen 1. E. D. W., burgerlijke partij, vertegenwoordigd door mr.

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VIIe KAMER A R R E S T. nr. 232.747 van 29 oktober 2015 in de zaak A. 211.970/VII-39.075.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VIIe KAMER A R R E S T. nr. 232.747 van 29 oktober 2015 in de zaak A. 211.970/VII-39.075. RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK VIIe KAMER A R R E S T nr. 232.747 van 29 oktober 2015 in de zaak A. 211.970/VII-39.075. In zake : de BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van

Nadere informatie

Infosessies geluidsnormen muziek

Infosessies geluidsnormen muziek Infosessies geluidsnormen muziek Sigrid Raedschelders/ Anne Van Riet Afdeling Milieuhandhaving, Milieuschade en Crisisbeheer (AMMC) Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Overzicht 1. Regelgeving m.b.t.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 8 MEI 2012 P.11.1908.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1908.N I R. L. M. P., inverdenkinggestelde. eiser, met als raadsman mr. Michaël Verstraeten, advocaat bij de balie te Gent. II M. G.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 APRIL 2019 P.18.1208.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.1208.N W A V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom De Clercq, advocaat bij de balie Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

voor wie van de Vlaamse

voor wie van de Vlaamse Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/38-VK van 18 september 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Jan WEYERS, advocaat, met kantoor te 9120 BEVEREN, Vrasenestraat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 JANUARI 2019 P.18.0422.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr P.18.0422.N A M G M M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 NOVEMBER 2013 P.12.1784.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1784.N R A C, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Henry Van Burm, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

401l10/N - Commissie van Beroep van 18 oktober 2010 (defmitieve beslissing)

401l10/N - Commissie van Beroep van 18 oktober 2010 (defmitieve beslissing) 401l10/N - Commissie van Beroep van 18 oktober 2010 (defmitieve beslissing) Beroep tegen een terechtwijzing. "(... ) verschijnt. In de zaak 0401l10/(... )/N van: de heer [X], bedrijfsrevisor, wonende (...

Nadere informatie

hierna de tegen voor wie hierna de 29 maart 20122

hierna de tegen voor wie hierna de 29 maart 20122 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/14-VK van 29 maart 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Marc DECRAMER, advocaat, met kantoor te 8940 WERVIK, Nieuwstraat

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw; BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw; BESLUIT: Ontwerp van decreet houdende wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en wijziging van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 APRIL 2015 P.13.1258.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1258.N G M V, beklaagde, eiser, met als raadslieden mr. Steven Renette en mr. Bjorn Reynders, advocaten bij de balie te Hasselt.

Nadere informatie