MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST"

Transcriptie

1 MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 13 juni 2017 met nummer MHHC/M/1617/0090 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0136/M Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Diane REMMERIE, met woonplaatskeuze te 9112 Sint- Niklaas, Hondsneststraat 16 het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, ten verzoeke van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw vertegenwoordigd door advocaat Michel VAN DIEVOET met woonplaatskeuze op het kantoor te 1000 Brussel, Wolstraat 56 I. BESTREDEN BESLISSING De verzoekende partij vordert met een aangetekende brief van 12 augustus 2016 de vernietiging van de beslissing van de gewestelijke entiteit van 30 juni 2016, gekend onder nummer 14-AMMC- 8-M/1. De bestreden beslissing legt aan de verzoekende partij een alternatieve bestuurlijke geldboete op van 729 euro (132 euro verhoogd met de opdeciemen) wegens schending van artikel 8, 3 van het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen (hierna Mestdecreet). Aan de verzoekende partij wordt verweten dat zij stalmest heeft uitgereden buiten de toegelaten periode. II. VERLOOP VAN DE RECHTSPLEGING De verwerende partij dient een antwoordnota en het administratief dossier in. De verzoekende partij dient een wederantwoordnota in. De verwerende partij dient een laatste nota in. De kamervoorzitter behandelt de vordering tot vernietiging op de openbare zitting van 1 juni Advocaat Michel VAN DIEVOET voert het woord voor de verwerende partij. De verzoekende partij verschijnt schriftelijk. Het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (DBRC-decreet) en het besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (Procedurebesluit) zijn toegepast. 1

2 III. FEITEN Op 18 november 2013 stelt de heer Wim VAN BROUCK, verbonden aan de dienst Bijzondere Wetten van de politiezone Sint-Niklaas en door het college van burgemeester en schepenen aangesteld als toezichthoudend ambtenaar in het kader van het Milieuhandhavingsdecreet, samen met zijn collega inspecteur Peter D HANIS, verbonden aan de dienst Bijzondere Wetten van de politiezone Sint-Niklaas (hierna verbalisanten), vast dat de verzoekende partij samen met een loonwerker stalmest aan het uitrijden en verspreiden is op een akkerland buiten de toegestane periode. Deze vaststellingen worden opgenomen in het proces-verbaal nr. DE.63.L /2013, afgesloten op 21 november 2013 en verzonden op 19 december In haar verhoor van 21 november 2013 verklaart de verzoekende partij dat zij door de slechte weersomstandigheden, het had zes weken geregend, moeilijkheden heeft gehad om de stalmest uit te rijden. Op 14 november 2013 heeft zij samen met een loonwerker geprobeerd om uit te rijden, maar de grond was te nat. Op maandag 18 november 2013 heeft zij dan nogmaals geprobeerd om de mest uit te rijden, en toen lukte het wel. De verzoekende partij verklaart dat zij zich bewust was van het feit dat dit buiten de toegestane periode was, maar dat ze geen andere keuze had. Op 26 december 2013 meldt de procureur des Konings dat hij niet zal overgaan tot strafrechtelijke vervolging. Met een brief van 20 januari 2014 brengt de gewestelijke entiteit de verzoekende partij op de hoogte van haar voornemen om een alternatieve bestuurlijke geldboete, al dan niet vergezeld van een voordeelontneming, op te leggen en nodigt zij de verzoekende partij uit om schriftelijk haar verweer mee te delen. De verzoekende partij bezorgt haar schriftelijk verweer met een aangetekende brief van 27 januari 2014 aan de gewestelijke entiteit. De gewestelijke entiteit legt op 30 juni 2016 de vermelde bestuurlijke geldboete op. Deze beslissing wordt aan de verzoekende partij betekend met een aangetekende brief van 14 juli De verwerende partij motiveert haar beslissing als volgt: 4. Beoordeling 4.1 De toerekenbaarheid aan de overtreder Conform artikel 47, 1 van het Mestdecreet dient de landbouwer de meststoffen op een milieukundig verantwoorde wijze en overeenkomstig de bepalingen van dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten af te zetten. Conform toenmalig artikel 8, 1 van het Mestdecreet is het op of in de bodem brengen van dierlijke mest, andere meststoffen en kunstmest op niet permanent overkapte landbouwgronden verboden vanaf 1 september tot en met 15 februari. Conform toenmalig artikel 8, 3 van het Mestdecreet is het in afwijking van 1 is om stalmest of champost op of in de bodem te brengen vanaf 16 januari tot en met 14 november. Dit artikel werd overtreden aangezien de verbalisant op 18 november 2013 vaststelde dat op het perceel van de vermoedelijke overtreder mest werd uitgereden. 2

3 De vermoedelijke overtreder haalde tijdens zijn verhoor d.d. 21 november 2013 en in zijn verweerschrift d.d. 27 januari 2014 aan dat zij geen andere keuze hadden door de slechte weersomstandigheden. Dit impliceert overmacht. De aanwezigheid van overmacht dient er evenwel in te bestaan dat het milieumisdrijf enkel en alleen te wijten dient te zijn aan een gebeurtenis die niets van doen heeft met u, en die door u niet voorzien, verhinderd of overwonnen kon worden. De aangehaalde gebeurtenis, namelijk de weersomstandigheden, was immers een gebeurtenis die overwonnen en verhinderd hadden kunnen worden. Slecht weer is in onze contreien niet onvoorzienbaar, laat staan onoverwinbaar. De vermoedelijke overtreder slaagt er niet in de omstandigheid van overmacht aan te tonen. De vermoedelijke overtreder haalde in zijn verweerschrift ook aan dat er ondertussen ook tarwe werd ingezaaid waardoor de planten goed kunnen wortelen en dus zoveel mogelijk nutriënten kunnen opnemen. De vermoedelijke overtreder diende zich ten tijde van de vaststellingen echter te houden aan de geldende wetgeving. Het aangevoerde argument doet derhalve geen afbreuk aan de vaststellingen in het proces-verbaal. Bovenvermelde feiten maken een schending uit van: Mestdecreet: artikel 8, 3. en vallen daarmee onder de definitie van milieumisdrijf als bedoeld in artikel waarvoor een bestuurlijke geldboete kan worden opgelegd. Het milieumisdrijf staat vast in hoofde van overtreder. 4.2 De hoogte van de geldboete Bij de bepaling van de hoogte van de geldboete wordt rekening gehouden met de ernst van de gepleegde feiten, de frequentie en de omstandigheden waarin de feiten gepleegd of beëindigd zijn De ernst van de feiten De doelstelling van bovenvermelde regelgeving is het voorkomen of beperken van de negatieve milieu- en veiligheidsinvloeden van menselijke bedrijvigheden en handelingen die milieubelastend kunnen zijn, of die gevaarrisico's in zich kunnen dragen. Het Mestdecreet heeft tot doel de' bescherming van het leefmilieu door de waterverontreiniging veroorzaakt of teweeggebracht door nitraten en fosfaten uit agrarische bronnen te verminderen, verdere verontreiniging van die aard te voorkomen en bij te dragen tot de realisatie van een goede toestand van de watersystemen en de beperking van de luchtverontreiniging als gevolg van de productie en het gebruik van meststoffen. Het uitsluiten van het opbrengen van dierlijke mest in de wintermaanden is een verbodsmaatregel die van essentieel belang is in het kader van de inspanningen die moeten worden geleverd voor het behalen van de door Europa opgestelde normen, vertaald in het Vlaams ammoniakreductieplan. Bovendien haalde de overtreder aan dat het de weken voordien veel geregend had en dat de akker zeer nat was, waardoor het mogelijk drassig was. Door het uitrijden van de stalmest op het drassig land, komen de meststoffen gedurende een, lange tijd in contact met de 3

4 omgevingslucht, waardoor afspoeling naar het oppervlaktewater mogelijk is. De ammoniakvervluchtiging die hier het gevolg van is, vormt een belangrijke oorzaak van zure regen. Bovenvermelde feiten zijn derhalve voldoende ernstig om gesanctioneerd te worden met eer alternatieve bestuurlijke geldboete De frequentie Het betreft een eenmalige schending. Er zijn minstens geen indicaties die erop wijzen dat bij overtreder reeds eerder vergelijkbare feiten werden vastgesteld. Het criterium frequentie geeft derhalve geen aanleiding tot een hogere geldboete De omstandigheden AMMC ging per schrijven van 20 januari 2014 over tot kennisgeving van het voornemen om een alternatieve bestuurlijke geldboete op te leggen, al dan niet vergezeld van een voordeelontneming. Artikel DABM voorziet dat AMMC een boetebeslissing moet nemen binnen een termijn van honderdtachtig dagen na deze kennisgeving. Deze termijn van 180 dagen is een termijn van orde, waarvan de overschrijding niet gesanctioneerd wordt. Deze beslissingstermijn is inmiddels verstreken. AMMC is in casu van oordeel dat de feiten voldoende ernstig zijn om alsnog een bestuurlijke geldboete op te leggen. Wegens het overschrijden van de beslissingstermijn wordt het boetebedrag evenwel verlaagd met één vijfde rekening houdend met de termijn die verstreken is sedert de start van de bestuurlijke boeteprocedure. Ten slotte zijn er, wat dit milieumisdrijf betreft, geen verdere bijzondere omstandigheden die in rekening worden genomen bij het bepalen van de hoogte van de boete. OM DEZE REDENEN beslist de afdeling Milieuhandhaving, Milieuschade en Crisisbeheer om aan Remmerie Diane KBO-nr: Hondsneststraat Sint-Niklaas een bestuurlijke geldboete op te leggen ten bedrage van 792 euro, zijnde 132 euro vermeerderd met de opdeciemen die ten tijde van het plegen van de feiten van toepassing waren conform artikel DABM. Dit is de bestreden beslissing. IV. ONTVANKELIJKHEID VAN DE VORDERING TOT VERNIETIGING Uit het dossier blijkt dat de vordering tijdig en regelmatig is ingesteld. Er worden geen excepties opgeworpen. 4

5 V. ONDERZOEK VAN DE MIDDELEN TOT VERNIETIGING A. Eerste middel Standpunt van de partijen 1. In haar eerste middel voert de verzoekende partij aan dat er geen milieuschade wordt aangetoond. Zij wijst tevens op haar goede trouw. De verzoekende partij stelt met name dat zij gewacht heeft tot de grond berijdbaar was om de stalmest in te werken, zodat de meststoffen niet in contact komen met de omgevingslucht en waardoor afspoeling naar het grondwater wordt vermeden. Volgens de verzoekende partij is er dan ook geen ammoniakvervluchting. Zij heeft het akkerland daarna ingezaaid met tarwe zodat de jonge tarwewortels de nitrische stikstof hebben opgenomen die tijdens de koude wintermaanden vrijkomt. Aangezien de tarwe werd ingezaaid eind november 2013 en het verweerschrift van de verzoekende partij reeds op 27 januari 2014 is binnengekomen bij de gewestelijke entiteit, meent de verzoekende partij dat de gewestelijke entiteit voldoende tijd had om vast stellen of er al dan niet milieuschade is opgetreden. Zo had zij stalen kunnen nemen van de bodem en/of het water uit de sloot. Dit is echter niet gebeurd, zodat de milieuschade niet wordt aangetoond. 2. De verwerende partij betwist de ontvankelijkheid van het eerste middel. Het is voor de verwerende partij niet duidelijk welke rechtsregel of welk algemeen rechtsbeginsel geschonden is. De argumentatie van de verzoekende partij beperkt zich tot loutere kritiek op de grootte van de milieuschade en op het feit dat de gewestelijke entiteit ter plaatse geen vaststellingen heeft gedaan. De verwerende partij stelt dat zij uit deze kritiek niet kan afleiden welke rechtsregel geschonden wordt, zodat het middel artikel 15, 4 Procedurebesluit schendt. Daarenboven verwijst de verwerende partij naar de motivering in de bestreden beslissing waar in het onderdeel ernst van de feiten uitdrukkelijk wordt uiteengezet waarom de handelingen milieubelastend zijn. De verzoekende partij betwist niet dat zij het uitrijverbod heeft overtreden en dat er een risico bestaat op milieuschade omdat het uitrijden van mest op drassig land buiten de toegestane periode tot gevolg kan hebben dat de meststoffen lange tijd contact hebben met de omgevingslucht waardoor afspoeling naar het oppervlaktewater mogelijk is. Het gebrek aan het nemen van bodemstalen doet geen afbreuk aan het feit dat het overschrijden van de toegestane uitrijperiode een schending uitmaakt van artikel 8 van het Mestdecreet. Deze bepaling wenst eventuele hinder tegen te gaan. Overeenkomstig artikel DABM kan een bestuurlijke geldboete worden opgelegd aan iedereen die een milieu-inbreuk of een milieumisdrijf heeft gepleegd. Het is hierbij niet vereist dat er effectieve milieuschade moet worden aangetoond. Voor zover de verzoekende partij beweert dat zij ter goeder trouw was, merkt de verwerende partij nog op dat dit de ernst van de feiten niet wegneemt. 3. De verzoekende partij stelt in haar wederantwoordnota dat de verwerende partij zich beperkt tot het aanhalen van wettelijke termen en regels zonder op een concrete wijze te verwijzen naar de specifieke situatie. Indien de verzoekende partij de mest had uitgereden binnen de wettelijk voorziene termijn, dan had zij de grond kapot gereden en kon er geen tarwe worden gezaaid. In 5

6 dat geval zouden de nutriënten wel in aanraking zijn gekomen met het oppervlaktewater, waardoor de milieuschade veel groter zou zijn. De verzoekende partij volhardt in haar stelling dat zij gekozen heeft om de mest in te werken op het minst schadelijke ogenblik. Daarnaast volhardt zij in haar betoog dat er door de gewestelijke entiteit geen controle ter plaatse is uitgevoerd om de mogelijke milieuschade aan te tonen. 4. De verwerende partij stelt in haar laatste nota dat de verzoekende partij in haar wederantwoordnota nog steeds nalaat om aan te tonen welke rechtsregel of welk rechtsbeginsel geschonden zou zijn. De verzoekende partij beperkt zich immers tot feitelijke kritiek op de grootte van de milieuschade. Voor het overige wijst de verwerende partij naar de omstandigheid dat de verzoekende partij de decretale uitrijperiode, voorzien in artikel 8 van het Mestdecreet, heeft overschreden. Beoordeling door het College 1. Overeenkomstig artikel 15, 4 Procedurebesluit moet het verzoekschrift een uiteenzetting bevatten van de feiten en de middelen. Het is hierbij niet vereist dat de verzoekende partij nominatim aangeeft welke regelgeving zij geschonden acht. Het volstaat dat uit het betoog van het verzoekschrift duidelijk kan afgeleid worden welke schending van regelgeving of beginselen van behoorlijk bestuur ingeroepen worden en waarom. De verzoekende partij beroept zich op haar goede trouw zodat zij impliciet maar zeker de toerekenbaarheid van het milieumisdrijf betwist. Tevens geeft zij aan dat er geen milieuschade is aangetoond. De verzoekende partij relativeert aldus de ernst van de feiten, wat neerkomt op een mogelijke schending van artikel DABM. De verwerende partij heeft dit ook zo begrepen en heeft hierover, zij het in ondergeschikte orde, ten gronde verweer gevoerd. De exceptie wordt verworpen. 2. Artikel 8, 3, 1 van het Mestdecreet zoals van toepassing op het ogenblik van de vaststellingen, stelt dat in afwijking van 1 het toegelaten is om: stalmest of champost op of in de bodem te brengen vanaf 16 januari tot en met 14 november; De verzoekende partij betwist niet dat zij op 18 november 2013 de stalmest heeft ingewerkt, buiten de conform artikel 8, 3, 1 van het Mestdecreet toegestane periode. De verzoekende partij voert aan dat zij heeft gewacht tot de akker berijdbaar was zodat zij de stalmest meteen heeft kunnen inwerken waardoor de meststof niet in contact is gekomen met omgevingslucht en waardoor afspoeling naar het grondwater wordt vermeden. Het College merkt op dat artikel 8, 3 van het Mestdecreet reeds een uitzonderingsbepaling is op de algemene verbodsperiode om mest in te werken van 1 september tot en met 15 februari, zoals voorzien in artikel 8, 1 van het Mestdecreet. Uit de memorie van toelichting blijkt tevens dat zelfs in geval van uitzonderlijke weersomstandigheden de verbodsperiode van 15 november tot en met 15 januari gehandhaafd blijft (Parl.St. Vl.Parl , nr. 1007/1, 10). Hieruit blijkt dan ook dat de overschrijding van de uitrijperiode, ook al is het maar met enkele dagen, een voldoende grondslag biedt om een bestuurlijke geldboete op te leggen. 6

7 3. In de bestreden beslissing overweegt de verwerende partij wat de ernst van de feiten betreft, als volgt: De ernst van de feiten De doelstelling van bovenvermelde regelgeving is het voorkomen of beperken van de negatieve milieu- en veiligheidsinvloeden van menselijke bedrijvigheden en handelingen die milieubelastend kunnen zijn, of die gevaarrisico's in zich kunnen dragen. Het Mestdecreet heeft tot doel de bescherming van het leefmilieu door de waterverontreiniging veroorzaakt of teweeggebracht door nitraten en fosfaten uit agrarische bronnen te verminderen, verdere verontreiniging van die aard te voorkomen en bij te dragen tot de realisatie van een goede toestand van de watersystemen en de beperking van de luchtverontreiniging als gevolg van de productie en het gebruik van meststoffen. Het uitsluiten van het opbrengen van dierlijke mest in de wintermaanden is een verbodsmaatregel die van essentieel belang is in het kader van de inspanningen die moeten worden geleverd voor het behalen van de door Europa opgestelde normen, vertaald in het Vlaams ammoniakreductieplan. Bovendien haalde de overtreder aan dat het de weken voordien veel geregend had en dat de akker zeer nat was, waardoor het mogelijk drassig was. Door het uitrijden van de stalmest op het drassig land, komen de meststoffen gedurende een, lange tijd in contact met de omgevingslucht, waardoor afspoeling naar het oppervlaktewater mogelijk is. De ammoniakvervluchtiging die hier het gevolg van is, vormt een belangrijke oorzaak van zure regen. Bovenvermelde feiten zijn derhalve voldoende ernstig om gesanctioneerd te worden met eer alternatieve bestuurlijke geldboete. Het College stelt vast dat de verzoekende partij de bovenstaande motivering geenszins betwist. De verzoekende partij voert weliswaar aan dat er geen staalname is gebeurd om de ernst van de mogelijke milieuschade vast te stellen, maar zij gaat er aan voorbij dat dergelijke staalname niet vereist is. De verwerende partij wijst er immers op dat het uitsluiten van het opbrengen van dierlijke mest in de wintermaanden een verbodsmaatregel is die van essentieel belang is om de normen te halen volgens de Europese regelgeving. In tegenstelling tot wat de verzoekende partij beweert, dient bovendien geen effectieve milieuschade te worden aangetoond. De vaststelling dat de verzoekende partij de toegelaten periode om mest in te werken heeft overschreden volstaat ter verantwoording van het vastgestelde milieumisdrijf. De gewestelijke entiteit motiveert in de bestreden beslissing omstandig de ernst van de vastgestelde feiten en de hieruit voortvloeiende milieurisico s. De verzoekende partij toont de onjuistheid of de kennelijke onredelijkheid van de motivering van de verwerende partij in de bestreden beslissing niet aan. 4. De verzoekende partij beroept zich op haar goede trouw, verwijzend naar voorafgaande hevige regenval. De ingeroepen verzachtende omstandigheden worden evenwel niet concreet gestaafd. 7

8 Bovendien ontneemt het bestaan van goede trouw aan de vastgestelde feiten niet hun kwalificatie als milieumisdrijf. Een gebrek aan voorzorg of voorzichtigheid volstaat opdat er van een milieumisdrijf sprake is in de zin van artikel tot septies DABM. De verzoekende partij maakt bovendien niet aannemelijk dat zij zoals elke normaal redelijk en vooruitziende persoon, geplaatst in dezelfde omstandigheden niet in staat zou geweest zijn de regelgeving van artikel 8 Mestdecreet na te komen. Het middel wordt verworpen. B. Tweede middel Standpunt van de partijen 1. In haar tweede middel voert de verzoekende partij aan dat de beslissingstermijn van 180 dagen voorzien in artikel DABM op een onredelijk lange wijze wordt overschreden. Op 20 januari 2014 maakte de verwerende partij haar voornemen om een alternatieve bestuurlijke geldboete op te leggen bekend aan de verzoekende partij. De verzoekende partij stelt dat er echter 906 dagen zijn verstreken tussen 20 januari 2014 en de datum van verzending van de bestreden beslissing, zijnde 14 juli Dit is een grove schending van het redelijkheidsbeginsel. 2. De verwerende partij antwoordt dat zij in de bestreden beslissing rekening heeft gehouden met het overschrijden van de termijn van 180 dagen, en dat zij het boetebedrag met één vijfde heeft verminderd. Zij wijst erop dat de verzoekende partij de bestreden beslissing op dit punt niet bekritiseert. Verder toont de verzoekende partij niet aan op welke wijze zij in concreto benadeeld is door het overschrijden van de beslissingstermijn van 180 dagen. De verzoekende partij toont hierbij evenmin aan dat zij bij de planning van haar activiteiten rekening diende te houden met een mogelijke geldboete, noch toont ze aan dat het uitblijven van een beslissing een weerslag heeft gehad op haar investeringsbeleid. Ten slotte benadrukt de verwerende partij dat de termijn van 180 dagen geen vervaltermijn maar een ordetermijn is. Nu deze ordetermijn met 2 jaar wordt overschreden is een vermindering van de boete met één vijfde naar het oordeel van de verwerende partij redelijk. 3. In haar wederantwoordnota stelt de verzoekende partij nog dat een boete van 792 euro voor haar landbouwbedrijf een behoorlijk groot bedrag is. Zij heeft van collega-landbouwers vernomen dat er een aantal vaststellingen zijn gebeurd van schendingen van het Mestdecreet in augustus 2015 en dat er al in december 2015 door de gewestelijke entiteit een boete werd opgelegd. Haar dossier was in januari 2014 in het bezit van de gewestelijke entiteit en er zijn geen bijkomende vragen of onderzoeksdaden gesteld. Dit wijst er volgens de verzoekende partij op dat AMMC weinig belang hecht aan haar dossier. 4. De verwerende partij stelt in haar laatste nota dat de verzoekende partij in haar wederantwoordnota niet op ontvankelijke wijze kan argumenteren dat de gewestelijke entiteit geen belang heeft gehecht aan haar dossier. De verzoekende partij heeft hierover immers geen argumenten doen gelden in haar inleidend verzoekschrift terwijl zij nochtans de mogelijkheid had om dit in een vroeger stadium op te werpen. 8

9 In ondergeschikte orde wijst de verwerende partij nog op de motivering in de bestreden beslissing waaruit blijkt dat de geldboete met één vijfde wordt verlaagd wegens het overschrijden van de beslissingstermijn. Beoordeling door het College 1. De verwerende partij betwist de ontvankelijkheid van de bijkomende argumentatie ontwikkeld in de wederantwoordnota door de verzoekende partij. De bijkomende argumentatie houdt evenwel slechts een verduidelijking in van het reeds in het verzoekschrift vermelde tweede middel over de mogelijke schending van de redelijke termijn. De exceptie wordt verworpen. 2. De termijn bepaald in artikel , eerste lid DABM is geen vervaltermijn maar een termijn van orde. De loutere overschrijding van deze termijn leidt op zich niet tot bevoegdheidsverlies in hoofde van de gewestelijke entiteit en kan bijgevolg niet tot vernietiging van de bestreden beslissing leiden. De algemene beginselen van behoorlijk bestuur, en meer bepaald het zorgvuldigheidsbeginsel, leggen de overheid evenwel de verplichting op om binnen een redelijke termijn een beslissing te nemen. Onder het begrip kennelijk onredelijke termijn dient verstaan te worden een termijn die zodanig laattijdig is dat het niet meer redelijk geacht wordt om alsnog de normale voor de inbreuk decretaal toepasselijke administratieve punitieve sanctie op te leggen. Anders dan de verwerende partij voorhoudt, heeft de verzoekende partij er een rechtmatig belang bij dat de verwerende partij die verplichting eerbiedigt en de beboetingsprocedure met bekwame spoed afhandelt. Het feit dat de verzoekende partij dit niet expliciet vermeldt, doet geen afbreuk aan de vaststelling dat de beslissing tot het instellen van een beboetingsprocedure voor de verzoekende partij onvermijdelijk onzekerheid betekent. Als vervolgde partij heeft de verzoekende partij een evident belang om zo spoedig mogelijk die onzekerheid beëindigd te zien en te weten of zij al dan niet wordt beboet, en zo ja hoe groot de boete uitvalt. De redelijke termijnvereiste, die zich ten aanzien van de bestuurlijke overheid manifesteert als de verplichting om als een bonus pater familias te handelen, dient in concreto geëvalueerd te worden, waarbij in de regel rekening gehouden wordt zowel met het gedrag van de administratie als met de houding van de overtreder. Hierbij kunnen tal van factoren een rol spelen, zoals de concrete omstandigheden waarin de feiten gepleegd of beëindigd zijn, de mate van medewerking betoond door de overtreder, de duur van mogelijke onderzoeksdaden, de complexiteit van het dossier en de ernst van de vastgestelde inbreuken. 3. Het voornemen om een alternatieve bestuurlijke geldboete op te leggen dateert van 20 januari 2014 terwijl de bestreden beslissing genomen is op 30 juni De ordetermijn van 180 dagen verstreek op 20 juli 2014, zodat de termijn van orde met bijna twee jaar overschreden is. De verwerende partij voert geen redenen aan voor de vertraging in behandeling en betwist als zodanig het abnormaal lange tijdsverloop niet. Het College oordeelt dat de redelijke beslissingstermijn geschonden is, 9

10 De gevolgen van de overschrijding van de redelijke termijn moeten in concreto worden beoordeeld, zowel uit het oogpunt van de bewijslevering als van de opportuniteit tot het opleggen van de sanctie en de omvang ervan. Het komt in eerste instantie aan de gewestelijke entiteit toe om binnen haar discretionaire bevoegdheid te oordelen over de (boeteverlagende) gevolgen van de termijnoverschrijding. Het College oefent hierop een wettigheidstoezicht uit en gaat meer bepaald na of de beslissing op dat punt niet kennelijk onredelijk is. De gewestelijke entiteit heeft de opgelegde boete met één vijfde verlaagd omwille van het lange tijdsverloop. Het College stelt vast dat de verzoekende partij over de toegepaste verlaging in concreto geen betwisting voert noch stelt dat de beslissing op dat punt onzorgvuldig is tot stand gekomen of onvoldoende gemotiveerd is. Rekening houdend met de discretionaire bevoegdheid waarover de gewestelijke entiteit beschikt en bij gebreke van concrete betwisting omtrent het aldus herleide bedrag ziet het College geen aanleiding om binnen de hem toevertrouwde legaliteitsopdracht het boetebedrag bijkomend te herleiden. De verzoekende partij toont niet aan dat de bestreden beslissing op dat punt kennelijk onredelijk is. Het middel wordt verworpen. BESLISSING VAN HET MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE 1. Het College verwerpt het beroep. 2. De behandeling van het beroep heeft geen kosten met zich gebracht, zodat een beslissing over de kosten van het geding zonder voorwerp is. Dit arrest is uitgesproken te Brussel in openbare zitting van 13 juni 2017 door de eerste kamer. De toegevoegd griffier, De voorzitter van de eerste kamer, Chana GIELEN Marc VAN ASCH 10

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 16 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0076 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0109/M Verzoekende partij de bvba JACQUES GHEYSENS vertegenwoordigd door advocaat Thomas BAILLEUL

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 28 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0045 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0097/M Verzoekende partij Verwerende partij Marc Broucke, met woonplaatskeuze te 8830 Hooglede,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 25 juli 2017 met nummer MHHC- M /1617/0114 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0147/M Verzoekende partij de bvba M.V.T. TRANS vertegenwoordigd door advocaat Noëlla VIAENE

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0113 van 26 april 2016 in de zaak MHHC/1415/0065/M/0053 In zake: de nv AGROTECH BELGASIA, met zetel te 8870 Izegem, Gentse Heerweg 78 waar woonplaats wordt

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/3-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC/M/1516/0030 van 26 november 2015 In de zaak van de bvba 10POND, met maatschappelijke zetel te 9770 Kruishoutem, Duifhuisstraat 21, voor en namens wie optreedt mr. Koen

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 28 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0047 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0099/M Verzoekende partij de bvba IMBRECHTS, met zetel te 1910 Kampenhout, Haachtsesteenweg

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 17 oktober 2017 met nummer MHHC/M/1718/0022 in de zaak met rolnummer 1617-MHHC-0018-M Verzoekende partij Jeroen VAN BYLEN met woonplaatskeuze te 2250 Olen, Gerheiden

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 13 juni 2017 met nummer MHHC/M/1617/0091 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0137/M Verzoekende partij Verwerende partij de heer Marc VAN DER SMISSEN, wonende te 1730

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 12 september 2017 met nummer MHHC/M/1718/0002 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0103/M Verzoekende partij Verwerende partij de lv NELIS-CILLEN-CAYMAX vertegenwoordigd

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 20 februari 2018 met nummer MHHC/M/1718/0066 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0069/M Verzoekende partij de bvba AURO-TECH, met woonplaatskeuze te 9111 Sint-Niklaas,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 19 juni 2018 met nummer RvVb/A/1718/1022 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0396/A Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Marina VERPLANCKE, wonende te

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/100-VK van 5 december 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 26 september 2017 met nummer MHHC/M/1718/0012 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0006/M Verzoekende partij de heer Jacques DESAMBER, met woonplaatskeuze te 8531 Harelbeke,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/35-VK van 18 april 2013 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Albert COPPENS, advocaat, met kantoor te 9300

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/31-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/14-K7 van 12 maart 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0149 van 12 juli 2016 in de zaak MHHC/1415/0070/M/0067 In zake: de heer Rik VERSTRAETE, wonende te 8792 Desselgem, Meelstraat 88 verzoekende partij tegen:

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/2-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 21 februari 2017 met nummer MHHC/M/1617/0027 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0087/M Verzoekende partij de nv DIRESCO vertegenwoordigd door advocaat Koen GEELEN, Bernard

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 11 september 2018 met nummer RvVb/A/1819/0052 in de zaak met rolnummer 1718/RvVb/0029/A Verzoekende partij mevrouw Gerda BORREMANS vertegenwoordigd door advocaat

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0077 van 10 maart 2016 in de zaak MHHC/1415/0013/M/0009 In zake: de heer Dirk VANOVERSCHELDE, wonende te 8610 Kortemark, Vijfhuishoekstraat 8 waar woonplaats

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0093 van 14 april 2016 in de zaak MHHC/1415/0032/M/0024 In zake: de heer Ludwig VAN DE WEGHE, wonende te 9270 Kalken, Krimineelstraat 21a vertegenwoordigd

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/19-K6 van 2 april 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen

Nadere informatie

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 9 oktober 2018 met nummer HHC/M/1819/0013 in de zaak met rolnummer 1718/HHC/0024/M Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Maria VAN HOVE wonende te 2270 Herenthout,

Nadere informatie

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 8 januari 2019 met nummer HHC-M-1819-0018 in de zaak met rolnummer 1718-HHC-0025-M Verzoekende partij de heer Jan TEUGHELS vertegenwoordigd door advocaat Chris DE NYN met

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 18 april 2017 met nummer MHHC/M/1617/0054 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0117/M Verzoekende partij de nv CORNEILLIE vertegenwoordigd door advocaten Tom MALFAIT en

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 16 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0083 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0131/M Verzoekende partij de heer Jozef ROUGES, wonende te 9080 Zaffelaere, Dam 27 Verwerende

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2014/0038 van 24 juni 2014 in de zaak 1314/0216/A/4/0183 In zake: de heer Daniël VANDERVELPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert DEMIN

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0111 van 26 april 2016 in de zaak MHHC/1415/0049/M/0040 In zake: de heer Hugo PASSCHYN, wonende te 8792 Waregem, Waregemstraat 100 verzoekende partij tegen:

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0121 van 12 mei 2016 in de zaak MHHC/1415/0072/0061 In zake: de heer John DE GENDT, wonende te 1080 Sint-Agatha-Berchem, René Comhairelaan 1, bus 009, waar

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0048 van 21 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/89-M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 28 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0050 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0026/M Verzoekende partij mevrouw Negar MEHDIPOURYAN, wonende te 9250 Waasmunster, Wareslagestraat

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/4-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ], wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

hierna de tegen hierna de

hierna de tegen hierna de Milieuhandhavingscollege Arrestt MHHC-12/18-VK van 24 april 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0041 van 14 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/78-M In zake : mevrouw [ ] wonende te [ ] verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 6 februari 2018 met nummer MHHC/M/1718/0060 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0064/M Verzoekende partij Verwerende partij de bvba GARAGE ZILLEBEEK, met zetel te 9120

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege 14_PS_ Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/53-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ], zaakvoerder, hierna de verzoekende

Nadere informatie

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 13 maart 2018 met nummer HHC/I/1718/0080 in de zaak met rolnummer 1617-MHHC-0086-I Verzoekende partij mevrouw Annemie ROEFS, wonende te 2340 Beerse, Bisschopslaan 46 de heer

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/60-VK van 27 juni 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/33-K7 van 31 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege 14_PS_ Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/50-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 13 maart 2018 met nummer HHC/M/1718/0082 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0088/M Verzoekende partij de heer Julius DEMEDTS vertegenwoordigd door advocaat Dirk BAILLEUL met

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 9 mei 2017 met nummer RvVb/A/1617/0839 in de zaak met rolnummer RvVb/1415/0697/SA/0682 Verzoekende partijen de heer Tjerk BOERSMA mevrouw Melina CRAEYBECKX

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 26 september 2017 met nummer RvVb/A/1718/0094 in de zaak met rolnummer 1617/RvVb/0579/SA Verzoekende partijen Verwerende partij 1. de heer William ROTTIERS

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/56-VK van 13 juni 2013 In de zaak van de VZW [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Bart D HAENE, advocaat, met kantoor te 2300 TURNHOUT,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0033 van 22 december 2015 in de zaak 14/MHHC/60-M In zake: de nv [ ] bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Dominique VERMER met kantoor te 1160 Brussel,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 16 augustus 2016 met nummer RvVb/S/1516/1447 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0336/SA Verzoekende partijen 1. de heer Kristoffel VOSSEN 2. mevrouw Simonne

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 26 september 2017 met nummer RvVb/A/1718/0092 in de zaak met rolnummer 1617-RvVb-0521-A Verzoekende partij de nv ASPIRAVI vertegenwoordigd door advocaat Gregory

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE TUSSENARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE TUSSENARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE TUSSENARREST van 28 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0048 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0103/M Verzoekende partij de lv NELIS-CILLEN-CAYMAX vertegenwoordigd door advocaat

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 2 augustus 2016 met nummer RvVb/A/1516/1389 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0046/SA Verzoekende partij mevrouw Pauline PENNE vertegenwoordigd door advocaat

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/82-VK van 10 oktober 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0117 van 26 april 2016 in de zaak MHHC/1415/0094/M/0081 In zake: de bvba VINCKE bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Sam DULLAERT kantoor houdende

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 14 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0040 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0094/M Verzoekende partij de heer Albert VANDAELE, met woonplaatskeuze te 8660 De Panne,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 13 juni 2017 met nummer MHHC/M/1617/0093 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0140/M Verzoekende partij de heer Eddy TAMSIN vertegenwoordigd door advocaat Raoul KERSTENS

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 8 november 2016 met nummer RvVb/A/1617/0231 in de zaak met rolnummer 1314/0771/A/2/0738 Verzoekende partij 1. de heer Tom BELMANS 2. mevrouw Christ l MAES 3.

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/1294 van 28 juni 2016 in de zaak 1314/0440/A/4/0401 In zake: de heer Alain CHABEAU advocaat Dominique VERMER kantoor houdende te 1160 Brussel, Tedescolaan

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/10-K7 van 19 februari 2015 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Mario DEKETELAERE, advocaat, met kantoor te

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0084 van 31 maart 2016 in de zaak MHHC/1415/0025/M/0020 In zake: de heer Ludo GEUSENS, wonende te 3930 Hamont-Achel, Jagershoef 1 waar woonplaats wordt gekozen

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/1202 van 7 juni 2016 in de zaak 1213/0253/SA/8/0233 In zake: de heer David DE CORTE mevrouw Mia LEFEVRE 3. de heer Luc LEFEVRE 4. de heer Wouter

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/34-K7 van 31 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 4 juli 2017 met nummer RvVb/A/1617/1019 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0083/A Verzoekende partij Verwerende partij de heer Jozef RUTTEN, met woonplaatskeuze

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 4 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0064 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0062/M Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Silvy DENDAUW, wonende te 8940 Wervik,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2015/0033 van 4 augustus 2015 in de zaak 1415/0262/A/2/0254 In zake: 1. de heer Marc DE SMET 2. de heer Marnix DECOCK beiden wonende te 8500 Kortrijk,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0153 van 26 juli 2016 in de zaak MHHC/1415/0093/M/0082 In zake: bvba J. KRIJNEN KEUKENS bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Harry HENDRICKX kantoor

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 16 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0078 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0116/M Verzoekende partij de heer Koen WINDELS vertegenwoordigd door advocaat Steven TAMSYN

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0116 van 26 april 2016 in de zaak MHHC/1415/0085/M/0077 In zake: de nv AB-INVEST, met zetel te 3621 Lanaken, Daalbroekstraat 38 vertegenwoordigd door: de

Nadere informatie

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 13 maart 2018 met nummer HHC/M/1718/0079 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0085/M Verzoekende partij de nv EUROGAS BELGIUM vertegenwoordigd door advocaat Theo MARCOURS met

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST van 9 oktober 2018 met nummer RvVb/A/1819/0155 in de zaak met rolnummer 1617/RvVb/0701/A Verzoekende partijen 1. de heer Johan VANDEVENNE 2. mevrouw Gerda

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0056 van 28 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/96-M In zake:... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Piet DE GROOTE met kantoor te 8300 Knokke-Heist,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/12-K7 van 26 februari 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Sarah BERNAERS, advocaat, met kantoor te 9100 SINT-NIKLAAS,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0042 van 14 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/79-M In zake : de heer [ ] wonende te [ ] verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 9 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0073 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0041/M Verzoekende partij de bvba MARES GEBROEDERS vertegenwoordigd door advocaat Frederik

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0144 van 5 juli 2016 in de zaak MHHC/1415/0082/M/0063 In zake: de heer François LAMBREGTS bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Sofie MARTENS kantoor

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0901 van 5 april 2016 in de zaak 1213/0305/SA/1/0295 In zake: de heer Geert STANDAERT bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaten Koen GEELEN

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 21 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0043 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0014/M Verzoekende partij de heer Bart VERVAEKE vertegenwoordigd door advocaat Vallery DECLERCQ,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 7 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0030 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0090/M Verzoekende partij de bvba GARAGE VAN DER PLAS vertegenwoordigd door advocaten Koen

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0142 van 30 juni 2016 in de zaak MHHC/1415/0097/M/0078 In zake: landbouwvennootschap VAN LOOVEREN L&L, met zetel te 2960 Brecht, Klein Veerle 46B verzoekende

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 21 februari 2017 met nummer RvVb/A/1617/0580 in de zaak met rolnummer 1213/0519/A/2/0489 Verzoekende partijen 1. de heer August VAN PETEGHEM 2. de heer Peter

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/18-K6 van 2 april 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

52-VK van. hierna de. tegen. voor wie. hierna de. 6 november 2012

52-VK van. hierna de. tegen. voor wie. hierna de. 6 november 2012 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/5 52-VK van 6 november 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de

Nadere informatie

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 13 maart 2018 met nummer HHC/I/1718/0071 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0075/I Verzoekende partij de heer Jos GIELEN vertegenwoordigd door advocaat Philippe JANSSENS met

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 25 april 2017 met nummer MHHC/M/1617/0060 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0081/M Verzoekende partij Verwerende partij de heer Frans DE VLIEGER, wonende te 9140 Temse,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 17 januari 2017 met nummer MHHC/M/1617/0008 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0036/M Verzoekende partij de bvba VERGAUWE K EN P, met woonplaatskeuze te 8620 Nieuwpoort,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 7 november 2017 met nummer MHHC/M/1718/0035 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0040/M Verzoekende partij de heer Jozef VAN LOOY, wonende te 3191 Boortmeerbeek, Donk

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/1491 van 30 augustus 2016 in de zaak RvVb/1415/0506/A/0495 In zake: de bvba MONDY bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaten Jan FERLIN, Peter

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/I/1516/0136 van 16 juni 2016 in de zaak 14/MHHC/83-I In zake:... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Sabine WULLUS kantoor houdende te 8630 Veurne, Boterweegschaalstraat

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 20 februari 2018 met nummer MHHC/M/1718/0064 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0067/M Verzoekende partij de bv PEUTE PAPIERRECYCLING vertegenwoordigd door advocaten

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 18 april 2017 met nummer MHHC/M/1617/0055 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0120/M Verzoekende partij de bvba AGRERO vertegenwoordigd door advocaat Koen VAN WYNSBERGE

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 27 juni 2017 met nummer MHHC/M/1617/0102 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0135/M Verzoekende partij de heer Jan Cornelis PEETERS met woonplaatskeuze te 3665 As, Stationstraat

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE TIENDE KAMER ARREST nr. UDN/2015/0005 van 19 maart 2015 in de zaak RvVb/1415/0006/UDN In zake: 1. de heer Yves VANNERUM 2. mevrouw Kathleen CRABBE advocaten

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0697 van 1 maart 2016 in de zaak RvVb/1415/0538/SA/0518 In zake: het college van burgemeester en schepenen van de stad OUDENBURG bijgestaan en vertegenwoordigd

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 8 november 2016 met nummer RvVb/A/1617/0256 in de zaak met rolnummer 1415/0122/A/6/0092 Verzoekende partij Verwerende partij Tussenkomende partijen de heer

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/74-VK van 20 oktober 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 4 juli 2017 met nummer MHHC/M/1617/0110 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0046/M Verzoekende partij de bvba I.V.A.-TEX vertegenwoordigd door advocaat Heidi MARIS, met

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0601 van 16 februari 2016 in de zaak RvVb/1415/0481/A/0466 In zake: de heer Theodoor GORISSEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Antoon

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0046 van 21 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/87-M In zake:... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Koenraad DEGROOTE met kantoor te 8720 Wakken,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/37-VK van 12 juni 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Mary VANDE ROSTYNE, advocaat, met kantoor te 9950 WAARSCHOOT, Molenstraat

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 18 september 2018 met nummer RvVb/A/1819/0078 in de zaak met rolnummer 1718/RvVb/0294/SA Verzoekende partijen 1. de heer Raoul DIRCKX 2. mevrouw Rose Marie

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/49-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Yves TORFS, advocaat, met kantoor te 2200

Nadere informatie