Brandrisico en schade met betrekking tot hete componenten

Transcriptie

1 Hete onderdelen Hete onderdelen WAARSCHUWING! De temperatuur in het uitlaatsysteem van een vrachtwagen kan bij hoge werkbelasting oplopen tot meer dan 500 C. Het plaatsen van carrosserie-uitrusting dicht bij het uitlaatsysteem of contact van brandbare materialen met het uitlaatsysteem of andere hete componenten kan een groot brandrisico veroorzaken. Meer informatie met instructies en een controlelijst voor uitgevoerde werkzaamheden vindt u in de volgende documenten: Kwaliteits- en veiligheidscontroles vóór levering aan de klant 1: Instructies Kwaliteits- en veiligheidscontroles vóór levering aan de klant 2: Controlelijst Vrachtwagens hebben hete componenten en onderdelen die brand of hitteschade kunnen veroorzaken wanneer de afstand tot omliggende componenten te klein is of ze niet zijn uitgerust met een hitteschild of de juiste bescherming. Het gaat hierbij vooral om de volgende componenten: Motor of motoronderdelen Turbocompressor Uitlaatpijp Uitlaatdemper Uitlaatspruitstuk Eindpijp Uitlaatpijp voor hulpverwarming BELANGRIJK! Belemmer hete chassiscomponenten niet, want een goede luchtstroming is belangrijk voor koeling. 03:10-03/01 Uitgave 5 nl-nl 1 (19)

2 Hete onderdelen Overzicht van hete componenten De onderstaande afbeeldingen tonen voorbeelden van componenten die heet kunnen worden en dus een brandrisico vormen. De componenten kunnen qua uiterlijk en locatie verschillen, afhankelijk van het type voertuig en de specificatie Motor 2. Uitlaatpijp 3. Uitlaatdemper 4. Turbocompressor 5. Het uitlaatspruitstuk zit verborgen onder de turbocompressor. 03:10-03/01 Uitgave 5 nl-nl 2 (19)

3 Hete onderdelen Uitlaatspruitstuk 2. De turbocompressor bevindt zich op de zijkant van de motor. Het uitlaatspruitstuk bevindt zich onder de compressor achter de cabine. 03:10-03/01 Uitgave 5 nl-nl 3 (19)

4 Hete onderdelen WAARSCHUWING! De hulpverwarming van de cabine heeft een uitlaatpijp die uitlaatgassen afvoert achter de cabine. Zorg ervoor dat de uitlaatpijp van de hulpverwarming niet te dicht bij een van de brandstoftanks of andere hittegevoelige uitrusting wordt geplaatst. Dit kan grote brand- en explosierisico's inhouden. Uitlaatpijp van hulpverwarming achter de cabine :10-03/01 Uitgave 5 nl-nl 4 (19)

5 Hete onderdelen Het brandrisico nabij achteraf aangebrachte componenten verminderen Om brandrisico te verminderen tijdens het transport van brandbaar materiaal raadt Scania aan geen componenten achteraf aan te brengen die uitlaatgassen wegvoeren, zoals bijvoorbeeld: Op zijkant bevestigde uitlaatpijp Verticale uitlaatsystemen Componenten voor kiepplatformverwarming Als kiepplatformverwarming is aangebracht, zorg dan voor voldoende veiligheidsspeling. Zie Veiligheidsruimte onder het kopje Aanbevolen veiligheidsruimte. Houd er rekening mee dat hete vloeistof kan weglekken, vooral bij de overgang tussen het chassis en het platform. 03:10-03/01 Uitgave 5 nl-nl 5 (19)

6 Brandbare vloeistoffen Brandbare vloeistoffen WAARSCHUWING! Veel vloeistoffen in de reservoirs of hydraulische systemen van het voertuig zijn brandbaar en vaak de oorzaak van brand, bijvoorbeeld hydraulische vloeistof, diesel en olie. Lekkende vloeistoffen veroorzaken reeds een brandrisico als de hete oppervlakken een temperatuur van ongeveer 250 C bereiken. Het risico wordt nog groter als de vloeistof onder druk staat, omdat er zich een brandbare olienevel kan vormen als er een lek is. Voorbeeld van vastklemmen met plastic blokken BELANGRIJK! Waarschijnlijke oorzaken van lekkage: Slecht aangehaalde koppelingen of onjuist onderhoud van slangen en afdichtingen Onvoldoende vastgeklemde slangen Schuren van slangen tegen andere componenten Preventieve maatregelen Componenten en containers die brandbare vloeistoffen voor transport bevatten moeten nauwkeurig worden bevestigd en aangesloten. Zorg dat de hydraulische slangen goed worden vastgezet en dat er aansluitingen en bevestigingselementen van goede kwaliteit worden gebruikt. Om te voorkomen dat lekkende vloeistoffen in aanraking komen met hete oppervlakken moet gebruik worden gemaakt van een hitteschild dat het gehele gebied bedekt. Meer informatie over hitteschilden is beschikbaar onder het kopje Hitteschilden en veiligheidsruimte. Voorbeeld van vastklemmen met metalen bevestigingsmiddelen :10-03/01 Uitgave 5 nl-nl 6 (19)

7 Brandbare vloeistoffen Plaats tanks en reservoirs aan de tegenovergestelde zijde van de uitlaatdemper. Is dit niet mogelijk, dan moet een hitteschild worden aangebracht. Scania raadt over het algemeen bevestiging met plastic blokken aan, maar in bepaalde gevallen verdienen andere klembevestigingen de voorkeur. Metalen bevestigingsmiddelen zijn goed vanuit temperatuuroogpunt, maar zijn gevoeliger voor vuil en water. Heb ook aandacht voor en houd rekening met andere factoren zoals stevigheid, temperatuurgevoeligheid enzovoort. Een korte afstand tussen de klempunten vermindert de belasting van: het eigen gewicht van de hydraulische slangen dat anders doorbuiging kan veroorzaken Bewegingen en trillingen Sneeuw en vuil Bescherm slangen indien nodig met schuurbeschermingen. Vermijd het plaatsen van koppelingen boven en dicht bij hete componenten. Hydraulische slangen mogen niet samen met persluchtleidingen of elektrische kabels worden vastgeklemd. Zorg ervoor dat hydraulische slangen elkaar niet kruisen. Is dit niet te vermijden, gebruik dan dubbele klemmen om schuren te voorkomen. 03:10-03/01 Uitgave 5 nl-nl 7 (19)

8 WAARSCHUWING! Zelfs materialen met een hoog ontvlammingspunt kunnen brandbare gassen genereren bij relatief lage temperaturen. Risicobeoordeling BELANGRIJK! Maak een uitgebreide risicobeoordeling op basis van de volgende factoren: Omgevingstemperatuur Toepassingsgebied van het voertuig Het uiterlijk van de carrosserie en de configuratie van de hete componenten Het waarschijnlijke verloop van de gebeurtenissen wanneer een brandbare lading of lekkende vloeistof in aanraking komt met de hete componenten Mogelijke defecten die brand kunnen veroorzaken, bijvoorbeeld breuk van hydraulische slangen of lekkage van dieselolie. 03:10-03/01 Uitgave 5 nl-nl 8 (19)

9 Hitteschilden Scania raadt aan indien nodig hitteschilden te gebruiken bij de hete componenten van het voertuig teneinde: 2 De hittegevoelige carrosserie-uitrusting te beschermen; Te voorkomen dat brandbare ladingen of vloeistoffen in aanraking komen met de hete componenten. 1 De onderstaande afbeelding toont voorbeelden van hitteschilden Hydraulische pomp op krachtafnemer Tijdens het aanbrengen van een hydraulische pomp op een krachtafnemer voor de motor is wellicht een hitteschild nodig om de hydraulische pomp en de slangen te beschermen. Neem bij het leggen van de hydraulische slangen de aangegeven veiligheidsruimtes ten opzichte van de hete onderdelen van de motor in acht; zie de tabel onder het kopje Veiligheidsruimte verderop in dit document. Zorg dat de hydraulische slangen goed worden vastgezet en dat er aansluitingen en bevestigingselementen van goede kwaliteit worden gebruikt. Breng zo nodig een hitteschild aan. 3 De volgende onderdelen voor de bescherming van slangen kunnen bij Scania dealers worden aangeschaft: Omschrijving Beschermkap Beschermkap Afmetingen bij benadering (mm) Materialen Artikelnummer 390x290 Glasvezel x220 Glasvezel Hitteschild boven de uitlaatpijp achter de cabine 2. Hitteschild tussen de uitlaatpijp en de hydraulische pomp voor krachtafnemer met slangen 3. Hitteschild tussen motor en carrosserie :10-03/01 Uitgave 5 nl-nl 9 (19)

10 Hitteschild 685x350 Glasvezel/roestvrij staal Klemband Staal Hitteschild 200x600 Glasvezel/aluminiumfolie Hitteschild D = 50, L = 475 Glasvezel/aluminiumfolie :10-03/01 Uitgave 5 nl-nl 10 (19)

11 Voertuigen met een 6- en 8-cilindermotor met hoog vermogen en een hittegevoelige carrosserie WAARSCHUWING! De temperatuur in het gebied rond de motor aan de achterzijde van de cabine kan hoger zijn dan 100 ºC bij hoog vermogen en kan tot 140 ºC oplopen bij extreme externe omstandigheden, bijvoorbeeld hoge buitentemperaturen. Dit betekent onder andere dat het voorste deel van de gesloten opbouw of hittegevoelige uitrusting beschadigd kan raken. De hulpverwarming van de cabine heeft een uitlaatpijp die uitlaatgassen afvoert achter de cabine. Belemmer hete chassiscomponenten niet, want een goede luchtstroming is belangrijk voor koeling. In de afbeelding wordt het betreffende gedeelte van de carrosserie weergegeven waar hittegevoelige uitrusting niet mag worden aangebracht. Op dit punt moet een hitteschild worden aangebracht. Gesloten opbouw Het risico van beschadigingen door de hitte geldt vooral voor een gesloten opbouw met een zogenaamde sandwich-constructie. Breng een hitteschild aan ingeval van risico op beschadigingen. Gebruik vulringen van minimaal 15 mm. Een gesloten opbouw die niet geïsoleerd is, kan extreem heet worden bij het voorste deel en kan hitte afgeven aan de laadruimte. Breng een hitteschild aan vóór de gesloten opbouw bij voertuigen voor het transport van hittegevoelige goederen. Het meest betroffen gedeelte en de locatie van het hitteschild bij benadering :10-03/01 Uitgave 5 nl-nl 11 (19)

12 Hittegevoelige uitrusting Scania raadt aan hittegevoelige uitrusting op een andere plaats te postioneren dan op het meest betroffen gedeelte. Voorbeelden van hittegevoelige uitrusting zijn elektrische en hydraulische uitrusting. 03:10-03/01 Uitgave 5 nl-nl 12 (19)

13 Voertuigen voor transport van brandbaar materiaal WAARSCHUWING! Ladingen met een lage ontstekingstemperatuur kunnen storingen of brand veroorzaken wanneer ze in contact komen met de hete componenten van het uitlaatsysteem. Voorbeelden van ladingen met een lage ontstekingstemperatuur: Houtspaanders en bast Hout Afvalpapier Graan Vuilnis Voorwaarden Bij voertuigen met een cilindrische uitlaatdemper is in de fabriek een bordes aangebracht dat de uitlaatdempers afschermt van brandbaar materiaal. BELANGRIJK! Verwijder het in de fabriek aangebrachte bordes niet. Als het vervangen moet worden, dan is het belangrijk dat het nieuwe bordes dezelfde constructie en functie heeft. 03:10-03/01 Uitgave 5 nl-nl 13 (19)

14 N.B.: Voor voertuigen met de hieronder aangegeven productiekenmerken is in de fabriek geen hitteschild aangebracht. Lees de werkbeschrijving in het document Hitteschild voor dempers aanbrengen. Productieperiode voertuig Productielocatie Chassisserienummer Södertälje Zwolle Angers Hitteschild voor demper achteraf aanbrengen. 03:10-03/01 Uitgave 5 nl-nl 14 (19)

15 Veiligheidsruimte Om brandrisico, beschadiging door oververhitting en functiestoringen te verminderen is het van belang een veiligheidsruimte te laten tussen hete componenten en andere uitrusting of de uitrusting af te schermen met hitteschilden. De grootte van de veiligheidsruimte hangt af van de volgende factoren: De temperatuur van de hete componenten De hittegevoeligheid van de omliggende componenten De ontstekingstemperatuur van de omliggende materialen De doorstroomhoeveelheid van koellucht in het hete gebied Aanbevolen veiligheidsruimte De volgende tabel toont de aanbevolen minimale veiligheidsruimte tussen hete onderdelen van het uitlaatsysteem en omliggende uitrusting. N.B.: De aanbevolen veiligheidsruimtes gelden voor uitlaatsystemen met volledig afgedichte aansluitingen en zonder speciaal hitteschild. Brandbaarheid Weinig luchtstroming Kunststof of rubberen slangen Goede luchtstroming Voorbeeld van materiaal Licht ontvlambaar 300 mm 200 mm Hout en papier Moeilijke ontsteking 200 mm 100 mm Polyamide Scania raadt aan dat een stalen pijp wordt gebruikt voor de doorvoer van brandbare vloeistof (bijvoorbeeld hydraulische vloeistof) naast hete componenten. Stalen leiding :10-03/01 Uitgave 5 nl-nl 15 (19)

16 BELANGRIJK! Rubberen en kunststof slangen moeten minimaal 250 mm van de turbocompressor en de aansluiting van de kiepbakverwarming worden geplaatst, omdat hitte- en uitlaatgaslekkage kunnen voorkomen. Als het niet mogelijk is de benodigde ruimte te behouden, dan moet een hitteschild worden aangebracht om de slangen te beschermen tegen hitte- en uitlaatgaslekkage. 03:10-03/01 Uitgave 5 nl-nl 16 (19)

17 Speciale omstandigheden Speciale omstandigheden Voertuigen met een SCR-systeem BELANGRIJK! Bij motoren met een SCR (Selective Catalytic Reduction) emissieregelsysteem zijn gevoelige componenten aangebracht op en in de buurt van het uitlaatsysteem en de uitlaatdemper, zoals bijvoorbeeld de reductantdoseereenheid en de NOx-sensor. Als deze oververhit raken, bestaat een groot risico op functiestoringen. Het is daarom van belang dat de luchtstroming rond de demper en de componenten van het SCR-systeem voldoende is voor een efficiënte koeling. Wanneer het in de fabriek aangebrachte bordes wordt vervangen, dan is het belangrijk dat het nieuwe bordes dezelfde efficiënte luchtstroming rondom de uitlaatdemper mogelijk maakt :10-03/01 Uitgave 5 nl-nl 17 (19)

18 Speciale omstandigheden Voertuigen met een HPI-systeem Motoren met het Scania HPI-inspuitsysteem genereren retourbrandstof met een aanzienlijk hogere temperatuur dan vorige inspuitsystemen. De temperatuur van de brandstoftank kan oplopen tot meer dan +70 ºC tijdens continue bediening en warme weersomstandigheden. Scania raadt een brandstofkoeler met artikelnummer aan voor voertuigen met HPI-motoren die vaak werken terwijl het voertuig stilstaat. Het type inspuitsysteem staat vermeld in de individuele chassisspecificatie van het voertuig WAARSCHUWING! De hoge temperaturen van de brandstoftanks leiden tot het risico op brandwonden wanneer deze worden aangeraakt. Scania raadt aan dat brandstoftanks worden voorzien van hitteschilden als bedieningspanelen of andere door de bestuurder gebruikte uitrusting dicht bij de tanks worden geplaatst :10-03/01 Uitgave 5 nl-nl 18 (19)

19 Bediening bij stilstand en hoog motorvermogen Bediening bij stilstand en hoog motorvermogen BELANGRIJK! Bediening bij stilstand of een hoog motorvermogen leidt tot een stijging van de temperatuur van de uitlaatgassen en het uitlaatsysteem. Het risico op beschadiging van materiaal in de buurt van de uitgang van de uitlaatpijp is erg hoog. Onder ongunstige omstandigheden kan oververhitting leiden tot beschadiging van het asfalt, ontbranding van gras of andere gevaren, afhankelijk van de richting van de uitlaat, de voertuigpositie en het soort omgeving. Voorbeelden van dergelijke voertuigen zijn betonmixerwagens en brandweerwagens. De uitlaatgasstroom is vaak 5-15 m³/min en bevat grote hoeveelheden energie. De temperaturen kunnen oplopen tot meer dan 500 ºC. Aanbevolen maatregel: Bestel het voertuig met een verticale uitlaatpijp. N.B.: Neem altijd contact op met een Scania werkplaats voordat het uitlaatsysteem wordt aangepast. 03:10-03/01 Uitgave 5 nl-nl 19 (19)