Postoperatieve complicaties. Dr.Dewinter UZ Leuven

Transcriptie

1 Postoperatieve complicaties Dr.Dewinter UZ Leuven

2 INLEIDING Postoperatieve pijn Cardiovasculaire complicaties Respiratoire complicaties Renale complicaties Metabole complicaties Andere

3 1) CARDIOVASCULAIRE COMPLICATIES Hypotensie hypertensie Myocard ischemie Dysrhytmieen

4 1)CARDIOVASCULAIRE COMPLICATIES Hypotensie Hypertensie hypovolemie pijn hypoxie hypoxie,hypercarbie afname autonome tonus blaasdistentie overdosering medicatie perifere vasoconstrictie low output failure intracraniele heelkunde

5 A) Hypotensie Absolute hypovolemie(reductie in circulerend volume) => ventriculaire preload en co hypoperfusie,ischemie,anaeroob metabolisme szs-gemedieerde tachycardie, svr en venoconstrictie kunnen het iv verlies voor 15-20% compenseren - preop vochtdeficiet,per en postoperatief bloed en vochtverlies(bloeding,zweten,exsudatie) Relatieve hypovolemie(nl intravasc volume) -plotse van szs activiteit dr pijnbestrijding of vasovagale tonus veneuze capaciteit -medicatie α adrenerge blockade(dhb),histamine relaese(m)of directe veneuze dilatatie(furosemide,nitraten) -spinale,epidurale anesthesie -compressie van VCI:zwangerschap, intra-abdominale druk

6 B) Hypertensie sympathische activiteit -schadelijke stimuli: pijn,angst,craniele stimulatie,volle blaas,et -nadelige fysiologische condities: intracraniele druk,hypercapnie, volume overload, -vasopressoren -anesthetica -feochromocytoom -carotis chirurgie parasympathische activiteit:parasympatholytica:atropine

7 C) Dysrhytmieen Asymptomatische EKG veranderingen - algemene anesthesie EKG veranderingen - reflectie van fysiologische effecten - 3 tot 6 uur

8 a) Bradycardie Verhoogde parasympatische activiteit Verminderde orthosympatische activiteit Sick sinus syndrooom

9 b) Tachycardie Verhoogde sympatische activiteit Verminderde parasympatische activiteit Voorkamerfibrillatie Paroxysmale atriale tachycardie Ventrikeltachycardie Supraventriculaire extrasystolen

10 D) Myocard ischemie risicofactoren: - gekend coronair lijden,hartfalen - ongecontroleerde hypertensie - ouderdom - beperkte inspanningstolerantie - chronische nierinsufficientie - Li ventrikelhypertrofie - diabetes mellitus Uitlokkingsfactoren:- hypotensie,tachycardie,hypertensie,hypoxemie, autonome dysfunctie,coronair spasme,afname fibrinolyse,hypercoagulabiliteit

11 2) RESPIRATOIRE COMPLICATIES Soort chirurgie Patient Anesthesie techniek

12 2) Respiratoire complicaties: Oorzaken Extrapulmonaire oorzaken : - centrale respiratoire drive - respiratoire spierfunctie Aandoeningen die leiden tot pulm.infiltratie Exacerbatie van COPD Tromboembolen

13 2) Respiratoire complicaties a. Luchtwegobstructie b. Hypoventilatie c. Hypoxemie

14 a) Luchtwegobstructie Secreties Tong Larynxspasme Larynxoedeem Externe druk

15 b) Hypoventilatie PaCo2 > 60 mmhg en PH < 7.25 Tgv. residuele effecten van anesthesie produkten Restcurarisatie Tgv type chirurgie < 2 uur na anesthesie

16 c) Hypoxie Frequent na onmiddellijk anesthesie Hypoventilatie V/Q mismatch Intrapulmonaire shunting

17 3) RENALE COMPLICATIES a. Urineretentie b. Oligurie:< 0.5ml/kg/u c. Polyurie d. Hematurie: myoglobinurie,hemoglobinurie

18 a) Urineretentie Zeer frequent postoperatief Chirurgie gerelateerd Anesthesie gerelateerd Medicatie gerelateerd

19 b) Oligurie < 0.5 ml/kg/u Hypovolemie Hypotensie Obstructie Medische voorgeschiedenis Behandeling: systeemdruk,iv fluid load, diuretica

20 c) Polyurie Peroperatieve vochttoediening Osmotische diurese Diureticagebruik intraoperatief Diabetes insipidus

21 d) Hematurie - Intravasculaire hemolyse - Rhabdomyolyse e) Turp syndroom

22 4) METABOLE STOORNISSEN a) Zuurbase stoornissen b) Glycemie stoornissen c) Electrolyt stoornissen

23 a) Zuurbase stoornissen Respiratoire acidose Respiratoire alcalose Metabole acidose Metabole aclcalose

24 b) Glycemie stoornissen Hyperglycemie Hypoglycemie

25 c) Electrolytstoornissen Hyponatremie Hypokaliemie Hyperkaliemie

26 5) ANDERE COMPLICATIES a) PONV b) Trauma c) Temperatuur en shivering d) Neuromusculaire functie e) Mentale status

27 a) PONV

28 Risk scoring systems A Simplified Risk Score for Predicting Postoperative Nausea and Vomiting. Conclusions from Cross-validations between Two Centers. Apfel C. Anesthesiology, 1999; 91:

29 Risk scoring systems Dtsch Arztebl Int 2010;107(42):733-41

30 Guidelines 1. Identify patients at risk for PONV 2. Reduce the baseline PONV risk factors 3. Administer PONV prophylaxis of 1 2 interventions to adults at moderate PONV risk 4. Administer prophylactic antiemetic therapy with combination interventions and/or multimodal therapy to patients who are high PONV risk 5. Administer prophylactic antiemetic therapy to children at increased PONV risk, with combination PONV therapy most effective 6. Provide antiemetic treatment to patients with PONV who did not receive prophylaxis or for whom prophylaxis failed Gan T, Anesth Analg 2007;105:

31 Postdischarge nausea and vomiting: PDNV Drugs(2013)73:

32 PDNV: Risk factors Female gender Age less then 50 yr History of PONV Opioids administered in the PACU Nausea in the PACU

33 PDNV Anesthesiology 2012; 117:475 86

34 EVALUATIE PONV RISICO Niet roker PONV Gebruik van opiaten 0 RF = 10% 1 RF = 20% 2 RF = 40% 3 RF = 60% 4RF = 80% Kinderen >3j Chirurgie>=30 Strabisme POV/PONV in relatives 0 RF = 10% 1 RF = 10% 2 RF = 30% 3 RF = 50% 4 RF = 70% LAAG 10% MATIG 20% HOOG 30-60% ZEER HOOG > 60% Anesthesie 1. LRA 2. Propofol inductie en onderhoud 3. Geen N 2 O 4. O 2 supplement PROFYLAXE GEEN PROFYLAXIS MONO of COMBINATIE THERAPIE DXM Of/en DHB of ONDANSETRON 2 COMBINATIE THERAPIE DXM en DHB of ONDANSETRON 3 COMBINATIE THERAPIE DXM en DHB en ONDANSETRON 5. Geen decurarisatie 6. Opiaat gebruik beperken Profilactische dosis : DHB : 0,625mg (0,01-0,015mg/kg) DXM : 5mg (0,1-0,15mg/kg) Ondansetron : 4mg (0,1mg/kg) ( )kinderen THERAPIE ONDANSETRON of/en DHB of/en DXM* ONDANSETRON ** Of/en [DHB]** ONDANSETRON ** Of/en DHB** DHB *** Of/en ONDANSETRON*** Propofol 0,1mg/kg/h Therapeutische dosis : DHB: 0,625mg (0,01-0,015mg/kg) DXM: 5mg (0,1-0,15mg/kg) Ondansetron: 1mg / 4mg (0,1mg/kg) Litican: mg (aprepitant: 40mg(po)) ( )kinderen * Werkt pas na 2h ** zo nog niet toegediend *** enkel zinvol te herhalen na 6h Dr. Geertrui Dewinter Prof. S. Rex UZ Leuven 25/05/2014

35 b) Trauma Oogletsels Orofaryngeale en laryngeale letsels Zenuwletsels Spierpijn

36 c) Temperatuur 1) shivering Hypothermie Trauma O2 verbruik en CO2 produktie Zelflimiterend, onaangenaam R/ opwarmen,dolantine,clonidine,doxapram ondansetron

37 2) Hyperthermie Zeldzaam Overdreven opwarmen peroperatief Koorts Transfusiereactie Maligne hyperthermie Thyreotoxische storm C) Hypothermie

38 d) Verlengde spierzwakte Neuromusculaire aandoening Overdosering van spierrelaxantia (absoluut of relatief)

39 e) Vertraagd niet ontwaken Verlengde werking anesthetica Tgv.metabole afwijkingen Tgv.neurologisch lijden