Parkeeronderzoek De Biezen. Resultaten bewonersenquête

Transcriptie

1 Parkeeronderzoek De Biezen Resultaten bewonersenquête Gemeente Nijmegen Afdeling Onderzoek en Statistiek Januari 2005

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding Achtergrond en doel onderzoek Vraagstellingen en opzet Respons Rapportage Autobezit en eigen parkeergelegenheid Autobezit Eigen parkeergelegenheid De parkeersituatie in de straat Hoe ervaart men de parkeersituatie? Wanneer heeft men parkeeroverlast? Mening over parkeerregulering Opmerkingen Conclusies

3 1 Inleiding 1.1 Achtergrond en doel onderzoek Naar aanleiding van klachten van bewoners in De Biezen en Wolfskuil over de parkeersituatie is er in juni 2004 in een gedeelte van deze wijken een parkeeronderzoek gehouden (Parkeeronderzoek De Biezen en Wolfskuil, augustus 2004). Dit onderzoek heeft betrekking gehad op tellingen en kentekenregistratie van geparkeerde auto s om de parkeerdruk op verschillende tijdstippen in het onderzoeksgebied te meten. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat vooral in de en directe omgeving zich regelmatig parkeerproblemen voordoen en dat de parkeerdruk voornamelijk veroorzaakt wordt door werkenden in de binnenstad en bezoekers aan de binnenstad tijdens de koopavonden en de zaterdagmiddag. Naast de tellingen en kentekenregistratie is in overleg met bewoners besloten om ook de mening van bewoners over de parkeersituatie in hun buurt te peilen. Afgesproken is de peiling te houden in het gebied waar volgens het al gehouden parkeeronderzoek de parkeerdruk naar verhouding groot is. Het gaat hier om het oostelijk deel van de wijk Biezen die ligt tussen de, de Eerste Oude en de, incl. de. In oktober 2004 heeft de afdeling Openbare Ruimte de afdeling Onderzoek en Statistiek opdracht gegeven een parkeerenquête onder de bewoners in dit gebied uit te voeren. Doel van deze enquête is na te gaan hoe de bewoners in het onderzoeksgebied hun parkeersituatie ervaren en wat zij vinden van parkeerregulering in hun straat. 1.2 Vraagstellingen en opzet Belangrijke vragen waarop het onderzoek zich richt zijn: Hoe hoog is het autobezit in het onderzoeksgebied? In hoeverre heeft men de beschikking over parkeergelegenheid op eigen terrein? Hoe ervaart men over het algemeen de parkeersituatie in de eigen straat? Op welke dagen en dagdelen heeft men parkeeroverlast? Hoe staat men tegenover parkeerregulering in de eigen straat? Om antwoord te krijgen op de vragen van het onderzoek is naar alle adressen in het onderzoeksgebied een mini-enquête gestuurd. De enquête is verstuurd met een brief, waarin aan bewoners is verzocht de enquête in te vullen en terug te sturen in een meegezonden retourenvelop. Naast de enquête is ook schriftelijke informatie meegezonden over parkeerregulering in Nijmegen. De enquêtes en de informatie zijn verzonden naar de volgende straten of delen ervan:,. Eerste Oude,,, Oude Weurtseweg,,, Kwikstaarthof, en Sperwerstraat. De enquêtes zijn verstuurd in maand november Respons Van de 606 adressen waar een enquête naar toe is gestuurd, hebben er 277 een enquête ingevuld en teruggestuurd (zonder rappel). De respons komt hiermee op bijna 46%, wat voor een schriftelijke enquête redelijk goed mag worden genoemd. In tabel 1.1 is te zien hoe de respons in de verschillende straten is geweest. 2

4 Inleiding tabel 1.1. Responsoverzicht per straat Straat Opgestuurde enquêtes Ingevulde enquêtes Respons in % Eerste Oude % % % % Kwikstaarthof % Oude Weurtseweg % % % Sperwerstraat % % % geen antwoord 1 1 Totaal % In Kwikstaarthof gaat het maar om een beperkt aantal adressen. Ook het aantal bewoners dat daar heeft meegedaan aan de enquête is beperkt, evenals in de. Waarschijnlijk komt dit omdat de parkeerdruk in deze straten aanmerkelijk minder is dan in andere delen van het onderzoeksgebied die dichter in de buurt van het centrum liggen (Parkeeronderzoek De Biezen en Wolfskuil, augustus 2004). Bij het overgrote deel van de respondenten gaat het om bewoners. Van degenen die de enquête hebben teruggestuurd geeft 91% aan dat zij op het adres woont, 3% zegt dat zij er werkt en 6% maakt kenbaar dat zij er woont én werkt. 1.4 Rapportage De rapportage van de resultaten van de parkeerenquête bestaat uit 5 paragrafen en ziet er als volgt uit. In paragraaf 2 wordt een beeld gegeven van het autobezit in het onderzochte gebied en de mogelijkheid om te parkeren op eigen terrein. Paragraaf 3 laat zien hoe de bewoners denken over de parkeersituatie in hun straat en op welke dagen/dagdelen zij parkeeroverlast ondervinden. In paragraaf 4 komt de mening van de ondervraagden over parkeerregulering over het algemeen en in hun straat aan bod. Tevens wordt in deze paragraaf iets gezegd over de opmerkingen die enkele ondervraagden hebben gemaakt naar aanleiding van de enquête. Bij de resultaten wordt, voor zo ver dat van belang is geacht, nagegaan of er verschillen zijn per straat. Omdat het aantal respondenten uit de Kwikstaarthof en de beperkt is en de parkeerproblemen in deze straten niet zo groot zijn, zal aan deze straten in de rapportage niet zo veel aandacht worden besteed. Paragraaf 5 bevat tenslotte enkele conclusies. 3

5 Autobezit en eigen parkeergelegenheid 2.2 Eigen parkeergelegenheid Om een beeld te krijgen van de mate waarin men kan parkeren in het openbaar gebied, is in de enquête gevraagd of men de beschikking heeft over een parkeerplaats of parkeerplaatsen op eigen terrein. Van alle respondenten geeft 83% te kennen geen eigen terrein te hebben waarop men kan parkeren, 13% heeft de beschikking over één parkeerplaats op eigen terrein, 3% heeft de beschikking over 2 of meer parkeerplaatsen op eigen terrein en 1 % geeft geen antwoord. Hoewel in de vragenlijst duidelijk geïnformeerd is naar een parkeerplaats of parkeerplaatsen op eigen terrein is het niet onmogelijk dat enkele respondenten bij deze vraag gedacht hebben aan het kunnen beschikken over een eigen parkeerplaats in het openbaar gebied. De gegevens naar aanleiding van de vraag over parkeergelegenheid op eigen terrein moeten dan ook voorzichtig worden geïnterpreteerd. Van de respondenten uit de zegt een op de vijf parkeergelegenheid te hebben op eigen terrein. In de andere straten (afgezien van de ) is dat minder het geval. In de Kwikstaarthof zegt men helemaal geen eigen terrein te hebben om te parkeren. fig. 2.3 % dat zegt parkeergelegenheid te hebben op eigen terrein Sperw erstraat Eerste Oude

6 De parkeersituatie in de straat 3 De parkeersituatie in de straat 3.1 Hoe ervaart men de parkeersituatie? De respondenten in de onderzochte straten oordelen nogal verschillend over de parkeersituatie in hun straat. De groep die de parkeersituatie in haar straat goed, slecht of goed noch slecht vindt is namelijk ongeveer even groot (fig. 3.1). fig. 3.1 Oordeel parkeersituatie in eigen straat (in %) slecht 34% noch goed/slecht 31% goed 34% gn antw 1% In de vindt men naar verhouding het meest dat de parkeersituatie in de eigen straat slecht is. In deze straat oordeelt namelijk 88% slecht over de parkeersituatie in de straat, terwijl dat gemiddeld 34% is. Dat is ook niet zo verwonderlijk. De ligt dichter bij het centrum dan de andere straten en volgens het reeds gehouden parkeeronderzoek (Parkeeronderzoek De Biezen en Wolfskuil, augustus 2004) is de parkeerdruk in de groter is dan de andere delen van de Biezen. Ook in de (dicht bij de ) is er een relatief ongunstig oordeel. In fig. 3.2 is het oordeel over de parkeersituatie in de eigen straat te zien van de bewoners in de verschillende straten. fig. 3.2 Oordeel parkeersituatie eigen straat (in %) Eerste Oude Sperw erstraat slecht noch goed/slecht goed gn mening 6

7 De parkeersituatie in de straat 3.2 Wanneer heeft men parkeeroverlast? In de enquête is bij verschillende dagdelen in de week gevraagd of men op de betreffende tijden parkeeroverlast ondervindt. In fig is het resultaat hiervan te zien. Uit de antwoorden van de respondenten komt naar voren dat de meeste overlast ondervonden wordt op de winkeldagen en winkeltijden (koopzondag, zaterdagmiddag en koopavond). Op de koopzondag en zaterdagmiddag zegt 58% van de respondenten tussen uur en uur parkeeroverlast te ondervinden. Op de donderdagavond tussen uur en uur is ook sprake van nogal wat parkeeroverlast, maar is dat minder, namelijk 47%. fig. 3.3 Op welke dagdelen heeft men wel of geen parkeeroverlast? (in %) koopzondag (12.00 u u) za-middag (12.00 u u) do-avond (18.00 u u) ma tm vrij (08.00 u u) normale zondag (hele dag) w el parkeeroverlast geen parkeeroverlast gn antw oord Omdat men op koopzondag, zaterdagmiddag en donderdagavond relatief veel parkeeroverlast ondervindt, is in eerste instantie voor deze dagen/dagdelen nagegaan of er een verschil is in de mate van overlast tussen de verschillende straten. In fig. 3.4 tot en met fig. 3.6 zijn de resultaten hiervan te zien. Uit de gegevens komt, zoals te verwachten was, naar voren dat op deze dagen naar verhouding de meeste overlast wordt ondervonden in de, en (straten of buurten die dicht bij het centrum liggen ). Ook in de (het gedeelte tussen de en ) en de Oude Weurtseweg zegt men behoorlijk wat overlast te ondervinden. Op de zaterdagmiddag en de donderdagavond (koopavond) is de parkeeroverlast vooral hoog in de en de (gedeelte tussen en de ). fig. 3.4 Heeft men parkeeroverlast op koopzondag (12.00 u u)? (in %) Eerste Oude w el parkeeroverlast geen parkeeroverlast gn antw oord 7

8 De parkeersituatie in de straat fig. 3.5 Heeft men parkeeroverlast op zaterdagmiddag (12.00 u u)? (in %) Eerste Oude w el parkeeroverlast geen parkeeroverlast gn antw oord fig. 3.6 Heeft men parkeeroverlast op donderdagavond (18.00 u u)? (in %) Eerste Oude w el parkeeroverlast geen parkeeroverlast gn antw oord Ook voor de maandag tot en met vrijdag (overdag) en de normale zondag (hele dag) is per straat nagegaan in hoeverre men parkeeroverlast ondervindt. De resultaten hiervan zijn te zien in fig. 3.7 en fig Ook op de maandag tot en met vrijdag (overdag) blijven bewoners van de, de en veel meer dan gemiddeld parkeeroverlast ondervinden. De enige dag waarop men aanmerkelijk minder of haast geen parkeeroverlast ondervindt is de (normale) zondag. 8

9 Autobezit en eigen parkeergelegenheid 2 Autobezit en eigen parkeergelegenheid 2.1 Autobezit Bijna eenvijfde van de respondenten zegt dat zij geen auto heeft in het huishouden. Acht van de tien huishoudens maakt kenbaar wel een of meer auto s te hebben (fig. 2.1) fig. 2.1 Autobezit in % 1 auto 62% 2 auto's 15% geen auto 19% 3 of meer auto's 4% In de zijn er naar verhouding wat meer bewoners die zeggen geen auto te hebben. Ongeveer eenderde (33%) geeft hier te kennen geen auto te hebben tegenover 19% gemiddeld. fig. 2.2 Autobezit per straat in % Sperw erstraat Eerste Oude geen auto w el auto 4

10 De parkeersituatie in de straat fig. 3.7 Heeft men parkeeroverlast op ma tm. vrij (08.00 u u)? (in %) Eerste Oude w el parkeeroverlast geen parkeeroverlast gn antw oord fig. 3.8 Heeft men parkeeroverlast op een normale zondag (hele dag)? (in %) Eerste Oude w el parkeeroverlast geen parkeeroverlast gn antw oord 9

11 Mening over parkeerregulering 4 Mening over parkeerregulering In de enquête zijn vier uitspraken aan de respondenten voorgelegd om een indruk te krijgen van hun mening over parkeerregulering over het algemeen en in hun straat. Uit de antwoorden op deze uitspraken blijkt dat men over het algemeen wel van oordeel is dat de gemeente maatregelen moet nemen wanneer bewoners in wijken dicht bij het centrum moeilijk in hun eigen buurt kunnen parkeren. Maar wanneer het gaat om parkeerregulering in de eigen straat of om het invoeren van betaald parkeren in het algemeen is men ietwat terughoudend (fig. 4.1). fig. 4.1 Mening over parkeerregulering (in %) stelling 1 stelling 2 stelling 3 stelling eens oneens stelling 1: stelling 2:: stelling 3: stelling 4: als het parkeren moeilijker wordt in de woonwijken rondom het centrum, heb ik er niets op tegen dat er voor parkeren in deze wijken betaald moet worden wanneer bewoners in de wijken rondom het centrum moeilijk in hun eigen buurt kunnen parkeren, moet de gemeente maatregelen nemen ik vind dat de gemeente zo snel mogelijk parkeerregulering in mijn straat moet doorvoeren om te voorkomen dat andere straten later parkeeroverlast ondervinden van parkeerregulering in een aangrenzende straat, is het beter om parkeerregulering direct in te voeren in een groter gebied Van alle stellingen is nagegaan in hoeverre er verschillen bestaan in de mening ten aanzien hiervan per straat. In fig. 4.2 tot en met fig. 4.5 komen deze verschillen naar voren. In de figuren zijn alleen degenen opgenomen die het óf eens óf oneens zijn met de betreffende stelling. Degenen die geen mening hebben zijn weggelaten. Gemiddeld is 36% het eens met stelling 1 (zie fig. 4.1). Bewoners in de Oude Weurtseweg (53% eens), de (52% eens) en de (50% eens) zijn het meer dan gemiddeld eens met de stelling. In elk van deze drie straten is de groep die het ermee eens is ook iets groter dan de groep die het ermee oneens is (fig. 4.2). 10

12 Mening over parkeerregulering fig. 4.2 als het parkeren moeilijker wordt in de woonwijken rond het centrum, heb ik er niets op tegen dat er voor parkeren in deze wijken wordt betaald (stelling 1) Eerste Oude Sperw erstraat eens oneens Gemiddeld is 85% het eens met stelling 2 (zie fig. 4.1). In de (92% eens), Oude Weurtseweg (90% eens) en (90% eens) is dat zelfs iets meer (fig. 4.3). fig. 4.3 Wanneer bewoners in wijken rondom het centrum moeilijk in hun buurt kunnen parkeren, moet de gemeente maatregelen nemen (stelling 2) Eerste Oude Sperw erstraat eens oneens 11

13 Mening over parkeerregulering Gemiddeld is 37% het eens met de stelling dat de gemeente zo snel mogelijk parkeerregulering in de eigen straat moet invoeren (zie fig. 4.1, stelling 3). Zoals verwacht zijn vooral bewoners in de straten dicht bij het centrum het hiermee eens. In de is dat ruim tweederde (68%) van de respondenten en in de ongeveer tweederde (64%). Ook in de (het gedeelte tussen en de ) is er een meerderheid (60%) die het eens is met de stelling. Bij de ondervraagden in de Oude Weurtseweg (53%) en de Eerste Oude (53%) is dat een krappe meerderheid. In de Sperwerstraat (verder van het centrum gelegen) is er daarentegen een duidelijke meerderheid die tegen (het zo snel mogelijk invoeren van) parkeerregulering in de eigen straat is. Ook in de en de is men over het algemeen geen voorstander hiervan (fig. 4.4). fig. 4.4 ik vind dat de gemeente zo snel mogelijk parkeerregulering in mijn straat moet doorvoeren (stelling 3) Eerste Oude Sperw erstraat eens oneens Met stelling 4 is gemiddeld ongeveer de helft (51%) van de respondenten het eens (zie fig. 4.1). In straten die dichter bij het centrum liggen, bijvoorbeeld Oude Weurtseweg, en (tussen en ) is men het hiermee meer eens dan in straten die verder van het centrum liggen, bijvoorbeeld Sperwerstraat en. In de Sperwerstraat is een duidelijke meerderheid (bijna 60%) het oneens met de stelling (fig. 4.5). 12

14 Mening over parkeerregulering fig. 4.5 Om te voorkomen dat andere straten later parkeeroverlast ondervinden door parkeerregulering in een aangrenzende straat, is het beter om parkeerregulering in te voeren in een groter gebied (stelling 4) Eerste Oude Sperw erstraat eens oneens 4.1 Opmerkingen Aan het eind van de enquête is gevraagd of men nog opmerkingen heeft over de parkeersituatie in de eigen straat of naar aanleiding van de enquête. Bijna zeven op de tien (69%) respondenten hebben gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. In fig. 4.6 zijn deze opmerkingen te zien. Sommige respondenten hebben twee opmerkingen gemaakt. Naar verhouding is veel opgemerkt dat men niet zozeer parkeeroverlast ondervindt van omwonenden, maar van bezoekers. Ook wil een deel van de respondenten even kenbaar maken dat bewoners gratis moeten parkeren in hun buurt. Een andere, maar iets kleinere groep, vindt dat het parkeerprobleem in de buurt wel meevalt. In de categorie overig zitten respondenten die verschillende zaken noemen, die vaak van individuele aard zijn. fig. 4.6 Opmerkingen van de respondenten (in %) parkeeroverlast door bezoekers overig bew oners gratis laten parkeren parkeerprobleem valt mee tarief vergunningen hoog verkeerstechnische maatregelen nemen onjuist/asociaal parkeergedrag andere oplossingen bedenken (bv. parkeergarage centrum) (liever) geen parkeerregulering parkeerruimte beter inrichten er moet meer parkeertoezicht komen

15 Conclusies 5 Conclusies In november 2004 is als aanvulling op een parkeeronderzoek in juni 2004 (Parkeeronderzoek De Biezen en Wolfskuil, augustus 2004) een enquête gehouden onder belanghebbenden in de Biezen over de parkeersituatie. Het gaat hier om een gebied dat ligt tussen de, de Eerste Oude en de. De deelname aan deze enquête was redelijk goed: 46% van de opgestuurde enquêtes zijn ingevuld en teruggestuurd. Uit de enquête komt naar voren dat er nogal verschillend wordt gedacht over de parkeersituatie in de eigen buurt. Van alle respondenten vindt ongeveer eenderde de parkeersituatie goed, maar vindt ook ongeveer eenderde de parkeersituatie slecht. De mening over de parkeersituatie hangt, zoals verwacht, samen met de straat waar men woont. Hoe dichter men bij het centrum woont, hoe slechter de parkeersituatie in de eigen buurt wordt beoordeeld. In de (dicht bij het centrum) oordeelt men bijvoorbeeld aanmerkelijk minder gunstig over de parkeersituatie in de eigen straat dan in de (verder van het centrum). De slechte parkeersituatie in de straten dicht bij het centrum wordt waarschijnlijk veroorzaakt door bezoekers aan en werkenden in het centrum. De overlast in de straten dicht bij het centrum ondervindt men voornamelijk op de winkeldagen en -tijden: koopzondag (12.00 u u), zaterdagmiddag (12.00 u u) en donderdagavond (18.00 u u). Wanneer bij de respondenten geïnformeerd wordt naar hun mening over parkeerregulering, blijkt dat zij enerzijds wel vinden dat er maatregelen genomen moeten worden om de problemen op te lossen, maar dat zij moeite hebben met het invoeren van betaald parkeren in hun eigen straat. Belanghebbenden in straten dicht bij het centrum hebben daar kennelijk minder moeite mee, want wanneer gevraagd wordt hoe zij denken over de uitspraak ik vind dat de gemeente zo snel mogelijk parkeerregulering in mijn straat moet invoeren, blijkt een meerderheid in deze straten hiermee eens te zijn. Vooral in de en de is men voorstander hiervan. Ongeveer tweederde van de respondenten uit deze straten is het met de betreffende uitspraak eens, tegenover 37% gemiddeld. Uit het oordeel over de parkeersituatie in de eigen buurt, gecombineerd met de ervaren parkeeroverlast op bepaalde dagen/dagdelen én de mening over enkele stellingen, mag worden afgeleid dat er bij bewoners in de en directe omgeving 1 draagvlak bestaat voor parkeerregulering. Ook de resultaten van het onderzoek in juni 2004 over de feitelijke parkeerdruk zijn een indicatie om aan te nemen dat er draagvlak zal bestaan voor parkeerregulering in dit gebied. 1 Het gaat hier om de, het gedeelte van de tussen en, Oude Weurtseweg en Eerste Oude (incl. ). Hoewel bewoners in de en over het algemeen geen voorstander zijn om parkeerregulering zo snel mogelijk in hun straat in te voeren, geven zij in meerderheid wel te kennen dat het beter is om parkeerregulering in te voeren in een groter gebied wanneer andere straten parkeeroverlast ondervinden van parkeerregulering in een aangrenzende straat. 14