Thema: Wat gebeurt er in 2014? Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

Transcriptie

1 Handleiding en opgaven niveau AA Thema: Wat gebeurt er in 2014? Een uitgebreide uitgeschreven aanpak vindt u in de Instapmodules: Download & prints Instapmodules Nieuwsrekenen. Benodigd materiaal - Voor alle leerlingen een exemplaar van Opgavenblad AA (zie pagina 4) - Voor alle leerlingen een exemplaar van het Stappenplan (zie pagina 5) en een kladblaadje Opgave 1: Samen Voorkennis ophalen over het onderwerp Introduceer het onderwerp van deze les: Trends in Vertel de leerlingen dat sommige mensen proberen te voorspellen wat veel mensen in het komende jaar leuk zullen gaan vinden. Ze vertellen dan wat de trends zullen zijn op het gebied van mode, speelgoed, eten, meubelen enzovoort. Hebben de leerlingen een idee wat het komende jaar een trend zou kunnen worden in de mode? Welke kleur zou bijvoorbeeld heel hip kunnen worden? Vertel dat een van de trends de plooirok zal zijn. Weten de leerlingen wat een plooirok is? Laat een plaatje zien om het te verduidelijken. Laat vervolgens eventueel het Nieuwsbegripfilmpje zien dat hoort bij dit onderwerp. Zie (week 02, 2014, Jeugdjournaal). Stappenplan Nieuwsrekenen Laat het Stappenplan op het digibord zien. Vertel nog een keer wat het doel van het Stappenplan is en wat de verschillende stappen betekenen. De vier stappen moet je nemen om tot een oplossing van een rekenvraag van Nieuwsrekenen te komen: Stap 1: Ik begrijp het verhaaltje en de rekenvraag Stap 2: Ik bedenk hoe ik de rekenvraag oplos Stap 3: Ik beantwoord de rekenvraag Stap 4: Ik controleer of mijn antwoord kan kloppen Stap 1: Ik begrijp het verhaaltje en de rekenvraag U laat het opgavenblad op het bord zien (zorg ervoor dat alleen de tekst en het schema te zien zijn) terwijl het papieren Opgavenblad, het Stappenplan en de kladblaadjes worden uitgedeeld. Tekst en schema lezen U leest de tekst voor terwijl de leerlingen met u meelezen. Tijdens het lezen geeft u hardop denkend aan wat u te binnen schiet. U leest eerst de titel De rok met plooien. U zegt dat u het daar al kort over gehad hebt. U wijst ook nog even op het plaatje. Na de zin En in allerlei lengtes vertelt u dat je waarschijnlijk rokken hebt die helemaal tot aan de grond komen, rokken tot bij je knie en minirokken die boven je knie zitten. Vervolgens leest u verder en na de zin Ook staan de lengtes en prijzen erbij bekijkt u hardop 1

2 denkend de tabel. Doe voor hoe de tabel gelezen moet worden en vertel bijvoorbeeld dat de roze plooirok 50 centimeter lang is. Dat is vanaf je middel naar beneden gemeten. Laat even zien hoe lang dat ongeveer is. Dat is een rok die tot ongeveer de knieën komt. En dat de zwarte plooirok 96 centimeter is en dat dat dan dus tot bijna aan de grond is. Dat is dus een echte lange rok. Geef aan dat in de laatste kolom de prijzen van de rokken te zien zijn. De roze plooirok kist dus 24 euro. Dat is eigenlijk nog niet eens zo duur. Vertel dat u nu iets meer weet over de plooirok. Tekst arceren U geeft aan dat u in de tekst de getallen en de woorden die met rekenen te maken hebben, arceert. U begint met getallen en hoeveelheden en de woorden die daarbij horen. In dit geval is dat er maar één: In De leerlingen arceren dit ook. Verder staan er ook nog andere woorden in die met rekenen te maken hebben: in allerlei lengtes, een tabel, de lengtes, de prijzen. Vertel dat er in de tabel ook een heleboel getallen staan. Wijs er nog even op dat in de tweede kolom allemaal getallen staan die met de lengte van de rokken te maken hebben en dat het in de laatste kolom gaat om prijzen. Deze getallen arceert u niet omdat u dan eigenlijk de hele tabel zou moeten arceren, maar het is wel goed om te onthouden dat die hele tabel met rekenen te maken heeft. Nadat u de tekst op deze manier besproken heeft, kijkt u samen nog even naar het Stappenplan bij Stap 1. U concludeert dat u nu het verhaaltje en het schema begrepen heeft. Nu bekijkt u eerst samen de rekenvraag (zie hierna). De eerste rekenvraag Op het bord laat u opgave 1 zien en u leest deze voor: Hoe groot is het verschil in lengte tussen de langste en de kortste plooirok? Ze willen dus weten hoeveel centimeter verschil er in de lengte zit tussen de langste en de kortste rok in het schema. U kijkt samen weer even naar Stap 1 van het Stappenplan en concludeert: We snappen nu ook de rekenvraag. Stap 2: Ik bedenk hoe ik de rekenvraag oplos Wijs op Stap 2: Ik ga nu bedenken hoe ik deze rekenvraag kan oplossen. Leg uit dat er vaak meer manieren zijn om tot een oplossing te komen. U vertelt: Ik moet het verschil in lengte uitrekenen tussen de langste en de kortste plooirok. Dan ga ik eerst in de tabel opzoeken hoe lang de langste rok is. Dat is de zwarte plooirok en die is 96 centimeter. Dat schrijf ik even op het bord (zie afbeelding). Dan kijk ik 2

3 hoe lang de kortste rok is. Dat is de zwart-witte rok en die is 50 centimeter. Dat schrijf ik ook op. Nu moet ik kijken hoe groot het verschil is. Dan moet ik die twee van elkaar aftrekken. Daar kan ik een getallenlijn voor gebruiken. Die teken ik op het bord. En neem ik steeds sprongen van 10 eraf. Tot ik er 50 af gehaald heb en dan kijk ik waar ik uitkom. Vertel dat u nu de rekenvraag kunt oplossen. Dat is nu niet zo moeilijk meer. Stap 3: Ik beantwoord de rekenvraag Wijs op Stap 3. Het beantwoorden van de rekenvraag is nu eigenlijk niet zo moeilijk meer: = 46. Schrijf nu het antwoord op het bord. Doe dat in de context van het verhaal. Het antwoord is dus: 46 centimeter. Bespreek nog even met de leerlingen wat dit antwoord betekent. Dit betekent dat de langste rok 46 centimeter langer is dan de kortste rok van 50 centimeter. Dat is dus bijna het dubbele. Stap 4: Ik controleer of mijn antwoord kan kloppen Kijk nu samen met de leerlingen naar Stap 4 van het Stappenplan. U gaat nu controleren of uw antwoord goed kan zijn. Lees de eerste rekenvraag nog eens voor en herhaal die in eigen woorden. Kijk vervolgens kritisch naar het antwoord dat u geformuleerd hebt bij Stap 3. Zou dit antwoord kunnen kloppen? Is de uitkomst misschien opvallend groot of juist heel klein? Concludeer dat het er goed uitziet en dat uw antwoord dus kan kloppen. Daarna schrijven de leerlingen het antwoord bij opgave 1 op hun Opgavenblad. Opgave 2: Proberen In tweetallen gaan de leerlingen aan de slag met opgave 2. Ze gebruiken hierbij weer het Stappenplan. U houdt de tweetallen in de gaten, u loopt rond en geeft zo nu en dan hulp. Bij Stap 1 lezen ze samen nog eens het verhaaltje door en ook de nieuwe rekenvraag. Begrijpen ze wat er gevraagd wordt? Bij Stap 2 lossen ze ieder voor zich de nieuwe rekenvraag op. Ze noteren hun berekening en maken eventueel een tekening. Hierna vergelijken ze hun aanpak en hun antwoord. Antwoord opgave 2: 9 euro duurder Opgave 3: Zelf De leerlingen gaan zelfstandig (individueel of in tweetallen) aan de gang met opgave 3, ook weer met behulp van het Stappenplan. Terwijl de leerlingen aan het werk zijn, loopt u rond. Zo nodig geeft u de leerlingen aanwijzingen. Antwoord opgave 3: 30 centimeter 3

4 OPGAVENBLAD AA NAAM: De rok met plooien In 2014 is hij heel erg hip: de rok met plooien. Je kunt hem overal kopen. Hij is er in allerlei kleuren. En in allerlei lengtes. Hieronder zie je een tabel met rokken. Ook staan de lengtes en de prijzen erbij. kleur lengte prijs roze plooirok 58 centimeter 24 euro blauwe plooirok 88 centimeter 33 euro zwart-witte plooirok 50 centimeter 65 euro zwarte plooirok 96 centimeter 39 euro Hoe groot is het verschil in lengte tussen de langste en de kortste plooirok? De blauwe plooirok is duurder dan de roze. Hoeveel duurder? De blauwe plooirok is ook langer dan de roze. Hoeveel centimeter scheelt het? 4

5 5