Cardiale problemen op de PAZA. Dr. Decoster Schockaert Bernard

Transcriptie

1 Cardiale problemen op de PAZA Dr. Decoster Schockaert Bernard

2 Inleiding Complicaties op de PAZA (incidentie 23,7%) (1) PONV (9,8%) Bovenste luchtweg problematiek (6,9%) Hypotensie (2,7%) Dysritmie (1,4%) Hypertensie (1,1%) Veranderde mentale status (0,6%) Majeure cardiale events (0,6%) Cardiale complicaties: beperkte incidentie maar mortaliteit en morbiditeit. (1) Hines R, Barash PG, Watrous G, O'Connor T. Complications occurring in the postanesthesia care unit: a survey. Anesth Analg 1992; 74:503

3 Cardiale complicaties op de PAZA Huidige stand van zaken: postoperatieve hypertensie en tachycardie verhogen de kans op opname op intensieve zorgen en mortaliteit Resterende vragen: Definiëring? Tijdige en correcte diagnose en behandeling? Onderzoeksvragen: incidentie van cardiale problemen op de PAZA incidentie van high-care opname en mortaliteit binnen 72uur toepassen van risicofactoren wetenschappelijke toetsing van diagnose en behandeling Studie Literatuur

4 Materiaal en methoden POPULATIE: UZ Leuven Retrospectief (PAZA formulier en digitale retrospectieve controle) 30 dagen Alle leeftijden en procedures Exclusie: directe voorziene ICU transfer

5 Definiëring cardiale complicaties hypotensie (MAP >30% gedaald tov preoperatieve metingen, met nood aan inotropie/vasopressie) hypertensie (MAP met >30% gestegen tov preoperatieve metingen, met nood aan antihypertensiva), bradycardie (hartfrequentie <50bpm met nood aan atropine/isuprel/pacing) tachycardie (hartfrequentie >100bpm met nood aan beta-blockade) dysritmie (nieuw ontstane en persisterende electrocardiografisch ritmeverandering met nood aan cardioversie of onderhoudsmedicatie) cardiale ischemie (klinische, electrocardiografische en laboratoire evidentie voor ischemie)

6 Risicofactoren Anesthesie: premedicatie inductiemethode peroperatieve hemodynamische supportieve medicatie duur Patiënt variabelen: leeftijd geslacht ASA score lichaamsgewicht abusus cardiovasculair risicoprofiel Heelkunde: thoracaal of niet electief of niet

7 Resultaten Incidentie risicofactoren 5 februari tot 5 maart: 1290 PAZA opnames 28 cardiale problemen op de PAZA (incidentie 2,09%) 9 high-care opnames (32,14%): 5 ICU, 4 CCU 0 overlijdens

8 Resultaten Incidentie Risicofactoren

9 Resultaten Incidentie Risicofactoren

10 Discussie A. Incidentie B. Risicofactoren C. Diagnose D. Behandeling A. Incidentie * Nieuwe cardiale problemen: 2,09% vs 6,8% (2) / 7,2% (3) / 1,15% (4) Verklaring: definiëring en respectievelijk 1 maand vs 2,5j / 2j / 3 maand registratie * High-care opname: 32,14% geen te refereren incidentie * Mortaliteit 0%, in tegenstelling tot Hines et al. en Rose DK et al. Verklaring: registratieperiode, evolutie van zorg? B. Risicofactoren (literatuur): - anesthesiologisch: vermijden peroperatieve hypotensie en inadequate diepte (5) + toepassing van indicaties, anders geen associaties - heelkundig: gynaecologische of abdominale ingrepen geassocieerd met postoperatieve hypotensie (3) - patiënt: Cardiaal risico: Lee s Revised Cardiac Risk (6) zonder heelkundig risico Hypertensie en bradycardie. Afzonderlijke risicofactoren voor hypo/hypertensie, brady/tachycardie (niet voor dysritmie en ischemie) (2) Hines R, Barash PG et al. Complications occurring in the postanesthesia care unit: a survey. Anesth Analg 1992; 74:503 (3) Rose DK, Cohen MM et al. Cardiovascular events in the postanesthesia care unit: contribution of risk factors. Anesthesiology Apr;84(4): (4) Faraj JH, Vegesna ARR et al. Survey and management of anaesthesia related complications in PACU, Qatar Medical Journal 2012:2 doi.org/10 (5) Sessler DI, Sigl JC, Kelley SD, et al. Hospital stay and mortality are increased in patients having a triple low of low blood pressure, low bispectral index, and low minimu alveolar concentration of volatile anesthestesia. Anesthesiology 2012; 116: (6) Lee TH, Marcantonio ER, Mangione CM, et al. Derivation and prospective validation of a simple index for prediction of cardiac risk of major noncardiac surgery. Circulation 1999; 100(10):1043-9

11 Rose DK, Cohen MM, DeBoer DP Cardiovascular events in the postanesthesia care unit: contribution of risk factors. Anesthesiology Apr;84(4):

12 Discussie A. incidentie B. Risicofactoren C. Diagnose D. Behandeling Bedenkingen C. Diagnose Hypotensie: >30% + nood aan inotropie/vasopressie Hypertensie: >30% + nood aan antihypertensiva Tachycardie: >100bpm + nood aan βblockade ná oorzakelijk behandelen te strenge en specifieke definitie MAP 30% afwijkend Ritmestoornis: nood aan cardioversie of onderhoudsmedicatie diagnostische pick-up volledig? Ischemie: klinisch, electrocardiografisch en labo diagnostiek obv van (vaak negatieve) kliniek, moeilijk te interpreteren monitoring bijzonder sensitieve laboresultaten

13 Discussie A. incidentie B. Risicofactoren C. Diagnose D. Behandeling D. Behandeling Hypotensie: noradrenaline drip, geen superioriteit in hypotensieve shock (5) Hypertensie: metoprolol en clonidine, eerste keuze, evt ook esmolol of urapidil (6) Tachycardie: β-blockade, meest voorkomende oorzaak, pre-operatieve noncompliance Dysritmie: bigemini Mg2+ en linisol, VKF chemische of electrische cardioversie, Ventrikelflutter cordarone, VT 200J shock, pacing bij 3egraads AV block Ischemie: cardiologisch protocol, in registratieperiode 1 patiënt met subendocardiale ischemie, ST depressies, labo negatief, geen verdere oppuntstelling nodig (5) Havel C, Arrich J, Losert H, et al. Vasopressors for hypotensive shock. Cochrane Database Syst Rev. 2011;(5): CD (6) Link A, Selejan S, Walenta K, et al. Treatment of peri- and postoperative hypertensive emergencies. Dtsch Med Wochenschr. 2009; 134:701-7

14 Besluit Nieuwe cardiale problemen op PAZA in 2,09% High care opname indien cardiaal probleem 32,14% Diagnostische pick-up niet feilloos, mogelijks gebruik van risicofactoren Behandeling dient initieel oorzakelijk te zijn, multidisciplinair en wetenschappelijk gestaafd.