Vrachtwagens met gesloten opbouw. Algemene informatie over vrachtwagens met gesloten opbouw

Transcriptie

1 Algemene informatie over vrachtwagens met gesloten opbouw Algemene informatie over vrachtwagens met gesloten opbouw Een gesloten opbouw wordt gewoonlijk als een torsiestijve constructie beschouwd. Een gesloten opbouw met te openen zijkanten moet echter als een torsiesoepele constructie worden beschouwd Scania kan het voertuig af fabriek voorbereiden voor de opbouw. Meer informatie vindt u onder In de fabriek aangebrachte optiepakketten. 06:20-01 Uitgave 5 nl-nl 1 (7)

2 Algemene informatie over vrachtwagens met gesloten opbouw Ontwerp De gesloten opbouw is meestal ontworpen op een subframe, dat over de volledige lengte op het chassis ligt. Bepaal de afmetingen van het subframe op basis van de individuele eisen van de opbouw. Een subframe dat ver naar voor wordt geplaatst, vermindert de belasting van het chassis en de kans op oncomfortabele frametrillingen. Bevestig het subframe zo ver mogelijk naar voor. Plaats de opbouw zo ver mogelijk naar voor als de asdruk toelaat :20-01 Uitgave 5 nl-nl 2 (7)

3 Vries- en koeleenheden Vrachtwagens met gesloten opbouw. Controleer altijd dat de speling (A) tussen de eenheid en de draaistraal van een gekantelde cabine voldoende is wanneer een vries- of koeleenheid wordt aangebracht. Algemene informatie over vrachtwagens met gesloten opbouw A Cabine-afmetingen kunt u vinden op de individuele chassistekening van het voertuig (ICD) onder Tekeningen: Meer informatie over de maten van de cabinekantelcurves voor het respectievelijke cabinetype kunt u vinden onder Voertuigafmetingen. 06:20-01 Uitgave 5 nl-nl 3 (7)

4 Aanbevelingen Aanbevelingen De aanbevelingen zijn ontwikkeld om het beste compromis met betrekking tot de volgende factoren te bereiken: Gevoeligheid voor frametrillingen Verdeling van de lading Bestuurderscomfort Bevestiging Gewoonlijk worden flexibele steunen gebruikt voor het voorste gedeelte van het subframe en vaste steunen voor het achterste gedeelte, te beginnen direct vóór de voorste achterveersteun. Bij vrachtwagens met een lange overhang achter zonder laadklep kan ook een flexibele bevestiging zo ver mogelijk naar achter geschikt zijn. De verdeling tussen vaste en flexibele steunen kan worden aangepast aan de relevante bedrijfsomstandigheden. De afstand tussen de steunen mag 900 mm niet overschrijden. Algemeen Breng het voorste gedeelte van de torsiestijve opbouwconstructie met steunen aan die enige opwaartse beweging ten opzichte van het chassisframe mogelijk maken. De mate van bewegen is afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden en de stijfheid van de opbouw Het chassis en de opbouw bewegen zich ten opzichte van elkaar bij het verbuigen en bij grote wegoneffenheden. Met dit type carrosserie wordt de beweging gedempt door de wrijving die optreedt tussen het subframe en het chassisframe. 600 A A A A A De afstand (A) tussen de steunen mag 900 mm niet overschrijden. Meer informatie over bevestigingen en carrosseriesteunen is opgenomen in het document Carrosseriebevestiging onder Frames en subframes Pas het ontwerp van bevestigingen en steunen zodanig aan dat de krachten van de opbouw de langsbalken van het frame niet aan hoge torsiekrachten onderwerpen. De opbouw dient zodanig op de langsbalken van het frame te rusten, dat de richting van de steunkrachten in hetzelfde vlak ligt als de langsliggerstructuur. 06:20-01 Uitgave 5 nl-nl 4 (7)

5 Aanbevelingen Zorg ervoor dat de voorste steunen de opbouw in zijdelingse richting geleiden. De steunen moeten zodanig ontworpen zijn dat ze de bewegingen in lengterichting mogelijk maken, die tussen de carrosserie en het chassisframe optreden wanneer het chassisframe wordt verbogen. Afstand tussen middenlijn van vooras en voorste rand van subframe en voorste steun N.B.: Om frametrillingen te dempen, moet het subframe naar voren worden getrokken en zo dicht mogelijk bij de vooras aan het chassisframe worden vastgeklemd. Dit is met name belangrijk bij voertuigen die een vooras met luchtvering hebben. De grootste toegestane afstand tussen de middenlijn van de vooras en de voorste rand van het subframe: Vooras met luchtvering: 600 mm Vooras met bladvering: 800 mm Voorzijde van voertuig met luchtvering of bladvering. Afstand tussen de middenlijn van de vooras en de eerste subframebevestiging: Vooras met luchtvering: zo ver mogelijk naar voren, tussen 550 en 700 mm. Vooras met bladvering: zo ver mogelijk naar voren, tussen 550 en 875 mm. 06:20-01 Uitgave 5 nl-nl 5 (7)

6 Lawaai in de cabine van een vrachtwagen met gesloten opbouw met 9 liter-motor Bij vrachtwagens met gesloten opbouw kunnen er problemen met een onaangenaam, laag geluid in de cabine ontstaan. Lawaai in de cabine van een vrachtwagen met gesloten opbouw met 9 liter-motor Bij motortoerentallen van 1100 tot 1300 r/min en met name bij het remmen op de motor of bij een lage motorbelasting brengt de 5 cilinder-motor trillingen met een frequentie van ongeveer 100 Hz op het chassisframe over. De trillingen worden van het frame op de gesloten opbouw overgebracht. Als de binnenlengte van de gesloten opbouw binnen de kritieke intervallen ligt, worden er in de lucht in de gesloten opbouw constante geluidsgolven opgewekt. De constante geluidsgolven verstreken de trilling (beweging) van de voorste wand van de gesloten opbouw aanzienlijk. Hierdoor ontstaat er een krachtige pulserende luchtdruk tussen de cabine en de gesloten opbouw en worden er trillingen van de gesloten opbouw naar de achterste wand van de cabine overgebracht. De bestuurder ervaart deze trillingen als een hard, laag storend geluid. De oorzaak van het lage geluid is een ongunstige combinatie van Scania's 5-cilinder 9-liter motor en de binnenlengte van de gesloten opbouw. Het probleem kan ontstaan bij voertuigen met een 9 liter-motor en een gesloten opbouw met de volgende binnenlengtes: 2,7-3,7 m 4,3-5,3 m (de meest kritieke maat) 5,9-6,9 m 7,5-8,5 m enzovoort in stappen van 1,6 m. N.B.: Vermijd zo veel mogelijk gesloten opbouwvarianten met kritieke binnenlengtes bij voertuigen met 9 liter-motoren. L = λ + λ/2 λ λ = 3,2 m :20-01 Uitgave 5 nl-nl 6 (7)

7 Lawaai in de cabine van een vrachtwagen met gesloten opbouw met 9 liter-motor Handeling N.B.: Eventueel ongemak onderweg kan worden verholpen door het aanbrengen van een trillingsdemper tussen het subframe en het chassisframe. A B C Werkinstructie 1. Demonteer de in de fabriek aangebrachte carrosseriesteunen (A). 2. Monteer carrosseriesteunen met trillingsdempers (B) van het type Trelleborg Novibra type RA met 40 IRH of gelijkwaardige mechanisch bevestigde dempers BELANGRIJK! Stem de benodigde hoeveelheid dempers en hun locatie op het chassisframe zodanig af op de laadcapaciteit en de gegevens van de vrachtwagen dat de dempers niet worden overbelast. Het subframe en het chassisframe moeten zodanig worden gescheiden dat ze elkaar nooit raken. Om te voorkomen dat het subframe en het chassisframe elkaar ooit raken, moet de speling (C) tussen beide frames minimaal 10 mm zijn :20-01 Uitgave 5 nl-nl 7 (7)