Instituut voor de Lerarenopleiding Ontwerp : Contextbenadering van economische modellen.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Instituut voor de Lerarenopleiding Ontwerp : Contextbenadering van economische modellen."

Transcriptie

1 Voorblad Ontwerp Naam: Remco van Dijk, Msc Vakgebied: Economie Titel: Contextbenadering van economische modellen Onderwerp: Contextbenadering van economische modellen Opleiding: Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Doelgroep: Vwo 4/5 Sleuteltermen: Context benadering, Concept benadering, Economische modellen, Klassiek model, Keneysiaans model Bibliografische referenties van Dijk, R. (2010). Contextbenadering van economische modellen. Amsterdam: Instituut voor de Lerarenopleiding UVA. Studentnummer: Begeleider(s) Wim van Kleef Beoordelaars Wim van Kleef en Charlotte Dignath Datum Toestemming Ik geef toestemming. Voor eventueel inhoudelijke vragen ben ik te bereiken op 1

2 Instituut voor de Lerarenopleiding Ontwerp : Contextbenadering van economische modellen. Remco van Dijk Vak: Economie Juni 2010 Gamma 1 2

3 Inhoudsopgave 1. Beschrijving van het probleem 3 2. Onderbouwing van het probleem 3 3. Oorzaak van het probleem 6 4. Ontwerpvraag/hypothese 7 5. Resultaatmeting 7 6. Ontwerp: oplossing 8 7. Ontwerp: lesplannen en leerlingenmateriaal 9 8. Ontwerp: resultaten Ontwerp: evaluatie 30 Literatuurlijst Bijlage 1: Voorbeelden van inzichtvragen die leerlingen relatief slechter maken Bijlage 2: Opdracht economie (betoog) Bijlage 3: Alleen maar abstracte wiskunde Bijlage 4: Learner report Bijlage 5: Toetsen 3

4 1. Beschrijving van het probleem De lesmethode die ik gebruik voor mijn lessen is Percent. De economische modellen die in die methode gebruikt worden zijn heel abstract. Het gaan alleen over formules en er wordt geen link gelegd met concrete voorbeelden. Het gevolg daarvan is dat de leerlingen soms niet goed begrijpen waar ze mee bezig zijn en hoe ze de kennis over en de inzichten van het model kunnen toepassen op concrete situaties. Er is sprake van een mechanistische benadering in plaats van een realistische benadering, waardoor leerlingen niet inzien welk economisch gedrag van subjecten schuil gaat achter deze modellen. De leerlingen kunnen geen betekenis geven aan wat ze moeten leren en ik wil bereiken met mijn ontwerp dat de stof toch betekenis krijgt voor de leerlingen. 2. Onderbouwing van het probleem Door een mechanistische benadering vinden leerlingen het lastig om de vertaalslag te maken van het model naar de praktijk en omgekeerd. Er zijn verschillende indicatoren waardoor ik heb gemerkt dat dit probleem bestaat. Als eerste zal ik dit probleem voorzien van een empirische onderbouwing gevolgd door een theoretische onderbouwing met behulp van relevante literatuur. Er zijn twee empirische indicatoren waaruit dit probleem blijkt. Als eerste komt dit naar voren in de resultaten van de leerlingen op toetsen. In toetsen neem ik vaak een aantal actuele (kranten)berichten op en vraag de leerlingen in deze concrete situaties de kennis die zij hebben over het model toe te passen. Hierbij heb ik vastgesteld dat leerlingen op toetsen minder goed scoren op inzichtvragen en vragen die betrekking hebben op de link met de werkelijkheid dan op het uitrekenen en toepassen van de formules van het model. In bijlage 1 heb ik een aantal voorbeelden van inzichtvragen opgenomen die leerlingen relatief slechter maken in vergelijking met vragen waarin zij formules moeten toepassen of uitrekenen. Dat de leerlingen slechter scoren op inzichtvragen heb ik vastgesteld aan de hand van de analyse die ik heb gemaakt van 3 toetsen. Voor deze analyse heb ik eerst een onderverdeling gemaakt tussen inzichtvragen en rekenvragen. Vervolgens heb ik het aantal door de leerling behaalde punten voor elke van deze twee soorten vragen afgezet tegen de maximale hoeveelheid punten die een leerling kon halen, dit levert de in de tabel weergegeven percentages op. Daarnaast heb ik nog een onderscheid gemaakt tussen de leerlingen die een voldoende hebben gehaald en een onvoldoende. Hieruit blijkt dat leerlingen relatief beter scoren op het toepassen van de formules dan op het weergeven van inzichten achter het model. 4

5 Tabel 1, het behaald aantal punten uitgedrukt als percentage van de maximaal hoeveelheid te behalen punten Onvoldoende < 6.0 Voldoende 6.0 (gemiddelde cijfer) Rekenvraag Inzichtvraag Rekenvraag Inzichtvraag Toets 1 (6,4) Toets 2 (6,0) Toets 3 (6,7) Als tweede heb ik dit probleem gesignaleerd in een betoogopdracht, die ik als bijlage 2 heb opgenomen. De leerlingen moesten een betoog te schrijven over een actuele economische maatregel of optreden van de overheid, waarbij zij duidelijk moesten laten zien wat voor invloed dit overheidsoptreden had op de economie en wat zij van deze maatregel vonden. De leerlingen vonden het erg moeilijk om een link te maken tussen een echte situatie, waarin de overheid daadwerkelijk een bepaalde maatregel heeft genomen, en een theoretisch model. Aangezien deze tweede empirische indicator moeilijk te kwantificeren is, heb ik mijn bevindingen besproken met mijn SPD en een andere docent economie op mijn stageschool. Beide beaamde dat een mechanistische benadering in plaats van een realistische benadering er toe kan leiden dat leerlingen onvoldoende de link tussen theorie en praktijk kunnen maken, waardoor zij kennis en inzichten die de modellen geven onvoldoende kunnen toepassen. Waarbij een mechanistische benadering in de context van dit ontwerp gedefinieerd kan worden als een benadering van de lesstof zonder context, maar door middel van modellen en formules zonder dat de leerling ziet tegen welke werkelijkheid een bepaald model tot stand komt. Binnen het probleem van een te mechanistische benadering merkte mijn SPD op dat hij twee soorten leerlingen zag: (1) De groep bèta s die klakkeloos de formules invullen waarna er resultaten uit rollen zonder dat zij zich er echt bewust van zijn wat zij hebben uitgerekend en (2) En de groep alfa s die de formules lastig vinden, waardoor het zicht op de economische gedachte achter het model wordt vertroebelt. Beide groepen hebben met elkaar gemeen dat zij geen betekenis kunnen geven aan het model, waarbij de tweede groep nog een extra handicap heeft. Naast deze empirische onderbouwing is het probleem ook terug te vinden in de literatuur. Volgens Ebbens is de kwaliteit van directe instructie onder andere afhankelijk van betekenis geven aan de leerstof, waarbij de gebruikswaarde van de kennis duidelijk naar voren moet komen en de nieuwe kennis aan moet sluiten bij de voorkennis. Daarnaast heeft het betekenis aan lesstof geven via een verhoging van de motivatie ook een indirecte invloed 5

6 op de kwaliteit van de directe instructie aldus Ebbens. Een realistische benadering in plaats van een mechanistische benadering zal er voor zorgen dat leerlingen een beter beeld krijgen van het economische gedrag van subjecten dat schuil gaat achter de formules van een model. Deze opvatting komt ook naar voren in het context concept benadering dat ten grondslag ligt aan het nieuwe eindexamenprogramma economie. In het nieuwe eindexamenprogramma worden economische modellen en theorieën (concepten) uitgelegd op basis van herkenbare situaties en echte gebeurtenissen (de context). De doelstelling van het examenprogramma is dan ook de volgende: Het vak economie bereidt leerlingen voor op een adequate deelname aan het maatschappelijk verkeer. Dit betekent dat leerlingen met behulp van de belangrijkste economische concepten de economische verschijnselen in de maatschappij begrijpen, verschijnselen waar ze als persoon in de verschillende rollen binnen huishouden, bedrijven of overheidsinstellingen mee te maken krijgen en waarbinnen zij beslissingen moeten nemen of waar zij als lid van de (nationale en internationale) samenleving mee te maken krijgen". De doelstelling van het eindexamenprogramma is dus om leerlingen zodanig uit te rusten dat zij hun economische kennis op creatieve manier in verschillende situaties kunnen toepassen. Het creatief kunnen toepassen van kennis, in dit geval over het economische gedrag van subjecten dat schuil gaat achter een abstract economisch model opgebouwd uit formules, is de meest complexe leeractiviteit die Bloom noemt in zijn Taxonomie. Marzano noemt in Dimensions of Learning ook het belang van een realistische benadering in plaats van een mechanistische benadering. In dimensie 2 van dit model, het verwerven van kennis, stelt Marzano dat kennis alleen zinvol is wanneer de betekenis ervan wordt ingezien en als er verbanden worden gelegd met al bestaande kennis. Kennis moet dus betekenisvol opgebouwd worden, zodoende dat leerlingen in dimensie 4 deze kennis zinvol kunnen gebruiken. Dat een realistische benadering noodzakelijk is kan wellicht verklaard worden uit de cognitieve ontwikkeling van kinderen. Volgens de theorie van Piaget doorlopen kinderen vier verschillende stadia van cognitieve ontwikkeling waarbij het formeel operationele stadium het laatste is. Vanaf ongeveer 12 jarige leeftijd ontwikkelt het formeel operationele stadium zich wat het mogelijk maakt om hypothetisch te redeneren en abstract te denken. De hersenen van 15 jarige vwo 4 leerlingen zijn nog niet uitontwikkelt waardoor het abstracte denken, het vertalen van gedrag van subjecten in de economie in formules en modellen, nog niet optimaal is. Gick en Holyoak (1987) stellen dat voor de transfer van kennis en vaardigheden naar de praktijk twee belangrijke voorwaarden zijn: 1) de gelijkenis tussen de voorkennis en 6

7 hetgeen wat nieuw aangeleerd moet worden en 2) dat de nieuw aangebrachte kennis en vaardigheden context gebonden moeten zijn. Vooral dat tweede punt is van belang in de context van dit ontwerp. Leerlingen moeten dus niet alleen de kennis bezitten over de formules van het model, maar ook weten onder welke omstandigheden deze kennis relevant is. Dochy, Heylen en van de Mosselaer (2000) onderschrijven dit standpunt door te stellen dat het werken met reële situaties, het kunnen toepassen van theorieën bij het oplossen van probleemstellingen bevordert. 3. Oorzaak van het probleem De oorzaak van het probleem komt door de opbouw in de lesstof van de methode Percent die gebruikt wordt op mijn stageschool. In de methode die ik gebruik; Percent wordt de uitleg van modellen sterk vormgegeven vanuit formules, waarbij de methode niet in gaat op realistische voorbeelden of situaties. Als gevolg hiervan is het voor de leerlingen onvoldoende duidelijk hoe deze modellen werken en wat er in het echt gebeurt. Om dit te onderbouwen heb ik bijlage 3 opgenomen. Dit zijn 4 (van de 25) bladzijde van het hoofdstuk waarin de lesstof uitgelegd wordt en waar mijn ontwerp betrekking op heeft. Deze 4 bladzijde zijn illustratief voor de lesmethode. Hierbij valt het meteen op dat er een ongelofelijk hoeveelheid wiskundige vergelijkingen en formules staan in de lesstof en dat er geen context om heen zit. De voorbeelden zijn (reken)technische voorbeelden die niet gelinkt zijn aan echte situaties. Deze voorbeelden laten alleen zien hoe je een berekening maakt met de desbetreffende formule, maar doet dit geen enkele keer door getallen te gebruiken die afkomstig zijn uit een echte economische context of het uitgerekende te vertalen naar de werkelijkheid. Bladzijde 143 is illustratief voor het bovenstaande, 16 (!) wiskundige vergelijkingen en een heel technische/wiskundig voorbeeld. In heel hoofdstuk 8 wordt geen enkel realistisch voorbeeld genoemd waarbij een link gemaakt wordt tussen de abstracte wiskunde formules en het gedrag van mensen, financiële instellingen of de overheid in de economie. Zoals al aangegeven in de theoretische onderbouwing van dit probleem is het belang van het leren in een realistische context erg belangrijk. Dit zogenaamde concept context leren vind ik onvoldoende aanwezig in de lesstof van dit onderwerp zoals de lesmethode die aanbiedt. Kortom de methode schakelt onvoldoende tussen abstract en concreet, waardoor de leerlingen onvoldoende de vertaalslag van het model naar de praktijk (en terug) kunnen maken. 7

8 4. Ontwerpvraag/hypothese Mijn ontwerphypothese is daarom de volgende: Het gebrek aan economisch inzicht (m.b.t economisch modellen) kan verminderd worden door gebruik te maken van een realistische benadering wat zal resulteren in betere scores van leerlingen op inzichtvragen en een verhoging van de motivatie voor het geleerde. 5. Resultaatmeting De methode Percent biedt de stof niet op een betekenisvolle manier aan, maar op een mechanistische manier waardoor de leerlingen niet goed kunnen schakelen tussen concreet en abstract. Verder zorgt deze mechanistische benadering ervoor dat de lesstof niet aansluit bij de belevingswereld van de leerlingen. De doelstelling van dit ontwerp is om door middel van een realistische benadering ervoor te zorgen dat leerlingen een beter economisch inzicht krijgen. Als bijkomend resultaat verwacht ik dat de motivatie van de leerlingen zal toenemen, doordat de leerlingen hetgeen wat ze moeten leren beter kunnen verbinden met hun belevingswereld en betekenisvoller leren. Ebbens stelt dat motivatie zowel een voorwaarde als uitkomst van een leerproces is. Ik vermoed dat wanneer leerlingen een beter economische inzicht krijgen en het geleerde beter begrijpen hun motivatie zal toenemen. Het resultaat van mijn ontwerp wil ik meten op twee niveaus: het leerniveau (leeruitkomst /resultaten) en het reactieniveau (attitude). Waarbij het meten op leerniveau betrekking heeft op de doelstelling van dit ontwerp; een beter economische inzicht van de leerlingen. En het meten op reactieniveau betrekking heeft op het verwachte bijkomende resultaat; de verhoging van de motivatie. Het leerniveau heeft betrekking op de leerdoelen en in hoeverre deze bereikt zijn. Dit niveau meet de mate van vakkennis en inzicht en vakspecifieke vaardigheden. In het geval van mijn ontwerp dus een beter economisch inzicht van mijn leerlingen in economische modellen. Het leerniveau wil ik op twee manieren gaan meten door: 1) de score op inzichtvragen op twee toetsen over dit onderwerp 2) en de beoordeling van een opdracht waarvoor een goed economisch inzicht noodzakelijk is. Voor de beoordeling van het leerniveau zal ik de resultaten van de toets over de nieuwe stof (die ik op een realistische manier uitleg) vergelijken met de resultaten van de 3 toetsen die ik eerder al geanalyseerd heb (zie tabel1). Hieruit zal ik dan concluderen hoe het economisch inzicht van de leerlingen zich heeft ontwikkeld. Als tweede wil ik het resultaat van mijn ontwerp meten op het reactieniveau van de 8

9 leerlingen. Vinden de leerlingen de lessen waarbij ik de modellen/formules aanbied vanuit een realistische benadering interessanter, helpt het hen bij het begrijpen van deze abstracte formules en zal dit er uiteindelijk voor zorgen dat zij hierdoor gemotiveerder raken voor de stof. Hiervoor zal ik een Learner Report gebruiken die ik in bijlage 4 heb toegevoegd. Deze Learner Report heb ik ontwikkeld op basis van het door Sarah Blom beschikbaar gestelde materiaal en haar feedback. Zij doet onderzoek op het Y-burg college waarbij zij met behulp van Learner Reports o.a. het reactieniveau van de leerlingen meet. Voor dit doel laat zij deze leerlingen na elk behandeld thema een Learner Report invullen. 6. Ontwerp: oplossing De oplossing is dat leerlingen gaan inzien welk economisch gedrag schuil gaat achter de modellen. De modellen zijn heel technisch en door alle formules lijkt het niet meer over mensen te gaan, maar over wiskunde. De oplossing is om het model dichter bij de leerlingen te brengen zodat zij begrijpen dat een model in feite niets anders is dan een vereenvoudigde weergave van economisch gedrag (van mensen en de overheid). Het model moet dus minder abstract zijn zodoende dat leerlingen zich erin kunnen verplaatsen. Om dit te bereiken wil ik het Keynesiaanse model uitleggen vanuit het gedrag van de verschillende subjecten in de economie: de overheid, de consumenten, de bedrijven en de banken. Daarbij wil ik verschillende situaties schetsen en met de leerlingen reconstrueren hoe de verschillende partijen in de economie zich gedragen in deze situaties. Dit gedrag en de geldstromen die hier uit voortvloeien zullen vervolgens grafisch gemaakt worden met behulp van een kringloopmodel. Een eenvoudige versie van het kringloopmodel is in een eerder hoofdstuk al aan bod geweest. Als laatste zullen de formules aan de orde komen. Door de uitleg op deze manier op te bouwen kan er geschakeld worden tussen 3 verschillende abstractieniveaus: concreet (het gedrag van de verschillende subjecten), semiconcreet (grafische weergave in kringloopmodel) en abstract (formules). Door deze benadering is het voor de leerling een stuk beter te verklaren en te begrijpen waar die abstracte formules vandaan komen en wat de waarde van deze formules is. Het zal er voor zorgen dat leerlingen meer betekenis kunnen geven aan datgene wat er geleerd moet worden Het grafische kringloopmodel is al eerder aan bod geweest en naast de functie als een tussenstapje om te schakelen van concreet/realistisch naar abstract/mechanistisch, geeft het de leerlingen ook de mogelijkheid om de nieuwe kennis en inzichten te verbinden aan de al aanwezige (voor)kennis. Als resultaat zal de nieuwe kennis beter beklijven en functioneler opgebouwd worden. Kortom een simulatie met verschillende rollen gecombineerd met een 9

10 grafische weergave zal ervoor zorgen dat leerlingen een beter inzicht krijgen in het model dan wanneer dit gebeurt op basis van een mechanistische benadering die de methode Percent gebruikt. 7. Ontwerp: lesplannen en leerlingenmateriaal Hieronder zijn de drie lesplannen te vinden van mijn ontwerp, het totale ontwerp heeft dus 200minuten in beslag genomen. In les 1 staat centraal dat je verschillend naar de economie kunt kijken en dat er verschillende economische modellen zijn. Hierbij ga ik het Keynesiaanse model afzetten tegen het klassieke model. In deze les komen nog geen formules aanbod, maar schep ik met behulp van filmpjes van verschillende politieke partijen een context en probeer ik leerlingen in te laten zien dat het belangrijk is op welke manier je naar de economie kijkt. Daarnaast zullen 2 echte problemen aan bod komen; werkloosheid en de situatie waarin consumenten minder gaan consumeren en meer gaan sparen. Deze eerste les staat dus in het teken van de context en verbind standpunten van politieke partijen, die erg actueel zijn i.v.m. de verkiezingen, met de economie stof. In les 2 staat het gedrag van consumenten centraal in het Keynesiaanse model. Hierbij zal het gedrag grafisch worden weergegeven met behulp van het economische kringloopmodel. Bijvoorbeeld als een gezin inkomen verdient in een gesloten economie zonder overheid kan dit gezin dit inkomen alleen sparen of consumeren. Vervolgens zullen in dit grafische model de formules die het gedrag van de consument beschrijven toegevoegd worden. Daarnaast heb ik een aantal opdrachten gemaakt waar de leerlingen dit mee kunnen oefenen. In les 3 zal dit grafische model verder uitgebouwd worden met de collectieve sector. Vervolgens zal het gedrag van de consumenten en de overheid weer worden weergegeven in het grafische model zodoende dat uiteindelijke de formules hieruit te herleiden zijn. De lessenserie zal dus beginnen met de context en vervolgens via het grafisch weergegeven economische kringloopmodel leiden de abstracte formules. Dus stap 1) Concreet met behulp van de context, stap 2) iets abstracter, het gedrag weergeven met behulp van het economische kringloopmodel en stap 3) de abstracte formules die uit stap 2 zijn af te leiden. 10

11 Docent: Remco van Dijk Les 1 Datum: 18 mei 2010 Tijd Klas: Vwo 4 Aantal ll: 11 Lesonderwerp Een model van de economie: Klassieke vs Keynesiaans model (en de rol van de overheid) Hoofdstuk 7 is afgerond. Hierin stonden bewegingen in de productie centraal en deze zijn uitgelegd aan de hand van de concepten: trend(breuk), seizoensbewegingen, conjunctuur, productiecapaciteit (volgens arbeid en kapitaal) en de effectieve vraag. Beginsituatie In het nieuwe hoofdstuk wordt het Keynesiaanse model aangeboden, vanuit een concept: met veel formules en zonder een duidelijke context. Er wordt niet geschakeld tussen dit abstracte model (met al die formules) en het daadwerkelijke gedrag van de verschillende spelers in de economie. Daarnaast wordt het Klassieke model afgedaan in 1 pagina, terwijl het volgens mij erg leerzaam zou zijn om het Klassieke en Keynesiaanse model meer tegen elkaar af te zetten. Dit zal de leerlingen helpen om een beter economisch inzicht te geven. Specifiek wil ik mij in deze les richten op het verschil in inzicht tussen de Klassieke en de Keynesiaanse economen en wat dit voor resultaat heeft op het gedrag van de overheid. Terugkomen op de lesdoelen van de vorige les: Deze zijn net getoetst op de repetitie over hoofdstuk 7. Ik maak gebruik van de aanwezige kennis op de volgende punten om de nieuwe kennis aan op te hangen: Leskern (lesdoelen) Docentdoelen 1. De leerlingen kunnen de verschillende fase in de conjunctuurbeweging benoemen en deze van een uitleg voorzien. 2. De leerlingen kunnen uitleggen op welke manier de verschillende productiefactoren de productiecapaciteit beïnvloeden. 3. De leerlingen kunnen uitleggen uit welke onderdelen de effectieve vraag bestaat en de veranderingen die hier in plaats vinden in de verschillende stadia van de conjunctuur. Nieuwe lesdoelen van vandaag 1. De leerlingen kunnen de verschillen tussen het Klassieke en het Keynesiaanse model benoemen. 2. De leerlingen kunnen aan de hand van deze verschillen beredeneren hoe werkloosheid opgelost kan worden volgens het Klassieke model en het Keynesiaanse model. 3. De leerlingen kunnen maatregelen ontwikkelen en toelichten die de Nederlandse overheid kan nemen om de huidige economische situatie te verbeteren die overeenstemmen met het Keynesiaans model en die overeenstemmen met het Klassieke model. Boek (+ blz.) 125 t/m 130 Media, spullen, hulp Smartbord, filmpje, opdracht op papier n.a.v. het filmpje Tijd Fase Lesdoel Wat ik doe en zeg Wat zij doen (werkvorm) Leeractiviteit 5min 1 Ik vertel het programma De kinderen krijgen een 11

12 van vandaag: In het eerste deel vertel ik dat er verschillende manieren zijn om naar de economie te kijken. Dat achter de wiskundige modellen economische gedrag van mensen, bedrijven en de overheid verborgen zit. Dat wij twee verschillende modellen met elkaar gaan vergelijken het Keynesiaanse en Klassieke model (o.a. praktisch op het punt van werkloosheid). beeld van de les en weten hoe de structuur van de les eruit ziet. In het tweede gedeelte gaan de leerlingen aan de hand van een filmpje (de context) de verschillende gezichtspunten vertalen naar de rol die de overheid kan spelen in de economie Min 2 Het klassieke model: - Aanbodzijde: kwaliteit & kwantiteit v.d. productiefactoren (koppeling met voorkennis) De kinderen luisteren. Onthouden wat de belangrijke aspecten en aannamen zijn van het klassieke model. - Lange termijn (marktmechanisme, koppeling met voorkennis) - 2belangrijke aannamen, *alle productiefactoren zijn ingeschakeld *normaal dat de hele productie verkocht wordt min 3 Ik check of het begrip over het model goed is overgekomen is en verduidelijk indien nodig nog het een of ander. De leerlingen denken in tweetallen 5min na over 2 praktische problemen: - Werkloosheid -Als mensen meer sparen en minder consumeren Begrijpen, door leerlingen na te laten denken over 2 voorbeelden van echte situaties kunnen leerlingen afleiden en verklaren hoe dit model werkt. Hoe lost dit model 12

13 dat op? 2 a 3 tweetallen komen aan het woord Min 1/2 Situatieschets: Beurskrach Een andere kijk het Keynesiaanse model. -Korte termijn, EV beïnvloeden rol van de overheid anticyclisch begrotingsbeleid (koppeling met voorkennis) De leerlingen luisteren. Onthouden wat de belangrijke aspecten zijn van het Keynesiaans model Min Min Opdracht uitdelen + Filmfragment kijken 3 (eventueel even stilzetten om een term toe te lichten) 4/5 Eventueel opdracht begeleiden Leerlingen kijken aandacht naar het filmfragment Leerlingen maken de opdracht in tweetallen. Begrijpen dat er verschillend naar de economie gekeken kan worden. Integreren/ Creatief toepassen de leerlingen kunnen de verschillende economische standpunten vanuit een context classificeren en kunnen zelf werken met de inzichten die de economische modellen voorbrengen Min 6 Klassikaal de vragen bespreken d.m.v. discussie bij opgave 4 en 5 over de verschillende maatregelen die de 2tallen hebben bedacht. Een aantal leerlingen geeft hun antwoord, de leerlingen beoordelen de gegeven antwoorden en discussiëren hierover. Begrijpen Inzicht in de verschillende modellen en deze tegen elkaar kunnen afzetten en tegen de achtergrond van een economische situatie en politieke partijen Min Uitlooptijd Leerlingen beginnen aan het huiswerk en individueel kunnen zij nog om uitleg vragen Lesfasen (Ebbens Effectief leren blz Is elke fase in die volgorde nodig in jouw les?) 1. Oriënteren op doel, voorkennis diagnosticeren/activeren 13

14 2. Informeren over begrippen / instrueren over vaardigheden 3. Check & feedback 4. Verwerking instrueren 5. Verwerking begeleiden 6. Afronden (evalueren en reflecteren) 14

15 Materiaal bij Les 1 Opdracht: Keynesiaans vs. Klassiek In de uitleg heb ik verteld dat er twee belangrijke economische stromingen zijn: de Klassieke en de Keynesiaanse stroming. Beide stromingen denken anders over de rol van de overheid in de economie. Nu gaan wij kijken naar een filmpje van een gesprek van het programma DWDD tussen Mathijs van Nieuwkerk, Mark Rutte (partijleider van de VVD) en Jort Kelder (ex-hoofdredacteur van Quete 500). Het filmpje gaat over de slechte economische situatie waarin Nederland zich bevindt en de verschillende oplossingen die er te bedenken zijn om de economische situatie te verbeteren. In het filmpje zie je ook dat politieke partijen een verschillende opvatting over de rol van de overheid in de economie hebben, waarbij de ene partij meer een Klassieke opvatting heeft en de andere partij een meer Keynesiaanse opvatting. Hieronder een aantal vragen, maak deze in tweetallen. 1) Welke opvatting heeft Jort Kelder over de rol van de overheid en welke economische stroming hoort hierbij? 2) Welke belangrijke verschillen zijn er tussen de stroming die Jort Kelder aanhangt en de andere economische stroming? 3) Welke politieke partijen hebben volgens jullie een Klassieke opvatting en welke partijen een Keynesiaanse opvatting? 4) Welke maatregelen zou jij nemen in het geval van de Nederlandse economie als jij een Klassieke econoom bent. Noem er 3 en licht deze toe. 5) Welke maatregelen zou jij nemen in het geval van de Nederlandse economie als jij een Keynesiaanse econoom bent. Noem er 3 en licht deze toe. 15

16 Docent: Remco van Dijk Les 2 Datum: 21 mei 2010 Tijd: Klas: Vwo 4 Aantal ll: 11 Lesonderwerp Het Keynesiaanse model en de rol van de consumenten Beginsituatie De vorige les ben ik het nieuwe hoofdstuk gestart dat over het Keynesiaanse model gaat. Als eerste heb ik dit model afgezet tegen het Klassieke model waarbij ik als context de verschillen tussen politieke partijen m.b.t. de rol van de overheid in de economie heb gebruikt. Verder hebben de leerlingen nagedacht over een concreet probleem: de slechte economische situatie van Nederland en welke maatregelen de overheid zou kunnen nemen vanuit het gezichtspunt van beide modellen om deze situatie te verbeteren. Leskern (lesdoelen) Docentdoelen Boek (+ blz.) 131 t/m 135 Specifiek wil ik mij in deze les richten op het gedrag van de consumenten in de economie. Hierbij wil ik gebruik maken van het economische kringloopmodel dat de leerlingen eerder in het schooljaar hebben gehad. En zodoende de nieuwe kennis verbinden aan de voorkennis die de leerlingen al hebben. Nieuwe lesdoelen van vandaag 1. De leerlingen kunnen het gedrag van consumenten in de economie in een kringloopmodel weergeven en van daaruit vertalen naar formules. 2. De leerlingen kunnen een consumptiefunctie en een spaarfunctie opstellen. 3. De leerlingen kunnen omschrijven en uitrekenen wat het evenwichtinkomen is. Media, spullen, hulp Smartbord, opdracht op papier Tijd Fase Lesdoel Wat ik doe en zeg 5min 1 Ik vertel eerst het programma van vandaag: - Wat hebben wij verleden keer gedaan? - Vervolgens het gedrag van consumenten, hoe kun je dit weergeven in modellen en formules (waar komen de formules vandaan) Wat zij doen (werkvorm) Luisteren Leeractiviteit De kinderen krijgen een beeld van de les en weten hoe de structuur van de les eruit ziet. - Daarna rekenen met het gedrag van consumenten. Opstellen van de consumptie & spaarfunctie -Tenslotte evenwichtsinkomen, wat is dat, waarom is het belangrijk 16

17 en hoe reken je dat uit? 5-10 Min Min 1/3 2 Terughalen van kennis vorige les. Verschillende modellen om naar de economie te kijken. Wij gaan nu het Keynesiaanse model gebruik. Verleden keer hebben wij gekeken naar de rol van de overheid. Gedrag van consumenten. - Tekening op het bord van een eenvoudige kringloopmodel aan de hand van input van de ll. - Het consumptiegedrag op microniveau/ gezinsniveau komt aan bod, waarbij ik laat zien hoe het gezin zich zal gedragen als het inkomen stijgt/daalt en rentestand verandert. Activerende vragen stellen. De kinderen teken eerst zelf een eenvoudig kringloopmodel van een gesloten economie zonder overheid in hun schrift. Daarna luisteren zij naar de uitleg en vullen zij het schema in hun schrift aan. Onthouden wat de belangrijke aspecten zijn van het Keynesiaanse model zijn. Begrijpen wat voor rol de overheid speelt of kan spelen in de economie Begrijpen welk gedrag consumenten in de economie vertonen en hoe je dat kunt weergeven in formules Aan de hand van het gezin zal ik 2 nieuwe begrippen introduceren: autonome (voorbeeld van voedsel gebruiken) en geïndiceerde consumptie (de consumptie die bepaald wordt door de hoogte van het inkomen, niet de eerste levensbehoeften). Klassikaal nog een voorbeeld vragen van beide soorten consumptie Min 4/5 Opdracht 1 uitdelen, waarbij leerlingen het gedrag van consumenten gaan vertalen naar formules. Denken/ Delen / Uitwisselen Eerst de opdracht individueel maken na ongeveer 15 min met de buurman bespreken. Integreren/ Creatief toepassen zodat de leerlingen de kennis over het gedrag van consumenten via een grafische model kunnen vertalen naar 17

18 abstracte formules. Leerlingen kunnen schakelen tussen concreet- abstract en omgekeerd Min 6 Opdracht 1 klassikaal nabespreken aan de hand van de inbreng van de verschillende tweetallen. Leerlingen delen hun antwoorden. (is een kleine klas dus hoge mate van aanspreekbaarheid) Begrijpen Waar de formules voor staan en hoe gedrag van consumenten vertaald kan worden in deze formules Min 4/5 Opdracht 2 kort toelichten daarna deze uitdelen. De opdracht wordt in tweetallen gemaakt Actief bezig met de opdracht discussie/overleg leidt tot beter begrip van Evenwichtsinkomen is, en hoe je dit kunt bereken en grafisch kunt bepalen. Begrijpen dat evenwichtsinkome n ook gedrag van bedrijven en consumenten is En dit begrip kunnen vertalen naar formules en hier mee kunnen rekenen Min 5 Begeleiden van de opdracht (eventueel extra opdracht voor leergierige leerlingen) Leerlingen maken de opdracht. Integreren Van kennis en inzicht. En kunnen schakelen tussen de verschillende abstractieniveaus) Min 6 Opdracht 2 klassikaal nabespreken aan de hand van de inbreng van de verschillende tweetallen. Leerlingen delen hun antwoorden (kleine klas dus hoge mate van individuele aanspreekbaarheid) Min 4/5 Eventueel uitlooptijd/ opgeven huiswerk. Leerlingen beginnen aan het huiswerk en individueel kunnen zij nog om uitleg vragen Integreren Uitgelegde stof kunnen toepassen op andere vragen. 18

19 Materiaal bij les 2 Opdracht 1: Keynesiaanse model en het gedrag van consumenten. In het Keynesiaanse model spelen consumenten een belangrijke rol. De effectieve vraag, die de productie en het inkomen in een economie bepalen, bestaat onder andere uit de consumptieve vraag die de consumenten uitoefenen. Als eerste gaan wij kijken naar het gedrag van de consumenten in een gesloten economie zonder overheid. 1) Neem het eenvoudige kringloopmodel van een gesloten economie zonder overheid over van het bord. En geef aan wat er in de volgende gevallen gebeurd met de consumptieve vraag van de gezinnen in de economie: - De rente gaat omhoog - De consumenten gaan meer verdienen - De bedrijven hebben meer geld nodig om te investeren 2) Hieronder volgt een verhaaltje over een gezin in de Nederlandse economie. Geef voor de verschillende situatie het economische gedrag (consumeren en sparen) van dit gezin in formules weer: Situatie 1 De familie Jansen bestaat uit vier mensen; vader, moeder en twee kinderen. Vader is werkloos, moeder is huisvrouw en de twee kinderen gaan naar school. Voor de eerste levensbehoeften moet het gezin elke maand geld uitgeven aan eten en drinken (250 euro), kleding en onderdak (500) en gezondheidszorg (300). Situatie 2 Gelukkig lukt het vader Jansen om een baan te vinden, waarbij hij 2000 euro per maand gaat verdienen. Van deze inkomenstoename (in vergelijking met situatie 1) wordt 75% geconsumeerd. 3) Van welke soort(en) consumptie is sprake in situatie 1 en in situatie 2? Als het gedrag van alle gezinnen in de Nederlandse economie bij elkaar opgeteld wordt, spreken wij van het macro niveau. Van de economie van Nederland (dus op macro niveau) is bekend dat de autonome consumptie 50 miljard euro is, de geïnduceerde consumptie 0.75Y en de investeringsvraag van de bedrijven is 100 miljard. Van de economie in Duistland (dus op macro niveau) is bekend dat de autonome consumptie 400miljard is, de geïnduceerde consumptie 0.60Y en de investeringsvraag van bedrijven 700 miljard. 4) Omschrijf wat er bedoeld wordt met de autonome consumptie en de geïnduceerde consumptie. 5) Stel de consumptieve vraag op van alle Nederlandse en Duitse gezinnen. 19

20 6) Als je de consumptievergelijking van de Nederlandse en Duitse gezinnen met elkaar vergelijkt zijn er 2 opvallende verschillen. Licht toe welke 2 verschillen er zijn. 7) Zoals je kunt zien in het kringloopmodel van een gesloten economie zonder overheid, kunnen consumenten maar 2 dingen doen met hun inkomen, consumeren en sparen. Net hebben wij de consumptievergelijking opgesteld, gebruik deze consumptievergelijking om de spaarvergelijking voor beide landen op te stellen. 8) Stel de totale effectieve vraag op voor Duistland en Nederland op. Wat is het verschil tussen de totale effectieve vraag en totale consumptieve vraag? (tip: dit is een gesloten economie zonder overheid, zie kringloopmodel) Opdracht 2: Evenwichtsinkomen, berekenen en aflezen in een grafiek. Bij deze opdracht is het de bedoeling dat je de twee modellen, die van de Duitse economie en die van de Nederlandse economie grafisch gaat weergeven elk in een apart figuur. Op de x-as het nationaal inkomen (Y) en op de y-as consumptieve vraag van de gezinnen (C), de spaarfunctie van de gezinnen (S), de investeringsvraag van de bedrijven (I). 1) Gebruik de gegevens uit de eerste opdracht en teken in 2 figuren, een voor de Duitse en een voor de Nederlandse situatie, vier lijnen voor de: 1) investeringen van de bedrijven, 2) de besparingen van de consumenten, 3) consumptieve vraag van de consumenten 4) de totale effectieve vraag. 2) In de keynesiaanse theorie stelt de productie zich in op de hoogte van de effectieve vraag en speelt het evenwichtsinkomen een belangrijke rol. Wat bedoelen wij met het evenwichtsinkomen? 3) In het Keynesiaanse model stellen de bedrijven hun productie af op de effectieve vraag. Teken een 45 graden lijn, op deze lijn is het nationaal inkomen gelijk aan de effectieve vraag. 4) Welke waarde kun je aflezen uit het Duitse figuur voor het evenwichtsinkomen van Duitsland en welke waarde kun je aflezen uit het Nederlandse figuur voor het evenwichtsinkomen van Nederland. Welke conclusie kun je afleiden uit het Duitse evenwichtsinkomen i.v.m. de waarde voor het Nederlandse evenwichtsinkomen? 5) Het evenwichtsinkomen kunnen wij ook bereken door: 20

21 Ȳ = (C o +I o ) a) Wat is de betekenis van c, C o en I o? b) Schrijf deze formule over en check of de waarden van het evenwichtsinkomen dat je nu vind voor Duistland en Nederland overeenkomen met vraag 4. Extra opdracht Het nationaal inkomen is opgebouwd uit de beloningen van de vier verschillende productiefactoren. Als wij deze opsplitsen in het looninkomen (Y L ) en overige inkomen (Y O ) Kun je de volgende 2 consumptievergelijkingen opstellen. C L = 0,75 Y L + 25 miljard C OV = 0,50 Y O + 10 miljard. 1) Leg uit wat er in beide formules staat. Wat voor economisch gedrag vertonen mensen die in loondienst zijn en mensen die een eigen bedrijf hebben? 2) In Nederland wordt 80% van het Nationaal inkomen uitgekeerd in loon en 20% wordt als overige inkomen uitgekeerd. Stel de totale consumptievergelijking op van Nederland. 21

22 Docent: Remco van Dijk Les 3 Datum: 4 juni 2010 Tijd: Klas: Vwo 4 Aantal ll: 10 Lesonderwerp De collectieve sector in het keynesiaanse model + multiplier Beginsituatie In de vorige les is er een SO geweest over: het Keynesiaans model vs het klassieke model, meest eenvoudige keynesiaans model (gesloten economie zonder overheid), productiecapaciteit en conjuncturele en structurele werkloosheid. In het boek staan veel/alleen maar formules en ik wil de leerlingen graag laten zien dat die formules vertalingen zijn van gedrag in de economie. Specifiek wil ik mij in deze les richten op de uitbreiding van het Keynesiaans model van een gesloten economie zonder overheid naar een gesloten economie met overheid. Daarnaast wil ik de multiplier uitleggen. Terugkomen op de lesdoelen van de vorige les: Deze zijn net getoetst op het SO. Ik wil gebruik maken van de aanwezige kennis op de volgende punten om de nieuwe kennis aan op te hangen: Leskern (lesdoelen) Docentdoelen 1. De leerlingen kunnen een consumptievergelijking, spaarvergelijking en een vergelijking van de totale EV opstellen aan de hand van een verhaaltje met gegevens. 2. De leerlingen kunnen het evenwichtsinkomen/feitelijke productie uitrekenen en aangeven wat er met dit inkomen gebeurt. 3. De leerlingen kunnen uitleggen en uitrekenen wat het bestedingsevenwicht (EV = productiecapaciteit) is en waarom dit belangrijk is. Nieuwe lesdoelen van vandaag 1. De leerlingen kunnen het gedrag van consumenten in een Keynesiaans model met een gesloten economie zonder overheid en met overheid beschrijven en vertalen naar formules. En ook vanuit de formules dit gedrag onder woorden kunnen brengen. 2. De leerlingen kunnen het evenwichtsinkomen/feitelijke productie uitrekenen voor een model van een gesloten economie met overheid. 3. Kunnen uitleggen dat de overheid bij onderbesteding deze weg kan werken door hogere overheidsbestedingen te doen en dat hierdoor de conjuncturele werkloosheid verdwijnt. 4. In eigen woorden vertellen wat de rol van de multiplier is en deze multiplier voor een gesloten economie zonder overheid en met overheid uit kunnen rekenen. Boek (+ blz.) 140t/m 144 Media, spullen, hulp Whitebord + 2 uitdeelopdrachten Tijd Fase Lesdoel Wat ik doe en zeg Wat zij doen (werkvorm) Leeractiviteit 22

23 5min 1 Degene die het SO hebben gemist daar maak ik eind van de les voor vrijdag een afspraak mee. Daarna vertel ik het programma van vandaag: -Eerste deel komt het model met een gesloten economie zonder overheid aanbod. Dit is opfrissen/ nog een keertje oefenen voordat het model uitgebreid wordt. -Daarna:model uitgebreid met overheid. -Tenslotte: de rol van de overheid De leerlingen luisteren. De leerlingen krijgen een beeld van de les en weten hoe de structuur van de les eruit ziet Min 1/3 /4 Uitdelen opdracht, lijkt erg op SO. De leerlingen die het SO lastig vonden kunnen nog een keertje oefenen voor de andere leerlingen even opfrissen, zodat ik daarna het model kan uitbreiden met de overheid De leerlingen maken de opdracht in 2tallen. Begrijpen/ integreren Hoe het gedrag van consumenten vertaald kan worden in formules. En hiermee kunnen reken en o.a. feitelijke productie uitrekenen min 5 Laat leerling/tweetallen antwoord op vraag 1 en 2 van de opdracht 1 opschrijven Bespreek deze antwoorden eventueel nog een activerende vraag Laat leerling/tweetallen antwoord op vraag 2 en 3 van de opdracht 1 opschrijven Leerlingen checken hun antwoorden, of schrijven deze op het bord of vragen nog wat uitleg Begrijpen/ integreren Hoe het gedrag van consumenten vertaald kan worden in formules. En hiermee kunnen reken en o.a. feitelijke productie uitrekenen. 6 Bespreek deze antwoorden eventueel nog een activerende vraag 23

24 20-30 Min 2/3 Uitleg over het uitbreiden naar gesloten economie met overheid. Activerende vragen stellen De leerlingen luisteren, maken aantekeningen Onthouden wat de belangrijke aspecten zijn van deze uitbreiding van het Keynesiaans model. Begrijpen wat de verschillen zijn tussen het eerste model en de uitbreiding met de overheid Min 4 Opdracht 2 uitdelen Leerlingen maken opdracht in tweetallen. Begrijpen dat er verschillend naar de economie gekeken kan worden. Integreren De verschillen tussen beide modellen kunnen verwoorden Min 3/6 Bespreek antwoord op opdracht 2 en vergelijk deze met de situatie uit de eerste opdracht Leerlingen checken hun antwoorden, maken aantekeningen en vragen eventueel wat. Begrijpen Lesfasen (Ebbens Effectief leren blz Is elke fase in die volgorde nodig in jouw les?) 7. Oriënteren op doel, voorkennis diagnosticeren/activeren 8. Informeren over begrippen / instrueren over vaardigheden 9. Check & feedback 10. Verwerking instrueren 11. Verwerking begeleiden 12. Afronden (evalueren en reflecteren) 24

25 Materiaal bij les 3 Voorkennis (Gesloten economie zonder overheid) De Nederlandse Economie Van de Nederlandse economie is bekend dat deze uit 7 miljoen gezinnen bestaat met een gemiddeld inkomen van euro. De uitgaven aan primaire levensbehoeften van een gemiddeld gezin bestaan per jaar uit de volgende posten: euro voor eten en drinken, 2500 euro aan gezondheidszorg en euro aan onderdak. Verder is bekend dat van elke euro dat een gezin gaat verdienen driekwart weer uitgegeven zal worden. Er zijn in Nederlandse economie kleine en middel grote bedrijven en 500 grote bedrijven. De kleine en middel grote bedrijven willen gemiddeld euro investeren en de grote bedrijven gemiddeld 5 miljoen. 1) Stel de consumptie en spaarvergelijking op voor 1 gezin. 2) Teken de economische kringloop van een gesloten economie zonder overheid en geef de waarde van alle pijlen. 3) Stel de consumptie en spaarvergelijking op voor alle consumenten. 4) Teken de economische kringloop van een gesloten economie zonder overheid en geef de waarde van alle pijlen. 5) Geef de totale effectieve vraag in deze economie. 25

26 Nieuwe stof (Gesloten economie met overheid) In plaats van een gesloten economie zonder overheid is Nederland nu een gesloten economie met overheid. Elk gezin geeft in deze economie 80% van elke stijging van het besteedbaar inkomen uit aan consumptie. De autonome consumptie voor al deze gezinnen is gelijk aan 5miljard. Er zijn 5 miljoen gezinnen die gemiddeld euro verdienen. Er is sprake van een grote overheid in deze economie. De belastingontvangsten van de overheid zijn 40% van het nationaal inkomen. De autonome investeringen van de bedrijven zijn 10 miljard en de overheidsbestedingen bedraagt 50 miljard. 1) Neem het economische kringloopmodel van een gesloten economie met overheid over van het bord. 2) Geef de volgende vergelijkingen: - Consumptievergelijking - Spaarvergelijking - Belastingvergelijking - Totale Effectieve vraag 3) Zet de vergelijkingen in het economische kringloopmodel en beschrijf kort het gedrag in woorden. 4) Bereken het evenwichtsinkomen. 5) Laat zien dat deze economie in evenwicht is door het gedrag uit te splitsen. 26

27 8. Ontwerp: resultaten en evaluatie Het resultaat van mijn ontwerp heb ik gemeten op twee niveaus: het leerniveau en het reactieniveau. Waarbij het leerniveau betrekking heeft op de leeruitkomsten/resultaten van de leerlingen en het reactieniveau op de motivatie van de leerlingen voor het geleerde. Het leerniveau heb ik gemeten door middel van twee schriftelijke overhoringen. Deze twee metingen van het leerniveau heb ik geanalyseerd waarbij ik de score van de leerlingen heb gesplitst in de score op inzichtvragen en de score op rekenvragen. Vervolgens heb ik het aantal door de leerling behaalde punten voor elke van deze twee soorten vragen afgezet tegen de maximale hoeveelheid punten die een leerling kon halen, dit levert de in de tabel 2 weergegeven percentages op. Deze percentages in tabel 2 geven aan hoeveel procent van de punten de leerlingen gemiddeld hebben gescoord op de rekenvragen en op de inzichtvragen. Tabel 2, het behaald aantal punten uitgedrukt als percentage van de maximaal hoeveelheid te behalen punten Onvoldoende < 6.0 Voldoende 6.0 (gemiddelde cijfer) Rekenvraag Inzichtvraag Rekenvraag Inzichtvraag Toets 1 (6,9) Toets 2 (6,1) Om het resultaat van mijn ontwerp te meten op het leerniveau van de leerlingen is het noodzakelijk om de resultaten van tabel 2 te vergelijking met de resultaten van tabel 1 op blz. 3. De resultaten van tabel 1 geven de score van leerlingen weer, uitgesplitst naar de score voor rekenvragen en inzichtvragen en onderverdeeld naar voldoende en onvoldoende, van drie eerdere toetsen over stof van andere hoofdstukken. De resultaten van tabel 1 zijn het gevolg van een manier van lesgegeven waarbij ik voor de uitleg van de stof de mechanistische benadering van de methode Percent heb gevolgd. De resultaten van tabel 2 zijn het gevolg van mijn ontwerp; een manier van lesgegeven waarbij ik de mechanistische benadering van de lesmethode Percent heb losgelaten en zelf veel lesstof heb ontwikkeld waarbij het uitgangspunt van al mijn uitleg een realistische benadering was. Zoals eerder aangegeven in de onderbouwing van het probleem van mijn ontwerp blijkt uit tabel 1, de analyse van de eerdere 3 toetsen, dat de leerlingen relatief slechter scoren op het weergeven van inzichten achter de economische modellen dan op het toepassen van de formules. In tabel 3a heb ik het procentuele verschil tussen de score op inzichtvragen t.o.v. rekenvragen weergegeven. Van de leerlingen die voldoende scoren blijkt dat voor toets 1 20% 27

28 minder punten gehaald zijn op inzichtvragen dan op rekenvragen, voor toets 2 is dit 6 % en voor toets 3 is dit 13%. Gemiddeld over de drie metingen scoren leerlingen die een voldoende halen 13% minder punten op het onderdeel dat te maken heeft met inzichtvragen dan op het onderdeel van de rekenvragen. Van de leerlingen die onvoldoende scoren blijkt dat voor toets 1 18% minder punten gehaald zijn op inzichtvragen dan op rekenvragen hetzelfde percentage geld voor toets 2. Voor toets 3 blijken de leerlingen die onvoldoende hebben gehaald 25% meer punten gehaald te hebben op inzichtvragen dan op rekenvragen. Voor de leerlingen die onvoldoende halen blijkt dat gemiddeld 4% minder punten gescoord worden op de inzichtvragen dan op de rekenvragen. Tabel 3a geeft aan hoe de leerlingen hebben gescoord, uitgedrukt in percentages van de maximale score, op inzichtvragen en rekenvragen in de situatie waarin ik het boek heb gevolgd en de mechanistische benadering heb gebruikt. Daarnaast staat in de laatste kolom het procentuele verschil tussen de score op inzichtvragen t.o.v. rekenvraag. Groen geeft aan hoeveel procent de score op inzichtvragen hoger is t.o.v. de score op rekenvragen. Rood geeft aan hoeveel procent de score op inzichtvragen lager is t.o.v. de score op rekenvragen. Zo hebben leerlingen die voor toets 1 een voldoende haalden, 20% slechter gescoord op de inzichtvragen dan op de rekenvragen. Tabel 3a Mechanistische benadering, score op inzichtvragen t.o.v. de score op rekenvragen Voldoende 6.0 Rekenvraag Inzichtvraag (gemiddelde cijfer) Toets 1 (6,4) Toets 2 (6,0) Toets 3 (6,7) Onvoldoende < 6.0 Rekenvraag Inzichtvraag Toets 1 (6,4) Toets 2 (6,0) Toets 3 (6,7) % verschil tussen de score op inzichtvragen t.o.v. rekenvragen * 28

29 Tabel 3b geeft aan hoe de leerlingen hebben gescoord, uitgedrukt in percentages van de maximale score, op inzichtvragen en rekenvragen in de situatie waarin ik heb les gegeven vanuit een realistische benadering met veel context. Daarnaast staat in de laatste kolom het procentuele verschil tussen de score op inzichtvragen t.o.v. rekenvraag. Zo hebben leerlingen die voor toets 2 een voldoende hebben gehaald, 6% beter gescoord op de inzichtvragen dan op de rekenvragen. Tabel 3b Realistische benadering, score op inzichtvragen t.o.v. de score op rekenvragen Voldoende 6.0 Rekenvraag Inzichtvraag (gemiddelde cijfer) Toets 1 (6,9) Toets 2 (6,1) Onvoldoende < 6.0 Rekenvraag Inzichtvraag Toets 1 (6,9) Toets 2 (6,1) n.v.t. n.v.t. % verschil tussen de score op rekenvragen t.o.v. inzichtvragen * * Groen geeft aan hoeveel procent de score op inzichtvragen hoger is t.o.v. de score op rekenvragen. Rood geeft aan hoeveel procent de score op inzichtvragen lager is t.o.v. de score op rekenvragen. In Tabel 3b staan de resultaten van mijn ontwerp. Door gebruik te maken van een realistische benadering in plaats van een mechanistische benadering scoorde de leerlingen die een voldoende haalde bij toets 1 maar 7% lager op de inzichtvragen in vergelijking met de rekenvragen en voor toets 2 scoren zij 6% hoger op de inzichtvragen. Hieruit blijkt dat de leerlingen met een voldoende gemiddeld gezien even goed scoren op toezichtvragen als op rekenvragen. De leerlingen die onvoldoende scoren, scoren beter op inzichtvragen dan op rekenvragen voor toets 1. Voor de 2 e toets heb ik de resultaten buiten beschouwing gelaten, omdat dit 2 leerlingen betrof die al wisten dat zij zouden blijven zitten en ook niet voor de toets hadden geleerd. Het tweede niveau waarop ik heb gemeten is het reactieniveau hiervoor heb ik gebruik gemaakt van een Learner Report, zie bijlage 4. Deze Learner Report heb ik gebruikt als nulmeting en voor de eindmeting. Voor de nulmeting heb ik de leerlingen twee weken voordat het hoofdstuk behandeld zou worden, het hoofdstuk laten doorbladeren en aan de hand hiervan het Learner Report laten invullen. De eindmeting heb ik uitgevoerd aan het einde van 29

30 mijn lesontwerp. Deze Learner Report heb ik ontwikkeld op basis van het door Sarah Blom beschikbaar gestelde materiaal en geeft een kwalitatief beeld en geen kwantitatief beeld. Uit de nulmeting bleek dat de leerlingen schrokken van de hoeveelheid wiskunde en dat zij niet erg gemotiveerd waren voor de stof. De stof leek volgens de reactie van de leerlingen saai, moeilijk en niet zo interessant. Uit het Learner Report dat ik na de uitvoering van het lesontwerp heb laten uitvoeren bleek dat de leerlingen de stof minder lastig vonden dan dat zij van tevoren dachten en dat zij beter in staat waren om de relevantie van de stof in te zien. Leerlingen vonden het vooral interessant dat de koppeling met de politiek werd gemaakt en hoe de rol van de overheid in de economie door verschillende politiek partijen wordt gezien. Deze extra dimensie verhoogde de motivatie voor de stof, doordat de stof luchtigere gemaakt was en beter aansloot bij de actualiteit en belevingswereld van de leerlingen. In vergelijking met de nulmeting rapporteerde de leerlingen bij de nameting dat zij het geleerde leuker of minder saai vonden en dat hun motivatie voor het geleerde groter was. Echter zowel bij de voor als nameting bleek dat de algemene houding/motivatie van de leerlingen met betrekking tot dit onderwerp niet heel positief te zijn. Mijn ontwerp heeft er wel aanbijgedragen dat de hele negatieve houding vooraf, na uitvoering van mijn ontwerp veranderde in een neutrale houding of licht positieve houding. Echter de leerlingen zijn niet wild enthousiast geworden over dit onderwerp. Concluderend kan ik stellen dat de doelstellig van mijn ontwerp: Het gebrek aan economisch inzicht (m.b.t economisch modellen) kan verminderd worden door gebruik te maken van een realistische benadering wat zal resulteren in betere scores van leerlingen op inzichtvragen en een verhoging van de motivatie voor het geleerde, gedeeltelijk is bereikt. Op leerniveau heb ik vastgesteld dat de score op inzichtvragen is verbeterd. De leerlingen scoren na de uitvoering van mijn ontwerp even goed op de inzichtvragen als op de rekenvragen, terwijl zij voorafgaand aan het ontwerp relatief slechter scoorde op inzichtvragen dan op rekenvragen. Daarnaast komt uit het Learner Report een minder negatieve houding naar voren m.b.t. tot de lesstof na afloop van mijn ontwerp. Waar de houding vooraf erg negatief was ten opzichte van de behandelde lesstof is deze houding na de uitvoering van mijn ontwerp licht negatief. 30

31 9. Ontwerp: evaluatie In het voorgaande heb ik de onderzoeksresultaten gekoppeld aan de hypothese van mijn ontwerp. In de uitvoering van dit ontwerp zijn een aantal verbeterpunten aan te brengen. Als eerste blijft het feit dat deze lesstof door de leerlingen als erg pittig en niet heel uitnodigend wordt ervaren. Wanneer andere dit ontwerp willen uitvoeren dienen zij rekening te houden met het tijdstip waarop zij dat doen. Ik heb dit ontwerp o.a. uitgevoerd op twee dinsdagmiddagen van 14.50u tot 16.10u, waarbij ik merkte dat de leerlingen af en toe maar moeilijk op gang kwamen. In het ontwerp had ik hier meer rekening mee moeten houden en deze lessen wat minder intensief moeten maken en de stof over meer tijd moeten uitspreiden. Een tweede verbeterpunt is een betere afstemming tussen de door mij ontwikkelde opdrachten die in de klas werden gemaakt en het huiswerk dat ik uit het boek opgaf. Het kwam voor dat leerlingen de opdrachten in de klas goed konden maken, maar vastliepen in de abstracte huiswerkopgaven. De door mij ontwikkelde opgaven hadden een realistische benadering terwijl het lesboek en het huiswerk dat ik hieruit opgaf de abstracte benadering (het probleem van mijn ontwerp) had. Een derde verbeterpunt is om de verschillende opdrachten in het vervolg te bundelen in een boekje en dat aan de leerlingen aan het begin van het ontwerp willen uitdelen. Hierdoor heeft de leerling in een keer zijn naslag werk compleet en raken zij geen blaadjes zoek. Hierdoor wordt de lesstof nog gestructureerde aangeboden en is het voor de leerling heel makkelijk om terug te bladeren als zij ergens blijven steken. Dit zal er voor zorgen dat de leerlingen meer uitgenodigd wordt om actief met de stof aan de gang te gaan, doordat hij op moeilijke punten terug kan bladeren tot het punt waar hij het nog wel snapte. Een laatste verbeterpunt zou kunnen zijn om de leerlingen in hun schrift een overzicht of samenvatting te laten maken van de stof/ economische modellen die behandeld zijn. Ik denk dat het erg nuttig kan zijn voor de leerlingen om bijvoorbeeld thuis jouw uitleg, onder eigen woorden te brengen. Hierdoor zijn zij nog een keertje met de verwerking van de stof bezig en ordenen zijn de nieuwe kennis op een gestructureerde manier, waarbij zij onderlinge verbanden makkelijker kunnen leggen. Als mogelijk onvoorziende opbrengst van dit ontwerp, naast de verhoging van het resultaatniveau, is de al eerder beschreven lichte verbetering op het attitudeniveau van de leerlingen. Ondanks dat het ontwerp heeft geleid tot het beoogde resultaat een verbetering van het leerniveau kan het geen kwaad om bij de uitvoering van dit ontwerp in de toekomst meer rekening te houden met manieren waarop leerlingen echt enthousiast worden van de lesstof. Om zodoende deze onvoorziende opbrengst van het ontwerp te maximaliseren. 31

32 De waarde van het ontwerpproces voor mijn eigen ontwikkeling is dat ik abstracte stof waar de leerlingen geen feeling mee hebben beter kan vertalen richting de leerlingen. Hierdoor ben ik in staat geweest om ervoor te zorgen dat het resultaat van het leerproces voor leerlingen verhoogd wordt. Mijn lessen zullen dus in de toekomst, mede door dit ontwerpproces effectiever worden. Daarnaast is dit ontwerpproces een goede oefening geweest om mogelijke problemen bij het leren van leerlingen vast te stellen en deze op een heel gestructureerde en onderbouwde manier aan te pakken. 32

33 Literatuurlijst Bloom, B.S. (1956). The Taxonomy of Educational Objectives, The Classification of Educational Goals, Handbook I: Cognitive Domain, Susan Fauer Company, Inc Commissie-Teulings (2005), Advies van de commissie herziening examenprogramma economie voor de tweede fase, Enschede: SLO. Dochy, F., Heylen, L. en Van de Mosselaer, H. (2000) Coöperatief leren in een krachtige leeromgeving: Handboek probleemgestuurd leren. Leuven: Acco, Ebbens, S. en Ettekoven, S. (2005). Effectief Leren: Basisboek. Groningen: Wolters- Noordhoff, Geerligs, T. en Veen, T. van der Veen (2006). Lesgeven en zelfstanding leren. Assen: Van Gorcum, Gick, M.L. and Holyoak, K.L., (1987) The cognitive basis of knowledge transfer. Transfer of learning. Academic Press, Orlando, FL, pp Krathwohl, D. (2002). A revision of Bloom s Taxonomy: An overview. Theory into Practice, 8, Marzano, R. en Miedema, W. (2007). Leren in vijf dimensies. Moderne didactiek voor het voortgezet onderwijs. Assen: Van Gorcum, Piaget, J. (1972). The intellectual evaluation from adolescence to adulthood. Human development, 15,

34 Bijlage 1 Voorbeelden van inzichtvragen die leerlingen relatief slechter maken Voorbeeld 1 China bevordert duurzame economie Uitgegeven: 30 augustus :36 bron : SHANGHAI China heeft een wet aangenomen die de duurzame economische groei moet bevorderen. De bestrijding van verontreiniging is daarbij een van de belangrijkste peilers. De wet vereist een betere controle op zwaar vervuilende industrieën, zoals de staal en metaalindustrie, elektriciteitscentrales, olieraffinaderijen en de bouwsector. Verder wordt de industrie aangemoedigd water te besparen en gebruik te maken van schone energiebronnen, zoals gas, alternatieve brandstoffen en afvalmaterialen. A) Wat is de invloed van deze maatregelen op de productie en op de welvaart. B) Export is zeer belangrijk voor China dus het is belangrijk om een goede inschatting te maken van de effecten op de export vanuit China. Hoe verwacht je dat deze maatregelen de export zullen beïnvloeden. Geef een duidelijke onderbouwing van je conclusie. ( je kan beredeneren dat de export stijgt en beredeneren dat de export zal dalen. Beide zijn goed. Het gaat om een degelijke onderbouwing van je standpunt.) Voorbeeld 2 McDonald s boekt 23 procent meer winst in laatste kwartaal 2009 De Amerikaanse fastfoodketen McDonald s heeft in het vierde kwartaal met 1,22 miljard dollar, 23 procent meer winst geboekt tegenover het slotkwartaal van 2008 (985 miljoen dollar). Door een toename van de omzet presteerde de grootste restaurantketen ter wereld beter dan analisten verwacht hadden. Voor heel 2009 nam de nettowinst met 6 procent toe tot 4,6 miljard dollar of 4,11 dollar per aandeel. Analisten hadden een winst van 3,97 dollar per aandeel verwacht. ( crisis/) A) Wat voor type product verkoopt McDonald s dat het bedrijf ondanks de economische crisis een forse winst kan boeken? Leg uit B) Beargumenteer! wat jij denkt dat er met de winst van McDonald s gebeurt in vergelijking met de winst van andere restaurants wanneer de economische crisis voorbij is. 34

35 Voorbeeld 3 De macro economische balansvergelijking van een land met een open economie met overheid is de volgende (S I) + (B O) + (M E) = 0 A) Beschrijf uitgebreid op welke manier de economische crisis de drie elementen aan de linkerzijde van deze balansvergelijking beïnvloed. B) Wat gebeurt er in de echte economie (dus niet in een theoretisch model) met de rechterzijde van deze balansvergelijking tijdens een economische crisis? Voorbeeld 4 (A Noem drie doelstellingen die bedrijven na kunnen streven) B Leg uit dat deze doelstellingen tegenstrijdig kunnen zijn met de doelstellingen van anderen in de maatschappij. Voorbeeld 5 (A Leg uit wat de gevolgen zijn voor de werkgelegenheid als een bedrijf overgaat tot diepte-investeringen. Ga er daarbij vanuit dat de productie niet wordt verhoogd.) B Leg uit hoe op lange termijn diepte-investeringen de welvaart beïnvloeden. Geef aan of de welvaart hoger of lager wordt en leg uit hoe je aan dit antwoord gekomen bent. Voorbeeld 6 In de internationale luchtvaart vechten de luchtvaartmaatschappijen een verbeten concurrentiestrijd uit. Omdat de verkoopprijzen zwaar onder druk staan, proberen de maatschappijen tot schaalvergroting te komen. Daartoe gaan veel maatschappijen samenwerkingsverbanden zogenoemde allianties met concurrenten aan. A Noem vier motieven voor schaalvergroting en licht deze motieven toe aan de hand van de luchtvaartindustrie. In de luchtvaartindustrie zijn de laatste tijd een aantal luchtvaartmaatschappijen falliet gegaan. Volgens economen kan het ook juist goed zijn voor de economie als er bedrijven failliet gaan. B Beschrijf de redenering van de economen volgens welke een faillissement goed kan zijn voor de economie. 35

36 Bijlage 2 Opdracht Economie (Betoog) De overheid probeert door de regels te maken en beleid te ontwikkelen een positieve invloed uit te oefenen op de Nederlandse economie. Dit beleid is heel divers zo kun je denken aan belastingmaatregelen die zij neemt of aan subsidies die zij geeft om bepaald gedrag van mensen en bedrijven te stimuleren. Verder maakt de overheid wetten waar bedrijven zich aan moeten houden en neemt zij maatregelen om de economie te stimuleren in tijden waarin het economisch slecht gaat. Voor deze opdracht is het de bedoeling dat je een actueel economisch onderwerp kiest waarbij de overheid heeft opgetreden. Als je dit onderwerp gekozen hebt ga je zelf op internet of in de bieb op zoek naar informatie. Uiteindelijk is het de bedoeling dat je een betoog schrijft waarin je een stelling m.b.t. dit actuele economisch onderwerp verdedigt. Hierbij vind ik het van belang dat je eerst de maatregel/wet/ingrijpen van de overheid (kort en krachtig) beschrijft en daarna op basis van argumenten jouw stelling over de maatregel die de overheid heeft genomen verdedigt. Bijvoorbeeld maatregel X zal erg effectief zijn, maatregel y is slecht voor de Nederlandse economie etc.. Je mag deze opdracht individueel of met zijn tweeën maken. Aan het begin van de volgende les lever je jouw onderwerp en stelling bij mij in met een korte toelichting (ca 5 zinnen) Hieronder een overzicht van de beoordeling van dit betoog Onderwerpkeuze - Op tijd ingeleverd 7,5 punten - Zelfbedacht 7,5 punten Betoog - Duidelijke en goed geformuleerde 5 punten stelling - Kort en krachtige uitleg van het 10 punten overheidsoptreden/maatregel/wet - Uitleg in je eigen woorden wat 15 punten voor invloed deze maatregel op de economie heeft ( en eventueel het noemen van een economisch theorie uit bijvoorbeeld het lesboek) - 2 argumenten voor jouw stelling 2* 5punten - 2 argumenten tegen jouw stelling 2* 5punten - Afweging van de argumenten voor en tegen en de overtuigingskracht van jouw betoog (de lezer overtuigen dat hij met jouw stelling eens moet zijn. 20 punten - Vermelding van minimaal 2 5 punten goede bronnen - Taalgebruik, opmaak en schrijfstijl 10 punten 36

37 Bijlage 3: Alleen maar abstracte wiskunde 37

38 38

39 39

40 40

41 Bijlage 4: Learner Report Beste leerlingen, Hieronder staan een aantal vragen waarbij jij de zinnen moet aanvullen. Er zijn geen goede of foute antwoorden en je kunt alles dat jij belangrijk vind om te noemen, opschrijven. Deze vragen stel ik zodat ik kan beoordelen of de lesstof overgekomen is en op welke manier ik mijn lessen kan verbeteren. 1) Wat is volgens jou leren? 2) Welke drie dingen heb jij geleerd over economische modellen. Maak de volgende zin af : Ik heb geleerd dat ) Dit heeft mij verrast over de twee economische modellen. Maak één van de volgende zinnen af: Ik heb ontdekt dat of: Ik heb geleerd dat het niet waar is dat 4) Vaardigheden, bijvoorbeeld: samenwerken, grafieken maken, in eigen woorden opschrijven, debatteren etc. Maak de volgende zin af: tijdens het thema Economische modellen heb ik beter leren 41

42 5) Zelfkennis Welke dingen ben je over jezelf te weten gekomen tijdens het thema Economische modellen? Maak de volgende zin af: Ik weet nu dat ik meestal. 6) Verrassingen over jezelf. Maak één van de volgende zinnen af: Ik was verrast dat ik of: Ik heb geleerd dat het niet waar is dat ik... 7) Hieraan heb ik veel gehad. Maak de volgende zin af: Voor mij was het belangrijkste van het thema Economische modellen.. 8) Verder. Wat ik nog graag wil vertellen is 42

43 Bijlage 5: Toetsen Toets 1 Opgave 1. Leg in de onderstaande situaties uit of de arbeidsproductiviteit zal dalen, stijgen of gelijk blijven. Leg uit waarom je dat denkt. Opgave Door de grote vraag naar arbeidskrachten gaan de bonden hogere looneisen stellen. Een staking kan gelukkig worden voorkomen, maar de medewerkers van de fietsenfabriek krijgen een salarisverhoging van 8%. 2. Een tijd later gaat het slechter met de fietsenbranche. Van de 10 fabrieken gaan er 3 failliet. De 3 fabrieken die failliet gingen produceerden niet efficiënt en waren daarom de eerste die het niet meer konden redden toen het slechter ging. 3. Een fietsenfabriek ziet zijn verkopen stijgen en schakelt daarom extra uitzendkrachten in om de productie te verhogen. Verder laat hij zijn bestaande medewerkers overuren draaien. Een bedrijf dat één soort onderdelen voor mobiele telefoons maakt, heeft over het jaar 2008 de volgende gegevens vastgesteld: Er zijn onderdelen verkocht. De gemiddelde prijs over 2008 bedroeg 3,85. Aan grond- en hulpstoffen werd voor een bedrag van ingekocht. Voor de diensten van een accountant en een schoonmaakbedrijf werd in totaal betaald. Er zijn vijf werknemers in dienst. Het gemiddelde loon in 2008 bedroeg Het bedrijf heeft een lening van , waarover in % interest werd betaald. Er werd geen pacht betaald. a Bereken de toegevoegde waarde. b Bereken de arbeidsproductiviteit (productie per medewerker). c Bereken de winst of het verlies als een percentage van de omzet (één decimaal). d Innovatie speelt een grote rol bij mobiele telefoons. Geef aan hoe innovatie de werkgelegenheid kan vergroten. Geef daarbij ook een voorbeeld dat betrekking heeft op mobiele telefoons. e Geef ook aan hoe innovatie de werkgelegenheid kan verkleinen. Opgave 3. Op 1 januari 2002 waren er in totaal mensen werkloos. Dit is 4,3% van de beroepsbevolking. Hoe groot was de beroepsbevolking in 2002? 43

44 Opgave 4. China bevordert duurzame economie Uitgegeven: 30 augustus :36 bron : SHANGHAI - China heeft een wet aangenomen die de duurzame economische groei moet bevorderen. De bestrijding van verontreiniging is daarbij een van de belangrijkste peilers. De wet vereist een betere controle op zwaar vervuilende industrieën, zoals de staal- en metaalindustrie, elektriciteitscentrales, olieraffinaderijen en de bouwsector. Verder wordt de industrie aangemoedigd water te besparen en gebruik te maken van schone energiebronnen, zoals gas, alternatieve brandstoffen en afvalmaterialen. a. Noem een positief en een negatief effect op de welvaart in China. Leg je antwoord uit. b. Wat is de invloed van deze maatregelen op de productie en op de welvaart. Leg je antwoord uit. Opgave 5. Leg uit wat de gevolgen zijn voor de werkgelegenheid als een bedrijf overgaat tot diepteinvesteringen. Ga er daarbij vanuit dat de productie niet wordt verhoogd. Opgave 6. Johan Mulder heeft een bedrijfje dat schildersbenodigdheden verkoopt. Voor 2005 beschikt hij over de volgende gegevens betreffende zijn voorraad: Voorraad 1 januari december 2005 kwasten verf schoonmaakmiddelen schuurpapier Verder heeft Mulder twee bedrijfsauto s, waarvan er een vervangen is in De aanschafwaarde van de nieuwe auto bedroeg Tenslotte heeft hij zijn bedrijfsgebouw uitgebreid, waarvoor de aannemer een bedrag van in rekening bracht. a Bereken de investeringen van Mulder in b De bedrijfsauto s worden 5 jaar gebruikt. De rest waarde van de auto s bedraagt 5500 euro. Bereken de afschrijving per jaar voor de twee auto s samen. Opgave 7. 44

45 a In 2007 werden van het merk Ducatti 12 auto s verkocht. Dat is 20%% minder dan in Hoeveel Ducatti s werden in 2006 verkocht b Van de in 2005 in Nederland verkochte auto s was 1,79% van het merk Hyundai. Hoeveel Hyundai s zijn er verkocht in 2005? Opgave 8. Intel verhoogt omzetprognose Uitgegeven: 28 augustus :42 (bron: nu.nl) SANTA CLARA - De Amerikaanse chipfabrikant Intel heeft zijn prognose voor de omzet in het derde kwartaal verhoogd. Het concern gaat nu uit van een omzetstijging van 4,5% tot 9,2 miljard dollar. Eerder was nog stijging van 1,1% verwacht. Wat was de omzet in het tweede kwartaal? Opgave 9. a Bereken de omvang beroepsgeschikte bevolking. b Bereken de werkloosheid c Bereken de participatiegraad d Geef twee voorbeelden van mensen die onderdeel uit kunnen maken van de groep overigen. e De afgelopen jaren is de participatiegraad in Nederland sterk gestegen. Geef twee oorzaken voor deze groei. f De komende jaren zal de bevolking voor een groter deel bestaan uit mensen boven de 65 jaar. Dit betekent extra kosten. Is het in dit verband gunstig of ongunstig dat de arbeidsparticipatie is toegenomen. 45

Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO

Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO Student: Vincent van der Maaden, MSc Studentnummer: 5783070 Opleiding: Interfacultaire lerarenopleiding, UvA Vakgebied: Aardrijkskunde

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Ontwerponderzoek Naam auteur Mariëlle Kruithof Vakgebied Wiskunde Titel Onderwerp Opleiding Het toewijzingsprobleem, een kijkje in de wiskunde buiten de middelbare school. Het behandelen van de Hongaarse

Nadere informatie

Keynesiaanse modellen hebben betrekking op de korte termijn, klassieke modellen op de lange termijn.

Keynesiaanse modellen hebben betrekking op de korte termijn, klassieke modellen op de lange termijn. Samenvatting door E. 2316 woorden 27 april 2013 9 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie Hoofdstuk 8: Een model van een economie 8.1 Verschillende modellen Macro-economische modellen kunnen

Nadere informatie

Titel In drie fasen de inkomstenbelastingen berekenen: P2. Loon- en inkomstenbelasting. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Titel In drie fasen de inkomstenbelastingen berekenen: P2. Loon- en inkomstenbelasting. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Auteur: Hofstee, Rémon (R.H.) Vakgebied Algemene Economie Titel In drie fasen de inkomstenbelastingen berekenen: P2. Onderwerp Opleiding Loon- en inkomstenbelasting Doelgroep VMBO- GTL, leerjaar 4 Sleuteltermen

Nadere informatie

Docentenhandleiding, Leren Modelleren. Amsterdam, 27 maart Inleiding

Docentenhandleiding, Leren Modelleren. Amsterdam, 27 maart Inleiding Docentenhandleiding, Leren Modelleren Amsterdam, 27 maart 2014 Inleiding Deze docentenhandleidng behoort bij mijn ontwerpopdracht Leren Modelleren die ik eind 2013, begin 2014 scheef in het kader van mijn

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Paper 3: Onderzoeksinstrumenten Aantal woorden (exclusief bijlage, literatuur en samenvatting): 581 Jeffrey de Jonker Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Jeffrey de Jonker Biologie Differentiëren

Nadere informatie

Paper 2: Ontwerp. Samenvatting paper 1: Ontwerphypothese:

Paper 2: Ontwerp. Samenvatting paper 1: Ontwerphypothese: Paper 2: Ontwerp Samenvatting paper 1: Ontwerphypothese: Als ik bij het onderwerp radioactiviteit de leerlingen van klas 3A3 praktische opdrachten geef zodat ze actief met de leerstof bezig zijn, dan gaat

Nadere informatie

Economie. Boekje Conjunctuur Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets. Inhoud:

Economie. Boekje Conjunctuur Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets. Inhoud: Boekje Conjunctuur Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets Economie Inhoud: Wat? blz. h1 & h2 samengevat 2 h3 samengevat 3 h4 samengevat 4 wat moet weten 5 Begrippen 6 & 7 Links 7 Test je

Nadere informatie

Tijd: 8:30. Klas: 3HVc 9:10. Beginsituatie Leerlingen hebben week hiervoor toets seksualiteit gehad (zie paper 1)

Tijd: 8:30. Klas: 3HVc 9:10. Beginsituatie Leerlingen hebben week hiervoor toets seksualiteit gehad (zie paper 1) Lesplan les 1 Seksualiteit: Grenzen en Wensen Tijd: 8:30 Klas: 3HVc Aantal lln: 15 Introductie van de lessenserie: grenzen en wensen Beginsituatie Leerlingen hebben week hiervoor toets seksualiteit gehad

Nadere informatie

Van Doelstelling, naar leeractiviteit naar werkvorm

Van Doelstelling, naar leeractiviteit naar werkvorm wwwexpertisecentrum-kunsttheorienl Van Doelstelling, naar leeractiviteit naar werkvorm Dit collegevoorbeeld/lesvoorbeeld laat twee verschillende werkvormen zien, een werkvorm die gericht is op lagere orde

Nadere informatie

Aantekeningen VWO-6 Economie Lesbrief Economische Modellen

Aantekeningen VWO-6 Economie Lesbrief Economische Modellen Aantekeningen VWO-6 Economie Lesbrief Economische Modellen Hoofdstuk 1 + 2 Een model is een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid. Bedoeld om de werkelijkheid te verklaren Bedoeld om voorspellingen

Nadere informatie

BIJLAGE 1.1 Lesplan les 1

BIJLAGE 1.1 Lesplan les 1 BIJLAGE 1.1 Lesplan les 1 Datum: 12-05- 2014 Tijd: 11.40-12.40 Klas: 3hvD Aantal aanwezigen: 24 Lesonderwerp Talen in Spaanstalige landen; reizen in Latijns-Amerika Beginsituatie (De lln voelt, vindt,

Nadere informatie

Sleuteltermen Stappenplan, belevingswereld, motivatie, boxenstelsel, economie Bibliografische referentie

Sleuteltermen Stappenplan, belevingswereld, motivatie, boxenstelsel, economie Bibliografische referentie ONTWERPRAPPORT Naam auteur Elles Lelieveld Vakgebied Economie Titel De juiste stappen, een onderzoek naar de problemen en oplossingen van opgaven over het boxenstelsel Onderwerp Het aanleren van een stappenplan

Nadere informatie

Sleuteltermen Stappenplan, belevingswereld, motivatie, boxenstelsel, economie Bibliografische referentie

Sleuteltermen Stappenplan, belevingswereld, motivatie, boxenstelsel, economie Bibliografische referentie ONTWERPRAPPORT Naam auteur Elles Lelieveld Vakgebied Economie Titel De juiste stappen, een onderzoek naar de problemen en oplossingen van opgaven over het boxenstelsel Onderwerp Het aanleren van een stappenplan

Nadere informatie

Grafieken, samenwerkend leren, hardop denken, stappenplan

Grafieken, samenwerkend leren, hardop denken, stappenplan PAPER 3 ONTWERPRAPPORT Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Doelgroep Sleuteltermen Bibliografische referentie Marlinda van Rooijen Steltenpool, drs Economie Grafieken en betekenis Marktvraag

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam PAPER 1 Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Ontwerprapport Daniëlle Griep Algemene Economie Werken zal je! Context-concept Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Omschrijven, formules, natuurkunde, stappenplan, begripspracticum

Omschrijven, formules, natuurkunde, stappenplan, begripspracticum ONTWERP ONDERZOEK FORMULES OMSCHRIJVEN BIJ NATUURKUNDE IN 3 VWO Naam auteur Margriet van der Laan, Msc Vakgebied Natuurkunde Titel & onderwerp Formules omschrijven bij natuurkunde Opleiding Interfacultaire

Nadere informatie

0. LESVOORBEREIDING. Bij kennis verwerven en integreren

0. LESVOORBEREIDING. Bij kennis verwerven en integreren LESMODEL DIRECTE INSTRUCTIE Gebaseerd op: Ebbens e.a., Effectief leren in de les; R.J. Marzano, W. Miedema, Leren in vijf dimensies. Zie ook: www.histopia.nl docenten lesmodel (Bas van der Meijden). 0.

Nadere informatie

Modellen. Hoofdstuk 3

Modellen. Hoofdstuk 3 Modellen Hoofdstuk 3 Keynes in model Vereenvoudigde weergave van de economische werkelijkheid met geaggregeerde grootheden. Economische modellen worden gebruikt voor voorspellingen en daarop wordt overheidsbeleid

Nadere informatie

Ontwerponderzoek Paper 3: Onderzoeksplan

Ontwerponderzoek Paper 3: Onderzoeksplan Ontwerponderzoek Paper 3: Onderzoeksplan Naam auteur(s) Vakgebied Titel A. Sturm, drs. Management & Organisatie Stappenplan als oplossingsstrategie voor vraagstukken hypothecaire leningen Onderwerp Probleem

Nadere informatie

Het Socratisch Gesprek als methode voor kritisch denken

Het Socratisch Gesprek als methode voor kritisch denken Ontwerponderzoek Paper 2 Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Doelgroep Sleuteltermen Links Bibliografische referentie I.F. Hazewindus, drs. Filosofie Het Socratisch Gesprek als methode voor

Nadere informatie

Spanningsveld: theorie en praktijk

Spanningsveld: theorie en praktijk Universiteit van Amsterdam Interfacultaire lerarenopleiding MA Leraar VHO in Kunstgeschiedenis en Culturele en Kunstzinnige Vorming/Kunst Algemeen Ontwerponderzoek Bijlagen paper 2, 3 en 5 Spanningsveld:

Nadere informatie

Contextgericht leren: leren met behulp van je eigen onderneming

Contextgericht leren: leren met behulp van je eigen onderneming Contextgericht leren: leren met behulp van je eigen onderneming PAPER 5 Evaluatie Naam: Luuk Schoenmakers Vakgebied: Management & Organisatie Titel: Contextgericht leren: leren met behulp van je eigen

Nadere informatie

Paper 3 Onderzoeksinstrumenten. Ontwerprapport Naam auteur(s) Karin Groen

Paper 3 Onderzoeksinstrumenten. Ontwerprapport Naam auteur(s) Karin Groen Paper 3 Onderzoeksinstrumenten Ontwerprapport Naam auteur(s) Karin Groen Vakgebied Nederlands Titel Historische letterkunde? Kapot saai! Onderwerp Motivatie bij historische letterkunde Opleiding Interfacultaire

Nadere informatie

Economie 1. Doelgroep Economie 1. Omschrijving Economie 1

Economie 1. Doelgroep Economie 1. Omschrijving Economie 1 Economie 1 Economie 1 is geschikt voor alle vmbo-niveaus en voor de onderbouw van havo/vwo. De module is zeer geschikt voor handel en administratie maar kan ook uitstekend voor andere richtingen gebruikt

Nadere informatie

Hieronder staat het MDA schema van de gegeven les op het ILO bij de medestudenten en de leerlingopdrachten.

Hieronder staat het MDA schema van de gegeven les op het ILO bij de medestudenten en de leerlingopdrachten. L&I4 V Memo C. Klaver & M. Steltenpool Gegeven les: Hieronder staat het MDA schema van de gegeven les op het ILO bij de medestudenten en de leerlingopdrachten. Docent: Marlinda Steltenpool en Kees Klaver

Nadere informatie

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen Algemene gegevens Docent Evah den Boer School Helen Parkhurst Titel lessenserie Recensie schrijven CKV/NETL Klas (en niveau) 4 vwo Aantal leerlingen

Nadere informatie

De Taxonomie van Bloom Toelichting

De Taxonomie van Bloom Toelichting De Taxonomie van Bloom Toelichting Een van de meest gebruikte manier om verschillende kennisniveaus in te delen, is op basis van de taxonomie van Bloom. Deze is tussen 1948 en 1956 ontwikkeld door de onderwijspsycholoog

Nadere informatie

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn Stageopdracht Effectief leren

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn Stageopdracht Effectief leren Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn 2015-2016 Stageopdracht Effectief leren 1 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Werken aan competenties... 3 Praktijkopdracht Effectief leren... 3 Bijlage 1: Beoordelingsformulier...

Nadere informatie

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan Opbrengstgericht werken bij andere vakken Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan Doel Leerkrachten kunnen een les tekenen of geschiedenis ontwerpen volgens de uitgangspunten van OGW die ze direct

Nadere informatie

Docent: Eva Lems Datum: Tijd: 8.30 Klas: H3C Aantal lln: 26

Docent: Eva Lems Datum: Tijd: 8.30 Klas: H3C Aantal lln: 26 plan 1 i Docent: Eva Lems Datum: Tijd: 8.30 Klas: H3C Aantal lln: 26 onderwerp Beginsituatie kern Leerdoelen Docentdoelen ADHD Leerlingen hebben een hoofdstuk over gedrag gehad, maar vinden de relatie

Nadere informatie

BIJLAGEN DOCENTENHANDLEIDING. Doel van de lessenserie

BIJLAGEN DOCENTENHANDLEIDING. Doel van de lessenserie BIJLAGEN DOCENTENHANDLEIDING Doel van de lessenserie De lessenserie is ontworpen met het oog op inzicht te geven over het schrijfproces. Als de leerlingen nu weten hoe een tekst te schrijven en die kennis

Nadere informatie

Mentor Datum Groep Aantal lln

Mentor Datum Groep Aantal lln Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder Student(e) Klas Stageschool Plaats Rachel van der Pijl P14EhvADT De Springplank. Eindhoven

Nadere informatie

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Blooms taxonomie Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Evalueren Evalueren = de vaardigheid om de waarde van iets (literatuur, onderzoeksrapport, presentatie etc) te kunnen beoordelen

Nadere informatie

Leren over het leerdoel van de praktische opdracht en de komende lessen.

Leren over het leerdoel van de praktische opdracht en de komende lessen. Klas Lesonderwerp Beginsituatie Leskern Leerdoelen Docentendoelen Lesmateriaal Practicummaterialen Ondersteuning Organisatie 5 vwo wiskunde D Praktische opdracht Deel I (eerste lesblok van ongeveer 50

Nadere informatie

Hoe een training in metacognitieve vaardigheden leerlingen en docenten helpt! Bijeenkomst 2

Hoe een training in metacognitieve vaardigheden leerlingen en docenten helpt! Bijeenkomst 2 Hoe een training in metacognitieve vaardigheden leerlingen en docenten helpt! Bijeenkomst 2 Rodica Ernst-Militaru R.Ernst@udenscollege.nl Plonie Nijhof nyh@hermannwesselinkcollege.nl Deze bijeenkomst 14:00-15:15

Nadere informatie

Lesplanformulier. Les wordt gegeven in een open ruimte met ronde tafels en een computergedeelte. Een les duurt 50 minuten

Lesplanformulier. Les wordt gegeven in een open ruimte met ronde tafels en een computergedeelte. Een les duurt 50 minuten Lesplanformulier naam student : Aukelien Stalman opleiding : docent GZW jaar : 3 naam school : Gomarus College Assen coach : klas : 1 datum van de les: mei 2017 Lesonderwerp: Biologie stevigheid en beweging

Nadere informatie

Leerwerktaak: Verhaaltjessom oplossen aanleren

Leerwerktaak: Verhaaltjessom oplossen aanleren Leerwerktaak: oplossen aanleren Titel Gekoppeld aan beroepstaak OWE ILS-wi 614 Gekoppeld aan de volgende competenties(s) Niveau Geschikt voor de volgende vakken Ontwerper/ ontwerpgroep/ sectie/ school

Nadere informatie

Ontwerp Onderzoek: Paper 3: Onderzoeksinstrumenten. Leraren Opleiding. Management & Organisatie

Ontwerp Onderzoek: Paper 3: Onderzoeksinstrumenten. Leraren Opleiding. Management & Organisatie Ontwerp Onderzoek: Paper 3: Onderzoeksinstrumenten Leraren Opleiding Management & Organisatie Naam auteur(s) Vakgebied Bart Deelen M&O Student nr 10761799 Titel Onderwerp Opleiding Doelgroep Procent rekenen

Nadere informatie

DOEN! - Praktische opdracht beschrijvende statistiek in 4HAVO. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

DOEN! - Praktische opdracht beschrijvende statistiek in 4HAVO. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Doelgroep Sleuteltermen M.J.D. van den Bosch- Knip, Ir RBA Wiskunde DOEN! - Praktische opdracht beschrijvende statistiek in 4HAVO beschrijvende statistiek

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

Titel Stap voor stap de inkomstenbelasting berekenen. P1. Loon- en inkomstenbelasting. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Titel Stap voor stap de inkomstenbelasting berekenen. P1. Loon- en inkomstenbelasting. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Auteur: Hofstee, Rémon (R.H.) Vakgebied Algemene Economie Titel Stap voor stap de inkomstenbelasting berekenen. P1. Onderwerp Opleiding Loon- en inkomstenbelasting Doelgroep VMBO- GTL, leerjaar 4 Sleuteltermen

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Naam auteur(s) Nijenhuis, N Vakgebied Natuurkunde Titel Wiskunde bij Natuurkunde: de afgeleide Onderwerp Wiskunde natuurkunde transfer Opleiding Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Tekstbegrip bij 4 havo. Interfacultaire Lerarenopleiding, Universiteit van Amsterdam

Tekstbegrip bij 4 havo. Interfacultaire Lerarenopleiding, Universiteit van Amsterdam Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Doelgroep Sleuteltermen Links Bibliografische referentie Annette van Baalen Biologie Kun je lezen leren? Een onderzoek naar het effect van vraaggestuurd

Nadere informatie

Leren bedrijfseconomische problemen op te lossen door het maken van vakspecifieke schema s

Leren bedrijfseconomische problemen op te lossen door het maken van vakspecifieke schema s Leren bedrijfseconomische problemen op te lossen door het maken van vakspecifieke schema s Bert Slof, Gijsbert Erkens & Paul A. Kirschner Als docenten zien wij graag dat leerlingen zich niet alleen de

Nadere informatie

(1 m.) Klassikale aftrap Docent stelt jou als gastdocent voor

(1 m.) Klassikale aftrap Docent stelt jou als gastdocent voor (1 m.) Klassikale aftrap Docent stelt jou als gastdocent voor Beschrijving (ter info voor gastdocent) Deze gastles gaat over inzicht krijgen in je inkomen en uitgaven. Jongeren moeten zorgen dat ze inkomen

Nadere informatie

Lesplan Nederlands Project Pocket

Lesplan Nederlands Project Pocket Lesplan Nederlands Project Pocket Docent: Tijd: 5 keer 50 minuten Klas: 3 havo Les Algemene informatie: Beginsituatie Gelijke rechten voor vrouwen in het verleden en het heden. De bestuderen literaire-

Nadere informatie

Les 1 Inkomstenbelasting

Les 1 Inkomstenbelasting Les 1 Inkomstenbelasting Docent: Rémon Hofstee Datum: 23-4- 13 Tijd: 9.25 10.15 Lesonderwerp Directe belasting, belasting op inkomen, belastbaar inkomen Beginsituatie Leskern 1 Leerdoelen Docentdoelen

Nadere informatie

Klas 4m2 Economie Leerling instructie Koehandel

Klas 4m2 Economie Leerling instructie Koehandel Klas 4m2 Economie Leerling instructie Koehandel Mollers Inleiding spel koehandel De komende 5 lessen gaan we aan de slag met het spel koehandel. Dit spel speel je met maximaal 5 personen. Met deze vijf

Nadere informatie

Paper 2 Bijlage 1: Lesplan (volgens MDA); Wil Baars

Paper 2 Bijlage 1: Lesplan (volgens MDA); Wil Baars Paper 2 Bijlage 1: Lesplan (volgens MDA); Wil Baars-10630996. Docent: Wil Baars Les: 1 Klas:4VWO Aantal leerlingen:21 Lesonderwerp Het vaasmodel: introductie Beginsituatie De leerling weet dat het aantal

Nadere informatie

Bijlage: Lesplannen en docentenhandleiding

Bijlage: Lesplannen en docentenhandleiding Bijlage: Lesplannen en docentenhandleiding klas: vwo 4 Lesnummer: 1 Datum: Tijd: Aantal lln: 27 Leskern 1 (lesdoelen) Intake toets: inventariseren van voorkennis eind vwo 4. Leerlingen hebben dit jaar

Nadere informatie

Paper 4: Uitvoeringsfase. Management & Organisatie

Paper 4: Uitvoeringsfase. Management & Organisatie Paper 4: Uitvoeringsfase Naam auteur L. A. Molijn MSc. Vakgebied Management & Organisatie Titel Geld & Rente Onderwerp Enkelvoudige & Samengestelde interest Opleiding Interfacultaire Lerarenopleidingen,

Nadere informatie

Ontwerponderzoek Berekenen netto cashdividend per aandeel. Papers 1 t/m 5

Ontwerponderzoek Berekenen netto cashdividend per aandeel. Papers 1 t/m 5 Ontwerponderzoek Berekenen netto cashdividend per aandeel. Papers 1 t/m 5 Naam auteur(s) Saskia Ruurs, drs Vakgebied Management & Organisatie Titel Berekenen netto cashdividend per aandeel. Onderwerp Berekenen

Nadere informatie

Mentor Datum Groep Aantal lln

Mentor Datum Groep Aantal lln Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder Student(e) Klas Stageschool Plaats Rachel van der Pijl P14EhvADT De Springplank. Eindhoven

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

Instapmodule Niveau A2

Instapmodule Niveau A2 Instapmodule Niveau A2 Instapmodule ter voorbereiding op Nieuwsrekenen in het s(b)o september 2013 www. nieuwsbegrip.nl Gebruikswijzer Inleiding Deze instapmodule is bedoeld als voorbereiding op het Nieuwsrekenen

Nadere informatie

Zelfgestuurd leren met Acadin

Zelfgestuurd leren met Acadin Zelfgestuurd leren met Acadin 1. Wat is zelfgestuurd leren? Zelfgestuurd leren wordt opgevat als leren waarbij men zelfstandig en met zin voor verantwoordelijkheid de sturing voor de eigen leerprocessen

Nadere informatie

In je kracht. Werkboek voor deelnemers

In je kracht. Werkboek voor deelnemers In je kracht Werkboek voor deelnemers Uitleg Mijn toekomst! Benodigdheden: Werkblad Mijn toekomst! (je kunt het Werkblad meegeven om thuis na te lezen, maar dit is niet noodzakelijk) Voor iedere deelnemers

Nadere informatie

Motivatie verhogen door activerende leertaken en het vergroten van de leerlingbetrokkenheid

Motivatie verhogen door activerende leertaken en het vergroten van de leerlingbetrokkenheid Motivatie verhogen door activerende leertaken en het vergroten van de leerlingbetrokkenheid Sleuteltermen: Motivatie, activerend, betrokkenheid, Ontwerponderzoek Paper 1+2+3 24 maart 2015 Vakgebied Natuurkunde

Nadere informatie

Thema: Weekblad Donald Duck 60 jaar. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen

Thema: Weekblad Donald Duck 60 jaar. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen Handleiding en opgaven niveau A1 Thema: Weekblad Donald Duck 60 jaar Benodigd materiaal - Voor alle leerlingen een exemplaar van Opgavenblad A1 (zie pagina 6) - Voor alle leerlingen drie exemplaren van

Nadere informatie

De onderwijsmethode Directe instructie

De onderwijsmethode Directe instructie De onderwijsmethode Directe instructie 1. Wat is Directe instructie? Directe instructie is een onderwijsmethode die nadruk legt op structuur, duidelijkheid en positieve ondersteuning van de student (Ebbens

Nadere informatie

WERKVORMEN MAGAZIJN. Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo

WERKVORMEN MAGAZIJN. Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo WERKVORMEN MAGAZIJN Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo Voorwoord Voor u heeft u Thema boekje 1 Wat is netwerken? Dit themaboekje is een onderdeel van de lessenserie Netwerken.

Nadere informatie

Ontwerprapport Naam auteur(s) Ronald Kuijper Vakgebied

Ontwerprapport Naam auteur(s) Ronald Kuijper Vakgebied Ontwerprapport Naam auteur(s) Ronald Kuijper Vakgebied M&O Titel Rechtsvormen in context. Onderwerp Contextgerichte aanpak bij het onderwerp rechtsvormen. Opleiding Interfacultaire Lerarenopleidingen,

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam. Literatuur, leeservaring, dialogisch leren, kwestie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam. Literatuur, leeservaring, dialogisch leren, kwestie Iris Hoogendoorn 5617596 Schoolvak Nederlands Ontwerponderzoek paper 3: onderzoeksopzet Ontwerprapport Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Doelgroep Sleuteltermen Bibliografische referentie

Nadere informatie

Naam leerlingen. Groep BBL1 Mens & Maatschappij. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment

Naam leerlingen. Groep BBL1 Mens & Maatschappij. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment Groep BBL1 Mens & Maatschappij Leertijd; 3 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. - 3 keer per week 45 minuten basisdoelen toepassen in verdiepende contexten. Verdieping op de basisdoelen

Nadere informatie

Datum: Aantal leerlingen: 14 Tijd: 08:55 09:40 Klas: B1B

Datum: Aantal leerlingen: 14 Tijd: 08:55 09:40 Klas: B1B Lesvoorbereiding Zakelijke gegevens Naam student: Kyra Stevens Stageschool: Candea College Iselinge klas: VR4A Mentor/mentrix: Peter Heldoorn & Jan Stevens Datum: 28-01-2015 Aantal leerlingen: 14 Tijd:

Nadere informatie

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID Beleid is alleen nodig als je iets gaat veranderen. INLEIDING Het beleid van een organisatie bepaalt hoe je moet werken en wat de bestuurders belangrijk vinden. Dat beleid

Nadere informatie

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld Groep 8 Les 1. Boeven in beeld Les 1. Boeven in beeld Nationaal Gevangenismuseum Groep 8 120 minuten Samenvatting van de les De les begint met een klassikaal

Nadere informatie

Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen Handleiding en opgaven niveau AA Benodigd materiaal - Voor alle leerlingen een exemplaar van Opgavenblad AA (zie pagina 6) - Voor alle leerlingen drie exemplaren van Werkblad Stappenplan (zie pagina 7)

Nadere informatie

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe.

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe. HOUT EN BOUW Activerende werkvormen? Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat we na 14 dagen gemiddeld slechts 10 % hebben onthouden van datgene wat we gelezen hebben en 20 % van wat we hebben gehoord.

Nadere informatie

Paper 1: Ontwerprapport. Management & Organisatie

Paper 1: Ontwerprapport. Management & Organisatie Paper 1: Ontwerprapport Naam auteur L. A. Molijn MSc. Vakgebied Management & Organisatie Titel Geld & Rente Onderwerp Enkelvoudige & Samengestelde interest Opleiding Interfacultaire Lerarenopleidingen,

Nadere informatie

Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model

Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model Omschrijving Verwijzing naar Doelgroep Opsteller Intern document die uitleg geeft over het activerende directe instructiemodel. Vaardigheidsmeter Betrokken

Nadere informatie

Opbrengsten van CNV thema onderwijsdag 20 april 2016 Masterclass leerstrategieën door Karin Nijman & Inge Verstraete

Opbrengsten van CNV thema onderwijsdag 20 april 2016 Masterclass leerstrategieën door Karin Nijman & Inge Verstraete 10 werkvormen om het denken te activeren Goede metacognitieve vaardigheden worden gezien als een voorspeller van succesvol leren. Door expliciet aandacht te besteden aan denkvaardigheden, stimuleer je

Nadere informatie

Instapmodule Niveau AA

Instapmodule Niveau AA Instapmodule Niveau AA Instapmodule ter voorbereiding op Nieuwsrekenen in het S(B)O: Geleid probleemoplossen augustus 2012 www. nieuwsrekenen.nl Inhoudsopgave Gebruikswijzer... 3 Deel 1: Samen... 4 Deel

Nadere informatie

Video directe instructie

Video directe instructie Video directe instructie Docente: Mevr. A.M.J.A. Spiegels-Jongen Auteur: Erik van den Hout (studentnummer: 2047837) Contact: http://www.arachnion.nl/wiskunde/ Neutronstraat 14, 6227 CP Maastricht telefoon:

Nadere informatie

Thema: De watersnoodramp. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen

Thema: De watersnoodramp. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen Handleiding en opgaven niveau A1 Thema: De watersnoodramp Benodigd materiaal - Voor alle leerlingen een exemplaar van Opgavenblad A1 (zie pagina 6) - Voor alle leerlingen drie exemplaren van Werkblad Stappenplan

Nadere informatie

Thema: de mosasaurus. Handleiding en opgaven niveau A2. Opgave 1: Samen

Thema: de mosasaurus. Handleiding en opgaven niveau A2. Opgave 1: Samen Handleiding en opgaven niveau A2 Thema: de mosasaurus Benodigd materiaal - Voor alle leerlingen een exemplaar van Opgavenblad A2 (zie pagina 6) - Voor alle leerlingen drie exemplaren van Werkblad Stappenplan

Nadere informatie

Differentiëren naar leerlingniveau met behulp van ICT als oefenomgeving. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Differentiëren naar leerlingniveau met behulp van ICT als oefenomgeving. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Ontwerponderzoek Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Doelgroep Sleuteltermen Bibliografische referentie Wil Baars Wiskunde Differentiëren naar niveau met behulp van ICT als oefenomgeving

Nadere informatie

Dia 1 Introductie max. 2 minuten!

Dia 1 Introductie max. 2 minuten! 1 Dia 1 Introductie max. 2 minuten! Vertel: Deze les gaat vooral over het gebruik van sociale media. Maar: wat weten jullie eigenlijk zelf al over sociale media? Laat de leerlingen in maximaal een minuut

Nadere informatie

9. Schrijfopdrachten

9. Schrijfopdrachten 9.1 Poëzie doel Creatief schrijven activeren voorkennis toepassen kennis wanneer n.v.t. groepssamenstelling individueel duur 20 minuten De leerkracht geeft leerlingen een begrip, apparaat, mening, enzovoort.

Nadere informatie

Rode Draad: Wat is Maatschappijleer?

Rode Draad: Wat is Maatschappijleer? Rode Draad: Wat is Maatschappijleer? MVE Fioretti College Inhoudsopgave... 0 Inleiding... 2 Planning en toetsing... 2 Hoe maak ik de rode draad-opdracht?... 2 Beoordeling... 3 Keuze-opdrachten... 3 Eisen

Nadere informatie

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën. Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag van het vak economie vwo, eerste tijdvak 2018. In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende vraag: In hoeverre

Nadere informatie

WELKOM Twee ICT voorbeelden in het Rekenen-wiskunde onderwijs op de Pabo van Avans hogeschool

WELKOM Twee ICT voorbeelden in het Rekenen-wiskunde onderwijs op de Pabo van Avans hogeschool WELKOM Twee ICT voorbeelden in het Rekenen-wiskunde onderwijs op de Pabo van Avans hogeschool Nicole Poulussen, Cindy Stienen, Esther Woertman Inhoud Jaar 1 Pabo Avans Voorbeeld 1 ICT in de vorm van een

Nadere informatie

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën. Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak wiskunde A havo, eerste tijdvak (2019). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende

Nadere informatie

Bloom. Taxonomie van. in de praktijk

Bloom. Taxonomie van. in de praktijk Bloom Taxonomie van in de praktijk De taxonomie van Bloom kan worden toegepast als praktisch hulpmiddel bij het differentiëren in denken en doen. Het helpt je om in je vraagstelling een plaats te geven

Nadere informatie

Kansrekenen. Lesbrief kansexperimenten Havo 4 wiskunde A Maart 2012 Versie 3: Dobbelstenen

Kansrekenen. Lesbrief kansexperimenten Havo 4 wiskunde A Maart 2012 Versie 3: Dobbelstenen Kansrekenen Lesbrief kansexperimenten Havo 4 wiskunde A Maart 2012 Versie 3: Dobbelstenen Inhoud Inleiding...3 Doel van het experiment...3 Organisatie van het experiment...3 Voorkennis...4 Uitvoeren van

Nadere informatie

Thema: Serious Request. Handleiding en opgaven niveau A2. Opgave 1: Samen

Thema: Serious Request. Handleiding en opgaven niveau A2. Opgave 1: Samen Handleiding en opgaven niveau A2 Thema: Serious Request Benodigd materiaal - Voor alle leerlingen een exemplaar van Opgavenblad A2 (zie pagina 6) - Voor alle leerlingen drie exemplaren van Werkblad Stappenplan

Nadere informatie

GEVOELLIJNEN - FOR THE BIRDS GEVOELLIJNEN

GEVOELLIJNEN - FOR THE BIRDS GEVOELLIJNEN GEVOELLIJNEN - FOR THE BIRDS GEVOELLIJNEN Een opdracht voor groep 5 of 6 gericht op inleven Leerlingen identificeren zich met een van beide groepen - de grote vogel of de groep kleine vogels. Daarna wisselen

Nadere informatie

Thema: Wat gebeurt er in 2014? Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

Thema: Wat gebeurt er in 2014? Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen Handleiding en opgaven niveau AA Thema: Wat gebeurt er in 2014? Een uitgebreide uitgeschreven aanpak vindt u in de Instapmodules: www.nieuwsbegrip.nl Download & prints Instapmodules Nieuwsrekenen. Benodigd

Nadere informatie

Professionaliseren van de didactische aanpak van het informatievaardighedenonderwijs

Professionaliseren van de didactische aanpak van het informatievaardighedenonderwijs Professionaliseren van de didactische aanpak van het informatievaardighedenonderwijs Angelique van het Kaar Risbo Erasmus Universiteit Rotterdam 7 november 2012 Overzicht onderwerpen Training Didactische

Nadere informatie

Getal en Ruimte wi 1 havo/vwo deel 1 hoofdstuk 4 Didactische analyse door Lennaert van den Brink (1310429)

Getal en Ruimte wi 1 havo/vwo deel 1 hoofdstuk 4 Didactische analyse door Lennaert van den Brink (1310429) Getal en Ruimte wi 1 havo/vwo deel 1 hoofdstuk 4 Didactische analyse door Lennaert van den Brink (1310429) - een lijst met operationele en concrete doelen van de lessenserie, indien mogelijk gerelateerd

Nadere informatie

Ontwerponderzoek: Paper 3

Ontwerponderzoek: Paper 3 Ontwerponderzoek: Paper 3 Naam auteur(s) Karoline Heidrich Vakgebied Duits Titel Duits + Film = plezier? Onderwerp Verhoging van motivatie voor het leren van Duits door middel van leeractiviteiten rondom

Nadere informatie

Wiskunde: vakspecifieke toelichting en tips

Wiskunde: vakspecifieke toelichting en tips Wiskunde: vakspecifieke toelichting en tips Met deze voorbeelden van taken voor de wiskundelessen willen wij verschillende ideeën illustreren. Ten eerste geven zij een idee wat bedoeld wordt met hele-taakeerst

Nadere informatie

Doesjka Nijdeken Trinitas College Heerhugowaard Woudschoten Chemie Conferentie 2011

Doesjka Nijdeken Trinitas College Heerhugowaard Woudschoten Chemie Conferentie 2011 Doesjka Nijdeken Trinitas College Heerhugowaard Woudschoten Chemie Conferentie 2011 Hoe je het onderbuikgevoel zichtbaar maakt voor leerlingen (en jezelf) Wat bedoel ik met determineren? Hoe doe je dat

Nadere informatie

Schattend rekenen Maatkennis over gewichten Gebruik van referentiematen. Per tweetal: kopieerblad Lift een groot vel papier

Schattend rekenen Maatkennis over gewichten Gebruik van referentiematen. Per tweetal: kopieerblad Lift een groot vel papier Lift Kopieerblad Lift Titel De lift waarin dit bordje hangt kan 1000 kilo vervoeren of dertien personen. In deze activiteit gaan de kinderen na of dertien personen 1000 kilo zouden kunnen wegen. Om dit

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam. Schrijven, herschrijven, schrijfonderwijs, feedback geven, feedback ontvangen

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam. Schrijven, herschrijven, schrijfonderwijs, feedback geven, feedback ontvangen Naam auteur Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Inge van de Wiel Nederlands Peerfeedback in het schrijfproces Schrijfonderwijs Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Doelgroep Gymnasium

Nadere informatie

Handleiding Perspectief 3 e editie: Introductie

Handleiding Perspectief 3 e editie: Introductie Handleiding Perspectief 3 e editie: Introductie Bekijk het leven Ter introductie van het nieuwe vak is er een korte terugblik op eerder ervaringen met het vak godsdienst/levensbeschouwing. De leerlingen

Nadere informatie

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën. Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak wiskunde A vwo, tweede tijdvak (2019). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende

Nadere informatie

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent Onthouden Kunnen ophalen van specifieke informatie, variërend van feiten tot complete theorieën Opslaan en ophalen van informatie (herkennen) Kennis van data, gebeurtenissen, plaatsen Kennis van belangrijkste

Nadere informatie