vereniging Vrienden van het Diemerpark Analyse van het onderzoek van PARKEERPILOT SPORTPARK IJBURG (DIEMERPARK)

Transcriptie

1 vereniging Vrienden van het Diemerpark Analyse van het onderzoek van PARKEERPILOT SPORTPARK IJBURG (DIEMERPARK) versie

2 INHOUD 0 SAMENVATTING EN CONCLUSIE...4 FUNDAMENTELE FOUTEN...4 GEVOLGEN VAN DE FOUTEN VOOR DE CONCLUSIES VAN HET ONDERZOEK...4 DE PARKEERGARAGE ALS "VOLWAARDIGE PARKEERVOORZIENING" INLEIDING DOELSTELLING VAN HET ONDERZOEK...9 INLEIDING...9 DOELSTELLING 1: "NIET MÉÉR AUTO'S PARKEREN OP STRAAT"...9 DOELSTELLING 2: "MEER BEZETTING VAN DE PARKEERGARAGE"...12 DOELSTELLING 3: "NIET MEER FOUTPARKEERDERS"...12 DOELSTELLING 4: "ER IS DRAAGVLAK EN ACCEPTATIE ONDER BEZOEKERS VAN HET DIEMERPARK" DE UITVOERING VAN HET ONDERZOEK...14 PARKEERDRUKMETINGEN...14 ENQUÊTE DE RESULTATEN EN CONCLUSIES VAN HET ONDERZOEK...19 RESULTAAT PARKEERDRUKMETINGEN...19 DOELSTELLING 1: "NIET MÉÉR AUTO'S PARKEREN OP STRAAT"...20 DOELSTELLING 2: "MEER BEZETTING VAN DE PARKEERGARAGE"...25 DOELSTELLING 3: "NIET MEER FOUTPARKEERDERS"...27 DOELSTELLING 4: "ER IS DRAAGVLAK EN ACCEPTATIE ONDER BEZOEKERS VAN HET DIEMERPARK" "DOORKIJK NAAR DE TOEKOMSTIGE SITUATIE"...38 TEGENGESTELDE INFORMATIE OVER HET AANTAL BENODIGDE PARKEERPLAATSEN...38 DE CAPACITEIT VAN DE PARKEERGARAGE IN DE TOEKOMST...38 WAT WAS DE OPDRACHT VAN HET STADSDEEL AAN ARCADIS: "ONDERZOEKEN" OF "SPECULEREN"?...40 DAN MAAR PARKEERPLAATSEN IN HET DIEMERPARK?...42 (Voorblad: verkeersbord E1 en C12: niet door Arcadis opgemerkte, nochtans zeer relevante, verkeersborden.) Majestueuze entree van het Diemerpark. Brug van de Oeverzeggestraat naar het Diemerpark. Voor fietsers onderdeel van dé hoofdroute tussen IJburg en de rest van Amsterdam (m.u.v. Noord). 2

3 Voorwoord Dit rapport bevat een analyse door vereniging 'Vrienden van het Diemerpark' van het onderzoek dat door Arcadis is uitgevoerd naar de mogelijkheid om bezoekers van sportvelden in het Diemerpark gebruik te laten maken van de parkeergarage onder het winkelcentrum IJburg aan de IJburglaan. Door Arcadis werden voor dit onderzoek vier criteria opgesteld, op basis waarvan vastgesteld kon worden of de 'parkeerpilot' geslaagd zou zijn: 1. "Niet méér auto's parkeren op straat" 2. "Meer bezetting van de parkeergarage" 3. "Niet meer foutparkeerders" 4. "Er is draagvlak en acceptatie onder bezoekers van het Diemerpark" Arcadis zegt dat de 'parkeerpilot' op de doelstellingen 1, 3 en 4 niet is geslaagd. In een "doorkijk naar de toekomstige situatie" zegt Arcadis dat op termijn de parkeergarage onvoldoende capaciteit zou hebben en daarom geen volwaardige parkeervoorziening zou zijn voor de bezoekers van de sportvelden in het Diemerpark. Uit onze analyse van de onderzoeksgegevens blijkt echter dat Arcadis fundamentele onderzoeksfouten heeft gemaakt. Zo zijn er bijvoorbeeld enkele zeer relevante verkeersborden door Arcadis niet opgemerkt, waardoor ten onrechte wordt geconcludeerd dat het foutparkeren door sportveldbezoekers toenam. De conclusie van het onderzoek moet luiden dat de 'parkeerpilot' op doelstelling 1 t/m 3 wel is geslaagd en dat over doelstelling 4 geen uitspraak gedaan kan worden omdat de steekproef in de gehouden enquête daarvoor niet adekwaat was. Ook tonen wij aan dat de parkeergarage in de toekomst wel degelijk een volwaardige parkeervoorziening is voor de bezoekers van de sportvelden in het Diemerpark. Het is voor ons niet acceptabel als de stadsdeelraad Oost de conclusies van Arcadis over de 'parkeerpilot' zondermeer overneemt. Wij verzoeken om een herijking van het belang dat aan het rapport van Arcadis wordt gehecht in het nieuwe Bestemmingsplan IJburg (zie pag. 25 en 90 in de'toelichting bestemmingsplan IJburg 1e fase, 2013 ', d.d. 17 april 2013) zodat bureau 'De Wijde Blik' de parkeergarage onbevangen als een serieuze optie in zijn onderzoek kan betrekken. Amsterdam, 26 mei 2013 Vrienden van het Diemerpark IJburglaan GE Amsterdam vriendenvanhetdiemerpark@gmail.com 3

4 0 Samenvatting en conclusie Samenvatting en conclusie Er blijkt een groot verschil te zijn tussen de beoordeling van Arcadis en die van onze vereniging over de 'parkeerpilot' die in het laatste kwartaal vorig jaar plaatsvond om bezoekers van de sportvelden in het Diemerpark gebruik te laten maken van de parkeergarage onder het winkelcentrum IJburg. Arcadis concludeert dat op drie van de vier geformuleerde doelstellingen de 'parkeerpilot' niet is geslaagd. Wij vinden de 'parkeerpilot' daarentegen wél geslaagd. Een analyse van het rapport en de achterliggende gegevens toont aan dat dit verschil vooral veroorzaakt wordt door een aantal fundamentele fouten in het onderzoek(srapport) van Arcadis. Fundamentele fouten Doelstelling van de 'parkeerpilot' was om vast te stellen of "stimuleren van het gebruik van de parkeergarage afdoende is om te voorzien in de behoefte van bezoekende verenigingen". 1. Om hierover een gefundeerde uitspraak te kunnen doen zou de situatie tijdens de experimentele metingen slechts op de variabele 'stimuleren van het gebruik van de parkeergarage' mogen verschillen van de nulmeting. De situatie verschilde echter tijdens de nulmeting op essentiële onderdelen van de experimentele metingen. Op de Diemerzeedijk werd ná de nulmeting een parkeerverbod ingesteld. Het instellen van dit parkeerverbod is niet door Arcadis opgemerkt. Daardoor kan de parkeerdruk en het aantal foutparkeerders tijdens de nulmeting in de 'Buurt Diemerzeedijk' niet eerlijk vergeleken worden met die tijdens de experimentele metingen. Ook in de Oeverzeggestraat werd pas ná de nulmeting een (voor de hele straat geldend) parkeerverbod ingesteld. Dit werd wél door Arcadis opgemerkt. Om tóch een vergelijking te kunnen maken tussen de nulmeting en de experimentele metingen haalt Arcadis een kunstgreep uit door het aantal parkeerplaatsen in de Oeverzeggestraat tijdens alle metingen op nul te zetten. Maar door te doen alsof de tijdens de nulmeting in de Oeverzeggestraat geparkeerde auto's elders in de 'Buurt Oeverzeggestraat' 'goed' geparkeerd stonden, wordt een eerlijke vergelijking van het aantal foutparkeerders tijdens de verschillende metingen onmogelijk gemaakt. 2. Arcadis heeft tijdens de nulmeting het zeer relevante verkeersbord C12 (verboden voor motorvoertuigen) halverwege de Oeverzeggestraat niet opgemerkt. Oók daardoor heeft Arcadis in de nulmeting een aantal 'fout' geparkeerde auto's ten onrechte als 'goed' geparkeerd aangemerkt en is de vergelijking die Arcadis maakt over het aantal foutparkeerders tijdens de nulmeting met die tijdens de experimentele metingen niet correct. 3. De constatering van Arcadis dat er op twee locaties (Vennepluimstraat en IJburglaan) een toename zou zijn van het aantal momenten met een te hoge parkeerbezettingsgraad is niet correct. Gevolgen van de fouten voor de conclusies van het onderzoek Arcadis concludeert dat op drie van de vier geformuleerde doelstellingen de 'parkeerpilot' niet is geslaagd. Hieronder staat kort samengevat achtereenvolgens de doelstelling, de conclusie van Arcadis en die van ons. 4

5 Samenvatting en conclusie Doelstelling 1: 1 : "Niet méér auto's parkeren op straat" "Gedurende de onderzoeksmomenten wijkt de gemiddelde parkeerbezetting van alle openbare parkeerplaatsen in de onderzochte straten in fase 1 en 2 niet af van fase 0, tot een maximum van 90%." Conclusie van Arcadis "Op basis van de resultaten van het onderzoek concluderen wij dat gemiddeld genomen geen sprake is van een toename van de parkeerbezetting van meer dan 10% tijdens de onderzochte onderzoeksmomenten. In de Vennepluimstraat en in de IJburglaan is echter wel sprake van een parkeerbezetting van meer dan 90%. (...) Deze parkeerbezetting wordt in alle fases gemeten, echter in de fases 1 en 2 op meerdere onderzoeksmomenten, in tegenstelling tot fase 0 waar sprake is van een enkel onderzoeksmoment. Omdat sprake is van een toename van het aantal momenten dat de bezettingsgraad meer dan 90% bedraagt, is de pilot op basis van deze doelstelling niet geslaagd." Wij constateren - De gemiddelde parkeerbezetting wijkt in fase 1 en 2 niet meer dan 10% af van die tijdens de nulmeting. - In tegenstelling tot wat Arcadis beweert, is op geen enkele locatie in het onderzoeksgebied sprake van een toename van het aantal momenten dat de bezettingsgraad meer dan 90% bedraagt. - De 'parkeerpilot' is op basis van doelstelling 1 wel geslaagd. Doelstelling 2: 2 : "Meer bezetting van de parkeergarage" "Er wordt er een toename van de parkeerbezetting van de parkeerplaatsen in de parkeergarage waargenomen gedurende de onderzoeksmomenten in fase 1 en 2 in vergelijking met fase 0, tot een maximum van 90%." (pag. 6 rapport Arcadis) Conclusie van Arcadis "De toename van de parkeerbezetting in de parkeergarage bedraagt gemiddeld meer dan 10% gedurende de onderzoeksmomenten. Alleen in fase 1, tussen uur en uur, is sprake van een lagere toename. Omdat gedurende dit tijdstip zowel de markt was geopend als sportwedstrijden werden georganiseerd, concluderen wij dat gedurende dit tijdstip de parkeergarage onvoldoende wordt gebruikt door sporters. Omdat het gaat om een periode van slechts twee uur en sprake is van een toename van net iets minder dan 10% tijdens deze onderzoeksmomenten, trekken wij de conclusie dat op basis van deze doelstelling de parkeerpilot desondanks wel is geslaagd." Wij constateren: - De 'parkeerpilot' is op basis van doelstelling 2 inderdaad geslaagd. - Dat de parkeerbezetting van de parkeergarage in fase 1 en 2 minimaal 10% méér zou moeten zijn dan tijdens de nulmeting is geen zinnig criterium. Een 'lage' bezetting van de parkeergarage kan immers ook het gevolg zijn van bijvoorbeeld toevallig minder auto's in het onderzoeksgebied. Doelstelling 3: 3 : "Niet meer foutparkeerders" "Het aantal foutparkeerders gedurende de onderzoeksmomenten in fase 1 en 2 blijft gelijk of is gedaald in vergelijking met fase 0." Conclusie van Arcadis "In zowel de buurt Diemerzeedijk als Oeverzeggestraat is gedurende de onderzoeksmomenten sprake van een toename van het aantal foutparkeerders in fase 1 en 2 ten opzichte van fase 0. Op de doelstelling foutparkeerders is de parkeerpilot daarom niet geslaagd." 5

6 Samenvatting en conclusie Wij constateren - Omdat Arcadis het parkeerverbod op de Diemerzeedijk tijdens de fasen 1 en 2 niet heeft opgemerkt, kan er geen uitspraak gedaan kan worden over het aantal foutparkeerders in de 'Buurt Diemerzeedijk'. - In de 'Buurt Oeverzeggestraat' is, in tegenstelling tot wat Arcadis beweert, het aantal foutparkeerders in fase 1 en 2 niet gestegen in vergelijking met de nulmeting. - Daarom is de 'parkeerpilot' op basis van doelstelling 3 wel geslaagd. Doelstelling 4 "Er is draagvlak en acceptatie onder bezoekers van het Diemerpark" "Uit de enquête blijkt dat onder bezoekers van het Diemerpark draagvlak en acceptatie bestaat om gebruik te maken van de parkeergarage." Conclusie van Arcadis Omdat het draagvlak en de acceptatie om de parkeergarage te gebruiken als parkeervoorziening voor het sportpark ontbreekt, is de parkeerpilot op basis van de doelstelling resultaten van de enquête niet geslaagd." Wij constateren - De enquête is alleen gehouden onder bezoekers van de sportvelden en niet onder alle soorten Diemerparkgebruikers, zoals recreatieve bezoekers, door het park rijdende recreatieve en woon-werkfietsers, natuurliefhebbers, in het park sportende joggers, skaters, spelende kinderen, enzovoort. - Het is dus niet correct om uit de enquête te concluderen dat er bij bezoekers van het Diemerpark géén "draagvlak en acceptatie" bestaat voor het gebruiken van de parkeergarage. - Omdat veel gebruikers van het Diemerpark géén autoverkeer en parkeerplaatsen in het Diemerpark willen, is er wél degelijk draagvlak voor het gebruik van de parkeergarage door sportveldbezoekers. De parkeergarage als "volwaardige parkeervoorziening" voor de toekomst Conclusie van Arcadis "Op termijn heeft de parkeergarage IJburg onvoldoende capaciteit om te voldoen als parkeervoorziening voor het sportpark. Bij een toenemende populariteit van de parkeergarage kan dit tekort verder oplopen. De parkeervraag die niet in de parkeergarage opgevangen kan worden, zal zich verplaatsen naar de omliggende buurten. De parkeerbezetting en het aantal foutparkeerders zal toenemen wat zich vertaalt in toenemende overlast voor bewoners. Op termijn is de parkeergarage daarom geen volwaardige parkeervoorziening van het sportpark." Wij constateren - Uitgaande van de behoefte aan 42 parkeerplaatsen voor de bezoekers van de sportvelden in de toekomst en maximaal 95% bezetting van de parkeergarage, zouden er volgens Arcadis in de meest ongunstige situatie slechts drie (!) parkeerplaatsen in de parkeergarage te kort zijn. - Het tekort aan de enkele parkeerplaats op het drukste moment in de parkeergarage, kan op straat zonder problemen opgevangen worden, zoals uit de cijfers van Arcadis zelf blijkt. - Omdat in de huidige situatie óók bewoners die elders in de garage een gereserveerde parkeerplaats hebben, hun auto in het openbare deel van de parkeergarage parkeren, kunnen er méér parkeerplaatsen in de parkeergarage beschikbaar gemaakt worden dan waar Arcadis van uitgaat. - De parkeergarage is dus wél een volwaardige parkeervoorziening voor de sportvelden in het Diemerpark. 6

7 Doelstelling van het onderzoek 1 Inleiding Achtergrond van de 'parkeerpilot' Met de komst van competitie voetbal- en hockeywedstrijden op de sportvelden in het Diemerpark kwam er op zaterdag en zondag autoverkeer van bezoekende voetbal- en hockeyteams naar IJburg. Aanvankelijk parkeerden de automobilisten hun voertuig voornamelijk in de Oeverzeggestraat. De Oeverzeggestraat is een voor auto's doodlopende straat. Om weer uit de Oeverzeggestraat te komen moeten automobilisten achteruitrijden of keren. Beide manoeuvres zorgen op de 5,5 meter brede rijweg voor overlast voor passerende fietsers en andere weggebruikers zoals bewoners van de woningen in de Oeverzeggestraat en nood- en hulpdiensten. Voor fietsers is de Oeverzeggestraat onderdeel van de hoofdroute naar de rest van Amsterdam (m.u.v. Noord) en Diemen. Het behoort tot het Amsterdamse Hoofdnet Fiets. Om die reden zouden fietsers er weinig belemmeringen moeten tegenkomen. Dat geldt uiteraard ook voor nood- en hulpdiensten van en naar de sportvelden in het Diemerpark. Op YouTube zijn beelden beschikbaar waarop de aanzienlijke overlast voor fietsers als gevolg van achteruitrijdende en kerende auto's in de Oeverzeggestraat te zien is. 1 Als sportveldbezoekers hun auto in de parkeergarage onder het winkelcentrum zouden parkeren in plaats van in de Oeverzeggestraat, zou dat een einde maken aan de autoverkeersoverlast in de Oeverzeggestraat. Door ons verrichte tellingen van het aantal lege plaatsen in de parkeergarage toonden aan dat de capaciteit van de parkeergarage ruim voldoende zou zijn. Op 8 mei 2012 besloot het bestuur van stadsdeel Amsterdam Oost "proefondervindelijk vast te stellen of stimuleren van het gebruik van de parkeergarage afdoende is om te voorzien in de behoefte van de bezoekende verenigingen". Dit werd de 'parkeerpilot' genoemd. Het verloop van de 'parkeerpilot' De 'parkeerpilot' werd uitgevoerd door bureau Arcadis, en bestond uit drie 'fasen': 'fase 0': de nulmeting op ; die dag werden er nog geen competitiewedstrijden in het Diemerpark gespeeld; 'fase 1': een telling van het aantal auto's en de afname van een enquête op ; 'fase 2': een telling van het aantal auto's en de afname van een enquête op Op de eerste dag van het sportseizoen , op werden automobilisten/sportveldbezoekers voor het parkeren van hun auto voor het eerst door verwijsborden verwezen naar de parkeergarage onder het winkelcentrum. Vanaf die datum tot en met ('fase 1') waren bovendien aan het begin van de Oeverzeggestraat bewakers aanwezig, die automobilisten/sportveldbezoekers verwezen naar de parkeergarage. Vanaf tot en met ('fase 2') werd volstaan met verwijsborden naar de parkeergarage. Die situatie is sindsdien niet meer gewijzigd. Resultaten van de 'parkeerpilot' Wij constateren dat vanaf het moment dat automobilisten/sportveldbezoekers voor het parkeren van de auto verwezen worden naar de parkeergarage, dus sinds , er in de Oeverzeggestraat veel minder verkeersoverlast is dan daarvoor. Het aantal malen dat fietsers hinder ondervinden of worden opgehouden door achteruitrijdende en kerende auto's is aanmerkelijk minder geworden dan vóór Was er vroeger sprake van structurele overlast, dan gaat het nu nog maar om incidenten. 1

8 Doelstelling van het onderzoek Het had gekund dat de overlast zich verplaatst had naar omliggende straten, zoals de Vennepluimstraat of de Zwanebloemlaan, maar dat is niet het geval. Wij noemen de 'parkeerpilot' dan ook zondermeer geslaagd. Hoewel we nog wel enkele suggesties voor verbeteringen hebben, is de parkeergarage een prima locatie voor parkeerplaatsbehoeftige sportveldbezoekers. In februari 2013 kwam een rapport uit van Arcadis over de uitgevoerde 'parkeerpilot'. 2 In het rapport concludeert Arcadis dat de 'parkeerpilot' niet is geslaagd. Aan drie van de vier geformuleerde doelstellingen zou niet voldaan zijn. Kerende auto in de Oeverzeggestraat. Voorheen structureel, nu een incident. Onze analyse van de 'parkeerpilot' Omdat wij over het resultaat van de 'parkeerpilot' een heel andere mening dan Arcadis hadden, hebben we het door Arcadis geschreven onderzoeksrapport van Arcadis grondig bestudeerd. 3 Ook hebben we de cijfers bekeken en de enquêtegegevens op basis waarvan conclusies getrokken zijn. We zijn geschokt door de fundamentele fouten die er in het onderzoek zijn gemaakt, de slordige manier waarop het onderzoek is uitgevoerd en daarover is gerapporteerd. In het document dat u nu leest vindt u daarop een toelichting, waarbij we ons beperken tot de hoofdzaken. Indeling van dit document Achtereenvolgens gaan we in op de doelsteling van het onderzoek ( 2), de uitvoering ( 3), de gerapporteerde resultaten en conclusies ( 4), waarbij we steeds de parkeerdrukmeting en de enquête in aparte paragrafen bespreken. Vervolgens geven we commentaar op de analyse van Arcadis over de "doorkijk naar de toekomstige situatie" ( 5). 2 4 februari :A - Definitief B Onder het kopje "Reacties van betrokkenen" schrijft Arcadis: "Met (...) de vereniging 'Hou Diemerpark Groen', heeft regelmatig afstemming plaatsgevonden om de parkeerpilot, daar waar nodig, bij te sturen." (pag. 5 rapport Arcadis). De 'afstemming' hield in dat wij commentaar aangeleverd hebben op enkele conceptdocumenten die we van het stadsdeel kregen. Onze opmerkingen lijken hier en daar aanleiding gegeven te hebben tot enkele aanpassingen, maar dat houdt niet in dat onze vereniging op enigerlei wijze verantwoordelijk geacht kan worden voor de uiteindelijke vorm en uitvoering van het onderzoek of rapportage daarover of instemming daarmee. 8

9 Doelstelling van het onderzoek 2 Doelstelling van het onderzoek Inleiding Voor ons was de 'parkeerpilot' geslaagd als er door de verwijzingen naar de parkeergarage vanaf vlak vóór sportwedstrijden in het Diemerpark tot kort na de sportwedstrijden geen noemenswaardige overlast zou zijn door auto's in de straten rond het Diemerpark. Arcadis heeft voor de 'parkeerpilot' 4 doelstellingen geformuleerd. Drie daarvan hebben betrekking op tellingen van aantallen auto's (parkeerdrukmetingen) en één op de resultaten van een enquête. 4 Doelstelling 1: "Niet méér auto's parkeren op straat" Arcadis vindt de 'parkeerpilot' 'geslaagd' op doelstelling 1 als het volgende het geval is: 1. "Gedurende de onderzoeksmomenten wijkt de gemiddelde parkeerbezetting van alle openbare parkeerplaatsen in de onderzochte straten in fase 1 en 2 niet af van fase 0, tot een maximum van 90%." (pag. 6 rapport Arcadis) "Onder een gemiddelde parkeerbezetting wordt verstaan de gemiddelde bezetting van alle openbare parkeerplaatsen gedurende alle onderzoeksmomenten per fase." "Er is sprake van een afwijking van de gemiddelde parkeerbezetting van alle openbare parkeerplaatsen in de onderzochte straten als het verschil tussen fase 0 en fase 1 of 2 groter is dan 10%. Door het hanteren van een percentage van 10% wordt de invloed van de statistische marge (toeval) en externe factoren zoveel mogelijk uitgesloten." "De maximale acceptabele parkeerbezetting op straat (...) tijdens drukke momenten is gesteld op 90%. Boven de 90% treedt veel zoekverkeer op en wordt de parkeercapaciteit als ontoereikend beschouwd." (pag. 7 rapport Arcadis) Met andere woorden: de 'parkeerpilot' zou op deze doelstelling 'geslaagd' zijn als er op en gedurende de onderzoeksmomenten gemiddeld niet meer dan 10% méér auto's in de onderzochte straten staan dan op De onderzoeksmomenten nulmeting fase 1 fase u00-11u00 a b c 11u00-12u00 d e f 12u00-13u00 g h i 13u00-14u00 j k l 14u00-15u00 m n o 15u00-16u00 p q r gemiddeld: X Y Z In de doelstelling staat: "gedurende de onderzoeksmomenten". In bovenstaande tabel representeren de letters a t/m r de onderzoeksmomenten: de tijdstippen waarop er auto's geteld zijn. 4 Op , toen de nulmeting en de eerste experimentele meting reeds achter de rug waren en het grootste deel van de enquêteformulieren reeds ingevuld, was er nog steeds geen overeenstemming bereikt tussen ambtenaren van stadsdeel Oost en Arcadis over de opzet en formulering van de doelstellingen van de 'parkeerpilot'. Daardoor is niet uit te sluiten dat de reeds uitgevoerde metingen en enquêteresultaten de formulering van de doelstellingen hebben beïnvloed. 9

10 Doelstelling van het onderzoek De onderzochte straten De 'straten' waarover gesproken wordt, zijn een aantal weggedeelten in het gebied rond de sportvelden in het Diemerpark. Deze zijn op onderstaand kaartje (afkomstig uit het rapport van Arcadis) weergegeven. Onderzoeksgebied en aantal parkeerplaatsen op straat waarvan Arcadis uitgegaan is 5 locatie parkeerplaatsen 1. Diemerzeedijk tussen de brug naar het Steigereiland en het Diemerpark Buitenkerkerweg Buitenkerkerweg parkeerterrein 'Vioolsleutel' 10 totaal 'Buurt Diemerzeedijk' Oeverzeggestraat 0 5. Vennepluimstraat tussen IJburglaan en Zwanebloemlaan 0 6. Vennepluimstraat tussen Zwanebloemlaan en Mattenbiesstraat Mattenbiesstraat 0 8. Zwanebloemlaan Diemerparklaan westkant tussen IJburglaan en Zwanebloemlaan Diemerparklaan westkant tussen Zwanebloemlaan en brug naar Kleine Rieteiland Diemerparklaan westkant tussen brug naar Kleine Rieteiland en Lisdoddelaan Diemerparklaan westkant tussen Lisdoddelaan en brug naar het Diemerpark Lisdoddelaan IJburglaan noordkant tussen Cas Oorthuyskade en Daguerrestraat IJburglaan zuidkant tussen Cas Oorthuyskade en Vennepluimstraat IJburglaan zuidkant tussen Vennepluimstraat en Diemerparklaan IJburglaan noordkant tussen Daguerrestraat en Diemerparklaan 24 totaal 'Buurt Oeverzeggestraat' 206 Dit zijn dus, volgens Arcadis, de straten waarin bezoekers van de sportvelden hun auto zullen parkeren als ze die niet in de parkeergarage zetten. 5 In deze tabel ontbreekt nummer 14. Dat is de parkeergarage, met 141 openbare parkeerplaatsen 10

11 Doelstelling van het onderzoek Op pag. 2 van het rapport van Dufec achter in het rapport van Arcadis staat als bijzonderheid bij de locaties 4 t/m 13: "Onduidelijk of parkeerverbod buiten voorzieningen ook op zaterdag en zondag geldt." Dit is wel een heel merkwaardige constatering voor een onderzoeksbureau dat geacht wordt aantallen parkeerplaatsen te registreren. Hoe kan men foutparkeerders tellen als men niet weet waar geparkeerd mag worden? "In de rapportage wordt nader ingegaan op de verschillen tussen de gemiddelde parkeerbezetting in de buurt Oeverzeggestraat en de Diemerzeedijk." (pag. 7 rapport Arcadis) Bij enkele locaties klopt het door Arcadis aangenomen aantal parkeerplaatsen niet. Deze locaties bevinden zich zowel in de 'Buurt Diemerzeedijk' als in de 'Buurt Oeverzeggestraat'. Diemerzeedijk (locatie 1) Op de Diemerzeedijk tussen de brug naar het Steigereiland en het Diemerpark (locatie 1) zouden er volgens Arcadis 40 parkeerplaatsen zijn. Dat aantal was correct ten tijde van de nulmeting ( ), maar niet tijdens de fasen 1 en 2 ( en ). In de fasen 1 en 2 gold er op dit gedeelte van de Diemerzeedijk een parkeerverbod, waardoor er toen mínder dan 40 parkeerplaatsen waren. In de volgende paragrafen komen we hier op terug. Buitenkerkerweg (locatie 3) Het aantal parkeerplaatsen op de Buitenkerkerweg parkeerterrein 'Vioolsleutel' (locatie 3) wordt gesteld op 10 terwijl dit er feitelijk 11 zijn. Oeverzeggestraat (locatie 4) Om de situatie tijdens de nulmeting te kunnen vergelijken met de situatie tijdens de experimentele metingen van het onderzoek werd het aantal parkeerplaatsen in de Oeverzeggestraat (locatie 4) tijdens de nulmeting door Arcadis 'kunstmatig' op nul gezet. Tijdens de nulmeting gold er voor een deel van de Oeverzeggestraat een parkeerverbod en waren daar ongeveer 15 openbare parkeerplaatsen. Pas in fase 1 en 2 gold er voor de héle Oeverzeggestraat een parkeerverbod en was er daadwerkelijk sprake van nul parkeerplaatsen. In de volgende paragrafen komen we hier op terug. Parkeerbezetting mag in fase 1 en 2 maximaal 10% méér zijn dan tijdens de nulmeting Door het hanteren van een percentage van 10% zou de invloed van de statistische marge (toeval) en externe factoren zoveel mogelijk uitgesloten worden. Daarbij denkt Arcadis bijvoorbeeld aan de komst van de weekmarkt op het Joris Ivensplein tijdens de fasen 1 en 2, die er nog niet was tijdens de nulmeting. Waarom een percentage van 10% is gehanteerd, wordt door Arcadis niet toegelicht. 11

12 Doelstelling van het onderzoek Doelstelling 2: "Meer bezetting van de parkeergarage" Arcadis vindt de 'parkeerpilot' 'geslaagd' op doelstelling 2 als het volgende het geval is: 2. "Er wordt er een toename van de parkeerbezetting van de parkeerplaatsen in de parkeergarage waargenomen gedurende de onderzoeksmomenten in fase 1 en 2 in vergelijking met fase 0, tot een maximum van 90%." (pag. 6 rapport Arcadis) "Voor de parkeergarage geldt dat sprake is van een toename van de parkeerbezetting van de parkeerplaatsen indien in fase 1 en 2 10% meer auto's parkeren in de parkeergarage in vergelijking net fase 0. Door het hanteren van een percentage van 10% wordt de invloed van de statistische marge (toeval) zoveel mogelijk uitgesloten." "De maximale acceptabele parkeerbezetting (...) in de parkeergarage tijdens drukke momenten is gesteld op 90%. Boven de 90% treedt veel zoekverkeer op en wordt de parkeercapaciteit als ontoereikend beschouwd." (pag. 7 rapport Arcadis) Met andere woorden: de 'parkeerpilot' zou op deze doelstelling 'geslaagd' zijn als er op en gemiddeld minimaal 10% méér auto's in de parkeergarage staan dan op en er in de parkeergarage niet meer dan 127 auto's staan (= 90% van de 141 parkeerplaatsen in de parkeergarage). Bezetting van de parkeergarage moet in fase 1 en 2 minimaal 10% méér zijn dan tijdens de nulmeting Dat de parkeerbezetting van de parkeergarage in fase 1 en 2 minimaal 10% méér zou moeten en zijn dan tijdens de nulmeting is een geen zinnig criterium. Als er toevallig minder klanten voor de winkels in het winkelcentrum zijn, of als sporters van bezoekende clubs, bijvoorbeeld omdat ze in de buurt wonen, met de fiets naar de sportvelden komen in plaats van met de auto, kan dit tot gevolg hebben dat de parkeergarage minder bezet wordt. Volgens deze doelstelling zou de 'parkeerpilot' dan niet geslaagd zijn. Aangezien in alle beleidsnota's van zowel de centrale stad als stadsdeel Oost staat dat men het fietsgebruik wil stimuleren ten koste van het gebruik van de auto, zou dat niet terecht zijn. Als men tóch een doelstelling over de bezetting van de parkeergarage wil formuleren, zou er een relatie gelegd moeten worden tussen het aantal auto's dat in het héle onderzoeksgebied geparkeerd staat en het percentage dat daarvan in de parkeergarage staat. Doelstelling 3: "Niet meer foutparkeerders" Arcadis vindt de 'parkeerpilot' 'geslaagd' op doelstelling 3 als het volgende het geval is: 3. "Het aantal foutparkeerders gedurende de onderzoeksmomenten in fase 1 en 2 blijft gelijk of is gedaald in vergelijking met fase 0." Géén percentage om invloed van toeval en externe factoren op foutparkeerders uit te sluiten In tegenstelling tot de andere doelstellingen met betrekking tot de parkeerdruk waar een percentage van 10% verschil wordt gehanteerd, wordt als het om foutparkeerders gaat, géén percentage genoemd om de invloed van toeval en externe factoren zoveel mogelijk uit te sluiten. Arcadis licht niet toe waarom dat hier niet gebeurt. Foutparkeerders zorgen ontegenzeggelijk voor overlast. Maar volgens de geformuleerde doelstelling zou, als er op of ook maar één auto méér foutgeparkeerd staat dan op , de 'parkeerpilot' wat betreft deze doelstelling niet geslaagd zijn. Arcadis laat het 'toeval' hier wel een hele grote rol spelen! 12

13 Doelstelling van het onderzoek Verschil tussen fase 1 en fase 2 Het verschil tussen fase 1 en fase 2 van het onderzoek zou zijn dat er in fase 1 bewakers aanwezig zouden zijn bij het begin van de Oeverzeggestraat. Dit zou voor een aantal bezoekers van de sportvelden een drempel vormen om de Oeverzeggestraat in te rijden en daar sportende kinderen af te zetten en/of in de Oeverzeggstraat hun auto te parkeren. In fase 2 zouden die bewakers er niet meer zijn. Wij vreesden dat in fase 2 door absentie van de bewakers weer geparkeerd zou worden in de Oeverzeggestraat, en waren zeer benieuwd of enkel parkeerverbodsborden aan het begin van de Oeverzeggestraat dit zouden kunnen voorkomen. Een beeld uit de Oeverzeggestraat tijdens het sportseizoen Doelstelling 4: "Er is draagvlak d en acceptatie onder bezoekers van het Diemerpark" Arcadis vindt de 'parkeerpilot' 'geslaagd' op doelstelling 4 als het volgende het geval is: 4. "Uit de enquête blijkt dat onder bezoekers van het Diemerpark draagvlak en acceptatie bestaat om gebruik te maken van de parkeergarage." Het begrip 'draagvlak' wordt niet gedefinieerd en niet gekwantificeerd Arcadis zegt niet wat verstaan wordt onder 'draagvlak'. Waar bij de parkeerdrukmetingen Arcadis nog enigszins exacte cijfers noemt op basis waarvan de 'parkeerpilot' als (niet-)geslaagd wordt beschouwd, ontbreken deze bij de vaststelling of er "draagvlak" zou bestaan. Arcadis laat in het midden wat de criteria zijn op grond waarvan de 'parkeerpilot' deze doelstelling wel of niet geslaagd is. Wanneer is er bij de bezoekers van het Diemerpark voldoende "draagvlak" voor het gebruiken van de parkeergarage? Het begrip 'acceptatie' wordt niet gedefinieerd en niet gekwantificeerd De hiervóór genoemde doelstelling 2 heeft betrekking op het gebruik van de parkeergarage. Als de 'parkeerpilot' op deze doelstelling 'geslaagd' is, en er dus 'voldoende' in de parkeergarage wordt geparkeerd, lijkt ons dat het gebruik van de parkeergarage "geaccepteerd" wordt. Arcadis legt niet uit waarom het nodig of wenselijk is om "acceptatie" dan ook nog eens door middel van een enquête te onderzoeken. 13

14 Uitvoering van het onderzoek 3 De uitvoering van het onderzoek Parkeerdrukmetingen Op is een nulmeting gedaan: het aantal auto's dat geparkeerd stond in het onderzoeksgebied is geteld. Op die datum waren er in het Diemerpark nog geen competitiewedstrijden. Op (fase 1) en (fase 2) zijn opnieuw tellingen gedaan. Toen waren er wél competitiewedstrijden in het Diemerpark en werden bezoekers van de sportvelden voor het parkeren van hun auto verwezen naar de parkeergarage onder het winkelcentrum. In fase 1 werd dat gedaan door bewakers aan het begin van de Oeverzeggestraat en verwijsborden, in fase 2 alleen door verwijsborden. Verschillen in aantal parkeerplaatsen tussen de nulmeting en de metingen in fase 1 en 2 Doelstelling van de 'parkeerpilot' was om vast te stellen of "stimuleren van het gebruik van de parkeergarage afdoende is om te voorzien in de behoefte van bezoekende verenigingen". Om dit te kunnen vaststellen zou de situatie tijdens de metingen in fase 1 en fase 2 slechts op de variabele 'stimuleren van het gebruik van de parkeergarage' moeten verschillen van de nulmeting. Dat was niet het geval. De situatie verschilde in de tellingen tijdens de nulmeting op essentiële onderdelen van de experimentele tellingen (in fase 1 en fase 2). 2 Op twee straten in het onderzoeksgebied, de Diemerzeedijk tussen de brug naar het Steigereiland en het Diemerpark (locatie 1) en de Oeverzeggestraat (locatie 4), waren er tijdens de nulmeting méér parkeerplaatsen dan tijdens de metingen in fase 1 en 2. Daardoor wordt het beeld van de parkeerbezetting vervalst 6. Diemerzeedijk (locatie 1) Arcadis stelt dat er, zowel tijdens de nulmeting als in de fasen 1 en 2, op de Diemerzeedijk (locatie 1) 40 parkeerplaatsen zijn. Dit impliceert dat Arcadis niet opgemerkt heeft dat er tussen de nulmeting en de metingen tijdens fase 1 en 2 op deze locatie verkeersborden E1 (parkeerverbod) waren geplaatst. Daar mocht toen, in tegenstelling tot de nulmeting, dus niet geparkeerd worden. Verkeersbord E1: parkeerverbod 6 Parkeerbezetting: aantal geparkeerde auto's vergeleken met het aantal beschikbare parkeerplaatsen. 14

15 Uitvoering van het onderzoek 1. Diemerzeedijk Hier gold tijdens de fasen 1 en 2 een parkeerverbod. De situatie op de Diemerzeedijk tijdens de nulmeting Er mocht vanaf het verkeersbord tot de brug naar het Steigereiland geparkeerd worden. De situatie op de Diemerzeedijk tijdens fase 1 en 2 Links: in de kijkrichting Steigereiland, rechts: in de kijkrichting Diemerpark. Er mocht niet geparkeerd worden. Het instellen van een parkeerverbod op de Diemerzeedijk na n de nulmeting én dat dit door Arcadis niet is opgemerkt, zijn fundamentele fouten in het onderzoek. Doordat op de Diemerzeedijk na de nulmeting een parkeerverbod is ingesteld en Arcadis dit niet heeft opgemerkt, is het niet mogelijk om de resultaten van de parkeerdrukmeting eerlijk met elkaar te vergelijken. Voor een correcte uitvoering van de 'parkeerpilot' had het parkeerverbod op de Diemerzeedijk al bij de nulmeting ingevoerd moeten zijn. 15

16 Uitvoering van het onderzoek Oeverzeggestraat (locatie 4) Uit tabel 1 op pag. 9 uit het rapport van Arcadis blijkt dat Arcadis wel weet dat er tijdens de nulmeting in de 'Buurt Oeverzeggestraat méér parkeerplaatsen waren dan in de fasen 1 en 2. 7 "Het verschil tussen fase 0 en fase 1 en 2 wordt veroorzaakt doordat in fase 1 en 2 een parkeerverbod is ingesteld in de Oeverzeggestraat. In tegenstelling tot fase 1 en 2 is in fase 0 geen sprake van een parkeerverbod in de Oeverzeggestraat. De parkeercapaciteit is in deze fase dan ook groter dan in fase 1 en 2." (pag. 8 rapport Arcadis) Uit bovenstaande tabel 1 blijkt dat Arcadis stelt dat er tijdens de nulmeting = 24 parkeerplaatsen meer waren in de Oeverzeggestraat dan in de fasen 1 en 2. "Om de resultaten van de parkeerdrukmeting eerlijk met elkaar te kunnen vergelijken, moet uiitgegaan worden van dezelfde parkeercapaciteit. De parkeercapaciteit heeft namelijk een directe relatie met de parkeerbezetting van de parkeerplaatsen. Daarom is als uitgangspunt gehanteerd dat in fase 0 alle geparkeerde auto's in de Oeverzeggestraat worden toegekend aan de buurt Oeverzeggestraat. Door geen rekening te houden met de mogelijkheid tot parkeren in de Oeverzeggestraat, is de parkeercapaciteit gedurende alle fases van het onderzoek gelijk." (pag. 9 rapport Arcadis) Arcadis gaat dus een kunstgreep uitvoeren om de resultaten van de parkeerdrukmetingen eerlijk met elkaar te kunnen vergelijken. Die kunstgreep bestaat er uit om het aantal parkeerplaatsen in de Oeverzeggestraat tijdens de nulmeting niet op 24 te stellen, maar op nul. Met andere woorden: Arcadis maakt de capaciteit van de 'Buurt Oeverzeggestraat' tijdens de nulmeting 24 parkeerplaatsen kleiner en de parkeerbezetting in de 'Buurt Oeverzeggestraat' tijdens de nulmeting kunstmatig groter, door te doen alsof de tijdens de nulmeting in de Oeverzeggestraat geparkeerde auto's ergens anders in de 'Buurt Oeverzeggestraat' stonden. Daarmee kan de parkeerbezetting (= verhouding tussen het aantal geparkeerde auto's en hoeveelheid beschikbare parkeerplaatsen) weliswaar in alle fasen "eerlijk" met elkaar vergeleken worden, maar door te doen alsof de tijdens de nulmeting in de Oeverzeggestraat geparkeerde auto's elders uitsluitend 'goed goed' geparkeerd stonden, wordt een eerlijke vergelijking van het aantal foutparkeerders tijdens de nulmeting en de experimentele metingen onmogelijk gemaakt. Voor een correcte uitvoering van het onderzoek had het parkeerverbod in de Oeverzeggestraat al tijdens de nulmeting ingevoerd moeten zijn. Dat dit niet is gebeurd, is een fundamentele fout in het t onderzoek. Tijdens de nulmeting was er al een parkeerverbod voor een deel van de Oeverzeggestraat Arcadis heeft de capaciteit van de Oeverzeggestraat tijdens de nulmeting kunstmatig met 24 parkeerplaatsen verminderd. De feitelijke capaciteit van de Oeverzeggestraat tijdens de nulmeting was echter geen 24 parkeerplaatsen, maar ongeveer 15. Voor een deel van de Oeverzeggestraat gold 7 Met "straat" worden parkeerplaatsen langs de rand van de straat bedoeld, zonder dat daar speciale voorzieningen voor gemaakt zijn. Met "vakken" worden de gemarkeerde parkeervakken op straat bedoeld. 16

17 Uitvoering van het onderzoek namelijk tijdens de nulmeting al een parkeerverbod, vanwege de aanwezigheid van verkeersbord C12 (= gesloten voor alle motorvoertuigen) ongeveer halverwege de Oeverzeggestraat. Verkeersbord C12: gesloten voor alle motorvoertuigen (dus óók verboden te parkeren) Juist omdat het in dit onderzoek draait om kleine aantallen goed- en fout-geparkeerde auto's, is het niet opmerken van dit soort verkeersborden zeer kwalijk. 4. Oeverzeggestraat. Op dit deel gold tijdens de nulmeting al een parkeerverbod. Op dit deel werd na de nulmeting een parkeerverbod ingevoerd. Beeld van het reeds tijdens de nulmeting voor auto's verboden deel van de Oeverzeggestraat 17

18 Uitvoering van het onderzoek Enquête Relevante gegevens over de uitvoering van de enquête ontbreken De bezoekers van de sportvelden zouden geënquêteerd zijn "nabij de entree van de sportvelden" (pag. 11 rapport Arcadis). Arcadis vermeldt niets over de manier waarop de (potentiële) respondenten geselecteerd zijn. Hoe werden ze voorgelicht? Waren alle benaderde personen onmiddellijk bereid om aan de enquête deel te nemen? In hoeverre en op welke wijze werd er door enquêteurs op aangedrongen om aan de enquête mee te werken als men daar in eerste instantie niet voor voelde? Hebben de respondenten zelf de enquêteformulieren ingevuld, of is dit gedaan door de enquêteurs? Arcadis doet geen uitspraak over het noodzakelijk/gewenste aantal geënquêteerde personen. Dubieuze informatie op het enquêteformulier In de "Extra toelichting" voor vraag 5 staat: "Het Stadsdeel Oost is gestart met een pilot om voor nu en de toekomst, proefondervindelijk vast te stellen of het idee om gebruik te maken van de parkeergarage aan de IJburglaan een haalbare optie is. In deze parkeergarage zijn namelijk voldoende parkeerplaatsen beschikbaar voor de sporters. Het is daardoor niet nodig om extra parkeerplaatsen in het Diemerpark aan te leggen." (enquêteformulier pag. 26 rapport Arcadis). Door te spreken over "extra parkeerplaatsen in het Diemerpark" wordt geënquêteerde personen gesuggereerd dat er al parkeerplaatsen in het Diemerpark voor sporters aanwezig zijn. Dat is niet het geval. Behalve voor de werkers voor het waterzuiveringsgebouw zijn er géén parkeerplaatsen in het Diemerpark. Geënquêteerde personen zijn niet representatief voor "bezoekers van het Diemerpark" Arcadis zegt in doelstelling 4 dat men geïnteresseerd is in draagvlak en acceptatie onder bezoekers van het Diemerpark. Op grond hiervan mag verwacht worden dat de enquête dan ook afgenomen zal worden onder een representatieve steekproef van bezoekers van het Diemerpark. Daarvan is geen sprake. Op instigatie van ambtenaren van het stadsdeel heeft Arcadis uitsluitend bezoekers van de sportvelden geënquêteerd. De bezoekers van de sportvelden vormen echter slechts een (geringe) subset van alle gebruikers van het Diemerpark. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat de mening van sportveldbezoekers representatief is voor die van alle gebruikers van het Diemerpark, integendeel. Vóórdat door het stadsdeel Oost en Arcadis overeenstemming was bereikt over de opzet van de 'parkeerpilot' hebben wij dit aan het stadsdeel kenbaar gemaakt. Deze opmerking vond bij het stadsdeel geen gehoor. 18

19 Resultaten en conclusies van het onderzoek 4 De resultaten en conclusies van het onderzoek Resultaat parkeerdrukmetingen Hieronder is per onderzoeksmoment het aantal geparkeerde auto's in het onderzoeksgebied weergegeven en de parkeerbezetting (aantal geparkeerde auto's vergeleken met de 'capaciteit' 8 van het onderzoeksgebied). Aantal geparkeerde auto's per onderzoeksmoment in het onderzoeksgebied en de relatie met de parkeercapaciteit van het onderzoeksgebied (412 parkeerplaatsen) 9 nulmeting fase 1 fase gemiddeld: % capaciteit onderzoeks- gebied aantal auto's in onderzoeksgebied % capaciteit onderzoeks- gebied aantal auto's in onderzoeksgebied % capaciteit onderzoeks- gebied aantal auto's in onderzoeksgebied % capaciteit onderzoeks- gebied aantal auto's in onderzoeksgebied 10u00-11u % % % % 11u00-12u % % % % 12u00-13u % % % % 13u00-14u % % % % 14u00-15u % % % % 15u00-16u % % % % gemiddeld: % % % In deze tabel is te zien is dat er van alle onderzoeksmomenten op tussen 13u00 en 14u00 de meeste geparkeerde auto's in het onderzoeksgebied stonden: 283 auto's. Van alle parkeerplaatsen in het onderzoeksgebied was toen 69% bezet. In fase 1 stonden er in het onderzoeksgebied gemiddeld 27 auto's méér geparkeerd dan tijdens de nulmeting. In fase 2 stonden er in het onderzoeksgebied 73 méér auto's geparkeerd dan tijdens de nulmeting. Verondersteld wordt dat het aantal geparkeerde auto's in de fasen 1 en 2 ten opzichte van de nulmeting groter is, doordat bezoekers van voetbal- en/of hockeywedstrijden in het Diemerpark in het onderzoeksgebied hun auto parkeerden. 8 Capaciteit = het aantal beschikbare parkeerplaatsen. 9 Tenzij anders vermeld zijn de aantallen en percentages in deze en alle volgende tabellen afkomstig van - of gebaseerd op - de in het rapport van Arcadis vermelde aantallen auto's en parkeercapaciteit. 19

20 Resultaten en conclusies van het onderzoek Doelstelling 1: "Niet méér auto's parkeren op straat" Arcadis noemt de 'parkeerpilot' op doelstelling 1 'geslaagd' als het volgende het geval is: "Gedurende de onderzoeksmomenten wijkt de gemiddelde parkeerbezetting van alle openbare parkeerplaatsen in de onderzochte straten in fase 1 en 2 niet af van fase 0, tot een maximum van 90%." Aantal geparkeerde auto's per onderzoeksmoment op straat vergeleken met de capaciteit van de straat (271 parkeerplaatsen) nulmeting fase 1 fase gemiddeld % capaciteit straat aantal auto's op straat % capaciteit straat aantal auto's op straat % capaciteit straat aantal auto's op straat % capaciteit straat aantal auto's op straat 10u00-11u % % % % 11u00-12u % % % % 12u00-13u % % % % 13u00-14u % % % % 14u00-15u % % % % 15u00-16u % % % % gemiddeld: % % % Hoewel er in het héle onderzoeksgebied, dus inclusief de parkeergarage, in fase 1 gemiddeld 27 auto's méér geparkeerd stonden dan tijdens de nulmeting, stonden er gemiddeld 3 auto's minder op straat. Hoewel er in het héle onderzoeksgebied in fase 2 gemiddeld 73 auto's méér geparkeerd waren, stonden er gemiddeld slechts 27 auto's méér op straat. Het effect van de verwijzingen naar de parkeergarage lijkt evident. De meeste op straat geparkeerde auto's werden waargenomen op tussen 11u00 en 12u00: 185 auto's. Van alle parkeerplaatsen op straat was toen 68% bezet. De capaciteit aan parkeerplaatsen op straat was dus ruim voldoende. Aantal geparkeerde auto's per onderzoeksmoment in het onderzoeksgebied vergeleken met het aantal auto's op straat nulmeting fase 1 fase % op straat aantal auto's op straat aantal auto's in onderzoeksgebied % op straat aantal auto's op straat aantal auto's in onderzoeksgebied % op straat aantal auto's op straat aantal auto's in onderzoeksgebied 10u00-11u % % % 11u00-12u % % % 12u00-13u % % % 13u00-14u % % % 14u00-15u % % % 15u00-16u % % % gemiddeld: % % % 20

21 Resultaten en conclusies van het onderzoek Tijdens de nulmeting stond gemiddeld 73% van alle geparkeerde auto's in het onderzoeksgebied op straat (en de overige in de parkeergarage). In fase 1 was dat 62% en in fase 2 63%. Het effect van de verwijzingen naar de parkeergarage lijkt evident. Parkeerbezetting in de 'Buurt Diemerzeedijk' en de 'Buurt Oeverzeggestraat' In tabel 4 op pag. 10 van het rapport van Arcadis wordt de gemiddelde parkeerbezetting op straat "tijdens het drukste uur" als volgt weergegeven: Uit nader onderzoek blijkt dat Arcadis in deze tabel niet de situatie op het "drukste uur" weergeeft, zoals het onderschrift vermeldt, maar het gemiddelde over alle onderzoeksmomenten op de drie dagen. 10 Conclusie van Arcadis over doelstelling 1 Arcadis zegt over de score van het onderzoek op deze doelstelling het volgende: "Op basis van de resultaten van het onderzoek concluderen wij dat gemiddeld genomen geen sprake is van een toename van de parkeerbezetting van meer dan 10% tijdens de onderzochte onderzoeksmomenten. In de Vennepluimstraat en in de IJburglaan is echter wel sprake van een parkeerbezetting van meer dan 90%. (...) Deze parkeerbezetting wordt in alle fases gemeten, echter in de fases 1 en 2 op meerdere onderzoeksmomenten, in tegenstelling tot fase 0 waar sprake is van een enkel onderzoeksmoment. Omdat sprake is van een toename van het aantal momenten dat de bezettingsgraad meer dan 90% bedraagt, is de pilot op basis van deze doelstelling niet geslaagd." (pag. 17 rapport Arcadis) Het aantal momenten met een bezettingsgraad van meer dan 90% Arcadis vindt dat het aantal momenten waarop een parkeerbezetting van meer dan 90% geconstateerd was, in fase 1 en 2 niet groter zou mogen zijn dan tijdens de nulmeting. Er zijn 2 locaties waarop er parkeerbezettingen van meer dan 90% zijn geconstateerd: de Vennepluimstraat (locatie 6) en de IJburglaan (locatie 15). 10 Het is niet relevant voor de conclusies, maar wel weer een voorbeeld van de vele slordigheden die er in het rapport van Arcadis staan. 21

22 Resultaten en conclusies van het onderzoek Vennepluimstraat (locatie 6) Aantal geparkeerde auto's per onderzoeksmoment in de Vennepluimstraat (locatie 6) nulmeting fase 1 fase aantal auto's in de Vennepluimstraat aantal auto's in de Vennepluimstraat aantal auto's in de Vennepluimstraat 10u00-11u u00-12u u00-13u u00-14u u00-15u u00-16u gemiddeld: De parkeercapaciteit van de Vennepluimstraat (locatie 6) is door Arcadis gesteld op 14 parkeerplaatsen. Zodra er meer dan 12 auto's staan wordt de parkeerbezetting van 90% overschreden. Op alle momenten dat er in de Vennepluimstraat auto's geteld zijn, stonden er meer dan 12 auto's en was er dus een parkeerbezetting van meer dan 90%. In tegenstelling tot wat Arcadis beweert, is er voor de Vennepluimstraat dus geen toename van het aantal momenten met een e bezettingsgraad van meer dan 90%. Maar in de Vennepluimstraat stonden wel zowel op als op méér auto's dan op Arcadis lijkt dit toe te schrijven aan de bezoekers van de sportvelden. Het is echter de vraag of dat terecht is. Tegengestelde informatie over relatie tussen een parkeerbezetting van meer dan 90% en de sportvelden In het rapport van Arcadis staat op pag. 11: "Gemiddeld genomen is er per fase geen toename van de parkeerbezetting van meer dan 10% in de buurt Oeverzeggestraat. In de Vennepluimstraat en de IJburglaan is echter wel sprake van een parkeerbezetting van meer dan 90%. Deze parkeerbezetting is gemeten in alle fases en kan daarom niet gerelateerd worden aan het sportpark. " Hier staat toch duidelijk dat de parkeerbezetting van meer dan 90% geen relatie zou hebben met de sportvelden. Hoewel wij geen toename zien in het aantal onderzoeksmomenten met een parkeerbezetting van meer dan 90% zou volgens Arcadis zo'n toename van het aantal momenten wél te relateren zijn aan de sportvelden. Dit is speculatie van Arcadis, want dat er in fase 1 en 2 in de Vennepluimstraat auto's méér stonden dan tijdens de nulmeting, zou net zo goed het gevolg kunnen zijn van het parkeerverbod dat ná de nulmeting in de nabijgelegen Oeverzeggestraat is ingesteld. Bezoekers van bewoners in de Oeverzeggestraat zullen wellicht hun auto in de Vennepluimstraat geparkeerd hebben. Hier wreekt zich één van de eerder gemelde fundamentele fouten in de onderzoeksopzet: voor de héle Oeverzeggestraat had tijdens de nulmeting al een parkeerverbod moeten gelden. 22

23 Resultaten en conclusies van het onderzoek IJburglaan noordkant tussen Cas Oorthuyskade en Daguerrestraat (locatie 15) De andere locatie waarop er op enig moment een parkeerbezetting van meer dan 90% is geconstateerd, is de IJburglaan (locatie 15). Aantal geparkeerde auto's per onderzoeksmoment op de IJburglaan (locatie 15) nulmeting fase 1 fase aantal auto's op de IJburglaan aantal auto's op de IJburglaan aantal auto's op de IJburglaan 10u00-11u u00-12u u00-13u u00-14u u00-15u u00-16u gemiddeld: De parkeercapaciteit van de IJburglaan (locatie 15) wordt gesteld op 15 parkeerplaatsen. Zodra er meer dan 13 auto's staan, wordt de bezetting van 90% overschreden. Op 16 van de 18 momenten dat er op de IJburglaan auto's geteld zijn, stonden er meer dan 13 auto's en was er dus een parkeerbezetting van meer dan 90%. De 2 onderzoeksmomenten waarop er op deze locatie het kleinste aantal auto's geparkeerd stonden, waren in fase 1. 1 Er is dus óók voor v de IJburglaan geen toename van het aantal momenten met een bezettingsgraad van meer dan 90%. Maar in de IJburglaan stonden er in fase 2 wel (gemiddeld 3) meer auto's dan tijdens de nulmeting. Arcadis lijkt het grotere aantal geparkeerde auto's in fase 2 ook hier toe te schrijven aan bezoekers van de sportvelden. De vraag is (ook hier) of dat terecht is. Mede omdat er in fase 1 op deze locatie niet méér auto's stonden dan tijdens de nulmeting achten wij het zeer onwaarschijnlijk dat bezoekers van de sportvelden hier hun auto parkeerden. Het grotere aantal geparkeerde auto's in fase 2 schrijven we toe aan de grotere hoeveelheden klanten voor het winkelcentrum die hun auto op straat parkeerden. We veronderstellen dat de daar aanwezige parkeerplaatsen op straat, behalve door bewoners, vooral gebruikt worden door klanten van de winkels in het winkelcentrum. 23

24 Resultaten en conclusies van het onderzoek Beeld van IJburglaan noordkant bij het winkelcentrum (locatie 15) Conclusie: er is geen toename van het aantal momenten van een parkeerbezetting van meer dan 90% De bewering van Arcadis dat er een toename zou zijn van het aantal momenten dat de bezettingsgraad meer dan 90% bedraagt en dat in de Vennepluimstraat en in de IJburglaan in de fases 1 en 2, er "op meerdere onderzoeksmomenten" een parkeerbezetting van meer dan 90% zou zijn gemeten in tegenstelling tot de nulmeting waar sprake zou zijn van "een enkel onderzoeksmoment", is niet correct. Wij constateren - De gemiddelde parkeerbezetting wijkt in fase 1 en 2 niet meer dan 10% af van die tijdens de nulmeting. - In tegenstelling tot wat Arcadis beweert, is op geen enkele locatie in het onderzoeksgebied sprake van een toename van het aantal momenten dat de bezettingsgraad meer dan 90% bedraagt. - Omdat er tijdens fase 1 en 2, in tegenstelling tot de nulmeting, een parkeerverbod gold voor de héle Oeverzeggestraat, is het niet mogelijk om de toename van de parkeerbezetting in de Vennepluimstraat (locatie 6) tijdens fase 1 en 2 ten opzichte van de nulmeting toe te schrijven aan bezoekers van de sportvelden. - De 'parkeerpilot' is op basis van doelstelling 1 wel geslaagd. 24

25 Resultaten en conclusies van het onderzoek Doelstelling 2: 2 "Meer bezetting van de parkeergarage" Arcadis noemt de 'parkeerpilot' op doelstelling 2 'geslaagd' als het volgende het geval is:"er wordt een toename van de parkeerbezetting van de parkeerplaatsen in de parkeergarage waargenomen gedurende de onderzoeksmomenten in fase 1 en 2 in vergelijking met fase 0, tot een maximum van 90%." Aantal geparkeerde auto's per onderzoeksmoment in de parkeergarage vergeleken met de totale capaciteit van de parkeergarage (141 parkeerplaatsen) nulmeting fase 1 fase % capaciteit parkeergarage aantal auto's in parkeegarage % capaciteit parkeergarage aantal auto's in parkeegarage % capaciteit parkeergarage aantal auto's in parkeegarage 10u00-11u % 85 60% 92 65% 11u00-12u % 97 69% 91 65% 12u00-13u % 98 70% % 13u00-14u % 81 57% % 14u00-15u % 65 46% 98 70% 15u00-16u % 63 45% 84 60% gemiddeld: 52 37% 82 58% 97 69% In fase 1 stonden er gemiddeld 30 auto's méér in de parkeergarage dan tijdens de nulmeting. In fase 2 stonden er gemiddeld 45 auto's méér in de parkeergarage dan tijdens de nulmeting. Het effect van de verwijzingen naar de parkeergarage lijkt evident. In de parkeergarage kwam nooit een parkeerbezetting voor van 90% of meer. Op tussen 12u00 en 13u00 was de parkeergarage met 113 auto's het meest gevuld. Er waren toen nog 28 lege plaatsen. Arcadis schrijft: "Dat de gemiddelde parkeerbezetting in fase 2 hoger is in vergelijking met fase 1 wordt mogelijk veroorzaakt door de weersomstandigheden. In fase 1 was namelijk sprake van droog weer, terwijl in fase 2 sprake was van perioden met regen waardoor wellicht meer bezoekers gebruik hebben gemaakt van de auto." (pag. 10 rapport Arcadis) Conclusie van Arcadis over doelstelling 2 "De toename van de parkeerbezetting in de parkeergarage bedraagt gemiddeld meer dan 10% gedurende de onderzoeksmomenten. Alleen in fase 1, tussen uur en uur, is sprake van een lagere toename. Omdat gedurende dit tijdstip zowel de markt was geopend als sportwedstrijden werden georganiseerd, concluderen wij dat gedurende dit tijdstip de parkeergarage onvoldoende wordt gebruikt door sporters. Omdat het gaat om een periode van slechts twee uur en sprake is van een toename van net iets minder dan 10% tijdens deze onderzoeksmomenten, trekken wij de conclusie dat op basis van deze doelstelling de 'parkeerpilot' desondanks wel is geslaagd." (pag ) Met de conclusie dat de 'parkeerpilot' op deze doelstelling geslaagd is, zijn we het eens. Maar we zijn het niet met Arcadis eens dat er een periode zou zijn dat de parkeergarage "onvoldoende" gebruikt zou worden. 25

26 Resultaten en conclusies van het onderzoek Parkeerbezetting zou op twee onderzoeksmomenten "onvoldoende" zijn Arcadis zegt dat in fase 1 tussen uur en uur de parkeergarage "onvoldoende" door sporters gebruikt zou worden. De parkeerbezetting zou in fase 1 en 2: 10% groter moeten zijn in vergelijking met de nulmeting. In paragraaf 2 'Doelstelling van het onderzoek' noemden we dit geen zinnig criterium. Als bezoekers met de fiets naar de sportvelden komen, kan dit tot gevolg hebben dat de parkeergarage minder bezet wordt, en dat zou juist in lijn zijn met het beleid van de gemeentelijke overheid. Van alle 18 onderzoeksmomenten die er op de drie meetdagen gedaan zijn, behoren de twee onderzoeksmomenten waarvan Arcadis zegt dat de parkeergarage "onvoldoende" door sporters gebruikt zou worden tot de drie onderzoeksmomenten waarop er in het hele onderzoeksgebied het kleinste aantal auto's geparkeerd stonden. Alleen tijdens de nulmeting tussen 10u00 en 11u00 stonden er in het onderzoeksgebied nóg minder auto's geparkeerd. Als men tóch een doelstelling over de bezetting van de parkeergarage wil formuleren, zou er een relatie gelegd moeten worden tussen het aantal auto's dat in het hele onderzoeksgebied geparkeerd staat en het aantal auto's dat daarvan in de parkeergarage staat. Aantal geparkeerde auto's per onderzoeksmoment in het onderzoeksgebied en parkeergarage nulmeting fase 1 fase % in parkeergarage aantal auto's in parkeergarage aantal auto's in onderzoeksgebied % in parkeergarage aantal auto's in parkeergarage aantal auto's in onderzoeksgebied % in parkeergarage aantal auto's in parkeergarage aantal auto's in onderzoeksgebied 10u00-11u % % % 11u00-12u % % % 12u00-13u % % % 13u00-14u % % % 14u00-15u % % % 15u00-16u % % % gemiddeld: % % % Tijdens de nulmeting stond 27% van alle in het onderzoeksgebied geparkeerde auto's in de parkeergarage. In fase 1 was dat: 38% en in fase 2: 37%. Het effect van de verwijzingen naar de parkeergarage lijkt evident. Wij constateren: - De 'parkeerpilot pilot' is op basis van doelstelling 2 geslaagd. - Dat de parkeerbezetting van de parkeergarage in fase 1 en 2 minimaal al 10% méér zou moeten zijn dan tijdens de nulmeting is geen zinnig criterium. Een 'lage' bezetting van de parkeergarage kan immers ook het gevolg zijn van bijvoorbeeld toevallig minder auto's in het onderzoeksgebied. 26

27 Resultaten en conclusies van het onderzoek Doelstelling 3: "Niet meer foutparkeerders eerders" Arcadis noemt de 'parkeerpilot' op doelstelling 3 'geslaagd' als het volgende het geval is: "Het aantal foutparkeerders gedurende de onderzoeksmomenten in fase 1 en 2 blijft gelijk of is gedaald in vergelijking met fase 0." In tabel 5 in par op pag. 11 in het rapport geeft Arcadis het aantal foutparkeerders in de 'Buurt Diemerzeedijk' en 'Buurt Oeverzeggestraat' als volgt weer: Het aantal foutparkeerders in de 'Buurt Diemerzeedijk' is niet vast te stellen In paragraaf 2 'Uitvoering van het onderzoek' schreven we al dat Arcadis het in fase 1 en 2 aanwezige parkeerverbod op de Diemerzeedijk (locatie 1) niet heeft opgemerkt. Tijdens de nulmeting mocht op de Diemerzeedijk tussen de brug naar het Steigereiland en het Diemerpark (locatie 1) wel geparkeerd worden. Tijdens de metingen in fase 1 en 2 mocht er op hetzelfde stuk Diemerzeedijk niet geparkeerd worden. Omdat er, in tegenstelling tot de nulmeting, tijdens de fasen 1 en 2 een parkeerverbod gold op de Diemerzeedijk, is het niet mogelijk om o het aantal foutparkeerders op die locatie in fase 1 en 2 eerlijk te vergelijken met het aantal foutparkeerders tijdens de nulmeting. Op pag. 10 van het rapport merkt Arcadis op: "Tevens valt op dat gedurende enkele meetmomenten in de middag in de buurt Diemerzeedijk in fase 2 sprake is van een lagere parkeerbezetting in vergelijking met fase 0. De oorzaak hiervan is niet onderzocht. Te denken valt aan het wegblijven van de tuinders in verband met het einde van het seizoen, de slechte weersomstandigheden in fase 2." De oorzaak is niet onderzocht, maar een lage of hoge parkeerbezetting op de Diemerzeedijk zou dus te maken kunnen hebben met de tuinders. Het is logisch om dan ook het foutparkeren op deze locatie niet (uitsluitend) toe te schrijven aan de bezoekers van de sportvelden. Arcadis negeert foutparkeerders in de Oeverzeggestraat "Uit tabel 5 concluderen wij dat het aantal foutparkeerders een stijgende lijn vertoont in de tijd. In fase 2 is het aantal foutparkeerders in de buurt Oeverzeggestraat zelfs verdubbeld ten opzichte van fase 0." (pag. 11 rapport Arcadis) Deze conclusie van Arcadis is niet correct. Hieronder is de herkomst te zien van de cijfers die Arcadis in bovenstaande tabel 5 meldt voor de 'Buurt Oeverzeggestraat'. 27

28 Resultaten en conclusies van het onderzoek Aantal foutparkeerders in de 'Buurt Oeverzeggestraat' volgens Arcadis nulmeting fase 1 fase u00-11u u00-12u u00-13u u00-14u u00-15u u00-16u gemiddeld: Aantal in de Oeverzeggestraat (locatie 4) geparkeerde auto's tijdens de nulmeting volgens Arcadis nulmeting aantal geparkeerde auto's in de Oeverzeggestraat goed geparkeerd fout geparkeerd totaal 10u00-11u u00-12u u00-13u u00-14u u00-15u u00-16u gemiddeld: Omdat Arcadis het verkeersbord C12 niet opmerkte tijdens de nulmeting, zag Arcadis tijdens de nulmeting dus geen foutgeparkeerde auto's staan in de Oeverzeggestraat. Dit is een fundamentele fout. Wij hebben op (op iets andere momenten) óók de geparkeerde auto's in de Oeverzeggestraat geteld. Aantal geparkeerde auto's in de Oeverzeggestraat (locatie 4) tijdens de nulmeting volgens ons 11 nulmeting aantal geparkeerde auto's in de Oeverzeggestraat goed geparkeerd fout geparkeerd totaal 09u u u u gemiddeld: Wij zagen tijdens de nulmeting in de Oeverzeggestraat dus gemiddeld 9 auto's fout geparkeerd staan. Als rekening gehouden was met het correcte aantal foutparkeerders in de Oeverzeggestraat, zien we voor de 'Buurt Oeverzeggestraat' de volgende cijfers: Gemiddeld aantal foutparkeerders in de 'Buurt Oeverzeggestraat' nulmeting fase 1 fase 'Buurt Oeverzeggestraat' Deze cijfers hebben wij kort na de nulmeting doorgegeven aan de projectleider van het stadsdeel. 28

29 Resultaten en conclusies van het onderzoek Wij constateren dat het aantal foutparkeerders in de 'Buurt Oeverzeggestraat' in de fasen 1 en 2 niet is gestegen ten opzichte van de nulmeting. Onzekerheid over de oorzaak van foutparkeren in de 'Buurt Oeverzeggestraat' "Nadere analyse laat zien dat het merendeel van de foutparkeerders wordt waargenomen in de Vennepluimstraat. Mogelijk dat dit gerelateerd is aan het parkeerverbod in de Oeverzeggestraat. Omdat de toename van het aantal foutparkeerders met name is waargenomen in de Vennepluimstraat en de Oeverzeggestraat, concluderen wij dat dit veroorzaakt wordt door bezoekers van het Diemerpark." (pag. 11 rapport Arcadis) In dit citaat sluit Arcadis in eerste instantie niet uit dat er een relatie is tussen foutparkeeerders in de Vennepluimstraat en het parkeerverbod in de Oeverzeggestraat tijdens de fasen 1 en 2. Aangezien in de Oeverzeggestraat tijdens de nulmeting ook bezoekers van bewoners van de woningen in de Oeverzeggestraat ('goed' of 'fout') parkeerden, mag het optreden van foutparkeren in de 'Buurt Oeverzeggestraat' (in fase 1 en 2) niet (uitsluitend) toegeschreven worden aan de bezoekers van de sportvelden. Door het kunstmatig op nul zetten van het aantal parkeerplaatsen in de Oeverzeggestraat en het niet opmerken van het verkeersbord C12 (= gesloten voor motorvoertuigen) heeft Arcadis niet waargenomen dat er in fase 1 en 2 in de Oeverzeggestraat mínder foutparkeerders waren dan tijdens de nulmeting. 12 Conclusie van Arcadis over doelstelling 3 Arcadis zegt over de score van het onderzoek op deze doelstelling het volgende: "In zowel de buurt Diemerzeedijk als Oeverzeggestraat is gedurende de onderzoeksmomenten sprake van een toename van het aantal foutparkeerders in fase 1 en 2 ten opzichte van fase 0. Op de doelstelling foutparkeerders is de parkeerpilot daarom niet geslaagd." (pag. 18) Wij constateren - Omdat Arcadis het parkeerverbod op de Diemerzeedijk tijdens de fasen 1 en 2 niet heeft opgemerkt, kan er geen uitspraak gedaan kan worden over het aantal foutparkeerders in de 'Buurt Diemerzeedijk'. - In de 'Buurt Oeverzeggestraat' is, in tegenstelling tot wat Arcadis beweert, het aantal foutparkeerders in fase 1 en 2 niet gestegen in vergelijking met de nulmeting. - Daarom is de 'parkeerpilot' op basis van doelstelling 3 wel geslaagd. 12 Bij het foutparkeren in de Vennepluimstraat kan overigens ook een rol gespeeld hebben dat een deel van de Mattenbiesstraat (locatie 7) in verband met werkzaamheden, tijdens alle fasen in de 'parkeerpilot' door een hek in de Vennepluimstraat afgesloten was. 29

30 Resultaten en conclusies van het onderzoek Doelstelling 4: "Er r is draagvlak en acceptatie onder bezoekers van het Diemerpark" Arcadis noemt de 'parkeerpilot' op doelstelling 4 'geslaagd' als het volgende het geval is: "Uit de enquête blijkt dat onder bezoekers van het Diemerpark draagvlak en acceptatie bestaat om gebruik te maken van de parkeergarage." (pag. 6 rapport Arcadis) Geënquêteerde personen zijn niet representatief voor "bezoekers van het Diemerpark" In paragraaf 3 merkten wij reeds op dat Arcadis in doelstelling 4 zegt dat men geïnteresseerd is in draagvlak en acceptatie onder bezoekers van het Diemerpark, maar dat in de enquête uitsluitend bezoekers van de sportvelden zijn geënquêteerd. 13 Er zijn te weinig personen geënquêteerd voor statistisch onderbouwde conclusies "Op 29 september zijn 61 mensen en op 3 november zijn 43 personen geënquêteerd. In totaal zijn er daarmee 104 respondenten geweest. Gezien het lage aantal per fase, is het trekken van statisch (sic!) onderbouwde conclusies niet mogelijk. Wel kunnen de resultaten van de enquête als richtinggevend worden beschouwd." (pag. 12 rapport Arcadis) Er wordt geen reden opgegeven voor het lage aantal geënquêteerde personen. Ook is niet vermeld waarom er op mensen minder geënquêteerd zijn dan op Arcadis legt niet uit wat wordt bedoeld met dat de resultaten als "richtinggevend" kunnen worden beschouwd. 'Reguliere bezoekers' versus 'gasten' Arcadis maakt onderscheid tussen 'reguliere bezoekers' en 'gasten'. Iemand wordt beschouwd een 'reguliere bezoeker' te zijn als hij/zij 'hier' 1 keer per maand of vaker komt. Een 'gast' komt 'hier' minder dan eenmaal per maand. Arcadis geeft in het onderzoeksrapport op pag. 12 het aantal geënquêteerde personen als volgt weer: (sic!) 13 Reactie van de geënquêteerde personen op enquête vraag 3 "Wat is uw activiteit in het Diemerpark?" (meerdere antwoorden mogelijk) activiteit aantal zelf sporten (in het Diemerpark) 8 begeleid kinderen naar en van het sporten 96 bezoeker van het sportpark 7 toevallige passant die niets met het sportpark te maken heeft 0 anders (nl.) 1 (wedstrijdsecretaris)

31 Resultaten en conclusies van het onderzoek Vraag 2: "Wat is uw vervoerswijze?" Persoonskenmerken en vervoerswijze van de geënquêteerde personen automobilisten fietsers + wandelaar 'reguliere 'reguliere 'gasten' bezoekers' 'gasten' bezoekers' totaal Man Vrouw niet beantwoord totaal: Arcadis maakt geen onderscheid tussen de 'doelgroep' en andere bezoekers van de sportvelden De 'doelgroep', waarvoor eventueel nieuw aan te leggen parkeerplaatsen bestemd zijn, zijn de 'bezoekende sportclubs'. 14 Wij definiëren dat als: niet uit IJburg afkomstige bezoekers van de sportvelden die met de auto komen. In het onderzoek van Arcadis worden óók sportveldbezoekers geënquêteerd die geen deel uitmaken van de 'doelgroep'. Waarom is dat? Van de 58 geënquêteerde automobilisten komen er 6 uit IJburg, 47 níet uit IJburg en is van 3 personen niet bekend waar ze vandaan komen. De 47 niet-ijburgers die met de auto gekomen zijn, behoren tot de 'doelgroep' waarvoor eventueel nieuw aan te leggen parkeerplaatsen bestemd zijn. Kenmerken van geënquêteerde personen die behoren tot de 'doelgroep' niet-ijburgse automobilisten 'gasten' 'reguliere bezoekers' minder dan 1 keer per maand maandelijks wekelijks dagelijks totaal elders in Amsterdam niet in Amsterdam totaal: Van de 47 geënquêteerde bezoekers die tot de 'doelgroep' behoren, komen er 33 minder dan 1 keer per maand naar de sportvelden. 14 Advies parkeren sportpark Diemerpark, maart 2011:"Het maximale aantal parkeerplaatsen op basis van de kencijfers lijkt bij dit sportpark niet nodig. Het sportpark ligt dicht bij de stad waardoor fietsen naar het sportpark erg aantrekkelijk is. Het sportpark is tenslotte vooral bedoeld voor de bewoners van IJburg. De parkeerplaatsen zijn dan ook vooral bedoeld voor de bezoekende clubs. " (pag. 7) Persbericht Dagelijks Bestuur stadsdeel Oost, :"Voor bezoekende sportclubs worden parkeerplaatsen aangelegd ten zuiden van het Dick Hilleniuspad bij het zuiveringsgebouw." Brief Dagelijks Bestuur van stadsdeel Oost aan de leden van commissie Wonen van de stadsdeel Oost, : "Omdat de leden van AFC IJburg en AHC IJburg vooral van IJburg komen, is het de bedoeling dat zij zonder auto komen." Startnotitie Diemerpark fase 2, :"Het aanleggen van sportvelden betekent ook dat er een oplossing voor de behoefte aan parkeren van bezoekende verenigingen moet worden gevonden." Bestemmingsplan IJburg 1 e fase, 2013 Nota van beantwoording zienswijzen, april 2013: "Uitgangspunt is dat de IJburger te voet of op de fiets naar het sportpark komt." 31

32 Resultaten en conclusies van het onderzoek Vraag 2b: "Waar heeft u uw auto geparkeerd?" Van de 47 geënquêteerde personen die behoren tot de 'doelgroep' is er van 40 bekend waar ze hun auto parkeerden. Waar hebben geënquêteerde personen die behoren tot de doelgroep hun auto geparkeerd? niet-ijburgse automobilisten 'gasten' 'reguliere bezoekers' minder dan 1 keer per maand maandelijks wekelijks dagelijks totaal Parkeergarage Oeverzeggestraat IJburglaan Diemerzeedijk bij voetbalveld 1 1 Van de 40 geënquêteerde automobilisten die behoren tot de 'doelgroep' én waarvan bekend is waar ze hun auto parkeerden, deden er 14 dit in de parkeergarage. Dat is 34%. We zagen eerder dat op : 38% en op : 37% van alle in het onderzoeksgebied geparkeerde auto's in de parkeergarage stond. De geënquêteerde automobilisten die behoren tot de doelgroep hebben dus relatief iets minder gebruik van de parkeergarage gemaakt dan álle automobilisten in het onderzoeksgebied. Vraag 2c: "Bent u bereid wel in de parkeergarage te parkeren als dit gratis kan?" Op hadden 4 van de 19 geënquêteerde personen die behoren tot de 'doelgroep' hun auto in de parkeergarage geparkeerd. Aan de overige 15 is deze vraag gesteld: "Bent u bereid wel in de parkeergarage te parkeren als dit gratis kan?" niet-ijburgse automobilisten die op geen gebruik maakten van de parkeergarage 'gasten' 'reguliere bezoekers' minder dan 1 keer per maand maandelijks wekelijks dagelijks totaal Ja Nee niet beantwoord 1 1 totaal: Arcadis vermeldt niet waarom deze vraag alleen maar gesteld is op en niet op Parkeren in de parkeergarage kostte 2,- per uur. Parkeren op straat kostte in de 'Buurt Oeverzeggestraat' op zaterdag 2,40 per uur. In de 'Buurt Diemerzeedijk' en op zondag ook in de 'Buurt Oeverzeggestraat' was parkeren gratis. Van de 15 personen aan wie deze vraag werd gesteld, antwoordde er 11 (=73%) dat ze bereid waren in de parkeergarage te parkeren als dit gratis kan. Overige vragen Om ons te beperken tot de hoofdzaken gaan we hieronder alleen nog in op de beantwoording van vraag 6: "Wat is uw mening over deze pilot?" 32

33 Resultaten en conclusies van het onderzoek Vraag 6e: "Het sportpark heeft eigen parkeerplaatsen nodig (eens/neutraal/oneens)" De 'doelgroep' beantwoordde de vraag als volgt. Hebben de sportvelden eigen parkeerplaatsen nodig? niet-ijburgse automobilisten 'gasten' 'reguliere bezoekers' minder dan 1 keer per maand maandelijks wekelijks dagelijks totaal Ja Nee 1 1 neutraal of onbekend Als iemand zegt dat iets "nodig" is, is de logische vervolgvraag: "Waarom vind je dat nodig?" Die vraag wordt in de enquête niet gesteld. In plaats daarvan heeft Arcadis zelf een aantal mogelijke antwoorden bedacht en daar (suggestieve) vragen van gemaakt: - de loopafstand van de sportvelden tot de parkeergarage zou wel eens te lang kunnen zijn, - mensen zouden wel eens teveel tijd kwijt kunnen zijn als ze moeten parkeren in de parkeergarage, - men zou wel eens kunnen gaan foutparkeren in de "directe omgeving". Arcadis, geïnformeerd door ambtenaren van het stadsdeel, weet ook dat er bewoners zijn die willen dat het Diemerpark autovrij blijft. Daarom heeft Arcadis ook een paar vragen over het Diemerpark bedacht: - de verkeersveiligheid in het Diemerpark zou wel eens in het gedrang kunnen komen als daar auto's in gaan rijden, - de aanleg van parkeerplaatsen zou wel eens belangrijker gevonden kunnen worden dan het in stand houden van het 'groen' in het Diemerpark. Vraag 6b. "De loopafstand van het sportpark tot de parkeergarage is niet te lang (eens/neutraal/ oneens)" Wij denken dat deze vraag door het woordje 'niet' in combinatie met de mogelijkheid om 'oneens' in te vullen, bij sommige geënquêteerde personen tot verwarring geleid kan hebben. Waarom is dit niet 'positief' uitgevraagd: "De loopafstand tussen parkeergarage en het sportpark is te lang. (eens/neutraal/oneens)"? De loopafstand tussen parkeergarage en sportveld bedraagt gemiddeld 10 à 15 minuten. Er is onder de geënquêteerde personen geen onderscheid gemaakt tussen bezoekers van de voetbal- en de hockeyvelden. Voor laatstgenoemden is de afstand tussen parkeergarage en sportveld groter. De 'doelgroep' beantwoordde de vraag als volgt: Is de loopafstand tussen parkeergarage en de sportvelden te lang? niet-ijburgse automobilisten 'gasten' 'reguliere bezoekers' minder dan 1 keer per maand maandelijks wekelijks dagelijks totaal Ja Nee neutraal of onbekend

34 Resultaten en conclusies van het onderzoek Vraag 6f. "Ik ben teveel tijd kwijt als ik moet parkeren in de parkeergarage (eens/neutraal/oneens)" De 'doelgroep' beantwoordde de vraag als volgt. Bent u teveel tijd kwijt als u moet parkeren in de parkeergarage? niet-ijburgse automobilisten 'gasten' 'reguliere bezoekers' minder dan 1 keer per maand maandelijks wekelijks dagelijks totaal Ja Nee neutraal of onbekend Er blijkt een sterke correlatie te zijn tussen de beantwoording van de vragen over de loopafstand tussen parkeergarage en sportveld en de tijd die het kost om in de parkeergarage te parkeren. Van de 34 geënquêteerde personen die behoren tot de 'doelgroep' die de loopafstand te groot vinden, vinden er 29 (=85%) dat ze teveel tijd kwijt zijn als ze moeten parkeren in de parkeergarage. De 5 anderen beantwoordden de vraag niet of met 'neutraal'. Vraag 6c. "Deze pilot leidt tot foutparkeren in de directe omgeving (eens/neutraal/oneens)" De 'doelgroep' beantwoordde de vraag" als volgt. Leidt deze pilot tot foutparkeren in de directe omgeving? niet-ijburgse automobilisten 'gasten' 'reguliere bezoekers' minder dan 1 keer per maand maandelijks wekelijks dagelijks totaal Ja Nee neutraal of onbekend De vraag veronderstelt dat men op de hoogte is van de verkeerssituatie in de "directe omgeving". Meer dan 1 op de 3 geënquêteerde personen (34%) die behoren tot de 'doelgroep' heeft deze vraag niet - of met 'neutraal' - beantwoord. 15 Toetsing van de mening over foutparkeren aan onderzoeksgegevens Meer dan de helft van de geënquêteerde personen in de 'doelgroep' zegt dat de pilot leidt tot foutparkeren in de "directe omgeving". Het foutparkeren was onderwerp van een ander onderdeel van het onderzoek (doelstelling 3). Dit maakt het mogelijk om de mening van de geënquêteerde personen te toetsen aan de gegevens over het foutparkeren uit dat onderzoek. Op en bleek er geen sprake te zijn van een toename van het gemiddelde aantal foutparkeerders ten opzichte van de nulmeting. De mening van de geënquêteerde personen over foutparkeren klopt in dit onderzoek dus niet met de d realiteit tijdens de onderzochte dagen. 15 Het relatief lage percentage ja/nee-antwoorden van geënquêteerde personen behorende tot de 'doelgroep' op vragen over het Diemerpark of de "directe omgeving" verbaast ons niet. Het gaat tenslotte om mensen die niet op IJburg wonen en waarvan er 70% minder vaak dan 1 keer per maand naar de sportvelden komt. 34

35 Resultaten en conclusies van het onderzoek Vraag 6g. "De verkeersveiligheid in het Diemerpark verslechtert als daar auto's gaan rijden (eens/ neutraal/ oneens)" Arcadis licht niet toe wat onder "verkeersveiligheid in het Diemerpark" verstaan moet worden. Gaat het over de veiligheid van sportveldbezoekers of over de veiligheid van álle gebruikers van het Diemerpark? Gaat het om de veiligheid van wandelaars, fietsers, spelende kinderen of de veiligheid van de inzittenden van de auto's waarmee in het park gereden wordt? Geënquêteerde personen zullen daar verschillende opvattingen over hebben. De 'doelgroep' beantwoordde de vraag als volgt: Verslechtert de verkeersveiligheid in het Diemerpark als daar auto s gaan rijden? niet-ijburgse automobilisten 'gasten' 'reguliere bezoekers' minder dan 1 keer per maand maandelijks wekelijks dagelijks totaal Ja Nee neutraal of onbekend De vraag veronderstelt dat men op de hoogte is van de verkeerssituatie in het Diemerpark. Bijna 1 op de 2 geënquêteerde personen (47%) die behoren tot de 'doelgroep' heeft deze vraag niet - of met 'neutraal' - beantwoord. Er blijkt een sterke correlatie te zijn tussen de beantwoording van de vragen over verkeersveiligheid in het Diemerpark en foutparkeren in de "directe omgeving". Van de 17 geënquêteerde personen die behoren tot de 'doelgroep' die denken dat de verkeersveiligheid in het Diemerpark niet verslechtert als daar auto's gaan rijden, denken er 13 (=76%) dat de pilot leidt tot foutparkeren in de "directe omgeving". Vraag 6a. "Het in stand houden van het groen in het Diemerpark is belangrijker dan het aanleggen van extra parkeerplaatsen (eens/neutraal/oneens)" In de vraag wordt gesproken over "extra" parkeerplaatsen. Wat betekent het woordje "extra"? Bovenop welke parkeerplaatsen zouden die "extra" parkeerplaatsen komen? De 'doelgroep' beantwoordde de vraag als volgt: Is het in stand houden van het groen in het Diemerpark belangrijker dan aanleggen van "extra" parkeerplaatsen? niet-ijburgse automobilisten 'gasten' 'reguliere bezoekers' minder dan 1 keer per maand maandelijks wekelijks dagelijks totaal Ja Nee neutraal of onbekend De vraag veronderstelt dat men (enigszins) op de hoogte is van de natuurwaarden van het Diemerpark en geïnteresseerd is in het in stand houden van 'groen'. Sportveldbezoekers komen daar echter alleen om te sporten en/of sportende kinderen te begeleiden en niet om van de natuur te genieten. Weten zij hoe het park gewaardeerd wordt door omwonenden? Bijna 1 op de 3 geënquêteerde personen (32%) die behoren tot de 'doelgroep' heeft deze vraag niet - of met 'neutraal' - beantwoord. 35

36 Resultaten en conclusies van het onderzoek Vraag 6h: "De parkeergarage is een goede oplossing voor de sporters om de auto te parkeren (eens/neutraal/oneens)" De 'doelgroep' beantwoordde de vraag als volgt: Is de parkeergarage een goede oplossing voor de sporters om de auto te parkeren? niet-ijburgse automobilisten 'gasten' 'reguliere bezoekers' minder dan 1 keer per maand maandelijks wekelijks dagelijks totaal Ja Nee neutraal of onbekend Meer dan 1 op de 4 geënquêteerde personen (28%) die behoren tot de 'doelgroep' heeft deze vraag niet - of met 'neutraal' - beantwoord. Er blijkt een sterke correlatie te zijn tussen de beantwoording van de vragen over de loopafstand tussen parkeergarage en sportveld en of de parkeergarage een goede oplossing is voor de sporters om de auto te parkeren. Van de 34 geënquêteerde personen die behoren tot de 'doelgroep' die de loopafstand te groot vinden, vinden er 27 (=79%) dat de parkeergarage geen goede oplossing is. Van de 7 anderen beantwoordden er 5 de vraag of de parkeergarage een goede oplossing is, niet - of met 'neutraal'. 16 De kosten voor het parkeren lijken een rol te spelen bij de beantwoording van enquêtevragen Van de 15 personen aan wie de vraag gesteld is "Bent u bereid wel in de parkeergarage te parkeren als dit gratis kan?" hebben er 11 zich daartoe bereid getoond. Van deze 11 personen zeiden er 6 dat ze de loopafstand tussen parkeergarage en de sportvelden te lang vonden en dat ze teveel tijd kwijt zouden zijn met het parkeren in de parkeergarage. Als deze reacties representatief zijn voor alle personen die hun auto niet t in de parkeergarage plaatsten, relativeert dat de bezwaren van "te grote loopafstand" en "parkeren" in de parkeergarage kost teveel tijd". Als de prijs van parkeren in de parkeergarage lager was zouden wellicht meer personen de parkeergarage een goede oplossing vinden. Dit is dus niet onderzocht. Conclusie van Arcadis over doelstelling 4 Omdat het draagvlak en de acceptatie om de parkeergarage te gebruiken als parkeervoorziening voor het sportpark ontbreekt, is de parkeerpilot op basis van de doelstelling resultaten van de enquête niet geslaagd." (pag. 18 rapport Arcadis) Draagvlak voor gebruik van de parkeergarage versus draagvlak voor parkeerplaatsen in het Diemerpark Deze enquête had helemaal niet gehouden hoeven te worden. Als je aan automobilisten vraagt of ze een parkeerplek vlak bij hun bestemming willen, weet je bij voorbaat dat de overgrote meerderheid daar "ja" op zal antwoorden, zonder oog voor de nadelen die dit kan hebben voor anderen dan henzelf. Net zoals kinderen altijd "ja" zullen antwoorden op de vraag of ze een ijsje willen. 16 Er is, onder de geënquêteerde personen die behoren tot de 'doelgroep', 1 vrouw uit Amsterdam van 41 jaar die zegt dat zij dagelijks komt om kinderen te begeleiden naar en van het sporten. Deze vrouw parkeerde haar auto op de IJburglaan. Zij vindt de loopafstand van de sportvelden tot de parkeergarage te lang en vindt dat parkeren in de parkeergarage teveel tijd kost. Zij vindt parkeerplaatsen belangrijker dan groen en vindt niet dat de verkeersveiligheid in het Diemerpark verslechtert als daar auto's rijden. Toch vindt zij de parkeergarage een goede oplossing voor de sporters om te auto te parkeren. 36

37 Resultaten en conclusies van het onderzoek Waarom zou in het Diemerpark wél op de wensen van automobilisten ingegaan moeten worden, terwijl dat op andere plekken waar parkeren tot overlast leidt, niet het geval is? Op 9 april 2013 is door een vertegenwoordiger van onze vereniging aan de voorzitter van de stadsdeelraad een pakket overhandigd met namen van unieke personen en organisaties die absoluut tégen de aanleg van parkeerplaatsen en daarmee samenhangend autoverkeer in het Diemerpark zijn. Daaruit blijkt dat er zeker draagvlak is voor niet realiseren van parkeerplaatsen in het Diemerpark. Aangezien de aanleg van een nieuwe parkeerplaats voor sportveldbezoekers buiten het Diemerpark op allerhande problemen stuit, kan het gebruik van de parkeergarage dan ook zéker op draagvlak rekenen van een groot aantal niet-sportveldbezoekers van het Diemerpark. Waarom mocht Arcadis van het stadsdeel alleen bezoekers van de sportvelden enquêteren? Wij constateren - De criteria van "draagvlak" en "acceptatie" zijn niet t gespecificeerd. - Door het kleine aantal geënquêteerde personen is het trekken van statistisch onderbouwde conclusies niet mogelijk. - De enquête is alleen gehouden onder bezoekers van de sportvelden en niet onder alle soorten Diemerparkgebruikers, zoals recreatieve reatieve bezoekers, door het park rijdende recreatieve en woon-werk werk- fietsers, natuurliefhebbers, in het park sportende joggers, skaters, spelende kinderen, enzovoort. - Geënquêteerde personen spreken zichzelf soms tegen (ze( vinden de loopafstand te lang en het h parkeren in de parkeergarage zou ze te veel tijd kosten,, maar ze zouden wél in de parkeergarage parkeren als dit gratis kan) n). - Gegeven het grote aantal ondertekenaars van de petitie tegen aanleg van parkeerplaatsen in het Diemerpark, zijn er sterke aanwijzingen dat er weinig draagvlak is voor de aanleg van parkeerplaatsen in het Diemerpark bij niet-geënquêteerde parkgebruikers.. Onder niet-geënquêteerde parkgebruikers zal er daarom wél draagvlak zijn voor het gebruik van de parkeergarage. - Het is dus niet correct om uit de enquête te concluderen dat er bij bezoekers van het Diemerpark géén "draagvlak en acceptatie" bestaat voor het gebruiken van de parkeergarage. 37

38 "Doorkijk naar de toekomstige situatie" 5 "Doorkijk naar de toekomstige situatie" Tegengestelde informatie over het aantal benodigde parkeerplaatsen In een ander rapport van Arcadis: 'Sportpark Diemerpark - Parkeren en ontsluiting' van , stelt Arcadis vast dat in de toekomst, bij zes sportvelden in het Diemerpark, er 42 parkeerplaatsen nodig zouden zijn om te voldoen aan de parkeerbehoefte van sportveldbezoekers. "Het definitieve aantal aan te leggen parkeerplaatsen moet nog door stadsdeel Oost worden vastgesteld. In deze rapportage wordt het aantal van 42 benodigde parkeerplaatsen als criterium gebruikt. Deze 42 parkeerplaatsen betreft de minimaal benodigde parkeercapaciteit, waarbij als uitgangspunt is gehanteerd dat alle IJburgers de auto gebruiken als vervoerwijze van / naar het Diemerpark. De parkeerpilot heeft uitgewezen dat dit in de praktijk niet haalbaar is en dat mogelijk meer parkeerplaatsen moeten worden aangelegd." (pag. 19 rapport Arcadis) In de stadsdeelraadsvergadering van 9 april 2013 is geconcludeerd dat 42 parkeerplaatsen nodig zouden zijn om te voldoen aan de behoefte aan de parkeerplaatsen voor de sportvelden. In tegenstelling tot alle andere rapporten die over dit onderwerp gaan, staat in het citaat hierboven dat als uitgangspunt is gehanteerd dat alle IJburgers de auto gebruiken als vervoersmiddel voor een bezoek aan het Diemerpark. Volgens dit citaat zou de 'parkeerpilot' "uitgewezen" hebben dat 42 parkeerplaatsen "in de praktijk" onvoldoende zouden zijn. Arcadis noemt geen enkel feit waarop deze vaststelling is gebaseerd. Wij stellen de vraag: heeft de parkeergarage voldoende capaciteit om te voldoen aan de parkeerbehoefte van de sportveldbezoekers als er méér sportvelden in het Diemerpark zijn? De capaciteit van de parkeergarage in de toekomst Verwachte 'restcapaciteit' van de parkeergarage in de toekomstige situatie In tabel 10 op pag. 19 in het rapport van Arcadis is zowel de huidige als de toekomstige gemiddelde parkeerbezetting van de parkeergarage weergegeven. 17 In deze tabel staat in de kolom "Huidige situatie - Parkeerbezetting met 2½ sportveld" het aantal bezette parkeerplaatsen in de parkeergarage op de onderzoeksmomenten waarop de parkeergarage in de verschillende fasen het drukst bezet was. 17 Capaciteit parkeergarage parkeerplaatsen 100% 141 bezetting bij: 95% %

39 "Doorkijk naar de toekomstige situatie" Omdat 100% bezetting van de parkeerplaatsen ongewenst wordt geacht, staat in de kolom "Huidige situatie - Restcapaciteit bij 90% (95%) bezetting" het aantal lege parkeerplaatsen in de parkeergarage als de parkeergarage voor 90% (of 95%) vol was. De getallen van de restcapaciteit kloppen niet. De juiste cijfers staan in onderstaande tabel. Huidige situatie - 'restcapaciteit' van de parkeergarage bij het grootste aantal in de parkeergarage geparkeerde auto's nulmeting fase 1 fase grootste aantal auto's in de parkeergarage 'Restcapaciteit' = 95% bezetting aantal lege plaatsen bij: 90% bezetting Hierboven zagen we dat vastgesteld is dat er bij zes sportvelden 42 parkeerplaatsen nodig zouden zijn om te voldoen aan de parkeerbehoefte van de sportveldbezoekers. Omdat er ten tijde van het onderzoek al 2,5 sportvelden waren, waarvoor de bezoekers al gebruik maakten van de parkeerplaatsen in de parkeergarage, moet voorzien worden dat in de parkeergarage in de toekomst nog 24 méér parkeerplaatsen door sportveldbezoekers bezet zullen worden. In bovenstaande tabel 10 uit het rapport van Arcadis zijn in de kolom "Toekomstige situatie - Parkeerbezetting met 6 sportvelden" de cijfers uit de kolom "Huidige situatie - Parkeerbezetting met 2½ sportveld" daarom met 24 opgehoogd. 18 In de kolom "Toekomstige situatie - Restcapaciteit bij 90% (95%) bezetting" staat het aantal lege parkeerplaatsen in de parkeergarage wanneer deze voor 90% (of 95%) vol zou zijn. In de tabel is te zien dat in de toekomst, met 6 sportvelden, rekening houdend met een behoefte aan 42 parkeerplaatsen voor de bezoekers van de sportvelden, er bij een maximale bezetting van de parkeergarage (afgeleid van het drukste uur, op tussen 12u00-13u00) en een parkeerbezetting van 95%, er drie (!) ( parkeerplaatsen in de parkeergarage te kort zouden zijn. Aangezien er op geen enkel onderzoeksmoment de parkeerbezetting op straat hoger was dan 68% is het duidelijk dat de drie auto's die in een enkel geval niet in de parkeergarage kunnen staan, probleemloos op straat geparkeerd kunnen worden. Wij concluderen dat de capaciteit aan parkeerplaa keerplaatsen in het onderzoeksgebied voldoende is om te voorzien in een behoefte aan 42 parkeerplaatsen voor bezoekers van de sportvelden in de toekomst omst. Capaciteit parkeergarage is feitelijk groter dan gemeten In de berekeningen van Arcadis is geen rekening gehouden met auto's van bewoners van het boven de parkeergarage gelegen woonblok 5, die hun auto, omdat daar veel lege plaatsen zijn, in het openbare deel zetten in plaats van in het voor hen gereserveerde deel van de parkeergarage. Als de ruimte in het openbare deel krapper wordt doordat de parkeergarage meer gebruikt wordt, zullen die bewoners eerder geneigd zijn hun auto in het voor hen gereserveerde deel van de parkeergarage te zetten. Op die wijze ontstaan er meer parkeerplekken die door sportveldbezoekers bezet kunnen worden. Er zou een regeling getroffen kunnen worden waardoor bewoners van woonblok 5 hun auto in het voor hen gereserveerde deel parkeren. Het aantal parkeerplaatsen dat daardoor "extra" beschikbaar komt, zou onderzocht moeten worden. 18 Ook bij het aantal geparkeerde auto's tijdens de nulmeting zijn er 24 auto's opgeteld. Dat is onzin, omdat er tijdens de nulmeting geen competitiewedstrijden op de sportvelden waren. 39

40 "Doorkijk naar de toekomstige situatie" Wat was de opdracht van het stadsdeel aan Arcadis: "onderzoeken" of "speculeren"? Restcapaciteit onder druk? "Bij gelijkblijvende omstandigheden (geen uitbreiding van het sportpark) verwachten wij dat het gebruik van de parkeergarage verder zal toenemen, vanwege een groeiende populariteit van de weekmarkt en door het op termijn afbouwen van de wijk IJburg. Als het sportpark wel wordt uitgebreid naar zes velden, is het dan ook mogelijk dat de geconstateerde restcapaciteit verder onder druk komt te staan." (pag. 20 rapport Arcadis) Een gevleugelde uitspraak van Nobelprijswinnaar Niels Bohr luidt: "Voorspellen is moeilijk, vooral als het om de bouw van de toekomst gaat". Sinds de bouw van de eerste woningen op IJburg hebben zich al talloze niet-voorspelde ontwikkelingen voorgedaan. Arcadis beoefent de praktijk van het koffiedik kijken, met haar antwoord op de vraag over de toekomstige restcapaciteit van de parkeergarage. Geen bereidheid om te parkeren in de parkeergarage? "In tabel 10 (zie pag red.) is geen rekening gehouden met het feit dat een groot deel van de bezoekers niet bereid is te parkeren in de parkeergarage." (pag. 20 rapport Arcadis) De 'parkeerpilot' wordt (óók door Arcadis!) als 'geslaagd' beschouwd op doelstelling 2: 'Meer bezetting van de parkeergarage'. Daarmee is aangetoond dat een groot deel van de bezoekers wél bereid is te parkeren in de parkeergarage. Als er niettemin geconstateerd wordt dat de bereidheid om te parkeren in de parkeergarage onvoldoende zou zijn, kan die bereidheid bevorderd worden door het nemen van enkele relatief eenvoudige maatregelen (die ondermeer zijn genoemd door in de enquête ondervraagde personen). 1. Aan het bezwaar dat de loopafstand van de sportvelden tot de parkeergarage te lang wordt bevonden, kan tegemoet gekomen worden door het inzetten van een pendelbusje tussen parkeergarage en sportvelden. Enkele zaterdagen zijn daar tijdens sportwedstrijden al experimenten mee geweest. Dat leek goed te functioneren. Dit initiatief zou verder uitgewerkt kunnen worden. Op enkele zaterdagen reed er al eens een pendelbusje tussen parkeergarage en sportvelden. 2. Van de 15 geënquêteerde personen in het onderzoek die behoren tot de 'doelgroep' aan wie dit gevraagd was, antwoordden er 11 dat zij bereid waren in de parkeergarage te parkeren als dit gratis kan. Met de aantekening dat het niet zeker is in hoeverre deze reactie representatief is voor anderen, zou er een systeem ontwikkeld kunnen worden waarbij sportveldbezoekers worden voorzien van 'gratis' of voor weinig geld aan te schaffen 'uitrijkaarten uitrijkaarten' voor de parkeergarage. 40